Ömer Hünkar Ilık
Gescheiden GEZINNEN Portretten van slachtoffers van het Nederlandse beleid inzake gezinshereniging
Inspraakorgaan Turken in Nederland
1
Ömer Hünkar Ilık
Gescheiden GEZINNEN Portretten van slachtoffers van het Nederlandse beleid inzake gezinshereniging
Gescheiden gezinnen
Portretten van slachtoffers van het Nederlandse beleid inzake gezinshereniging Ömer Hünkar Ilık Utrecht, april 2010 Dit boek is te bestellen bij Inspraakorgaan Turken Maliebaan 13 3581 CB Utrecht 030-2343625
[email protected] www.iot.nl Vormgeving en druk Drukkerij Dizayn (010) 4254030 Fotografie Ömer Hünkar Ilık
5
Inhoudsopgave
Voorwoord........................................................................................................................................................................................................................................................................................ 9 Verantwoording............................................................................................................................................................................................................................................................... 11 Voor een humaan beleid inzake gezinshereniging.......................................................................................................................... 13 1. Inleiding..............................................................................................................................................................................................................................................................................13 2. De inkomenseis. ..................................................................................................................................................................................................................................................14 3. De leeftijdsgrens................................................................................................................................................................................................................................................15 4. De inburgering buitenland..........................................................................................................................................................................................................16 5. Verenigbaarheid met internationale en mensenrechtenverdragen......................................................17 6. Beleidsvoornemens tot verdere beperking van gezinshereniging.............................................................19 7. Conclusie en aanbevelingen....................................................................................................................................................................................................23 Hatice Doğan (34), Overijssel............................................................................................................................................................................................................. 27 Zeynep Günes-Parmaklioğlu (42), Overijssel.................................................................................................................................................. 31 Claudia de Groot-Cakil (36), Zuid-Holland. ........................................................................................................................................................ 35 Zehra Celik (21), Utrecht.............................................................................................................................................................................................................................. 39 Muzaffer Yoldaş (56), Overijsel. ..................................................................................................................................................................................................... 43 Gamze Apaydin-Unutmaz (19), Zuid-Holland............................................................................................................................................ 47 Yildiz Aydin (44), Zeeland......................................................................................................................................................................................................................... 51 Sakik Hava (65), Utrecht............................................................................................................................................................................................................................... 55 Suheyla Daldal-Arslan (22), Brabant................................................................................................................................................................................. 59 Bahar Atesci-Yavuz (20), Zuid-Holland......................................................................................................................................................................... 63 Süleyman Kaya (63), Brabant............................................................................................................................................................................................................ 67 Nermin Ergün (22), Noord-Holland. ................................................................................................................................................................................... 71 Ümit Anas (35), Noord-Holland................................................................................................................................................................................................... 75 Hatice Arpagünü-Karaman (42), Zuid-Holland......................................................................................................................................... 79
8
Voorwoord
Vorig jaar zijn de maatregelen om de gezinshereniging te beperken en de Wet Inburgering Buitenland uitgebreid geëvalueerd. Die evaluaties deden geen recht aan de werkelijkheid. Alleen de geliefden die er in geslaagd waren een gezin te stichten en de mensen die met succes het basisexamen deden zijn onderzocht. De ongelukkigen die minder succesvol waren kwamen in de evaluatiestudies alleen voor in zinsneden als ’14.500 minder aanvragen’ en ‘37% minder ingewilligde aanvragen’. Wie gaan er schuil achter die cijfers? De onderzoeksjournalist Ömer Hünkar Ilık is er in geslaagd die mensen een gezicht te geven. Niet alleen de partners die vaak al jaren getrouwd zijn, zonder samen te kunnen leven, maar ook hun kinderen. In het pak evaluaties dat is verschenen over de maatregelen ter beperking van gezinshereniging en de inburgering buitenland vindt men over de kinderen geen woord. Ook de Tweede Kamer laat het leed dat aan jonge kinderen wordt aangedaan geheel buiten beschouwing. Hartverscheurend is het verhaal van de kleine Emre, die ’s morgens naar de pc loopt en op het scherm tikt om zijn vader wakker te maken. In dit boekje gaat het over Turkse immigranten. Men dient evenwel te bedenken dat zij niet de enige zijn die te lijden hebben onder het belemmeren van gezinshereniging. De grootste groep bestaat uit autochtonen. Hun verhalen vindt men bijvoorbeeld op de website van Buitenlandse Partner. Omdat uit onze achterban veel wanhopige mensen hun verhaal kwijt wilden en omdat Turken vanwege het associatierecht EEG – Turkije een andere rechtspositie hebben dan andere bevolkingsgroepen, beperken we ons in dit boekje tot ‘Turkse verhalen’. Ik hoop dat het Inspraakorgaan Turken met de publicatie van deze serie portretten heeft kunnen bijdragen aan een humaner beleid inzake gezinshereniging. Aydın Akkaya Voorzitter Inspraakorgaan Turken
9
10
Verantwoording
Het idee voor dit boekje kwam van enkele geportretteerden zelf, die met hun verhalen bij het Inspraakorgaan Turken kwamen. Zij vormen een groep die door niemand wordt gehoord, ook niet door de onderzoekers die de maatregelen t.a.v. de gezinshereniging hebben geëvalueerd. Toen ik de opdracht kreeg meer verhalen te verzamelen leek me dat aanvankelijk niet zo’n probleem. Ik heb een breed netwerk in Nederland, omdat ik al 20 jaar actief ben als journalist en filmmaker. Het zou makkelijk moeten zijn om mensen vinden, die getrouwd zijn met iemand uit Turkije en hun partner niet naar Nederland kunnen halen. Toch bleek het tegen te vallen. De meeste mensen, die nog in de aanvraagprocedure zitten, wilden niet praten of alleen als ze anoniem konden blijven, zonder naam en zonder foto. Zij waren bang dat hun kansen bij de IND helemaal verkeken zouden zijn als ze meewerkten. Niet omdat zij iets te verbergen hebben, maar omdat de ervaring met de IND hen heeft geleerd dat zelfs punten en komma’s kunnen leiden tot een negatief advies. De meeste geïnterviewden zeiden dat de IND op geen enkele wijze behulpzaam was en vaak onvoldoende informatie gaf. Ook gaf de IND in sommige gevallen tegenstrijdige informatie. Drie geïnterviewden hebben uit angst voor problemen met de IND hun toestemming voor publicatie teruggetrokken. Tijdens de interviews was het moeilijk om afstand te houden van de emoties van de geïnterviewden. Het verdriet en de pijn bij de mensen is groot. Veel van wat men mij vertelde over de wanhoop, de onzekerheid, zwaarmoedigheid en psychosociale klachten heb ik weggelaten. Mijn opdracht was de verhalen zo feitelijk mogelijk te presenteren. Een veelgehoorde klacht is dat men door de IND behandeld wordt als een (dossier)nummer en niet als individu. Bij de vreemdelingenpolitie sprak je tenminste nog met iemand, nu krijg je alleen per brief een antwoord. De afwijzingen laten vaak lang op zich wachten en zijn kort en zonder uitleg.
11
Verdere communicatie erover is onmogelijk. De geïnterviewden vallen in drie categorieën te typeren. De jongeren, dus de groep onder de 21, klagen vooral dat zij geen zeggenschap hebben over hun eigen leven. Wettelijk zijn ze volwassen, maar ze hebben niet de vrijheid om te kiezen voor een huwelijkspartner. De groep van middelbare leeftijd is vaak gescheiden en gedesillusioneerd door een eerste huwelijk en wil een tweede poging wagen. Vooral voor vrouwen is het een probleem om te voldoen aan de inkomenseis van 120%. De derde groep bestaat uit ouderen. Zij hebben hun partner verloren en willen op hun oude dag niet alleen zijn. In Nederland kunnen zij geen geschikte partner vinden en vanwege kinderen en kleinkinderen willen zij zich niet in Turkije vestigen. Voor hun partners is de verplichte inburgering het voornaamste struikelblok. Voor Turken is het niet makkelijk om over privé-zaken met vreemden te praten en hun problemen naar buiten te brengen. De geïnterviewden wilden niet als sukkels gezien worden, omdat het hen niet gelukt is om hun partner naar Nederland te halen, terwijl het anderen wel is gelukt. Toch getuigen de geïnterviewden vooral van kracht, wil en doorzettingsvermogen. En vooral ook hoop. Hoop dat er een dag komt dat hun inzet beloond wordt. Ik dank alle geïnterviewden voor hun openhartigheid en hun tijd. Ik wil de volgende personen en instanties bedanken voor hun medewerking: Harm van Zuthem voor zijn eindeloze energie om het werk te herlezen, Songül Akkaya, Ali Ay, Fatma Öztürk en het Wildenberg Nederlands Cultuurcentrum voor hun hulp bij het vinden van gedupeerden en Özgür Canel voor haar redactiewerk. Ömer Hünkar Ilık maart 2010, Den Haag
12
Voor een humaan beleid inzake gezinshereniging
Iedereen heeft het recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. 1
1. Inleiding Middels een reeks van maatregelen heeft Nederland sinds het begin van deze eeuw de mogelijkheden voor gezinshereniging aanzienlijk beperkt. De belangrijkste daarvan zijn enkele rigoureuze verhogingen van de leges voor verblijfsvergunningen, een verhoging van de minimumleeftijd naar 21 jaar, een inkomenseis van 120 procent van het minimumloon en het examen inburgering in het buitenland. Een fors pakket maatregelen om gezinshereniging verder te beperken ligt op de plank. Op de leges voor verblijfsvergunningen gaan wij hieronder niet nader in. In een advies op verzoek van de staatssecretaris van Justitie concludeerde de Adviescommissie Vreemdelingenzaken: ‘Voor reguliere gezinsmigranten vormen de geldende legestarieven een behoorlijke financiële druk’.2 Na de uitspraak van het Europese Hof van 17 september 2009 in de zaak Şahin3, zijn de leges voor Turken teruggebracht tot € 41,-. Daarmee is het probleem niet uit de wereld, want de leges bij eerste binnenkomst zijn nog steeds torenhoog (€ 830,- voor de MVV en € 188,- voor de verblijfsvergunning) en voor andere groepen zijn de leges voor verlenging en een vergunning voor onbepaalde tijd juist aanzienlijk verhoogd. Kenmerkend voor de maatregelen is dat zij hinken op twee gedachten. Vooropgesteld wordt de doelstelling partners die naar Nederland komen een betere startpositie in Nederland te bieden en hun integratie te bevorderen. Maar 1 Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens 2 Leges voor (arbeids)migratie naar Nederland, Adviescommissie Vreemdelingenzaken, Den haag 2008, 22. 3 C-242/06.
13
op de achtergrond speelt nadrukkelijk ook de doelstelling om de immigratie van partners uit het buitenland tegen te gaan. Ons inziens is inmiddels gebleken dat beide doelstellingen zich niet met elkaar verdragen en elkaar tegen werken. Van beide maatregelen, de beperking van de gezinshereniging en de WIB, werd door een keur van deskundigen meteen opgemerkt dat ze op tal van punten onverenigbaar waren met de internationale rechtsorde. Bij de invoering van genoemde maatregelen heeft ook het Inspraakorgaan Turken de betrokken bewindspersonen daar uitgebreid voor gewaarschuwd in het Landelijk Overleg Minderheden. In zijn advies over het voorstel WIB, zowel als over de maatregelen tot beperking van de gezinshereniging vroeg de Raad van State om het doel van immigratiebeperking op te nemen in de Memorie van Toelichting4. Dat de eis van 120 procent minimumloon problemen zou opleveren met de Gezinsherenigingsrichtlijn, werd eveneens aanstonds door de Raad van State opgemerkt. De toenmalige minister van Integratie en vreemdelingenzaken pareerde alle kritische adviezen met de gedachte dat Nederland zich pas na gerechtelijke uitspraken behoeft af te vragen of regelgeving ‘verenigbaar is met een ieder verbindende bepaling van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties.’5
2. De inkomenseis Op 4 maart 2010 deed het Europese Hof van Justitie een zeer belangrijke uitspraak. In het arrest Chakroun6 gaf het Hof een nadere uitleg van de Richtlijn Gezinshereniging (2003/86/EG). De drie belangrijkste element van de uitspraak waren. - Doel van de Richtlijn is gezinhereniging mogelijk maken. De richtlijn geeft de lidstaten een zekere beleidsvrijheid om daar invulling aan te geven, maar die mag niet zo ver gaan dat afbreuk wordt gedaan aan het doel van de richtlijn, namelijk het mogelijk maken van gezinshereniging. - Er mag geen onderscheid worden gemaakt tussen huwelijken die zijn gesloten vóór en huwelijken die zijn gesloten nadat de in Nederland woonachtige partner een verblijfsvergunning kreeg. - Er mag geëist worden dat men beschikt over stabiele en regelmatige inkomsten, maar niet dat men 120 procent van het minimumloon verdient. 4 W03.04.0078/I van 13 april 2004 en W03.04.0121/I van 18 juni 2004 5 Aldus artikel 94 van de Grondwet. Bijvoorbeeld: ‘Uitsluitsel over de verenigbaarheid van de inburgeringsplicht kan slechts komen van het Hof van Justitie in Luxemburg en wel nadat het nieuwe inburgeringsstelsel is ingevoerd (…)’ De minister van V&I in de Eerste Kamer op 21 november 2006. 6 C-578/08.
14
De eis dat men 120 procent van het minimumloon verdient (begin 2010 netto € 1480,91 per maand, zonder vakantiegeld) en 21 jaar oud is heeft gegolden sinds 1 november 2004. Inmiddels heeft de minister van Justitie besloten dat de inkomenseis van 120 procent van het minimumloon komt te vervallen. Uit de afwijzing door het Europese Hof van het onderscheid tussen gezinshereniging en – vorming trekt de minister de conclusie dat voor beiden de leeftijdsgrens van 21 jaar gaat gelden. Uit de evaluatie7 van de maatregelen ter beperking van de gezinshereniging blijkt dat ze nauwelijks hebben bijgedragen aan het doel integratiebevordering. Wel blijkt doelstelling gehaald te zijn die door de Raad van State moest worden toegevoegd: immigratiebeperking. Het aantal ingewilligde aanvragen voor gezinsvormende migratie daalde met 37 procent. - Er is nauwelijks effect op het moment van relatievorming, wel op het moment dat men een gezin vormt. - Met probeert meer te gaan verdienen, soms leidde dat tot het opschorten of staken van de studie die men volgde. - Uit het evaluatieonderzoek blijkt niet dat Turkse (en Marokkaanse) referenten onder druk van de ouders een partner uit het buitenland laten komen. - Vooral in de laagste inkomensgroepen zijn partners er niet in geslaagd om een gezin te stichten. - De maatregelen zijn discriminerend voor vrouwen. Het aantal vrouwelijke referenten daalde met 48 procent, het aantal mannelijke met 32 procent. - Autochtonen werden minder hard getroffen dan allochtonen. De afname onder Nederlandse mannen was 22 procent, die onder Turkse vrouwen 57 procent. Ook deden zich tal van andere onbedoelde gevolgen voor: relatieproblemen en gezondheidsklachten zoals stress. In de portretten die door Ömer Ilık zijn opgetekend komen die klachten uitgebreid aan de orde.
3. De leeftijdsgrens In haar reactie op het eerder genoemde arrest Chakroun heeft de regering de leeftijdsgrens voor gezinshereniging opgetrokken naar 21 jaar. Voor gezinsvorming gold die grens al. De leeftijdsgrens vormt niet het belangrijkste obstakel voor gezinshereniging, al blijkt uit de hiernavolgende portretten dat deze 7 Internationale gezinsvorming begrensd? Een evaluatie van de verhoging van de inkomens- en leeftijdseis bij migratie van buitenlandse partners naar Nederland. WOCD en IND, Den Haag 2009.
15
in individuele gevallen een behoorlijke belasting kan betekenen. De regering gaat er van uit dat ere geen juridische bezwaren zijn tegen de leeftijdsgrens, omdat de Richtlijn Gezinshereniging het stellen van een leeftijdsgrens tot maximaal 21 jaar toestaat. Het is maar de vraag of dat het geval is. Ook in dit geval zoekt de Nederlandse regering doelbewust de grenzen van het Europese recht op, in plaats van een veilige bandbreedte te bewaren. In artikel 3 lid 4 van de Richtlijn worden het Europees Sociaal Handvest en het Europees Verdrag inzake de rechtspositie van migrerende werknemers genoemd, als zijnde gunstiger bepalingen, die door de Richtlijn onverlet worden gelaten. Deze verdragen worden aldus betrokken bij het gemeenschapsrecht. De verhoging van de leeftijdsgrens naar 21 jaar is in strijd met artikel 19 lid 6 van het Europees Sociaal Handvest. Door ratificatie van het Handvest heeft de Nederlandse regering zich verplicht om gezinshereniging te vergemakkelijken van werknemers uit landen die eveneens partij zijn bij het Handvest. Dit geldt sinds 1992 ondermeer voor Turkije. In 2004 merkte de regering ter toelichting van de leeftijdsgrens op dat artikel 19 lid 6 van het Europees Sociaal Handvest alleen betrekking heeft op migrerende werknemers en niet op hun gezinnen. In de aanhef van genoemd artikel wordt evenwel duidelijk gesproken over ‘het recht van migrerende werknemers en hun gezinnen op bescherming en bijstand’. De verhoging van de leeftijdsgrens naar 21 jaar is eveneens in strijd met artikel 12 van het Europees Verdrag inzake de Rechtspositie van Migrerende werknemers. Deze bepaling laat het stellen van een hogere eis aan de leeftijd dan de wettelijke meerderjarigheidsleeftijd (in Nederland: 18 jaar) immers niet toe.
4. De inburgering buitenland Sinds 15 maart 2006 is de Wet Inburgering Buitenland van kracht, die inhoudt dat men slechts een MVV kan aanvragen indien met geslaagd is voor het basisexamen inburgering. Het zogenoemde basisexamen bestaat uit het onderdeel Kennis van de Nederlandse Samenleving (KNS) en de Toets Gesproken Nederlands (TGN), een luistertoets en een spreektoets op het niveau A1-min. Het kabinet heeft kenbaar gemaakt het niveau van het examen aanzienlijk te verhogen. De Toets Gesproken Nederlands zal worden verhoogd naar niveau A1 van het Europese Raamwerk
16
voor Vreemde Talen. Daarnaast wordt een schriftelijke toets toegevoegd aan het examen. Volgens de planning zal dit traject op 1 juli 2010 moeten zijn afgerond. Door tal van deskundigen, waaronder de Commissie Fransen die het niveau van het inburgeringsexamen buitenland heeft bepaald, werd gesteld dat een veel hoger rendement verwacht mag worden van het leren van de taal in Nederland. Ook de wijze van examinering middels een telefoongesprek met een computer heeft aan veel kritiek blootgestaan. Uit het evaluatieonderzoek blijkt dat 91 procent van de kandidaten slaagt, na herexamen zelfs 96 procent. Jonge en hoger opgeleide kandidaten hebben meer kans van slagen, maar van de kandidaten van middelbare leeftijd en laagopgeleide kandidaten slaagt toch nog 80 procent. Niet het examen zelf, maar de voorbereiding op het examen schrikt veel mensen af. Het aantal MVV aanvragen daalde met 40 procent van ruim 29.000 in 2004 naar 14.500 in 2006. Vooral ouderen en laagopgeleiden zien er vanwege de inburgering van af een MVV aan te vragen. De gemiddelde kosten die examenkandidaten maken zijn € 721,-. Onderdeel van de evaluatie van de WIB is een rapport over de juridische aspecten.8 Men kan zich afvragen of bezinning op de juridische houdbaarheid niet beter vooraf plaats had kunnen vinden. De voorzichtige conclusie van het rapport luidt dat er aanwijzingen zijn dat (de praktijk van) de Wet inburgering buitenland strijdig is met artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de Mens (EVRM) en de Gezinsherenigingsrichtlijn (Richtlijn 2003/86/EG), alsmede met de internationale gelijkheidsnormen (artikel 14 EVRM en artikel 26 IVBPR). In een uitvoerig artikel over de meest actuele stand van het associatierecht stellen Durmuş en Köse dat de inburgering buitenland ook onverenigbaar is met het Associatieverdrag EEG – Turkije.9
5. Verenigbaarheid met internationale en mensenrechtenverdragen In het rapport Discriminatie uit naar van integratie10 oordeelde de gezaghebbende mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch dat de Wet Inburgering in het 8 Mr. drs. G.G. Lodder, Juridische aspecten van de Wet Inburgering Buitenland. Leiden 2009. 9 Ali Durmuş en Ejder Köse, Het Associatierecht EEG - Turkije en de verplıchte inburgering. In: Migrantenrecht 8/09. 10 The Netherlands: Discrimination in the Name of Integration. Migrants’ Rights under the Integration Abroad Act. New York, mei 2008.
17
Buitenland discriminerend is. In combinatie met het inkomensvereiste van 120 procent van het minimumloon en de kosten voor visums bij gezinsvorming en gezinshereniging vormt de inburgering buitenland een inbreuk op het recht op familieleven. In een reactie op de kritiek op het rapport van de minister van WWI antwoordde Human Rights Watch: Daarnaast hebben de Turkse en Marokkaanse gemeenschappen te lijden onder een hogere werkloosheid, een overconcentratie van laagbetaald werk en lage inkomens in vergelijking met het nationaal gemiddelde. Hierdoor worden zij ook onevenredig getroffen door de bijbehorende kosten en financiële verplichtingen. Dus hoewel er op het eerste gezicht sprake lijkt te zijn van gelijke behandeling bij het laten gelden van het examen in het buitenland voor Nederlandse staatsburgers, leidt de daadwerkelijke uitvoering tot veel grotere negatieve effecten voor Nederlandse staatsburgers uit de belangrijkste immigrantengroepen dan voor andere Nederlandse staatsburgers en inwoners. Een dergelijk onevenredig effect komt overeen met indirecte discriminatie, wat verboden is volgens internationale mensenrechtenwetgeving. Human Rights Watch stelt vast dat zonder twijfel sprake is van discriminatie op grond van nationaliteit. Onderdanen van bijvoorbeeld Japan en Zuid Korea zijn vrijgesteld, terwijl zij zich qua kennis van de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving niet van Turken en Marokkanen onderscheiden. In haar derde rapport over Nederlanders legt de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie van de Raad van Europa (ECRI) een verband tussen het overheidsbeleid en het maatschappelijk klimaat in Nederland jegens immigranten. Controversiële beleidsvoorstellen, soms in strijd met nationale en internationale gelijkheidsbeginselen, hebben – ofschoon uiteindelijk niet aangenomen – geleid tot discriminatie van leden van minderheidsgroepen. Moslimgemeenschappen, met name de Marokkaanse en Turkse gemeenschap, zijn het hardst getroffen door deze gebeurtenissen, die hebben geleid tot een significante toename van islamofobie, zowel in de politiek als daarbuiten. Ook geeft Nederland geen uitdrukking aan het principe dat integratie een proces van twee kanten is. De voornaamste aanbeveling luidt dat de autoriteiten zich beter moeten realiseren dat zij een leidende rol spelen in het stimuleren van een integratie- en minderhedendebat waarin polarisatie, verbittering en vijandschap tussen gemeenschapen vermeden worden. 11 Cardol heeft er op gewezen dat het vreemdelingenrecht onvoldoende rekening houdt met de rechten van kinderen.12 Artikel 9 van het Verdrag inzake de Rechten 11 Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie, Derde rapport over Nederland, Straatsburg 12 februari 2008. 12 Goos Cardol, De betekenis van het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind voor
18
van het Kind bepaald immers: De Staten die partij zijn, waarborgen dat een kind niet wordt gescheiden van zijn of haar ouders tegen hun wil, tenzij de bevoegde autoriteiten, onder voorbehoud van de mogelijkheid van rechterlijke toetsing, in overeenstemming met het toepasselijke recht en de toepasselijke procedures, beslissen dat deze scheiding noodzakelijk is in het belang van het kind. Ook de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn verplicht in artikel 5 lid 2 de lidstaten om rekening te houden met een gezamenlijk kind. Ondanks dat het een minister voor Jeugd en Gezin in zijn gelederen had, heeft het kabinet Balkenende IV uitsluitend beleid gevoerd ten nadele van kinderen van gezinsherenigers. Het zijn steeds meer kinderen met de Nederlandse nationaliteit, die als gevolg van de excessieve belemmering van gezinshereniging niet kunnen worden verenigd met hun in Nederland woonachtige vader. Onlangs werd stelling genomen tegen de Wet Inburgering Buitenland door het Comité voor de uitbanning van rassendiscriminatie van de Verenigde Naties13. Omdat het examen inburgering alleen geldt voor migranten uit bepaalde landen, meent het Comité dat de Wet discriminerend is op grond van nationaliteit, met name tussen zogenaamde “Westerse” en “niet-westerse” immigranten. Het Comité doet de aanbeveling om de Wet te herzien door discriminerende elementen er uit te verwijderen. Het Comité roept Nederland voorts op tot systematische herziening van de immigratiewetten om ervoor te zorgen dat deze verenigbaarheid zijn met het Internationaal verdrag inzake de uitbanning van rassendiscriminatie.
6. Beleidsvoornemens tot verdere beperking van gezinshereniging Ofschoon in het voorjaar van 2009 kon worden geconcludeerd dat het eigenlijke doel van immigratiebeperking was gerealiseerd, was de Tweede Kamer er niet gelukkig mee. Al voordat de evaluaties waren gepubliceerd eiste de Kamer in een motie nog drastischer maatregelen tegen de immigratie van laagopgeleide huwelijksmigranten.14 De immigratie van mensen die in het kader van gezinshereniging naar Nederland kwam moest nog verder worden teruggedrongen. De politieke wind goed aanvoelend gaf de minister van Wonen, Wijken en Integratie een schot voor de boeg in de Telegraaf van 7 juni. Daarin gezinshereniging. In Migrantenrecht jaargang 22, februari 2007. 13 Committee on the Elimination of Racial Discrimination, Concluding observations of the Committee on the Elimination of Racial Discrimination, Geneve 16 maart 2010 14 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 700 XVIII, nr. 19.
19
gebruikte hij ondermeer de weinig kiese uitdrukking ‘dweilen met de kraan open’. Overigens moet de vraag worden gesteld in hoeverre de daling van het aantal immigranten die in het kader van gezinshereniging naar Nederland komt veroorzaakt wordt door overheidsbeleid als de legesverhoging, de inkomenseis en de inburgering buitenland. Los van het gevoerde beleid speelt immers een heel ander maatschappelijk verschijnsel. Veel jongeren kiezen er voor om te trouwen met iemand uit Nederland. Onder de tweede generatie doet zich dat het duidelijkst voor. Koos in 2001 nog 53 procent van de jongeren voor een partner uit Turkije, in 2008 was dat nog maar 13 procent. Uit onderstaande grafiek blijkt dat de daling van het aantal migratiehuwelijken al intrad ver voor het van kracht worden van de maatregelen om gezinshereniging tegen te gaan. Turkse huwenden en partner uit Turkije (tweede generatie)
2500 2000 1500 1000 500 0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Huwelijken
Migratiehuwelijken
Niet alleen claimen steeds meer jongeren hun vrijheid, ook ouders zijn zich er in toenemende mate van bewust dat het onevenredig vaak mis gaat met een partner uit hun geboorteland. In de migratie literatuur wordt er op gewezen dat het een normaal verschijnsel is dat immigranten na verloop van tijd steeds minder kiezen voor een partner uit het land van herkomst. Wordt met het pakket nieuwe maatregelen niet met een kanon op een mug geschoten? Uiteraard gaan we daarmee niet voorbij aan het menselijk leed dat door dat kanon wordt veroorzaakt. De eerder genoemde verhoging van het niveau van het basisexamen inburgering buitenland vormt het belangrijkste onderdeel van de nieuwe maatregelen die
20
het kabinet heeft gepresenteerd. Met die maatregelen wordt een reeks van uiteenlopende doelstellingen gediend. De eerste daarvan is de spankracht van de samenleving, die geen instroom van laagopgeleide migranten meer zou verdragen. Voorts gaat het om bestrijding van fraude en misbruik, vrouwenemancipatie en integratiebevordering. Het te voorziene algemene effect zal evenwel zijn dat het nog veel moeilijker wordt om te goeder trouw gezinshereniging tot stand te brengen. Het pakket maatregelen kent ondermeer de volgende onderdelen: - Het pasgevormde gezin zal gedurende lange tijd hinderlijk gevolgd worden met controle maatregelen, ondermeer om na te gaan of men wel echt voldoet aan de inkomenseis. - De partner in Nederland krijgt een gesanctioneerde zorgplicht jegens het voldoen aan de inburgeringverplichting van zijn partner uit het buitenland. - Onderzocht wordt of laagopgeleide partners uit het buitenland onder de leerplicht kunnen worden gebracht. - Huwelijken tussen verwanten tot in de vierde graad worden verboden. - Onderzocht wordt of het juridisch mogelijk is om opnieuw een huisvestingseis in te voeren én te eisen dat een echtpaar over zelfstandige huisvesting beschikt. Tevens gaat het kabinet lobbyen in Brussel om de toepassing van de Europese Richtlijnen t.a.v. de rechten van migranten af te zwakken. In het Landelijk Overleg Minderheden hebben de samenwerkingsverbanden aangegeven dat het kabinet hen aan zijn zijde vindt als het gaat om het bestrijden van gedwongen huwelijken en fraude. Maatregelen op dit gebied kunnen op hun instemming rekenen. Wat betreft het tegengaan van huwelijksdwang zien de samenwerkingsverbanden veel meer in versterking van voorlichting, preventie, hulpverlening en emancipatiebeleid. Ook het stimuleren van discussie over en het versterken van weerbaarheid tegen dergelijk praktijken in ‘eigen kring’ kan daar een belangrijke bijdrage aanleveren. Zij wijzen in dit verband op het project ’Aan de goede kant van de eer’ en op de campagne ‘Huwelijksdwang en achterlating’, waarbij de samenwerkingsverbanden actief zijn betrokken. Beperken van de immigratie van huwelijkspartners ter wille van de immigratie is de verkeerde keuze. Die weg is in strijd zijn met de vrijheid van partnerkeuze en de vrijheid van gezinsvorming zoals vastgelegd in artikel 8 (respect voor het gezinsleven) en artikel 12 (recht op huwelijk) van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met de Europese Richtlijn Gezinshereniging. De Europese Richtlijn Gezinshereniging verzet zich niet alleen tegen de
21
inkomenseis van 120 procent, maar juist ook tegen het Basisexamen inburgering. In het bezwaar dat het IOT in 2007 bij de Europese Commissie heeft ingediend wordt daarom gesteld: Doel van de Gezinsherenigingrichtlijn is blijkens de derde overweging een billijke behandeling van onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven en dat een krachtiger integratiebeleid erop gericht moet zijn om hun rechten te verlenen en verplichtingen op te leggen die vergelijkbaar zijn met die van de burgers van de Europese Unie. De invoering van de Wet Inburgering in het buitenland is in strijd met die overweging, omdat deze het voor onderdanen van derde landen in verhouding tot onderdanen van EU-landen veel moeilijker maakt gezinshereniging tot stand te brengen. Artikel 7, lid 1 van de Richtlijn noemt de drie voorwaarden voor gezinshereniging: huisvesting, inkomen en ziektekostenverzekering. In het recht van de Europese Unie geldt dat een dergelijke opsomming limitatief is. Door Nederland is daaraan bij de Wet Inburgering Buitenland een vierde voorwaarde aan toegevoegd, dat men geslaagd is voor het inburgeringsexamen. Het stellen van die extra voorwaarde is in strijd met de Richtlijn. Door de Nederlandse regering is hiertegen ingebracht dat op grond van Artikel 7, lid 2 de lidstaten van onderdanen van derde landen kunnen verlangen dat zij ‘overeenkomstig het nationale recht aan integratievoorwaarden voldoen’. Dit argument slaagt ons inziens niet, omdat in de hierboven aangehaalde Nederlandse tekst ten onrechte gesproken wordt over ‘integratievoorwaarden’. In alle andere talen wordt gesproken over ‘integratiemaatregelen’. Dat laatste impliceert dat men van gezinsherenigers mag vragen een bepaalde inspanning te leveren (bijvoorbeeld deelnemen aan een taalcursus), maar niet dat zij zijn geslaagd voor een taalexamen. Uit de voorgeschiedenis van de Richtlijn blijkt ons inziens overduidelijk dat de Nederlandse vertaling/uitleg van de richtlijn niet overeenkomstig de bedoelingen van de regelgever zijn. De Nederlandse inzet tijdens de voorgeschiedenis van de Richtlijn was immers om als aanvullende voorwaarde een examen in het buitenland mogelijk te maken. Die inzet is niet geslaagd. In Arrest C-540/03 overweegt het Hof van Justitie (ro. 60) dat echtgenoot en kinderen een subjectief recht op gezinshereniging hebben, waarbij steeds zorgvuldig alle in de Richtlijn genoemde belangen en omstandigheden moeten worden afgewogen. De Wet Inburgering Buitenland is daarmee in strijd, omdat niet-slagen voor het examen automatisch leidt tot afwijzing van de aanvraag voor een Machtiging tot Voorlopig Verblijf. Er bestaat op grond van het Vreemdelingenbesluit alleen een beperkte
22
mogelijkheid tot vrijstelling vanwege geestelijke of lichamelijke belemmeringen – Art 3.71a, lid 2 onder c Vb 2000.15 Daarbij komt dat bij de bepaling van het huidige niveau van examinering zowel de ACVZ als de Raad van State in hun adviezen reeds duidelijk hebben gemaakt dat de hoogte van de huidige exameneisen (A1 min) net nog proportioneel is t.o.v. het doel, integratie. Hogere eisen leveren beslist strijdigheid op met artikel 8 EVRM, het recht van eerbiediging van het gezinsleven. Tevens is door beide adviesorganen gesteld dat de beschikbaarheid van voldoende lesmateriaal ter plaatse relevant is voor de rechtmatigheid van de inburgering buitenland. Die beschikbaarheid is er nooit gekomen. Het kabinet heeft aangekondigd om tegelijkertijd met de verhoging van het niveau van het inburgeringsexamen buitenland nieuw voorbereidingsmateriaal te ontwikkelen. Daarmee wordt voorbij gegaan aan de onmogelijkheid om analfabeten zonder begeleiding van een docent te alfabetiseren in een vreemde taal. Naar aanleiding van het kabinetsvoornemen om de eisen voor gezinshereniging verder aan te scherpen heeft de ACVZ een nieuw advies uitgebracht.16 Over de verhoging van de exameneisen in de Wet Inburgering Buitenland wordt in dat advies opgemerkt: De recent uitgekomen evaluatie van de nu geldende Wib geeft geen duidelijkheid over de vraag of het misschien niet nu al zo is dat het voor personen of groepen blijvend onmogelijk is om het in artikel 8 EVRM gewaarborgde recht op gezinsleven uit te oefenen. Zolang niet meer duidelijkheid bestaat over de vraag of het nu geldende regime op dat punt de toets kan doorstaan en bovendien weinig objectieve gegevens voorhanden lijken te zijn over de mate waarin de geldende wet leidt tot een betere integratie, is terughoudendheid met de verdere aanscherping geboden. Alvorens het Vreemdelingenbesluit t.a.v. de exameneisen in de WIB wordt gewijzigd zal het ACVZ daarover afzonderlijk advies uitbrengen.
7. Conclusie en aanbevelingen Samenvattend komen we tot de dringende aanbeveling om verdere aanscherping van het beleid inzake gezinshereniging achterwege te laten. De grenzen van 15 Brief van het IOT aan de Secretaris-generaal van de Europese Commissie van 8 februari 2007. 16 Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, Briefadvies huwelijks- en gezinsmigratie. Den Haag, 19 februari 2010.
23
hetgeen uit menselijk oogpunt, maatschappelijk en juridisch aanvaardbaar is, worden door het geldende beleid reeds overschreden. Nederland moet zich houden aan de Europese Richtlijn Gezinshereniging en aan een reeds andere verdragen inzake mensenrechten en de rechten ven migranten. Hierboven zijn de meesten daarvan de revue gepasseerd, evenals de verplichting die de Grondwet stelt om de internationale rechtsorde te eerbiedigen. De Grondwet vraagt van de wetgever (regering én parlement) om de Nederlandse regelgeving in overeenstemming te brengen met verdragsverplichtingen en niet van de burger om na jarenlang procederen bij de internationale rechter te bewerkstelligen dat regelgeving die daarmee in strijd is ongedaan wordt gemaakt. Een bijkomend argument is dat Nederland als land dat zich van oudsher inspant om de internationale rechtsorde te verdedigen, elk recht van spreken en gezag verliest wanneer het bij voortduring door de rechters in Luxemburg en in Straatsburg in het ongelijk wordt gesteld. Evaluaties hebben laten zien dat er nauwelijks een integratiebevorderend effect is, in een aantal opzichten zelfs een contraproductief effect. Wanneer de overheid mensen aan de ene kant dwingt zich de vaardigheden eigen te maken om actief burgerschap te betonen en anderzijds voortdurend het gevoel geeft dat ze niet welkom zijn in Nederland, dan werkt de overheid zichzelf tegen. Wanneer je enerzijds mensen voorhoudt dat ze hun toekomst in Nederland moeten verankeren door een carrière, ondernemerschap en woningbezit, maar het hen anderzijds moeilijker maakt om de permanente verblijfsvergunning te verkrijgen die je nodig hebt voor een arbeidscontract, een lening of een hypotheek, dan ben je contraproductief bezig. Als de regering immigratiebeperkende maatregelen afkondigt met een beroep op de spankracht van de Nederlandse samenleving, wordt in feite gesteld: er zijn er te veel immigranten, ‘vol is vol’. Daarmee wordt voedsel gegeven aan de krachten die beweren: ‘al die buitenlanders gaan de spankracht van onze wijk, onze school, onze flat te boven’ . Daarmee worden ook al diegenen die vol overtuiging en inzet werken aan een samenleving waarin mensen van verschillende culturele achtergronden samenwerken en samen leven in de kou gezet. Aanscherping van het beleid om gezinshereniging te verhinderen is overbodig. Jongeren zoeken immers steeds vaker een partner in Nederland. Uit de hierna volgende portretten zal blijken dat de mensen die getroffen worden door de beperking van de gezinshereniging vooral ouderen zijn. Hun verdriet staat in geen verhouding tot de eventuele voordelen die het beleid voor Nederland heeft.
24
Het staat buiten kijf dat nieuwe immigranten zich goed moeten voorbereiden op hun komst naar Nederland en bereid moeten zijn tot de aanzienlijke inspanning die het van hen vraag om de Nederlandse taal te leren, wegwijs te worden in de Nederlandse samenleving en hier een nieuw bestaan op te bouwen. Het bezwaar van het huidige inburgeringsexamen buitenland is niet alleen dat het voor een deel van de toekomstige immigranten te hoog gegrepen is, maar evenzeer dat van de meeste immigranten veel meer verwacht zou mogen worden. Dat aan iedereen dezelfde eis wordt gesteld is de consequentie van het feit dat het examen een toelatingsvoorwaarde is. Er valt een veel hoger rendement te bereiken met voorlichting over de eisen die het leven in Nederland stelt en de manier waarop men zich daarop kan voorbereiden. Er is een grote behoefte aan goed studiemateriaal waarmee de Nederlandse taal kan worden geleerd. Vanzelfsprekend moet het in de eerste plaats gaan om versterking van de kwaliteit van de inburgering in Nederland, want daar valt nog veel aan te verbeteren. Veel winst valt eveneens te behalen door een betere aansluiting tot stand te brengen van de inburgeringscursussen op onderwijs en arbeidsmarkt. Een humaan beleid, dat stimulerend en faciliterend is in plaats van sanctionerend, zal zich zonder twijfel terugverdienen.
25
26
Hatice Doğan (34), Overijssel
“Na een jaar lang contact en gesprekken via internet, werd ik verliefd. Tegen mijn zin.” Een vriend van mijn zwager kwam bij ons zitten op een bruiloft. Eerst belden we veel met elkaar, maar dat werd te duur en we gingen over op chatten via internet. Ik was eigenlijk door mijn eerste huwelijk helemaal niet bezig om een nieuwe partner te zoeken, maar we hadden zulke leuke gesprekken. Zijn stem en hoe hij naar het leven keek raakten mij. Na een jaar contact en gesprekken via internet, werd ik verliefd. Tegen mijn zin in. Hij werd ook verliefd en wilde trouwen. Het huwelijksaanzoek kwam via de telefoon en ik heb meteen ja gezegd, zo verliefd was ik. Na even na te denken begon ik toch te twijfelen, ik was al getrouwd geweest, hij nog nooit, maar hij overtuigde mij en mijn familie dat hij daar geen problemen mee had. Ik was een eerbare vrouw in zijn ogen. Het kan iedereen gebeuren dat een huwelijk niet werkt? Ik was nog nooit zo gelukkig. Na een jaar werd onze liefde bezegeld met de komst van ons kind. Een andere droom werd hiermee waar, want ik wilde al heel lang moeder worden. Maar de droom werd wreed verstoord. Ik ben meteen informatie gaan inwinnen over gezinshereniging. Toen kwam de ontnuchtering. De inkomenseis van 1441 euro bleek niet haalbaar, ook al heb ik sinds ik in Nederland ben gewerkt en nog geen dag een uitkering gehad. Ik ben dan wel als importbruid naar Nederland gekomen, maar ik was jong en leergierig. Ik heb in een jaar Nederlands geleerd en ben meteen gaan werken. Ik begon in een textielfabriek, zes dagen in de week. De fabriek ging helaas failliet. Daarna was ik 7 jaar werkzaam bij een cateringbedrijf. Ook dat ging failliet. Nu
27
werk ik in de thuiszorg. Mijn werkzaamheden daar zijn seizoensgebonden, Turken gaan immers een deel van het jaar naar Turkije en dan is er voor mij minder werk. Hierdoor kan mijn werkgever mij geen fulltime dienstverband aanbieden. Via een Nederlandse vriendin heb ik een bijbaan gevonden als kwaliteitscontroleur bij een farmaceutisch bedrijf. Ondanks mijn twee banen haal ik de inkomenseis van 1441 euro steeds niet. Mijn loonsverhogingen houden geen gelijke tred met de verhoging van de inkomenseis die de IND stelt bij gezinshereniging. Ik kan slechts een keer per jaar op vakantie, want zoveel geld heb ik niet en mijn man heeft nooit een visum gekregen om mij en ons kind in Nederland te bezoeken. Wij kunnen elkaar slechts drie weken per jaar elkaar zien. Het afscheid is telkens erg pijnlijk voor mij, maar nog meer voor ons kind. Ik hoop dat ik ooit de inkomenseis ga halen en werk daar hard voor. Lichamelijk kan ik er wel tegen, ik ben een sterke meid, maar de situatie van mijn kind maakt me soms wanhopig. Met mijn zoon Emre gaat het alleen maar achteruit. Iedere ochtend wordt hij wakker en klopt dan op het computerscherm om zijn vader wakker te maken. Emre denkt dat zijn vader in de computer leeft.. Mijn man kon niet bij zijn geboorte zijn, omdat hij geen visum rond kreeg bij de IND. Emre kan ondanks zijn leeftijd nog niet praten. Hij eet slecht en loopt bij de kinderarts. Zijn geestelijke gezondheid is volgens de artsen goed, maar Emre is een emotioneel kind en door het gemis van zijn vader heeft hij een eetstoornis ontwikkeld. Ik ben vaak ook zo moe na een lange dag werken, dat ik geen tijd heb voor Emre. Emre noemt iedere vreemde man papa en vraagt vooral aandacht van mannen, omdat hij zijn vader mist. Via internet en skype oefen ik het Nederlands met mijn man en hij spreekt het al redelijk. Bovendien heeft hij een cursus Nederlands gevolgd. Met het inburgeringexamen wachten we nog even, want het is erg duur en slechts een jaar geldig. De omgeving in Nederland vindt haar zielig, omdat het al zo lang duurt. Ze heeft meer contact met haar Nederlandse vrienden dan met Turken uit haar omgeving. De Nederlandse ouderen in haar flatgebouw helpen mij. Ik zou hen ook graag meer willen helpen, maar ik vind zelf nauwelijks tijd om te kunnen slapen. Als mijn man komt, kan ik de zorgtaken voor Emre met hem delen en ga ik die vriendelijke ouderen eindelijk iets teruggeven voor wat zij allemaal voor mij hebben gedaan. Vanwege de gezondheid van mijn kind kan ik niet weg hier uit Nederland. Ik zou wel terug naar Turkije kunnen en van droog brood leven voor de liefde, maar mijn kind kan ik dat niet aandoen. Ik hoor dat de voorwaarden steeds strenger gaan
28
worden, dus ik probeer dit jaar de procedure rond te krijgen. Anders weet ik niet meer wat ik nog moet doen. Ondertussen blijf ik hard werken en houd ik de moed erin.
29
30
Zeynep Günes-Parmaklioğlu (42), Overijssel
“Maar het kon hem niets schelen, hij hield van mij. Hij liet mij weer geloven in de liefde.” Ik was een gescheiden vrouw. Mijn huwelijk was niet makkelijk. De laatste 3 jaar was mijn eerste man erg ziek. Hij leed aan psychoses. Ik heb lang voor hem gezorgd, maar tenslotte ben ik van hem gescheiden, want ik kon het niet meer aan. Van een huwelijk was geen sprake meer. Ik heb twee schoolgaande dochters en had de moed allang opgegeven om ooit nog een keer te trouwen. Ik was immers geen interessante kandidaat voor Turkse mannen. Ik had mijn bagage. Maar toen leerde ik mijn huidige partner kennen. Ik voelde mij als herboren. Hij was nog nooit getrouwd geweest. Daar maakte ik mij zorgen over. Zou hij mij als gescheiden vrouw en moeder van twee kinderen wel kunnen accepteren. Maar het kon hem niets schelen, hij hield van mij. Hij liet mij weer geloven in de liefde. Hij stelde mij voor aan zijn ouders. Ik verwachtte dat zij moeilijk zouden doen. Tja, je wil je ongetrouwde zoon het liefst met een vrouw zien die ook nog nooit getrouwd is geweest. Ik zou het echt begrepen hebben als zij roet in het eten hadden gestrooid. Maar dat deden ze niet. Zijn ouders hebben mij meteen volledig geaccepteerd en ik voelde mij als in een warm bad. Het kon mij helemaal niet schelen dat hij vrachtwagenchauffeur is. Ik hou van hem en het maakt mij niet uit wat voor werk hij doet. Mijn kinderen hebben hem ook volledig geaccepteerd en zien hem als hun vader. Waar had ik dit geluk aan verdiend? Maar geluk is broos. Dat was acht jaar geleden. En nog steeds is mijn man niet bij mij. Het lukt al acht jaar niet om samen te leven en ik kan niet genieten van mijn grote liefde. Mijn man is inmiddels gestopt met het leren van het Nederlands. Mijn kinderen hebben een hekel gekregen aan Nederland en ik ben ziek geworden van de hele toestand.
31
Bij de eerste aanvraag werkte ik bij Menzis en had voldoende inkomen. Mijn aanvraag werd om technische redenen afgewezen. Omdat mijn 13e maand niet in het contract was opgenomen accepteerde de IND niet dat ik aan de inkomenseis voldeed. Ik werkte 34 uur bij Menzis en ben daarnaast 6 uur extra gaan werken als accountant bij een meubelzaak. Die tweede baan werd vervolgens niet meegerekend door de IND, omdat ik dat niet drie jaar aaneengesloten had gedaan. Uiteindelijk heb ik dit alles in orde gemaakt, maar toen kregen we te maken met een nieuwe eis. In 2006 kwam de taaleis voor gezinshereniging. Ik heb enthousiast boeken voor mijn man gekocht en naar hem gestuurd zodat hij Nederlands kon leren. In Bursa, waar hij woont, biedt men geen taalcursussen Nederlands aan. Hij heeft in 2007 het inburgeringexamen gedaan, maar niet gehaald door faalangst. Hij heeft wel voldoende kennis van het Nederlands, maar zijn faalangst staat hem in de weg. Iedere keer als we het Nederlands oefenen via de chat gaat het hartstikke goed, maar zodra hij voor het examen op moet gaan gaat het mis. Ik doe mij best, maar iedere keer word ik van het kastje naar de muur gestuurd. Telkens als ik de IND bel, mail of schrijf krijg ik tegenstrijdige informatie. Ik ben naar een gespecialiseerde advocaat gegaan en die heeft mij gezegd dat er bij haar laatste aanvraag ook net zo goed een Ja had kunnen komen van de IND. Er was in principe niets mis met de aanvraag, maar ik heb het idee dat men om puntjes en komma’s afwijzingen stuurt. Ik was altijd een erg sociaal mens, maar door de hele situatie kom ik nauwelijks meer op straat. Ik heb genoeg van altijd maar weer dezelfde meewarige vragen. Hoe staat het nu? Is het al gelukt? Wanneer komt je man? Ik durf niet te niet begonnen aan kinderen met mijn nieuwe man. Men raadt mij aan de België route te nemen, maar ik vind dit geen makkelijke optie zoals velen doen voorkomen. Ik loop op het moment in de ziektewet en de dokter heeft mij antidepressiva voorgeschreven. Ik hield juist zo van werken. Overdag en ‘s nachts bel ik mijn man en heb ik via internet contact met hem. Elke keer moet ik huilen als ik weer moet ophangen aan het einde van het gesprek. Het ergste vind ik het voor mijn dochters. Ze zeggen mij vaak, mama je was vroeger zo vrolijk. Dan gingen we samen winkelen en leuke dingen doen, maar nu heb ik nergens zin in. Mijn dochters zijn hier geboren en getogen en zij vinden het gemeen dat hun moeder niet gelukkig mag zijn. Ik had altijd een goede relatie met mijn dochters, maar nu komen zij niet meer naar mij toe met hun zorgen. Zij
32
willen hun moeder niet nog meer belasten. Ik wil zo graag weer de oude gelukkige Zeynep zijn. Hopelijk gaat het tij snel keren. Acht jaar is erg lang om op je liefde te moeten wachten. Ik wil eindelijk genieten van mijn huwelijk en probeer de hoop niet te verliezen dat ooit het geluk voor mij bestemd is.
33
34
Claudia de Groot-Cakil (36), Zuid-Holland
“Toen ik hem leerde kennen was hij in mijn ogen de vader van mijn kinderen.” Met een slechte relatie net achter de rug had ik eigenlijk helemaal geen zin in vakantie. Maar mijn moeder wilde mij opbeuren en zei dat ik er echt even tussenuit moest gaan. Een vakantie zou mij goed doen. Mijn moeder koos het land, ik het hotel. Het hotel van mijn keuze blijkt bij aankomst volgeboekt. We moeten uitwijken naar een ander hotel. Zo moest het gaan, het was voorbestemd. Op de tweede dag kwam een goedgebouwde, knappe Turkse masseur vragen of ik interesse had in een massage. Ik wilde niet, maar die jongen liet mij niet zo makkelijk gaan. Hij bleef contact zoeken. Ik dacht, die jongen wil geld verdienen of hij zoekt de zoveelste minnares voor een nacht. Daar had ik helemaal geen zin in. Mijn moeder moedigde mij echter aan om het een kans te geven. Om mijn moeder op te laten houden over die jongen, heb ik toegestemd in een date. Na de eerste afspraak wilde hij meteen kennismaken met mijn moeder en heeft hij ons alle twee mee uit eten genomen. Na het eten was mijn moeder overtuigd, dit is de man voor mijn Claudia, de vader van haar toekomstige kinderen. Mijn moeder wist het zeker, dit is de ware. Ik had mijn twijfels, hij is negen jaar jonger. Hij krijgt veel aandacht van het vrouwelijk schoon. De afstand. Dat wordt toch niets. Op de laatste avond daar in Bodrum zei hij in gebrekkig Engels: “Claudia geloof mij, ik heb hier veel vrouwen gehad, maar jij bent de vrouw voor mij. Ik wil trouwen en kinderen en dat wil ik met jou.” Daarna ging alles heel snel, een jaar vloog voorbij met op en neer reizen naar Turkije. Een jaar op de dag af van de eerste ontmoeting kwam aan de rand van de Bosporus het huwelijksaanzoek. Hij was inmiddels een vast onderdeel van de familie geworden, mijn moeder
35
was gek op hem. Ik droomde al van kinderen en we wilden meteen beginnen een gezin te stichten. Dat is nu vijf jaar geleden. Voordat hij naar Nederland kwam werke ik als telefoniste bij het Albeda College in Den Haag, waar ik veel Turkse collega’s heb. Die waarschuwden mij: weet waar je aan begint. Het is niet makkelijk een partner naar Nederland te halen, maar ik haalde mijn schouders op. Ach, ik ben Nederlandse, ik heb een baan, een huis, hij spreekt Engels, zo moeilijk zal het toch niet zijn. Ze doen alleen moeilijk bij Turken. Inmiddels leerde ik door mijn collega’s ook Turks. Mijn man leerde van mijn moeder Nederlands, door het vele contact. Elke dag begon ik huilend aan mijn werk. Gelukkig werd ik door mijn moeder en mijn omgeving goed opgevangen. Mijn moeder zei mij: heb geduld meisje, alles komt goed. De advocaat raadde mij aan, ga naar België. Dat doen de Turken ook. Ik weiger om de wet te omzeilen. Polen, Bulgaren en erkende asielzoekers kunnen na 6 maanden hun partner naar Nederland halen en ik als hardwerkende Nederlander mag dit niet. Hoe kan dit? Voor mijn man in Turkije was het nog erger, hij is jong en knap. Zijn vrienden vroegen hem continue waar zijn vrouw nou was. Hij antwoordde zij is alleen en wacht op mij in Nederland. Die vrienden grapten met welke man ik daar zat te wachten. Dat was moeilijk voor hem. Ik heb naast mijn baan als telefoniste extra werk gevonden bij een schoonmaakbedrijf. Bij mijn eerste aanvraag bestond de inburgeringeis nog niet. Wel ging ieder half jaar de inkomenseis omhoog. Ik kon dat in 5 jaar niet bijbenen qua inkomen. Het ergste in die tijd was de onzekerheid. Ik belde iedere keer of er iets ontbrak en iedere keer kreeg ik hetzelfde antwoord. Nee mevrouw we kunnen niet controleren of er iets ontbreekt. Ze lieten mij iedere keer drie maanden wachten voor ik antwoord kreeg op die vraag. Na iedere afwijzing zonder duidelijke reden begon ik soms zelfs te twijfelen aan mijn man. Had hij een strafblad? Als ik hem dat vroeg werd hij weer teleurgesteld in mij. Dat ik hem niet geloofde dat hij niets had misdaan. Dat dat niet de reden kon zijn voor een afwijzing. Ik heb vijf jaar lang geen kerst met mijn familie kunnen vieren, omdat ik anders mijn man moest missen. Een keer was de IND zo geïrriteerd door mijn constante vragen dat ze zeiden, waarom ga je dan niet in het land van je man wonen? Maar ik ben een Nederlander. Hoe durven ze zoiets tegen mij te zeggen.
36
Na vijf jaar vechten met veel tranen is hij nu hier. Sinds 6 maanden volgt hij een cursus Nederlands en werkt als koerier. We zijn gelukkig getrouwd. Maar toch knaagt het af en toe. Toen ik hem leerde kennen was hij in mijn ogen de vader van mijn kinderen. Ik was toen 31. Door de procedures heb ik mijn kinderwens moeten uitstellen. Nu ben ik bijna 37. Als het allemaal sneller was gegaan had ik nu al kinderen kunnen hebben. Nu tikt mijn biologische klok enorm hard. Ik heb het gevoel veroordeeld te zijn door anderen, die misbruik hebben gemaakt van de regels. Ik word gestraft voor anderen die fout geweest zijn. Vijf jaar lang heb ik heel vaak een visum aangevraagd om mijn man tijdelijk bij me te kunnen hebben, maar iedere keer geloofde men niet dat mijn man terug zou gaan. Bovendien kwam men steeds weer met het excuus dat deze of gene kopie ontbrak. En als ik dan alles compleet had, zei de IND weer dat men er niet op vertrouwde dat hij terug zou gaan. Ik ben nu gelukkig dat hij bij me is, maar niemand verdient het zoveel straf te krijgen omdat je iemand lief hebt.
37
38
Zehra Celik (21), Utrecht
“Zo begon een stormachtige liefde en voor ik het wist waren we diezelfde zomer nog getrouwd.” Ik kom zelf uit het Zwarte Zeegebied en mijn buurmeisje is mijn hartsvriendin. In 2007 ben ik tijdens de vakantie bij haar op bezoek gegaan, helemaal in Aksaray, dat zo’n 800 kilometer verwijderd ligt. Samen werden we uitgenodigd voor een bruiloft. Het was zomer, lekker warm en het feest was in de open lucht. De sterren straalden boven ons en de maan scheen prachtig. De meiden zaten bij elkaar lol te maken op het plein. Iedereen danste uitbundig. En daar maakte ik kennis met hem. Zo begon een stormachtige liefde. En voor ik het wist waren we diezelfde zomer nog getrouwd. Ik bleef drie maanden in Turkije om bij hem te zijn. Hij was eigenaar van een internetcafé. Ongelofelijk maar waar, ik kwam erachter dat ik in die drie maanden ook meteen zwanger was. Toen realiseerde ik dat alles heel snel ging. Ik wist helemaal niet hoe het zat met vroedvrouwen, consultatiebureaus, ziekenhuizen, enz. Ik kende dat helemaal niet in Turkije. Daarom heb ik besloten terug te komen naar Nederland. Ik heb een aanvraag ingediend voor een visum zodat mijn man bij mij zou kunnen zijn bij de geboorte van ons kind. Maar helaas, ik kreeg geen visum voor hem. In een klap werd ik wakker uit mijn roze droom. Ik was nog geen 21 en had ik met allemaal regels te maken waar ik nooit eerder mee bezig was geweest. Ik was verliefd en leefde in een roes. Ik was wel vastberaden. Okay, ik moet wachten tot ik 21 ben en nog allerlei dingen regelen. Ik heb alles voor mijzelf op een rijtje gezet. Ik moet mijn school afmaken, ik moet een baan zoeken, ik moet een huis zoeken om zelfstandig te wonen en mijn man moet Nederlands leren.
39
In 2008 heb ik mijn Mbo-diploma Sociale Dienstverlening gehaald. Mijn man begon aan zijn cursus Nederlands in Turkije. Ons kind werd geboren en is gelukkig gezond. Tot daar ging alles volgens plan. Ik was weer terug in mijn roes. Ik heb geen woning kunnen vinden en woon nu nog steeds bij mijn ouders. We wonen met zijn achten in een woning. Ik heb overal gesolliciteerd, maar geen baan gevonden in mijn vakgebied. Mijn man is wel enthousiast gebleven om Nederlands te leren. Opdat ik in ieder geval aan de inkomenseis zou kunnen voldoen, ben ik begonnen bij een Turks reisbureau in Utrecht. Toen ging alles mis. Door de crisis kreeg ik uiteindelijk niet het beloofde inkomen van 1400 euro. In november 2009 heeft mijn man zijn inburgeringexamen gehaald, bij de eerste poging. Ik heb hem via internet goed voorbereid en zijn Nederlands verbeterd. Dat heeft hem zeker geholpen bij het examen. Alleen is het examen maar een jaar geldig. Ik ben nu wel 21, maar met die baan en inkomenseis wil het niet lukken. Ik acht de kans klein dat ik op mijn leeftijd kan voldoen aan de inkomenseis, maar ik blijf hoopvol en ren van het ene schoonmaakbedrijf naar het andere om extra werk te vinden. Ik ken mijn man en ben ongelofelijk verliefd op hem. Ons kind is nog maar anderhalf en kent zijn vader nog niet en kan nog niet naar hem vragen. Ik hoop dat tot de tijd dat onze zoon kan praten en kan vragen naar zijn vader die bij ons zal zijn.
40
41
42
Muzaffer Yoldaş (56), Overijsel
“Zij gaf mij de energie en zin in het leven weer terug. Ik was dol op haar. Ik zag dit als een tweede kans op geluk.” Mijn eerste huwelijk begon goed, maar verliep op het laatst slecht. Toch heb ik volgehouden en daarhoor heb ik drie prachtige kinderen voor Nederland opgevoed. Ik heb lange tijd alleen en eenzaam geleefd. Ik had nergens meer zin in. Ik ben naar Adana gegaan en werd via via aan haar voorgesteld. Zij was ook gescheiden, dus we deelden die ervaring. Zij gaf mij de energie en zin in het leven weer terug. Ik was dol op haar. Ik zag dit als een tweede kans op geluk. Zij kwam uit een kinderloos huwelijk en wilde dolgraag een kind. Ik kon geen nee zeggen tegen haar energie en we kregen een dochter. Ik dacht, mijn kinderen hebben allemaal gestudeerd en hebben het goed. Het lukt mij wel om nog een kind op te voeden. Ik was gezond en had werk in de fabriek. De toekomst zag er weer hoopvol uit. In 2003 trouwden we en in 2004 deed ik voor het eerst een aanvraag voor gezinshereniging. De aanvraag werd afgewezen, omdat ik op dat moment slechts een contract voor 6 maanden had, terwijl een jaar nodig was voor de aanvraag. Bovendien voldeed ik niet aan de inkomensgrens.. In mei 2009 belandde ik in de WAO, vanwege psychische klachten. De hele situatie maakte me radeloos. Ik heb een kind van 4, dat ik slechts een paar keer heb kunnen zien en knuffelen. Ik heb met man en macht geprobeerd mijn vrouw naar Nederland te krijgen. Dat mij dit niet gelukt is, heeft mij gebroken. Ik heb alleen telefonisch contact met mijn gezin. Na elk telefoontje was ik erg depressief. Ik heb maar twee keer naar Turkije kunnen gaan om mijn dochtertje daar in mijn armen te kunnen sluiten. Mijn kind herkent mij niet als vader. Het doet mij pijn om een vreemde te zijn in het leven van mijn kind. Ik heb mijn vader op mijn zevende verloren en weet hoe het is om zonder vader op te groeien. Dat wil ik niet voor
43
mijn eigen kind. Als ik niet zou leven dan begreep het kind het nog wel. Mijn vrouw en kind zijn nog nooit in Nederland geweest. Het doet mij pijn dat mijn vrouw en kind onder armoedige omstandigheden leven in Turkije, terwijl mijn kind Nederlands is. Mijn vrouw kan vanwege het kind niet werken. Financieel zijn zij volledig afhankelijk van mij. Ik kan niet veel geld sturen. De kinderen uit mijn eerste huwelijk doen het allemaal goed en hebben stuk voor stuk een goede opleiding (informatica, toerisme en pedagogie). Het doen mij pijn niets te kunnen doen voor mijn kind in Turkije. Geestelijk staat meneer Yoldas er slecht voor en ook lichamelijk gaat het niet goed met hem. De antidepressiva die hem zijn voorgeschreven weigert hij in te nemen. Hij hallucineert, hoort de telefoon gaan en op de deur kloppen, terwijl dat niet zo is. Ook hoort hij zijn dochtertje in Turkije om papa roepen. Haar stem houdt ’s nachts uit zijn slaap. Hij kan zich nergens op concentreren, huilt veel, en komt weinig onder de mensen. Ik kan mijn kinderen van mijn eerste huwelijk in Nederland zomaar achterlaten en vertrekken naar Turkije. Ik kan mijn kind wel naar Nederland halen, zij heeft immers de Nederlandse nationaliteit, maar ik kan de moeder, mijn vrouw, toch niet alleen achterlaten in Turkije? Een kind heeft een moeder én een vader nodig.
44
45
46
Gamze Apaydin-Unutmaz (19), Zuid-Holland
“We zijn in het geheim diezelfde zomer nog getrouwd.” Ik ben natuurlijk nog maar heel jong. Mensen zijn verbaasd dat ik al een jaar getrouwd ben. Ik werd verliefd toen ik op vakantie was in Turkije. Mijn familie was ertegen en we zijn weggelopen. Drie maanden waren we op de vlucht voor mijn familie. We zijn in het geheim diezelfde zomer nog getrouwd. Mijn ouders waren hier niet blij mee, maar ik vond dat ik oud genoeg was en ook dat ik mag trouwen met wie ik wil. Na veel ruzies met mijn ouders, ben ik het huis uit gegaan. Ik spreek mijn ouders helaas niet meer. En mijn man mis ik enorm hier in Nederland. Inmiddels heb ik geïnformeerd naar de mogelijkheden van gezinshereniging. Hieruit bleek dat ik een vast inkomen moest hebben en 21 jaar oud moest zijn. Ik ben nu nog student en heb alleen bijbaantjes. Zo wie zo moet ik wachten tot ik 21 ben. Hopelijk haal ik dan ook de inkomenseis. Een huwelijk op afstand de komende jaren, daar had ik geen rekening mee gehouden. Ik spreek mijn man dagelijks via MSN of de telefoon en ik probeer tijdens de zomervakantie bij hem langs te gaan. Mijn man is 22 en werkzaam als lasser in Turkije. Hij leert de Nederlandse taal op eigen initiatief. Hij mist mij ook enorm. Hij vindt het erg vervelend dat hij niet bij zijn vrouw kan zijn en vindt het wachten maar ontmoedigend. We moeten nog heel lang wachten en ik ben bang dat de wetgeving het tegen die tijd nog moeilijker maakt een gezin te stichten. Ik voel mij soms eenzaam, omdat ik mijn ouders ook niet meer spreek. Ik heb geen enkele steun en moet het allemaal zelf doen. Ik zou graag een kind willen, maar in onze situatie is dat gewoon niet verstandig. Met een kind zou ik mij minder alleen voelen. Hij wil ook kinderen en zo snel mogelijk, maar we willen dat toch verstandig aanpakken en wachten.
47
Ik kan mij moeilijk concentreren op mijn studie, wat voor vertraging zorgt. Soms zie ik het als een moedeloze en uitzichtloze situatie, maar ik wil de moed niet opgeven, omdat ik veel van mijn man houdt. Ik heb voor hem met mijn ouders gevochten. Ik vind het vervelend dat ik tot mijn 21ste moet wachten tot ik aan gezinshereniging kan beginnen. De wetgeving verandert elk jaar en het wordt steeds moeilijker. Ik begrijp ook niet goed waarom ik niet nu al kan starten aan gezinshereniging. Ik begrijp dat ze willen voorkomen dat meisjes worden uitgehuwelijkt en dat je ze moet beschermen, maar ik heb mijn familie verloren door dit huwelijk. Hoe kunnen ze dan twijfelen aan de oprechtheid van mijn keuze. Na mijn 18de mag ik wel contracten zelf tekenen, waarom wordt mijn volwassenheid bij het aangaan van een huwelijk dan in twijfel getrokken. Niet ieder mens is hetzelfde, dus zou iedereen apart beoordeeld moeten worden en niet vanaf een bepaalde leeftijd. Een leeftijd geeft niet altijd iemands volwassenheid aan.
48
49
50
Yildiz Aydin (44), Zeeland
“... hij was negen jaar jonger, maar de liefde houdt zich niet aan regels. Ik viel als een blok voor hem en voelde mij voor het eerst geborgen.” Het is moeilijk als gescheiden vrouw te leven. Ik werd niet meer uitgenodigd op familiebijeenkomsten. Omdat men mij zag als schuldige van de scheiding werd ik zelfs volledig uitgestoten door de familie en de gemeenschap. Vervolgens houdt iedereen je in de gaten, zelfs als je gewoon naar je werk gaat. Daarom verhuisde ik weg uit Den Haag, weg van de plaats waar iedereen mij kende en streek met mijn zonen neer in Vlissingen. Op familiebezoek luchtte ik mijn hart over hoe moeilijk het was. Iedereen zei mij dat het niet zo langer kon doorgaan. Je hebt twee puberende zonen en die hebben thuis een vader nodig, zeiden ze. Ze wilden mij koppelen aan een goede bekende van de familie. Hij stond bekend als een beschaafde man. Iedereen was over hem te spreken. Hij werkte in het toerisme en sprak een beetje Duits. Hij was niet eerder getrouwd geweest. Ik twijfelde, zal hij mij wel wat vinden. Ik heb al twee kinderen bij een andere man. En hij was negen jaar jonger, maar de liefde houdt zich niet aan regels. Ik viel als een blok voor hem en voelde mij voor het eerst geborgen. Ik heb in mijn eerste huwelijk te maken gehad met huiselijk geweld, zowel fysiek als emotioneel. Mijn eerste man wilde niet van mij scheiden als ik hem niet eerst veel geld gaf. Toen ik mijn huidige man leerde kennen wist ik niet wat ik meemaakte. Hij is liefdevol, begripvol en ik voel mij voor het eerst een vrouw bij hem. Ik had al twee kinderen uit mijn eerste huwelijk, maar dat was voor hem geen probleem. Ik voelde voor het eerst respect en leerde om geen angst te hoeven hebben bij een man. In de hoop om met hem een liefdevol gezin te kunnen hebben, heb ik de moed weer opgepakt. Ik heb nog geen aanvraag voor gezinshereniging ingediend, omdat ik de
51
inkomenseis niet haal. Ik ben bij veel mensen langs geweest om een contract voor langere tijd te vragen, maar men wil steekpenningen om dit te doen. Anderen waren wel bereid te helpen, maar vroegen seksuele gunsten als tegenprestatie. Op dit moment krijg ik een uitkering, maar zonder financiële ondersteuning van mijn beide zonen zou het onmogelijk zijn om rond te komen. Ik ben door het UWV op stage gestuurd bij een bedrijf om mij tot kleermaker te ontwikkelen. Via die stage hoop ik door te stromen naar een baan waarin ik voldoende verdien, zodat we samen kunnen zijn. Ik doe mijn best, maar ik vraag mij af of dat genoeg is. Ik put wel kracht uit hem en mijn kinderen. We hebben samen een dochter gekregen. Ik ben een sterke vrouw, ik heb mijn eerste huwelijk overleefd. Niets kan mij nog breken. Mijn zonen proberen mij zo goed mogelijk te steunen en accepteren mijn nieuwe man volledig. Zij hopen ook dat het lukt. Ze willen dat hun moeder gelukkig is. Ik hoopt na mijn UWV stage werk te vinden of een eigen bedrijf te beginnen. Mijn man is voortdurend bezig om het Nederlands te leren. Hij spreekt al net zo goed Nederlands als onze dochter van vijf.
52
53
54
Sakik Hava (65), Utrecht
“Ik had niet alleen een vrouw voor mijzelf gevonden, maar ook een moeder voor mijn dochter.” Ik ben gepensioneerd. Ik heb altijd in de metaal gewerkt. Ik begon in Soesterberg en ben later in de aluminium gegaan in Utrecht. In Soest heb ik in een tapijtenfabriek gewerkt. Ik heb een dochter die veel aandacht nodig heeft en ik heb eindelijk iemand gevonden die van mij en van mijn kind houdt. In 1965 ben ik met mijn eerste vrouw getrouwd. We kregen vijf kinderen. Vier van mijn kinderen zijn gelukkig getrouwd en ik heb zes kleinkinderen. Mijn jongste dochter Fatma is 27 jaar oud en woont bij mij. Zij is geestelijk gehandicapt. Na een langdurige ziekte overleed in 1995 mijn eerste vrouw. De zorg voor mijn dochter kwam volledig bij mij te liggen. In 1998 ben ik opnieuw getrouwd. Na anderhalf jaar in Nederland kwamen we erachter dat het niet werkte. De zorg voor mijn dochter viel mijn tweede vrouw te zwaar. Ik ben van haar gescheiden en zij is teruggegaan naar Turkije. Ik kan mijn dochter Fatma niet alleen laten. Elk uur van de dag ben ik bij haar. Fatma werkt alleen voor een paar uur per week vrijwillig bij een gehandicapteninstelling. Ik vindt zelfs niet de tijd om naar de moskee te gaan. Ik ben voortdurend met haar bezig. Dus besloot ik weer te trouwen, dit keer met een vrouw die mijn Fatma als haar eigen kind kan zien. In 2007 ontmoette ik mijn huidige vrouw. Ik was in Turkije met Fatma. Toen ik haar leerde kennen was ik verkocht. Ze stal mijn hart definitief toen ik zag hoe zij met mijn gehandicapte dochter omging. En ik zag in Fatma’s ogen met hoeveel liefde zij naar haar keek. Ik had niet alleen een vrouw voor mijzelf gevonden, maar ook een moeder voor mijn dochter.
55
Ik trouwde ik met mijn derde vrouw. Zij was toen 56. Ondanks geringe scholing was zij aanvankelijk enthousiast over het Nederlands leren. Zij heeft vier maanden geprobeerd een cursus Nederlands te volgen in Denizli. Maar het is haar niet gelukt om voor het examen te slagen. In dezelfde tijd kreeg haar getrouwde zoon een bedrijfsongeval waarbij hij bijna volledig verbrand is. Ze kon zich eenvoudig niet meer concentreren. In 2008 kregen we een afwijzing voor gezinshereniging, omdat mijn vrouw de taal nog niet machtig is. Op 18 november 2009 heb ik mijn eerste verzoek voor een tijdelijk verblijf ingediend, zodat ik haar tenminste een paar maanden bij mij kon hebben. Dit verzoek werd afgewezen. Ik zou wel terug willen keren om bij mijn vrouw te kunnen zijn, maar ik kan mijn geestelijk gehandicapt dochter Fatma niet achterlaten?
56
57
58
Suheyla Daldal-Arslan (22), Brabant
“Niemand in Nederland verdient 1400 netto op zijn 21ste. Wij mogen niet gelukkig zijn, omdat wij van iemand houden die niet in Nederland woont.” Ik wil nog dit jaar mijn man naar Nederland halen. In juli 2008 ben ik in Turkije met mijn man getrouwd. De hoop dat we snel een gelukkig gezin konden stichten in Nederland was al snel over toen ik weer terug kwam. Ik ben hier verder gegaan met het zoeken naar een baan. Want de IND eist een jaarcontract en een inkomen van 1500 euro exclusief vakantiegeld. Het is erg moeilijk om als starter een baan te vinden met een contract voor onbepaalde tijd . Iedere werkgever geeft eerst een half jaar en daarna een jaar, maar dat wordt tevoren niet gegarandeerd. Ik ben uiteindelijk bij de Mc Donalds in Breda Centrum gaan werken als kassamedewerkster. Dit was het enige bedrijf, dat mij een jaarcontract wilde geven. Maar het is niet mijn eigenlijke vak. Ik ben namelijk afgestudeerd als juridisch secretaresse. Maar als startende secretaresse begin je qua inkomen onderaan de trap en daarna gaat het heel langzaam omhoog. Eerst kreeg ik een proeftijd van 2 maanden. Naast de baan bij Mc Donalds ben ik met schoonmaakwerk begonnen omdat de inkomenseis zo hoog is. Ik werk dag en nacht heb geen gezonde levensstijl meer. Maar ik had haast en na 2 maanden ben ik rond de tafel gaan zitten met mijn werkgever en uiteindelijk kreeg ik een vast contract. Mijn man woont in Istanbul en hij is geslaagd voor zijn inburgeringexamen. Dit is helaas maar een jaar geldig. Hij zit daar echt in een vervelende situatie. De mensen om hem heen vragen hem steeds: ben jij niet getrouwd, of: waarom ben je nog niet weg.
59
In november heb ik mijn verzoek ingediend bij de IND, omdat ik toen ook officieel in vaste dienst kwam. Eerst heb ik telefonisch geïnformeerd wat ik allemaal moest doen voor een aanvraag. Mijn ervaring is dat men bij de IND chaotisch en langs elkaar heen werkt. Mijn tante en ik hebben op dezelfde dag over hetzelfde onderwerp telefonisch contact opgenomen met de IND en we kregen beiden tegengestelde informatie. Dit zorgde natuurlijk voor meer verwarring. Bovendien werd ik telefonisch geholpen door een medewerkster die slechter Nederlands sprak en verstond dan mijn moeder. Mijn laatste hoop was de internetsite van de IND. Ik heb de stappen daar opgevolgd en zo de visumaanvraag ingediend. Ik heb alle papieren die nodig waren verzameld en verstuurd. Iedere keer krijgt men bericht van de IND dat er nog stukken gemist worden. Maar ze laten mensen 4 weken wachten voor ze dat vertellen. Pure tijdverspilling, vind ik. Toch heb ik netjes de ontbrekende stukken iedere keer opgestuurd. Vanwege mijn proeftijd heeft men mijn aanvraag aanvankelijk afgewezen. Ik kreeg te horen dat ik maar een nieuw contract moest laten maken waarin staat dat ik tot november werkzaam was. Een nieuw contract krijgt niemand binnen een halfjaar, wel wilde Mc Donalds mij een brief geven waarin werd gegarandeerd dat ik tot eind 2010 bij hen werkzaam zou zijn. Nu wacht ik op antwoord van de IND. Ik ben vooral ontzettend boos. Ik ben hier geboren en opgegroeid en heb hier gestudeerd, maar ik word niet behandeld als een Nederlandse burger. Het commentaar dat ze je geven zoals: waarom ga jij niet terug naar Turkije? slaat nergens op. Dit mogen ze niet zeggen. Ik ben hier geboren en heb net als iedere Nederlander het recht om hier te wonen en gelukkig te zijn met de partner waarvan ik houd. Bij het kiezen van een partner ga je toch voor degene waarvan je houdt en die je honderd procent vertrouwd en liefde geeft. Of dit nou in Turkije of in Nederland is, dat maakt toch helemaal niets uit. Ik vind het oneerlijk zoals het allemaal is geregeld. Niemand in Nederland verdiend 1400 netto op zijn 21ste. Niemand krijgt gelijk een jaarcontract aangeboden. Ik zie mijn partner nu al meer dan een jaar niet. Dat doet gewoon pijn. Als je in Turkije een Nederlander tegenkomt en vraagt hoe het gaat zeggen ze allemaal dat ze het goed hebben, goed behandeld worden en dat er goed voor hen wordt gezorgd. Zij zijn vrij om gelukkig te wonen in Turkije. Turkije stelt geen kinderachtige eisen. Het is juist de bedoeling dat ze het goed hebben. Ze hebben gelijke rechten en soms worden ze zelfs eerder geholpen omdat ze gasten zijn. Als ik de kans had om in Turkije te wonen had ik dat allang gedaan. Maar ik heb
60
niet voor niets hier gestudeerd en ik wil gewoon hier mijn toekomst opbouwen en gelukkig met mijn man leven zonder anderen lastig te vallen. Dat er een paar zijn die het voor de rest verknoeien, dat zal best, maar dit is geen reden om alle buitenlandse partners over een kam te scheren. Het verdriet, de teleurstelling, het is gewoon niet vol te houden. Wij mogen niet gelukkig zijn, omdat wij van iemand houden die niet in Nederland woont.
61
62
Bahar Atesci-Yavuz (20), Zuid-Holland
“Ik betaal een hoge prijs voor mijn liefde.” Ik kende mijn man al een hele tijd voordat we gingen trouwen. Hij was mijn jeugdliefde. We zijn praktisch samen opgegroeid. Mijn ouders en mijn man kunnen niet goed met elkaar opschieten met elkaar, maar ik hou van hem. Zoveel, dat ik voor hem heb gekozen ondanks mijn ouders. Ik sta nog steeds achter die keuze, maar dat betekende wel dat ik er zo goed als alleen voor kwam te staan. Alleen van mijn broer krijg ik nog steun. Verder heb ik niemand meer in mijn omgeving, en dat valt zwaar. Mijn man en ik dachten dat we alles goed geregeld hadden. Hij heeft voordat we trouwden nog snel zijn dienstplicht vervuld. Zijn broer regelde ondertussen een visum voor hem om naar Italië te gaan. Een paar weken na zijn dienst heeft hij in dat land werk gevonden. Op grond daarvan kreeg hij een verblijfsvergunning. In Italië werkt mijn man als kapper. Ik wilde natuurlijk graag bij hem zijn. Voordat ik ging heb ik geïnformeerd bij kennissen of het geen problemen zou opleveren als ik weer terug zou willen komen naar Nederland. Men verzekerde mij dat dit mogelijk was en ik ging dus met een gerust hart naar Italië. Ik kon immers aanspraak maken op het EU gemeenschapsrecht. Met mijn EU verblijfsdocument zou ik binnen elk EU-land gezinshereniging kunnen aanvragen voor mijn echtgenoot. Ik heb voor de zekerheid mijn huurwoning in Nederland aangehouden. Stel je voor dat Italië niets was, dan had ik nog iets achter de hand in Nederland. Daardoor leefde ik onbekommerd in Italië. Ik raakte zelfs zwanger. Ons geluk kon niet stuk. Maar in Italië wonen viel mij toch zwaar. Ik had dan wel geen contact meer met mijn ouders, maar ik miste toch mijn broer en Nederland. Buiten mijn man om had ik daar niemand. Ik meende dat mijn zoontje niet echt een toekomst
63
zou hebben in Italië. Na een jaar wilde ik terug. Ik heb bij terugkomst geprobeerd een aanvraag voor mijn man in te dienen op basis van het gemeenschapsrecht, maar de IND gelooft niet dat ik echt in Italië had gewoond, omdat ik hier in Nederland een woning huurde en in diezelfde periode een woning aangeboden heb gekregen via de woningbouwvereniging, die ik accepteerde ook al woonde ik nog in Italië. Ik betaal een hoge prijs voor mijn liefde. Onze situatie is inmiddels niet rooskleurig. Het heeft me zo aangegrepen dat ik van mijn man gescheiden werd, dat ik in de ziektewet ben beland. Financieel gaat het ons slecht. We maken vaak ruzie, maar ik wil dat het goed komt, ik hou van hem. We hebben het er zelfs over gehad om te scheiden, maar dat wil ik niet. Ik wil vechten voor de liefde en die niet verloren zien gaan door het systeem. Ik ben bezig met een rechtszaak tegen de afwijzing van onze aanvraag om een verblijfsdocument. De advocaat acht de kans klein dat we slagen. Ik ben erg bang. Stel dat mijn man geen verblijfsvergunning krijgt, hoe zal ons leven er dan uit zien? Ik ben nog maar 20, onder de wettelijke leeftijdsgrens voor gezinshereniging. Ik woon op kamers en heb een zoontje van 6 maanden. Ik weet al helemaal niet wat ik zou moeten doen. Zonder mijn man weet ik sta ik er helemaal alleen voor. Het enige dat mij nu nog op de been houdt is dat ik erin moet geloven dat het goed komt, dat het beter zal gaan en dat we de rechtszaak zullen winnen. Ik heb immers niet gelogen over mijn verblijf in Italië en de waarheid zal in het recht toch overwinnen?
64
65
66
Süleyman Kaya (63), Brabant
“Ik dacht, zo’n vrouw wil ik naast mij hebben op mijn oude dag.” Ik kwam in 1973 naar Nederland en heb gewerkt in de textiel en metaal. In 1989 werd ik 100% afgekeurd. Sindsdien bracht ik al mijn tijd door met wijlen mijn vrouw. Mijn eerste vrouw heeft altijd voor mij gezorgd en we waren erg gelukkig samen. Al onze kinderen, behalve mijn jongste zoon, waren getrouwd en we hadden al kleinkinderen. Helaas werd mijn vrouw ziek en stierf. Ik voelde me totaal verloren alleen in huis. Het enige geluid dat ik hoorde was dat van de televisie. Voor een Turkse man is het moeilijk alleen, wij worden niet opgevoed om voor onszelf te zorgen. Toen mijn vrouw er niet meer was had ik helemaal geen zin om te eten en te wandelen. Ik wilde een vrouw. Dus zo gebeurde het dat ik in de zomer na de dood van mijn eerste vrouw via familie werd voorgesteld aan mijn huidige vrouw. Het klikte meteen. Ik dacht, zo’n vrouw wil ik naast mij hebben op mijn oude dag. Mijn vrouw is 53 en analfabeet. Zij kan de inburgeringstoets niet halen. Er bestaat geen cursus voor analfabeten om zonder begeleiding Nederlands te leren. Ik probeer haar wel uit te leggen hoe Nederland is, met trams en fietsen, maar wanneer zij het tijdens het examen inburgering moet uitleggen ontbreken haar de woorden. De communicatie op afstand verloopt moeilijk, want mijn vrouw kan geen internet gebruiken. Telefoneren kan wel, maar kost veel geld. In de zomervakanties ga ik voor vijf maanden langs bij mijn echtgenote. Ik voelt mij een parttime echtgenoot. Om de eenzaamheid een beetje te verminderen woon ik bij mijn vrijgezelle zoon in Utrecht. Ik heb eerder een visum voor mijn echtgenote kunnen krijgen en zij is drie maanden in Nederland geweest. Dit had veel voeten in de aarde, omdat er
67
voor het visum heel veel papierwerk nodig was, zoals de eigendomspapieren van haar huis in het dorp. Alle documenten moesten naar Ankara gebracht worden, 400 km van Denizli, de plek waar zij woont. Dat was niet makkelijk voor een vrouw die haar dorp bijna nooit is uitgeweest. De familie van mijn echtgenoot begrijpt niet dat ik mijn vrouw niet kan meenemen naar Nederland. Mijn kinderen vinden het triest voor hun vader dat ik alleen ben in Nederland terwijl ik een vrouw heb. De zoon waar ik bij in woon is taxichauffeur en heeft vaak nachtdienst. De kinderen bellen mij dan om de beurt om te checken of alles goed gaat. Ik gebruik antidepressiva sinds de dood van mijn eerste vrouw. De dosering is flink verhoogd omdat het als maar niet lukte om mijn tweede vrouw uit Turkije naar Nederland te halen. Ik kan niet terug naar Turkije, want iedereen die ik daar kende is dood. Al mijn vrienden, kennissen en familie leven in Nederland. Ik leef een gespleten leven. Hier in Nederland is alles wat ik ken en wat mij dierbaar is. In Turkije ben ik bij mijn vrouw, maar voor de rest heb ik daar niemand. Ik doe aan veel activiteiten van de moskee mee. We stimuleren jongeren om door te leren, iets van hun leven te maken. Zo probeer ik de dagen te vullen, maar als ik dan thuis kom ben ik alleen. Ik had wel gehoord dat het moeilijk zou zijn om een partner naar Nederland te halen, maar ik dacht dat dat alleen gold voor jongeren. Ik heb begrip voor deze maatregel wanneer het gaat om jongeren. Zij kunnen beter in Nederland huwen, maar voor iemand op mijn leeftijd is er geen aanbod van mogelijke partners van Turkse komaf. Op deze leeftijd is het vanwege de taal en cultuur onmogelijk om een partner van een andere etniciteit te hebben. Uit mijn streek en in mijn leeftijdscategorie zijn vrouwen vrijwel allemaal analfabeet. Als men de regels niet wil veranderen voor gezinshereniging, sta dan tenminste toe dat ik de helft van het jaar mijn vrouw hier in Nederland bij mij kan hebben en dan ga ik de andere helft met haar naar Turkije zodat we tenminste een leven samen hebben.
68
69
70
Nermin Ergün (22), Noord-Holland
“Hij is mijn hoop op een beter leven.” Mijn jeugd was niet makkelijk. Ik groeide op met een vader die zwaar gehandicapt is. Mijn vader is namelijk doofstom. Op vakantie in Turkije ging ik naar een van de bruiloften die daar de zomer gewoonlijk worden gehouden. Daar ontmoette ik hem. Hij was een stuk ouder, negen jaar, en voor mij was hij een ontsnapping uit mijn moeilijke thuissituatie. Hij was mijn hoop op een beter leven. Mijn moeder raadde het mij af. Meisje het is zo moeilijk om hem naar Nederland te krijgen, zoek gewoon iemand in Nederland. Maar ik hield van hem. Je kiest toch niet een partner, omdat het makkelijk is, maar iemand waar je je hart aan verliest. Binnen een jaar was ik zwanger. Ik heb geprobeerd om mijn man naar Nederland te halen om bij de geboorte van ons kind te zijn. Omdat de IND dacht dat hij hier zou blijven en niet terug zou gaan hebben ze de visumaanvraag afgewezen. Ik kende de regels toen niet. Na de geboorte ben ik twee jaar naar mijn man in Turkije gegaan, omdat hij niet naar Nederland kon komen. Maar voor mij was het moeilijk om in Turkije te aarden. Ik was toch die Hollandse meid. Mijn man is meubelmaker, met een eigen zaak. Ik heb geen inkomen, want ik ben student en krijg alleen een studiefinanciering. Daarom begin ik op het moment niet eens aan een aanvraag. Momenteel woon ik samen met mijn zoon bij mijn ouders in en dat is niet ideaal. Mijn moeder heeft grote moeite met de situatie, omdat zij zich de hele tijd om mijn gehandicapte vader moet bekommeren. Mijn broer en schoonzus woonden ook bij ons in. En dan ben ik er nog met mijn zoon en mijn zusje van 15. Het was altijd erg druk bij ons en dat was voor iedereen moeilijk. Een half jaar geleden
71
hebben mijn broer en schoonzus allebei kort na elkaar zelfmoord gepleegd. Ondanks de slechte situatie waarin ik mij bevindt blijf ik hopen. Ik moet wel. Ik heb een kind en een man waar ik zielsveel van hou. Ik wil gewoon gelukkig zijn. Mijn man en ik hangen dag en nacht aan de telefoon. Daarna gaan we het internet op om verder te chatten. Ik wil zo snel mogelijk mijn diploma halen, werk zoeken, genoeg geld verdienen en de aanvraag indienen. Vooral voor mijn kind. Mijn zoon heeft zijn vader twee jaar dag en nacht meegemaakt. Mijn kind begrijpt niet waarom zijn vader niet iedere ochtend verstoppertje komt spelen met hem zoals hij altijd deed toen we in Turkije woonden. Nog steeds kijkt hij iedere ochtend in de kast of onder het bed om zijn vader te zoeken. Via internet praat mijn zoon met zijn vader, maar hij schreeuwt iedere keer bij het beëindigen van het gesprek. Hij vraagt mij continue wanneer zijn vader naar Nederland komt. Ik weet dat ik aan geen van de toelatingseisen kan voldoen op dit moment. Ik volg een MBO-opleiding voor apotheekassistent. Als student krijg ik geen kinderbijslag en ook geen kinderopvang. Ik ga naar een avondopleiding en laat mijn kind achter bij mijn moeder. Maar het kind bij mijn moeder laten is lastig, want mijn ouders hebben het zwaar. Mijn kind is een slimme jongen, misschien kan hij een medicijn voor kanker ontdekken, maar onder deze omstandigheden kan het alleen maar een ongelukkig kind worden. Daar ben ik bang voor, dat mijn kind verloren zal zijn. Over een paar maanden heb ik mijn diploma en dan kan ik hopelijk mijn man snel naar Nederland halen, want ik heb hem hard nodig.
72
73
74
Ümit Anas (35), Noord-Holland
“In plaats van een woning te moeten delen met een onbekende ... zou ik nu lekker gezellig op de bank kunnen zitten met mijn vrouw en kind en had ik mijn eigen succesvolle bedrijf gehad.” Ik was een succesvolle ondernemer, die geen succes had in het huwelijk. Ik scheidde van mijn eerste vrouw in 2005 en wierp mij volledig op mijn bedrijf. In de zomer werd ik voorgesteld aan mijn tweede vrouw. Ik was zo blij met haar! Er was eindelijk meer dan alleen werk in mijn leven. Ik kreeg weer zin in het leven. Mijn eerste huwelijk bleef kinderloos. Met mijn huidige liefde kreeg in het zo gewenste kind, een zoon. Alleen heb ik daar niet veel van kunnen genieten. In 2008 ben ik naar Turkije gegaan, omdat mijn kind op komst was. Ik heb toen meteen een taalcursus geregeld voor mijn vrouw. Mijn vrouw heeft het inburgeringsexamen gehaald, maar toch werd de aanvraag afgewezen. Ik had een omzet van 133.000 euro, met 40.000 euro netto winst. Maar mijn bedrijf bestond toen 15 maanden. De IND wees mijn aanvraag af, omdat zij naar het inkomen over 18 maanden kijken. Toen heb ik alles op alles gezet om nog meer geld te verdienen en heb daarbij te veel risico genomen. Ik ben met twee compagnons een nieuw bedrijf begonnen. Vanaf dat moment ging alles zakelijk mis. Het bleek dat een van mijn zakenpartners een grote oplichter was. Zo ben ik in een financiële en administratieve rompslomp terecht gekomen. Momenteel ben ik werkloos, kan ik mijn huur niet meer opbrengen en heb ik mijn woning moeten teruggeven aan de woningbouwcorporatie. Ik woon nu in bij iemand anders. Dagelijks voer ik strijd met de belastingdienst. Ik ben zo boos dat ik iemand wel iets aan zou kunnen doen, maar ik ben een
75
gelovig man en mijn geloof staat me dat niet toe. Om de moed niet te verliezen hol ik van advocaat naar advocaat en van rechtbank naar rechtbank. Ik ben dag en nacht bezig om mijn hoofd boven water te houden. Ik heb geen sociale contacten meer en ook nauwelijks nog contact met mijn vrouw, omdat ik mij schaam. Ik heb mijn mijn zoon alleen bij de geboorte gezien en sindsdien niet meer. De gedachte aan een spoedige hereniging met mijn gezin heb ik moeten opgeven. Ik probeer eerst mijn geld veilig te stellen via de rechtbank. Op het moment dat ik de eerste afwijzing kreeg bestond mijn bedrijf 18 maanden en voldeed ik aan alle eisen. Als ik dit had geweten was ik nooit aan het tweede zakelijke avontuur begonnen, want het was niet nodig geweest. In plaats van een woning te moeten delen met een onbekende, geen cent te makken te hebben, geen contact met mijn kind en vrouw zou ik nu gezellig op de bank kunnen zitten met mijn vrouw en kind en had ik mijn eigen succesvolle bedrijf gehad. Ik had een goed lopend uitzendbureau, ik betaalde belasting aan Nederland en zorgde dat werkloze mensen aan de bak kwamen. Wat heb ik nu? Helemaal niets. Ik kan niet voor mijzelf zorgen, niet voor mijn vrouw, niet voor mijn kind. Maar ik heb de moed niet opgegeven. Ik blijf vechten.
76
77
78
Hatice Arpagünü-Karaman (42), Zuid-Holland
“... daarom geloof ik dat het goed komt en dat het mij lukt om herenigd te worden met mijn echtgenoot. “ Na mijn scheiding had ik een moeilijke tijd. Ik was gaan chatten op internet om mijzelf op te beuren. Op een gegeven moment was er een man die door mijn hoofd bleef spoken. Hij had hele goede ideeën en ik was het erg eens met zijn kijk op vrouwen. Ik moest hem ontmoeten. Zou hij in het echt net zo leuk zijn als op de chat? Zou er chemie zijn als we eindelijk oog in oog zouden staan? Niemand wist iets van mijn gechat. Zonder iemand iets te zeggen ging ik onder het mom van een vakantie naar Turkije. Daar was het meteen raak. Ik was op slag verliefd en besloot meteen te trouwen. Na de scheiding van mijn eerste man had ik een moeilijke periode. Ik ben bij mijn broer gaan wonen, maar ik kon mijn kinderen niet meenemen vanwege ruimtegebrek. Zij wonen in Amsterdam bij hun vader. Ik was van plan om mijn kinderen binnen een jaar terug te krijgen. En mijn grote liefde zou uit Turkije komen. Dan zou mijn wereld weer compleet zijn. Maar alles liep anders. Ik ga nu ongeveer 3 keer per jaar op vakantie om mijn man te zien. Daarnaast spreek ik mijn man dagelijks via MSN of telefoon. Ik heb er meteen voor gezorgd dat hij aan de NT2-cursus begon. Daarvoor moest hij van Cyprus verhuizen naar Istanbul. De inburgeringcursus heeft hij gehaald en hij wacht nu tot hij herenigd kan worden met mij. Ik heb intussen een vast contract gekregen, met een salaris van 1450 euro en ik heb een huis gekocht. Afgelopen jaar heb ik van de NT2-cursusdocente gehoord dat ik de aanvraag voor gezinshereniging kon doen. Eind 2009 heb ik de eerste aanvraag ingediend en begin maart 2010 verwacht ik de uitslag.
79
De uitzichten lijken positief, maar de stress van de procedure voor gezinshereniging hebben er wel ingehakt, ook bij mijn man Ik moet hem steeds weer moed in spreken. Het valt niet mee overal alleen voor te staan. Door alle stress heb ik 3 miskramen gehad. En ik wil zo graag een kind van mijn man. Mijn eigen omgeving bestaat voornamelijk uit mijn broer en zijn gezin en zijn collega’s, die tevens mijn vrienden zijn. Mijn vrienden denken met mij mee en brengen me op ideeën over mogelijke acties. Soms begrijpen mensen niet dat ik zo veel moeite doe, maar ik vind het de moeite waard, omdat hij het waard is om voor te vechten. Ik heb alles gedaan wat ik moest doen. Er werd mij gezegd dat ik een vast contract moest hebben, dat heb ik geregeld. Er werd mij gezegd dat ik een minimumsalaris van € 1440 euro moest hebben, dat heb ik. Ik heb bovendien een koophuis gekocht. Ik heb al mijn papieren in orde gemaakt en opgestuurd. Ik weet niet wat ik nog meer kan doen. Nu wordt me gezegd dat ik alleen maar hoef te wachten. Als men eens wisten hoe lang ik al wacht, dan zou men begrijpen waarom ik dat wachten zo zat ben. En niet alleen ik wacht, mijn man ook. Ik kan niet in Turkije wonen, omdat mijn kinderen in Nederland zijn. Ik wil mijn kinderen hier niet achterlaten. Het doet me al heel veel pijn dat ze niet bij me wonen. Ik wil niet opgeven. Ik hou van mijn man en ik heb veel moeite gedaan om het te laten slagen, daarom geloof ik dat het goed komt en dat het mij lukt om verenigd te worden met mijn echtgenoot.
80
“Iedere ochtend wordt hij wakker en klopt dan op het computerscherm om zijn vader wakker te maken. Emre denkt dat zijn vader in de computer leeft.” Het is steeds moeilijker geworden om een gezin te stichten als je partner niet in Nederland woont. Sommigen lukt het helemaal niet. Aan hen wordt geen aandacht besteed in de evaluatiestudies naar het effect van maatregelen om de gezinshereniging te beperken. In deze bundel portretten komen zij aan het woord en vertellen zij het verhaal van de gescheiden gezinnen.
84