GLAUCOOM = GROENE STAAR 1 Doel van deze informatie Het doel van deze tekst is enige klaarheid te brengen in de complexe aandoening “glaucoom”. Het is van cruciaal belang te weten dat het gaat om een sluipende ziekte, waarvan de patiënt aanvankelijk zelf niets merkt. Op het moment dat de patiënt symptomen ervaart, zoals perifeer gezichtsverlies, is er reeds enige schade aangericht, die niet kan hersteld worden. Verdere evolutie kan evenwel voorkomen worden. De enige manier om glaucoom op te sporen is door routine oogonderzeoek. Deze informatie wil u en uw naaste omgeving dan ook met aandrang uitnodigen tot een bezoek aan een oogarts zodra u de leeftijd van 40 jaar heeft bereikt.
2 Hoe werkt het oog? De werking van het oog kennen is de eerste stap in het begrijpen van glaucoom. Het oog wordt beschermd door een wit omhulsel, de sclera. Het hoornvlies (de cornea) is een venster vooraan in het oog dat het licht binnenlaat. Het gekleurde gedeelte van het oog, het regenboogvlies (de iris), controleert de hoeveelheid binnenkomend licht door de pupil automatisch te openen en te sluiten. De lens focaliseert de lichtstralen op het netvlies (de retina), die de achterkant van het oog bedekt, zoals een objectief van een fototoestel de beelden op een film focaliseert. De zenuwvezels van het netvlies komen samen om de oogzenuw te vormen, die de beelden transporteert naar de hersenen.
Het gedeelte vooraan in het oog (de voorste oogkamer) is gevuld met een helder vocht, dat de lens, het regenboogvlies en het hoornvlies voedt. Dit vocht wordt permanent geproduceerd door het corpus ciliare, dat zich omheen de lens bevindt. Het vocht vloeit vanuit het interne gedeelte van het oog doorheen de pupil naar de voorste oogkamer, tussen de iris en de cornea, waar het via afvoerkanaaltjes in de bloedvaten terecht komt. Deze voortdurende productie van oogvocht veroorzaakt een bepaalde druk in het oog, die helpt om het oog “op spanning” te houden, om de bolvorm te bewaren. Het vocht binnenin het oog is verschillend van het traanvocht dat buiten het oog geproduceerd wordt.
3 Wat is glaucoom? Glaucoom gaat meestal gepaard met een verhoogde druk in het oog, die de oogzenuw kan aantasten. De normale oogdruk schommelt tussen 12 en 20 mm Hg. Een verhoogde
afvoer van oogvocht niet meer in evenwicht zijn. Men spreekt van verhoogde oogdruk vanaf 21 mm Hg. Toch is in 5-10 % van de gevallen ook glaucoomschade mogelijk onder de 21 mm Hg (“ normale druk glaucoom”). Anderzijds veroorzaken drukken boven de 21 mm Hg niet noodzakelijk glaucoomschade (“oculaire hypertensie”). Naast oogdruk kunnen ook vasculaire factoren een rol spelen in de beschadiging van de oogzenuwvezels. Verhoogde oogdruk heeft geen rechtstreeks verband met bloeddrukverhoging. De oogzenuw is het gedeelte van het oog dat visuele informatie doorstuurt naar de hersenen. Schade aan de oogzenuw veroorzaakt –eerst ongemerkt- een uitval van kleine gedeelten van het gezichtsveld. Pas als grote delen van het gezichtsveld zijn uitgevallen, gaat men hiervan hinder ondervinden, en is men niet meer in staat een volledig, klaar beeld te zien.
Aangezien de oogzenuw reeds ernstig kan aangetast zijn vooraleer er enige symptomen van gezichtsverlies zijn, beseffen vele mensen niet dat ze glaucoom hebben. Indien onbehandeld kan glaucoom leiden tot slechtziendheid, ja zelfs tot blindheid. Wanneer glaucoom vroegtijdig opgespoord wordt, kan het doeltreffend behandeld worden. Naast deze chronische ziekte (open hoek glaucoom), bestaat er ook een acute vorm: het gesloten hoek glaucoom. Deze aandoening gaat gepaard met een plotse oogdrukstijging, een pijnlijk rood oog, acute zichtsvermindering en algemene misselijkheid. Dit ziektebeeld dient zo spoedig mogelijk door een oogarts behandeld worden. Ook kan er een oogdrukverhoging optreden als gevolg van andere algemene of lokale aandoening, zo bv het innemen van bepaalde medicatie (cortisone). Men spreekt dan van een secundair glaucoom. Hier beperken wij ons tot het chronisch open hoek glaucooom.
4 Komt glaucoom vaak voor? Glaucoom komt voor bij 2% van de bevolking boven 40 jaar. Vanaf 70 jaar loopt de incidentie op tot 5%, vanaf 80 jaar tot 10%. Glaucoom komt in bepaalde families meer voor dan in andere. Laat uw ogen controleren als één van uw familieleden glaucoom heeft. Andere risicofactoren zijn bijziendheid, diabetes, arteriële hyper-of hypotensie, migraine of andere algemene vaatziekten. Gezien het sluipend karakter van de ziekte, is controle vanaf 40 jaar aan te raden. 5 Onderzoek bij glaucoom
A Onderzoek van de oogdruk (tonometrie)
De druk wordt gemeten door middel van een tonometer. Er is sprake van verhoogde druk vanaf 21 mm Hg. Dit kan aantonen dat U glaucoom heeft of kan ontwikkelen.
B Onderzoek van de oogzenuw Met behulp van een oogspiegel kan de oogzenuw nagekeken worden. Deze kan lang voor er gezichtsvelduitval is, verdachte veranderingen vertonen. De toestand van de oogzenuw is daarom altijd van groot belang bij de beslissing of verhoogde oogdruk wel of niet moet behandeld worden. Soms is het ook nuttig om foto’s van de oogzenuw te maken.
C Onderzoek van de kamerhoek
Met een speciale spiegel-contactlens( de gonioscooop) wordt de kamerhoek onderzocht op grootte en op doorgankelijkheid.
D Onderzoek van het gezichtsveld In het beginstadium worden gezichtsvelduitvallen niet spontaan opgemerkt. Dit kan echter wel met een speciaal toestel, de perimeter. Hierbij is het de bedoeling recht voor zich te fixeren, en aan te geven wanneer men een lichtsignaal opmerkt, zonder het fixatiepunt te verlaten. Dit onderzoek is belangrijk om progressie van de uitvallen op te volgen en vraagt van de patient een verregaande medewerking en aandacht.
De behandeling van glaucoom is erop gericht het verloop van de ziekte te stoppen. Bestaande schade is immers niet meer te herstellen. Dit toont nogmaals het enorme belang aan van een vroegtijdige opsporing ! De eerste stap in de behandeling zijn geneesmiddelen die de oogdruk doen dalen. Er zijn momenteel verschillende soorten oogdruppels, die inwerken ofwel op de productie van kamervocht ofwel op de afvoer. Ze hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze dagelijks, zonder onderbreking moeten gebruikt worden, tenzij de oogarts het anders voorschrijft. Als u de richtlijnen van uw oogarts correct volgt, kunnen deze oogdruppels de oogdruk gedurende de rest van uw leven onder controle houden. Vaak moeten oogdruppels gecombineerd worden. Uitzonderlijk worden ook orale geneesmiddelen voorgeschreven, die - gezien hun bijwerkingen -meestal slechts gedurende kortere periodes gebruikt worden. Indien de resultaten van de behandeling met geneesmiddelen niet bevredigend zijn, kan men overschakelen op laserbehandeling (trabeculoplastie). De bedoeling is de mazen van het afvoersysteem beter doorgankelijk te maken. De behandeling is onder druppelverdoving volledig pijnloos en verloopt ambulant. Indien nodig kan deze behandeling herhaald worden. Een derde mogelijkheid is een operatie (trabeculectomie).Deze bestaat erin een nieuw afvoerkanaaltje te maken, zodat de afvloei van kamervocht gemakkelijker kan verlopen. Dit gebeurt meestal onder lokale verdoving en ambulant. In geval er ook grijze staar aanwezig is kunnen beide aandoeningen in dezelfde operatietijd behandeld worden.
7 Hoe kan U het best oogdruppels toedienen? Hier volgen enkele praktische tips :
Buig uw hoofd naar achter en trek het onderste ooglid omlaag.
Knijp in het flesje en laat 1 druppel in de onderste oogzak vallen. Zorg ervoor dat u met het flesje uw oog niet aanraakt.
Druk gedurende 1 minuut op de binnenste ooghoek, om het contact van de druppel met het oog te verlengen.
Let op: een flesje oogdruppels kan niet langer dan één maand na openen worden gebruikt. Houdt de oogdruppels zoals andere medicatie buiten bereik van kinderen en bewaar ze op een koel, schaduwrijke plaats. 8 Slotopmerkingen. Vermits glaucoom niet volledig kan genezen is blijvende controle noodzakelijk. Stabilisatie is alleen mogelijk met geneesmiddelen, laserbehandeling en operatie of een combinatie van de drie. Stop nooit eigenmachtig met druppelen of medicijnen innemen wanneer uw flesje of doosje toevallig leeg is voor de volgende controle. Vraag tijdig een nieuw recept en houdt u aan de controle afspraak. Stel uw behandelende arts op de hoogte van de in te nemen medicatie. Er zijn medicaties die een oogdrukverhogend effect hebben. Daarom is het van belang dat elke arts die uw medicijnen voorschrijft weet dat u glaucoom hebt en weet welke medicatie u hiervoor gebruikt. Stop niet met de behandeling tijdens een ziekenhuisopname. Breng de narcotiseur op de hoogte van de druppels of medicijnen die uw neemt want soms zal hij hiermee rekening moeten houden.