3
30e jaargang
herfst 2010
GEZONDHEIDSZORG EN VREDESVRAAGSTUKKEN F SBRIE W U E I N
N V M P e n A RT S E N VO O R V R E D E
Uit de inhoud IPPNW-wereldcongres in Basel Op zoek naar identiteit De studie van de hedendaagse oorlog Kraanvogels voor vrede Het 20e Europese Studentencongres van IPPNW
T. P H
AR CLEAR W
IN O
R
O
SF
FN U
YS I C I A N
/
GEZONDHEIDSZORG EN VREDESVRAAGSTUKKEN ARTSEN VOOR VREDE
IPPNW
TH
E P R E V E N TI O
N
Redactioneel GEZONDHEIDSZORG EN VREDESVRAAGSTUKKEN NIEUW
F SBRIE
N V M P e n A RT S E N VO O R V R E D E
Uitgave van Artsen voor Vrede / AVV en de Nederlandse Vereniging voor Medische Polemologie ‘Gezondheidszorg en Vredesvraagstukken’ / NVMP Verschijnt vier keer per jaar.
Colofon Redactie M. Bakker A. Botzen-Gramsma H. D’aes (hoofdredacteur) J.M.G. van der Dennen (eindredacteur) H. van Iterson W. Kusters E.C. Mudde Samensteller van de Engelse synopsis: P. M. Moll-Huber. Corrector: A. Mercx Redactie-adres Voor Nederland: Bosschastraat 17, 3514 HN Utrecht, telefoon: (030) 272 29 40, e-mail: office@nvmp.org Internet: www.nvmp.org Voor Vlaanderen: Hugo D’aes, Van Stralenstraat 10, 2060 Antwerpen, e-mail: hugo.daes@skynet.be Internet: http://users.skynet.be/artsenvoorvrede Europese website: http://www.ippnw-europe.org Vormgeving / Druk Equipe Communicatie Collectief, Heerenveen Drukkerij Banda BV, Heerenveen
Van 25 tot 30 augustus had in Basel het negentiende Wereldcongres plaats van IPPNW. Achthonderd artsen en studenten van over de hele wereld staken nog eens de koppen bij elkaar om de stand van zaken te bespreken. Zijn er al belangrijke stappen gezet richting ontwapening? Wat zijn goede strategieën om de kernwapens onder de aandacht van politici en publiek te houden? We kunnen deze vragen heel efficiënt per e-mail bediscussiëren, maar de ervaring leert dat persoonlijk contact en groepsevenementen een onvervangbare boost zijn voor het enthousiasme. Een uitgebreid verslag van vijf congresgangers geeft u een beeld van deze geslaagde happening. We nemen in dit nummer ook afscheid van onze Waalse collega Pierre Piérart, die als vredesactivist, bioloog en ecoloog een indrukwekkend palmares heeft opgebouwd. Uiterst consequent ging hij in de jaren ’80 na elke kernproef, vaak in zijn eentje, protesteren voor de ambassade van het land dat die atoomproef verricht had. Hij haalde er geregeld de media mee, waarmee hij aantoonde dat ook soloacties nut hebben om problemen aan te kaarten.
Een echte einzelgänger is Marten Sale Brouwer, die in zijn eentje naar Hiroshima trok en er door middel van een wereldrecord kraanvogels vouwen de vijfenzestigste verjaardag van de kernbom herdacht. Men kan twijfels hebben over het nut van dergelijke acties, maar de vastberaden overtuiging van sommige individuen ontroert, inspireert en confronteert ons met onze eigen beperkte inzet. De verwachtingen van onze lezers met betrekking tot de inhoud van deze nieuwsbrief zijn zeer divers, zo blijkt.We blijven daarom streven naar een gezonde mix van medische of technisch geïnspireerde stukken, verenigingsnieuws en politieke, polemologische, filosofische, artistieke en geschiedkundige bijdragen. Uiteraard staan kwaliteit en relevantie van de artikels op de eerste plaats. De redactie ontvangt graag uw opmerkingen en suggesties hieromtrent. Hugo D’aes
Kopijsluiting Inleveren kopij voor 15 november 2010. Bureau / Secretariaat Voor NVMP: Bosschastraat 17, 3514 HN Utrecht, telefoon (030) 272 29 40, e-mail: office@nvmp.org Voor vragen over en bestellen van medischpolemologische literatuur (artikelen, boeken, documentatiemappen), audiovisueel materiaal, symposiumverslagen en eerder verschenen Nieuwsbrieven. Postrekening bestellingen 55 52 587. Voor Artsen voor Vrede / AVV (Vlaanderen): J. De Loof, Karel van de Woestijnestraat 18, 9300 Aalst, telefoon: (053) 78 44 26. Lidmaatschap NVMP-lidmaatschap vanaf € 60,--/jaar. Postrekening NVMP: 43 95 340. Opzegging lidmaatschap uiterlijk 3 december. Artsen voor Vrede / AVV: het modale lidgeld bedraagt € 60,--/jaar. Bijdragen op rek.nr.: 429-8072731-15 of rek.nr. 001-1066890-63 van Artsen voor Vrede. Copyright Overnemen van artikelen uit de Nieuwsbrief is toegestaan met vermelding van de bron. Bij de voorplaat Deelnemers aan de BAN-Tour staan voor de poorten van Basel.
Inhoud IPPNW-wereldcongres in Basel . . . . . . . 3
Vergeten oorlog (column) . . . . . . . . . . . . 18
In memoriam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Klemperer en de staat Israël . . . . . . . . . . . 19
Op zoek naar identiteit . . . . . . . . . . . . . . 10
Kraanvogels voor vrede . . . . . . . . . . . . . . 21
In memoriam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Het 20e Europese Studentencongres van IPPNW . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
De studie van de hedendaagse oorlog . . 12 Uit de tijdschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Muziek en oorlog en vrede . . . . . . . . . . 14 Henri La Fontaine (1854-1943) . . . . . . 16
/
GEZONDHEIDSZORG EN VREDESVRAAGSTUKKEN ARTSEN VOOR VREDE
2
ISSN 1389-0247
25 tot 30 augustus 2010
IPPNW-wereldcongres in Basel Het 19e IPPNW-wereldcongres vond plaats in Basel van 25 tot 30 augustus. Herman Spanjaard, Christien Mudde, Leo van Bergen en Margreet Bakker waren aanwezig namens het NVMP-bestuur. Daarnaast namen vier studenten deel aan het Studentencongres: Niloufar Rahim, Bettina Kortekaas, Lori Postema en Nathalie Beijersbergen. Niloufar en Lori namen ook nog eens deel aan de 750 km lange fietstocht Biking Against Nuclear Weapons, de zogenaamde BANtour. Hieronder vindt u een collage van hun ervaringen.
Een boodschap van hoop Herman Spanjaard Basel is een stad die je meestal via de autobaan doorkruist zonder af te slaan. Farmaceutische industrie vind je er, maar als je de afslag wél neemt ontdek je ook een bruisend, oud en gezellig stadje met een imposante Rijn die de stad deelt. De ideale plek voor een inspirerend wereldcongres.
Voor de plenaire zittingen waren goede sprekers uitgenodigd. IPPNW richt zich momenteel op drie programmalijnen: ICAN gaat over kernontwapening; Aiming for Prevention is gericht op geweld en kleine wapens; en tenslotte de studentenactiviteiten. Het zou goed zijn als we ons de komende twee jaar, tot het volgende wereldcongres in Hiroshima, op deze programmalijnen kunnen concentreren en bezien wat we als Nederlandse en Vlaamse zusterorganisatie inhoudelijk, en eventueel financieel, kunnen bijdragen aan deze drie programma's. Vooral de studentenactiviteiten zijn goed georganiseerd en gestructureerd. Persoonlijk vind ik het bijzonder stimulerend dat wij zulke actieve studenten hebben! Niloufar Rahim en Lori Postema fietsten van Düsseldorf naar Basel en stopten onderweg om de gevaren van nucleaire wapens aan de Duitsers toe te lichten. Zulke actieve
V.l/n.r.: US State department advisor, Jeff Patterson, president PSR (NB: 30.000 betalende leden!), Herman Spanjaard, Yevgeni Chazov, mede-oprichter IPPNW, Ime John, vorige co-president. Achterste rij: Michele di Paolo di Antonio, Sergey Kolesnikov, co-president en Duma lid.
studenten kunnen wij alleen maar verwelkomen en ondersteunen. Bestuurlijk verwelkomden wij een nieuwe IPPNW-afdeling: Iran, waarvan studente Leila Moein direct als International Student representative gekozen werd. Twee andere nieuwe landen staan in het voorportaal (Kosovo en Macedonië) om op het volgende wereldcongres IPPNW-afdeling te worden. Niloufar werd een van de drie Student Boardleden t.b.v. van het NWIP, het Nuclear Weapons Inheritance project. De NVMP-voorzitter werd met unanieme stemming herkozen tot voorzitter van de International Council. De komende twee jaar zal hij dus samen met de Board werken aan het voortzetten en uitbreiden van het huidige internationale beleid. Beste NVMP'ers en AVV’ers, we leven in een gevaarlijke wereld met proliferatie van kernwapens. Op het congres was er een boodschap van hoop - als wij tenminste samen voldoende geluid weten te maken, nationaal en internationaal, teneinde onze missie te doen slagen voor ons nageslacht (wij zullen het niet meer meemaken). Meer info:
ICAN: http://www.icanw.org/
Aiming for prevention: http://www.ippnw.org/programs/afp/ index.html Studentenwerking: http://www.ippnw.org/affiliates/ medstudents.html NWIP: http://www.ippnw-students.org/nwip/
Impressies van een wereldcongres Margreet Bakker In een prachtig gebouw van de Universiteit van Basel vond het congres plaats. Alles was strak maar (bijna) perfect georganiseerd, met Zwitserse grondigheid. Leider van het geheel was Andy Nidecker (voorzitter IPPNWZwitserland), die overigens ook van zich liet horen in een koor. Er was veel te zien, te beluisteren, te doen en te spreken voor de bijna 800 deelnemers. Het programma was haast te vol voor de drie dagen. Zoals gebruikelijk ging een aanzienlijk deel van de lezingen en workshops over de drie vaste actiepunten van IPPNW: de kernwapens, de preventie van geweld en het onderwijs (aan medische studenten) over gezondheid en geweld. Vervolg op pagina 4
3
Vervolg van pagina 3
Om met het eerste te beginnen. De kernwapens zijn letterlijk en figuurlijk niet ‘uit’. Helaas niet uit de wereld, maar vooral ook niet uit de aandacht van de congresdeelnemers. Het onderwerp is nog net zo levend als in de beginjaren van IPPNW. De bekende campagnes werden uitgedragen, nieuwe zijn erbij gekomen.
Laurence Wittner
De eerste lezing was van Laurence Wittner, geschiedenisprofessor aan de Stanford University. Hij heeft onderzocht hoe de anti-kernwapenbeweging heeft bijgedragen aan het voorkómen van het gebruik van kernwapens. Vanaf het begin, ook al voordat de wapens werkelijk ontwikkeld waren, zijn er bezorgde wetenschappers geweest die hebben gewaarschuwd voor de gevaren en hebben gepleit voor het stopzetten van de onderzoeken naar kernwapens. Na 1945, en tot op heden, zijn er telkens weer wetenschappers die waarschuwen voor de gevaren van een nucleaire oorlog. Daarnaast zijn het de Ban-de-Bom-bewegingen geweest die de politici en militairen hebben weerhouden van het gebruik van kernwapens. Dat klinkt bemoedigend, want vaak heb je het gevoel dat je nauwelijks gehoord wordt als je wat zegt.
ICAN is bezig met acties om te komen tot een Nuclear Weapons Convention (NWC). De acties worden geïntensiveerd Er is sinds de laatste herdenking van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki een nieuwe actie, opgezet door Japanse scholieren, voor One million pleas. De bedoeling is om via filmpjes op Youtube en via andere media (e-mail mag ook) een miljoen verzoeken voor het afschaffen van de
4
kernwapens op te halen. Rebecca Johnson heeft na de laatste NPT-onderhandelingen in New York goede hoop; er zijn nu meer kansen op een vernieuwd verdrag over kernwapens dan enkele jaren geleden, ondanks de nieuwe kernwapenlanden. Er was ruime aandacht voor de gevolgen van radioactieve besmetting voor de gezondheid. Meerdere onderzoekers presenteerden bevindingen over het voorkomen van leukemie bij kinderen in de buurt van kernenergiecentrales. Het blijkt dat veel kerncentrales bij het opstarten (na een onderhoudsstop) een piek-uitstoot van radioactieve stoffen hebben. De ongeboren kinderen in de omgeving lopen daarna een groter risico op het ontwikkelen van leukemie voor het vijfde levensjaar. Er is een verband tussen de afstand tot de kerncentrale en het voorkomen van leukemie.
Indrukwekkend was de informatie van mensen uit gebieden waar uraniummijnen zijn. De arbeidsomstandigheden zijn er vaak ronduit erbarmelijk, terwijl de arbeiders en de omwonenden niet worden voorgelicht over de gevaren van de radioactieve stoffen die vrijkomen uit de mijnbouw. Vooral in derdewereldlanden worden arbeiders zonder enige vorm van bescherming aan het werk gezet. De mijnbouw op zich heeft, naast de gevolgen voor de gezondheid voor de bewoners, ernstige negatieve gevolgen voor het milieu, ook door het grote gebruik van water. Landbouwgrond in de omgeving is niet meer bruikbaar en planten en dieren zijn niet meer eetbaar. IPPNW heeft een resolutie aangenomen voor het stoppen van alle uraniummijnen. Christien zal hierover in de volgende nieuwsbrief uitgebreid rapporteren. Een ander groot onderwerp is het project Aiming for Prevention. Het doel is het voorkomen van geweld. De initiatieven van artsen in dit project werden geprezen door mevrouw Bartelomeos van de WHO, die aangaf dat de voorlichting over dit onderwerp van belang is om de gevolgen van geweld duidelijk te krijgen, niet alleen met betrekking tot het aantal doden, maar ook tot verwondingen in medische, sociale en economische zin. Een verrassende lezing ging over de
noodzaak van de vrouwelijke benadering voor de beschaving. De heer Mitsuhei Murata, voormalige ambassadeur van Japan in Zwitserland, betoogde dat de meeste politieke leiders bijna alleen maar mannelijke eigenschappen tonen en dat het tijd wordt voor een meer vrouwelijke houding. Uiteraard wordt het een mengvorm van mannelijk en vrouwelijk. De mannelijke eigenschappen zijn bijvoorbeeld doelgerichtheid, machtsbelustheid, competitie en dwang. De vrouwelijke eigenschappen zijn tegengesteld hieraan: evolutionair, streven naar harmonie, samenwerken en dialoog. Soms heb je doortastendheid nodig (mannelijk) en soms kan een proces zich rustig en in overleg voltrekken. Sommige leiders lijken hier al een beetje aan te voldoen, zoals Obama die meer dialoog wil.
De twee oprichters van IPPNW, Chazov en Lown, lieten ook van zich horen. Yevgeni Chazov was in levende lijve aanwezig op het congres. Bernard Lown was aanwezig via een Skypeverbinding, zijn speech was direct te volgen. Zoals vanouds gaven beiden een prima kijk op de actuele ontwikkelingen in IPPNW en de wereld.
Workshop over Theories on War and Health Leo van Bergen
Het begon al goed. Het vliegtuig dat mij om twee uur in Basel had moeten afleveren, vertrok pas om kwart over twee (waardoor ik al mijn mede-redactieleden van Medicine, Conflict and Survival zou missen). Voor het eten bleek ik mij – ondanks dat ik spreker was – toch echt apart te hebben moeten inschrijven en van de mensen bij wie ik op de kamer sliep waren er twee overduidelijk zeer verliefd en een ander had een baby van enkele maanden bij zich. Kortom: de ideale voorbereiding voor een de daaropvolgende dag te houden workshop over Theories on War and Health. Toch was het een vruchtbare workshop, al waren de twee bijdragen behoorlijk verschillend. Mijn bijdrage behelsde een lezing over het verschil tussen persoonlijke overtuiging en wetenschappelijk bewijs aan de hand van drie stellingen: ‘Oorlog is goed voor de geneeskunde’, ‘Oorlog is slecht voor volksgezondheid’ en ‘Getraumatiseerde soldaten zouden geen uitkering mogen ontvangen’. Het zijn drie stellingen die alle door vele artsen worden onderschreven, maar waarvan de bewijsvoering meer gestoeld is op het verifiëren van de overtuiging dat het gewoon zo is, dan op deugdelijk bewijs. Falsificatie bijvoorbeeld, voortkomend uit twijfel over de waarheid van de stelling in plaats van uit zekerheid daarover, blinkt vaak uit in afwezigheid.
Na een vragenronde was het de beurt aan de Canadese arts Dale Dewar die de theorie verdedigde dat oorlog als ziekte moest worden beschouwd, en daarmee als uit te bannen aandachtspunt voor gezondheidswerkers, waarbij mijn gedachten meteen uitgingen naar het haar onbekende boek van de Boheemse psychiater Emil Flusser uit 1932 Krieg als Krankheit. De vraag daarbij was natuurlijk hoe het woord ‘ziekte’ dan moet worden gedefinieerd. Velen zullen – het merendeel van hen overigens met spijt in het hart – constateren dat oorlog geen ziekte kan zijn omdat het de normale menselijke activiteit is. Oorlog is de norm, vrede de afwijking. En de norm, de normaliteit,
kan nooit de ziekte zijn, want ziekte is de afwijking en niet de norm. Gezondheid is de norm. Daarmee was meteen een brug geslagen naar mijn lezing. Want ook het verhaal van Dewar had veel weg van een persoonlijke overtuiging die door verificatie werd ‘bewezen’; dit gaat nog meer op voor de ‘oorlog is normaal’-hypothese.
Dale Dewar
Die wordt namelijk steevast bewezen met de opmerking – waarvan ik niet zou durven beweren dat ze ook volledig waar is – dat er nooit een moment in de geschiedenis van de mensheid is geweest dat er niet ergens op de wereld oorlog werd gevoerd. De voor de hand liggende falsificatie hiervan is: er is ook nog nooit een moment in de geschiedenis geweest dat er niet op nog meer plekken géén oorlog werd gevoerd. In de middag wilde ik eigenlijk naar de workshop Hidden Casualties of War gaan, maar door een mij niet helemaal duidelijk geworden herindeling van de zalen bleek ik bij Gaza and Israël terecht te zijn gekomen. Spijt heb ik daar niet van gehad. Er waren drie inleiders: een in Israël levende arts, lid van IPPNW en van de medische mensenrechtenorganisatie van Israël, die al tijden probeerde hulp te gaan bieden in de Gaza-strook, maar wat hem door een verbod van de regering maar niet lukte. Dit in tegenstelling tot een in Amerika levende joodse arts, die weliswaar pro-Israël was, maar allesbehalve for better or for worse. En de derde spreker was een Palestijnse arts die reeds enkele jaren woonde en werkte in Frankrijk. Zij schetsten – niet geheel onverwacht, maar desondanks niet minder indringend – een beeld van totale medische
en sociale catastrofe, waarbij zeker niet eenduidig met de vinger naar Israël werd gewezen, al lieten zij er alle drie geen twijfel over bestaan dat dat land wel de hoofdverantwoordelijke was. De rol die IPPNW in dit enorme krachtenveld kon spelen was klein, maar ook het kleine mocht niet worden nagelaten. De sprekers bepleitten het sturen van gemengde PalestijnsIsraëlische delegaties naar de beide regeringen; het bevorderen en steunen van samenwerking van Israëlische en Palestijnse (medische) mensenrechtenorganisaties en het telkens weer veroordelen, in niet mis te duiden bewoordingen, van de gezondheidseffecten van zowel de Israëlische militaire en politieke maatregelen als die van Hamas. Maar tevens moest de discrepantie in de gevolgen van die twee voor eenieder duidelijk zijn: ten tijde van de inval in de Gazastrook vorig jaar verhield het aantal Israëlische doden zich tot het aantal Palestijnse als 1:100.
Biking against Nuclear Weapons: een BAN-tour! Niloufar Rahim
Van 14 tot en met 24 augustus 2010 hebben wij met een groep van 33 studenten geneeskunde en jonge dokters ca. 750 km gefietst door Duitsland, Frankrijk en Zwitserland op weg naar het 19e IPPNW wereldcongres in Basel. Afkomstig uit 21 landen van over de hele wereld, hadden wij slechts één doel: Nuclear Weapons out of Europe!
Na een korte reis kwamen Lori en ik op 13 augustus aan in Düsseldorf en ontmoetten de rest van de groep in het Reinwiesen Park, gelegen aan de Rijn. Naast een paar bekende gezichten waren er veel nieuwe. Tijdens die eerste avond voelden wij dat wij snel een hechte groep zouden worden. Na een koude nacht in de tenten begonnen we op zaterdag 14 augustus met een persconferentie en ons eerste target-X tegenover het staatsparlementsgebouw. Met onze nieuwe gele T-shirts startten we vervolgens de BAN-tour als een gele golf richting Benrath en vervolgens staken we de
Vervolg op pagina 6
5
Vervolg van pagina 5
Rijn over met de boot naar Keulen. Na een typisch Duits ontbijt fietsten wij naar de prachtige kathedraal van Keulen, waar wij op de dam ons eerste flashmob hielden. Om 10 uur precies viel iedereen voor 30 seconden doodstil op de grond. Gezien de verbaasde gezichten van de vele omstanders was dit een geslaagde actie, waarbij we naderhand in de vorm van een target-X informatie verstrekten over nucleaire wapens in Duitsland. En zo zetten we onze tour voort door Brühl, Bonn, Koblenz, Cochem, Oberwesel, Mainz, Heidelberg, Karlsruhe, Strassbourg, Biesheim om uiteindelijk aan te komen in onze eindbestemming Basel.
Gedurende deze tour was iedere dag voor ons een nieuw avontuur vol verrassingen, niet altijd gemakkelijk maar uiteindelijk wel vol inspiratie en gezelligheid. Zo begonnen wij elke dag met een combinatie van een target-X en een flashmob in de binnenstad. Elke keer opnieuw waren de reacties van de omstanders onvergetelijk. Hun verbaasde en nieuwsgierige blikken gaven ons telkens nieuwe energie. Na de actie gingen wij in onze witte doktersjassen de discussie aan met de omstanders over de nucleaire wapens en probeerden wij zoveel mogelijk mensen te informeren over de huidige situatie van nucleaire wapens in Duitsland en in de rest van Europa. Daarbij gaven wij hen de mogelijkheid de kaarten die wij mee hadden genomen te ondertekenen. Op deze kaarten wordt de Duitse minister van defensie gevraagd om de Amerikaanse wapens, gelegen in Büchel, uit Duitsland te verwijderen. In totaal hebben wij circa 800 ondertekende kaarten weten te verzamelen, welke opgestuurd zullen worden naar de Duitse minister van defensie. Daarnaast hielden wij dagelijks ook een persconferentie met verschillende media, zoals lokale en regionale kranten en/of radio- en tv-stations, waarbij een paar keer ook de burgemeesters van de verschillende steden aanwezig waren. Dit zorgde voor goede publiciteit en verspreiding van onze boodschap.
Na de target-X/flashmob werd de groep ingedeeld in twee kleine groepen, om te voorkomen dat we onderweg te lang op elkaar moesten wachten. Maar met de lunch ontmoetten de
6
Fast Group en de Wellness Group elkaar gezellig weer. De route langs de Rijn, door de wijngaarden en door de steden en dorpen was sprookjesachtig mooi, waardoor we het zelfs erg leuk begonnen te vinden om gemiddeld 70 km per dag te fietsen. Er was volop spirit en gezelligheid onderweg met de muzikale talenten onder ons – en niet te vergeten de appel- en perenbomen, de bessen en de druiven die we tegenkwamen. Bovendien ontmoetten wij vaak, op weg naar de eindbestemming van de dag, lokale groepen van IPPNW-Duitsland of familie van oude deelnemers aan de vorige Bike tours. Zij hadden altijd veel lekkernijen voor ons klaargelegd om ons nieuwe energie te geven voor het de laatste loodjes. Zo kwamen wij dus elke dag, ondanks de spierpijn, slapeloosheid en vermoeidheid, al zingend en met een grote
Niloufar haalt handtekeningen op
glimlach aan in een volgende stad. De avonden betekenden dan vooral gezellig met zijn allen het avondeten bereiden, hiervan smullen onder het genot van het kampvuur en muziek, elkaars zere schouders en nek masseren en af en toe een duik in de Rijn.
Aangekomen in Basel werd onze hechte BAN- familie versterkt door vele andere studenten en jonge dokters, die samen met ons deelnamen aan de laatste target X/ flashmob van de BAN-tour, die echt een enorm succes werd. Na de officiële beëindiging van de BAN-Tour en werkelijk terechte dankwoorden voor de organisatoren begonnen wij ons allen geestelijk en lichamelijk gereed te maken voor een nieuwe week vol nieuwe inzichten en informatie, nieuwe gezichten en netwerken, nieuwe projecten en inspiraties tijdens het studenten- en het wereldcongres. Naast alle interessante lezingen en workshops die wij hebben mogen bezoeken, was dit congres ook om een andere reden bijzonder voor ons. Ik heb mij namelijk kandidaat gesteld en ben ook gekozen tot internationaal co-coördinator van het Nuclear Weapons Inheritance Project. Een zeer interessant en veelbelovend project, waarvoor ik mij in de komende twee jaar zal inzetten samen met twee andere co-coördinatoren uit India en Australië. Lori heeft gedurende het studentencongres twee workshops gegeven, waaronder een over het Refugee Camp Project in de Palestijnse gebieden, en zich aangesloten bij het
Aiming for Prevention-project, een project over small arms.
Als we de ervaringen van de BANTour en het congres zouden samenvatten zouden wij zeggen: wij hebben veel blauwe plekken opgelopen, weinig geslapen, niet altijd kunnen douchen en af en toe honger moeten lijden. Maar deze vallen allemaal in het niet bij de prachtige plekken die wij gezien hebben, de inspirerende personen die wij ontmoet hebben, de duurzame projecten die we hebben kunnen zien, de ongelofelijk vredige en multiculturele sfeer die wij geproefd hebben en natuurlijk de kracht die wij hieruit geput hebben om geconcentreerd te blijven op ons doel en tot het uiterste te pleiten voor een wereld zonder kernwapens. Margaret Mead heeft ooit gezegd: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world; indeed, it's the only thing that ever had. Zo ook hopen wij de wereld te kunnen veranderen, al zou dat voor ons nog vele fietstochten, discussies en obstakels betekenen. Zolang wij elkaars steun en toewijding hebben, zijn wij gereed en verheugen wij ons op deze strijd tegen nucleaire wapens. Voor meer details over de BANTour kunt u ons blog lezen: http://www.ippnw-students.org/BAN/ blog.html
Voor meer informatie over de NWIP, ReCap en Aiming for Prevention verwijs ik u naar:
uit Nederland. Eenmaal geland was alles goed geregeld. Met gratis openbaar vervoer was ik zo in het centrum, vanwaar ik kon lopen naar de jeugdherberg St. Alban. Bij het inchecken bleek dat ik al geplaatst was in the Dutch room. Snel mijn spullen weggezet en naar het congres afgereisd. Zo arriveerde ik daar nog voor 11 uur. Alwaar ik me bij Niloufar, Nathalie en Lori de andere Nederlandse afgevaardigden kon voegen.
Het studentencongres begon op woensdag 25 augustus in de universiteit van Basel. Toen ik arriveerde had ik jammer genoeg net welkomstwoorden gemist, waaronder From Student to President door Ime John. Daarna volgden kort de projectpresentaties: ICAN, NWIP, Aiming for Prevention, het Refugee Camp Project (waar studenten meelopen in een Palestijns vluchtelingenkamp) en Peace through Health, een medical peace education programma ontwikkeld voor studenten. Tijdens de lunch is er even tijd om in de binnentuin te genieten van het lekkere weer in Basel en om degenen die ik in Helsinki heb leren kennen gedag te zeggen. Heel leuk om te zien dat de meesten nu ook weer gekomen zijn. Na de lunch waren er de presentaties van hen die zich komend jaar als Internationale of Europese voorzitter
wilden inzetten. Er volgde een mogelijkheid tot vragen stellen en de volgende dag zouden de verkiezingen plaatsvinden. De internationale kandidaten kwamen dit jaar uit Nepal, India, Iran en Nigeria. Voor Europa stelden Ilona uit Helsinki en Laura uit Duitsland zich ter beschikking. In de namiddag was er daarna nog de mogelijkheid tot het volgen van twee workshops. Deze werden gegeven door en voor studenten. We konden meer uitleg krijgen over de projecten of kijken naar The inconvenient truth about Chernobyl en Sick without papers, over onverzekerde migranten. Ook een mediatraining behoorde tot de mogelijkheden.
Na deze behoorlijk intensieve dag was er ’s avonds een Cultural Carnival georganiseerd. Elk land was gevraagd nationaal eten en drinken mee te nemen en optioneel in traditionele klederdracht te verschijnen. Jammer genoeg was Nathalie thuis gebleven omdat ze zich niet zo lekker voelde en Niloufar was het eerste uur nog aan het vasten voor de Ramadan, maar dat mocht de pret niet drukken. Met oranje schorten aan en een rood-wit-blauw lint om ons hoofd installeerden we de Nederlandse tafel, die we moesten delen met Groot-Brittannië en Finland.
Vervolg op pagina 8
http://www.ippnw-students.org/
Studentenlezingen en workshops Bettina Kortekaas
Op 14 augustus start de BANtour in Düsseldorf. Helaas kan ik er niet bij zijn i.v.m. coschappen. Op 24 augustus kwamen de eerste studenten per fiets aan in het centrum van Basel. Daar volgde een welkomstactie op de Marktplatz, waarover ik zelfs de volgende dag kon lezen in de krant van Basel. Die dag kwam ik namelijk aan, 25 augustus. Na verscheidene mails en overleg, mocht ik van mijn stageplek 3 dagen missen om naar het studentenwereldcongres te gaan. Om 8 uur ‘s ochtends vertrokken met het vliegtuig
7
Vervolg van pagina 7
Wij deelden klompjes-sleutelhangers uit en men kon stroopwafels en beschuit met muisjes proeven. Drop waren we wonderlijk genoeg vergeten, gelukkig kon het Finse salmiakki dit gebrek goed oplossen. Als alcoholische versnapering was er advocaat en Beerenburg, wat een groot succes was. Na het eten en drinken was er in de kelder de mogelijkheid om een stukje op te voeren, maar het meeste was er toch te zien op de dansvloer waar iedereen zijn lokale danspassen opvoerde.
Op donderdag begon de dag weer vroeg met lezingen over Uranium and Environment, gevolgd door Peace and Health. Hierna volgden de verkiezingen voor de internationale vertegenwoordigers. Tussendoor hadden we voor de Nederlandse stem nog even snel overleg gepleegd. Onze stem ging naar Iran en Nepal. De gekozen internationale vertegenwoordigers voor het komend jaar zijn uiteindelijk Leila uit Iran en Ogebe uit Nigeria geworden. Na de lunch was er nog een workshopsessie. Dit keer was er de keuze voor Climate change and its health impact, Terrorism and Nuclear Weapons of The City game. Deze laatste interactieve workshop werd gegeven door Lori een Nederlandse student. Hierbij werden door middel van een
8
interactief spel de gevolgen van milieurampen, onderdrukking en honger voor burgers duidelijk gemaakt. Achter de schermen waren vele verschillende projectgroepen ook druk bezig plannen te maken voor de toekomst. Samen met de nationale vertegenwoordigers van elk aanwezig land was er een vergadering waar we iedereen konden leren kennen. Toch iets helemaal anders dan e-mail contact. Verder kon iedereen zijn ideeën vertellen, spraken we over wat er verbeterd kan worden met name voor de website en werden er afspraken gemaakt over het contact
houden. De laatste dag van het studentencongres sloot af met lezingen over Essentials in Enduring Engagement en met bemoedigende woorden voor de toekomst. Namens de studenten wil ik iedereen bedanken dat we de kans hebben gekregen om naar het wereldcongres te gaan. Het was erg leuk, leerzaam en inspirerend. Meer info:
op www.medicalpeacework.org kan je online de cursus Peace trough Health volgen.
In memoriam Pierre Piérart Op 20 juli 2010 overleed na een lange ziekte Pierre Piérart op de leeftijd van 83 jaar. Hij was professor Biologie aan de Universiteit van Mons (België).Vanaf de beginjaren van IPPNW was hij betrokken bij de vredesbeweging o.a. als vicepresident van de Association Médicale pour la Prévention de la Guerre Nucléaire (AMPGN), de Franstalige vleugel van IPPNW in België. Hij was een aimabel maar tegelijk een geestdriftig en daadkrachtig man. Het pacifisme van Pierre Piérart was meer dan het reproduceren van enkele holle slagzinnen. Hij gebruikte historische Marcha en Pierre en wetenschappelijke argumenten. In zijn boek De l’ Hiroshima à Sarajevo verzette hij zich tegen de opvatting dat de vernietiging van de twee Japanse steden tot een vluggere beëindiging van WO II zou geleid hebben. Het werkelijke doel was een demonstratie van macht van de Verenigde Staten. Hij doceerde Plantkunde en dat liet hem toe – vooral door zijn inzet – in 1989 op de campus van de universiteit van Mons het park Hibakusha op te richten als een memoriaal voor de slachtoffers van Hiroshima en Nagasaki. Elk jaar wordt er op 7 augustus een herdenking georganiseerd. Telkens wanneer hij van iets overtuigd was zette hij er zich ook volledig voor in. In de jaren ’80 ging hij na elke kernproef in zijn eentje met een protestbord postvatten voor de ambassade van het land dat die atoomproef verricht had. In 1999 wekten de bombardementen van de NAVO tegen Joegoslavië, gevolgd door de bezetting van Kosovo, zijn teleurstelling en woede op. Deze niet verklaarde oorlog tegen een soeverein Europees land vond hij ongerechtvaardigd. Piérart zag hierin het bewijs dat de NAVO niet langer de verdediger van het grondgebied van de leden was maar een instrument in de handen van de VS (in Kosovo wordt thans een reusachtige Amerikaanse basis gebouwd). Als reactie stichtte hij het Comité Surveillance OTAN dat de activiteiten van de organisatie nauwlettend moest volgen. De laatste zeven jaren van zijn leven leed hij aan de ziekte van Lyme. De ziekte verlamde hem geleidelijk. Gelukkig bleef hij lucide. Zijn wil om zich in te zetten voor de vrede bleef ongebroken. Zijn vrouw Marcha was zijn kameraad en steun, altijd opgewekt en behulpzaam. Moge ons medeleven haar helpen bij het aanvaarden. Eduard Kusters
9
Gebondenheid aan eigen geboortegrond kalft af
Op zoek naar identiteit Jef De Loof Beelden uit m'n kinderjaren Uit m'n jeugd zo vrij en blij Trekken somtijds kalm en rustig Aan mijn peinzend oog voorbij 'k Denk nog dikwijls aan die dagen Vol geluk en stille vree Hoe verheugd ik steeds ontwaakte In ons hutje bij de zee... Immer zal mijn hart u loven Vreedzaam plekje uit mijn jeugd En mijn laatste wens zal wezen Dat ik eens in kalme vree 't moede hoofd ter rust mag vlijen In ons hutje, ons hutje bij de zee Dit is een deel uit een van de vele volksliedjes die het heimwee uitdrukken van zeevaarders, van emigranten, van iedereen die zijn geboortestreek om welke reden ook voor lange tijd of blijvend moet verlaten. De eigen, vertrouwde omgeving geeft een gevoel van zekerheid, wat je vooral ondervindt bij je terugkeer na een tijd afwezigheid. Het is normaal dat je eigen gemeenschap je meer aanspreekt, dat je er een speciale band mee hebt. Gehechtheid aan je land, een voorliefde voor het vaderland, wordt terecht beschouwd als een positieve deugd.
Van loyale burger tot gemanipuleerde patriot
Voor elk land is het belangrijk zijn burgers zo goed mogelijk aan zich te binden, zodat ze zich met overtuiging inzetten en bereid zijn, indien nodig, offers te brengen voor hun vaderland. De overheid doet dan ook alles om het land zoveel mogelijk in de kijker te plaatsen en een goed imago te bezorgen. Met een nationale vlag, nationale symbolen, een volkslied, feesten en parades, waarvoor de nodige eerbied moet worden betuigd. Met de toename van het aantal onafhanke-
10
lijke landen met afgebakende grenzen, die dikwijls in onmin leefden met hun buren, en anderzijds door het feit dat minder huursoldaten beschikbaar waren, moesten de nieuwe machtshebbers meer beroep doen op eigen legers. Ze hadden nood aan een bevolking waarop ze in alle omstandigheden konden rekenen. Vaderlandsliefde werd opgeklopt tot onvoorwaardelijke trouw aan het land als eerste en absolute plicht van elke burger. Op ongehoorzaamheid, zeker in oorlogstijd, stond de dood met de kogel. 'Voor God en Vaderland', heette het. Dit betekende dat de burger bereid werd geacht vol enthousiasme, in blinde trouw, voor het vaderland te vechten en te sterven. Hem werd de wortel van Horatius voorgehouden: de plicht en de eer. Pro patria mori dulcis et decorum est: voor het vaderland sterven is heerlijk en strekt tot eer.
Het betekende bovendien – en dat werd altijd verzwegen – dat hij bereid was ten dienste van het vaderland fundamentele ethische principes om te buigen. Vernietiging wordt een heldendaad, moord met eretekens beloond. Principiële dienstweigeraars worden gestraft, in meerdere landen geëxecuteerd. Het opleggen van dergelijke vaderlandsliefde wordt een immoreel ingrijpen. Het leidt tot een ontaarding van de moraal. Altijd zijn er mensen geweest die zich niet lieten insluiten binnen één land, binnen hun vaderland. Universele geesten, ruimdenkende wereldburgers. Het waren tot voor kort grote uitzonderingen.
Van patriot tot wereldburger
"De wereld is mijn vaderland" Erasmus "Beroem er u niet op uw vaderland lief te hebben, maar stel er een eer in de hele wereld lief te hebben" Baha,'u'llah Twee wereldoorlogen binnen een halve eeuw met een nietsontziende
wreedheid en een ongelooflijk aantal slachtoffers, een wapenontwikkeling die nog veel vernietigender oorlogen voorspelde, deed vele mensen nadenken Zeker na het einde van de Koude Oorlog, toen directe oorlogsdreiging ver verwijderd leek, zag je bij een groot deel van de bevolking een duidelijke mentale verschuiving. Het absolute patriottisme verloor aanhang en vaderlandsliefde werd ondergeschikt bevonden aan het vredesstreven. Het standpunt van de vredesbeweging ging verder dan het negatieve 'nooit meer oorlog'. Het ging uit van een positieve drijfveer, een drang naar verbondenheid, naar samenwerking tussen de volkeren. Dit werd in de hand gewerkt door de enorm toegenomen mobiliteit en de nooit geziene communicatiemogelijkheden. Rechtstreekse gesprekken, individueel en tussen een groeiend aantal internationale organisaties stimuleerden het zoeken naar vrede en wereldsolidariteit.
Ook de officiële instanties, politieke partijen en regeringen zochten naar stabiliteit door samenwerking. Van de economisch belangrijke ‘Gemeenschap voor Kolen en Staal’ tot de zuiver politieke ‘Europese Unie’. En ook bij de bevolking is er een duidelijke mentale verandering vast te stellen. Er is niet alleen de toenemende interesse voor alles wat in de wereld rondom ons gebeurt, maar ook een groeiende actieve inzet in de derde-wereldwerking. Onderlinge communicatie is vanzelfsprekend geworden. Wereldreizen, aanknopen van vriendschappen en zelfs het aangaan van definitieve relaties over de grenzen heen, dit zijn geen uitzonderingen meer. Je kan het niet veralgemenen, maar de gebondenheid aan de eigen geboortegrond kalft af.
Landen worden bezorgd en zoeken naar eigen identiteit en aantrekkingskracht Ineens zien we een aantal landen hierop inspelen, bang geworden van wat je een ‘verwereldsing’ zou kun-
nen noemen. Het zijn niet alleen de landen van Zuid-Amerika of Azië die op zoek gaan naar een identiteit die ze nooit hadden in hun gekolonialiseerd verleden. Het zijn ook de landen van het oude Europese continent die bewust beginnen speuren naar een eigen specificiteit, naar een plaats en rol in de wereld. Ze beseffen dat ze niet alleen in het buitenland, maar ook door hun eigen burgers herleid zijn tot een van de vele landen met een zeker sociaal, cultureel, economisch en politiek soms wisselend beleid. Zoals zovele andere landen. Meer niet. Nu reageren ze omdat ze uit de grijze massa willen treden. Ze gaan op zoek naar eigen kenmerken die hen speciaal maken. Hiermee willen ze hun burgers terug sterker aan zich binden, een zekere fierheid bijbrengen, die hun vaderlandsliefde moet opkrikken. Anderzijds hopen ze door het presenteren van een specifiek imago ook in de buitenwereld meer waardering te krijgen en meer invloed af te dwingen. Plots wordt overal gezocht naar ‘identiteit’, een woord dat velen tot onlangs enkel kenden als bestanddeel van een identiteitskaart.
In Frankrijk leek het er op alsof een dreigende ramp moest afgewend worden. Sarkozy stelde inderhaast een uitgebreide nationale commissie samen waarbij de verschillende geledingen van de staat betrokken werden. Het is een feit dat Frankrijk destijds een heel belangrijke rol in de wereld heeft gespeeld, op vele terreinen. Als politiek en militair machtige staat. Als land van de verlichting, de sociale revolutie, de scheiding van kerk en staat. Als voorloper van de democratie. Op gebied van kunst en wetenschappen stond het lange tijd aan de top in Europa. Vandaag is Frankrijk kleurloos en vlak, door heel wat landen voorbijgestoken. In niets speciaal, zelfs niet meer op culinair en oenologisch gebied. De zoektocht naar identiteit heeft niettegenstaande de brede opzet nog geen resultaat opgeleverd. Het land is zeer divers. Het is Europa's grootste smeltkroes van migranten. Misschien is die diversiteit nu juist zijn identiteit. Ook Nederland zit met het probleem. Geen enkel klein land heeft een verleden als Nederland. Met
In memoriam Ton van Asseldonk-de Vries De NVMP heeft met verslagenheid vernomen dat Ton van Asseldonk-de Vries op 27 juli 2010 is overleden. Ton van Asseldonk was NVMP-lid en twee decennia bestuurslid van de Stichting Tribunaal voor de Vrede. Aan haar inzet en doorzettingsvermogen is het te danken dat de Stichting van de grond kwam en het 'Tribunaal voor de Vrede' kon organiseren in september 1985 in de Sint Laurenskerk te Rotterdam over de rechtmatigheid van het gebruik van kernwapens. NVMP heeft hieraan meegewerkt. Zonder haar was het eerste wereldcongres van Juristen tegen Kernwapens niet mogelijk geweest. Ook bij The Hague Appeal for Peace in 1999 was zij op de achtergrond van IALANA (Association of Lawyers Against Nuclear Arms) een deskundige steunpilaar.
zijn machtige vloot heerste het ooit economisch en militair over de wereldzeeën. Democratisch, sociaal en ook op gebied van betrouwbaarheid scoort het nog hoog. Wetenschappelijk hoort het tot de toplanden. Ook sportief staat het op hoog niveau. Politiek lijkt Nederland echter sinds enkele jaren onstabiel. Waar het bekend was om zijn openheid, zijn kritische progressieve visie, zijn tolerantie en verdraagzaamheid, is het de jongste tijd aan het zwalpen tussen open en benepen, progressief en conservatief. Voldoende voor een onderzoek naar 's lands identiteit. Nog andere landen zijn op zoek naar hun identiteit. Vlaanderen ziet er blijkbaar nog het nut niet van in.
Onze politici hebben voorlopig andere katten te geselen. Nochtans denk ik dat we als volk wel degelijk een identiteit hebben die ons onderscheidt van andere volkeren. Je zou ze als volgt kunnen samenvatten. We zijn een volk dat vreedzaam is, de problemen met geduld tracht op te lossen zonder geweld. Een volk dat op ethisch vlak i.v.m. abortus, euthanasie en seksuele geaardheid breeddenkend is, dat veel belang hecht aan zorgverlening, dat zich inzet voor een vreedzame wereld, voor wapenbeperking, dat als eerste land ter wereld een verbod tegen landmijnen en clusterbommen heeft gestemd. Als profiel niet zo slecht, me dunkt!
*
11
Deel XIX
De studie van de hedendaagse oorlog
J.M.G. van der Dennen Hoogerwerf, Andries (2010) De politiek en de dood. Oorlog en vrede opnieuw bezien. Uitgeverij Damon, Budel. ISBN 978 90 5573 982 0.
In het Nederlandse taalgebied zijn wij niet bepaald gezegend met oorspronkelijk werk over oorlog en vrede. Vertaalde werken van buitenlandse auteurs zijn er in overvloed, maar wellicht is de markt te klein voor Nederlandstalige bijdragen.
Van Bert V.A. Röling, internationaal jurist en oprichter van het toenmalige Polemologisch Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen, zijn er de volgende publicaties: Over oorlog en vrede. Problemen van het atoomtijdperk (Bezige Bij, Amsterdam, 1964), Polemologie: inleiding tot de wetenschap van oorlog en vrede (Van Gorcum, Assen, 1973), en Vredeswetenschap: inleiding tot de polemologie (Aula, Utrecht, 1981).
Verder hebben we van Jan Geert Siccama een brochure Over oorlog (NIVV, Den Haag, 1977). En van Frank Decat De eeuwige oorlog: 3000 jaar moderne oorlogvoering (Uitgeverij Halewyck, Leuven, 2003), niet zozeer een inleiding tot de polemologie, maar meer een krijgshistorische verhandeling, evenals die van mede-Vlaming Luc de Vos: Inleiding tot de moderne krijgsgeschiedenis (Koninklijke Militaire School, Brussel,
12
1996). Van Mark Heirman, alweer een Vlaming, De waanzinnige twintigste eeuw. Oorlog en vrede van 1914 tot 1994 (Hadewijch, Antwerpen, 1995), een al wat ouder, maar absoluut niet verouderd werk dat scherpzinnige inzichten biedt in de meest gewelddadige eeuw in de menselijke geschiedenis. Bijvoorbeeld over de dialectiek van Verlichting en Romantiek die culmineerde in de moorddadige en oorlogszuchtige ideologieën van de vorige eeuw. Het recente werk van Hans Achterhuis Met alle geweld (Lemniscaat, 2008) over geweld in het algemeen raakt soms bovengenoemde thematiek.
Het boek van Hoogerwerf kan worden beschouwd als een eigentijdse inleiding in de wetenschap van oorlog en vrede, met de aantekening dat het enigszins op de vlakte blijft en af en toe neigt naar simplisme (wat waarschijnlijk onvermijdelijk is in dit soort geschriften). Ook de ietwat pretentieuze titel kan men voor lief nemen. Hoogerwerf, politicoloog, is emeritus hoogleraar van de Universiteit Twente, en heeft onder andere ook de volgende titels gepubliceerd: Wij en zij: Intolerantie en verdraagzaamheid in 21 eeuwen en De donkere onderstroom: Extreem gedrag in politiek en samenleving (eveneens door Damon uitgegeven). “Dit heldere en evenwichtige boek prikkelt tot een fundamentele bezinning op de raadselachtige verbintenissen tussen de politiek en de dood” (aldus de achterflap). Hoogerwerf onderscheidt vier vormen van massaal politiek geweld: internationale oorlog, binnenlandse oorlog of burgeroorlog, genocide en democide, en terrorisme. Ook onderscheidt hij, in navolging van Mary Kaldor, oude en nieuwe oorlogen. In het hoofdstuk ‘Beleid en oorlog’ bespreekt de auteur leiderschap (de roep om grote leiders, macht en hoogmoed, krachten rond beslissingen); informatie en misleiding; leren van de geschiedenis, diplomatie (crisismanage-
ment); de vorming van het buitenlands beleid; en ook Nederland en de oorlog in Irak komt nog even aan de orde.
Het hoofdstuk ‘Mens en oorlog’ behandelt oorlogvoering als extreem gedrag (agressie en geweld, frustratie en agressie, gestoorde persoonlijkheid en geweld, geweld van ‘gewone mensen’, geweld als middel voor een doel, geweld als extreem gedrag); ‘mannen houden van vechten’; de druk van de groeiende bevolking; en jonge mannen zonder passend werk.
Het volgende hoofdstuk ‘Cultuur en oorlog’ behandelt de volgende thema’s: militarisme en oorlogscultuur (‘vechten kan een bron van vreugde zijn’, positieve en negatieve gevolgen van oorlog); motieven voor oorlogen; drie visies op de rechtvaardiging van oorlog; het ‘realisme’ van de macht (Morgenthau: politiek is een strijd om de macht); pacifisme en geweldloos verzet (georganiseerd pacifisme, argumenten voor en tegen pacifisme, geweldloos verzet van burgers); de ‘rechtvaardige oorlog’ (over het recht van oorlog en vrede, rechtvaardigheid ook na de oorlog); en een ethische internationale politiek (‘spelregels’ voor het gebruik van geweld).
In het hoofdstuk ‘Macht en oorlog’ komen aan de orde: internationale anarchie en chaos (internationale regimes); democratie en oorlog; dictatuur en geweld; falende staten; genocide en democide (de grote terreur, nieuwe massamoorden, onbeperkte macht als oorzaak, beleid tegen massamoorden, individuele politieke moorden); verdwijningen; terrorisme (motieven van terroristen, en achtergronden van terrorisme). In het volgende hoofdstuk ‘Ongelijkheid en oorlog’ komen deze thema’s aan de orde: ongelijke verdeling van welvaart (armoede en honger, schaarste van grondstoffen en water, klimaatoorlogen); ongelijke verdeling
van macht (vormen van een ongelijke machtsverdeling); imperialisme (het moderne wereldsysteem); opkomst en ondergang van grote machten (militaire macht hangt af van economische macht, en het verval van imperia). In het hoofdstuk ‘Conflict en oorlog’ worden de volgende thema’s behandeld: de wereldpolitiek: een toestand van oorlog?; de statistiek van dodelijke twisten; het internationale systeem; territoriale conflicten; ideologische conflicten; religieuze en culturele conflicten (een botsing van beschavingen?); etnische conflicten; politieke uitsluiting; samenvallende tegenstellingen; en het scenario van onverdraagzaamheid (van marginalisering tot massamoord).
Hoofdstuk acht ‘Samenwerking als weg naar vrede’ biedt: globalisering; concurrentie, conflict of coöperatie (functionele samenwerking, transnationale relaties); idealisme en realisme rond Europa; plannen voor een blijvende vrede; ‘naar de eeuwige vrede’; het realisme van de Europese Unie (de NAVO); idealisme en realisme rond de Verenigde Naties (de Verenigde Naties, agressie, zelfverdediging, de veiligheidsraad, omstreden regels);versterking van de Verenigde Naties; de rechten van de mens (schendingen van mensenrechten, toezicht of naleving, Nederland en de mensenrechten).
Hoofdstuk negen: ‘Andere wegen naar vrede’: machtsevenwicht; wapenbeheersing (onmiskenbare vorderingen, het beperken van strategische wapens, nieuwe regels voor tijdens de oorlog, toch geen gewetensbezwaren); vredesmachten en humanitaire interventie (humanitaire interventie, de verantwoordelijkheid om te beschermen, maatstaven voor ingrijpen); en de VN en ontwikkelingssamenwerking.
Het laatste hoofdstuk ‘De politiek en de dood’ geeft een overzicht en samenvatting van het voorafgaande, en een concluderende slotbeschouwing: ‘uitzicht’.
Het boek van 181 pagina’s (inclusief eindnoten, literatuurverwijzingen en register) haalt heel wat overhoop zoals u hebt gezien, maar beschouwd als inleiding tot de besproken problematiek is het alleszins aanbevelenswaard (speciaal voor middelbare scholieren
en beginnende studenten). Hoogerwerf is goed in staat het voor en tegen, de voordelen en risico’s, de sterkte en zwakte van bijvoorbeeld machtsrealisme, pacifisme en de traditie van de rechtvaardige oorlog te belichten: machtsrealisme is geneigd de realiteit en het belang van waarden en normen in de politiek te onderschatten; pacifisme loopt het risico de realiteit van de macht te onderschatten; de traditie van de rechtvaardige oorlog loopt
het risico te worden misbruikt voor het rechtvaardigen van een onrechtvaardige oorlog. Hoogerwerf is ook niet te beroerd om soms ‘harde’ (diagnostische) uitspraken te doen. Zo stelt hij terecht vast dat internationale vredesoperaties vaak te zwak, te laat en te kort zijn om een succes te kunnen worden (Srebrenica, Somalië en Rwanda zijn hier de tragische en traumatische voorbeelden van).
Over het raadsel van de verbintenis tussen de politiek en de dood, tenslotte, heeft de auteur het volgende te melden: “Het is niet eenvoudig de vele, in dit boek belichte krachten die massaal geweld bevorderen in een rangorde te plaatsen. Maar tot de belangrijkste van die krachten lijken in elk geval ook onverdraagzaamheid en ongecontroleerde macht te behoren. Onverdraagzaamheid is een culturele kracht die kan uitlopen op een poging om mensen te discrimineren, buiten te sluiten en zelfs te vernietigen. Macht, en in het bijzonder ongecontroleerde macht, maakt het voor politieke machtshebbers structureel mogelijk de middelen te kiezen die zij kunnen gebruiken om een volk of een bevolkingsgroep van het leven te beroven. Vooral in combinatie met elkaar lijken onverdraagzaamheid en ongecontroleerde macht essentiële factoren te zijn die tot een internationale oorlog, een burgeroorlog, genocide of terrorisme kunnen leiden” (p. 159).
“Voor de gruwelijkheden die mensen elkaar in oorlogen, genocide en terrorisme aandoen, bieden onverschilligheid en cynisme geen enkele oplossing. De weg naar een werkelijke oplossing voor het probleem van het massale geweld is een combinatie van humaan idealisme en politiek realisme” (p. 163). Wijze woorden. *
13
thema ‘Oorlog en Vrede’
Muziek en oorlog en vrede Christien Mudde Ditmaal geen bijdrage over een componist en een werk, dat aan het thema oorlog en/of vrede is gewijd, maar een impressie van de muziek, die we tijdens het 19e Wereldcongres van IPPNW in Basel te horen kregen. Er is al een lange geschiedenis van IPPNW en muziek, vooral door de niet-aflatende ijver, waarmee Peter Hauber, Duits IPPNW-er uit Berlijn al sinds 1984 op het hoogtepunt van de Koude Oorlog benefietconcerten aan beide kanten van het IJzeren Gordijn wist te organiseren. Tal van beroemde musici stelden zich beschikbaar: Barenboim, Bernstein, Doráti, Kremer, Menuhin en vele anderen. Zij sloten zich bij de IPPNW-gedachte aan: niet alleen de mens is bedreigd in het atoomtijdperk, maar ook de door de mens geschapen kunst bevindt zich in de ‘eindtijd’. En muziek is een bij uitstek door velen begrepen kunstvorm, waarin de mens zijn vreugde en hoop, verdriet, angst en pijn kan vertolken en die door mensen van verschillende talen, landen en religies kan worden verstaan. In een vorig nummer vermeldde ik al de beroemd geworden zegetocht van Beethoven’s Missa Solemnis door een ‘Al-Europees Symfonieorkest’ o.l.v. Antal Doráti: Berlijn, Moskou, Dresden, Londen in 1988. Het is dan geen wonder, dat de meeste IPPNW-wereldcongressen ook een concert bevatten, dat gewijd is aan het thema: oorlog en vrede, of dood en leven.
De Basel Symphonietta o.l.v. Jonathan Stockhammer zetten op 28/8 in het Stadtcasino de traditie voort met een concert onder de titel Sonnenfinsternis. Het begon met een mythisch orkestwerk van de Zwitserse componist Klaus Huber
14
(geb.1924): Tenebrae dat de zonsverduistering tijdens de kruisiging van Christus verbeeldt, maar ook de levensverduistering, die in mensenlevens of in de geschiedenis kan optreden. “Een passiemuziek zonder tekst”. Huber zegt daarover zelf: “Mijn voorstellingen cirkelden rond het thema zonsverduistering, levensverduistering. Niet in de zin van een beschrijving door middel van de muziek, maar veeleer in de zin van het aanroepen van een oeroud mensheidssymbool, dat door een geweldige druk tot in de diepste diepten van het menselijk bestaan weet door te dringen”. Het gaat om de bedreiging van de mens. En wel door de mens zelf, door zelfvervreemding, ontmenselijking, negativiteit.
Het stuk begint in deel I met fluisterende violen en slagwerk en stuwt dan naar “genadeloze 12-toons reeksen, een klankverbeelding van de inhumaniteit en het geweld. In deel II (Golgotha) klinkt met donkere bassen en pauken een grote klaagzang, de totale verlatenheid van het ‘Ik’. En het duurt eindeloos, lijden tot in het onverdraaglijke. Dan volgt Transitio: violen en fluitende geluiden, vogelstemmen en een oplichtend koraal van de blazers als stemmen uit de andere wereld. Na Tempestuoso, een stormachtig deel, eindigt het stuk in deel III na een christelijk koraal in een grote stilte.
Het tweede stuk waren de Kindertotenlieder (1901-1904) op tekst van Friedrich Rupert voor solostem en orkest van Gustav Mahler (18601911). Voor de meesten uwer natuurlijk welbekend. Toen Mahler deze schreef (nadat hij in 1901 met een levensbedreigende bloeding was geconfronteerd en daarmee een bijnadoodervaring had beleefd) leefden zijn dochtertjes nog, zodat zijn vrouw Alma verbijsterd was en het zag als een zelf-oproepen van het noodlot. En zij kreeg gelijk, toen enkele jaren
later hun dochtertje Maria-Anna aan roodvonk overleed. Maar het thema ‘Lijden en Dood’ is altijd in Mahler´s werk present (zoals o.a. in Lieder eines fahrenden Gesellen, de Wunderhornliedern en de Tambour´sell). In zijn eigen familie is Mahler veelvuldig met de dood geconfronteerd geweest en zijn muziek cirkelt vaak rond de thema´s dood en hiernamaals. De Kindertotenlieder staan in de context van de dood als wedergeboorte. Het is een soort vertelling in herinnering aan de gestorven kinderen: Nun will die Sonn´so hell aufgehen schildert de verbazing, dat de zon gewoon weer opgaat na de doodsnacht. Nun seh’ich wohl, warum die dunkle Flammen: twee paar kinderogen komen als sterren aan het firmament terug. Wenn dein Mütterlein: de vader stelt zich voor hoe de moeder met het gestorven kind de kamer weer binnenkomt. Oft denk’ ich, sie sind nur ausgegangen: ze zijn niet echt dood, ze komen terug, en het laatste vers: In diesem Wetter is een aanklacht, dat men kinderen bij slecht weer uitdraagt. Zelf maakte ik de link naar alle kinderen in de wereld, die blootgesteld zijn aan ‘noodweer’ nl. door mensen veroorzaakte onmenselijke omstandigheden als oorlog, waarvan kinderen het slachtoffer zijn. (In de Universele Verklaring van de Rechten van het Kind is het Recht op een veilige omgeving voor kinderen vastgelegd!): couplet 1: In diesem Wetter, in diesem Graus, nie hätt’ich gesendet die Kinder hinaus. Man hat sie hinaus getragen, ich durfte nichts dazu sagen! couplet 2: In diesem Wetter, in diesem Saus, nie hätt’ich gesendet die Kinder hinaus, ich fürchtete, sie erkranken; das sind nur eitle Gedanken.
couplet 5: In diesem Wetter, in diesem Saus, in diesem Braus, sie ruhn als wie in der Mutter Haus, von keinem Sturm erschrecket, von Gottes Hand bedecket, sie ruhn wie in der Mutter Haus! Zo eindigt dit lied in pianissimo als een wiegelied voor de gestorven kinderen.
Het laatste stuk, dat op het programma stond was van de Amerikaanse (minimal music-) componist John Adams (geb.1947): Naive and Sentimental Music (1997-1999). Zijn muziek is beïnvloed door de seriële (12-toons) muziek, de Beatles, John Cage en Wagner. Hij bevrijdt zich ook geleidelijk van de beperkingen van de minimal music. Het is gebaseerd op Schiller´s esthetische geschrift: Über naive und sentimentalische Dichtung. Daarin zet Schiller twee typen dichters tegenover elkaar: het ‘naïeve’ (spontaan natuurlijke) type (Goethe) en het ‘sentimentele’, door het intellect geleide (Schiller zelf). Adams probeert in zijn stuk deze polariteit in een soort alchemistische bewerking met elkaar te
verbinden. Adams rekent zichzelf tot het ‘naïeve’ type, terwijl Schönberg (in wiens strenge 12-toons muzieksysteem hij werd geschoold) het ‘sentimentele’ type vertegenwoordigt. Zo zet Adams zich af tegen Schönberg en de hele experimentele avant-garde van zijn tijd.
In het eerste deel van het werk, Naive and Sentimental Music stuurt hij een diatonische (de beide types) melodie ‘als een kind de wereld in’. Het tweede deel, Mother of Man een melodie van een gitaar, die door de strijkers wordt begeleid verbeeldt de ‘onbedorven toestand van de kinderjaren’. En tenslotte Chain to Rhythm wordt een melodiefragment uit het eerste deel in opzwepende ritmes uitgewerkt. Is dit het antwoord op de doodsthema’s in de werken vóór de pauze: het doorgaande ritme van het leven zelf?
Ook tijdens het banket op vrijdagavond werden we op muziek vergast: koormuziek uit vele landen, zeer fraai gezongen door het Cantate Kamerkoor uit Basel, om het internationale aspect van het concert kracht bij te zetten.
En tijdens de interreligieuze dienst The heaven over the World is wide enough op zondagmorgen in de nabijgelegen Oud-Katholieke Predikerkerk, verzorgd door vertegenwoordigers van bijna alle grote religies (maar ik miste de Boeddhisten) zong het Basler Vokalensemble het motet voor twee koren en basso continuo van Bach: Singet dem Herrn ein neues Lied. Het was goed om te zien, dat de Zwitserse voorzitter van het IPPNW-Congrescomité Andreas Nidecker daarin zijn mannetje als zanger stond. Weer een voorbeeld van een medicus, wetenschapper en bevlogen mens, die de muziek als vertolking van het innerlijke van de mens praktiseert. Maar het meeste indruk op mij maakte het Alevitisch gedicht, begeleid door de Saz, de luit met een lange hals: Our name might be modesty, we have only one enemy, the hate. We hate nobody. In our mind the whole world is one. Not to fight, I came But to love. Hearts are where friends live I came to build up hearts *
15
Henri La Fontaine (1854-1943) Nico Vroenhof
De reeks ‘Erflaters van de Vredesbeweging’ beschrijft een reeks persoonlijkheden die hebben bijgedragen tot de vredesbeweging. Na een korte biografie wordt ingegaan op hun doelstellingen en hun pogingen deze te realiseren. Een veelzijdige en schilderachtig figuur was de Belg Henri La Fontaine Vrede is een belangrijk goed. Sinds de oudheid zeggen de meeste mensen dat zij voor vrede zijn. Plato stelde: “…het doen en laten van de mensen in vredestijd moet niet gericht zijn op het voeren van oorlog maar op het voorkomen ervan, want het doel is vrede, en het is de plicht van de mensen om deze te handhaven” (Plato. De Wetten, ca 347 v.Chr.). Maar de methodes om dit te bereiken lopen ver uiteen. Aan het ene uiterste staat nog altijd: Si vis pacem para bellum. (Indien je vrede wilt, bereid je dan voor op oorlog). Het was het adagium van het Romeinse Rijk. De stelregel gaat ervan uit dat men moet bewapenen, liefst met krachtiger wapens dan de mogelijke tegenstander. Zelfs een preventieve aanval is verdedigbaar. Aan de andere zijde staat het idealisme met de gulden leefregel die haast in alle godsdiensten is overgenomen: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.”
Inleiding
Tussen deze twee uitersten staat een heel scala van meningen. Alfred Nobel geloofde dat de nieuwe wapens zo verschrikkelijk waren dat de mensen zouden afzien van het gebruik ervan. Hij stelde voor dat indien een staat een agressieve daad zou plegen, alle andere staten een verbond zouden vormen om de overtreder terug in het gareel te brengen. Supranationale instellingen zijn gebaseerd op dezelfde overwegingen. Vanaf het begin zocht men naar wettelijke structuren. De noodzakelijke macht om deze internationale regelgeving te doen naleven was echter een
16
ander probleem dat tot op heden niet is opgelost. Verder was er het vertrouwen in de vooruitgang. Indien de mensen voldoende kennis zouden hebben en voldoende met elkaar communiceren dan zou de kans op conflicten afnemen. Een leidende – en ook schilderachtige – figuur die aan deze laatste doelstellingen meewerkte was de Belg Henri La Fontaine. Henri La Fontaine werd geboren op 22 april 1854. Zijn ouders behoorden tot de gegoede burgerij. Hij studeerde aan de Vrije Universiteit van Brussel waar hij ook doctoreerde. Tot 1940 – inval door nazi-Duitsland en sluiting van de universiteit – doceerde hij Internationaal Recht aan de Université
Opleiding en carrière
libre de Bruxelles (ULB). Hij ging al vroeg in de politiek en werd verkozen voor de Socialistische Partij. Hij steunde een wet op de inspectie van de werkomstandigheden in de mijnen. Hij steunde de inspanningen voor een 8-urige werkdag en een 40-urige werkweek. Hij toonde al vroeg interesse voor internationale problemen en vroeg de Belgische regering te arbitreren in de Boerenoorlog (1901).
Al in 1880 trad La Fontaine toe tot de vredesbeweging toen Hodgson Pratt, een Britse vredesactivist, naar België kwam om een filiaal op te richten van de International Arbitration and Peace Association. Hij werd Secretaris– Generaal van de Belgische tak en nam tijdens de volgende 25 jaren actief deel aan alle vredesconferenties. Tussen 1907 en 1943 was hij voorzitter van het International Peace Bureau. Hij was lid van de Belgische delegatie bij de Parijse conferentie in 1919 en van de the League of Nations Assembly (1920-1921). In deze vergaderingen verdedigde hij een compromisloos internationalisme. Bijvoorbeeld, toen men debatteerde over de vraag of de leden zich met alle middelen (diplomatieke sancties en indien noodzake-
Internationaal Bureau voor de Vrede Bureau International de la Paix – International Peace Bureau (IPB) Het IPB werd opgericht naar aanleiding van het derde Vredescongres in Rome op 13 november 1891 en is vandaag de dag nog steeds actief. Destijds heette het bureau het Permanent International Peace Bureau en zo bleef het heten tot in 1912. Het doel was de activiteiten van de verschillende vredesorganisaties te coördineren en het concept van vreedzame oplossingen bij internationale twisten te promoten. Het hoofdkantoor werd in Bern gevestigd. Het IPB was in de beginjaren virtueel synoniem met de activiteiten van de vredesbewegingen. Nadruk lag op arbitrage, bilaterale vredesovereenkomsten en de creatie van een permanent hof voor internationaal recht. Om zijn ideeën te promoten organiseerde het Bureau jaarlijkse vredesconferenties. Bertha von Suttner en enkele andere medewerkers kregen Tsaar Nicolaas II zover dat hij in 1899 en 1907 de Internationale Vredesconferenties in Den Haag bijwoonde. Het IPB won in 1910 de Nobelprijs voor de Vrede. Het aanzien van de organisatie werd bevestigd doordat veel medewerkers, zeker 13, ook deze prijs in ontvangst mochten nemen. Onder hen waren Bertha von Suttner (1905), Alfred Fried (1911) en Henri La Fontaine, voorzitter van het IPB (1913). Meer informatie is terug te vinden op de website htpp://ipb.org
lijk gewapenderhand) moesten verenigen tegen een agressor kwam er een amendement waarbij kleinere staten van die verplichting zouden vrijgesteld worden omdat deelname hun teveel schade kon berokkenen. La Fontaine verklaarde echter dat dezelfde regeling moest gelden voor alle landen: We fully admit that, in circumstances of this nature, powerful countries may take certain measures, but in our opinion it would be impossible, on the pretext that they would suffer more than others, for some countries to hold aloof from the sacred task of defending justice, even at the peril of their own existence.
Henri La Fontaine was de auteur van een aantal handboeken over het ontstaan en de toepassing van internationale arbitratie. Zijn Manuel Des Lois De La Paix: Code De L'arbritrage (1894) werd algemeen aanvaard. Het immense Histoire Documentaire Des Arbitrages Internationaux, 1794-1900, dat in 1902 verscheen was een referentieboek met 368 documenten over arbitrage samen met verdragen, regels en procedures om te onderhandelen en de uiteindelijke beslissingen. Zijn internationalisme kwam verder tot uiting in een essay uit 1916 met als titel La Grande Solution, waarin hij pleitte voor de oprichting van één parlement, grondwet, gerechtshof en bank voor de hele wereld, alsook voor de uitwerking van een internationale taal.
Het recht was niet de enige passie van Henri La Fontaine. Een ander stokpaardje was de bibliografie en het documentair onderzoek. In 1895 richtte hij samen met Paul Otlet het Institut International de Bibliographie op dat tot doel had alle informatie over internationale problemen en de handhaving van de vrede te verzamelen en te inventariseren afin que de la connaissance naisse la paix et la compréhension universelle. Zijn onverwoestbaar dynamisme deed hem vele terreinen verkennen. Zelf amateur-bergbeklimmer stelde hij een internationale bibliografie ter zake samen en was hij voorzitter van de Club alpin Belge. Hij heeft ook delen uit de opera's van Wagner vertaald en essays geschreven over het statuut van de vrouwen. Hij pleitte voor hun deelname in juridische beroepen en schreef een boek La femme et le bareau (1901) over dit
Répertoire Universel, de Universele Decimale Classificatie (UDC) en het Mundaneum In 1895 stichtte Henri La Fontaine samen met een collega, Paul Otlet, het Institut International de bibliographie dat later de International Federation for Information and Documentation (FID) zou worden. Het was een ambitieus project dat alle kennis in de wereld wil verzamelen. Bij grote hoeveelheden informatie duikt een eeuwenoud probleem op: hoe maak je die informatie toegankelijk.
Otlet wilde door links tussen alle bronnen de kennis voor iedereen toegankelijk maken. Hij wist dat de slaagkans van het project zou afhangen van de catalogus. Hij ontwierp een nieuw ontsluitingssysteem, dat tot op heden nog steeds in wetenschappelijke bibliotheken gebruikt wordt: de Universele Decimale classificatie of UDC. Het bestaat uit negen grote categorieën die sommige studenten in de bibliotheekwetenschap als volgt uit het hoofd leren: "Als de mens zich niet bezighoudt met algemeenheden (categorie 0), denkt hij (al dan niet psychologisch getint) (categorie 1) aan God (categorie 2) of aan de anderen, welke wetten er zijn, hetzij die van de mens (categorie 3), hetzij die van de natuur (indirect van God), al dan niet toegepast door de mens (categorie 5). Het kan zijn dat hij daardoor ziek wordt (categorie 6). Misschien is het het best dat hij wat geestelijke of lichamelijke ontspanning zoekt (categorie 7 & 8). Hij besluit uiteindelijk op reis te gaan (categorie 9), maar door geldgebrek blijft dat een reis in de biografieën en geschiedenis (categorie 9)." Een UDC-code kan vrijwel alles beschrijven (een veter, een mens, tot zelfs het menu van een restaurant) en kan 7 of meer cijfers bevatten. Het utopische Mundaneum van Otlet en La Fontaine zou een centrum zijn waar alle Het opmaken en ordenen van de steekkaarten menselijke kennis zou worden opgeslagen. Enkele jaren later, in 1930, bevatte het systeem 15 miljoen steekkaarten, 3 op 5 inch, allemaal netjes gerangschikt volgens het universele decimale classificatie-systeem. Otlet zag kennis als één groot netwerk, een web. Hij ontwierp een mechanisch zoeksysteem dat met wieltjes en haken de database van miljoenen steekkaarten moest toegankelijk maken. Lang voor de pc met internet en hypertext droomden ze ervan alle kennis toegankelijk te maken via een elektrische telescoop die in combinatie met telefoon de gegevens konden laten verschijnen op een projectiescherm. Vanaf 1934 begon de neergang. De Belgische Staat verloor alle interesse voor het project en het archief moest herhaaldelijk verhuizen. Wat nog over is van het Mundaneum is te bezichtigen in het museum Centre d'archives de la Communauté Française te Mons, België. Website: www.mundaneum.be
thema. Hij richtte een tijdschrift op La Vie Internationale. Tevens had hij veel sympathie voor Esperanto als universele hulptaal. Hij was vrijmetselaar en lid van de loge Les Amis Philanthropiques in Brussel. Hij overleed op 89-jarige leeftijd. *
Nota
Voor het schrijven van de tekst ben ik veel dank verschuldigd aan mevr. Stéphanie Manfroid, Responsable du Service Archives van het Mundaneum te Mons en aan dhr. Bernard Tuider, voorzitter van de Oostenrijkse Esperanto Federatie.
17
Column
Vergeten oorlog Leon Wecke Mensen kunnen onthouden, maar ook vergeten. Vergeten kan betekenen dat men verzuimt iets te doen, maar ook dat iets uit het geheugen verdwenen is. En dat laatste kan een onbewust gebeuren zijn, maar ook het gevolg van langdurig iets niet meer willen weten. Ingrijpende en tot de verbeelding sprekende gebeurtenissen blijken veelal zowel in het individuele als in het collectieve geheugen gegrift te zijn. Oorlog is zo’n gebeuren dat levenslang zijn sporen nalaat. Het kan zijn dat in een soort creatief vergeetproces bepaalde aspecten van een ervaring vervagen en of extra accent krijgen. De Tweede Wereldoorlog, de bezetting en de Slag om Arnhem zal ik niet vergeten, tenzij Alzheimer mij nog voor aanvang van het eeuwigdurend groot verlof inhaalt.Voor vele Nederlanders geldt de Tweede Wereldoorlog en Duitse bezetting als onvergetelijk en dat is ook het geval met de Vietnamoorlog, waar we weliswaar niet zelf rechtstreeks bij betrokken waren, maar waar de televisie voor het eerst verslag van deed en waarbij onze grote bondgenoot en medebevrijders, de Verenigde Staten, uiteindelijk aan het kortste eind trokken. De Indonesische bevrijdingsoorlog, onze laatste door sommigen terecht zo genoemde laatste koloniale onderdrukkingsoorlog, blijkt een niet al te prominente plaats in het collectieve geheugen in te nemen. Kennelijk willen velen enerzijds zich liever geen verloren oorlog herinneren en anderzijds waren we ten tijde van de ‘politionele acties’ druk met de wederopbouw. De Nederlandse prijs van 6000 dodelijke slachtoffers alsmede een hele wereld die ons ongelijk gaf, zou een onuitwisbare indruk gemaakt moeten hebben. Maar als het om vergeten oorlogen gaat in het recente Nederlandse geheugen spant de Koreaanse oorlog de kroon. Sommige auteurs gewagen dan ook van ‘de vergeten oorlog’. Waarom? Omdat het geen dienstplichtigen waren, maar in feite allemaal vrijwilligers? En ook hier vroegen wederopbouw en nog een watersnood de aandacht op en was er geen televisie die in de huiskamer verslag deed. Er meldden zich 16000 vrijwilligers waarvan, in de periode 1950-1954, 3972 Nederlandse landmachtsoldaten en mariniers werden ingezet. Ook namen drie torpedobootjagers en drie fregatten aan de VN-missie deel. De motieven om mee te doen zullen per persoon gevarieerd hebben, van ideële motieven de strijd tegen het communisme aan te binden, tot financiële motieven en zich na terugkomst van een carrière in de krijgsmacht te verzekeren ook als voor beoogde functies onvoldoende – militaire – opleiding genoten was. De
18
Nederlandse bijdrage was geenszins een symbolische, het was een vechtmissie, waarbij het Nederlands detachement Verenigde Naties zich niet onbetuigd heeft gelaten. De Koreaanse oorlog eiste uiteindelijk een totaal van twee miljoen of meer gesneuvelden waarbij nog twee miljoen burgerdoden moesten worden opgeteld. Naast de grootschalige verliezen Noord- en Zuid-Korea waren er echter nog een aantal aspecten waarom de Koreaanse oorlog niet ‘vergeten’ mag worden. Het ging om de eerste grote VN-missie. En van een Chinees of Russisch veto was geen sprake. De Chinese Volksrepubliek was toen nog geen lid van de Veiligheidsraad, haar plaats was door nationalistisch China ingenomen. Het lid met vetorecht, de Sovjetunie, was bij de beraadslagingen afwezig met als officieel argument dat zij weg bleef zolang het echte China geen lid van de Raad was. En het was de eerste keer na de bommen op Hirosjima en Nagasaki dat de atoombom als bruikbaar wapen gepresenteerd werd, weliswaar niet formeel door de Amerikaanse regering, alhoewel plannen in dezen werden uitgewerkt. Het was de bevelvoerend Amerikaanse generaal MacArthur, die het woord ‘atoombom’ in zijn mond nam. Toen na zijn succesvolle landing vanuit zee de Noordelijken tot een aftocht gedwongen werden en de Chinese grens in zicht was gekomen, kwam de Volksrepubliek China de Noord-Koreanen te hulp en werd nu voor de tweede keer de weg naar Seoel door de Noord-Koreanen en nu samen met de Chinezen ingeslagen. MacArthur, een fervent voorstander van een oorlog met China, opperde de mogelijkheid om met enige tientallen atoombommen het karwei af te maken.Truman begreep dat zulks oorlog met zowel China als Rusland betekende. Ook de bondgenoten in de VN-operatie waren not amused. Premier Attlee van GrootBrittanië reageerde woedend. Als de Chinezen en NoordKoreanen tot aan de 38ste breedtegraad zijn teruggedreven wil de regering van de VS onderhandelen. MacArthur, die niets in een wapenstilstand ziet, zet zijn offensief tot
Klemperer en de staat Israël Christien Mudde Victor Klemperer* schrijft in zijn beroemde dagboeken: 10.1.1938 naar aanleiding van de Judenfrage: "Er is geen Duits of West-Europees jodenvraagstuk. Wie dat erkent bevestigt slechts de foute these van de NSDAP en stelt zich in zijn dienst.” “Tot 1933 en minstens een volle eeuw zijn de Duitse joden vooral Duitsers geweest en verder niets. Bewijs: de duizenden en tienduizenden half-kwart-enz. joden en jodenafstammelingen. Bewijs voor een probleemloos leven en meewerken in alle delen van het Duitse leven. Het altijd aanwezige antisemitisme is helemaal geen tegenbewijs. Want het verschil tussen joden en ariërs, de wrijving tussen hen was niet half zo groot als tussen katholieken en protestanten, of tussen werkgevers en werknemers of tussen Oost-Pruisen en Zuid-Beiers of Rijnlanders en Berlijners... De Duitse joden waren een deel van het Duitse volk, zoals de Franse joden deel van het Franse volk waren enz. Zij vervulden hun plaats en rol in het duitse leven, in het geheel niet tot last van het geheel. Hun plaats was voor het kleinste deel
die van arbeiders en dan vooral landarbeiders. Ze waren en blijven (ook als ze het nu niet meer blijven willen) Duitsers, merendeels Duitse intellectuelen en ontwikkelde mensen..
Wil men ze nu massaal expatriëren en in landwerkberoepen overplanten, dan moet dit mislukken en overal onrust oproepen. Want ze zullen overal Duitse intellectuelen en ontwikkelde mensen blijven. Er is maar één oplossing van het Duitse en WestEuropese jodenvraagstuk: de uitvinders ervan schaakmat stellen... De zuivere of religieuze zionistische zaak is een sectariërs aangelegenheid, een soort openluchtmuseum zoals dat Oud-hollandse dorp bij Amsterdam. Het lijkt me dan ook echte waanzin als nu in Rhodesië of ergens anders een speciale jodenstaat wordt opgericht. Men laat zich door de nazi’s eeuwen in de geschiedenis terugwerpen. De betreffende Duitse joden begaan een misdaad (weliswaar zijn er verzachtende omstandigheden) als ze op dit spel ingaan. Het hoort tot de lingua tertii imperii (de taal van het derde rijk) dat steeds weer de uitdrukking joodse mensen opduikt, er steeds weer een sprake is van een op te richten joodse staat of joodse koloniën als van grotere dependances van het ideale Palestina... De oplossing van het jodenvraagstuk kan
boven de 38ste breedtegraad voort. Hij eist onvoorwaardelijke overgave.Vervolgens deelt hij het lot van de veel latere Amerikaanse NAVO-commandant in Afghanistan, generaal Stanley McChrystal, en wordt door de president ontslagen. Er komt uiteindelijk een wapenstilstand, maar dan een van langdurige aard. Ook daarom is de Koreaanse oorlog bijzonder: een vredesverdrag wordt niet gesloten. Nog steeds zorgen met name de niet officieel getrokken grenzen ter zee voor de mogelijkheid van incidenten. Nog steeds zal de Noord-Koreaanse politiek van provoceren en weer inbinden worden voortgezet. Noord-Korea heeft de zekerheid dat bondgenoot China maar ook Zuid-Korea niet zitten te wachten op een open conflict en miljoenen
slechts gevonden worden in de verlossing van diegenen, die dit jodenvraagstuk hebben uitgevonden. En de wereld – want ja, de hele wereld heeft er nu mee te maken – zal ertoe gedwongen zijn.”
Ik lees dit nu zó: een staat als Israël, die nog steeds gebaseerd is op het zelf erkennen van de bijzonderheid van de joodse mens, een staat, die zijn legitimiteit baseert op wat in de vorige eeuw in Europa heeft plaatsgevonden (hoe begrijpelijk ook), die zich niet assimileert met de omringende volken, in feite een staat, die zelf op een racistisch principe is gebaseerd, heeft op den duur geen overlevingskans. Die staat moet moeizaam in stand gehouden worden met een sterk leger, een lange diensttijd voor jonge mensen (die in die tijd van hun leven wel wat beters te doen zouden moeten hebben dan op wacht staan, in spanning leven, in angst om zelf slachtoffer te worden, bezig met ‘zij en wij’) en een lange muur, die hen scheidt van hun buren en medebewoners van het land. Zo’n staat kan niet anders dan agressie oproepen, het is een vreemd lichaam in z’n omgeving. Gelukkig zijn er in Israël zelf genoeg mensen, die dit ook beseffen en anders willen, maar hun aantal is klein en hun kracht is zwak.
Vervolg op pagina 20
vluchtelingen over hun grenzen. Noord-Korea heeft ook de zekerheid dat de wereld in onzekerheid verkeert over haar atoomwapens. Het beeld dat een arm land met een hongerende bevolking toch tegen militaire interventies gewaarborgd is, voedt zij met succes door op geregelde tijden atoom- en raketproeven te doen. Of ze de bom echt hebben telt niet, als de wereld maar denkt dat ze er mogelijk over beschikken. Dat beeld zullen zij niet wegonderhandelen; het is het enige pasgeld waarover zij beschikken en dat zullen ze voorlopig niet uitgeven.Wellicht ook niet als straks de doodzieke Kim Jong-il plaatsmaakt voor zijn in skiën en basketbal zo bedreven zoon Kim Jong-un. Eerder gepubliceerd in checkpoint, 9 oktober 2010
19
Vervolg van pagina 19
Klemperer's betoog is ook een pleidooi tegen het indelen van mensen op hun ras (en geloof, afkomst, herkomst, geslacht, geaardheid etc. voeg ik er maar even aan toe). Dat geldt voor ons ook in het hier en nu. Is het belangrijk, of iemand christen of moslim is, een zwarte of een blanke huid heeft en noem maar op, of is het belangrijk, welke rol iemand in de maatschappij vervult en kan en mag vervullen? Zouden we niet van een hoop ellende af zijn als we daar nu eens over ophielden? En als we integratie eens niet als een éénrichtingsverkeer zagen nl. dat elke allochtoon zich moet aanpassen aan onze normen en waarden, zonder dat we die normen en waarden eens kritisch tegen het licht houden? Die beroemde en heilige vrijheid van meningsuiting bijvoorbeeld, die zo vaak wordt uitgelegd als een recht om te kwetsen? Zou het niet beschaafder zijn, als we als norm en waarde zouden aanhouden het respect (in woord en daad) voor de opvattingen, het geloof, de normen en waarden van de ander en zouden we daarmee niet juist bereiken, dat als onze normen en waarden werkelijk hoogstaander zijn dan die van de ander, die ander daarvan vanzelf overtuigd zou worden? En is het niet treffend, dat juist in een dorp als Volendam (het openluchtmuseum van Klemperer?), waar relatief maar een paar allochtonen wonen juist Wilders een grote aanhang kreeg?
Hypermachten, die het ‘uithielden’ kenmerken zich juist door tolerantie. In haar boek Day of Empire (Wereldrijk voor een dag. Over de opkomst en ondergang van hypermachten) betoogt Amy Chua*, dat juist díe wereldmachten, waarbinnen de etnische en religieuze diversiteit groot was een lang leven beschoren was. Tolerantie dan als een vorm van welbegrepen eigenbelang. Men had die mensen gewoon nodig. Als voorbeelden noemt ze: het Perzische Rijk onder de Achaemeniden, het Romeinse Rijk, de Nederlanden in de Gouden Eeuw en ook de Verenigde Staten, die een smeltkroes zijn van nationaliteiten en etnische groeperingen. Talent wordt aangetrokken, deze staten werken als een magneet op omringende volken. In Nederland zochten lutheranen uit Antwerpen,
20
Ingezonden brief
Wat te doen met ... Onder het kaartje bij het artikel van Jannes Mulder staat: “de groene lijn geeft de internationaal erkende bestandsgrens van 1948 aan”.
zullen zij de daad bij het woord voegen. Israël weet het.Wij weten het. Ieder die in die landen gewoond heeft weet het. Hun logica is onweerlegbaar.
Als ik me niet vergis was er van de omringende staten geen die een bestandsgrens met Israël erkende en was er geen land dat bereid was om in te grijpen als het voor Israël mis mocht gaan.
Hoe doet men recht aan een innerlijk verdeeld volk dat nog nooit op internationaal recht heeft kunnen vertrouwen, en dus het recht in eigen hand neemt. Een volk dat aan zelfmoord bezig is en geen andere vrienden meer heeft dan één, in dodelijke omhelzing.
Wat voor ons geschiedenis veraf is, is voor Israël geschiedenis van gisteren. Het opschrift Wat te doen met... klinkt ons bekend in de oren en maakt bittere herinneringen wakker. Het aanbrengen van een waterscheiding tussen Israël en de joden helpt niet. Israël is een joodse democratie. Het antwoord uit de Arabische landen is luid en duidelijk, en zo gauw dáár de democratie doorbreekt
hugenoten uit Frankrijk, joden uit Spanje hun toevlucht en brachten hun vakmanschap en talent in. Toen de Nederlandse stadhouder Willem III in 1668 koning van Engeland werd en in 1669 de Bill of Rights en de Act of Tolerance werden aangenomen trokken de joodse bankiers naar Londen en nam Engeland de rol in de internationale expansie over. NaziDuitsland was door het gebrek aan tolerantie een kort leven beschoren.
China speelde een grote rol tijdens de (open) Tang- en Mingdynastieën, maar het huidige China zou pas een supermacht kunnen worden (volgens Amy Chua) als het land open gaat. We zien nu, wat in Iran gebeurt: een intelligent en van nature open volk dreigt nu al uit het harnas van een extreme geestvernauwing te barsten. Laten we hopen, dat er een wonder gebeurt: dit is de tijd, dat het Iraanse volk het verdient om weer aansluiting
Niet wat doen wij met, hoogstens: wat doen wij voor: de slachtoffers van een volk dat slachtoffers maakt omdat het ooit slachtoffer was. Recht van preken hebben alleen Israëli’s zelf. Louwrens W. Hessel, Oud-hoofdredacteur
bij de internationale gemeenschap te vinden, juist nu Obama een opening biedt. En diens kans op succes hangt ook weer af van de machtsverhoudingen in binnen- en buitenland. Weer vier of vijf jaar tijdverlies kan funest zijn. Maar de conservatieve krachten zijn nog niet uitgespeeld. We kijken met ingehouden adem toe. * * Victor Klemperer was een Duits-joodse
professor in de literatuurgeschiedenis te Dresden, die in zijn dagboeken vanaf 1933-1945 de teloorgang van het joodse leven in Duitsland vastlegde. Mede dankzij zijn arische vrouw Eva overleeft hij ternauwernood, maar heeft dan wel van zo ongeveer alles afstand moeten doen. Zijn dagboeken zijn een bron van onschatbare waarde om die tijd mee te beleven van binnenuit. *Amy Chua van Chinees-Amerikaans afkomst, docent internationaal recht en handelsrecht aan Yale University, schreef eerder: World on Fire.
Marten Sale Brouwer bezoekt Hiroshima
Kraanvogels voor vrede juli heb ik samen met leerlingen van de Inspecteur Boelens school en de basisschool Yndemande (Schiermonnikoog) een vredesproject gedaan. Samen hebben we 1000 kraanvogels gevouwen, die ik in Hiroshima wilde aanbieden; ook hebben zij € 485,- sponsorgeld opgehaald voor mijn reis.
Intro: Hans van Iterson Marten Sale Brouwer ken ik al een aantal jaren. Begin 2006 nam hij contact met de NVMP op vanwege onze activiteiten rond ‘Burgemeesters voor Vrede’. Burgemeester Akiba van Hiroshima zou naar Nederland komen in het kader van het 10jarig bestaan van de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof tegen kernwapens.Tijdens die gelegenheid zou de campagne ‘Burgemeesters voor vrede’ in de schijnwerpers komen te staan. Marten vertelde mij over zijn origami kunstwerken waarbij hij uit één stuk papier 1000 kraanvogels vouwde. Hij wilde die aan burgemeester Akiba van Hiroshima aanbieden. Wellicht bekend maar het verhaal achter de kraanvogel is die van het aan straling blootgestelde stervende meisje uit Hiroshima. Het zou haar geluk brengen om duizend kraanvogels te vouwen voor haar dood. Zij werd geholpen door al haar schoolvriendinnen, maar zij stierf voordat de duizend kraanvogels gevouwen waren. Sindsdien is de kraanvogel het symbool geworden van een kernwapenvrije wereld. Marten stelde een aantal van zijn kunstwerken tentoon als aanvulling op onze ‘Hiroshimatentoonstelling’. Het was voor Akiba, die onder de indruk was, een eer om het kunstwerk mee terug te nemen naar Japan en daar tentoon te stellen bij het vredesmonument van Sadako. Enige maanden geleden hoorde ik van Marten’s plannen om, op uitnodiging van Akiba, naar Japan en Hiroshima te gaan. Een nieuw project om als eenling een krachtig geluid voor wereldvrede te laten horen. Zijn motto: Heb je een droom jaag die na met alles wat je hebt. Laat je niet weerhouden door wat andere mensen zeggen.
Zaterdag 1 augustus was ik klaar voor de reis en na een lange uitputtende reis van 22 uur kwam ik in Hiroshima aan. De volgende dag werd ik hartelijk ontvangen door mensen van de gemeente. De eerste dagen heb ik op de universiteit grote staande kraanvogels neergezet en met behulp van een tolk studenten verteld hoe ik met vouwen ben begonnen, over mijn vredesstichting (http://www.spelendnaarvrede.nl/) en mijn plannen in Hiroshima.
Een reis naar Japan
Marten legt zijn projecten uit aan burgemeester Akiba van Hiroshima
Hoe en waarom naar Hiroshima? Marten: mijn doelen in Hiroshima waren: 1. kraanvogels vouwen. De kraanvogel staat symbool voor liefde, vrede en gezondheid en als je die voor iemand maakt en geeft dan gun je die hem; 2. anderen leren vouwen; 3. origami kunstenaars ontmoeten; 4. twee wereld records verbreken; 5. burgemeester Akiba ontmoeten; 6. de Hiroshimaherdenking op 6 augustus bijwonen; 7. iemand ontmoeten die net als ik meer dan 10.000 kraanvogeltjes gevouwen heeft; 8. eigen origami boek uitgeven; 9. mijn 1000 kraanvogels uit één stuk papier zelf op de foto zetten; 10. mijn 1000 witte kraanvogels uit één stuk papier naar Nagasaki brengen.
Om dit te realiseren heb ik het project zorgvuldig voorbereid. Ik heb contact opgenomen met de gemeente Hiroshima en mijn ideeën uitgelegd. Van maandag 28 juli tot woensdag 30
Op 6 augustus heb ik de 65ste editie van ‘Hiroshimadag’ meegemaakt. Er waren zeker 10.000 aanwezigen. Burgemeester Akiba begon om 08:00 uur met zijn toespraak. Hij vertelde over de verschrikkingen die hier 65 jaar geleden hebben plaats gevonden. Daarna sprak Ban Ki Moon, secretaris-generaal van de VN. Er was muziek en 65 duiven werden vrijgelaten, een mooi symbool, ook omdat ik zelf altijd vogeltjes vouw en aan mensen geef met een vredesboodschap. Ook heb ik het vredesmuseum in Hiroshima bezocht alwaar ik door
Hiroshimadag
Vervolg op pagina 22
21
Vervolg van pagina 21
de directeur zelf werd rondgeleid. Hij vertelde me over de verschrikkingen van de bom. Van veel mensen is geen spoor meer teruggevonden, hun hele bestaan is weggevaagd, geen foto's, geen huis, geen school, geen buren die je herinneren, zelf geen geboorte-akte. Hoe kunnen wij zelf nadat we weten wat de gevolgen zijn nog steeds miljarden uitgeven aan deze wapens?
Marten geïnterviewd door Japanse televisie
De ontmoeting met burgemeester Akiba
Een paar dagen later werd ik door burgemeester Akiba van Hiroshima ontvangen. Het was een hartelijk onthaal, wat een rust straalt die man uit. Hij begon met mij welkom te heten, te bedanken en te feliciteren met mijn twee wereldrecords kraanvogelvouwen (100 kraanvogels in 54 minuten en 30 seconden en samen met 9 studenten 1000 kraanvogels in 1 uur 44 minuten en 43 sec.). En hoe speciaal hij het vindt om op deze manier aandacht voor de vrede te krijgen.
Eenmaal terug in Nederland ben ik van plan om lezingen te geven mocht daar belangstelling voor bestaan. Volgend jaar hoop ik terug te gaan naar Japan om nieuwe wereldrecords te realiseren. Als er scholen en mensen kraanvogels willen vouwen kunnen ze nu al beginnen dan breng ik die volgend jaar. “Wil de wereld vrede kennen, dan moeten we het de kinderen leren.” *
Een vredesgroet uit Japan Manna Ori (Marten Sale Brouwer) http://www.spelendnaarvrede.nl/
Als er mensen op de hoogte willen blijven van nieuwe avonturen, stuur een mailtje naar mannaori@gmail.com dan kom je op de vriendenlijst.
22
Oslo, 8 tot 11 april 2010
Het 20e Europese Studentencongres van IPPNW Niloufar Rahim Het 20e Europese Studentencongres van IPPNW vond plaats in Oslo van 8 tot 11 april 2010. Vanwege een tentamen op vrijdag 9 april tot 16.00 uur heb ik helaas de activiteiten op donderdag en vrijdag gemist en arriveerde ik vrijdagavond laat in Oslo. Op vrijdag was het congres begonnen met drie plenaire sessies waarbij na het een ander uitgelegd te hebben over het congres, in het kort was verteld over IPPNW en over het non-proliferatieverdrag. De ochtend was afgesloten met een plenaire sessie over de nuclear weapon states. ’s Middags was er een receptie in het gemeentehuis van Oslo, waarbij ook de burgemeester van Oslo aanwezig was. Hierna waren er vier workshops, waarbij onder andere de volgende onderwerpen aan bod kwamen: Building a strong IPPNW castle by students, Nuclear activism, Civil society as a global player. Get the message to the kids! (How to raise awareness about the dangers of nuclear weapons at schools?) en What's next - the new disarmament agenda? (A workshop on techniques and opportunities for verified nuclear disarmament).
Aan het einde van de middag was een panel, gevormd door vertegenwoordigers vanuit verschillende organisaties, die samen met de studenten de discussie zijn aangegaan over de rol die health professionals moeten aannemen bij schending van mensenrechten. De dag werd afgesloten met een gezellige culturele avond, waarbij alle studenten hun nationale eten en gewoonten hadden gepresenteerd. Op zaterdagochtend begonnen we met een plenaire sessie, gegeven door James Snyder. James Snyder werkt in Brussel en is de
Information officer voor Denemarken, Noorwegen en de Verenigde Staten in de NATO headquarters. Voor zijn werk bij de NAVO werkte hij bij de PSR (Physicians for Social Responsibility) in de VS. Zijn lezing was erg interessant, gezien zijn standpunt en zijn argumenten. Zijn argumenten vóór het behoud van nucleaire wapens waren o.a. strategische stabiliteit (tussen de landen van de Koude Oorlog) en afschrikking. Bovendien zou het behoud van nucleaire wapens noodzakelijk zijn ter behoud van Europese veiligheid en stabiliteit (Trans Atlantic Security). Een punt, dat hij graag duidelijk wilde maken was, dat het beleid van de NAVO gevormd is in overeenstemming met de NAVOlanden. Deze landen is niets onder dwang opgelegd. Volgens hem ligt the power niet bij de NAVO, maar op de vraag bij wie de macht over zulke beslissingen dan wél ligt had hij geen antwoord. In ieder geval niet bij de NAVO. Naar zijn mening moet onze prioriteit liggen bij het vinden van de bron van deze macht, om invloed te kunnen uitoefenen op het uitgevoerde beleid en de besluiten die daaraan voorafgaan. Na deze sessie volgde een lezing met Stale Eskeland, die wat vertelde over de historie van de nuclear weapons convention.
’s Middags hebben we in het centrum van Oslo een straatactie gevoerd, welke erg leuk en redelijk nuttig bleek. We waren met een groep van ca. 40 personen en gingen in twee groepen de staat op. In het midden van ons lag op een tafel met twee lange cilinders. Één cilinder was vol met kleine steentjes, die allemaal nucleaire bommen voorstelden. De andere cilinder was leeg. Met zijn allen spraken we voorbijgangers aan en gaven hen informatie over kernwapens. Daarnaast vroegen we hen of ze één nucleaire bom wilden vernietigen. Dat konden ze doen door één steentje uit de cilinder te pakken en deze in de lege cilinder te gooien. De
mensen vonden het erg grappig en leuk om te doen. Het voordeel van de actie was dat wij uiteindelijk een grote groep mensen hebben gesproken en informatie hebben gegeven over kernwapens. De cilinders trokken de aandacht van de voorbijgangers en dat was wel positief. Jammer was echter dat een diepere gedachte achter de actie ontbrak. Het vernietigen van een nucleaire bom door het gooien van steentjes werd niet serieus genomen en maakte niet veel indruk. Na de straatactie was het tijd voor de workshops. Hierbij werden vier verschillende workshops gegeven, namelijk: Nuclear Activism, NATO and nuclear weapons, Small arms en Global health. Ik heb de laatste bezocht en vond het redelijk. De workshop werd gegeven door IFMSAleden (International Federation of Medical Students’ Association). De bedoeling was om methoden te bedenken voor een betere preventie van neglected diseases zoals bv. malaria. De workshop miste helaas diepgang, waardoor de discussie en de oplossingen nogal oppervlakkig of ontoepasselijk bleven. Tijdens de tweede workshopronde waren de mogelijkheden: ReCap, Building a strong IPPNW castle by students, Small arms en Course in Lobbyism. Tijdens deze ronde bezocht ik de ReCap workshop en vond deze erg interessant. Recap staat voor
Refugee Camp Project. Het hoofddoel is het ondersteunen van projecten op het gebied van medische zorg en bewustzijn creëren over het leven in een vluchtelingenkamp onder medische studenten. Om dit doel te bereiken wil men stages van een maand organiseren in de Palestijnse vluchtelingenkampen. Tevoren ontvangen deelnemers informatie over de sociale, culturele en politieke situaties. Tijdens deze workshop werd verteld over de activiteiten van de afgelopen zomer. Voor meer informatie over dit project, zie http://ippnw-students.org. Na een korte postersessie over NWIP (Nuclear Weapons Inheritence Project) zijn we gaan eten met zijn allen en hadden we nog een gezellige avond.
Op zondagochtend hebben we eerst een bezoek gebracht aan de Nobel Peace Center in Oslo. De expositie, die toen werd getoond had de titel: From King Till Obama en toonde veel over het leven en het werk van deze twee invloedrijke en inspirerende mannen. Daarnaast is in een gedeelte van het museum een tuin met elektronische bloemen met daarop de profielen van alle nobel-prijswinnaars, erg mooi en interessant om te zien. Naderhand kregen we ook een plenaire sessie over de Nobel Vredesprijs, gegeven door Ole Danbolt Mjos. Hij is, behalve hoog-
leraar en rector op de universiteit van Tromso ook vanaf 2003 tot 2008 voorzitter van het Nobel-comité geweest. Hij was een uitermate inspirerende man om verschillende redenen: zijn passie en toewijding voor zijn werk en zijn onbevangenheid maar toch standvastigheid in zijn mening die hij uitstraalde was uniek. Na bedankwoorden van het comité en de sprekers, zijn we met een kleine groep de stad in gegaan en hebben tot slot het Vigeland Sculpture Park bezocht. In dit park bevinden zich 212 bronzen en granieten sculpturen, gemaakt door Gustav Vigeland. Het park is onderverdeeld in zes delen, namelijk: de poort, de brug, de speeltuin voor de kinderen, de fontein, het grafheuvelplateau en het rad van het leven. Deze zes onderwerpen zijn verwerkt in de sculpturen, welke erg leuk zijn om te zien. Al met al vond ik het congres erg nuttig, interessant en natuurlijk gezellig mede omdat ik veel nieuwe feiten heb geleerd en mijn kennis over veel onderwerpen heb kunnen verbreden.
Ook heb ik veel nieuwe contacten aangemaakt met internationale studenten, wat zeer belangrijk is voor het in stand houden van een sterk IPPNWstudentennetwerk. *
23
Uit de tijdschriften Vredesnieuws Bron: Nieuwsbrief Geweldloze Kracht van de Stichting voor Actieve Geweldloosheid SVAG Tien jaar Earth Charter: Handvest voor de Aarde
Akke Botzen In deze tijd van (media-) geweld enerzijds en cynisme anderzijds voelt het als een verademing enig positief nieuws te lezen, met een andere invalshoek, in de nieuwsbrief Geweldloze Kracht van de Stichting voor Actieve Geweldloosheid SVAG.
Omhels Jeruzalem Voor het vierde jaar vond op 21 juli j.l. de Jerusalem Hug plaats. Inwoners van Jeruzalem (Palestijnen en Israeliërs) en vredesactivisten uit de hele wereld vormden hand in hand een cirkel rond de oude ommuurde stad: een andere bijdrage aan vrede waar de hoop op een politieke oplossing minimaal is.‘Wij zijn ervan overtuigd dat als we vrede in onszelf vinden en in staat zijn te vergeven, wereldvrede dichterbij zal komen.We willen de ommuurde ‘Oude Stad’ tot vredesstad maken, als hart van een onverdeeld Jeruzalem, open voor het gebed van ieder. Een stad voor Moslims, Joden en Christenen, waar alle bewoners gelijk zijn’. Belangrijk in dit initiatief is de Amsterdamse kunstenaar en docent beeldende vorming Rob Schrama die de actie in 2007 – en daarna jaarlijks – introduceerde, na 30 jaar op vrede gerichte optredens en festivals in binnenen buitenland. Zijn aanpak is creatief, constructief en geweldloos, met zoveel mogelijk mensen. Hij geeft spreekbeurten, workshops en begeleidt vakbonden en vredesgroepen wereldwijd in dienst van acties. Websites: www.jerusalemhug.org; www.robschrama.nl; www.loversofjerusalem.org
24
Op 29 juni 2010 werd in het Vredespaleis in Den Haag een jubileumbijeenkomst gehouden met vele prominenten uit binnen- en buitenland in het kader van de lancering in 2000 van het Earth Charter. Samen met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en jongeren bespraken zij wat de rol van het Charter voor de toekomst kan zijn. Het Earth Charter, door het Comité van Nobelprijswinnaars voor de Vrede gelanceerd, is een verklaring van burgers over wereldwijde onderlinge afhankelijkheid en universele verantwoordelijkheid, waarin de principes staan voor het opzetten van een rechtvaardige, duurzame en vreedzame wereld, een standaard van 13 punten waarmee het gedrag van alle mensen, van individu tot overheden en transnationals, kan
worden gestuurd en beoordeeld. Het is het eindresultaat van een jarenlange, wereldwijde interculturele dialoog en één van de meest omvangrijke samenwerkingsprocessen ooit voor het schrijven van een internationale verklaring over gezamenlijke doelen en waarden. Voor de volledige tekst in het Nederlands zie: www.geweldlozekracht.nl
Leiderschap: dominant of bezielend? Tom Matlack, publicist bij o.a. De Huffington Post, vroeg zich af of je een alfa mens kunt zijn zonder hinderlijk te domineren. Hij sprak hierover met Paul Owens, een bekende 'hondenfluisteraar' die in zijn boeken, dvd's en lessen vaak Gandhi en King citeert. Het
idee van de 'alfa-hond' ,waarbij één lid van de roedel geacht wordt dominant te zijn, wordt niet langer ondersteund door deskundigen in diergedrag. Zo tonen de meest recente inzichten over wolven dat de roedel een samenwerkende familie-eenheid is met 'ouders' die de weg wijzen. De oudere pups gaan wel de nieuwe pups leiden en ietwat domineren, maar ze voeren geen strijd om het leiderschap van de roedel: beide ouders behouden die rol.
47 culturen van vrede en geweldloosheid
De Amerikaanse antropoloog Bruce Bonta verzamelde 47 samenlevingen die min of meer opvoeden tot vreedzaamheid. Criteria: een hoge mate van onderlinge harmonie, weinig of geen fysiek geweld tussen volwassenen, kinderen en volwassenen, mannen en vrouwen, methoden om conflicten op te lossen en geweld te vermijden, de afspraak om geweld met andere volken (zoals oorlog) te vermijden en een aanpak bij de Owens neemt afstand van het opvoeding om deze manieren idee dat je je hond moet domiover te nemen en voort te zetneren, desnoods via rukken aan ten. In veel gevallen betreft het de lijn of met elektrische schok- de oorspronkelijke bevolking ken via de halsband. Geen winvan een gebied, wat duidt op naars of verliezers maar een rela- een oorsprong van geweldloostie gebaseerd op vertrouwen en heid bij deze samenlevingsvorsamenwerking. Gandhi en King men. Nu, na duizenden jaren ziet hij als geweldloze alfa's. Door van geweldsinvloed, is er een hun filosofie te combineren met wereld ontstaan waarin geweld een wetenschappe- dominant is en ons allen gevanlijke benadering gen houdt in een steeds omvoor het trainen vangrijker strijd tussen geweld van honden wil hij en tegengeweld. Dit besef heeft afkomen van het geleid tot initiatieven voor een idee dat 'macht cultuur van vrede en geweld(fysiek straffen of loosheid. dwang) kracht ople- Enkele van deze culturen zijn: vert'. Tom Matlack Amish (USA), Buid (Filipijnen), bepleit een nieuw Fipa (Tanzania), Gwi (Botswana) tijdperk met alfaHunza (N Pakistan), Ifalik mannen en -vrou(Micronesië), Inuit (Eskimo's in wen met sterke lei- Canada), Lepchas (Nepal), Piaroa derschapskwaliteiten: geworteld (Venezuela) Semai (Maleisië), in compassie en rekening houYanadi (Z India), Zapoteken dend met anderen. (Mexico). Voor het volledige artikel: zie Website: www.samenvoorvrede.nl. www.peacefulsocieties.org