Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Voorwoord Het pand Janskerkhof 1 is eigendom van de gemeente Utrecht. In verband met de voorgenomen verkoop is gevraagd aan de afdeling Erfgoed van de gemeente Utrecht om een bouwhistorische verkenning van dit Rijksmonument te maken, waarmee de voornaamste cultuurhistorische waarden kunnen worden vastgelegd. Deze cultuurhistorische waarden zijn van belang bij eventuele bouw- en verbouwingsplannen, omdat deze ook een rol spelen bij de beoordeling van een aanvraag. De verkenning ter plaatse is uitgevoerd door C.J.M. Rampart en J.A. van der Hoeve van de afdeling Erfgoed, de rapportage is opgesteld door laatstgenoemde. Deze rapportage bevat een globaal overzicht van de bouwgeschiedenis, voor zover valt te achterhalen aan de hand van een bouwhistorische verkenning en een beperkt archiefonderzoek. Recente verbouwingstekeningen en opmetingen zijn momenteel niet beschikbaar, omdat alle gemeentelijke archieven afgevoerd zijn. Daarna volgt een beschrijving op hoofdlijnen van bouwmassa, gevels en interieur (indeling en interieur-afwerking). Als laatste hoofdstuk is een waardestelling opgenomen, waarin de voornaamste cultuurhistorische waarden zijn geformuleerd uitgaande van de redengevende omschrijving als rijksmonument.
Globaal overzicht van de bouwgeschiedenis. Het pand Janskerkhof ligt aan de westelijke rand van het Janskerkhof, precies op de plaats waar de Lange Jansstraat op het Janskerkhof uitmondt. Deze toegang hoort waarschijnlijk tot de middeleeuwse verkaveling van de immuniteit van St Jan. Op deze plek bevond zich namelijk vanaf de 11de eeuw een poort tot de immuniteit van St Jan, geflankeerd door twee percelen voor immuniteitshuizen. Ten zuiden van de Lange Jansstraat was dat perceel XVII. Deze situatie valt nog te herkennen op de kaart van de immuniteit van St. Jan uit 1604 van de landmeter J.R. van den Berch. Op het perceel van Janskerkhof 1 moet al in de middeleeuwen bebouwing hebben gestaan, maar de precieze locatie, vorm en opzet zijn niet bekend. De oudste vermelding dateren uit de 15de en 16de eeuw, toen het huis ‘De Gulden Appel’ werd genoemd.1 In de vroege 17de eeuw is de Lange Jansstraat verbreed tot een ontsluitingsstraat van het Janskerkhof. Vermoedelijk is toen ook een nieuwe verkaveling langs deze straat tot stand gekomen. Na verkaveling werden de percelen in snel tempo bebouwd. Ook bij de bouwhistorische verkenning zijn de oudste onderdelen van het huis gedateerd in de 17de eeuw, zoals de kelder onder het linkerdeel van de voorbouw en de moer- en kinderbinten boven de voorkamer op de eerste verdieping. Deze gegevens zijn onvoldoende om op te maken hoe het huis er in eerste instantie heeft uitgezien. Men zou kunnen denken aan een smal tweelaags huis ter breedte van de kelder en voorkamers op de begane grond en verdieping, maar de zijtoegang 1
www.huizenaanhetjanskerkhof.nl
-1-
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
tot de kelder doet een bredere opzet vermoeden. Behalve als er sprake was van een buitentoegang. Ook de beëindiging aan de achterzijde is onduidelijk. De wand tussen voor- en achterkamer lijkt tot de 17de-eeuwse opzet te behoren. Dat zou kunnen wijzen op een kort huis, wellicht niet meer dan een bescheiden dwarshuisje (kamerwoning). De datering van de aanbouw aan de achterzijde met de latere keuken in onbekend.
De immuniteit van St. Jan met omliggende bebouwing, volgens de opmeting van de landmeter J.R. van den Berch in 1604 (Het Utrechts Archief, catnr. 206845). Bij de pijl valt de Lange Jansstraat te zien. Deze kaart is niet voldoende gedetailleerd om uitspraken te doen over het huis op de zuidelijke hoek van de Lange Jansstraat en het Janskerkhof.
-2-
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Vergelijking met het archiefonderzoek van Caroline Pelser brengt ons niet veel verder ten aanzien van het gebouw zelf.2 In 1624 gaf Alidt Pauwels, weduwe van Aert Mathysz Verhorst, procuratie om ten behoeve van Oloff Woutersz Haddeman, bode van de stad Utrecht, een plecht van 250 gulden te vestigen op een huis met een nieuwe getimmerde camer annex, gelegen te Utrecht bij de Statenkamer aan het Janskerkhof. Uit de akte valt op te maken dat het huis door Alidt Pauwels werd bewoond. Is het 17de-eeuwse deel van Janskerkhof 1 wellicht de genoemde ‘nieuwe getimmerde camer’ bij een bestaand huis?
Uitsnede uit de kadastrale minuut van circa 1830 (www.watwaswaar.nl). Het huis Janskerkhof 1 is aangeduid met een pijl. Het gebouw had een veel prominentere plaats op het Janskerkhof dan tegenwoordig, omdat de Lange Jansstraat een veel bescheidener aansluiting had op het Janskerkhof.
2
www.huizenaanhetjanskerkhof.nl
-3-
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Uitsnede uit de kadastrale minuut van circa 1830 (www.watwaswaar.nl). Het huis Janskerkhof 1 is aangeduid met een pijl. Ook de verdere archiefgegevens geven geen inzicht in de ontwikkeling en bouwfasering van het huis, zodat alleen gegevens ontleend kunnen worden aan de bouwhistorische verkenning. Het huis moet zijn huidige vorm met een representatieve voorgevel hebben gekregen bij een verbouwing in de eerste helft van de 19de eeuw, vermoedelijk omstreeks 1830. Op de kadastrale minuut uit circa 1830 heeft het huis namelijk al min of meer zijn huidige vorm. Er is sprake van een U-vormig gebouw in de hoek van het Janskerkhof, voorzien van een kleine binnenplaats. Het linkerdeel van het huis heeft een 17de-eeuwse kern, de rest van het huis lijkt geheel of grotendeels nieuw te zijn opgetrokken. De balklagen en kapconstructie in het rechterdeel van het voorhuis bevestigen dit vermoeden, de achtervleugel heeft vroeg-19de-eeuwse vensters op de eerste verdieping met kenmerkende geprofileerde vensterbanken. Afwijkend ten opzichte van de huidige situatie is het ontbreken van het kleine plaatsje achter het huis. Volgens de aanwijzende tafels was het eigendom van Jonkvrouw Van Voorst, rentenierster. -4-
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Over verdere wijzigingen in de 19de eeuw zijn geen gegevens beschikbaar. De oudst bekende bouwtekening betreft de verhoging van de (vroeg-19de-eeuwse?) achtervleugel van twee bouwlagen met een schilddak tot drie bouwlagen en een plat dak, waarvoor een bouwaanvraag is in gediend door J. van der Vlerk (1897).
Bouwaanvraag voor de verhoging van de achtervleugel van twee bouwlagen met een schilddak tot drie bouwlagen met een plat dak, ingediend in 1897 door J. van der Vlerk (het Utrechts Archief).
In 1916 is het gebouw ingericht tot een kantoorgebouw van de credietvereeniging Amsterdam, waarvoor de architect F.W.M. Poggenbeek de plannen heeft getekend. Poggenbeek was in het begin van de 20ste eeuw een bekend architect, die vooral veel ontwerpen voor bankgebouwen op zijn naam heeft staan. De opmeting van de bestaande toestand uit 1916 geeft het huis weer in zijn laatst bekende toestand als woonhuis. De plattegrond is enigszins ongebruikelijk. Op de begane grond is wel sprake van een middengang, maar de kamers ter weerszijden van de gang hebben geen onderlinge verbindingen (kamers-en-suite). Achter de linker voorkamer bevindt zich een keuken, grenzend aan een klein binnenplaatsje. Het trappenhuis bevindt zich in de kop van de achtervleugel, geheel achterin de middengang. Onder de linker voorkamer bevindt zich een kelder, toegankelijk via een ingebouwde ruimte op de gang. Een tweede keldertrap in het achterste deel ontsluit kennelijk een kelder onder de achtervleugel.
-5-
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Begane grond en eerste verdieping van Janskerkhof 1 in bestaande toestand in 1916, naar een opmeting van de architect Poggenbeek uit Amsterdam (HUA bouwtekeningen). Deze tekeningen geven het pand weer in zijn laatste gebruik als woning. Van de onderste tekening is alleen de linker helft afgebeeld, het rechterdeel bevat een principedoorsnede van het trappenhuis.
-6-
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Begane grond van Janskerkhof 1 in gewijzigde toestand in 1916, volgens een bouwplan van de architect Poggenbeek uit Amsterdam (HUA bouwtekeningen). Belangrijkste wijzigingen betroffen de inrichting van een bankzaal met een publieksruimte in het voorgebouw en een personeelsruimte op de overkapte binnenplaats, een kluis- en couponruimte in de achtervleugel, een nieuw trappenhuis en toiletvoorzieningen.
Met de verbouwing van 1916 is het pand Janskerkhof 1 heringericht tot een kantoor voor de credietvereeniging Amsterdam, naar een ontwerp van de architect F.W.M. Poggenbeek. Hiervoor hebben grondige verbouwingen plaatsgevonden. Rechts van de gang werd de bankzaal ingericht, toegankelijk vanuit het tochtportaal via een tourniquet. De publieksruimte bevond zich in de rechter voorkamer, de personeelsruimte op de overbouwde binnenplaats. Beide ruimten zijn door middel van een brede doorbraak met elkaar verbonden. De interieurafwerking moet statig en representatief zijn geweest, getuige details op de tekeningen en de resterende onderdelen in het huis. Op de begane grond van de achtervleugel is een kluis- en couponruimte ingericht, toegankelijk via een brede doorgang met een glaspui. Deze glaspui met twee doordraaiende deuren is nog behouden gebleven. Uit de bouwtekeningen valt op te maken dat er onder de achtervleugel een kelder is aangelegd (mogelijk ter plaatse van een oudere kelder), eveneens ten behoeve van een kluisruimte. Volgens advertenties in het Utrechts Nieuwsblad werden vanaf 1917 loketten (kluisruimten) verhuurd. De gang is verbreed door sloop van de keldertoegang. Deze werd in de linker achterkamer ondergebracht. Het trappenhuis is vernieuwd ten behoeve van de huidige stenen trap met bordessen om alle verschillende niveaus te kunnen ontsluiten. Links tegen het trappenhuis is een -7-
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
aanbouw gerealiseerd voor toiletten op twee niveaus. De zoldertrap werd opgenomen in een aanbouw naast het trappenhuis. Bij een volgende verbouwing in 1919 werd het pand Janskerkhof 1 gekoppeld met het buurpand aan de Lange Jansstraat 27 (later: Janskerkhof 1a). Als opdrachtgever staat vermeld: bank-associatie, bijkantoor Utrecht. Het hoofdkantoor bevond zich in Amsterdam, zo blijkt onder meer uit het smeedwerk in het bovenlicht van de voordeur, waarin de wapens van de steden Amsterdam en Utrecht zijn vermeld.
Plattegrond van de eerste verdieping van de achtervleugel en langsdoorsnede over de gang met trappenhuis van Janskerkhof 1 in gewijzigde toestand in 1916, naar een opmeting van de architect Poggenbeek uit Amsterdam (HUA bouwtekeningen). Op deze tekeningen valt te zien dat het trappenhuis een tussenbordes heeft voor de ontsluiting van de eerste verdiepingen van de achtervleugel en aanbouw, waarvan het vloerniveau aanzienlijk lager is dan in het voorgebouw. Dit bordes geeft uitzicht over de hoge gang in het voorgebouw.
-8-
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Langsdoorsnede over het rechterdeel van het huis Janskerkhof 1 in gewijzigde toestand in 1916, naar een opmeting van de architect Poggenbeek uit Amsterdam (HUA bouwtekeningen). Rechts is een binnenwand van de bankzaal te zien. De doorsnede maakt duidelijk dat de kluis in de achtervleugel bestond uit twee bouwlagen, een in de kelder en een op de begane grond. De binnenplaats had een overkapping met een lichtkap. De lichtkap is intussen gesloopt en vervangen door een plat dak.
Begane grond van Janskerkhof 1 en 1a in gewijzigde toestand in 1919 (HUA bouwtekeningen). Met deze verbouwing zijn twee panden gekoppeld. Van Janskerkhof 1 is alleen het rechterdeel getekend. .
-9-
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Over verdere verbouwingen in de 20ste eeuw zijn geen momenteel gegevens beschikbaar. Het pand bleef tot in de jaren zestig in gebruik als een bankkantoor, omstreeks 1970 door de Algemene Friese Levensverzekeringsmaatschappij. Daarna is het pand door de gemeente Utrecht aangekocht in verband met de plannen tot verbreding van de Lange Jansstraat. Medio jaren zeventig zijn de huizen naast Janskerkhof 1 gesloopt om deze verbreding te kunnen realiseren. Ook Janskerkhof 1 bestonden sloopplanen. Deze zijn niet doorgegaan, toen de inzichten over de aanwezigheid van autoverkeer in de stad wijzigden.
1 7
2
6 5
3 4
Luchtfoto van Janskerkhof 1 (foto: gemeente Utrecht, Stroomlijn). De nummering verwijst naar de beschrijving. Nummer 1 is het voorgebouw met schilddak, voorzien van een smalle haakse aanbouw. Nummer 2 is een getrapte aanbouw met toiletten en de zoldertrap. Nummer 3 is een tweelaags aanbouw, waarvan de begane grond vóór 1916 een keuken bevatte. Nummer 4 markeert een binnenplaatsje. Nummer 6 is de achtervleugel, waarin een trappenhuis is afgescheiden (5). En de binnenplaats is nummer 7 (overkapt).
- 10 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Beschrijving Bouwmassa Het gebouw heeft een complexe bouwmassa, bestaande uit een tweelaags voorgebouw met een schilddak (1), waarvan de linkerhelft dieper is dan de rechter helft. Het verschil wordt in de kap opgevangen door een verschil in de hellinghoek van de dakschilden aan de achterzijde. Haaks tegen de achterzijde sluit een smalle dwarsvleugel aan met een snijdend schilddak. Uit de kapconstructie valt op te maken dat deze bij het voorgebouw hoort. Pal daarnaast staat een hoge aanbouw met een plat dak, die het zoldertrappenhuis bevat (2). Deze aanbouw doorsnijdt de kap van het voorgebouw. Tegen het linkerdeel van het voorgebouw staat een (oude) eenlaags aanbouw met een plat dak (3). De ruimte daarachter is een binnenplaatsje, voorzien van een overkapping in golfplaten (4). De achtervleugel bestaat uit drie bouwlagen met een plat dak (6). Een deel hiervan is ingericht als trappenhuis, herkenbaar aan de lichtkap (5). De open ruimte tussen voorgebouw en achtervleugel is voorzien van een overkapping, waarvan de glaskap is vervangen door een plat dak (7). Het gehele gebouw wordt omgeven door belendingen van verschillende hoogte en omvang. Er is geen sprake van een eigen tuin of terrein.
Links: voorgevel, gezien vanaf het Janskerkhof. Rechts: overzicht van Janskerkhof 1 vanuit de Lange Jansstraat. Op deze foto valt ook goed te zien van het voorgebouw van Janskerkhof 1 een geringe diepte heeft. Er is dus geen sprake van een ‘vierkant huis’, zoals op eerste gezicht lijkt. Voorgevel De voorgevel is een brede symmetrische tweelaags lijstgevel (hoogstwaarschijnlijk uit het tweede kwart van de 19de eeuw), die boven een hardstenen plint geheel is uitgevoerd in handvormbaksteen (kruisverband). In de borstweringen zijn afwijkingen in het metselverband herkenbaar, die het onderscheid in penanten en borstweringen benadrukt. De gevel is gelijk- 11 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
matig verdeeld in vijf vensters-assen, de middenas is benadrukt door middel van omlijstingen van de entree op de begane grond en het venster op de eerste verdieping, elk bestaande uit pilasters en een hoofdgestel. Het tweedelige hoofdgestel van het venster manifesteert zich in de kroonlijst als risaliet. Midden op het voorschild van het dak bevindt zich een dakkapel, eveneens voorzien van een omlijsting met pilasters en een lijst. In het midden van de lijst is een sparing herkenbaar voor een uitschuifbare hijsbalk. De entree zelf bestaat uit een kozijn met een stel gelakte paneeldeuren, waarboven een bovenlicht met een sierlijk smeedwerk met een lamp geflankeerd door de wapenschilden van Amsterdam en Utrecht. Voor de entree liggen twee hardstenen treden. Op de begane grond en verdieping bevinden zich vier vensters met hardstenen onderdorpels, alle voorzien van Hschuiframen (1916?). Het voorgebouw heeft een schilddak, waarvan de hoeken in de nok worden benadrukt door sierlijke schoorstenen met rookkappen.
Voorgevel van het pand Janskerkhof 1 omstreeks 1965 (verzameling Pandhuis). Rechts daarvan staat het pand Janskerkhof 1a, voorzien van een neorenaissancegevel.
Voor het huis ligt een privé-stoep, omgeven door een hek in siersmeedwerk. Vermoedelijk is het hek vernieuwd in 1916. - 12 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Deeloverzichten van het stoephek van de privéstoep voor de voorgevel.
Overige gevels De overige gevels zijn slechts zichtbaar op de (overbouwde) binnenplaatsen en vanuit belendingen (achtergevels). Deze gevels zijn deels voorzien van onbeschilderde cementpleisterwerk en deels met pleisterwerk met een witte beschildering. Het merendeel van de gevels heeft een gesloten karakter, onderstreept door een tamelijk willekeurige plaatsing van overwegend kleine vensters. Slechts twee gevels hebben een meer ‘architectonische plaatsing’ van vensters. De voorgevel van de achtervleugel is een drielaags langsgevel die uitziet over de binnenplaats. Op de begane grond is na overbouwing van de binnenplaats een brede doorbraak gemaakt, ingevuld met een pui (onderdeel van de bankzaal). Op de eerste verdieping bevinden zich drie vensters, waarvan de geprofileerde kozijnen en hardstenen onderdorpels een vroeg-19de-eeuwse datering doen vermoeden en de stolpramen vermoedelijk uit 1916 stammen. Het dak van de binnenplaats dekt de vensters grotendeels af (oorspronkelijk was deze nog voorzien van een glazen lantaarn). De tweede verdieping is een verhoging uit 1897, voorzien van twee vensters van ongelijk formaat met ijzeren lateien.
Links: zicht op de achtergevel van het voorgebouw en zijgevel van de haaks aansluitende dwarsvleugel. De eerstgenoemde gevel is blind, de zijgevel van de dwarsvleugel heeft op de eerste en tweede verdieping eenvoudige vensters (20ste eeuw). Rechts: tweede verdieping van de voorgevel van de achtervleugel. Deze behoort bij de verhoging van 1897 en vervangt een schildkap. De vensters hebben hardstenen onderdorpels en ijzeren lateien. De kozijnen zijn origineel, de ramen vernieuwd. - 13 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Links: zijgevel van de haaks op het voorgebouw aansluitende dwarsvleugel (circa 1830), die op de eerste en tweede verdieping vensters van tamelijk recente datum heeft (20ste eeuw). De begane grond is overbouwd door de bankzaal (platte dak op de voorgrond). Rechts: eerste verdieping van de voorgevel van de achtervleugel. Deze verdieping heeft vensters en onderdorpels uit vermoedelijk de vroege 19de eeuw, voorzien van stolpramen uit vermoedelijk 1916. Op de voorgrond de lantaarn van de bankzaal, die deze vensters grotendeels aan het zicht onttrekt. Noemenswaard is nog de achtergevel van de aanbouw tegen het voorgebouw, zichtbaar vanaf een klein binnenplaatsje dat recent met kunststofplaten is overkapt. Deze achtergevel is een tweelaags langsgevel, oorspronkelijk voorzien van enkelvoudige vensters op de begane grond en eerste verdieping. Op de verdieping bevat het venster een zesruitsschuifraam met een brede middenroede. Deze brede middenroede doet een datering in de eerste helft van de 19de eeuw vermoeden. Het venster op de begane grond is in de 20ste eeuw vervangen door een breder samengesteld venster (1916?). De aftekening van het oude venster is nog herkenbaar is het pleisterwerk.
- 14 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Twee deeloverzichten van de achtergevel van de aanbouw, oorspronkelijk voorzien van twee enkelvoudige vensters met zesruitsschuiframen (foto, rechts). Het venster op de begane grond is vervangen maar de oude aftekening is nog herkenbaar (foto, links).
De zijgevel van de toiletaanbouw, vermoedelijk uit 1916.
- 15 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Kelders Het huis is slechts gedeeltelijk onderkelderd. Onder de linker voorkamer van het voorgebouw bevindt zich een bescheiden rechthoekige kelder met een gedrukt tongewelf. De vorm van het gewelf doet een 17de-eeuwse oorsprong vermoeden. Alle wanden en het gewelf zijn gepleisterd en gewit. Aan de voorzijde is sprake van een plint van geglazuurde plavuizen. De vloer is gecementeerd. Twee kelderlichten in de voorgevel geven deze ruimte enig licht. Aan de achterzijde bevindt zich een bakstenen steektrap uit 1916. Aan de rechterzijde bevindt zich een doorgang naar een ouder trappenhuis, waarschijnlijk een oorspronkelijke toegang. Deze is in 1916 gesloopt om vrij baan te maken in de gang op de begane grond.
Links: overzicht van de overwelfde kelder onder de linker voorkamer, gezien naar de voorgevel. Het gedrukte tongewelf wijst op een datering in de 17de eeuw. Rechts: overzicht van de overwelfde kelder onder de linker voorkamer, gezien naar achteren. In de achterwand van de kelder is een bakstenen trap zichtbaar (1916). Deze trap vervangt de entree, waarvan op de foto nog net het steekgewelf zichtbaar is.
Overzichten van de kelder onder de achtervleugel. Vermoedelijk dateert deze kelder uit 1916. De zoldering is vernieuwd omstreeks 2000, gelijk met de plaatsing van een onderslagconstructie van kalkzandstenen kolommen en een betonbalk.
- 16 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Onder de achtervleugel bevindt zich een tweede kelder. Vermoedelijk is deze kelder onder het bestaande gebouw aangebracht in 1916. Op de bouwtekeningen uit dat jaar staat een tweelaags kluis aangegeven in kelder en begane grond. Om deze kluis heen bevond zich een omloop. Deze kluis is vermoedelijk kort voor 2000 gesloopt, waarbij de kelder een nieuwe zoldering van betonnen balken-broodjes heeft gekregen. Deze vloer wordt ter plaatse van de gangmuur nog ondersteund door middel van een onderslagbalk op kolommen van kalkzandsteen. Begane grond Op het niveau van de begane grond valt de complexe bouwmassa van het gebouw niet of nauwelijks te herkennen, omdat de binnenplaats tussen voor- en achtervleugel is overbouwd als onderdeel van de bankzaal (1916). De lantaarn is vervangen door een plat dak. Brede doorbraken in de gevels verbinden deze ruimte met de aangrenzende voorgebouw en achtervleugel. De plattegrond van de begane grond wordt gekenmerkt door een middengang, waarvan het (iets verschoven) achterste deel wordt ingenomen door een trappenhuis. Ter weerszijden bevinden zich ruimten.
Begane grond van Janskerkhof 1 in gewijzigde toestand in 1916, volgens een bouwplan van de architect Poggenbeek uit Amsterdam (HUA bouwtekeningen). De voormalige binnenplaats is aangeduid met een rode onderbroken lijn.
- 17 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Het trappenhuis is in 1916 tot stand gekomen in het linkerdeel van de achtervleugel. Er is sprake van een representatieve bordestrap van de begane grond tot de tweede verdieping met aanlandingen op alle tussenniveaus, al of niet aanvullende treden of trapsteken. De bordessen zijn uitgevoerd in beton met granito, de treden in graniet of kunststeen (beton met granietbewerking). Opvallend is dat de treden lijken uit te kragen uit de wanden. De leuning is geheel uitgevoerd in sierlijk smeedijzer met een handlijst van mahoniehout. Hierop is recent een tweede handlijst gemonteerd.
Links: overzicht van het onderste deel van de trap (1916). In de afgetimmerde ruimte onder het eerste bordes zijn nog resten van een oude afwerking van de hal te zien: een lambrisering van stucco-lustro en een granitovloer. Rechts: overzicht van het onderste deel van de trap (1916), gezien van het tweede bordes naar onder. Het bordes is uitgevoerd in beton met een vloer van granito.
Links: overzicht van enkele uitkragende treden van graniet of kunstgraniet (1916). Deze treden kragen niet alleen uit, maar ondersteunen ook elkaar. Rechts: aanlanding van de trap op de tweede verdieping, gezien naar de gang in de dwarsvleugel en het voorhuis. Links van de gang bevinden zich de linkervoorkamer, de achterkamer (met voorruimte voor de keldertrap en de toiletten) en een kleine binnenplaats. De linker voorkamer is een representatieve kantoorruimte, voorzien van een schouw tegen de linkerzijgevel met een grijsmarmeren schoorsteenmantel in Lodewijk-XVI-stijl en een vlakke gestucte boezem met een kroonlijst. Het stucplafond is vlak. Op de bouwtekening van 1916 ontbreekt deze schouw. Het moet dus niet worden uitgesloten dat hij uit de vroege 20ste eeuw dateert, dus in Neo- 18 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Lodewijk-XVI-stijl is uitgevoerd. Materiaal en motieven wijzen ook in deze richting. Het ijzeren roosterwerk in de schoorsteenmantel dateert uit circa 1920. De vensterwandbetimmering dateert waarschijnlijk uit de eerste helft van de 19de eeuw, getuige de luikkasten met vierpaneelsbinnenluiken. De indeling van deze luiken was oorspronkelijk afgestemd op de raamverdeling (achtruitsschuiframen). De huidige H-schuiframen stammen waarschijnlijk uit de vroege 20ste eeuw (1916?). Een enkelvoudige deuropening met een eenvoudige deur geeft toegang tot de achterkamer. Op de oudere bouwtekeningen valt te zien dat deze wand oorspronkelijk blind was, mede vanwege de schouw in de aangrenzende achterkamer (keuken). Wanden en vloer hebben tamelijk recente afwerkingen. Mogelijk zijn hieronder nog wel oudere interieur-onderdelen verstopt.
Links: vensterwand van de linker voorkamer op de begane grond, voorzien van een volledige betimmering met onder andere luikkasten en lambriseringen. De verdeling van de panelen in de binnenluiken sloot oorspronkelijk aan op de raamverdeling, vermoedelijk achtruitsschuiframen (vroege 19de eeuw). Rechts: overzicht van de schouw in de linker voorkamer op de begane grond, voorzien van een grijsmarmeren schoorsteenmantel en een vlakke gestucte boezem. De aansluiting op het plafond bestaat uit een kroonlijst.
- 19 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Links: de grijsmarmeren schoorsteenmantel van de schouw in de linker voorkamer op de begane grond. De stookopening is afgedekt met een ijzeren omkasting met ajour bewerkte deurtjes. Rechts: decoratie van de grijsmarmeren schoorsteenmantel in de linker voorkamer op de begane grond, uitgevoerd in Lodewijk-XVI-stijl. Vermoedelijk dateert deze schoorsteenmantel uit de vroege 20ste eeuw.
Overzicht van de toiletruimte op de begane grond van de aanbouw naast het trappenhuis (1916). De indeling en interieurafwerking zijn nog grotendeels origineel. De lagere achterkamer in de aanbouw was vóór de verbouwing tot bankkantoor (1916) in gebruik als keuken. De grote keukenschouw was tegen de wand tussen voor- en achterkamer geplaatst. Bij de verbouw tot bankkantoor is een voorruimte van deze kamer afgescheiden, die als voorportaal voor de nieuwe keldertrap en toiletaanbouw op de binnenplaats achter het huis fungeert. De huidige interieur-afwerking van de achterkamer vertoont geen bijzonderhe- 20 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
den. Het venster in de achtergevel dateert mogelijk uit 1916, maar moet recent zijn vernieuwd of gemoderniseerd. Dit venster bevindt zich ter plaatse van een smaller venster, zo valt op te maken uit de aftekening van een latei in het stucwerk. Naast het trappenhuis bevindt zich een aanbouw met toiletten op de begane grond en eerste verdieping (1916). Hiervan zijn de indeling en nagenoeg de gehele afwerking met betegelde wanden, kozijnen met bovenlichtpaneeldeuren en stucplafonds origineel (1916). Vermoedelijk bevinden zich onder het zeil ook nog granitovloeren. De wastafel vertegenwoordigt een latere modernisering (midden 20ste eeuw?). Het sanitair is van recente datum. Rechts van de middengang op de begane grond bevonden zich oorspronkelijk alleen ruimten in het voorgebouw en de achtervleugel, onderling gescheiden door een binnenplaats. Deze binnenplaats is in 1916 verbouwd tot een bankhal, waarvoor deze ruimte een overkapping met een lantaarn kreeg. De glaskap en de lantaarn zijn gesloopt en vervangen door een plat dak. De rechter voorkamer in het voorgebouw werd de publieksruimte, verbonden met de overbouwde binnenplaats door een brede doorgang. Een tourniquet gaf toegang vanuit de gang tot deze ruimten. In de achtervleugel kwamen kluizen (kelder en begane grond) en couponkamers. In de voorgevel van de achtervleugel is een brede doorbraak gemaakt, waarin een pui is geplaats met een breed raam en doordraaiende deuren. Aan de zijde van de bankzaal (binnenplaats) is de pui bekleed met hout, aan de zijde van de achtervleugel met wit geglazuurde tegels.
De pui tussen de bankzaal op de begane grond (overkapte binnenplaats) en de kluis- en couponruimten in de achtervleugel. Aan de zijde van de bankzaal is een lambrisering van houten delen herkenbaar, de beide glaspaneeldeuren zijn uitgevoerd als doordraaiende deuren.
- 21 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Links: de pui tussen de voormalige bankzaal en de achtervleugel. In de achtervleugel is sprake van een tegelafwerking. De vloer is vernieuwd. Rechts: scharnier van een van de doordraaienede deuren in de pui tussen de voormalige bankzaal en achtervleugel. De voorkamer en bankzaal vertonen in hun huidige opzet geen bijzonderheden (meer). De bouwtekeningen van 1916 getuigen van representatieve afwerkingen. De lantaarn en glaskap zijn gesloopt ten gunste van de plat dak. De indeling van de achtervleugel is vernieuwd na de sloop van de kluizen omstreeks 2000. Toen is ook de vloer van de begane grond vernieuwd met betonnen balken en broodjes. De nieuwe gangwand op de begane grond wordt gesteund door een onderslagconstructie op (kalkzandstenen) kolommen. Ook de indeling en interieurafwerking zijn geheel vernieuwd. Eerste verdieping (achtervleugel) De achtervleugel heeft geringere verdiepingshoogte dan het voorgebouw, zodat sprake is van diverse niveauverschillen. Op de eerste verdieping van de achtervleugel zijn alle ruimten samengevoegd tot een (lage) zaal. De interieur-afwerking is van recente datum en vertoon geen bijzonderheden. In de voorgevel bevinden zich drie vensters, waarvan de kozijnen en stenen onderdorpels een vroeg-19de-eeuwse datering doen vermoeden, De stolpramen zijn echter van jongere datum, vermoedelijk 1916.
- 22 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Links: overzicht van de vensterwand op de eerste verdieping van de achtervleugel. De kozijnen en onderdorpels dateren waarschijnlijk uit de vroege 19de eeuw, de stolpramen uit 1916. Deze vleugel moet dus tenminste uit deze periode stammen. Rechts: detail van de hardstenen onderdorpel van één van de vensters op de eerste verdieping van de achtervleugel.
Links: overzicht van de eerste verdieping van de toiletaanbouw uit 1916. De indeling en interieur-afwerking zijn nagenoeg origineel. Rechts: terrazzovloer van een van de toiletten op de eerste verdieping van de toiletaanbouw uit 1916.
- 23 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Eerste verdieping (toiletaanbouw) De eerste verdieping van de toiletaanbouw bevat een tweetal toiletten met bijbehorend voorruimte. De hele opzet en uitmonstering dateert nog uit de bouwtijd (116), inclusief de terrazzovloer, de tegellambrisering gepleisterde wanden en stucplafond. De deurkozijnen met bovenlichtpaneeldeuren stammen eveneens uit de bouwtijd. Het wasbakje is de hoek van de voorruimte lijkt van jongere datum. Verder hebben moderniseringen plaatsgevonden bij de vernieuwing van het sanitair. Eerste verdieping (aanbouw) De eerste verdieping van de aanbouw bevat één kamer, verlicht via het venster met het zesruitsschuifraam in de achtergevel. De interieur-afwerking is grotendeels vernieuwd, afgezien van de kastenwand uit de late 19de of vroege 20ste eeuw. Deze kastenwand bevat hang- en legkasten van verschillende breedte, voorzien van behangdeuren. Dergelijke deuren hebben een vlakke buitenzijde (als ondergrond voor behang) en een opgeklampte binnenzijde (spiegelklamp). Inwendig zijn de kasten aangepast voor diverse leidingen. Het plafond is voorzien van gipsplaten. Boven de deur is een schuine aftimmering te zien, behorende bij de trap naar de zolder, vermoedelijk uit 1916.
Links: overzicht van de eerste verdieping van de aanbouw, gezien naar de toegang aan de zijde van het trappenhuis. De schuine koof boven de deur hoort bij de toegang tot het zoldertrappenhuis. Rechts de vaste kasten. Rechts: deeloverzicht van de kastenwand in de achterkamer op de eerste verdieping, de kamer in de aanbouw. De kasten zijn recent gebruikt als leidingschacht. Eerste verdieping (voorgebouw) De eerste verdieping van het voorgebouw is verdeeld in een gang, geflankeerd door twee kamers. De kop van de gang is afgescheiden als een kleine tussenkamer. De indeling stamt tenminste uit de vroege 19de eeuw, gelijk de voorgevel. Van de wanden van de linker voorkamer kan een 17de-eeuwse datering worden aangenomen, gelet op de zoldering van moer- en kinderbinten. De moerbalk is herkenbaar in de kamer zelf, de gehele balklaag op de zolder na opname van enkele vloerdelen. De interieur-afwerking is sterk versoberd gedurende de 20ste eeuw. Op dit moment zijn alleen deurkozijnen uit de 19de eeuw herkenbaar. Van de schouwen zijn alleen de rookkanalen behouden, geflankeerd door aksten in de rechter voorkamer. Deze kasten lijken ook nog uit de - 24 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
19de eeuw te stammen. Verder zijn nog enkele betimmeringen van deurenkozijnen en vensters aanwezig. Paneeldeuren worden vermoed.
Links: overzicht van de gang op de eerste verdieping, gezien naar de voorbouw. Rechts: overzicht van de rechtervoorkamer op de eerste verdieping. Van de schouw is alleen een rookkanaal behouden, geflaneerd door vaste kasten. De verdere interieur-afwerking is geheel vernieuwd.
Links: overzicht van de gang op de eerste verdieping, gezien naar het trappenhuis. Rechts: overzicht van het zoldertrappenhuis, gezien via een openstaande de deur in het hoofdtrappenhuis. Het hoofdtrappenhuis dateert uit 1916. Vermoedelijk geldt dat ook voor het zoldertrappenhuis.
- 25 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Tweede verdieping (achtervleugel) De tweede verdieping van de achtervleugel verschilt slechts weinig in vloerniveau met de eerste verdieping van het voorgebouw. Deze verdieping dateert uit 1897, zo blijkt uit de bouwtekening van dat jaar. Deze datering wordt onderstreept door de vensters in de gevel aan de binnenplaats, voorzien van kenmerkende laat-19de-eeuwse lateien. De ruimte zelf was niet toegankelijk, maar via de ramen viel te zien dat de afwerking geheel gemoderniseerd is.
Gevel van de tweede verdieping van de achtervleugel, gezien vanaf de (voormalige) binnenplaats. Deze tweede verdieping is gerealiseerd volgens het plan van 1897. Zoldertrappenhuis Het zoldertrappenhuis is opgenomen in de aanbouw tegen de achtervleugel, vermoedelijk uit 1916. De toegang bestaat uit een korte steektrap die aanvangt in het trappenhuis. De onderruimte van het trappenhuis heeft een royale maatvoering, zodat plaats is voor bergingen en pantry. Een deur leidt naar het platte dak van de aanbouw. De trap naar de zolder is een eenvoudige geschilderde naaldhouten steektrap (1916), waarvan de trappaal een kenmerkende decoratie bezit.
- 26 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Links: overzicht van de aansluiting van het zoldertrappenhuis (1916) op de kap van het voorgebouw, gezien vanaf de zolder van het voorgebouw. Rechts: de zoldertrap uit 1916. Kap van het voorgebouw Alleen het voorgebouw heeft een kap, een schildkap waarvan het linkerdeel een grotere diepte heeft dan het rechterdeel. Dit verschil wordt bij een noklijn op één hoogte gerealiseerd door een verschil in helling van het achterdakschild. Tegen de achterzijde sluit een smalle dwarsvleugel aan, die evident tot de oorspronkelijke opzet behoort. De constructie bestaat uit een samenhangend stelsel van naaldhouten spanten, halfspanten en hoekkepers, waarop de gordingen en een nokkeper rusten met verticaal dakbeschot. Enkele halfspanten zijn op geïmproviseerde wijze geïntegreerd in de constructie – er zijn geen aanwijzingen voor een andere datering. Alle spanten hebben kreupele stijlen. Er zijn pengatverbindingen met toognagels en genagelde verbindingen herkenbaar. De spanten hebben in de nok spijkerplaten. Vooralsnog zijn geen telmerken gevonden, wel kraslijnen voor het uitzetten van de verbindingen. Op enkele plaatsen zijn ijzeren beugels gebruikt. De muurplaat behoort tot de originele constructie, zo blijkt onder meer uit de aansluitingen van de verschillende delen (halfhouts lassen) en de gootklossen met pen-gatverbindingen. De gehele constructie dateert waarschijnlijk uit de eerste helft van de 19de eeuw en zal gelijktijdig tot stand zijn gekomen als de voorgevel. Noemenswaard zijn de ravelingen voor de schoorstenen, die op ingenieuze wijze ingewerkt zijn in deze constructie. De rookkanalen rusten op schoorsteenstoelen, bestaande uit schuin- 27 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
geplaatste balken met dikke vloerdelen. De schoorstenen monden uit in de hoeken van de nok, waar ze architectonische elementen vormen. Midden op het voorschild staat een dakkapel met een venster met stolpramen, gevat tussen twee originele slapers. De wangen zijn van baksteen en gepleisterd. In de constructie is een hijsbalk opgenomen, die bij gebruik uitgeschoven kan worden.
Links: overzicht van de kapconstructie op het voorgebouw, gezien naar de dakkapel op het voordakschild. Midden: overzicht van de kapconstructie op het voorgebouw, gezien naar het westen. Op de achtergrond is een houten schot herkenbaar, dat een zolderkamertje afscheidt. Rechts: overzicht van het zoldertrappenhuis, gezien via een openstaande de deur in het hoofdtrappenhuis. Het hoofdtrappenhuis dateert uit 1916. Vermoedelijk geldt dat ook voor het zoldertrappenhuis.
Links: het houten schot op de voorzolder, behorende bij twee zolderkamers aan de linkerzijde. Het schot is uitgevoerd als schoon werk, alleen de deurkozijnen en paneeldeuren zijn groen beschilderd. Rechts: detail van de muurplaat van de kap op het voorgebouw, waarin de gootklossen zijn aangebracht door middel van pengatverbindingen.
- 28 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Links: ophangconstructie voor de hijsbalk in de dakkapel op het voorschild van de kapconstructie op het voorgebouw. Deze hijsbalk kon worden uitgeschoven voor gebruik. Rechts: raveling voor de doorvoer van de rechter schoorsteen door de nok van de kap van het voorgebouw. Hoewel deze raveling de top van het spant doorsnijdt is wel sprake van een oorspronkelijk situatie.
Links: dakkapel van een van de kamers in het linkerdeel van de kap op het voorgebouw. Deze dakkapel is toegevoegd in de oorsronelijke constructie, vermoedelijk in het eerste kwart van de 20ste eeuw (1916). Rechts: dakkapel van een de kamers in het rechterdeel van de kap op het voorgebouw. Deze dakkapel is toegevoegd in de oorspronkelijke constructie, vermoedelijk in het eerste kwart van de 20ste eeuw (1916). Door middel van houten vakwerkwanden met een betimmering van kraaldelen zijn drie kamertjes afgetimmerd, deels voorzien van verlaagde houten plafonds. Elke kamer heeft een dakkapel of daklicht. De kamers zijn toegankelijk via deurkozijnen met paneeldeuren. Ook de vaste kasten in de kamers worden afgesloten door paneeldeuren. Alleen de dakkapel, deurkozijnen en paneeldeuren zijn beschilderd (vaalgroen), alle andere houtwerk van de constructie, betimmeringen en wanden is in schoon werk uitgevoerd. Vermoedelijk dateren deze zolderkamers uit 1916.
- 29 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
De zoldervloer bestaat uit naaldhouten vloerdelen. Opmerkelijk is dat de vloerdelen in twee verschillende richtingen liggen. Aan de linkerzijde wijst dit op de aanwezigheid van moer- en kinderbinten, aan de rechterzijde op een enkelvoudige balklaag. Bij het lichten van enkele (losse) vloerdelen kon inderdaad de aanwezigheid van grenenhouten moer- en kinderbinten worden vastgesteld. En in het rechterdeel is inderdaad een enkelvoudige balklaag gevonden.
Detail van de zoldervloer van het voorgebouw. In het gat zijn twee grenenhouten kinderbinten zichtbaar, beide vaal lichtgroen geschilderd.
- 30 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
Waardestelling Inleiding Het pand Janskerkhof 1 is geregistreerd als Rijksmonument nr. 36152, voorzien van de eenvoudige maar alomvattende omschrijving: “Statig herenhuis met rechte kroonlijst”. Op basis hiervan is het gehele gebouw (‘herenhuis’) beschermd, zowel uitwendig als inwendig. Dat wil echter niet zeggen dat alle onderdelen van het gebouw dezelfde monumentwaarden hebben, dezelfde betekenis hebben voor of in het monument. Daarom heeft een waardestelling plaatsgevonden, waarbij de waarden op basis van hun betekenis voor het historische verhaal van het gebouw zijn geclassificeerd in drie categorieën: Hoge monumentwaarden: van cruciaal belang voor de structuur en/of betekenis van het object. Positieve monumentwaarden: van belang voor de structuur en/of betekenis van het object. Indifferente monumentwaarden: van relatief weinig of geen belang voor de structuur en/of betekenis van het object. Karakteristiek Uit de bouwhistorische verkenning is gebleken dat het pand in eerste opzet uit de 17de eeuw dateert. In het linkerdeel van het gebouw zijn de kelder, delen van het opgaande muurwerk over twee bouwlagen (linker zijgevel en gangmuur) en de balklagen van grenenhouten moeren kinderbinten behouden gebleven. Vooralsnog is het onduidelijk hoe het 17de-eeuwse huis er uit zag. Zelfs is onduidelijk of de aanbouw met voormalige keuken tot het 17de-eeuwse bouwdeel behoort of een jongere toevoeging is (vroege 19de eeuw?). Met een grondige verbouwing in de vroege 19de eeuw heeft het huis zijn huidige hoofdvorm gekregen, bestaande uit een breed voorgebouw met een haakse dwarsvleugel, een aanbouw en een achtervleugel geschakeld rond een binnenplaats. Alleen al deze complexe opbouw maakt duidelijk dat er oude delen geïncorporeerd zijn. Het huis manifesteert zich door het brede voorgebouw met een tweelaags lijstgevel en het schilddak met hoekschoorstenen als een royaal herenhuis, vergelijkbaar met de kenmerkende ‘vierkante huizen’ aan het Janskerkhof. Vanuit de aanzienlijk verbrede Lange Jansstraat valt duidelijk te zien dat er geen sprake is van dat huistype. De vroeg-19de-eeuwse verbouwing is zeer bepalend voor het huidige gebouw. Dat geldt voor het voorgebouw met schilddak, voorzien van een representatieve voorgevel. Ook de indeling en enkele onderdelen van de interieur-afwerking stammen uit deze periode. De aanbouw en achtervleugel hebben hun huidige vorm ook in de vroege 19de eeuw gekregen, zij het dat de indeling en afwerking veel meer gewijzigd zijn. In de late 19de eeuw is de achtervleugel verhoogd met één bouwlaag. Een volgende belangrijke verbouwing is de herbestemming tot bankgebouw in 1916. Meest opvallende aanpassing is de toevoeging van het trappenhuis, voorzien van een stenen bordestrap met bordessen ter ontsluiting van alle vloerniveaus in het voorgebouw en de achtervleugel. Het trappenhuis heeft een rijke vormgeving en detaillering – er hebben versoberingen in de wandafwerking en kleurafwerking plaatsgevonden. Naast het trappenhuis bevindt zich een - 31 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
aanbouw, waarin de toiletten zijn opgenomen. Verder is er een opbouw voor het zoldertrappenhuis, minder manifest en enigszins geïmproviseerd in de bouwmassa ingepast. De binnenplaats is overkapt, waarbij een royale bankzaal is ontstaan. Deze overkapping is bij latere verbouwingen versoberd tot een plat dat, waarbij de lantaarn is verdwenen. In de voorgevel hebben aanpassingen plaatsgevonden, passend bij de status van het huis. Meest kenmerkend zijn de modernisering van de stoep (met smeedijzeren stoephek) en het ijzerwerk in het bovenlicht. De vensters kregen toen H-schuiframen. Latere verbouwingen hebben het karakter van het huis bepaald niet versterkt. Al genoemd is de versobering van de overkapping van de binnenplaats. Maar ook de andere ruimten zijn versoberd in afwerking, waarbij bijna alle oude interieur-elementen zijn verdwenen. In de achtervleugel zijn veel ruimten samengevoegd, terwijl de begane grond een nieuwe indeling en inrichting kreeg na sloop van de kluizen en couponkamer. Waardestelling Het pand heeft hoge monumentwaarden vanwege de afleesbaarheid van de bouwgeschiedenis, waarbij drie hoofdfasen zijn te onderscheiden: een 17de-eeuwse kern, het vroeg-19deeeuws herenhuis en het bankgebouw uit de vroege 20ste eeuw. Van de 17de-eeuwse kern hebben de overwelfde kelder met oorspronkelijke keldertoegang onder de gang op de begane grond, de gevels en muren (de muren van de beide linker voorkamers op eerste en tweede verdieping) en samengestelde balklagen hoge monumentwaarden. Deze behoren tot de oudste bouwfase van het gebouw. Analyse van de bouwsporen kan veel bijdragen aan de kennis over de ontwikkeling van het gebouw, het verhaal van het gebouw en deze bijzondere plek aan het Janskerkhof (bij de uitmonding van de Lange Jansstraat). Hoge monumentwaarden heeft ook het gebouw in zijn vroeg-19de-eeuwse vorm, het representatieve herenhuis aan het Janskerkhof. Belangrijkste en meeste herkenbare onderdeel is het voorgebouw, een tweelaags gebouw met schilddak voorzien van een symmetrische tweelaags lijstgevel in schoon metselwerk. Het metselwerk van deze gevel is zeer verfijnd van uitvoering, vooral ook door de dunne voegen. Opmerkelijk zijn ook de wisselingen in verband in de borstweringen. Deze voorgevel heeft hoge monumentwaarden, inclusief de vensters en entreepartij met voordeur. De middenas wordt benadrukt door het bordes, de omlijsting van het deurkozijn en middenvenster op de verdieping en de zware kroonlijst. Het schilddak heeft eveneens hoge monumentwaarden, inclusief de oorspronkelijke dakkapel (met uitschuifbare hijsbalk) en de hoekschoorstenen. Deze onderdelen dragen sterk bij aan de architectonische expressie van het vroeg-19de-eeuwse pand. De overige dakkapellen hebben positieve monumentwaarden, aangezien ze de indeling in kamers onderstrepen. De overige gevels hebben hoge monumentwaarden als onderdeel van de oorspronkelijke bouwmassa. De plattegrondindeling van begane grond en eerste verdieping is grotendeels origineel (vroeg-19de-eeuws), deels zelfs van oudere oorsprong. De rookkanalen in de voorkamers hebben hoge monumentwaarden, omdat deze bijdragen aan de afleesbaarheid van de oorspronkelijke indeling. Er is slechts één schoorsteenmantel behouden, vermoedelijk uit de - 32 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
vroege 20ste eeuw. Hij is uitgevoerd in Lodewijk-XVI-stijl, een stijl die goed past in de vroeg19de-eeuwse context van het huis. Deze heeft hoge monumentwaarden. Op de zolder zijn de rookkanalen behouden, rustend op schoorsteenstoelen. Deze hebben hoge monumentwaarden. Ook de enkelvoudige balklagen en kapconstructie hebben hoge monumentwaarden als wezenlijke onderdelen van deze vroeg-19de-eeuwse opzet. De interieur-afwerking is sterk versoberd maar bevat in elk geval nog enkele deuren en betimmeringen. Noemenswaard is de complete vensterwandbetimmering in de linker voorkamer op de begane grond. Deze heeft hoge monumentwaarden. Dat geldt ook voor de originele deurkozijnen met paneeldeuren (alle afgetimmerd). Tot de vroeg-19de-eeuwse opzet hoort ook de dwarsbouw tegen deze voorbouw, voorzien van een snijdend schilddak. Deze dwarsvleugel bevat de gangen. De gangen zijn gemoderniseerd in de vroege 20ste eeuw. In vorm, opzet en constructie is deze dwarsbouw een essentieel onderdeel van het voorgebouw en heeft dientengevolge ook hoge monumentwaarden. Ook de gevels hebben hoge monumentwaarden als onderdeel van de bouwmassa, het merendeel van de vensters positieve en indifferente monumentwaarden. Deze zijn aangepast en vernieuwd. De aanbouw tegen de achterzijde van het voorgebouw (met de keukenruimte op de begane grond) hoorde ook tot de vroeg-19de-eeuwse opzet van het huis, hoewel de kern ouder kan zijn. Dit gebouw is sterk versoberd. De hoofdvorm heeft hoge monumentwaarden, dat wil zeggen de gevels en balklagen. De vensters in de achtergevel zijn grondig gewijzigd, behalve één venster met een zesruitschuifraam op de eerste verdieping (hoge monumentwaarden). Het interieur is grondig gewijzigd, behoudens de kastenwand op de eerste verdieping. Deze laat19de-eeuwse of vroeg-20ste-eeuwse kastenwand heeft positieve monumentwaarden. De achtervleugel hoort tot de vroeg-19de-eeuwse opzet, oorspronkelijk bestaande uit twee bouwlagen en een kap. Van dit gebouw heeft de hoofdmassa hoge monumentwaarden, namelijk de gevels en balklagen. In de voorgevel bevinden zich op de eerste verdieping nog drie oorspronkelijke vensters, waaraan ook hoge monumentwaarden worden toegekend. De ramen hebben ook hoge monumentwaarden (19de eeuw/ vroege 20ste eeuw). De verhoging uit 1897 heeft positieve monumentwaarden. Deze vleugel omsloot de binnenplaats aan de rechterzijde van het gebouw. Hoge monumentwaarden hebben ook de representatieve onderdelen uit de herbestemmingsfase tot een bankgebouw (1916). Bij de herbestemming tot bankgebouw was het representatieve herenhuis een goede basis. De opzet van het huis kon nagenoeg ongewijzigd gebruikt worden, aangevuld met een bankzaal (overbouwde binnenplaats), meer representatieve gangen met een trappenhuis en toiletvoorzieningen. De aanpassingen in de voorgevel hebben hoge monumentwaarden: de H-schuiframen, het siersmeedwerk in het bovenlicht en de privé-stoep met een stoephek in siersmeedwerk. De afwerking van de gangen – met onder andere witmarmeren tegels, eenvoudig stucwerk, sierlijke doorgangen en houten tochtpuien en deuren – heeft hoge monumentwaarden. Dat geldt ook voor het trappenhuis met de stenen bordestrap met ijzeren leuning. De aansluiting op de - 33 -
Janskerkhof 1 te Utrecht
bouwhistorische verkenning
begane grond en eerste verdieping wordt gemarkeerd door sierlijke doorgangen, die eveneens hoge monumentwaarden hebben. De nieuwe bakstenen trap van de kelder heeft positieve monumentwaarden. In opzet en uitvoering past de trap bij de oorspronkelijke opzet (17de eeuw). De overbouwing van de binnenplaats heeft indifferente monumentwaarden, omdat deze sterk is versoberd bij latere verbouwingen. De lantaarn is verdwenen. De oorspronkelijke opzet valt niet of nauwelijks meer te herkennen. Van de binnen-afwerking van de bankzaal is alleen de glaspui in de voorgevel van de achtervleugel behouden gebleven. Deze heeft positieve monumentwaarden. Deze binnenplaats is nog herkenbaar – ondanks de verbouwing – en een belangrijk structurerend onderdeel van het gebouw. In zijn (herkenbare) hoofdvorm heeft de binnenplaats hoge monumentwaarden. De linker voorkamer op de begane grond heeft een bijzondere grijsmarmeren schoorsteenmantel in neo-Lodewijk-XVI-stijl. Deze schoorsteenmantel heeft hoge monumentwaarden, inclusief het smeedijzeren rooster. De zolderkamers hebben hoge monumentwaarden, vanwege de zeldzaamheid van dergelijke kamers. Bijzonder is ook de afwerking in onbeschilderd hout, passend bij de oorspronkelijke karakteristiek van de kapconstructie. Alleen de deuren en dakkapellen zijn beschilderd. De toiletaanbouw met toiletten heeft hoge monumentwaarden, aangezien de gehele afwerking van vloeren, wanden en plafonds origineel is, inclusief de deurkozijnen met bijbehorende deuren en vensters. De opbouw voor de zoldertrap heeft positieve monumentwaarden, aangezien er sprake is van veel eenvoudiger functionele toevoeging die een geringe bijdrage heeft in de bouwmassa en zeer eenvoudige afwerking heeft. Tijdens deze verkenning waren nog veel wanden en plafonds voorzien van recente afwerkingen. Bij ontmanteling van het pand moet rekening worden gehouden met de vondst van oudere interieur-afwerkingen. Deze kunnen hoge monumentwaarden vertegenwoordigen.
Utrecht, 27 juli 2015 Gemeente Utrecht, Afdeling Erfgoed J.A. van der Hoeve
- 34 -