Gierzwaluwinventarisatie Langblokken 2008 Resultaten van een hoopgevend project Wim De Bock Bram Vogels
VWG Natuurpunt Antwerpen Noord & Gierzwaluwwerkgroep Noorderkempen Steenstraat 25 - 2180 Ekeren tel: 03/541.58.25 - fax: 03/541.63.55
[email protected] www.natuurpunt.be/antwerpennoord
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5.
Inleiding ........................................................................................................................2 Wat vooraf ging ............................................................................................................2 Inventarisatiemethode ..................................................................................................6 Resultaten......................................................................................................................9 Toekomst .....................................................................................................................17
Figuren Figuur 1 Ligging Langblokken ...............................................................................................3 Figuur 2 Langblokken voor restauratie ...................................................................................4 Figuur 3 Langblokken na restauratie .......................................................................................4 Figuur 4 Nestkasten onder balkons eerste verdiep ...................................................................5 Figuur 5 Kleurcode Langblokken op topografische kaart ........................................................7 Figuur 6 Kleurcode Langblokken op luchtfoto........................................................................8
1
1. Inleiding In 2008 is er een grondige inventarisatie gebeurd aan de Langblokken in de Luchtbal om het succes van de aanwezige gierzwaluwnestkasten te kunnen opvolgen. In dit verslag zal kort ingegaan worden op de voorhistorie, de maatregelen die genomen zijn voor Gierzwaluwen, de inventarisatiemethode en tot slot zullen de resultaten toegelicht worden. Dit document kan gebruikt worden als motivatie voor andere gierzwaluwprojecten aangezien in dit geval op korte termijn reeds goede resultaten zijn behaald. Het is echter belangrijk zich te realiseren dat het succes van dit project wordt verklaard doordat er reeds een zeer grote kolonie Gierzwaluwen aanwezig was. De resultaten tonen aan dat dergelijke nestkastenacties een substantiële bijdrage kunnen leveren aan het behoud van Gierzwaluwen in het Antwerpse. Door de inventarisaties is er daarnaast gebleken dat de Gierzwaluwen kunnen rekenen op een zeer grote sociale draagkracht van de bewoners. Deze sociale draagkracht is vooral belangrijk voor steden en gemeenten als extra motivatie om dergelijke projecten blijvend te ondersteunen en uit te breiden als middel om biodiversiteit tot in de woningen van mensen te brengen.
2. Wat vooraf ging De Langblokken zijn vier sociale woonblokken gelegen tussen de Noorderlaan, Groenendaallaan en Columbiastraat (Figuur 1). In de oorspronkelijke blokken (Figuur 2) waren er gaten aanwezig in de gebouwen onder elk terras waarin, naast grote hoeveelheden Spreeuwen (Sturnus vulgaris) en Huismussen (Passer domesticus), ook een uitzonderlijk grote kolonie Gierzwaluwen (Apus apus) was gehuisvest. In de vier blokken zijn 704 terrassen met in de oorspronkelijke blokken aan elk terras enkele geschikte nestgaten voor Gierzwaluwen. Dankzij deze grote hoeveelheid nestgelegenheid was het mogelijk dat er zich een zeer grote kolonie heeft kunnen ontwikkelen. Hoewel de kolonie nooit exact geteld en geïnventariseerd is moet deze uit verschillende honderden broedparen hebben bestaan. In het jaar 2002 zijn de blokken echter gerestaureerd (Figuur 3) waardoor alle geschikte nestgelegenheid werd verwijderd voor de Gierzwaluwen. Hierdoor dreigde een zeer grote kolonie Gierzwaluwen verloren te gaan in Antwerpen. Hoewel de plannen reeds in een ver gevorderd stadium stonden dienden er enkele noodmaatregelen genomen te worden om alsnog nestgelegenheid voor Gierzwaluwen te voorzien. Na overleg van Natuurpunt Antwerpen Noord en de Gierzwaluwwerkgroep Noorderkempen met de Sociale huisvestingsmaatschappij (Onze Woning) en de steun van de dienst Natuurtechnische Milieubouw (dienst NTMB) van de Vlaamse overheid werd besloten om onder de balkons van het eerste verdiep nestkasten te hangen (Figuur 4). Er werd beslist om dit enkel te doen aan de oostzijde van de blokken aangezien de aanvliegroute op deze plaats niet geblokkeerd kan worden door gestationeerde camions en camionetten. Per balkon werden vier nestkasten van het type casApus of type Artiprex voorzien waardoor er in totaal 176 nestkasten zijn opgehangen.
2
Figuur 1 Ligging Langblokken
3
Figuur 2 Langblokken voor restauratie
Figuur 3 Langblokken na restauratie
4
Figuur 4 Nestkasten onder balkons eerste verdiep
5
3. Inventarisatiemethode Om tot een correcte inschatting te komen van het aantal aanwezige broedvogels werd een tweewekelijkse telling georganiseerd op woensdagavond startend om 20.00 uur en lopende tot 21.00 – 21.15. Aangezien de vier blokken een verschillende kleur balkon hebben werd er voor elke blok een gekleurd blad voorzien zodat meteen duidelijk is welk inventarisatieformulier bij welk gebouw hoort. Van oost naar west zijn de blokken als volgt gekleurd: rood – geel – groen – blauw. In het verdere verslag zal dan ook over respectievelijk de rode, gele, groene of blauwe blok gesproken worden (Figuur 5 en Figuur 6). Vanaf begin mei tot half juli werd er tweewekelijks een inventarisatieronde gehouden op woensdagavond. Om degelijk te inventariseren werd gepoogd om minstens twee man per blok te voorzien zodanig dat elke blok gedurende de volledige periode kon geobserveerd worden. Door een beroep te doen op de vrijwilligers van de gierzwaluwwerkgroep Noorderkempen en de vogelwerkgroep van Natuurpunt Antwerpen Noord was dit het geval tijdens drie van de zes inventarisatierondes. Tijdens de andere drie inventarisatierondes waren telkens zes personen aanwezig. In dat geval werden de gele en groene blok continu gemonitord door een duo aangezien het grootste aantal broedvogels zich in deze blokken bevond. Het derde duo wisselde dan af tussen de rode en blauwe blok. Er was een monitoring op volgende data: - inventarisatieronde 1: 7 mei (6 personen) - inventarisatieronde 2: 21 mei (10 personen) - inventarisatieronde 3: 4 juni (6 personen) - inventarisatieronde 4: 18 juni (11 personen) - inventarisatieronde 5: 2 juli (6 personen) - inventarisatieronde 6: 16 juli (12 personen) Aan de inventarisatierondes hebben in totaal 23 personen deelgenomen. Zonder de hulp van een groot aantal vrijwilligers zijn dergelijke inventarisaties dan ook niet uit te voeren. Volgende personen hebben dan ook door hun inzet bijgedragen aan het tot stand komen van deze inventarisatie door het deelnemen aan één of meerdere van de telrondes: -
Marc Smolders Sandra Van Hees Bram Vogels Fonne Bruggemans Greet Vanpuyenbroeck Wim De Bock José Peeters Thijs Nouws Stijn Suykerbuyck René Nelen Kathleen Quick Bram Van Loock
-
Frank Goossens Jan Helsen Nico De Bruyn Dirk Villijn Hugo Wouters Maarten Wouters Johan Clonen Luc Janssens Rita Mahieu Hugo Koens Luc Audiens
6
Figuur 5 Kleurcode Langblokken op topografische kaart
7
Figuur 6 Kleurcode Langblokken op luchtfoto
8
4. Resultaten In onderstaande schematische overzicht is per inventarisatieronde aangegeven welke nestkasten bezet zijn door Gierzwaluwen en Huismussen. Daarnaast is bij Gierzwaluwen nog een onderscheid gemaakt tussen volgende waarnemingen: - Gierzwaluw invliegend/uitvliegend - Gierzwaluw aanhangend - Gierzwaluw met jong De kleur van de lijn in onderstaande schema’s geeft aan over welke blok het gaat namelijk respectievelijk de rode, gele, groene en blauwe blok. Elk balkon is schematisch weergegeven door een rechthoek met daaronder telkens 4 vierkantjes die duiden op de vier nestkasten die zijn gehangen per balkon. Indien het vierkant is ingekleurd is er tijdens die telronde activiteit vastgesteld in deze nestkast en op basis van de kleur kan dan makkelijk worden nagegaan wat er juist is waargenomen. Het laatste schema zet de verschillende inventarisatierondes onder elkaar zodat duidelijk is in welke nestkasten er zeker broedgevallen zijn, maar vooral om na te kijken of de telmethode in de toekomst nog gewijzigd kan worden. Hierbij is het belangrijk voor toekomstige inventarisaties om te kijken of er meer of minder inventarisatierondes nodig zijn om tot een vergelijkbaar of correcter resultaat te komen. Het is duidelijk op onderstaande figuren dat de Gierzwaluwen vooral geconcentreerd zijn in de groene en gele blok. Hierbij vertonen ze voor een deel koloniedrang waarbij kasten bij voorkeur in elkaars nabijheid worden ingenomen. De huidige situatie vormt dus een duidelijke basis voor de verdere uitbouw van een kolonie. Er wordt dan ook verwacht dat stelselmatig de overige nestkasten zullen worden ingenomen door jongen die na enkele jaren terugkeren naar de kolonie en zodanig voor een netto toename van broedgevallen zorgen. Daarnaast zijn er bij verschillende kasten aanhangende vogels gezien. Dit zijn niet broedende vogels die reeds op zoek zijn naar een nestkast voor volgend jaar. De in- en uitvliegende vogels daarentegen zijn wel degelijk broeders en op basis van deze waarnemingen kan besloten worden dat er minstens in 44 nestkasten broedgevallen zijn genoteerd. Als broedgeval wordt elke nestkast geteld waar minimaal tijdens één van de inventarisaties een vogel invliegend is waargenomen. Aangezien tijdens de twee laatste inventarisatierondes bij tien nestkasten jongen zijn waargenomen die voor de invliegopening zaten is het mogelijk om na te gaan of deze stelling klopt. Bij drie van de tien gevallen werd slechts éénmaal eerder een invliegende vogel waargenomen in de betreffende nestkast, waardoor dus voor 30% van de bewezen broedgevallen slechts éénmaal eerder activiteit was waargenomen in de nestkast. Daarnaast is het opvallend dat bij nestkasten waar enkel aanhangende vogels zijn waargenomen geen enkele keer jongen zijn opgemerkt. Dit doet ons besluiten dat een broedgeval aanvaard kan worden van zodra een Gierzwaluw invliegend is waargenomen in een nestkast tijdens minimaal één van de inventarisatierondes. Het geschatte aantal bezette nestkasten door Gierzwaluwen wordt als dusdanig geschat op 44 wat reeds een totale bezetting is van 25%. Vooral de groene blok en de gele blok vertegenwoordigen een groot aandeel van de broedende vogels met in totaal 41 broedkoppels wat bijna 50 % van het aantal nestkasten is aan deze twee blokken. Op deze korte termijn is dat een zeer positief resultaat.
9
Het feit dat aanhangende Gierzwaluwen aan de nestkast duidt op niet-broeders die reeds een geschikte locatie aan het zoeken zijn voor het volgende jaar toont aan dat ook de rode blok vanaf volgend jaar gekoloniseerd zal worden door de Gierzwaluwen. De nestkasten zijn hier nog maar net gehangen en toch is dit jaar een grote interesse vastgesteld voor deze kasten door rondvliegende Gierzwaluwen. In maar liefst 5 nestkasten van de rode blok werden Gierzwaluwen aanhangend waargenomen wat zeer positief is en veelbelovend voor volgend jaar. De rode blok zal vermoedelijk dan ook binnen afzienbare tijd een substantiële bijdrage leveren aan het aantal broedkoppels. In totaal zijn er in de vier blokken aan 11 nestkasten enkel aanhangende Gierzwaluwen waargenomen. Indien dit een voorteken is van bijkomende broedgevallen voor volgend jaar zal de kolonie met maar liefst 25% groeien op jaarbasis. Daarbij komen dan mogelijk nog rondzwervende vogels die worden aangetrokken door de reeds aanwezige Gierzwaluwen. Niet enkel de Gierzwaluw neemt volop de nestkasten in, ook de Huismus is in bepaalde delen sterk vertegenwoordigd. De grootste abundantie van Huismussen is terug te vinden in de blauwe blok aan de kant van de spoorweg waar Huismussen zijn vastgesteld in 25 nestkasten. Dit is in iets meer dan 55% van de nestkasten aan de blauwe blok. Op deze plaats zijn nog enkele ruigtes aanwezig waar ze zeer graag in vertoeven en waarschijnlijk ook het overgrote deel van het eten in terug vinden. Huismussen die in de andere blokken broeden werden steeds vliegend waargenomen in de richting van de blauwe blok waar de grootste kolonie aanwezig was. Vermoedelijk gingen ook deze dieren hier bij voorkeur voedsel zoeken doordat er ten eerste voedsel aanwezig was in de ruigte en ten tweede het veiliger is in groep voedsel te zoeken dan alleen. Daarom is het noodzakelijk om voor deze soorten voldoende nestgelegenheid te voorzien zodanig dat kolonievogels ook effectief de verhoogde waakzaamheid die aanwezig is in een kolonie kunnen benutten om efficiënter voedsel te zoeken en de kans op overleving sterk te vergroten. In totaal zijn er in 43 nestkasten Huismussen vastgesteld. Opvallend is dat er ook in drie bijkomende kasten een Huismus invliegend is waargenomen bij een broedende Gierzwaluw. Dit is echter telkens in de omgeving van een kolonie Huismussen en wordt veroorzaakt omdat er geen verschil te zien is tussen de kasten, vogels mogelijk soms de verkeerde kast invliegen. Het feit dat er bij dergelijke kleine ruigtes een grote kolonie Huismussen kan ontwikkelen is hoopvol. Het toont aan dat midden in sterk bebouwd urbaan gebied de Huismus door enkele kleine ingrepen opnieuw in het stadsbeeld kan gebracht worden, namelijk door het voorzien van nestgelegenheid in de omgeving van enkele ruigere hoekjes waar ‘onkruid’ gedoogd kan worden. Wanneer het totaalbeeld, zoals in de samenvatting op pag. 17, wordt bekeken dan blijkt dat reeds een zeer groot deel van de nestkasten zijn ingenomen door broedende vogels namelijk 44 door Gierzwaluwen en 43 door Huismussen. In totaal is dus reeds 50% van alle aanwezige nestkasten bezet, terwijl de rode blok nog bijna niet bezet is door broedende vogels omdat de kasten nog maar zeer recent zijn opgehangen. Daarnaast is er voor 11 nestkasten interesse getoond door niet broedende Gierzwaluwen waardoor er dus aanwijzingen zijn dat voor ongeveer 100 nestkasten broedvogels aanwezig zijn of volgend jaar broedvogels gebruik van zullen maken. Daarbij moet nog extra rekening worden gehouden met jonge Huismussen van dit jaar die extra nestkasten zullen innemen en rondzwervende Gierzwaluwen die aangetrokken worden tot de kolonie door de aanwezigheid van andere Gierzwaluwen. Dat belooft voor de toekomst…
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Gierzwaluw aanhangend
Gierzwaluw invliegend
Gierzwaluw jong
Huismus invliegend
Resultaten inventarisatie – 14 mei 2008
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Gierzwaluw aanhangend
Gierzwaluw invliegend
Gierzwaluw jong
Huismus invliegend
11
10
11
Resultaten inventarisatie – 21 mei 2008
12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Gierzwaluw aanhangend
Gierzwaluw invliegend
Gierzwaluw jong
Huismus invliegend
11
10
11
Resultaten inventarisatie – 5 juni 2008
13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Gierzwaluw aanhangend
Gierzwaluw invliegend
Gierzwaluw jong
Huismus invliegend
11
10
11
Resultaten inventarisatie – 22 juni 2008
14
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Gierzwaluw aanhangend
Gierzwaluw invliegend
Gierzwaluw jong
Huismus invliegend
Resultaten inventarisatie – 2 juli 2008
15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Gierzwaluw aanhangend
Gierzwaluw invliegend
Gierzwaluw jong
Huismus invliegend
Resultaten inventarisatie – 16 juli 2008
16
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11 07/05 21/05 04/06 18/06 02/07 16/07
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11 07/05 21/05 04/06 18/06 02/07 16/07
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11 07/05 21/05 04/06 18/06 02/07 16/07
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11 07/05 21/05 04/06 18/06 02/07 16/07
Gierzwaluw jong
Gierzwaluw aanhangend
Gierzwaluw invliegend
Huismus invliegend
Resultaten inventarisaties gebundeld
17
5. Toekomst Bovenstaande resultaten tonen aan dat projecten voor Gierzwaluwen zeer lonend zijn. Het voordeel aan de Langblokken is dat er reeds een kolonie Gierzwaluwen aanwezig was, waardoor kolonisatie van de nestkasten sneller heeft plaatsgevonden. Op locaties waar nog geen kolonies aanwezig zijn, kan het langer duren vooraleer de nestkasten massaal in gebruik worden genomen. Daarom is het belangrijk om prioritair bij nieuwbouw of restauratie rekening te houden met de bestaande Gierzwaluwkolonies. Op deze locaties moet tijdens of na de werken opnieuw voldoende nestgelegenheid worden aangebracht voor Gierzwaluwen. Gierzwaluwen zijn immers zeer plaatstrouwe dieren zodat de kans zeer groot is dat ze het volgende broedseizoen de alternatieve nestgelegenheid zullen innemen. In tweede instantie is het belangrijk dat er voldoende nestgelegenheid wordt voorzien op grotere schaal. Immers bij restauratie in kleinere gebouwen met maar één of enkele nesten is het onmogelijk om dit intensief op te volgen. Indien deze nestgelegenheid verdwijnt kunnen de Gierzwaluwen dan uitwijken naar andere bestaande en vooral duurzame nestgelegenheid. Hierin speelt voorlichting van de bevolking en architecten ook een belangrijke rol. Het beste resultaat wordt immers bereikt wanneer tijdens restauratiewerken er rekening mee wordt gehouden dat steeds nieuwe nestgelegenheid wordt aangebracht, ongeacht of er al dan niet een gekende kolonie aanwezig is. Een belangrijke meerwaarde in dit project en een parameter waar vaak te weinig rekening mee wordt gehouden is de sociale betrokkenheid van de bewoners zelf. Tijdens alle inventarisatierondes werden alle tellers meermaals door een groot aantal verschillende personen aangesproken om te vragen hoe het nu ging met de ‘zwaluwkes’. Dit toont aan dat er ook in de gebouwen zelf een zeer grote betrokkenheid en interesse bestaat voor de Gierzwaluwen. De commentaar die steeds volgt is dat het er vroeger meer waren en dat de bewoners hopen dat de kolonie zal blijven groeien zoals ze momenteel bezig is. Deze sociale draagkracht mag niet onderschat worden en toont aan dat de Gierzwaluw zich perfect leent om biodiversiteit tot dicht bij de mensen en zelfs tot in de woning van de mensen te brengen. Voor steden en gemeenten moet dit in de toekomst een belangrijke motivatie vormen om de inspanningen nog te vergroten om nestgelegenheid te voorzien voor gebouwbroedende soorten. Hierdoor wordt rechtstreeks in contact getreden met de burger en wordt een belangrijke sensibiliserende basis gevormd voor natuurbescherming in het algemeen en respect voor de natuur in het bijzonder. In Groot-Brittannië is één van de kijkcijferkanonnen op de nationale televisie Spring Watch, waarbij miljoenen kijkers met camera’s dagelijks mee naar verschillende nesten van vogels worden genomen. Hieruit blijkt de grote interesse van mensen voor broedende vogels. Projecten die worden uitgevoerd in het kader hiervan kunnen dan ook steeds op een zeer grote steun rekenen. De techniek en kennis is er om nestgelegenheid in bouwwerken in te brengen zodanig dat op een zeer duurzame wijze voor vele jaren niet enkel de Gierzwaluw tot broeden kan komen maar ook soorten zoals Huismus, Zwarte roodstaart, … Soorten die typisch zijn voor stedelijke gebieden maar door de restauratiedrang steeds verder in de verdrukking komen. Waarom nog wachten?
18