Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de heer drs. L.A.M. van Halder, D-G Curatieve Zorg Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG
Postbus 3017 3502 GA Utrecht 030 296 81 11 030 296 82 96 E
[email protected] I www.nza.nl T F
Behandeld door
Telefoonnummer
E-mailadres
Kenmerk
EOUN/mpan/GGZ
030 296 89 38
[email protected]
11D0050616
Onderwerp
Datum
Individuele componenten GGZ
19 december 2011
Geachte heer Van Halder, De Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa) informeert u met deze brief over de koers rond de individuele componenten in de budgetsystematiek van de curatieve geestelijke gezondheidszorg (GGZ). De NZa wil (delen van) die individuele componenten laten vervallen per 1 januari 2013. Het gaat daarbij om componenten die geen zorg zijn in de zin van de Wmg en niet patiëntgebonden zijn. Vanaf 2013 ontstaat zodoende een situatie waarin bepaalde activiteiten van zorgaanbieders niet meer bekostigd worden via budgetafspraken met de zorgverzekeraars. In een aantal situaties kan dat maatschappelijk gevoelig liggen of ongewenst zijn. In deze brief benoemt de NZa deze situaties. Zo heeft u voldoende tijd en mogelijkheden om na te gaan of andere manieren van bekostiging wenselijk zijn en dit te organiseren. Vanwege de overeenkomst in problematiek is voor één situatie, waar de individuele componenten bestendig beleid en bijzondere organisatie voor slachtoffers van de tweede wereldoorlog onderdeel zijn van het budget, de relatie gelegd met de AWBZ. Wat zijn individuele componenten? Individuele componenten zijn activiteiten die specifiek zijn voor een bepaalde instelling en die niet via, maar naast de reguliere budgetparameters worden vergoed. Het kan daarbij gaan om zorgactiviteiten, maar dat kunnen ook andere activiteiten zijn. Voor de overgang naar 2013 zijn de volgende individuele componenten van belang. • • • • • •
Bestendig beleid Bijzonderheid Organisatie Dienstverlening Oorlogsslachtoffers Vluchtelingen/asielzoekers Doventoeslag
• • • • • •
Intensieve crisisverslavingszorg Orthopsychiatrie Snelle detoxificatie SGLVG-bedden Duurzaam verblijf verslaafden Lichamelijk gehandicapten
Waarom moeten individuele componenten vervallen? Met een aantal individuele componenten worden op dit moment zaken bekostigd, aanvullend op het budget, die geen zorg zijn in de zin van de Wmg en niet patiëntgebonden. De kosten van een aantal individuele componenten vallen niet onder het basispakket en mogen derhalve niet ten laste worden gebracht van de risicoverevening. Waarom per 2013? De NZa heeft al vaker aangekondigd dat de individuele componenten komen te vervallen. In afwachting van besluitvorming over DBCbekostiging zijn de afgelopen jaren de individuele componenten in het budget gecontinueerd. Hierdoor kan bij instellingen ten onrechte het beeld ontstaan dat ten aanzien van individuele componenten sprake is van een verworven recht. Op dit moment is de curatieve geestelijke gezondheidszorg en de bekostiging volop in beweging. Juist daarom vindt de NZa het belangrijk om duidelijkheid te scheppen rond de individuele componenten. Ook wanneer DBC-bekostiging niet wordt ingevoerd per 1 januari 2013, is de NZa voornemens de in deze brief geschetste koers rondom de individuele componenten door te zetten. Aanpak De NZa is er verantwoordelijk voor dat zorgactiviteiten die patiëntgebonden zijn en binnen het bereik van de Wmg vallen op een adequate manier in de productstructuur zijn opgenomen. Daar waar tarieven gereguleerd zijn draagt de NZa zorg voor een juist tarief. Mocht door het vervallen van individuele componenten het zo zijn dat zorg niet meer vergoed wordt, dient de NZa in een oplossing te voorzien door middel van aanpassing van de productstructuur en/of de tarifering. De NZa zal naar verwachting uiterlijk januari 2012 komen met een voorstel hoe met de betreffende componenten moet worden omgegaan. Dit geeft DBC-Onderhoud de gelegenheid de productstructuur voor 2013 aan te passen. Er zijn echter ook individuele componenten waarvan het voor de NZa nu al duidelijk is dat zij geen plek moeten krijgen in de productstructuur omdat het geen Wmg-zorg en niet-patiëntgebonden activiteiten betreft. Daarvoor kunnen vervolgens andere oplossingen voor de bekostiging noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld in de vorm van subsidiëring ten laste van de rijksbegroting. De betreffende individuele componenten en voorstellen voor oplossingen komen hierna per component aan de orde.
Kenmerk
11D0050616 Pagina
2 van 5
a. Dienstverlening De huidige besteding van de dienstverleningsgelden is niet geheel transparant. Het geld van dienstverlening wordt volgens GGZN besteed aan: consultatie en advies aan (eigen) instelling, consultatie en advies aan netwerk en stagebegeleiding1. Dit betekent dat het geen patiëntgebonden activiteiten zijn. Per 1 januari 2013 mogen verzekeraars en aanbieders geen productieafspraken meer maken over niet patiëntgebonden dienstverleningsactiviteiten ten laste van het Zvw budget. Zorgaanbieders die deze activiteiten willen blijven leveren, zijn vrij om daarover afspraken te maken met de afnemende partij. Zorgaanbieders kunnen de activiteiten declareren bij die afnemende partij. Het is echter mogelijk dat afnemers niet kunnen of willen betalen voor de diensten. In die gevallen vervallen deze activiteiten. Niet patiëntgebonden dienstverleningsgelden worden in ieder geval niet meer bekostigd met Zvw-middelen. Immers alles wat patiëntgebonden is kan in principe in een dbc worden opgenomen. b. Bijzonderheid organisatie en bestendig beleid Deze individuele componenten zijn, op verzoek van het ministerie van VWS aan de rechtsvoorganger van de NZa, in het leven geroepen als regeling voor zorg aan slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Hiervoor vond subsidiëring ten laste van de rijksbegroting plaats. Binnen de Zvw ontvangt één instelling deze beide individuele componenten. Onder bestendig beleid en bijzonderheid organisatie vallen bijvoorbeeld (meer)kosten in verband met de Joodse identiteit en de maatregelen die daarvoor worden getroffen zoals de inrichting, dubbele keuken, infrastructuur, beveiliging en extra sluiting van de poli op Joodse (feest)dagen. Bij de langdurige zorg zijn het voornamelijk mensen met een Joodse identiteit die hier gebruik van maken. In de kortdurende zorg zijn dat ook mensen van Indische afkomst, asielzoekers en vluchtelingen. Er zijn geen aanwijzingen dat de individuele componenten worden aangewend voor bijzondere zorgzwaarte van de betrokken cliënten. De activiteiten zijn over het algemeen niet zorggerelateerd of Wmgprestaties. Binnen de AWBZ bestaat ook bestendig beleid voor mensen die de tweede wereldoorlog hebben meegemaakt en als gevolg daarvan met bijzondere problematiek kampen. Dat geldt overigens niet alleen voor Joodse, maar ook voor Indische en Molukse bewoners van verzorgingshuizen. Ook hierbij is sprake van continuering van een daarvoor bestaande regeling van VWS. Dit bestendig beleid bevat elementen die als zodanig geen Wmg-prestatie betreffen en niet afzonderlijk zijn te bekostigen. Voorgaande passages maken duidelijk dat er een verband is tussen de Cure en Care. Aanpassingen zijn in zowel de Zvw als de AWBZ noodzakelijk, omdat de toeslagen en individuele componenten in beide gevallen geen Wmg-zorg zijn.
1
NZa, Vereenvoudiging bekostiging GGZ, juni 2010
Kenmerk
11D0050616 Pagina
3 van 5
De NZa kan om diezelfde reden geen invulling geven aan hetgeen hierover in de aanwijzing van VWS over de invoering van prestatiebekostiging in de Care is opgenomen: op grond van nadere informatie van de PUR op termijn een afbouw van deze extra kosten realiseren. Voor deze toeslagen en individuele componenten die geen Wmg-zorg zijn en verband houden met de specifieke kenmerken van de doelgroepen zal een andere oplossing voor de bekostiging gezocht moeten worden bijvoorbeeld door subsidiëring ten laste van de rijksbegroting. De NZa stelt voor de problematiek van dit bestendig beleid op gelijke wijze te benaderen voor zowel de Cure als de Care. c. Oorlogslachtoffers en asielzoekers Eén instelling ontvangt zowel de component voor oorlogslachtoffers als voor asielzoekers. Op basis van de informatie die de instelling zelf heeft gegeven, blijkt dat het grootste gedeelte van deze activiteiten niet patiëntgebonden en geen Wmg-prestaties zijn. Activiteiten die de instelling onder andere hieronder schaart zijn: opleiding, onderwijs aan derden, onderzoek, dienstverlening, ontwikkeling behandelvormen (overwegend voor nieuwe doelgroepen) en de landelijke beleidsfunctie. Voor de bekostiging van deze component vanaf 2013 gelden de al gemaakte opmerkingen in de paragraaf over dienstverlening. Voor de andere activiteiten zal een andere oplossing gezocht moeten worden bijvoorbeeld door subsidiëring ten laste van de rijksbegroting. De NZa kan in dit geval niet voor een oplossing zorgen. Een andere instelling, die op dit moment ook de individuele component asielzoekers ontvangt, heeft aangegeven dat zij, bij overgang op DBC bekostiging, voldoende dekking kunnen halen uit de DBC’s en ZZP’s. d. Inzet doventolken Voor de inzet van doventolken is een regeling getroffen op basis van de AWBZ (Besluit zorgaanspraken AWBZ, art. 12; nader uitgewerkt in Regeling zorgaanspraken AWBZ, art. 4 en 7). Deze regeling is onder meer bedoeld voor ondersteuning in het geval van een “bezoek aan arts of het ondergaan van behandelingen/therapieën” (toelichting bij de regeling). De regeling gaat uit van een maximum van 30 uur tolkenzorg, maar voor een bezoek aan arts of het ondergaan van behandelingen/therapieën kunnen extra uren voor doventolkzorg worden toegekend. Doven en slechthorenden die curatieve geestelijke Zvw-gezondheidszorg krijgen, kunnen op dit moment geen aanspraak maken op deze regeling. Reden is dat anders dubbele bekostiging plaats vindt. Zes zorgaanbieders die ambulante bovenregionale hulpverlening aan doven bieden, kunnen met betrekking tot de budgetparameters dubbele contacten registreren. Eén instelling die klinische zorg aan doven levert, ontvangt aanvullend op het budget een individuele component (een deel van deze individuele component wordt besteed aan de inzet van doventolken).
Kenmerk
11D0050616 Pagina
4 van 5
Bij invoering van DBC-bekostiging komt zowel de individuele component (klinisch) als het dubbel registreren van contacten (ambulant) te vervallen. Tolken staan niet op de CONO-beroepenlijst en kunnen daarom geen DBC-tijd schrijven. Een oplossing is dat cliënten na overgang naar DBC-bekostiging voor de Zvw-zorg aanspraak mogen maken op de AWBZ-regeling voor doventolken. In principe verzet de regeling zich niet daartegen. Tenslotte In deze brief heeft de NZa beschreven welke activiteiten wegvallen per 2013. Het ministerie van VWS kan bezien of andere manieren van bekostiging wenselijk en noodzakelijk zijn voor die individuele componenten die maatschappelijk gevoelig liggen of waarbij het vervallen tot ongewenste situaties kan leiden en dit organiseren. De NZa brengt in een circulaire de instellingen en verzekeraars op de hoogte van de koers rond de individuele componenten. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Nederlandse Zorgautoriteit
mr. drs. T.W. Langejan voorzitter Raad van Bestuur
Kenmerk
11D0050616 Pagina
5 van 5