No: /21122006 Onderwerp: Verordening leges
De Raad van de gemeente Noordenveld; gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 20 september en 21 november 2006; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
B E S L U I T:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2007. Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a.
'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
b.
'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;
c.
'maand': het tijdvak dat loopt van de n dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) dag in
e
e
de volgende kalendermaand; d.
e
'jaar': het tijdvak dat loopt van de n dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)
e
dag in het
volgende kalenderjaar. e.
‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam 'leges' worden rechten geheven terzake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. Artikel 3 Belastingplicht Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
Legesverordening 2007
1
Artikel 4 Vrijstellingen Leges worden niet geheven voor: a.
het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.
b.
het in behandeling nemen van aanvragen voor vergunningen, vrijstellingen en/of ontheffingen op basis van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Noordenveld (APV) als deze aanvraag wordt ingediend ten behoeve van activiteiten die worden georganiseerd door: buurtverenigingen, scholen, kerken, sportverenigingen of andere daarmee gelijk te stellen andere organisaties zonder winstoogmerk.
Artikel 5 Tarieven 1.
De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt. Artikel 7 Termijnen van betaling 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6: a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen twee maanden na de dagtekening van de kennisgeving.
2.
Met betrekking tot de diensten als bedoeld in de hoofdstukken 5, 6 en 7 van de bij deze verordening behorende tarieventabel mogen de leges voorzover deze meer bedragen dan € 2.000,00 worden betaald in vijf gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 9 Teruggaaf 1.
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet (Stb.
Legesverordening 2007
2
1994, 762) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling. 2.
Voor de toepassing van artikel 28, vierde en vijfde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 10 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges. Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel 1.
De 'Legesverordening 2006' van 7 november 2005 en het wijzigingsbesluit van 21 september 2006 worden ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3.
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voorzover terzake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.
4.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.
5.
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Legesverordening 2007'.
Roden, 21 december 2006 De Raad van de gemeente Noordenveld, voorzitter,
griffier,
doc.: no leges
Legesverordening 2007
3
TARIEVENTABEL Tarieventabel, behorende bij de 'Legesverordening 2007'. Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van: 1.1
Afschriften of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling €
0,25
€
54,00
€
8,40
€
4,20
€
16,35
toelichting
€
13,90
2.2
Een exemplaar van een beleidsplan met meerjarenbegroting
€
11,35
2.3
Een exemplaar van een gemeenterekening
€
13,90
2.4
Een exemplaar van de rekening van het gemeentelijk grondbedrijf
€
11,35
2.5
Een volledige set van de in de gemeente van kracht zijnde belastingverordeningen
€
11,35
2.6
Een afzonderlijk exemplaar van een belastingverordening
€
3,85
2.7
Een jaarabonnement op de raadsagenda's, raadsvoorstellen, €
25,35
€
84,00
een tarief is opgenomen, per pagina verhoogd met de hieraan bestede arbeidstijd, als deze de tijdsduur van een kwartier overschrijdt, berekent op basis van een uurtarief van 1.2
Een lichtdruk en scans inclusief een vergoeding voor de hieraan te besteden arbeidstijd
1.3
Een tweede en volgende lichtdruk tegelijkertijd uit hetzelfde dossier met betrekking tot hetzelfde adres
1.4
Een beschikking, vergunning, vrijstelling of ontheffing op een aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen,
Hoofdstuk 2 Bestuursstukken Artikel 2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: 2.1
Een exemplaar van een gemeentebegroting, inclusief begroting gemeentelijk grondbedrijf, met daarbij behorende memorie van
ontwerpraadsbesluiten en notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad, indien deze raadsstukken worden afgehaald 2.8
Een jaarabonnement op de geregelde toezending van de onder 2.7 genoemde raadsstukken
Legesverordening 2007
4
2.9
Een jaarabonnement op de commissiestukken, indien deze stukken worden afgehaald, per commissie
€
25,35
€
84,00
2.10 Een jaarabonnement op de geregelde toezending van de onder 2.9 genoemde commissiestukken, per commissie Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand Artikel 3 3.1.1 Voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap bedraagt het tarief op: € 205,00 € 490,00 € 317,00
maandag tot en met vrijdag zaterdag (ook op locatie) op locatie 3.1.2 Voor een optreden van een ambtenaar als een getuige bij een huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie per getuige
€
21,20
Op maandag en dinsdag is de huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie in het gemeentehuis om 09.00 uur kosteloos. 3.2
Voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk dan wel een huwelijk in een geregistreerd partnerschap indien daarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een ander door de gemeente aangewezen ruimte bedraagt het tarief op: € 205,00 € 490,00
maandag tot en met vrijdag zaterdag 3.3
Voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk dan wel een huwelijk in een geregistreerd partnerschap indien daarbij gebruik wordt gemaakt van een locatie anders dan aangegeven in 3.2 bedraagt het tarief op: € 317,00 € 490,00
maandag tot en met vrijdag zaterdag 3.4
Het tarief voor administratieve omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk dan wel een huwelijk in een geregistreerd partnerschap bedraagt:
3.5
€
54,00
€
13,50
€
10,60
Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan
3.6
Het tarief bedraagt voor het ter legalisatie opzenden van stukken naar een andere gemeente of autoriteit en voor het aanvragen van afschriften van of uittreksels uit akten van de burgerlijke stand of andere akten, registers of stukken uit een andere gemeente of van een andere autoriteit
Legesverordening 2007
5
3.7
Het tarief voor het verstrekken van een trouw-, registratie- of familieboekje bedraagt
€
14,90
een duplicaat van dit boekje
€ €
14,90 10,60
€
5,20
€
10,60
€
19,30
3.7.1 het tarief voor het kalligraferen van een trouwboekje bedraagt: voor het bijschrijven van een kind 3.8
Het tarief voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand zoals bedoeld in artikel 23b van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bedraagt:
3.9
Het tarief voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid zoals bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijke Wetboek bedraagt:
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie, persoonsgegevens Artikel 4 4.1
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 4.3 en 4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.
4.2
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:
4.2.1 tot het verstrekken van gegevens: €
per verstrekking 4.3
4,85
Voor de toepassing van onderdeel 4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.
4.4
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:
4.4.1 tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking 4.5
€
23,15
€
13,50
€
2,27
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier
4.7
4,85
Het tarief voor het afstemmen van gegevens via alternatieve media voor afnemers bedraagt per afstemming
4.6
€
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 6, zevende lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
Legesverordening 2007
6
Hoofdstuk 5 Bouwgerelateerde leges. 5.1
Algemeen
Voor de heffing van de bouwgerelateerde leges is het zogenaamde Model transparantie bouwgerelateerde leges als uitgangspunt genomen. Op een aantal punten is dit model verfijnd, daarnaast is er op een beperkt aantal punten van afgeweken. In dit hoofdstuk wordt in gegaan op leges in relatie tot bouwen en slopen, opgenomen in de onderdelen 5.2 tot en met 5.5. Het gaat hier om leges die de gemeente kan heffen voor aanvragen in het kader van de: 1.
de Woningwet;
2.
de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
3.
de gemeentelijke bouwverordening;
4.
de Monumentenwet.
Als in dit hoofdstuk geen begripsomschrijving is opgenomen, geldt voor de gebruikte begrippen wat daaronder wordt verstaan in deze wettelijke bepalingen. De legesheffing wordt toegepast op de volgende vier hoofdcategorieën: 1.
legesheffing voor een aanvraag bouwvergunning (zie onderdeel 5.2);
2.
extra verhogingen van de leges voor een aanvraag bouwvergunning (zie onderdeel 5.3);
3.
legesheffing voor het slopen (zie onderdeel 5.4);
4.
legesheffing voor overig gevallen en voor administratieve kosten (zie onderdeel 5.5).
Binnen deze vier hoofdcategorieën gelden nader aangeduide subindelingen. 5.2
Bouwvergunningen
5.2.1
Algemeen
Op grond van onderdeel 5.2 worden leges geheven, die samenhangen met het in behandeling nemen van aanvragen tot beoordeling van een: 1.
schetsplan;
2.
lichte bouwvergunning;
3.
reguliere bouwvergunning;
4.
bouwvergunning eerste fase;
5.
bouwvergunning tweede fase;
6.
wijziging bouwvergunning eerste fase.
Wanneer de gemeente deze aanvragen in behandeling neemt, toetst zij onder meer op criteria die opgenomen zijn in het bestemmingsplan, de Bouwverordening en het Bouwbesluit. Ook zijn bij deze leges standaard de kosten inbegrepen die samenhangen met een toets aan welstandscriteria (0,3% van de bouwkosten). Voor extra toetsing(en) aan welstandscriteria geldt de verhoging van leges, genoemd in onderdeel 5.3.2.
Legesverordening 2007
7
5.2.2
Begripsbepaling bouwkosten
Onder ‘bouwkosten’ wordt in dit hoofdstuk verstaan: 1.
de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, exclusief omzetbelasting, of voor zover deze ontbreekt
2.
een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting). Deze raming wordt berekend aan de hand van een vermenigvuldiging van de kubieke meters met een standaardprijs. Voor de bepaling van de kubieke meters wordt het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd, gebruikt. Voor de bepaling van de standaardprijzen worden de Taxatieboekjes van Elsevier bedrijfsinformatie bv, uitgave 2005, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd, gebruikt.
3.
Als er verschillen zijn tussen de aannemingssom als bedoeld onder 1. en de raming als bedoeld onder 2. wordt de raming als bedoeld onder 2. gebruikt voor de toepassing van deze verordening.
4.
De verschuldigde leges wordt niet aangepast als er sprake is van aanbestedingsvoordelen of -nadelen. Er vindt geen verrekening, terugbetaling of bijbetaling plaats naar aanleiding van aanbestedingsvoordelen of -nadelen.
5.
Als het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
5.2.3
Aanvraag beoordeling schetsplan/vooroverleg
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van een schetsplan: 50% van de bouwkosten zoals die bij een daadwerkelijke aanvraag berekend zouden worden, zoals omschreven in de volgende onderdelen, met een minimum van € 102,00 en een maximum van € 1.000,00. Als een aanvraag voor een bouwvergunning voor een op basis van het schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de geheven leges met de hier bedoelde schetsplanleges verrekend als: -
de aanvraag voor een bouwvergunning binnen een termijn van 12 maanden nadat het schetsplan positief beoordeeld is wordt ingediend en
-
de aanvraag voor een bouwvergunning betrekking heeft op hetzelfde bouwplan dat als schetsplan positief is beoordeeld.
5.2.4
Aanvraag lichte bouwvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een lichte bouwvergunning: 5.2.4.1 als de bouwkosten minder dan € 5.000,00 bedragen: 5.2.4.2
5,3% van de bouwkosten met een minimumtarief van € 51,00; als de bouwkosten € 5.000,00 of meer maar minder dan € 10.000,00 bedragen:
Legesverordening 2007
8
5.2.4.3
4,3% van de bouwkosten; als de bouwkosten € 10.000,00 of meer maar minder dan € 20.000,00 bedragen:
5.2.4.4
3,3% van de bouwkosten; als de bouwkosten € 20.000,00 of meer maar minder dan € 50.000,00 bedragen:
5.2.4.5
2,3% van de bouwkosten; als de bouwkosten € 50.000,00 of meer bedragen: 1,8% van de bouwkosten.
5.2.5
Aanvraag reguliere bouwvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een reguliere bouwvergunning: 5.2.5.1 als de bouwkosten minder dan € 5.000,00 bedragen: 5.2.5.2
5,3% van de bouwkosten met een minimumtarief van € 51,00; als de bouwkosten € 5.000,00 of meer maar minder dan € 10.000,00 bedragen:
5.2.5.3
4,3% van de bouwkosten; als de bouwkosten € 10.000,00 of meer maar minder dan € 20.000,00 bedragen:
5.2.5.4
3,3% van de bouwkosten; als de bouwkosten € 20.000,00 of meer maar minder dan € 50.000,00 bedragen:
5.2.5.5
2,3% van de bouwkosten; als de bouwkosten € 50.000,00 of meer bedragen: 1,8% van de bouwkosten.
5.2.6
Aanvraag reguliere bouwvergunning eerste fase
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een reguliere bouwvergunning eerste fase: 5.2.6.1
als de bouwkosten minder dan € 5.000,00 bedragen:
5.2.6.2
4,8% van de bouwkosten met een minimumtarief van € 51,00; als de bouwkosten € 5.000,00 of meer maar minder dan € 10.000,00 bedragen:
5.2.6.3
3,8% van de bouwkosten; als de bouwkosten € 10.000,00 of meer maar minder dan € 20.000,00 bedragen:
5.2.6.4
2,8% van de bouwkosten; als de bouwkosten € 20.000,00 of meer maar minder dan € 50.000,00 bedragen:
5.2.6.5
1,8% van de bouwkosten; als de bouwkosten € 50.000,00 of meer bedragen: 1,3% van de bouwkosten.
5.2.7
Aanvraag reguliere bouwvergunning tweede fase
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een reguliere bouwvergunning tweede fase: 5.2.7.1
1% van de bouwkosten met een minimumtarief van € 250,00.
Legesverordening 2007
9
5.2.8
Aanvraag wijziging reguliere bouwvergunning eerste fase
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een wijziging van een verleende bouwvergunning eerste fase (artikel 56a lid 8 Woningwet): 5.2.8.1
een bedrag berekend op de wijze als in 5.2.6 bepaald en verminderd met de voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende leges, en wel zo dat in elk geval € 250,00 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste fase betaalde of verschuldigde leges plaatsvindt.
5.3
Verhogingen
5.3.1
Algemeen
Wanneer de gemeente naast de werkzaamheden die nodig zijn voor de toetsing van de aanvraag voor een bouwvergunning een extra toets uitvoert of moet laten uitvoeren voordat een vergunning al dan niet kan worden afgegeven, wordt extra leges boven op de in onderdeel 5.2 berekende leges in rekening gebracht aan de aanvrager. Het gaat om de volgende extra toetsingen: •
extra toetsing welstand (zie onderdeel 5.3.2);
•
beoordeling bodemrapport (zie onderdeel 5.3.3);
•
verplicht extern advies (zie onderdeel 5.3.4);
•
achteraf ingediende aanvraag (zie onderdeel 5.3.5);
•
beoordeling aanvullende gegevens (zie onderdeel 5.3.6);
•
aanvraag vrijstelling geldende bestemmingsplan (zie onderdeel 5.3.7);
•
overige vrijstellingen en ontheffingen in relatie tot bouw- en sloopaanvragen (onderdeel 5.3.8);
•
naast het voorgaande worden ook de kosten van wettelijk voorgeschreven publicaties in rekening gebracht (onderdeel 5.3.9).
5.3.2
Extra toetsing welstand
In de op basis van onderdeel 5.2 berekende leges zitten standaard de kosten die samenhangen met een toets aan welstandscriteria (0,3% van de bouwkosten). Het tarief dat geldt op grond van onderdeel 5.2 wordt verhoogd in verband met (een) extra toetsing(en) aan welstandscriteria als: 5.3.2.1
bij de aanvraag voor een lichte bouwvergunning het bouwplan niet voldoet aan de gestelde criteria in de welstandsnota, met € 51,00;
5.3.2.2
zich tijdens de beoordeling van de aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is, met € 51,00.
5.3.3
Beoordeling bodemrapport
Het tarief dat geldt op grond van onderdeel 5.2 wordt verhoogd met € 102,00 als de aanvraag voor een bouwvergunning op grond van een wettelijk voorschrift alleen kan worden afgehandeld wanneer: 5.3.3.1
een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld.
5.3.4
Verplicht extern advies
Het tarief dat geldt op grond van onderdeel 5.2 wordt verhoogd als de aanvraag voor een
Legesverordening 2007
10
bouwvergunning op grond van een wettelijk voorschrift, bestemmingsplan of beleidsregel alleen kan worden afgehandeld wanneer een extern advies wordt beoordeeld op het gebied van of met betrekking tot: -
archeologie;
-
(geo)hydrologie;
-
natuurbeschermingswetgeving;
-
luchtkwaliteit;
-
stedenbouw en/of planologie;
-
planschade;
-
geluid(hinder);
-
externe veiligheid;
-
verkeer en vervoer;
-
ondernemings- of bedrijfsplannen;
-
noodzaak (tweede) bedrijfswoning;
-
volwaardig agrarisch bedrijf;
met de kosten van de externe adviseur of de externe adviseurs. 5.3.5
Achteraf ingediende aanvraag (legalisatie)
Het tarief dat geldt op grond van onderdeel 5.2 wordt verhoogd voor de beoordeling van een nà aanvang van de bouw ingediende aanvraag, met 100% van de leges, zoals die geheven zouden zijn bij een vooraf ingediende aanvraag. 5.3.6
Beoordeling aanvullende gegevens van onvolledige aanvraag
Het tarief dat geldt op grond van onderdeel 5.2 wordt verhoogd voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens als gevolg van een onvolledige aanvraag, met 10% van de leges zoals die berekend zijn in het kader van de aanvraag voor de bouwvergunning zoals omschreven in onderdeel 5.2. 5.3.7
Aanvraag vrijstelling geldende bestemmingsplan
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot vrijstelling van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ongeacht de aanwezigheid van een bouwplan waarvoor een vergunning is vereist als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet en als geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist: 5.3.7.1
3% van de bouwkosten met een minimumtarief van € 357,00 en een maximumtarief van € 5.000,00.
Als er geen sprake is van bouwkosten bedraagt het tarief € 500,00. De hier bedoelde verhoging is niet verschuldigd als wordt voldaan aan één van de bepalingen zoals deze zijn opgenomen in bijlage I van de tarieventabel. 5.3.8
Overige vrijstellingen, besluiten en/of ontheffingen in relatie tot bouw- en sloopaanvragen
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
Legesverordening 2007
11
-
vrijstelling van het geldende bestemmingsplan, anders dan bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening,
-
of ontheffing van de Bouwverordening, waarvoor een bouwvergunning is vereist en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist:
5.3.8.1
als het betreft toepassing van artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening: € 178,00;
5.3.8.2
als het betreft toepassing van artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening: 3% van de bouwkosten met een minimumtarief van € 178,00 en een maximumtarief van € 5.000,00;
5.3.8.3
als het betreft toepassing van artikel 19, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening: 3% van de bouwkosten met een minimumtarief van € 178,00 en een maximumtarief van € 5.000,00; als er geen sprake is van bouwkosten bedraagt het tarief € 250,00;
5.3.8.4
als het betreft toepassing van artikel 50, vijfde lid, van de Woningwet: 3% van de bouwkosten met een minimumtarief van € 357,00 en een maximumtarief van € 5.000,00, maar als ook artikel 19, eerste of tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening moet worden toegepast, het tarief in onderdeel 5.3.8 niet wordt geheven;
5.3.8.5
als het betreft toepassing van artikel 50, zesde lid, van de Woningwet: 3% van de bouwkosten met een minimumtarief van € 178,00 en een maximumtarief van € 5.000,00; maar als ook artikel 19, tweede of derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening moet worden toegepast, het tarief in onderdeel 5.3.8 niet wordt geheven;
5.3.8.6
als het betreft toepassing van artikel 50, achtste lid, of 51, derde lid, van de Woningwet: € 357,00;
5.3.8.7
als het betreft ontheffing van de Bouwverordening: € 178,00.
5.3.9
Kosten wettelijk voorgeschreven publicaties
In een aantal gevallen schrijft de wettelijke regeling voor dat aanvragen of besluiten moeten worden gepubliceerd. In dat geval wordt het tarief dat geldt op grond van de onderdelen 5.2, 5.3 en/of 5.5 verhoogd met de kosten van de wettelijk voorgeschreven publicatie(s). Het tarief bedraagt per publicatie in de Staatscourant € 400,00 en per publicatie in andere dag- of weekbladen € 150,00. Publicaties in ‘de Krant’ worden niet apart in rekening gebracht. 5.4
Slopen
5.4.1
Begripsbepaling sloopkosten
Onder sloopkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de
Legesverordening 2007
12
sloopkosten (exclusief omzetbelasting). Als er verschillen zijn tussen de aannemingssom en de raming wordt de raming gebruikt voor de toepassing van deze verordening. 5.4.2
Sloopvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een sloopvergunning als bedoeld in hoofdstuk 8 van de Bouwverordening: 1% van de sloopkosten met een minimumtarief van: € 51,00. 5.4.3
Sloopmelding
Voor sloopmeldingen als bedoeld in hoofdstuk 8 van de Bouwverordening wordt geen leges in rekening gebracht. 5.5
Overig/administratief
5.5.1
Algemeen
Op grond van dit onderdeel wordt leges geheven voor dienstverlening die samenhangt met bouwactiviteiten of die gerelateerd is aan (extra) administratieve handelingen. Tot slot komt de restitutie van een deel van de betaalde leges aan de orde. 5.5.2
Overschrijven vergunningen
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende bouw-, sloop- of aanlegvergunning: € 51,00. 5.5.3
Aanvraag wijziging vergunning als gevolg van wijziging bouwplan
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een vergunning als gevolg van een wijziging in het bouwplan: € 150,00. Dit onderdeel geldt alleen als een aanvraag tot wijziging betrekking heeft op een verleende bouwvergunning en de bouw op grond van deze vergunning nog niet is voltooid. Dit onderdeel geldt niet: -
voor eventuele verhogingen die op grond van de onderdelen 5.3 en/of 5.5 voor de wijziging in rekening moeten worden gebracht;
-
als de afwijking van het vergunde bouwplan zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld sprake is van een nieuw bouwplan.
5.5.4
Noodzakelijke bestemmingsplanwijziging
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot herziening, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan, zoals genoemd in de artikelen 10 en 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening: 5.5.4.1
3% van de bouwkosten met een minimumtarief van € 357,00 en een maximumtarief van € 5.000,00. Als er geen sprake is van bouwkosten bedraagt het tarief € 500,00.
Legesverordening 2007
13
5.5.5
Monumentenvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning tot het wijzigen van een rijksmonument als bedoeld in de Monumentenwet of de Monumentenverordening: € 51,00. 5.5.6
Aanlegvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 14 of 21, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (aanlegvergunning): 5.5.6.1 3% van de aanlegkosten met een minimumtarief van € 357,00 en een maximum van € 5.000,00. Onder aanlegkosten wordt in dit onderdeel verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten (exclusief omzetbelasting). Als er verschillen zijn tussen de aannemingssom en de raming wordt de raming gebruikt voor de toepassing van deze verordening. Onderdeel 5.3.4 (verplicht extern advies) is ten aanzien van aanlegvergunningen van overeenkomstige toepassing. 5.5.7
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag vergunning
Wanneer een aanvrager zijn aanvraag schriftelijk intrekt: -
terwijl deze al in behandeling is genomen door de gemeente
-
maar voordat op de aanvraag is beslist,
wordt een deel van de leges verrekend of teruggegeven. Voor de toepassing van dit artikel is de datum van ontvangst van de intrekking door de gemeente bepalend. De verrekening of teruggaaf bedraagt: 5.5.7.1
50% van de voor de aanvraag in rekening te brengen of in rekening gebrachte leges.
5.5.8
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende bouwvergunning
Wanneer de gemeente een verleende bouwvergunning intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, wordt een deel van de leges verrekend of teruggegeven, mits de aanvraag tot intrekking is ingediend binnen 24 maanden na de verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De verrekening of teruggaaf bedraagt: 5.5.8.1
als de aanvraag tot intrekking binnen 2 maanden na de verlening van de vergunning wordt ontvangen: 50% van de verschuldigde basisleges bedoeld in de onderdelen 5.2.4 tot en met 5.2.8;
5.5.8.2
als de aanvraag tot intrekking in de derde en de vierde maand na de verlening van de vergunning wordt ontvangen: 35% van de verschuldigde basisleges bedoeld in de onderdelen 5.2.4 tot en met 5.2.8;
5.5.8.3
als de aanvraag tot intrekking na de vierde maand na de verlening van de vergunning wordt ontvangen: 25% van de verschuldigde basisleges bedoeld in de onderdelen 5.2.4 tot en met 5.2.8.
Legesverordening 2007
14
5.5.9
Teruggaaf of verrekening als gevolg van het weigeren van een bouwvergunning
Wanneer de gemeente een bouwvergunning weigert, wordt een deel van de verschuldigde leges verrekend of teruggegeven. De verrekening of teruggaaf bedraagt: 25% van de verschuldigde basisleges bedoeld in de onderdelen 5.2.4 tot en met 5.2.8. 5.5.10
Verrekening ingeval van tweede aanvraag na weigeren van een primaire aanvraag bouwvergunning
Als de aangevraagde vergunning is geweigerd omdat niet wordt voldaan aan de bepalingen van het ter plaatse geldende bestemmingsplan, de bouwverordening, het Bouwbesluit en/of redelijke eisen van welstand, wordt de basisleges bedoeld in de onderdelen 5.2.4 tot en met 5.2.8 verrekend met de op grond van een nieuwe aangepaste aanvraag verschuldigde basisleges bedoeld in de onderdelen 5.2.4 tot en met 5.2.8 als: a.
deze nieuwe aangepaste aanvraag hetzelfde bouwplan betreft als de geweigerde primaire aanvraag;
b.
deze nieuwe aangepaste aanvraag wordt ingediend binnen 12 weken na de bekendmaking van het besluit tot weigering van de primaire aanvraag;
c.
in de nieuwe aangepaste aanvraag volledig tegemoet wordt gekomen de weigeringsgrond(en) die de basis vormde(n) voor de weigering van de primaire aanvraag;
d.
tegen de weigering van de primaire aanvraag geen bezwaar- en/of beroep is of wordt ingesteld.
Er vindt geen terugbetaling van de voor de primaire aanvraag verschuldigde leges plaats. 5.6
Gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid
5.6 5.6.1
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van: een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning € 154,00.
5.6.2
indien de gebruiksvergunning de in 5.6.3. 5.6.4 en 5.6.5 genoemde bouwwerken of inrichtingen betreft, wordt het onder 5.6.1 genoemde bedrag verhoogd met de bij elk van die bouwwerken of inrichtingen aangegeven bedragen;
5.6.3
een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot theaters, schouwburgen, congresgebouwen, vergaderzalen, bioscopen, gebedshuizen, kantoren, scholen, horecagelegenheden, ziekenhuizen, hotels, nacht- en dagverblijven, bejaardenoorden, dierenverblijven, apotheken, gezondheidszorgcentra, buurthuizen, zwembaden, sauna’s en bibliotheken met een bruto oppervlakte van: € 94,00 - tot 100 m² 0,95 per m²
-
van 100 tot 500 m²
€
-
van 500 tot 2.000 m²
€
292,00 vermeerderd met € 0,46 per m²
-
van 2.000 tot 5.000 m²
€
833,00 vermeerderd met € 0,11 per m²
-
boven 5.000 m²
€ 1.323,00 vermeerderd met € 0,02 per m ².
Legesverordening 2007
15
5.6.4
een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot loodsen, vemen, opslagplaatsen, fabrieken, garages, tentoonstellingsruimten, musea, sport- en evenementshallen, winkels, warenhuizen, winkelcentra en kampeerplaatsen met een bruto vloeroppervlakte van:
5.6.5
46,00
-
tot 100 m²
€
-
van 100 tot 500 m²
€
-
van 500 tot 2.000 m²
€
144,00 vermeerderd met € 0,23 per m²
-
van 2.000 tot 5.000 m²
€
414,00 vermeerderd met € 0,09 per m²
-
boven 5.000 m²
€
698,00 vermeerderd met € 0,02 per m².
0,46 per m²
een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot loodsen, vemen, opslagplaatsen en fabrieken voor zover het betreft niet bebouwd terrein in gebruik voor bedrijfsdoeleinden met een bruto oppervlakte: € 46,00 tot 500 m²
-
5.6.6
94,00
-
van 500 tot 2.000 m²
€
-
van 2.000 tot 5.000 m²
€ 144,00
-
boven 5.000 m²
€
698,00 vermeerderd met € 24,00 per 5.000 m².
een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot tijdelijke bouwsels, markten, kermissen, circussen enzovoort: € 46,00 voor maximaal drie dagen -
voor een periode van vier tot en met € zeven dagen voor een periode van acht dagen en langer
5.6.7
94,00
€
94,00 vermeerderd met € 7,25 per dag.
het tarief voor het overschrijven van een gebruiksvergunning op een andere naam, zonder € 154,00 dat de vergunning wordt gewijzigd
5.7
Overig
5.7.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen: € 102,00.
5.7.2
Het tarief voor het verstrekken van gegevens ten behoeve van een taxatie bedraagt per object per keer: € 20,80.
Legesverordening 2007
16
Hoofdstuk 6 Andere vergunningen, ontheffingen en dergelijke Artikel 6 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: 6.1
voor het verkrijgen van een ventvergunning ingevolge de Apv met: een geldigheidsduur van een dag
€
8,10
een week
€
twee weken
€
12,85 15,30
een jaar
€
55,00
6.2
voor het verkrijgen va een exploitatievergunning ingevolge de Apv
€
55,00
6.3
voor het verkrijgen van een evenementenvergunning ingevolge de €
10,80
€
21,90
artikelen 2.1.2.1 (optocht), 2.1.4.1 (feest etcetera) en 2.2.2 (evenement) van de Apv 6.4
voor het verkrijgen van een vergunning ingevolge de Apv voor het plaatsen van een tijdelijk reclamebord/ spandoek
6.5
voor het verkrijgen van een vergunning voor het houden van een prostitutiebedrijf ingevolge de Apv
€ 489,00
6.6
voor het verkrijgen van een kapvergunning ingevolge de Apv
€
10,80
6.7
voor het verkrijgen van een vergunning (licht)reclame ingevolge de Apv
€
46,00
vermelde tarief verhoogd met
€
18,05
6.8
voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning ingevolge de Apv
€
21,20
6.9
voor het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de €
13,90
de aanwezigheid van één speelautomaat
€
56,50
de aanwezigheid van twee speelautomaten
€
79,00
6.7.1 indien het noodzakelijk is ter zake advies in te winnen bij de stichting 'Het Drentse Welstandstoezicht' wordt het onder 6.7
Wet op de kansspelen (loterij) 6.9.1 voor het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 30 b van de Wet op de kansspelen voor:
6.10 voor het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de € 159,00
Drank- en Horecawet 6.10.1
voor het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 35 van de Drank- en Horecawet
6.10.2
€
53,00
€
10,60
voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 148, lid 1, onder b van de Wegenverkeerswet
6.12
21,20
voor het wijzigen van de vergunning ingevolge de Drank- en Horecawet
6.11
€
voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994, juncto artikel 7.1 van het Voertuigreglement, of artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van
Legesverordening 2007
17
bijzondere transporten
€
31,00
6.13
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet
€
10,60
6.14
voor het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 11, €
27,45
luchtvaartterreinen (ballonvaart)
€
16,05
6.16
het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een afschrift van de Apv
€
5,40
6.17
het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
€
110,00
€
33,70
€
16,05
€
11,10
tweede lid, van de Monumentenwet 6.15
voor het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 10, lid 2 van het Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen
aanvraag: a. voor een vergunning ingevolge artikel 8, eerste lid van de Wet op de openluchtrecreatie b. een vrijstelling of ontheffing ingevolge artikel 8, tweede lid van de Wet op de openluchtrecreatie c. voor een ontheffing ingevolge artikel 13 van de Wet op de openluchtrecreatie (groepskamperen) 6.18
het tarief bedraagt voor het gebruik van de weegbrug op het overlaadperron te Roden per keer
6.19
het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid van de Telecommunicatiewet
6.20
€
131,00
het in 6.19 genoemde bedrag wordt: a. indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met
€
65,00
b. indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het College van Burgemeester en Wethouders is opgesteld. 6.21
Indien een begroting als bedoeld in 6.20 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
6.22
voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van de Nederlandse nationaliteit (naturalisatie) Hoofdaanvrager
€ 600,00
Partner
€ 600,00
Kind (16 jaar of ouder)
€ 600,00 € 247,00
Kind (jonger dan 16 jaar)
Legesverordening 2007
18
6.23
voor het verkrijgen van een inritvergunning ingevolge de Apv
6.24
tot het verstrekken van milieu-informatie op grond van het Verdrag van
€
16,35
€
13,50
€
13,50
€
47,45
€
51,90
€
47,45
€
8,35
Aarhus voor een door een ambtenaar van de gemeente daaraan te besteden tijd per kwartier of een gedeelte daarvan Hoofdstuk 7 Gemeentearchief Artikel 7 Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen, ongeacht het resultaat, in de in het gemeentearchief berustende stukken: 7.1.
door een ambtenaar van het gemeentearchief per kwartier of een gedeelte daarvan
Hoofdstuk 8 Overige stukken Artikel 8 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: 8.1.1 het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen 8.1.2 het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 8.1.1 (zakenpaspoort) 8.1.3 het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) 8.1.4 het bijschrijven van één of meer kinderen in een reisdocument als bedoeld in 8.1.1, 8.1.2 en 8.1.3 direct bij aanvraag van dit nieuwe reisdocument 8.1.5 het bijschrijven van één of meer kinderen middels een bijschrijvingssticker in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in 8.1.1, 8.1.2 en 8.1.3 8.1.6 het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK)
€
19,50
€
31,25
€
40,40
€
19,20
€
20,20
8.2.1 de tarieven als genoemd in de onderdelen 8.1.1 tot en met 8.1.3 en in 8.1.6 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van 8.2.2 het tarief als genoemd in 8.2.1 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 8.1.1, 8.1.2 en 8.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 8.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend. 8.2.3 het tarief als genoemd in de onderdelen 8.1.4 en 8.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van 8.3
het opmaken van een verklaring van vermissing van een vorig reisdocument of vorig rijbewijs en het instellen van een onderzoek naar de gegevens daarvan
Legesverordening 2007
19
8.4
het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag
8.5
het verkrijgen van:
€
30,05
€
4,85
een niet als reisdocument bestemd nationaliteitsbewijs, een attestatie de vita, zomede elk ander niet uitdrukkelijk in dit hoofdstuk genoemd document in het belang en op verzoek van aanvrager opgemaakt, per bedrukte of beschreven pagina 8.6
vervallen
8.7
gehandicaptenparkeerkaart
€
28,05
8.8
het aanbrengen van wijzigingen in een gehandicaptenparkeerkaart
€
13,40
8.9
legalisatie van een handtekening en/of foto of waarmerking van enig stuk
€
4,85
€
8.10 afgifte van een rijbewijs 8.10.1 afgifte van een rijbewijs in een spoedprocedure
33,55 €
40,00
€
19,35
€
31,60
8.11 het verkrijgen van een eigen verklaring ten behoeve van de verkrijging van een verklaring van geschiktheid 8.12 het verstrekken van een ontheffing voor exceptionele transporten 8.13 het verstrekken van een verblijfsdocument voor vreemdelingen 8.13.1 machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) -
voor verblijf bij een gezins- of familielid
€ 846,00
-
voor werken in loondienst of als zelfstandige
€ 441,00
-
om te studeren
€ 441,00
-
voor verblijf als au-pair of in het kader van uitwisseling
€ 441,00
-
voor verblijf als adoptie- of pleegkind
€ 337,00
-
voor familiebezoek
€ 846,00
-
verkort (studie, arbeid, uitwisseling)
€ 255,00
-
overige verblijfsdoelen
€ 337,00
-
voor meereizende gezinsleden
€ 191,00
8.13.2 verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd zonder MVV of een wijziging beperking -
voor verblijf bij een gezins- of familielid
€ 846,00
-
voor werken in loondienst of als zelfstandige
€ 441,00
-
om te studeren
€ 441,00
-
voor verblijf als au-pair of in het kader van uitwisseling via een particuliere € 441,00
organisatie voor verblijf als adoptie- of pleegkind
€ 337,00
-
voor familiebezoek
€ 846,00
-
overige verblijfsdoelen
-
voor meereizende gezinsleden
€ 337,00 € 191,00
-
8.13.3 verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd met MVV
€ 191,00
8.13.4 bewijs van rechtmatig verblijf EU/EER
€
30,60
8.13.5 verblijfsvergunning voor WHP, WHS of YWEP
€
30,60
Legesverordening 2007
20
8.14 het verstrekken van gegevens (bv. Bestemmingsplangegevens, milieugegevens) ten behoeve van een taxatie per object per keer 8.15 het digitaal verstrekken van informatie uit een bouwdossier, per keer
€
20,80
€
8,25
Behorende bij raadsbesluit van 21 december 2006 De griffier van de gemeente Noordenveld,
W.F.C. Damman
Legesverordening 2007
21
Bijlage I bedoeld in de artikelen 5.3.7 en 5.3.8 van de Legesverordening van de gemeente Noordenveld
In hoofdstuk 5.3 van de Legesverordening van de gemeente Noordenveld wordt bepaald dat de bouwvergunningleges wordt verhoogd als het volgen van een vrijstellingsprocedure op basis van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) of een procedure op basis van de Woningwet is vereist. Onverkorte toepassing van deze artikelen kan in een aantal gevallen leiden tot onredelijke situaties. Deze situaties doen zich met name voor als: 1.
het ter plaatse geldende bestemmingsplan geen actueel overzicht geeft van het ruimtelijk gewenste beleid ten aanzien van maatvoeringen en oppervlakten of
2.
een in het verleden verleende artikel 19 WRO-vrijstelling niet in een later bestemmingsplan voor dat gebied is ingebed.
Ad 1. Het ter plaatse geldende bestemmingsplan geeft geen actueel overzicht van het ruimtelijk gewenste beleid ten aanzien van maatvoeringen en oppervlakten.
Een voorbeeld ter verduidelijking. In de recentste bestemmingsplannen van de gemeente mag 60 m2 aan bijgebouwen worden gebouwd. In het verleden lag de m2-grens in de meeste bestemmingsplannen op 50 m2. Daar waar er geen ruimtelijke argumenten zijn aan te voeren voor deze afwijkende oppervlakte dient voor bouwplannen tot 60 m2 de bouwvergunningleges niet te worden verhoogd. Als er wel ruimtelijke argumenten zijn waarom in een bestemmingsplan voor 50 m2 is gekozen, dan dient de bouwvergunningleges in voorkomende gevallen wel te worden verhoogd. Het voorgaande geldt uitsluitend als het bouwplan op zich binnen de geldende bestemming past. Voor vrijstellingen waarbij van de geldende bestemming wordt afgeweken wordt de bouwvergunningleges wel verhoogd.
Ad 2. Een in het verleden verleende artikel 19 WRO-vrijstelling is niet in een later bestemmingsplan voor dat gebied ingebed.
In het verleden zijn in de gemeente bouwplannen gerealiseerd door middel van artikel 19 WROvrijstellingen zonder dat deze vrijstellingen in een later bestemmingsplan voor dat gebied zijn opgenomen. Gevolg daarvan is dat voor alle opvolgende bouwplannen voor de betreffende percelen ook een artikel 19 WRO-vrijstelling noodzakelijk is. Ook in deze gevallen is het niet redelijk om de bouwvergunningleges te verhogen. Dit geldt uitsluitend als er sprake is van een voortzetting van het gebruik overeenkomstig de geldende bestemming. Voor artikel 19 WRO-vrijstellingen ten behoeve van een afwijking van het gebruik overeenkomstig de geldende bestemming wordt de bouwvergunningleges wel verhoogd.
Legesverordening 2007
22
De leeftijd van een bestemmingsplan (oud of nieuw) is voor het achterwege laten van de legesverhoging op zich niet relevant. Bepalend is in hoeverre het in het bestemmingsplan vastgelegde ruimtelijke beleid nog spoort met de huidige inzichten (kunnen we er nog mee uit de voeten). Ook een oud bestemmingsplan kan een actueel overzicht geven van het ruimtelijk gewenste beleid. In die gevallen is het niet onredelijk om de bouwvergunning-leges te verhogen.
Legesverordening 2007
23
Toelichting tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2007
Algemeen De trendmatige verhoging bedraagt 2 % behoudens voor tarieven op basis van bijzondere wetgeving. Afronding van bedragen kleiner dan € 46,00 vindt plaats op € 0,05 naar beneden. Afronding van bedragen groter dan € 46,00 vindt plaats op gehele euro’s naar beneden. Voor een aantal tarieven is geen afronding toegepast. Dit zijn veelal tarieven op basis van bijzondere wetgeving. Hoofdstuk 5 Bouwgerelateerde leges. Zie het afzonderlijk B & W advies en de motivatie bij het preadvies.
Legesverordening 2007
24