Globale introductie (Dirk De Wit) Spelers en waarden In de beeldende kunst zijn verschillende spelers actief: • • •
Kunstenaars galeries die kunstenaars promoten en werk verkopen publieke kunstorganisaties zoals musea, kunsthallen en tijdschriften, verzamelaars publiek.
Deze verschillende belanghebbenden binnen de kunst’markt’ opereren vanuit verschillende waarden die elkaar beïnvloeden. De wereld van de inspiratie en de peer-review (kunstenaars, mentoren), van de markt (verkoop, winst, concurrentie) en van de civiele samenleving (de betekenis van kunst voor de samenleving, publiek debat over betekenis van kunst). : •
•
burgers, bedrijven o kunst kopen als belegging: verkopen met winst op veilingen (markt) o kunst kopen als passie, private collecties aanleggen, kunst als zingeving, ondersteunen van kunstenaars (civiel) galerie o verkoop als steun aan de carrière van kunstenaars (inspiratie) streven naar een gezonde en winstgevende onderneming (markt) kunstenaar o verkoop levert inkomsten op: leven van kunst ▪ enkele uitzonderingen worden er rijk van ▪ investeren in nieuw werk (markt, inspiratie) o volgrecht bij doorverkoop (markt) o verkoop is een vorm van publiek maken (civiel) o
•
•
musea en kunsthallen 1
ook musea kopen kunst o musea en kunsthallen verbinden de grote verzamelaars aan hun instelling en richten vriendenverenigingen op voor liefhebbers hedendaagse beeldende kunst overheid o
•
o o
inkomsten uit BTW op verkoop, doorverkoop successierechten
Recent onderzoek toont aan dat… •
Vlaanderen een traditie heeft van kunstverzamelaars met internationale faam (individuen en bedrijven) • Naast die verzamelaars er een potentieel publiek van kunstliefhebbers bestaat die kunst in huis zouden willen (lenen, kopen). Dit grote potentieel van kunstverzamelaars, leners en kopers wordt nu niet volledig aangesproken. • Vlaanderen een groot aantal kwaliteitsvolle promotiegaleries huisvest met een zeer divers profiel (mondiaal gericht, internationale focus of focus op de buurlanden, landelijke oriëntatie). Daarnaast is een brede groep van verkoopsgaleries met een kwalitatief sterk aanbod aanwezig in het landschap. • Vlaanderen een groot aantal kwaliteitsvolle kunstenaars heeft met oeuvres van verschillend bereik (mondiaal, internationaal, landelijk) o 50% van de Vlaamse kunstenaars heeft geen galerie o Kunstenaars verkopen ook rechtstreeks o nieuwe hybride initiatieven ontstaan, zoals off spaces die ook verkopen, online verkoop, platforms die toeleiden en werken van kunstenaars verkopen, … • Private sector via vriendenverenigingen van musea en kunsthallen bijdraagt aan de publieke instellingen. Burgers worden geïntroduceerd in de beeldende kunst en er wordt een basis van kennis opgebouwd op basis waarvan die burgers kunst kunnen kopen. De Vlaamse en federale overheid kunnen nieuwe instrumenten ontwikkelen om de markt te stimuleren: • • •
stimuleren van online verkoop andere investeringsbronnen dan banken fiscale instrumenten (BTW, belastingvoordelen en erfenisrechten)
Minister Gatz wil de kunstmarkt stimuleren door groei van aankoop bij een bredere groep burgers. Die groei zou ten goede kunnen komen aan: • • •
kunstenaars: vooral jonge kunstenaars en kunstenaars die zeer kwaliteitsvol werk maken maar (nog) niet internationaal bekend zijn/nog geen galerie hebben galeries: de topgaleries hebben hun (internationale) klanten maar het middensegment en kleinere galeries kunnen groeien met nieuwe klanten en meer inkomsten genereren burgers: meer burgers in contact brengen met kunst en liefde voor kunst vertalen in kunst kopen, maatschappelijk draagvlak voor kunst vergroten De vraag is: hoe wenst de minister de kunstmarkt te stimuleren? 2
•
•
•
•
welke doelstellingen stelt hij zich? o Verkoop stimuleren ongeacht kwaliteit? o Professionele kunstenaars ondersteunen? o Galeries en andere bemiddelaars ondersteunen? o Draagvlak van beeldende kunst bij burgers stimuleren? welke doelgroepen van kopers houdt hij voor ogen? o kleine of middelgrote budgetten? o Burgers en/of ondernemingen? welke kunstenaars kunnen hun werk aanbieden? o opkomend talent? o Enkel kwaliteitsvolle oeuvres uit de professionele beeldende kunst (wat is kwaliteit)? o Verbreden naar semi-professionele kunstbeoefening en toegepaste kunsten (design)? welke acties worden ondernomen? o volstaat toeleiding, of zijn er ook financiële incentives nodig?
Inspiratie uit vier cases (Cathy Cardon) Cathy Is momenteel directeur van Kunst in Huis (landelijke vereniging die kunst bij burgers wil brengen door kunst te lenen of te kopen). Voordien werkte ze als consultant voor IDEA Consult, marketing manager voor Herita en marketing manager voor CultuurNet Vlaanderen en UIT. (1) Nederlandse Kunstkoopregeling De Nederlandse Kunstkoopregeling heeft een bewezen financiële impact en heeft als model haar goede werking bewezen.
Aanbieders zijn galeries. De selectie ervan gebeurt op basis van artistieke criteria door het Mondriaanfonds. Later worden deze verbreed naar zakelijke criteria omdat de afweging op louter artistieke gronden moeilijk te maken bleek. Mondriaanfonds kan zelf enkel met hoge rente lenen bij de bank, omdat deze vele kleine dossiers moet openen. Coördinatie kunstkoopregeling via Mondriaanfonds Cijfers 2014 tonen aan dat de kopers vooral ouder zijn en hogere bedragen spenderen. Het doel van jonge mensen te betrekken bij kunstkoop wordt dus niet gehaald. Mondriaanfonds zet met marketingpartner WeLikeArt een campagne op gericht naar jongere kopers. Reële impact (verkopen die zonder het systeem niet zouden plaatsvinden) was 2,5 miljoen in 2014
Evaluatie Wie doet de controle als het systeem vanuit de overheid gestimuleerd wordt, ligt de evaluatie van dossiers dan bij de overheid?
3
Marketingluik is heel belangrijk, zorg dat je doelgroep de kunstkoopregeling goed kent.
(2) Nationale Kunstkoop
In dit systeem stonden de galeries zelf in voor de financiering. Dit bleek de achilleshiel van deze regeling, omdat er geen enkele bescherming voor de galeristen ingebouwd werd.
(3) Own Art (UK)
Dit systeem gaat ervan uit dat de middenklasse een natuurlijke doelgroep is voor kunstkoop. Galeries die deelnemen worden vooral geselecteerd op zakelijke criteria (kritiek van Nederland op dit systeem ‘alle galeries kunnen er aan mee doen’.) Galeries betalen 2,5% mee aan de lening, voor de kopers zelf is de lening renteloos 5 miljoen omzet per jaar met 84% reële impact (mensen die zonder het systeem niet gekocht zouden hebben).
Evaluatie Als je redeneert van het aantal mensen dat kennis maakt met kunstkoop, is dit het meer succesvollere systeem. Voor de galerie levert dit systeem wel minder op dan de Nederlandse Kunstkoopregeling, omdat voor kleinere bedragen kunst wordt gekocht dan in Nederland.
(4) Spaarformule Kunst in Huis
Selectie van kunstenaars door een artistieke commissie
Kunst in huis werkt zonder financiële partner. De ‘koper’ spaart doordat Kunst in Huis de uitleenprijs van kunstwerken lager maakt dan wanneer je een kunstwerk zou uitlenen zonder aankoop. Uitlenen en kopen van kunst worden gecombineerd.
Evaluatie Dit is een mogelijk complementair instrument naast de meer traditionele kunstkoopregelingen
Discussie -
De Impliciete doestelling van een kunstkoopregeling is kunstenaars meer doen verdienen. Een eerst moeilijkheid ligt dan in het selecteren van welke kunstenaars in aanmerking komen voor het systeem. Amateurkunstenaars komen voor de groep niet in aanmerking, maar hoe zal een duidelijke grens bepaald worden? Binnen de groep pleiten de meesten mensen er ook voor de toegepaste kunst (design ed.) buiten het systeem te houden. Hoe
4
minder specifiek de doelen van het systeem omschreven worden, des te kleiner zal immers het hefboomeffect zijn. -
De Vlaamse waarborgregeling als mogelijk alternatief voor de lening (met rente) die bij een financiële instelling aangegaan wordt? Ja, maar ook in dat geval blijft het probleem van de vele kleine dossiers binnen de kunstkoopregeling. De groep vreest dat (Belgische) banken niet zullen staan springen om een de kunstkoopdossiers te behandelen, aangezien dit gepaard gaat met een hoge beheerskost. De inbreng van de bank in de Nederlandse Kunstkoopregeling vooral het beheer van het dossier (rentabiliteit nakijken, check betalingen, wanbetalers opsporen, …). De bank doet zelf geen financiële inbreng.
-
Welke afbetalingstermijn moet gehanteerd worden in een systeem van kunstkoop? Dit hangt samen met de hoogte van de lening en de doelgroep. Een hoge lening vraagt een langere afbetalingstermijn, anders is de aankoop van kunst voor veel personen (uit de middenklasse) niet haalbaar.
-
Doelstelling van de vier cases is de particuliere markt. Voor kleine zelfstandigen of ondernemers is het niet bedoeld. In Vlaanderen werkte Galerie Van Campen & Rochtus een eigen kunstkoopregeling uit (de galerie financiert dit systeem zelf) waarbij zij vooral een doelgroep van kleine ondernemers en zelfstandigen tot kunstaankoop kan motiveren. Ervaring van galeristen die al kunstkoop organiseren is dat kopers vooral geïnteresseerd zijn in een fiscale aftrek. Zij vinden het dan niet erg om een zekere rente te betalen.
-
In Vlaanderen geen goede tendens op vlak van banken die in hedendaagse kunst investeren, plooien zich allemaal terug op gevestigde waarden/oude kunst.
-
Beheerskost in het oog houden in een systeem van kunstaankoop. De banken proberen dit zo sterk mogelijk te vermijden. Beheerskost bij de aanbieder leggen? De galerieën staan hier weigerachtig tegenover (behalve als de geïnvesteerde bedragen hoog genoeg zijn). De solvabiliteit nakijken van particulieren is bij uitstek een taak/specialisatie van de banken.
-
Adriaan Raemdonck (voorzitter BUP) pleit ervoor in het oog te houden dat het systeem ook de galeries ten goede komt. De kunstkoopregeling moet het geheel van de Belgische kunstmarkt aan elkaar lijmen/versterken.
-
Vraag: is het nodig om een financiële incentive te hebben / lage rente (+ hoge beheerskost) in een kunstkoopregeling, of is het voldoende via toeleiding te werken (vrienden van musea, …) In Nederland zijn recent heel wat toeleidingsmodellen gestart die jonge verzamelaars groeperen. Cathy: klopt, maar de sterke van de Nederlandse kunstkoopregeling sinds de samenwerking met weLikeArt en van het Own Art systeem is het marketingverhaal dat naar de doelgroep van jonge mensen stapt die nog geen ervaring/intentie hebben tot aankoop. In die optiek is loutere toeleiding tot een kunstkoopsysteem niet voldoende, hoewel een specifieke werking naar jonge verzamelaars ook belangrijk kan zijn.
5
-
Niet onderschatten dat kunstkopers elkaar onderling beïnvloeden en ook in contact met elkaar en de kunstenaar willen komen. Daarom is het society-aspect ook een belangrijk onderdeel van een succesvolle kunstkoopregeling. Cf. model ‘vrienden van’, moet ook ergens in de kunstkoopregeling opgenomen worden.
-
In de groep wordt benadrukt dat het kwalitatieve aspect van de kunst in het oog moet worden gehouden, je mag via dit systeem geen slechte kunst verkopen.
-
De UK-case (Own Art) groepeert een heel scala aan aanbieders. Dit is een sterkte, in het Nederlandse model was dit te weinig het geval. Bij die Nederlandse Kunstkoopregeling ligt de focus erg op verkoop. In Vlaanderen moeten we opletten dat de werking van een aantal kunstenaars, wiens werk niet makkelijk verkoopbaar is, geen tekort gedaan wordt. Bijna 50% van de professionele kunstenaars (die bij Kunstenpunt gekend zijn) hebben geen galerie.
-
De groep pleit er voor ook de kunsthallen en galeries die als immokantoor/verhuurruimte werken bij het systeem te betrekken.
-
Kunstkoopregeling zal altijd een focus hebben op of kunstenaars versteken – (in de breedte of de diepte) de kopers/huurders – (jongeren of personen die tot tweede, derde aankoop overgaan/verzamelaars – en hoe draag je de kost van de transactie (administratieffinancieel)) De galeristen, die sterk versnipperd zijn (grote promotiegaleries die er professioneel zijn, amateuristische promotiegaleries en galeries die ruimtes verhuren). + bekijken vanuit een overheidsstandpunt = kunstenaarsmarkt verbreden, nieuwe bevolkingsgroepen betrekken om goede kunst te kunnen laten floreren en de kunstenaars te kunnen laten overleven.
-
UK-case: de overheid draagt Arts United, deze koepel verzorgt het Own Art programma. Dit betekent dat de medewerkers + promotie via de overheid ter beschikking worden gesteld. De hamvraag = wie neemt welke rol op in een toekomstige Vlaamse kunstkoopregeling?
-
De selectie van galeries die mogen deelnemen aan het Own Art programma in de UK gebeurt op basis van zakelijk/administratieve criteria. Binnen de groep lijkt er consensus dat zakelijke criteria inderdaad nodig zijn om een eenduidige selectie te maken.
-
Veel jonge kunstenaars kiezen er bewust voor niet (meer) via een galerie te werken, maar via online media hun werk zelf aan te prijzen/verkopen. Hoe ga je hiermee om in het kunstkoopsysteem.
-
UK: 97% van de mensen die kochten, zegt het nog eens te willen doen. Als dit de doelstelling van het Vlaamse systeem moet worden, lijkt de UK-case een voorbeeldmodel.
6
-
Mattheuseffect ? Zal de regeling voornamelijk ten goede komen aan de bekendere kunstenaars?
7