Gezondheid op Peil in Delft
De GGD Zuid-Holland West is de gemeenschappelijke gezondheidsdienst voor alle inwoners van de gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. www.ggdzhw.nl
Gezondheid op Peil in Delft - Kernboodschappen voor lokaal beleid
GEZON D HE ID OP PEIL IN DEL FT
De GGD Zuid-Holland West is de gemeenschappelijke gezondheidsdienst voor alle inwoners van de gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer.
= Significant hoger dan het laatste cijfer in de rij. = Significant lager dan het laatste cijfer in de rij. • = Geen significant verschil met het laatste cijfer in de rij. nb = niet bekend nvt = niet van toepassing
1 2 3 4 5 6 7
Wassenaar
8
9
LeidschendamVoorburg
10 11
Al dan niet door een arts vastgesteld. Strength and Difficulties Questionnaire. Mental Health Inventory. Kessler Psychological Distress Scale. Voorlopige resultaten OGGZ Monitor Haaglanden 2009. Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer: Steunpunt Huiselijk Geweld regio Den Haag. Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Westland: Steunpunt Huiselijk Geweld DWO. Alleen voor de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer, welke vallen onder het Steunpunt Huiselijk Geweld regio Den Haag. Voor de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Zoetermeer voert de GGD Zuid-Holland West zowel de functie van Vangnet als Meldpunt uit, voor de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Wassenaar en Westland voert de GGD alleen de Vangnet functie uit. Het Meldpunt Bezorgd van Kwadraad bedient, binnen de regio Zuid-Holland West, de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Westland. Percentage van jongeren die wel eens geslachtsgemeenschap hebben gehad. Percentage van totale populatie.
Zoetermeer Rijswijk PijnackerNootdorp Delft
Westland MiddenDelfland
53
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Gezondheid op Peil in Delft Kernboodschappen voor lokaal beleid
GGD Zuid-Holland West Postbus 6080 2702 AB Zoetermeer T (079) 343 08 88 E
[email protected] W www.ggdzhw.nl
1
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Colofon Dit rapport is een onderdeel van de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV) regio Zuid-Holland West. Het is een uitgave van de GGD Zuid-Holland West in samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Bij de ontwikkeling van deze publicatie hebben wij dankbaar gebruik mogen maken van de teksten uit de Lokale Kernboodschappen van de rVTV GGD Rotterdam-Rijnmond 2010.
Maart 2011
Redactie: R. Remeeus, R.J. Beuker, J.E. Brussee-Lasschuijt en S.A. ten Wolde Productiebegeleiding: C.C. Kliphuis Vormgeving: Designwise, Leiderdorp Drukwerk: Drukkerij De Swart, Den Haag
GGD Zuid-Holland West Postbus 6080 2702 AB Zoetermeer T (079) 343 08 88 @
[email protected] W www.ggdzhw.nl
2
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Inhoud 1. Bevindingen en aanbevelingen 2. Inleiding 3. De inwoners van de gemeente Delft 4. Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid
5 7 9 13
Literatuur, gegevensbronnen en websites Definities Afkortingen
34 36 41
Bijlage: Gezondheidsprofiel van de gemeente Delft
43
3
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
4
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
1. Bevindingen en aanbevelingen De uitkomsten van de integrale analyse hebben geleid tot de volgende bevindingen en aanbevelingen voor het gezondheidsbeleid in Delft: • De gezondheid van de inwoners van Delft is vergelijkbaar met de regio. • De samenwerking tussen professionals in de zorg in Delft moet worden versterkt. • Ook in Delft is het nodig om de sociaal-economische verschillen in gezondheid tussen burgers met een lage en hoge sociaal-economische status terug te dringen. • Het alcoholgebruik in Delft is zorgwekkend. Een integrale preventieve aanpak blijft noodzakelijk. • Overgewicht is een hardnekkig probleem in Delft. Een intensieve en langdurige aanpak is nodig. • Een deel van de bevolking in Delft heeft psycho-sociale problemen. Preventie dient al op jonge leeftijd te beginnen. • Vergrijzing geeft ook in Delft druk op de zorg. • De allochtone bevolkingsgroep vraagt speciale aandacht van de gezondheidszorg. • Huiselijk geweld is een maatschappelijk probleem en komt ook voor in Delft. Niet alleen opvang van slachtoffers, maar ook preventie is nodig. • In Delft wonen mensen die kampen met meervoudige problemen. Coördinatie van zorg en samenwerking voor deze mensen blijft nodig. • Een gezondere leefomgeving is van belang voor de gezondheid. Meer groen, minder luchtverontreiniging, beter binnenmilieu en minder geluidshinder kunnen de gezondheid positief beïnvloeden in Delft. • Roken is ook in Delft een bedreiging voor de volksgezondheid. Het bereik van de interventies kan verhoogd worden. Deze kernboodschappen oftewel de ‘bevindingen en aanbevelingen’ hebben betrekking op het bevorderen van de gezondheid. Hier kan op verschillende manieren aan worden gewerkt. Op de eerste plaats door acties vanuit de gezondheidssector, wijkgericht en met lokale partners, specifiek gericht op de gezondheid. Daarnaast kan de gezondheidssector samenwerken met andere (beleids)sectoren om de gezondheid te bevorderen. Tot slot kunnen acties buiten de gezondheidssector, die niet zijn gericht op gezondheid, daar wel een positief effect op hebben. Acties gericht op arbeidsparticipatie zijn hiervan een voorbeeld. Gemeenten die werk maken van gezondheid vragen zich niet alleen af hoe goede interventies in te zetten en te bekostigen zij, maar kijken ook meer en meer hoe bestaande geldstromen effectiever zijn in te zetten om gezondheid te bevorderen. In hoofdstuk 4 worden de kernboodschappen uitgebreid toegelicht.
5
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
6
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
2. Inleiding Gemeenten krijgen een steeds grotere rol in het volksgezondheidsbeleid. De Wet publieke gezondheid (Wpg) schrijft voor dat gemeenten elke vier jaar hun volksgezondheidsbeleid vaststellen. Daarnaast zijn gezondheid en zorg belangrijke onderwerpen onder andere in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en in het jeugdbeleid van de gemeente. Budgetten zijn beperkt, dus gemeenten moeten keuzes maken. Ze willen die keuzes zoveel mogelijk baseren op inzicht in de lokale gezondheidssituatie. Dat is ook wat de Wpg voorschrijft. De GGD Zuid-Holland West heeft de kennis en expertise om lokale gezondheidsinformatie te bieden en om gemeenten goed onderbouwde beleidsadviezen te geven. De GGD Zuid-Holland West doet dit voor het eerst op basis van een integrale analyse van de beschikbare gegevens over de gezondheidssituatie in de gemeente. Deze gegevens worden gebundeld en in samenhang gepresenteerd. Naast deze publicatie is er ook een regionaal rapport en een website. Deze drie producten vormen samen de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (regionale VTV) Zuid-Holland West. Ze schetsen een regionale en lokale beleidsbasis, de bouwstenen voor het formuleren van (gezondheids)beleid, vergelijkbaar met de landelijke Volksgezondheid Toekomst Verkenning die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) elke vier jaar opstelt als basis voor het rijksbeleid op het terrein van de volksgezondheid. De producten van de regionale VTV Zuid-Holland West zijn ook te downloaden via de website van de GGD Zuid-Holland West: www.ggdzhw.nl. Het regionaal rapport ‘Gezondheid op peil in Zuid-Holland West’ is het samenvattend rapport waarin de huidige gezondheidstoestand van de regio Zuid-Holland West wordt beschreven en waarbij een vergelijking plaatsvindt van landelijke, regionale en lokale gezondheidscijfers. De website, het regionale kompas (www.regionaalkompas.nl) bevat veel informatie over de gezondheid, achtergrondinformatie en informatie over inter ventiemogelijkheden in de regio Zuid-Holland West. Deze website wordt regelmatig aangevuld met nieuwe informatie en actuele cijfers. De GGD Zuid-Holland West heeft de intentie om elke vier jaar een regionale VTV op te stellen. Deze rapportage is het resultaat van een integrale analyse van gegevens over de gezondheid in Delft. De belangrijkste bevindingen zijn vertaald in een beperkt aantal kernboodschappen voor gezondheidsbeleid. Vanwege de haalbaarheid is een selectie gemaakt van kernboodschappen. In het regionaal rapport ‘Gezondheid op peil in Zuid-Holland West’ zijn nog veel meer onderwerpen uitgewerkt, zoals bijvoorbeeld de Wmo, de vaccinatiegraad in de regio en mantelzorg. In het Gezondheidsprofiel van Delft worden ook allerlei cijfers gepresenteerd die verder niet besproken worden. Deze publicatie is vooral bedoeld voor de beleidsmakers, bestuurders en raadsleden van Delft maar ook voor de uitvoerders en andere belanghebbenden op het terrein van volksgezondheid en welzijn. Het geeft antwoord op vragen als: Wat zijn de belangrijkste gezondheidsproblemen? Waarom zijn dit problemen? Waar liggen mogelijkheden voor verbetering?
7
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Leeswijzer Dit rapport met kernboodschappen voor Delft is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 1 worden de bevindingen en aanbevelingen weergegeven. In hoofdstuk 2 is toegelicht wat de regionale VTV Zuid-Holland West is. Hoofdstuk 3 brengt de bevolking van Delft in kaart. In hoofdstuk 4 zijn de uitkomsten van de integrale analyse omgezet in kernboodschappen, passend bij de specifieke gezondheidssituatie van de bevolking van de gemeente. De kernboodschappen worden toegelicht en mogelijk toekomstig beleid met betrekking tot het betreffende onderwerp wordt beschreven. Deze publicatie eindigt met een overzicht van gebruikte literatuur en een verklaring van gebruikte definities en afkortingen. In de bijlage is een uitgebreid gezondheidsprofiel van Delft opgenomen. De basis voor dit gezondheidsprofiel zijn de gegevensbronnen die ook gebruikt zijn bij het schrijven van het regionaal rapport ‘Gezondheid op peil in Zuid-Holland West’. In dit gezondheidsprofiel worden percentages weergegeven van diverse gezondheidsindicatoren. Waar mogelijk wordt een vergelijking gemaakt met regionale en/of landelijke cijfers.
8
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
3. De inwoners van de gemeente Delft Delft is een stad en gemeente in Zuid-Holland, gelegen aan de Schie, tussen Den Haag en Rotterdam. Delft heeft een historische binnenstad, ontwikkelde zich in de 19e eeuw tot industriestad en profileert zich tegenwoordig, met de aanwezigheid van een Technische Universiteit, vooral als kennisstad. Om een indruk te krijgen van de inwoners van Delft wordt in dit hoofdstuk informatie over de bevolkingssamenstelling gegeven. Dit hoofdstuk gaat in op diverse aspecten van de demografie die een relatie kunnen hebben met de gezondheid zoals de leeftijdsopbouw, de sociaal-economische status en de bevolkingsprognose.
Delft is een studentenstad Delft had op 1 januari 2010 96.760 inwoners. In figuur 2.1 is de demografische opbouw van Delft te zien. In vergelijking met Nederland is in Delft de leeftijdsgroep 20-29 jaar relatief groot en de leeftijdsgroep 35 jaar en ouder relatief klein. Dit wordt veroorzaakt door de studenten aan de TU Delft. De grijze druk is in Delft lager dan in Nederland (20 tegenover 25%). Ook de groene druk is in Delft relatief laag (29 tegenover 39%).
Figuur 2.1: Demografische opbouw in Delft op 1 januari 2010 (Bron: CBS StatLine 2010). 95 plus 90-94 jr 85-89 jr 80-84 jr 75-79 jr 70-74 jr 65-69 jr 60-64 jr 55-59 jr 50-54 jr 45-49 jr 40-44 jr 35-39 jr 30-34 jr 25-29 jr 20-24 jr 15-19 jr 10-14 jr 5-9 jr 0-4 jr 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% mannen
vrouwen
referentielijn van Nederland
9
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Veel allochtonen in Delft Van de inwoners van Delft is 30% allochtoon; 18% van de bevolking heeft een niet-westerse herkomst (figuur 2.2). In Delft wonen in vergelijking met Nederland (20%) relatief veel allochtonen.
Figuur 2.2: Etniciteit van de inwoners van Delft op 1 januari 2010 (Bron: CBS StatLine 2010). Etniciteit van de inwoners
Niet-westerse allochtonen
Westers allochtoon 13%
Turkije
3%
2%
10%
Overige niet-westerse allochtonen
Suriname
2%
18%
Niet-westers allochtoon
1% 69%
Ned. Antillen en Aruba
Marokko
Autochtoon
Veel hoogopgeleide burgers in Delft In Delft wonen in vergelijking met Nederland relatief veel hoogopgeleide mensen (35% versus 26%, zie figuur 2.3).
Figuur 2.3: Onderwijsniveau van de beroepsbevolking (15-65 jaar) van Delft, Zuid-Holland West en Nederland in 2007/2009 (Bron: CBS Statline). 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
lbo/vbo/vmbo, mulo/mavo Delft
10
havo, vwo, mbo
Zuid-Holland West
Nederland
hbo, universiteit
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Veel eenpersoonshuishoudens in Delft Het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner in Delft bedraagt 13.800 euro. Dit is lager dan in Nederland waar dit 14.400 euro bedraagt. Van de potentiële beroepsbevolking in Delft ontvangt 11% een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid of algemene bijstand. Dit is vergelijkbaar met landelijk (13%). Het percentage eenpersoonshuishoudens in Delft is 53%; dit is hoger dan gemiddeld in Nederland (36%). Dit verschil wordt voor een groot deel verklaard door het grote aantal studenten. 23% van de huishoudens bestaat uit meerpersoonshuishoudens met kinderen (landelijk: 35%). Bijna 10% van de kinderen woont in een uitkeringsgezin. Dit is hoger dan gemiddeld in Nederland (5%). Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent de sociaal-economische status (SES) van inwoners van gebieden in Nederland. De SES-score wordt ingedeeld in zeven groepen, oplopend van lage naar hoge status (SCP, 2006). In figuur 2.4 is de statusscore te zien voor Delft. Twee postcodegebieden in Delft hebben een hoge tot zeer hoge statusscore (Abtswoude en Delftse Hout). Vier postcodegebieden hebben een lage statusscore (Vrijenban, Voorhof, Buitenhof en Wippolder).
Figuur 2.4: Statusscore per vierpositie postcodegebied in Delft in 2006 (Bron: SCP 2006, bewerkt door RIVM).
Statusscore zeer laag laag midden-laag gemiddeld midden-hoog hoog zeer hoog
11
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Delft heeft een vergrijzende bevolking De omvang van de bevolking van Delft zal in de komende jaren toenemen van ongeveer 98.800 inwoners in 2010 naar ongeveer 108.900 inwoners in 2020 (figuur 2.5). Uit de figuur blijkt dat de gemeente de komende jaren te maken krijgt met een vergrijzende bevolking. De sterkste toename is zichtbaar bij de groep inwoners van 65 t/m 74 jaar, deze groep zal met 57% toenemen. De mate van vergrijzing is in Delft iets hoger dan in Nederland, maar de grijze druk is en blijft relatief laag.
Figuur 2.5: Prognose leeftijdsopbouw bevolking Delft, 2010-2020 (Bron: CBS StatLine 2010). 120.000 100.000 80.000 60.000
6.618 6.781 11.548
7.152 9.063
7.836 10.631
12.032
12.813
34.436
36.325
36.348
25.812
25.438
25.848
13.620
14.393
15.384
2010
2015
2020
40.000 20.000 0
0-14 jr
12
15-29 jr
30-54 jr
55-64 jr
65-74 jr
75+ jr
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
4. Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid In dit hoofdstuk worden de belangrijkste bevindingen over de gezondheid van inwoners van Delft gepresenteerd, die geresulteerd hebben in een aantal kernboodschappen voor het lokaal gezondheidsbeleid. Elke kernboodschap wordt toegelicht en - daar waar aan de orde - wordt mogelijk toekomstig beleid van Delft beschreven. De gezondheidstoestand van de inwoners wordt beschreven aan de hand van beschikbare enquêtegegevens, zoals de Gezondheidsenquetes (Kinderen, Jongeren, Volwassenen en Ouderen) van de GGD Zuid-Holland West. Daarnaast zijn cijfers uit registraties gebruikt, zoals sterftecijfers en gegevens over huiselijk geweld. Waar mogelijk worden de cijfers van Delft vergeleken met het gemiddelde van de GGD-regio en met landelijke cijfers. Meer kwantitatieve gegevens zijn te vinden in de bijlage Gezondheidsprofiel van Delft. Bij sommige kernboodschappen worden, (mogelijk bruikbare) interventies genoemd, die hier verder niet worden beschreven. Er bestaat een uitgebreide landelijke database (de I-database van het Centrum Gezond Leven, www.loketgezondleven.nl) met een beschrijving van de meest effectief gebleken interventies die gemeenten kunnen inzetten bij het aanpakken van gezondheidsproblemen. Via het loket gezond leven is ook de handreiking Gezonde Gemeente te vinden. Deze handreiking biedt concrete handvatten om de thema’s roken, overgewicht, depressie, alcohol en seksuele gezondheid, op te nemen in lokaal beleid én om te zetten in uitvoeringsprogramma’s. De beschreven gezondheidsproblemen laten zich, vanwege hun complexiteit, echter niet vatten in standaard oplossingen. Het gaat veelal om combinaties van interventies met maatregelen en voorzieningen die passen bij de lokale situatie. De genoemde voorbeelden geven een oplossingsrichting aan. Gemeenten die werk maken van gezondheid vragen zich niet alleen af hoe goede interventies in te zetten en te bekostigen zijn, maar kijken ook meer en meer hoe bestaande geldstromen effectiever zijn in te zetten om gezondheid te bevorderen (ten Dam, 2010). De effectiviteit van preventie kan worden verhoogd door verschillende methoden in samenhang in te zetten, samen te werken met verschillende beleidssectoren (integraal gezondheidsbeleid) en partijen (waaronder gemeente en zorgverzekeraars). Ook kan de effectiviteit van preventie worden verhoogd door een planmatige aanpak, het inzetten van bewezen effectieve interventies en een grondige evaluatie.
13
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
De gezondheid van de inwoners van Delft is vergelijkbaar met de regio. De gemiddelde levensverwachting bij de geboorte voor mannen uit Delft is 78 jaar en voor vrouwen 83 jaar. Dit is vergelijkbaar met de gemiddelde Nederlandse levensverwachting (mannen 78 jaar en vrouwen 82 jaar). De totale sterfte in Delft is iets lager in vergelijking met die in Nederland (Delft 71,0 per 10.000 inwoners en landelijk 72,1 per 10.000 inwoners). De belangrijkste doodsoorzaken zijn kanker, hart- en vaatziekten en ziekten van de ademhalingsorganen. In Delft ervaart 87% van de volwassenen en 70% van de ouderen hun gezondheid als goed tot uitstekend (in Zuid-Holland West 88% van de volwassenen en 74% van de ouderen). Vrijwel alle jongeren van 12 tot en met 18 jaar in Delft ervaren hun gezondheid als goed tot uitstekend (98%). Dit is vergelijkbaar met de andere gemeenten in de regio. De ervaren gezondheid van de jongeren, volwassenen en ouderen in Delft is de afgelopen vier jaar gelijk gebleven. In Delft heeft 16% van de volwassenen en 25% van de ouderen psychische klachten. Dit is hoger dan in de andere gemeenten (in Zuid-Holland West 14% van de volwassenen en 19% van de ouderen). De helft van de volwassenen in Delft hebben een matig tot hoog risico op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie. Bij de doelgroep ouderen heeft 45% een matig tot hoog risico op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie. Het percentage inwoners dat aangeeft minstens één chronische ziekte of aandoening te hebben is in Delft vergelijkbaar met de andere gemeenten in de regio. Bijna de helft van de 19- tot 64-jarigen en bijna negen op de tien 65-plussers geeft aan minstens één ziekte of aandoening te hebben. Van de 12- tot en met 18-jarigen geeft 41% aan minstens een ziekte of aandoening te hebben. De grootste ziektelast wordt gevormd door coronaire hartziekten, beroerte, angststoornissen, depressie, diabetes mellitus, COPD, artrose en longkanker. Voor mannen zijn daarnaast nog suïcide(poging) en letsels door privé-ongevallen belangrijke bronnen voor ziektelast, terwijl voor vrouwen borstkanker en dementie de top tien volmaken (Hoeymans, 2010). Ziekten met een hoge ziektelast maar wel beïnvloedbaar door gezonder te gaan leven zijn onder andere coronaire hartziekten, diabetes, longkanker en COPD. Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte. Aanleg, leefstijl, omgeving en de beschikbaarheid van gezondheidszorg bepalen iemands gezondheid. Elke persoon is primair verantwoordelijk voor de eigen gezondheid. De gemeente ondersteunt haar burgers in het houden en krijgen van een goede gezondheid. Dat geldt voor alle leeftijdsgroepen, jongeren, volwassenen en ouderen. Jongeren krijgen extra aandacht omdat het belangrijk is vroegtijdig gezond gedrag aan te leren. Eenmaal verkeerd aangeleerd gedrag is moeilijk weer te veranderen. Met preventie is nog aanzienlijke gezondheidswinst te boeken, vooral via het bevorderen van een gezonde leefstijl met aandacht voor de fysieke en sociale omgeving. Groepen met gezondheidsachterstand krijgen extra aandacht om hun achterstandspositie in gezondheid te verkleinen.
14
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
De samenwerking tussen professionals in de zorg in Delft moet worden versterkt. In het lokaal gezondheidsbeleid wordt een onderscheid gemaakt tussen preventiebeleid en zorgbeleid. Preventiebeleid is er op gericht dat mensen langer in goede gezondheid leven. Dit is een hoofdtaak van de gemeente. Bij het zorgbeleid is de gemeente niet verantwoordelijk voor de gezondheidszorg, maar voelt ze zich er namens haar burgers verantwoordelijk voor dat er voldoende kwalitatief goede zorg is binnen de gemeente. Is de zorg niet voldoende dan zal de gemeente in actie komen om deze zorg te (laten) verbeteren. De curatieve zorgsector besteedt tegenwoordig ook aandacht aan preventie. Preventie gaat een steeds grotere rol spelen in de curatieve gezondheidszorg. Huisartsen, medisch specialisten en andere professionals in de curatieve sector zijn zich bewust dat zij een belangrijke rol kunnen spelen in het adviseren en ondersteunen van hun patiënten om tijdig een ongezonde leefgewoonte (bijvoorbeeld roken, weinig tot niet bewegen, ongezonde voeding of overmatig alcoholgebruik) bij te stellen zodat een (chronische) ziekte (lichamelijk en/of geestelijk) kan worden voorkomen. Delft is dan ook voorstander van versterking van de samenwerking tussen preventie en eerstelijns professionals. Versterking van deze samenwerking is ook een aangelegenheid voor het lokaal gezondheidsbeleid. In het hele land zijn eerstelijns ondersteuningsstructuren voor huisartsen, verloskundigen, oefentherapeuten, fysiotherapeuten, logopediste, eerstelijns psychologen, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen en algemeen maatschappelijk werkers. Zo is in Delft stichting ELO de organisatie die eerstelijns professionals ondersteunt en samen met preventie- en zorgorganisaties in de regio invulling geeft aan het versterken van de samenwerking tussen preventie en eerstelijn. Het project Integrale Aanpak Depressiepreventie bij ouderen is hier een goed voorbeeld van. Met de ontwikkeling van het tweede zorg- en veiligheidshuis in de veiligheidsregio Haaglanden wil Delft komen tot een aanpak waarin alle organisaties in de ketens van zorg en veiligheid samen-werken. Deze samenwerking - georganiseerd in het zorg- en veiligheidshuis - zal een bijdrage moeten leveren aan de doelstelling om criminaliteit en overlast te verminderen en recidive terug te dringen. Een goede aansluiting van de zorgketens volwassenen en jeugd met de strafketen en het tegengaan van onnodige overlap is hierbij van groot belang. De jeugdzorgketen is in Delft in verhouding tot veel gemeenten in het land ver ontwikkeld. De gemeente werkt toe naar een sluitende jeugdzorgketen voor gezinnen met kinderen in de leeftijd van 0 - 23 jaar. Aansluiting zoeken bij onder andere de bestaande volwassenenketen, in de regio Delft Westland Oostland georganiseerd in de stuurgroep Wonen Zorg Welzijn, is voor het realiseren van een sluitende jeugdzorgketen een belangrijke opdracht.
15
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Ook in Delft is het nodig om de sociaal-economische verschillen in gezondheid tussen burgers met een lage en hoge sociaal-economische status terug te dringen. Ongezondheid en ongezond gedrag komt meer voor bij lage sociaal-economische groepen. In Delft is de sociaal-economische status weliswaar hoger dan gemiddeld in Nederland, toch zijn er in deze gemeente ook burgers in achterstandssituaties (mensen met een lage opleiding, mensen met een laag inkomen en mensen met een niet-westerse herkomst). Zij wonen vaker in een ongunstige fysieke omgeving (minder gezond binnenen buitenmilieu) en hebben vaker een ongezondere leefstijl. Deze groepen zijn over het algemeen ongezonder, wonen vaker in een ongunstige fysieke omgeving (minder gezond binnen- en buitenmilieu) en hebben vaker een ongezondere leefstijl. Onderzoek toont aan dat: 1. Laagopgeleiden in Nederland zes jaar korter leven dan laagopgeleiden. 2. Laagopgeleiden in Zuid-Holland West hun gezondheid vaker als matig of slecht ervaren dan hoogopgeleiden (19 versus 6%) en vaker 3 of meer chronische aandoeningen hebben (16 versus 6%). 3. Laagopgeleiden ook vaker psychisch matig of ernstig ongezond zijn dan hoogopgeleiden (11 versus 5%) en ze zijn vaker ernstig eenzaam (11 versus 6%). 4. Laagopgeleiden vaker dan hoogopgeleiden overgewicht hebben (52 versus 39%) en vaker roken (34 versus 19%). 5. Voor niet-westerse allochtonen soortgelijke verschillen te zien zijn ten opzichte van autochtonen. De komende jaren zullen partnerorganisaties meer gaan samenwerken om de regionale visie op het voorkomen en terugdringen van gezondheidsverschillen verder te verfijnen. Hierbij zal ook aandacht zijn voor burgers die een beroep doen op de sociaal medische advisering of op de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ). Het uitvoeren van gangbare best practices en effectieve interventies die ontwikkeld zijn om gezondheidsverschillen bij bepaalde doelgroepen terug te dringen is belangrijk. Het in samenspraak met gemeenten kijken naar interventies op maat is nodig omdat interventies vaak niet voldoende toegesneden zijn. Veel preventieactiviteiten blijken vooral effect te hebben bij mensen met een hogere sociaal-economische status, waardoor de sociaal-economische verschillen de afgelopen jaren groter zijn geworden. Daarom zal, in samenwerking met betrokken partijen waar mogelijk, deelgenomen worden aan pilotonderzoek om nieuwe interventies te evalueren. Monitoren blijft belangrijk om het up-to-date houden van regionale kennis over gezondheidsverschillen en de determinanten van gezondheidsverschillen via de gezondheidsenquêtes, OGGZ-monitor en gericht toegepast onderzoek.
16
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Delft wil met haar gezondheidsbeleid stevig inzetten op het voorkomen en inlopen van gezondheidsverschillen. Dit betekent dat er extra aandacht is voor burgers met een lage sociaal-economische status. Het inlopen van gezondheidsachterstanden vraagt om een gerichte aanpak van de gezondheidsrisico’s die bij deze groep in vergelijking met burgers met een hoge sociaal-economische status meer voorkomt. Een wijkgerichte aanpak in nauwe samenwerking met de doelgroep en lokale partners geeft daarbij het beste resultaat. Naast het inzetten van interventies bij specifieke doelgroepen is het terugdringen van bijvoorbeeld schoolverzuim, het voltooien van een opleiding en snelle deelname aan de arbeidsmarkt van groot belang.
17
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Het alcoholgebruik in Delft is zorgwekkend. Een integrale preventieve aanpak blijft noodzakelijk. In Delft had 19% van de 12-15-jarigen recent gedronken, ten opzichte van 18% in de regio. Het percentage 16-18-jarigen in Delft dat recent heeft gedronken, is met 76% vergelijkbaar met de regio (75%). Bijna de helft (46%) van de 16-18-jarigen in Delft doet aan binge-drinken (ZHW: 51%). In vergelijking met vier jaar geleden is het alcoholgebruik onder jongeren wel gedaald. Het percentage volwassenen dat overmatig drinkt (zie Definities, Overmatig alcoholgebruik) is in Delft 16%. Regionaal is dit 13%. Van de ouderen in Delft drinkt 18% overmatig alcohol (Zuid-Holland West: 17%). De schadelijke gevolgen van overmatig alcoholgebruik zijn talrijk. Alcoholgebruik heeft invloed op alle organen in het lichaam en hangt samen met ongeveer zestig aandoeningen (Kuunders & Van Laar, 2009). Er zijn aanwijzingen dat het drinken van (grote hoeveelheden) alcohol als je nog in de groei bent extra schadelijk is en een negatief effect heeft op de ontwikkeling van de hersenen. Tot slot geldt dat hoe jonger kinderen met alcohol in aanraking komen, hoe groter de kans op overmatig gebruik en verslaving op latere leeftijd. Oudere mensen verdragen alcohol over het algemeen slechter. Dit komt door allerlei veranderingen in het lichaam die ontstaan bij het ouder worden. Overmatig alcoholgebruik kan leiden tot uiteenlopende lichamelijk en psychische klachten, zoals hoge bloeddruk, maagproblemen en depressie. Voor ouderen die slecht ter been zijn, verhoogt alcoholgebruik het risico op vallen. Ook kan alcohol de werking van medicijnen versterken of juist teniet doen. Gelet op de negatieve effecten van alcoholgebruik op jonge leeftijd is iedere alcoholdrinker onder de 16 er één te veel. Het doel van landelijk alcoholbeleid is daarom dat jongeren onder de 16 jaar geen alcohol drinken. Bovendien is er een discussie gaande om deze leeftijd te verhogen naar 18 jaar. Het streven is dat minder mensen lichamelijk of geestelijk afhankelijk zijn van alcohol en dat alcoholgebruik minder schadelijke gevolgen heeft in het gezin, op het werk, in het verkeer en in uitgaanssituaties. Om effect te bereiken in het verminderen van schadelijk alcoholgebruik dient het lokaal alcoholbeleid gericht te zijn op (een combinatie van) vier pijlers: • Publiek draagvlak door communicatie via de media, scholen en verenigingen. • Regelgeving in relatie tot beschikbaarheid van alcohol, zoals sluitingstijden (bijvoorbeeld in de regio Kop van Noord-Holland waar het uitgaan vroeger op de avond begint en eerder eindigt, toelatingsbeleid en schenkbeleid van horecagelegenheden en alcoholvrije schoolfeesten). • Handhaving van lokale regels en van landelijke wetgeving. • Vroegsignalering en preventie. Bij ouderen is vroegtijdige signalering een belangrijk aandachtspunt; een alcoholprobleem wordt bij hen vaak slecht en laat herkend, zowel door de omgeving als door de professionals.
18
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Om alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen is het nodig om te (blijven) werken aan het creëren van een alcoholvrije omgeving in de vorm van bijvoorbeeld Frisfeesten in schoolsettings en daarbuiten. Interventies zoals ‘De gezonde school en genotmiddelen’ en ‘Alcohol, een ander verhaal’, gericht op het basis- en voortgezet onderwijs, zorgen ervoor dat jongeren en hun ouders al in een vroeg stadium gewezen worden op de risico’s van alcoholgebruik op jonge leeftijd. De HALT-aanpak, waarbij jongeren die vanwege overmatig alcoholgebruik een overtreding hebben begaan en ten gevolge hiervan samen met hun ouders een cursus alcoholpreventie volgen, levert eveneens een goede bijdrage aan de aanpak van alcoholgebruik door jongeren.
19
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Overgewicht is een hardnekkig probleem in Delft. Een intensieve en langdurige aanpak is nodig. Overgewicht begint al op jonge leeftijd. Van de kleuters in Delft heeft 12% overgewicht. Bij 10-11-jarigen is dit 21% en bij 13-14-jarigen 14%. Het percentage volwassen Delftenaren met (ernstig) overgewicht loopt op met de leeftijd; van 38% bij de 19- tot 64-jarigen tot 59% van de 65-plussers. Ernstig overgewicht (obesitas) komt voor bij 10% van de volwassenen en 18% van de 65-plussers in Delft. Het percentage inwoners met overgewicht in Delft is bij volwassenen wat lager (38 versus 42% en bij 65-plussers wat hoger (59 versus 55%) dan in de totale regio Zuid-Holland West. Over het algemeen geldt dat overgewicht vaker voorkomt bij mannen en ernstig overgewicht (obesitas) vaker bij vrouwen. Voeding en bewegen zijn belangrijke determinanten voor overgewicht. Van de jongeren ontbijt 13% minder dan 5 keer per week en 61% eet niet dagelijks fruit. Ruim een derde van de inwoners van Delft van 19 tot 64 jaar voldoet niet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, zie Definities, hiermee wijkt Delft nauwelijks af van de andere gemeenten in Zuid-Holland West (34 vs 33%). Van de inwoners van 65 jaar en ouder voldoet 44% niet aan deze norm (Zuid-Holland West: 41%). Overgewicht, met name ernstig overgewicht, hangt samen met meerdere chronische ziekten, zoals diabetes mellitus type 2 (suikerziekte), hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten. Ook hebben mensen met (ernstig) overgewicht vaker verschillende vormen van kanker, aandoeningen aan het bewegingsapparaat (artrose) en de ademhalingsorganen. Bovendien komen bij vrouwen met (ernstig) overgewicht menstruatiestoornissen en onvruchtbaarheid vaker voor (Visscher & Schoemaker, 2008). Daarnaast houdt overgewicht verband met het optreden van psychosociale problemen en een relatief groot verlies aan kwaliteit van leven (Voedingscentrum, 2008). Een kind met (ernstig) overgewicht kan gemakkelijk doelwit worden van pesterijen, een negatief zelfbeeld ontwikkelen en in een sociaal isolement raken. Bij de jeugd is het signaleren van overgewicht en obesitas in alle gemeenten een vast onderdeel van de preventieve gezondheidsonderzoeken van de Stichting Jeugdgezondheidszorg. De aanpak van overgewicht vraagt om een brede benadering van voeding- en beweeggedrag, die bestaat uit verschillende in samenhang uitgevoerde elementen: • Individuele en groepsgerichte voorlichting en advies bijvoorbeeld door een diëtist. • Het beschikbaar stellen van voorzieningen op het gebied van sport en bewegen en het bevorderen van het gebruik daarvan. Binnen de gemeente, op de werkplek en in scholen. • Het zodanig inrichten van de omgeving, dat burgers veilig kunnen bewegen, spelen en sporten. Dat een wandeling of fietstocht aantrekkelijk is. • Het zodanig inrichten van de omgeving, dat keuze voor gezonde voeding een gemakkelijke keuze is: gezonde voeding in automaten, voorlichting over en promotie van gezonde voeding in de lokale supermarkten.
20
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Het Voedingscentrum adviseert een combinatie van interventies om optimaal effect te bewerkstelligen tegen de bestrijding van overgewicht, de zogenoemde LOCCOO combinatie (verbinding van Lesprogramma’s, Omgevingsinterventies, Cursussen, Campagnes, Ondersteunend beleid/materiaal en Onderzoek/signalering). Interventies die in het kader van de aanpak van overgewicht uitgevoerd kunnen worden zijn: • ‘Lekker Fit!’ Een lesprogramma over voeding, bewegen en gezonde keuzes maken voor het basisonderwijs. • ‘Weet wat je eet’. Een online lesprogramma van het Voedingscentrum. Voor kinderen en volwassenen bestaan er behandelingsprogramma’s voor overgewicht, zoals Door Dik en Dun (8-12 jaar) en Sportief op Gewicht (volwassenen). Er ontbreekt een cursus voor jongeren (12-18 jaar) met (ernstig) overgewicht. De landelijke campagnes gericht op overgewicht van bijvoorbeeld het Voedingscentrum kunnen ook effect hebben op de inwoners van Delft. De gemeente zou deze campagnes lokaal kunnen ondersteunen. Er zijn diverse landelijke onderzoeken waaruit blijkt dat overgewicht een groot probleem is, zoals de Vijfde Landelijke Groeistudie (TNO jeugd). In dit kader zijn er diverse samenwerkingsafspraken en convenanten rondom overgewicht afgesloten, bijvoorbeeld het Convenant Gezond Gewicht.
21
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Een deel van de bevolking in Delft heeft psychosociale problemen. Preventie dient al op jonge leeftijd te beginnen. Bij een deel van de jeugd komen psychosociale problemen voor. In Delft heeft 22% van de 5-11 jarigen en 13% van de 12-18 jarigen een indicatie voor psychosociale problematiek (Zuid-Holland West: respectievelijk 20% en 11%). Van de 12-18-jarigen heeft 13% in het afgelopen jaar gedacht aan suïcide. Aan deze gedachten gaan vaak: faalangst, gebrek aan sociale contacten/sociale vaardigheden, depressie, angststoornissen en echtscheiding vooraf. Van de 19-65-jarigen is 16% en 25% van de 65-plussers in Delft psychisch ongezond (totale regio Zuid-Holland West: 14% en 19%). De helft van de 19- tot 64-jarigen en 45% van de 65-plussers in Delft heeft een (matig) risico op een angststoornis of depressie. Dit is hoger dan in Zuid-Holland West: 46% en 42%. Psychische problematiek kan verregaande gevolgen hebben. Het hebben van een depressie op jonge leeftijd is bijvoorbeeld een belangrijke voorspeller voor het ontwikkelen van een depressie op latere leeftijd. Psychische problematiek belemmert het functioneren in het dagelijkse leven en kan ernstige zelfdestructieve vormen aannemen, zoals suïcidaal gedrag. Ook kunnen psychische problemen vroeg in de levensloop van invloed zijn op de persoonlijke ontwikkeling van het kind, op de school- en beroepscarrière en uiteindelijk op de maatschappelijke positie die iemand zich kan verwerven. Gezien de mogelijke impact van dergelijke problemen is vroegtijdige onderkenning uitermate belangrijk (GGD Rotterdam-Rijnmond, 2008a). Psychisch gezond functioneren uit zich bij kinderen en jongeren in tevredenheid met hun leven, kunnen omgaan met tegenslagen, niet teveel druk ervaren om te presteren en een vriendenkring waarin ze zich thuis voelen. De twee belangrijkste typen van psychische problemen zijn emotionele problemen en gedragsproblemen. Als overkoepelende term voor alle vormen van psychische problemen spreekt men vaak over psychosociale problemen (Meijer & Schoenmaker, 2008). Met het voorkomen van psychosociale problemen, waaronder depressie, is grote gezondheidswinst en ook maatschappelijke winst te behalen. Depressie beïnvloedt het dagelijkse leven op een negatieve manier, tast de kwaliteit van leven aan en veroorzaakt maatschappelijke kosten (behandel-, medicijnen verzuimkosten). Als een kind op jonge leeftijd met een depressie kampt, kan dat negatieve effecten hebben op zijn schoolprestaties en op de omgang met andere kinderen. Bij de Stichting Jeugdgezondheidszorg, de scholen en het centrum voor Jeugd en Gezin is veel aandacht voor zowel het vroegtijdig signaleren van psychosociale problemen als preventie.
22
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Voorbeelden van interventies die bij de aanpak van psychosociale problematiek kunnen worden uitgevoerd zijn: • Publieksvoorlichting: Depressie on te spot Voorlichtingsactiviteiten over het voorkómen van depressie en het aanbod ten aanzien van depressiepreventie. • Primair preventieprogramma: Doe-praatgroep Programma waarbij kinderen op speelse wijze informatie krijgen over de psychische en/of verslavingsproblemen van hun vader of moeder. • Signaleren en adviseren: Vroegsignalering depressie Consultatie en casuïstiekbespreking voor intermediairs (zoals leerkrachten) om eerder depressieproblematiek bij kinderen te kunnen signaleren. • Ondersteuningsprogramma’s: Schatjes, katjes, watjes Programma voor kinderen met angstklachten en beperkte sociale competenties. • Maatregelen in de omgeving: Pestprotocol Scholen hebben protocollen om pesten te voorkomen en om pestgedrag te stoppen. Daarbij zetten zij vaak lesmethoden in om leerlingen weerbaarder te maken en te leren hoe ze met conflicten moeten omgaan. • In de put, uit de put bij volwassenen: zelf depressiviteit overwinnen. De cursus is gebaseerd op de gedragstherapie en sociale leertheorie. In deze groepscursus komen aan bod psycho-educatie, probleemoplossende vaardigheden, ontspanningsoefeningen, plezierige activiteiten, denkpatronen herkennen en doorbreken, sociale vaardigheden en het maken van een toekomstplan. • In de put, uit de put 55+: zelf depressiviteit overwinnen. De cursus is gebaseerd op de gedragstherapie en sociale leertheorie. In deze groepscursus komen aan bod psycho-educatie, ontspanningsoefeningen, plezierige activiteiten, denkpatronen herkennen en doorbreken, positief denken, assertiviteit en zorgdragen voor het behoud van behaalde effecten.
23
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Vergrijzing geeft ook in Delft druk op de zorg. Senioren zijn een belangrijke aandachtsgroep voor het gezondheidsbeleid. Circa 13.000 burgers van Delft (op een totaal inwonersaantal van 96.760, ruim 13%) behoren tot de leeftijdsgroep 65 plussers. Bovendien worden mensen in Nederland - dus ook in Delft ouder dan voorheen. Het is zaak het aantal gezonde levensjaren mee te laten stijgen met het ouder worden van deze bevolkingsgroep. Bij senioren is het enerzijds belangrijk om aandacht te geven aan leefstijlelementen als bewegen (44% van de 65 plussers in Delft voldoet niet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen) en alcoholgebruik (van de senioren in Delft drinkt 18% overmatig alcohol). Anderzijds is het bij deze doelgroep belangrijk om zeer alert te zijn op de psychosociale kant van het leven. Een deel van de ouderen is namelijk alleenstaand (42%), 19% van de ouderen heeft minstens wekelijks géén activiteit waarbij contact met anderen plaatsvindt en 45% geeft aan matig (37%), ernstig (5%) of zeer ernstig (3%) eenzaam te zijn. Het is bekend dat mensen die zich in een isolement bevinden, meer roken en drinken, ze hebben minder impulsen om een actief leven te leiden en lopen een verhoogd risico op psychische problemen. Sociaal isolement en vereenzaming zijn daarmee belangrijke risicofactoren voor de gezondheid van de senioren in Delft. Ze worden geconfronteerd met verlies, een afnemend sociaal netwerk en worden minder mobiel. De kans op een depressie neemt, zeker bij rouw, extra toe. Gezien het feit dat de groep senioren in de komende jaren verder zal toenemen, is het belangrijk om maatregelen te nemen die deze doelgroep in staat stellen hun sociale netwerk in stand te houden. Hierdoor kunnen klachten eerder worden gesignaleerd en kan er zorg worden gedragen voor een goed ondersteuningsaanbod. Bestrijding van sociaal isolement is belangrijk bij het voorkomen van psychosociale problemen bij senioren. In het najaar 2009 is onder leiding van Kubiek, voorheen de Regionale Commissie Gezondheidszorg, een start gemaakt met een Geriatrisch Netwerk voor de regio Delft Westland Oostland. Doelstelling van dit netwerk is onderlinge afstemming over en bijhouden van de ontwikkelingen in de geneeskunde, welzijn en welbevinden voor ouderen. Daarnaast het daadwerkelijk realiseren van verbeteringen door projecten. Vanuit Kubiek is een bestuurlijk kader gegeven voor dit nieuwe netwerk, dat ondergebracht is bij de regionale stuurgroep Wonen, Zorg en Welzijn en onderdeel is van de Academische Werkplaats Ouderen van het Leids Universitair Medisch Centrum in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg. Het Geriatrisch Netwerk besteedt in de regio veel aandacht aan onderwerpen als dementie en wonen voor ouderen. Daarnaast worden thema’s als valpreventie en polyfarmacy ook op de agenda gezet om de samenwerking en de zorg die in dit kader plaatsvindt te verbeteren.
24
Het Nationaal Programma Ouderenzorg is in 2008 in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van start gegaan en gaat de zorg voor ouderen met complexe hulpvragen verbeteren. Talrijke organisaties slaan daarvoor landelijk en regionaal de handen ineen. Doel is een samenhangend zorgaanbod dat beter is afgestemd op de individuele behoeften van ouderen.
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
De allochtone bevolkingsgroep vraagt speciale aandacht van de gezondheidszorg. De allochtone gemeenschap in Delft omvat 30% van de Delftse bevolking. Een allochtoon is een persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Van deze 30% bestaat 12% uit de zogenaamde niet-westerse allochtonen. Dit zijn mensen met als herkomstgroepering een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Niet-westerse allochtonen zijn in vergelijking met het autochtone deel van de bevolking in het algemeen ongezonder. Ze wonen ook vaker in een ongunstige fysieke omgeving en hebben vaker een ongezondere leefstijl. Vaak krijgen allochtonen niet de zorg waaraan ze behoefte hebben. Dit wordt veelal veroorzaakt door problemen in de communicatie tussen hulpverlener en allochtone hulpvrager waarbij niet alleen taal maar met name verschil in cultuur maakt dat de verwachtingen over en weer niet (altijd) worden waargemaakt. In Delft helpen speciaal opgeleide allochtone zorgconsulenten patiënt en arts bij het verhelderen van de klachten en het stellen van een goede diagnose. Op verzoek van de (huis)arts kunnen deze consulenten voorlichting geven, patiënten wegwijs maken in de plaatselijke of regionale gezondheidszorg, op huisbezoek gaan en artsen meer inzicht geven in de culturele en sociale achtergronden van patiënten. Ook wordt in deze gemeente al langer aandacht besteed aan de zogenaamde interculturalisatie van de zorg. Vanuit inburgering en integratie speelt Delft hierin een belangrijke rol. Een projectondersteunende rol is hiervoor neergelegd bij Kubiek, voorheen de Regionale Commissie Gezondheidszorg Delft Westland Oostland. In dit kader zijn de activiteiten vooral gericht op het verbeteren van de informatie en communicatie met allochtone patiënten, het verbeteren van de kwaliteit van zorg voor allochtone patiënten en meer allochtone medewerkers in de zorg. Via twee lijnen wordt getracht deze activiteiten te realiseren: via individuele mensen, zelforganisaties en via de zorgorganisaties. Instrumenten die vanuit Delft worden ingezet zijn bijvoorbeeld het project Onbenut Talent waarin getracht wordt immigranten met een hoge opleiding naar geschikte functies toe te leiden, voorlichting onder meer vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin en bij inburgeringscursussen wordt aandacht besteed aan de organisatie van zorg in Nederland en het belang van vrijwilligerswerk.
25
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Daarnaast draait in de wijk Voorhof een project, gericht op de niet-westerse allochtone gemeenschap in de wijk waarin diverse professionals (huisartsen, thuiszorg, ouderenwerk en GGZ) samenwerken om de toegankelijkheid tot zorg voor niet-westerse allochtonen te verbeteren. Hiervoor zijn c.q. worden de volgende activiteiten georganiseerd: a) Organisatie van een voorlichtingscarroussel voor de doelgroep niet-westerse allochtonen die gedurende meerdere jaren actief moet zijn om de boodschap goed over te laten komen. b) Richting hulpverleners inzetten op het vergroten van vaardigheden in de relatie met niet westerse allochtone klanten en op het vergroten van bekendheid met andere disciplines (bijvoorbeeld allochtone voorlichters) die kunnen bijdragen aan een beter behandelresultaat. Op deze wijze probeert Delft het zorgaanbod beter af te stemmen op de vraag van de allochtone burgers.
26
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Huiselijk geweld is een maatschappelijk probleem en komt ook voor in Delft. Niet alleen opvang van slachtoffers, maar ook preventie is nodig. In Delft geeft 7% van de inwoners van 19 tot 64 jaar aan ooit slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld. Van de volwassenen heeft 8% overdag en 19% ’s avonds dan wel ’s nachts weleens een gevoel van onveiligheid en 47% is niet bekend met het Steunpunt Huiselijk Geweld.Van de 65-plussers in Delft geeft 3% aan ooit slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld en 60% is niet bekend met het Steunpunt Huiselijk Geweld. Van de 65-plussers heeft 11% overdag en 18% ’s avonds dan wel ’s nachts weleens gevoelens van onveiligheid. De cijfers zijn vergelijkbaar met Zuid-Holland West. Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer gepleegd is. Onder ‘geweld’ wordt de aantasting van de persoonlijke integriteit verstaan met daarbij een onderscheid tussen psychisch en lichamelijk geweld (waaronder seksueel geweld en ongewenste seksuele toenadering). Kindermishandeling of mishandeling van ouderen vallen hier ook onder. De huiselijke kring van het slachtoffer bestaat uit (ex-)partners, gezinsleden, familieleden en huisvrienden. Het begrip ‘huiselijk’ betreft hier de relatie tussen dader en slachtoffer en niet de locatie. Een belangrijk kenmerk van huiselijk geweld is de omstandigheid dat dader (pleger) en slachtoffer vaak - en soms noodgedwongen - deel blijven uitmaken van elkaars leefomgeving. Vaak is er sprake van een verstoorde machtsverhouding. Bij ouderenmishandeling gaat het naast de vormen die genoemd zijn bij huiselijk geweld ook om andere gevolgen van geweld: verwaarlozing, financiële uitbuiting en schending van rechten. De aanpak van huiselijk geweld beslaat de hele keten van preventie en signalering tot interventies en nazorg, en is gericht op het beschermen en versterken van het hele (gezins)systeem (slachtoffers, kinderen en plegers). Op 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod in werking getreden. Deze wet geeft de burgemeester de bevoegdheid om een huisverbod op te leggen aan degene van wie een dreiging van huiselijk geweld uitgaat. Doel hierbij is om vroegtijdig op te treden om huiselijk geweld te stoppen en te voorkomen. Iedereen die direct of indirect met huiselijk geweld te maken heeft, kan zich melden tot het Steunpunt Huiselijk Geweld DWO. Het Steunpunt is tijdens werkdagen van 9 tot 17 uur bereikbaar voor iedereen in Delft, Pijnacker-Nootdorp, Westland en Midden-Delfland, die te maken heeft met huiselijk geweld, dus slachtoffers, plegers en degenen uit hun omgeving die zich zorgen maken. Naar verwachting treedt in het voorjaar 2011 de ‘Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ in werking. In deze wet wordt aan organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren de plicht opgelegd om een meldcode te hanteren voor huiselijk geweld en kindermishandeling. De meldcode bevat een stappenplan en leidt de beroeps-
27
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
kracht door het proces vanaf het moment dat hij signaleert tot aan het moment dat hij eventueel een beslissing neemt over het doen van een melding. De stappen maken de beroepskracht duidelijk wat er van hem wordt verwacht bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling. Delft voert actief beleid om het huiselijk geweld tegen te gaan en terug te dringen.Voorlichting en ondersteuning van lokale initiatieven op het terrein van huiselijk geweld maken hier onderdeel van uit. Het gemeentelijk beleid richt zich op vroegtijdige signalering en preventie (beroepsgroepenvoorlichting en -training, regionale campagnes en plaatselijke voorlichting); advies en melding (Steunpunt Huiselijk Geweld; Advies- en Meldpunt Kindermishandeling; politie) en laagdrempelige & samenhangende hulpverlening (Algemeen Maatschappelijk Werk; daderhulpverlening, bureau jeugdzorg). Tenslotte is preventie van belang. Het gaat hierbij onder meer om doelgroepspecifieke campagnes, voorlichting en preventieprogramma’s. Een goed voorbeeld is de campagne ‘Omdat je altijd iets kunt doen’. Met deze campagne wordt een beroep gedaan op de inwoners van de gemeenten in de regio Den Haag. De campagne wil duidelijk maken dat het niet meer acceptabel is om weg te kijken en niets te doen tegen (het vermoeden van) huiselijk geweld. Zie ook www.watkanikdoen.nl De benodigde samenwerking en afstemming tussen de partijen die betrokken zijn bij de aanpak van huiselijk geweld wordt naar verwachting eind 2010 vastgelegd in het convenant ‘Aanpak Huiselijk Geweld DWO’.
28
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
In Delft wonen mensen die kampen met meervoudige problemen. Coördinatie van zorg en samenwerking voor deze mensen blijft nodig. Elke gemeente kent mensen die problemen hebben op verschillende leefgebieden. Vaak is er sprake van een opeenstapeling van problemen. Ze verwaarlozen zichzelf, verkeren vaak in een sociaal isolement, zijn in de war en/of veroorzaken overlast en hebben vaak financiële problemen. De opeenstapeling van problemen kan uiteindelijk leiden tot uithuiszetting, opname in een psychiatrisch ziekenhuis of dak- en thuisloosheid. De GGD Den Haag en GGD Zuid-Holland West werken samen om kwetsbare groepen voor de regio Haaglanden in kaart te brengen. Ook wordt bekeken in welke mate mensen sociaal uitgesloten zijn en problemen hebben. Daarom wordt onderscheid gemaakt in risicogroepen, signalering en tenslotte zorg en opvang in instituten en op straat. Deze informatie is binnenkort terug te vinden in de OGGZ-monitor Haaglanden 2009. Naar verwachting zal deze monitor eind 2010 gereed zijn. Hieronder wordt een aantal voorlopige bevindingen weergegeven: • Jaarlijks worden er in Nederland door de politie ongeveer 64.000 incidenten huiselijk geweld geregistreerd. Dit betekent 3,9 incidenten huiselijk geweld per 1.000 inwoners. • Onderzoek naar risicogroepen laat zien dat vijf procent van de volwassenen in ZuidHolland West een hoog risico loopt op een depressie- of angststoornis en dat 7% aangeeft ernstig vereenzaamd te zijn. • Bij het vangnet en Meldpunt Bezorgd GGD Zuid-Holland West kwamen in 2009 610 nieuwe meldingen ofwel signalen over zorgwekkende zorgmijders binnen. Bij het Meldpunt Bezorgd Delft Westland Midden-Delfland en Pijnacker-Nootdorp waren dat er 360. Het monitoren van kwetsbare groepen in de regio Haaglanden verschaft belangrijke informatie. De afgelopen jaren neemt de aandacht voor vroegsignalering van huiselijk geweld toe. Zo heeft de GGD Zuid-Holland West een signaleringsfunctie ten aanzien van huiselijk geweld bij de uitvoering van de Vangnettaak (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg). In het kader van de OGGZ-vangnettaak komt de sociaal verpleegkundige van de GGD in contact met slachtoffers van huiselijk geweld. De OGGZ richt zich gewoonlijk op dak- en thuislozen, geïsoleerde ouderen, mensen met een psychische en/of sociale beperking en mensen met een verslaving. Wanneer huiselijk geweld aan de orde is, meldt de sociaal verpleegkundige dit bij het Steunpunt Huiselijk Geweld of bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Het gaat hier vaak om mensen die zorgmijdend zijn, dus moeten zij vanuit de hulpverlening actief worden benaderd en opgezocht en naar zorg worden toegeleid. De hulpverlening moet in omvang en deskundigheid in staat zijn de noodzakelijke hulp te bieden. In de meeste gevallen is de individuele problematiek te complex om door één organisatie te worden opgepakt. Er zijn meerdere organisaties nodig die gezamenlijk in de directe leefomgeving van de cliënt hulp bieden. In lokale zorgnetwerken worden deze mensen geholpen middels een ketenaanpak waarbij relevante hulp- en zorgverleners met elkaar samenwerken.
29
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Om te zorgen dat mensen met meervoudige problemen die zelf geen hulp zoeken toch hulp krijgen, neemt Delft deel aan een Meldpunt Bezorgd (voor Delft, Westland, MiddenDelfland en Pijnacker-Nootdorp). Zowel organisaties als woningcorporaties en politie als inwoners (buren, familie) kunnen het meldpunt bellen om zorgwekkende situaties te melden. Medewerkers van het meldpunt proberen vervolgens ‘aan de deur’ contact te leggen en de persoon te motiveren om hulp te accepteren. Zij onderzoeken wat er speelt en door wie een moeilijke situatie het beste opgelost kan worden. Dan volgt de hulp, waarbij allerlei instanties op het gebied van onder meer psychiatrie, maatschappelijk werk, budgetbegeleiding, schuldhulpverlening en woonbegeleiding betrokken kunnen worden. De taak van de gemeente is te voorkomen dat mensen maatschappelijk uitvallen en het bevorderen van herstel. De gemeente kan dat niet alleen, daar zijn allerlei organisaties bij betrokken. Delft is slechts in beperkte mate zelf als uitvoerder betrokken en zal vooral de regierol op zich nemen om een goede ketensamenwerking en afstemming te realiseren door het maken van afspraken en monitoren van resultaten.
30
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Een gezondere leefomgeving is van belang voor de gezondheid. Meer groen, minder luchtverontreiniging, beter binnenmilieu en minder geluidshinder kunnen de gezondheid positief beïnvloeden in Delft. De leefomgeving beïnvloedt de gezondheid op meerdere manieren. Ten eerste rechtstreeks door blootstelling aan fijn stof in de buitenlucht, ernstige geluidhinder door verkeer en verontreiniging van het binnenmilieu. Ten tweede kan de leefomgeving uitnodigen tot gezond gedrag, zoals fietsen, wandelen, sporten en spelen. De derde manier waarop de leefomgeving de gezondheid beïnvloedt, is door de beleving van de omgeving, toegespitst op een positieve beleving van het groen (o.a. bomen, planten, grasland).
Omgeving en gezondheid In de periode 2005-2009 is in Nederland het Vitamine G-onderzoekprogramma uitgevoerd. In het programma is de relatie tussen gezondheid (vitamine) en groen op respectievelijk landelijk, stedelijk en lokaal niveau onderzocht. De conclusies van het onderzoek waren als volgt: • Niet alleen de kwantiteit, maar ook de kwaliteit van groen is van belang voor de gezondheid van stedelingen. • Met name de kwaliteit van straatgroen heeft een meerwaarde voor de gezondheid ten opzichte van de kwaliteit. • Om een optimale gezondheidswinst te behalen moeten naast groennormen ook criteria voor de kwaliteit van het groen worden vastgesteld. Er komen steeds meer aanwijzingen uit goed gecontroleerd onderzoek in binnen- en buitenland dat stedelingen gezonder zijn naarmate ze meer groen in hun directe leefomgeving hebben. Deze bevindingen kunnen een grote betekenis hebben voor het beleid ten aanzien van ruimtelijke ordening en gemeentelijke groenvoorzieningen. Bij groen gaat het naast groen in de wijken vooral over de omgeving van de gemeente. Behoud van het groen en het landelijke karakter blijft van belang, aantasting van het groen dient zoveel mogelijk voorkomen te worden. Het nodigt de burgers uit tot bewegen en kan sociale contacten stimuleren. In wijken met groene ruimtes en een adequaat speeltuinenbeleid, spelen en bewegen kinderen duidelijk meer en met meer creativiteit. Dit alles komt het best tot zijn recht als het groen makkelijk toegankelijk en uitnodigend is. Recent is via het Delft Internet Panel een vragenlijst uitgezet om te kijken wat men onder andere vindt van het groen in de buurt en wijk. De resultaten geven aan dat de meeste Delftenaren (zeer) tevreden zijn over het groen in hun buurt of wijk (61%). Een op de vijf Delftenaren is neutraal (20%) of (zeer) ontevreden (19%). Onder de 65-plussers heerst relatief de grootste tevredenheid, 69% is (zeer) tevreden over het groen in de buurt/wijk. De groep 35- tot 44-jarigen is minder tevreden dan gemiddeld met 54%. Het meest belangrijk om te verbeteren zijn volgens de Delftenaren ‘boomgroepen/lanen’ met 45%, bloemperken (30%) en een grasveld/speelveld (20%).
Lucht en gezondheid Luchtverontreiniging door wegverkeer kan leiden tot luchtwegklachten, zoals hoesten,
31
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
piepen en kortademigheid. De kleinste deeltjes van ingeademd fijn stof kunnen vanuit de longen het bloed in gaan. Dan kunnen vaatvernauwing, bloedklontering en een verstoorde hartslag ontstaan.Voor de gezondheid zijn die fijnste deeltjes dan ook het meest schadelijk. Deze zijn afkomstig van wegverkeer. Dit is de reden waarom vooral langs drukke wegen gezondheidsrisico’s te verwachten zijn, ook als aan de normen wordt voldaan. Kinderen die op een school dicht bij een rijksweg zitten, hebben meer luchtwegklachten en hun longen werken minder goed. Volwassenen die langs een rijksweg of drukke binnenstedelijke weg wonen, hebben meer kans om te overlijden aan een luchtwegziekte of een hart- en vaatziekte. Dit geldt vooral binnen 100 meter van een rijksweg of in de eerstelijns bebouwing (binnen 50 meter) van een drukke stadsweg.
Binnenmilieu en gezondheid Het binnenmilieu wordt in veel huizen verontreinigd door verbrandingsproducten, schimmels, vocht en chemische stoffen. Uit onderzoek van de GGD Zuid-Holland West blijkt dat 58% van de volwassenen in Delft te maken heeft met ongunstig gebruik van ventilatie in de woonkamer. Dit percentage is hoger dan bij de andere gemeenten in de regio (54%). Met kleine aanpassingen zoals bijvoorbeeld vaker en langer een raam open zetten is al veel winst te behalen. Daarnaast kan de gemeente in samenwerking met de ontwikkelaars en corporaties bij renovaties en nieuwbouwplannen rekening houden met de mogelijkheid voor voldoende ventilatie. Binnen het landelijke programma ‘Frisse Scholen’ dat ook wordt uitgevoerd in Delft, is aandacht voor het ventileren van leslokalen op het basisonderwijs. Dit programma heeft als doel de luchtkwaliteit op scholen te verbeteren. In Delft is in het stookseizoen 2008-2009 1 school en in 2009-2010 zijn 6 scholen door de GGD Zuid-Holland West bezocht voor een binnenmilieuonderzoek. Dit onderzoek bestaat uit vier onderdelen: screening van alle klaslokalen, binnenmilieumeting in één klaslokaal, het opstellen van een ventilatie advies en een voorlichtingsbijeenkomst voor alle leerkrachten en de directie. Resultaten worden vastgelegd in een schooladvies waarin concrete adviezen staan over hoe de luchtkwaliteit verbeterd kan worden.
Geluid en gezondheid Van de volwassenen in Delft ervaart 52% geluidshinder. Dit percentage is hoger dan bij de andere gemeenten in de regio (47%). Geluidoverlast is in toenemende mate een gezondheidsprobleem. Het veroorzaakt vooral hinder en slaapverstoring. Langdurige blootstelling kan leiden tot hart- en vaatziekten. Daarnaast leidt geluidsoverlast mogelijk tot meer huisartsbezoeken, meer medicijngebruik tegen hoge bloeddruk, meer ziekenhuisopnames en verminderde leerprestaties van kinderen. Wegverkeer is een belangrijke bron van geluidshinder. Daarnaast zijn vliegverkeer, railverkeer, bouw- en sloopactiviteiten en buren belangrijke bronnen. Voor verschillende geluidsbronnen gelden wettelijke normen. De wet houdt geen rekening met gelijktijdige overlast van meerdere bronnen. Ook onder de wettelijke norm kunnen gezondheidseffecten optreden. Het is goed om, naast het terugdringen van geluidhinder, aandacht te hebben voor geluidsarme of stille plekken in de woonomgeving waar mensen aangenaam kunnen verblijven.
32
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Roken is ook in Delft een bedreiging voor de volksgezondheid. Het bereik van de interventies kan verhoogd worden. Van de 15- tot en met 16-jarige jongeren in Delft rookt 6%, bij de 17- tot en met 18-jarigen is dit 13%. Regionaal is dit respectievelijk 7% en 14%. Van de 19- tot en met 64-jarigen rookt 25% en ruim een op de tien inwoners van 65 jaar en ouder rookt. Regionaal is dit respectievelijk 23% en 12%. Het percentage volwassenen van Delft dat rookt is dus vergelijkbaar met de andere gemeenten in de regio Zuid-Holland West, maar lager dan landelijk (28%). Roken verhoogt het risico op verschillende vormen van kanker, bijvoorbeeld longkanker. Ook het risico op COPD (zie Afkortingen), beroerte en hartfalen wordt verhoogd door roken. In 2007 stierven in Nederland 20.000 mensen die ten gevolge van roken één van bovenstaande ziekten kregen. Daarnaast is door roken het risico op veel andere aandoeningen verhoogd. Ook passief roken (inademen van tabaksrook uit je omgeving) verhoogt het risico op het krijgen van verschillende aandoeningen (Van Gelder et al., 2009). En, een roker leeft gemiddeld vier jaar korter dan een niet-roker. Stoppen met roken is al vele jaren een belangrijk punt van landelijk beleid, zowel van de overheid als van Stivoro, het landelijke expertisecentrum voor tabakspreventie. Diverse zorgaanbieders verzorgen op regionaal niveau ‘stoppen met roken’ cursussen. Huisartsen bieden ondersteuning bij stoppen met roken. De gemeente kan de effecten van landelijk beleid voor de eigen burgers versterken door actief mee te werken aan landelijke campagnes die vooral gericht zijn op jongeren en volwassenen. Mogelijk wordt het effect van het beleid gericht op stoppen met roken nog groter in 2011, als gedragsmatige (en farmacologische) stopondersteuning deel uitmaakt van de verzekerde zorg. Bijzondere aandacht verdient het voorkomen dat jongeren gaan roken. Het programma ‘Gezonde school en genotmiddelen’ biedt hiervoor goede mogelijkheden. Verenigingen met veel jongere leden kunnen roken ontmoedigen en toezien op naleving van het rookverbod in bijvoorbeeld de sportkantine. Stivoro biedt allerlei instrumenten, gericht op jongeren en scholen, waarmee gewezen wordt op de risico’s die gepaard gaan met roken. Het Airpower Forum is bijvoorbeeld een magazine over roken voor jongeren. De Test jezelf! en de Anti PeukenPas kunnen door jongeren worden gebruikt om inzicht te krijgen in het eigen rookgedrag en daadwerkelijk te stoppen met roken.
33
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Literatuur, gegevensbronnen en websites Literatuur Cole TJ, Bellizzi MC, Flegal KM, Dietz WH. Establishing a standard definition for child overweight and obesity worldwide: international survey. BMJ, 2000;320(7244):1240-3. Fokkema T, Tilburg T van. Eenzaam en dan? De (on)mogelijkheden van interventies bij ouderen. Eindrapportage aan de Stichting Sluyterman van Loo van een vergelijkend effecten procesevaluatie-onderzoek naar interventies ter voorkoming en vermindering van eenzaamheid onder ouderen. Den Haag/Amsterdam: NIDI/VU, 2005. Hoeymans N, Melse JM, Schoemaker CG. Gezondheid en determinanten. Deelrapport van de VTV 2010. Van Gezond naar beter. RIVM-rapportnr. 270061006. Bilthoven: RIVM, 2010. Jong-Gierveld J de, Kamphuis FH. The development of a Rasch-type loneliness-scale. Applied Psychological Measurement, 1985;9:289-299. Meijer S, Schoemaker C. Psychisch functioneren van jeugd samengevat. In Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, http://www.nationaalkompas.nl. Gezondheid en ziekte\ Functioneren en kwaliteit van leven\ Psychisch functioneren jeugd, 23 september 2008. Reijnders UJL, Drijber BC. Huiselijk geweld (1): Cijfers en herkenning; Huisarts en geweld. Huisarts Wet, 2006;49:65-66,88. Visscher TLS, Schoemaker C. Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van overgewicht en ondergewicht? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, http://www.nationaalkompas.nl. Gezondheidsdeterminanten\ Persoonsgebonden\ Lichaamsgewicht, 22 september 2008. Voedingscentrum. Preventie van overgewicht in de nota lokaal gezondheidsbeleid. Den Haag: Voedingscentrum, 2008.
34
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Gegevensbronnen • • • • • • • • •
CBS StatLine (www.cbs.nl/statline). De elektronische databank van het CBS. Delft internet panel. Jongerenonderzoek 2010 (www.ggdzhw.nl/onderzoek) (GGD Zuid-Holland West). Kinderenonderzoek 2010 (www.ggdzhw.nl/onderzoek) (GGD Zuid-Holland West). OGGZ-monitor Haaglanden 2009. Voorlopige cijfers. Zie voor de definitieve cijfers de rapportage van de OGGZ-monitor (GGD Zuid-Holland West, GGD Den Haag). Statusscore. Rangorde naar sociale status van postcodegebieden in Nederland (Sociaal en Cultureel Planbureau). SCP. Sociaal en Cultureel Planbureau. Rangorde naar sociale status van postcodegebieden in Nederland 2006 (SCP). Seniorenonderzoek 2008 (www.ggdzhw.nl/onderzoek) (GGD Zuid-Holland West). Volwassenenonderzoek 2009 (www.ggdzhw.nl/onderzoek) (GGD Zuid-Holland West).
Websites www.cbs.nl/statline www.nationaalkompas.nl www.loketgezondleven.nl www.regionaalkompas.nl
De elektronische databank van het CBS Nationaal Kompas Volksgezondheid (RIVM) De website voor en door professionals die werken aan gezondheidsbevordering en preventie (RIVM) Regionaal Kompas Volksgezondheid (RIVM)
35
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Definities ADL-beperking Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen zijn de handelingen die mensen dagelijks verrichten om in leven te blijven. Mensen met beperkingen in de ADL hebben grote moeite met gaan zitten en opstaan uit een stoel, in en uit bed stappen, de trap op- en aflopen, of kunnen dit alleen met hulp van anderen.
Allochtoon Allochtoon is volgens de definitie van het CBS een persoon van wie tenminste één ouder in het buitenland geboren is. Er wordt in deze rVTV geen onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland geboren zijn (eerste generatie in Nederland) en personen die in Nederland zijn geboren (tweede generatie). Wel wordt onderscheid gemaakt naar herkomstgroepering: westers en niet-westers. Deze indeling is ingegeven door de grote verschillen in sociaal-economische en culturele situatie tussen deze groepen. Tot de niet-westerse allochtonen behoren de mensen met als herkomstgroepering de landen in de werelddelen Afrika, Latijns-Amerika, Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Westerse allochtonen vinden hun herkomst in Europese landen (exclusief Turkije), Noord-Amerika, Oceanië of in Japan en Indonesië (CBS-Begrippen).
Beperkingen in het horen Grote moeite met of niet in staat zijn een gesprek te volgen met één andere persoon of in een groep van drie of meer personen (zo nodig met hoorapparaat).
Beperkingen in het zien Grote moeite met of niet in staat zijn de kleine letters in de krant te lezen of op een afstand van vier meter het gezicht van iemand te herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen).
Binge-drinken Het drinken van 5 glazen alcohol of meer bij één gelegenheid in de afgelopen vier weken.
BOS-projecten De BOS-impuls is een tijdelijke stimuleringsmaatregel van VWS. Met de BOS-impuls worden achterstanden van jongeren van 4 tot 19 jaar aangepakt. Buurt-, Onderwijs- en Sportorganisaties werken samen onder regie van de gemeente om een BOS-project op wijkniveau te realiseren. Sportactiviteiten maken in ieder geval onderdeel uit van de BOS-arrangementen. Meestal spelen ook gezondheidsonderwijs en buurtactiviteiten een rol. Zo wordt tevens de onderlinge betrokkenheid in de buurt vergroot. Dit sluit aan bij het gedachtegoed van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning. De uiterste inzendtermijn voor BOS-projecten is inmiddels verstreken.
36
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Direct gestandaardiseerde sterfte Bij directe standaardisatie worden de leeftijdspecifieke cijfers van de index (bijvoorbeeld mannen uit de gemeente) toegepast op de bevolking van heel Nederland per 1 januari 2000. De resulterende aantallen overledenen per 10.000 van de standaardpopulatie zijn direct vergelijkbaar, zonder dat verschillen in de leeftijdopbouw als verklaring een rol spelen. Dat maakt het mogelijk om mannen en vrouwen met elkaar te vergelijken en om verschillende regio’s of gemeenten met elkaar te vergelijken.
Eenzaamheid Eenzaamheid is het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties. Kort gezegd gaat het hier om het al of niet bestaande verlangen naar (meer, andere of betere) relaties. Eenzaamheid kent twee dimensies, namelijk sociale en emotionele eenzaamheid. Bij sociale eenzaamheid wordt een ondersteunend netwerk gemist met als gevolg gevoelens van verveling en doelloosheid en bij emotionele eenzaamheid wordt het missen van intieme relaties bedoeld wat leidt tot gevoelens van verlatenheid en intens verdriet. De genoemde cijfers over eenzaamheid zijn gebaseerd op de eenzaamheidsschaal van De Jong-Gierveld (Jong-Gierveld J de & Kamphuis FH, 1985).
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Om inkomens van huishoudens vergelijkbaar te maken wordt het besteedbaar huishoudinkomen gecorrigeerd voor grootte en samenstelling van een huishouden. Hiervoor zijn equivalentiefactoren beschikbaar die afgestemd zijn op het aantal volwassenen en kinderen (naar leeftijd) in een huishouden. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Hierbij is de CBS-equivalentieschaal gebruikt, waarbij het eenpersoonshuishouden als standaardhuishouden is gekozen. Voor deze huishoudens is de factor gelijk aan 1. De CBS-equivalentieschaal voegt hieraan 0,38 toe voor de volgende meerderjarige. Per minderjarig kind wordt de factor afhankelijk van de leeftijd en rangorde van het kind opgehoogd met een waarde tussen de 0,15 en 0,30. Een alleenstaande met een besteedbaar inkomen van 10 duizend euro en een echtpaar met een besteedbaar inkomen van 13,8 duizend euro bevinden zich dus op een gelijk welvaartsniveau: na standaardisatie bedraagt het inkomen in beide situaties 10 duizend euro.
Gezondheid Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken (WHO).
GGD Zuid-Holland West Het verzorgingsgebied van de GGD Zuid-Holland West bestond tot 1 januari 2010 uit de volgende gemeenten: Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, PijnackerNootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer.
37
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Grijze druk De verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder en het aantal personen van 20 tot 65 jaar. Dit cijfer geeft inzicht in de verhouding van de ouderen tot het werkende deel van de bevolking.
Groene druk De verhouding tussen het aantal personen van 0 tot 20 jaar en het aantal personen van 20 tot 65 jaar. Dit cijfer geeft inzicht in de verhouding van de jeugd tot het werkende deel van de bevolking.
Groente- en fruitnorm In Nederland zijn normen vastgesteld voor de consumptie van groente en fruit. Volwassenen moeten volgens deze normen minimaal 200 gram groente (groentenorm) en 2 stuks fruit (fruitnorm) per dag eten. Deze normen gelden ook voor kinderen vanaf 12 jaar. Voor jongere kinderen geldt dat ze dagelijks groente én fruit moeten eten.
Harddrugs Heroïne, cocaïne, amfetamine, LSD en XTC.
HDL-beperking Mensen hebben een beperking in de huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen (HDL) als zij beperkt zijn bij het uitvoeren van minimaal één van de volgende activiteiten: dagelijkse boodschappen doen, warme maaltijden bereiden en licht en zwaar huishoudelijk werk verrichten.
Huiselijk geweld Onder huiselijk geweld wordt verstaan: (dreigen met) geweld, op enigerlei locatie, door iemand uit de huiselijke kring, waarbij onder geweld wordt verstaan: de fysieke, seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer, daaronder ook begrepen uitbuiting. Tot de huiselijke kring van het slachtoffer behoren: (ex)partners, gezinsleden, familieleden en huisvrienden (Ministerie van Justitie, 2002).
Mantelzorg Mantelzorg is de zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgeving, zoals een partner, ouder, kind, buurman of -vrouw, vriend(in), als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen, aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen enz. Mantelzorg wordt niet betaald.
Nederlandse norm gezond bewegen Jeugd (onder de 18 jaar): dagelijks een uur matig intensieve lichamelijke activiteit, waarbij de activiteiten minimaal twee maal per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördinatie). Volwassenen (18-55 jaar): een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op tenminste vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de week.
38
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
55-plussers: een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op tenminste vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de week. Voor niet-actieven, zonder of met lichamelijke beperkingen, is elke extra hoeveelheid lichaamsbeweging meegenomen.
Niet-westerse allochtoon Allochtoon met als herkomstgroepering een van de landen in de werelddelen Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Op grond van hun sociaal-economische en sociaal-culturele positie worden allochtonen uit Indonesië en Japan tot de westerse allochtonen gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Overgewicht Jeugd (onder de 18 jaar): de definitie voor overgewicht en obesitas is afhankelijk van de leeftijd en het geslacht. Dit onder meer omdat de hoeveelheid lichaamsvet tijdens de kinderjaren steeds verandert. Internationaal zijn er geslachts- en leeftijdsspecifieke afkappunten voor de BMI bij kinderen bepaald (Cole et al., 2000). Bij volwassenen is sprake van matig overgewicht bij een body mass index (BMI = gewicht in kilogram gedeeld door het kwadraat van de lengte in meters [kg/m2]) van 25 tot 30 kg/m2. Bij volwassenen is sprake van ernstig overgewicht/obesitas bij een BMI groter of gelijk aan 30 kg/m2.
Overmatig alcoholgebruik Mannen: meer dan 21 glazen alcoholische drank per week. Vrouwen: meer dan 14 glazen alcoholische drank per week. Dit begrip zegt dus iets over het gemiddelde drinkgedrag.
Significant De kans dat een onderzoeksresultaat op toeval berust, is kleiner dan 5% (bij een betrouwbaarheid van 95% en een nauwkeurigheid van 5%).
Softdrugs Marihuana, wiet of hasj.
Standardized Mortality Ratio De SMR is het toepassen van de leeftijd- en geslachtspecifieke sterftekansen van de standaardpopulatie (Nederland) op de bevolking van de index (gemeente of GGD). De verwachte sterfte wordt op 100 gezet, de sterfte in de indexpopulatie is daaraan gerelateerd. Als de SMR 100 is, is de sterfte in de indexpopulatie gelijk aan die van de standaardpopulatie. Als de SMR hoger is, is de sterfte in de indexpopulatie hoger. En als de SMR lager is, is de sterfte juist lager.
39
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Statusscore Een statusscore is een maat voor de sociale status van een postcodegebied of het negatief daarvan: de sociale achterstand. Het is een maat die is samengesteld uit drie elementen: inkomen, werkgelegenheid en opleidingsniveau.
Uitkeringsontvangers Het aandeel uitkeringsontvangers van 15 tot en met 64 jaar op de laatste vrijdag van september, uitgedrukt in hele procenten van het aantal personen van 15 tot en met 64 jaar. Bij uitkeringen gaat het hier om uitkeringen krachtens de Algemene Bijstandswet (ABW) met ingang van 1-1-2004 de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), de Werkloosheidswet (WW) of een andere uitkering.
Zware drinker Mannen: minstens 1 keer per week 6 of meer glazen alcohol per dag. Vrouwen: minstens 1 keer per week 4 of meer glazen alcohol per dag.
40
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Afkortingen A ABW ADL AMW
Algemene Bijstandswet Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen Algemeen maatschappelijk werk
B BMI
Body Mass Index
C CJG COPD CVZ
Centrum voor Jeugd en Gezin Chronic Obstructive Pulmonary Disease College voor Zorgverzekeringen
D dB
decibel
G GES GGD ZHW GGZ
Gezondheidseffectscreening Gemeentelijke gezondheidsdienst Zuid-Holland West Geestelijke gezondheidszorg
H havo hbo HDL
hoger algemeen voortgezet onderwijs hoger beroepsonderwijs Huishoudelijke Dagelijkse Levensverrichtingen
J JGZ
Jeugdgezondheidszorg
K KDVK
Korte Depressie Vragenlijst voor Kinderen
L lo LOCCOO LSD
lager onderwijs combinatie van Lesprogramma’s, Omgevingsinterventies, Cursussen, Campagnes, Ondersteunend beleid/materiaal en Onderzoek/signalering Lysergine zuurdiëthylamise
M mbo
middelbaar beroepsonderwijs
41
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
N NNGB
Nederlandse Norm Gezond Bewegen
O OGGZ
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
P PGO
Preventief Gezondheids Onderzoek
R rVTV RIVM
regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
S SCP SDQ ses SMR Stivoro
Sociaal en Cultureel Planbureau Strenght and Difficulties Questionnaire sociaal-economische status Standardized Mortality Ratio Stichting volksgezondheid en roken
V vmbo VTV vwo
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Volksgezondheid Toekomst Verkenning voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
W Wajong WAO WAZ WHO Wmo wo Wpg WW WWB
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering jonggehandicapten Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen World Health Organization Wet maatschappelijke ondersteuning wetenschappelijk onderwijs Wet publieke gezondheid Werkloosheidswet Wet Werk en Bijstand
X XTC
42
Ecstasy
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Bijlage: Gezondheidsprofiel van de gemeente Delft
Indicator
Definitie
Zuid-Holland West
Delft
Nederland
Bevolking Inwoneraantal
• 0-20 jaar (2010) • 20-64 jaar (2010) • 65+ jaar (2010)
Aantal Aantal Aantal
19.068 64.691 13.001
Demografische druk
• Groene druk (2010)
29
38
39
20
25
25
% allochtonen % niet-Westerse allochtonen
30 18
23 12
20 11
• 15-65 jaar (2007/2009) % met laag onderwijsniveau • 15-65 jaar (2007/2009) % met hoog onderwijsniveau
25 35
29 30
32 26
• Grijze druk (2010)
% 0-20 jarigen ten opzichte van 20-65-jarigen % 65-plussers ten opzichte van 20-65-jarigen
Allochtonen
• 0+ (2010) • 0+ (2010) Onderwijsniveau
Levensverwachting en sterfte Levensverwachting (2005-2008)
• Mannen • Vrouwen
Bij geboorte, in jaren Bij geboorte, in jaren
78,1 82,5
• •
79,1 83,0
77,9 82,2
•
66,9
72,1
Totale sterfte (2005-2008)
• Totaal • Totaal • Sterfte ziekten van het hartvaatstelsel (2005-2008) • Sterfte kanker (2005-2008) • Sterfte ziekten ademhalingswegen (2005-2008)
Aantal per jaar (niet-gestandaardiseerd) Aantal per 10.000 inwoners per jaar (gestandaardiseerd) Aantal per jaar (niet-gestandaardiseerd) Aantal per jaar (niet-gestandaardiseerd) Aantal per jaar (niet-gestandaardiseerd)
759 71,0 236
227 84
Zie pagina 53 voor verklaring van symbolen (,,,en •), afkortingen (nb en nvt) en voetnoten.
43
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Indicator
Definitie
Zuid-Holland West
Delft
Nederland
Ziekten en aandoeningen Minimaal 1 ziekte of aandoening1
• 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008)
• •
50 84
%, afgelopen 12 mnd %, afgelopen 12 mnd %, afgelopen 12 mnd
13 15 8
•
12
14 • 12
%, afgelopen 12 mnd %, afgelopen 12 mnd %, afgelopen 12 mnd
11 12 37
•
12
9 39 •
10
• •
9 10 43
•
9 43
9
• •
9 10 21
•
11 21 12 16
• •
11 17
10 12 10 2
• • • •
10 10 8 3 10 14 19
•
10
16 • 25 50
46
45
42
%, afgelopen 12 mnd %, afgelopen 12 mnd
48 86
Migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn1
• 0+ jaar (2005-2008) • 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008) Hoge bloeddruk1
• 0+ jaar (2005-2008) • 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008)
Gewrichtsslijtage (artrose, slijtagereuma)1
• 0+ jaar (2005-2008) • 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008)
%, afgelopen 12 mnd %, afgelopen 12 mnd %, afgelopen 12 mnd
Rugaandoening (incl. hernia)1
• 0+ jaar (2005-2008) • 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008)
%, afgelopen 12 mnd %, afgelopen 12 mnd %, afgelopen 12 mnd
Ernstige of hardnekkige aandoening van nek of schouder1
• 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008)
%, afgelopen 12 mnd %, afgelopen 12 mnd
Psychische gezondheid Indicatie psychosociale problematiek
• 5-11 jaar (2010) • 5-11 jaar (2010) • 12-18 jaar (2010) • 12-18 jaar (2010)
% % % %
met met met met
SDQ2 SDQ2 SDQ2 SDQ2
score score score score
grensgebied verhoogd grensgebied verhoogd
Psychische klachten
• 12+ jaar (2005-2008) • 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008)
%, somscore MHI-53 ≤60 %, somscore MHI-53 ≤60 %, somscore MHI-53 ≤60
Risico op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie
• 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008)
% matig of hoog risico, op basis van de K104 % matig of hoog risico, op basis van de K104
Zie pagina 53 voor verklaring van symbolen (,,,en •), afkortingen (nb en nvt) en voetnoten.
44
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Indicator
Definitie
Zuid-Holland West
Delft
Nederland
Suïcide
• 12-18 jaar (2010)
% met suïcidale gedachten, afgelopen 12 mnd % met suïcidepoging, afgelopen 12 mnd
13
•
12
2
•
1
• Eenpersoons-
%
53
37
36
huishoudens (2008) • Huishoudens met kinderen (2008)
%
23
34
35
• 12-18 jaar (2010)
Sociale kwetsbaarheid Huishoudens
Inkomen
• Gemiddeld besteed-
Euro's (gestandaardiseerd)
13.800
14.400
baar inkomen (2007) Rondkomen
• 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008)
% moeite met rondkomen % moeite met rondkomen
24 12 •
18 11
% met schulden % met problematische schulden
10 6
6 4
Schulden
• 12-18 jaar (2010) • 19-64 jaar (2009)
Maatschappelijke participatie
• 15-64 jaar (2009) • 15-64 jaar (2009) • 15-64 jaar (2009) • 0-17 jaar (2008)
% met uitkering voor arbeidsongeschiktheid % met uitkering voor werkloosheid % met bijstandsuitkering % dat woont in gezin met een uitkering
6
6
7
2
2
2
4 10
2
3 5
Pesten
• 5-11 jaar (2010)
• 12-18 jaar (2010)
% afgelopen 3 mnd 1x per week of vaker gepest op school of buiten school % afgelopen 3 mnd 1x per week of vaker gepest op school of buiten school
8
•
6
3
•
4
% dat niemand heeft om naar toe te gaan als er problemen zijn
4
•
4
Sociale steun
• 12-18 jaar (2010)
Zie pagina 53 voor verklaring van symbolen (,,,en •), afkortingen (nb en nvt) en voetnoten.
45
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Indicator
Definitie
• Ouders van 0-11
% dat onvoldoende kan praten met familie/vrienden/kennissen/ buren wanneer men een probleem heeft rondom verzorging/opvoeding
jarigen (2010)
Zuid-Holland West
Delft
2
•
2
30 9 37 8
• • • •
29 7 37 8
3
•
2
7
•
7
3
•
3
1
•
3
Nederland
Eenzaamheid
• 19-64 jaar (2009) • 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008) • 65+ jaar (2008)
% % % %
matig eenzaam (zeer) ernstig eenzaam matig eenzaam (zeer) ernstig eenzaam
Huiselijk geweld
• 12-18 jaar (2010) • 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008) • 65+ jaar (2008) • Gemeente (2009) • Gemeente (2009) • 0-17 jaar (2008)
% ooit mishandeld door (één van) de ouders % ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld % ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld % sinds 65e jaar slachtoffer geweest van ouderenmishandeling Aantal nieuwe meldingen in 2009, Steunpunt Huiselijk Geweld5, 6 Aantal nieuwe meldingen in 2009, via Haaglandse Aanpak5, 7 Percentage kinderen gemeld bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling
65
nvt
nvt
nvt
0,7
nb
47
nvt
247
nvt
23
20
7
4
8
4
0,7
Meldpunten Bezorgd
• Gemeente (2009)
• Gemeente (2009)
Aantal nieuwe meldingen in 2009, Vangnet en Meldpunten Bezorgd GGD ZHW5, 8 Aantal nieuwe meldingen in 2009, Meldpunt Bezorgd Kwadraad 5, 9
Verslaving
• Cliënten ambulante verslavingszorg (2008) • Cliënten ambulante verslavingszorg (2008) • Cliënten ambulante verslavingszorg (2008)
Alcohol, aantal per 10.000 inwoners Opiaten, aantal per 10.000 inwoners Cocaïne, aantal per 10.000 inwoners
Zie pagina 53 voor verklaring van symbolen (,,,en •), afkortingen (nb en nvt) en voetnoten.
46
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Indicator
Definitie
• Cliënten ambulante
Amfetamine, aantal per 10.000 inwoners Cannabis, aantal per 10.000 inwoners Gokken, aantal per 10.000 inwoners
verslavingszorg (2008) • Cliënten ambulante verslavingszorg (2008) • Cliënten ambulante verslavingszorg (2008)
Zuid-Holland West
Delft
0
0
6
5
1
1
Nederland
Functioneren en kwaliteit van leven Zelfgerapporteerde kwaliteit van leven en functioneren
• 0+ jaar (2005-2008) • 0-11 jaar (2010) • 12-18 jaar (2010) • 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008)
% beoordeelt eigen gezondheid als ‘gaat wel/slecht/zeer slecht’ % ouders beoordelen gezondheid kind als ‘niet zo best/slecht’ % beoordeelt eigen gezondheid als ‘niet zo best/slecht’ % beoordeelt eigen gezondheid als ‘matig/slecht’ % beoordeelt eigen gezondheid als ‘matig/slecht’
18 1
•
1
2
•
1
13
•
12
30
26
40
34
•
19
•
46
Beperkingen
• 65+ jaar (2008) • 65+ jaar (2008) • 65+ jaar (2008)
% met 1 of meer functionele beperkingen (horen, zien, bewegen) % met 1 of meer ADL beperkingen % met 1 of meer HDL beperkingen
17 68
• •
15 68
% gevallen, afgelopen 12 mnd
32
•
30
Vallen
• 65+ jaar (2008)
Leefstijl Overgewicht, incl. obesitas
• 5-6 jaar • • • • •
(PGO, 2008-2009) 10-11 jaar (PGO, 2008-2009) 13-14 jaar (PGO, 2008-2009) 20+ jaar (2005-2008) 19-64 jaar (2009) 65+ jaar (2008)
%, op basis van leeftijds- en geslachtsspecifieke criteria %, op basis van leeftijds- en geslachtsspecifieke criteria %, op basis van leeftijds- en geslachtsspecifieke criteria % BMI ≥25 kg/m2 (zelfrapportage) % BMI ≥25 kg/m2 (zelfrapportage) % BMI ≥25 kg/m2 (zelfrapportage)
12
12
21
17
14
17
38 59
44 42 55
Zie pagina 53 voor verklaring van symbolen (,,,en •), afkortingen (nb en nvt) en voetnoten.
47
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Indicator
Definitie
Zuid-Holland West
Delft
Nederland
Ernstig overgewicht (obesitas)
• 5-6 jaar • • • • •
(PGO, 2008-2009) 10-11 jaar (PGO, 2008-2009) 13-14 jaar (PGO, 2008-2009) 20+ jaar (2005-2008) 19-64 jaar (2009) 65+ jaar (2008)
%, op basis van leeftijds- en geslachtsspecifieke criteria %, op basis van leeftijds- en geslachtsspecifieke criteria %, op basis van leeftijds- en geslachtsspecifieke criteria % BMI ≥30 kg/m2 (zelfrapportage) % BMI ≥30 kg/m2 (zelfrapportage) % BMI ≥30 kg/m2 (zelfrapportage)
3
3
3
2
2
3
10 • 18
9 11 13
11
•
45
29
Lichamelijke inactiviteit
• 12+ jaar (2005-2008) • 4-11 jaar (2010) • 12-17 jaar (2010) • 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008) • 4-11 jaar (2010) • 12-18 jaar (2010)
% Niet voldoen aan Nederlandse Norm Gezond Bewegen % dat niet elke dag minstens een uur beweegt % dat niet elke dag minstens een uur beweegt % <30 min/dag op minstens 5 dagen/week % <30 min/dag op minstens 5 dagen/week % dat (bijna) nooit sport bij een sportvereniging % dat (bijna) nooit sport bij een sportvereniging
43 58
•
54
77
•
78
34
•
33
44
41
24
19
28
•
28
Voeding
• 1-11 jaar (2010) • 12-18 jaar (2010) • 1-11 jaar (2010) • 12-18 jaar (2010) • 1-11 jaar (2010) • 12-18 jaar (2010)
% % % % % %
niet dagelijks groente niet dagelijks groente niet dagelijks fruit niet dagelijks fruit ontbijt <5 keer/week ontbijt <5 keer/week
47 42 36 61 2 13
• • • • • •
48 46 39 64 2 12
% % % % % %
dat wel eens rookt dat dagelijks rookt dat dagelijks rookt dat dagelijks rookt rokers rokers
1 6 13 25 13
• • • • •
25 1 7 14 23 12
Roken
• 12+ jaar (2005-2008) • 12-14 jaar (2010) • 15-16 jaar (2010) • 17-18 jaar (2010) • 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008)
Zie pagina 53 voor verklaring van symbolen (,,,en •), afkortingen (nb en nvt) en voetnoten.
48
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Indicator
Definitie
Zuid-Holland West
Delft
Nederland
Alcoholgebruik
• 12-15 jaar (2010) • 16-18 jaar (2010)
%, recent gebruik (afgelopen 4 wkn) %, recent gebruik (afgelopen 4 wkn)
19
•
18
76
•
75
8
•
8
46
•
51
Binge-drinken
• 12-15 jaar (2010) • 16-18 jaar (2010)
≥5 glazen op één gelegenheid in de afgelopen 4 weken ≥5 glazen op één gelegenheid in de afgelopen 4 weken
Zwaar alcoholgebruik
• 12+ jaar (2005-2008) • 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008)
%, min. 1x per week 6 glazen alcohol op een dag %, min. 1x per week 6 glazen alcohol op een dag %, min. 1x per week 6 glazen alcohol op een dag
10 20
15
•
4
16
13
•
17
1 • 5 • 9 • 5
0 5 9 3
4
•
11
Overmatig alcoholgebruik
• 19-64 jaar (2009)
• 65+ jaar (2008)
% >21 glazen per week voor mannen, >14 glazen per week voor vrouwen % >21 glazen per week voor mannen, >14 glazen per week voor vrouwen
18
Cannabisgebruik
• 12-14 jaar (2010) • 15-16 jaar (2010) • 17-18 jaar (2010) • 19-64 jaar (2009)
% % % %
recent recent recent recent
gebruik gebruik gebruik gebruik
(afgelopen (afgelopen (afgelopen (afgelopen
mnd) mnd) mnd) mnd)
Harddruggebruik
• 12-18 jaar (2010)
% recent gebruik XTC, cocaïne, paddo's, amfetamine, heroïne of LSD
0
•
0,5
% niet altijd condoomgebruik10 % niet altijd condoomgebruik10 % geen condoomgebruik bij laatste geslachtsgemeenschap10 % geen condoomgebruik bij laatste geslachtsgemeenschap10
35 63 35
• • •
48 62 39
52
•
52
Seksueel risicogedrag
• 15-16 jaar (2010) • 17-18 jaar (2010) • 15-16 jaar (2010) • 17-18 jaar (2010)
Zie pagina 53 voor verklaring van symbolen (,,,en •), afkortingen (nb en nvt) en voetnoten.
49
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Indicator
Definitie
Zuid-Holland West
Delft
Nederland
Fysieke omgeving
• 19-64 jaar (2009) • 19-64 jaar (2009) • 19-64 jaar (2009)
% enige vorm van geluidshinder % ongunstig gebruik ventilatie woonkamer % ongunstig gebruik ventilatie slaapkamer
52 58 •
47 54
48
42
% % % % %
96 90 90 60 80
97 92 93 59
60
64
77
82
82
223 222 2.371
2.347
Preventie Vaccinaties
• 2-jarigen (2009) • 10-jarigen (2009) • 10-jarigen (2009) • 12-jarige meisjes (2010) • 60+ (2008-2009)
DKTP basisimmuun DTP volledig afgesloten BMR volledig afgesloten HPV 2e vaccinatie griepvaccinatie ontvangen
95 93 93 53 74
Screening borstkanker en baarmoederhalskanker
• 30-60 jarige vrouwen (2009) • 50-75 jarige vrouwen (2008)
% opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker % opkomst bevolkingsonderzoek borstkanker
Gezondheidszorg Eerstelijnszorg
• Huisartsen (2009) • Huisartsen (2009) • Huisartsen (2009) • Huisartsen (2009) • • • • • • •
Aantal Aantal FTE (raming) Aantal inwoners per FTE (raming) Aantal FTE meer/minder dan landelijk (raming) Fysiotherapeuten (2009) Aantal fysiotherapeuten Fysiotherapeuten Percentage inwoners contact met (2009) fysiotherapeut Oefentherapeuten Aantal (Cesar/Mensendieck) (2009) Oefentherapeuten Percentage inwoners contact met (2009) oefentherapeut Eerstelijns psychologen Aantal (2009) Diëtisten (2009) Aantal Verloskundigen (2009) Aantal
41 2.365 4 105 20
613
8
45
20
1
1,2
4
82
3 12
26 55
Ziekenhuiszorg
• Ziekenhuis (2007)
% inwoners opgenomen in 12 11 ziekenhuis per jaar Zie pagina 53 voor verklaring van symbolen (,,,en •), afkortingen (nb en nvt) en voetnoten.
50
G EZON D HEI D OP PE IL I N DE LFT
Indicator
Definitie
Zuid-Holland West
Delft
Nederland
Maatschappelijke ondersteuning en zorg Mantelzorg
• Bevolking (2009) • Bevolking (2009)
• 12-18 jaar (2010) • 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008) • 19-64 jaar (2009) • 65+ jaar (2008)
Aantal mantelzorgers (raming) Aantal mantelzorgers dat langdurige/intensieve hulp geeft (raming) % mantelzorgers % mantelzorgers % mantelzorgers % (tamelijk) zwaar belaste mantelzorgers11 % (tamelijk) zwaar belaste mantelzorgers11
20.340 14.880
Aantal personen dat huishoudelijke hulp krijgt Index-getal van aantal personen dat huishoudelijke hulp krijgt (Nederland = 100) Index-getal van aantal uren dat men huishoudelijke hulp krijgt (Nederland = 100)
2.668
112.975 83.814
3 10 11 2
• • • •
2 11 12 2
2
•
2
Wmo-voorzieningen
• Bevolking (2009) • Bevolking (2009)
• Bevolking (2009)
105
94
100
93
88
100
88
82
100
78
85
100
Zorg zonder verblijf (verpleging en verzorging)
• Bevolking (2009) • Bevolking (2009)
• Bevolking (2009)
Aantal personen dat verpleging/verzorging krijgt Index-getal van aantal personen dat verpleging/verzorging krijgt (Nederland = 100) Index-getal van aantal uren dat men verpleging/verzorging krijgt (Nederland = 100)
1.891
Wonen met zorg
• Bevolking (2010) • Bevolking (2010) • Bevolking (2020)
Vraag naar plaatsen in zorginstellingen, aantal Aanbod intramurale plaatsen in zorginstellingen, aantal Geraamde vraag naar plaatsen in zorginstellingen, aantal 2020
938 1.063 1.138
Zie pagina 53 voor verklaring van symbolen (,,,en •), afkortingen (nb en nvt) en voetnoten.
51
G E ZON DHE I D OP PEIL IN DE LFT
Indicator
Zuid-Holland West
Nederland
Definitie
Delft
Aantal Aantal % toename
98.815 108.860 10
7
3
• 0-20 jaar (2010) Aantal • 0-20 jaar (2020) Aantal • 0-20 jaar (2010-2020) % toename
19.496 20.917 7
3
-4
13.399 18.467 38
33
32
Prognose Bevolking
• 0+ (2010) • 0+ (2020) • 0+ (2010-2020) Jongeren
Ouderen
• 65-plussers (2010) Aantal • 65-plussers (2020) Aantal • 65-plussers (2010-2020) % toename Zorgbehoefte ouderen
• Ouderen (2010)
Aantal met behoefte aan planbare en/of oproepbare zorg en diensten • Ouderen (2020) Aantal met behoefte aan planbare en/of oproepbare zorg en diensten • Ouderen (2010-2020) % toename behoefte aan planbare en/of oproepbare zorg en diensten • Ouderen (2010) Aantal met behoefte aan onplanbare zorg en 24-uurs toezicht • Ouderen (2020) Aantal met behoefte aan onplanbare zorg en 24-uurs toezicht • Ouderen (2010-2020) % toename behoefte aan onplanbare zorg en 24-uurs toezicht
1.959 2.300 17
28
899 1.077 20
30
Wonen met zorg
• Bevolking (2010)
Aantal met behoefte aan geschikt wonen • Bevolking (2020) Aantal met behoefte aan geschikt wonen • Bevolking (2010-2020) % toename behoefte aan geschikt wonen • Bevolking (2010) Aantal met behoefte aan verzorgd wonen • Bevolking (2020) Aantal met behoefte aan verzorgd wonen • Bevolking (2010-2020) % toename behoefte aan verzorgd wonen
11.263 12.715 13
15
1.467 1.963 34
40
Zie pagina 53 voor verklaring van symbolen (,,,en •), afkortingen (nb en nvt) en voetnoten.
52
GEZON D HE ID OP PEIL IN DEL FT
De GGD Zuid-Holland West is de gemeenschappelijke gezondheidsdienst voor alle inwoners van de gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer.
= Significant hoger dan het laatste cijfer in de rij. = Significant lager dan het laatste cijfer in de rij. • = Geen significant verschil met het laatste cijfer in de rij. nb = niet bekend nvt = niet van toepassing
1 2 3 4 5 6 7
Wassenaar
8
9
LeidschendamVoorburg
10 11
Al dan niet door een arts vastgesteld. Strength and Difficulties Questionnaire. Mental Health Inventory. Kessler Psychological Distress Scale. Voorlopige resultaten OGGZ Monitor Haaglanden 2009. Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer: Steunpunt Huiselijk Geweld regio Den Haag. Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Westland: Steunpunt Huiselijk Geweld DWO. Alleen voor de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer, welke vallen onder het Steunpunt Huiselijk Geweld regio Den Haag. Voor de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Zoetermeer voert de GGD Zuid-Holland West zowel de functie van Vangnet als Meldpunt uit, voor de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Wassenaar en Westland voert de GGD alleen de Vangnet functie uit. Het Meldpunt Bezorgd van Kwadraad bedient, binnen de regio Zuid-Holland West, de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Westland. Percentage van jongeren die wel eens geslachtsgemeenschap hebben gehad. Percentage van totale populatie.
Zoetermeer Rijswijk PijnackerNootdorp Delft
Westland MiddenDelfland
53
Gezondheid op Peil in Delft
De GGD Zuid-Holland West is de gemeenschappelijke gezondheidsdienst voor alle inwoners van de gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. www.ggdzhw.nl
Gezondheid op Peil in Delft - Kernboodschappen voor lokaal beleid