Het kinderprotocol
Inhoud: 1. 2. 3. 4. 5.
Inleiding; het kinderprotocol Goed gedrag kun je leren De schoolregels Pesten/ gepest worden Slot
1. Het kinderprotocol: Op de Flamingoschool vinden we het erg belangrijk dat we op een goede manier met elkaar om kunnen gaan. Dit geldt voor iedereen op school: - kinderen - leerkrachten - ouders - tussen schoolse opvang. - mensen die op bezoek komen. In dit protocol kun je de afspraken lezen die wij met elkaar gemaakt hebben. Verder kan je in dit protocol ook lezen wat je zelf kunt doen om de school veilig en gezellig te maken voor iedereen.
2. Goed gedrag kun je leren Op de Flamingoschool hebben wij duidelijke regels en verwachtingen waar jij en alle kinderen aan voldoen. Dit gewenst gedrag willen wij in alle ruimtes van de school. Dat is nodig om je veilig te voelen en omdat je leerresultaten omhoog zullen gaan. Gewenst gedrag leer je niet altijd in één keer en soms moet gewenst gedrag aangeleerd worden. RKBS DE FLAMINGO
KINDERPROTOCOL
1
Wat is belangrijk? - belangrijk is dat je weet aan welke verwachtingen je moet voldoen. - dat leerkrachten je helpen, onderwijzen hoe je het goed kunt doen. - de volwassenen en andere kinderen je helpen. - je kunt oefenen om gewenst gedrag te tonen. - de leerkracht verbeteringen ziet en noteert. - dat je op een positieve manier gestimuleerd wordt om je goed te gedragen. - het doel van deze manier van aanpakken is ongewenst gedrag te ontmoedigen en/of om te buigen. De basisvoorwaarden van de Flamingoschool zijn de regels van de kanjertraining. Die regels gaan over respect, veiligheid en verantwoordelijkheid.
We vertrouwen elkaar. We helpen elkaar. Niemand speelt de baas. Niemand lacht uit. Niemand doet zielig.
De basisvoorwaarden zijn nodig om te zorgen dat we op de Flamingo met respect met elkaar omgaan. Dat we verantwoordelijk zijn met elkaar voor de school. Dat alle leerlingen zich veilig voelen. Samen met je ouders werken we aan deze basisvoorwaarden. Doel: Niet iedere leerling heeft hetzelfde doel om gewenst gedrag te bereiken. Zo moet de ene leerling werken aan het rustig zijn in de groep en de andere leerling moet leren niet de baas te spelen. Soms moet de hele groep leren om zich verantwoordelijk naar elkaar op te stellen. We gaan je helpen dat doel te bereiken. Stapje voor stapje. De leerkracht maakt samen met jou een lijstje waarop staat wat je wilt bereiken en hoe je dat gaat doen. Wat als je goed gedrag laat zien? Je kunt op drie manieren beloond worden voor je goed gedrag: - in de groep - individueel - op school De leerkracht bepaalt hoe hij/zij jouw positief gedrag gaat belonen. Belangrijk is dat je zelf vraagt welke manieren er zijn om jouw gedrag positief te stimuleren. Bedenk zelf ook een leuke manier en stel dit voor aan je leerkracht.
RKBS DE FLAMINGO
KINDERPROTOCOL
2
3. De schoolregels Soms heb je iets meer nodig: Soms is positief gedrag tonen niet vanzelfsprekend. De school en je ouders kunnen zich zorgen maken om jou of om de veiligheid van andere kinderen. Gebeurt er iets dat ongewenst is, dan maakt de leerkracht samen met jou een lijstje. wat is er gebeurd? wat was je gedrag? wat was het gevolg?
Wat als je gedrag vertoont dat echt niet mag? De leerkracht heeft regels in de klas. De school heeft de basisregels. Gaat je gedrag te ver en kunnen we dat niet toestaan dan bestaat de mogelijk dat je een Stop-denk-doe kaart krijgt. Zit je in groep 1,2 of 3? Dan maak je samen met de juf of meester een lijstje. De juf/ meester schrijft en jij denkt na en vertelt. Weet je nog? - wat is er Gebeurd? - wat was je Gedrag? - Wat was het Gevolg? Je ouders krijgen een briefje. Zij willen natuurlijk ook graag weten hoe zij je kunnen helpen goed gedrag te laten zien. Laat je drie keer ongewenst gedrag dan gaan je ouders en de juf of meester samen een plan bedenken om je te helpen. Dan mag jij dat oefenen. Goed gedrag kun je leren. Zit je in groep 4,5,6,7 of 8 ? Dan weet je al heel goed wat de regels van de school en de klas zijn. De juf of meester kan dan besluiten om je een gele, oranje of rode stop-denk-doe kaart te geven. Gele kaart: Is een kaart om je te laten nadenken over wat je hebt Gedaan, hoe je Gedrag was en wat het Gevolg daar van was/ is. Deze kaart is een waarschuwing, een seintje dat je ander gedrag dat wel mag laat zien. Je ouders krijgen een berichtje. Oranje kaart: Ook deze kaart is er om je te laten nadenken over je gedrag en de gevolgen. Je hebt dan al eens een gele kaart gekregen. Tijd gekregen om te oefenen met goed gedrag, de juf/ meester heeft nogmaals met je besproken wat er van je verwacht wordt. Toch ben je te ver gegaan en bij een oranje kaart worden je ouders opschool uitgenodigd voor gesprek.
RKBS DE FLAMINGO
KINDERPROTOCOL
3
Groene kaart: Goed gedrag is niet altijd vanzelfsprekend. Sommige kinderen leren door het te oefenen. Zij hebben misschien al een gele of oranje kaart gekregen maar doen verschrikkelijk hard hun best om goed gedrag te leren. Als de meester of juf dat merkt krijg je de groene kaart. Natuurlijk krijgen je ouders ook bericht dat het goed met je gedrag de goede kant op gaat.
Rode kaart: Krijg je deze kaart is het duidelijk dat ondanks de kansen, het oefenen en de plannen om goed gedrag te tonen niet werkt. Je hebt je zeer ernstig misdragen, absoluut ontoelaatbaar op de Flamingoschool. De directeur en de leerkracht nodigt je ouders uit voor een gesprek. De directeur, de leerkrachten besluiten samen welke maatregel er genomen moet worden. Het kan zijn dat je enkele dagen apart moet werken maar ook dat je geschorst kan worden. Zorg om de kaarten? Niet nodig, heel veel kinderen laten al goed gedrag zien op onze school. Sommige kinderen hebben gewoon wat extra oefening nodig. Een enkeling lukt het echt niet. De meeste van jullie zullen dus nooit een kaart krijgen.
3. Pesten en gepest worden: Ongeveer 20% van de kinderen tussen de 6 en 18 jaar wordt op school gepest. Pesten is heel vervelend en heeft grote gevolgen voor zowel het gepeste kind als de kinderen die pesten. Niemand vraagt om gepest te worden. Er zijn aanleidingen genoeg om gepest te worden maar er bestaat geen enkele goede reden om iemand te pesten.
Er is een verschil tussen plagen en pesten. Iets van iemand afpakken kan plagen zijn. Maar ook pesten. Het is plagen als het om en om gebeurt, de ene keer doe jij iets wat onaardig lijkt maar wat bedoeld is als een grapje en de andere keer de ander. Plagen gebeurt af en toe, niet altijd. Plagen gebeurt tussen vrienden of tussen broers en zusjes. Het is een spelletje, niet altijd leuk maar er zit niets kwaads bij. Plagen is iets anders dan pesten. Met pesten wil je iemand expres pijn doen. Als anderen lachen is dat niet altijd pesten. Je kunt iets fout doen wat grappig is. Hoe begint pesten eigenlijk? Het kan beginnen als een spelletje, als iets dat leuk is om te doen. Het wordt pesten als de pesters merken dat jij het niet leuk vindt en zij er toch mee doorgaan. RKBS DE FLAMINGO
KINDERPROTOCOL
4
Pesten gebeurt tegen jouw zin en je kunt het vaak niet stoppen. Het gebeurt niet één keer, maar iedere dag weer, soms een jaar of langer. Vaak gebeurt het als volwassen het niet kunnen zien. Het kan jou verdriet en pijn doen, het kan je bang maken.
Pesten kan op verschillende manieren: Negeren-niet mee mogen doen-ze luisteren niet-belachelijk maken- duwenstomme grapjes-uitschelden-uitlachen-spullen afpakken of kapot makenroddelen-opwachten-achtervolgen-discriminatie-bedreiging-slaan of schoppen-aanraken of betasten-nare berichten via internet of sms-jes.
Er zijn ook manieren van pesten die je niet goed kunt zien. Bijv. als je altijd wordt buitengesloten, nooit ergens aan mee mag doen, of nooit op een feestje wordt uitgenodigd.
Je bent niet de enige die gepest wordt, pesten komt heel veel voor. Je hoeft je niet te schamen, diegenen die jou pesten moeten zich schamen, want wat zij doen is stom.
Wie pesten jou? Als je gepest wordt, zijn er drie soorten kinderen. 1 Kinderen die jou pesten, de pesters. 2 Kinderen die meepesten, de meelopers 3 Kinderen die niet direct bij het pesten betrokken zijn, de kijkers. Veel pestkoppen zijn onzeker, en om dit gevoel weg te stoppen en niet zelf het slachtoffer te worden, zoeken zij een ander om te pesten. Als ze jou pesten kunnen ze daar allerlei redenen voor hebben. ‘ - Ze willen stoer zijn, zodat andere kinderen hen leuk vinden - Ze weten niet hoe ze op een leuke manier met kinderen om moeten gaan. - Sommige pesters willen zelf geen aandacht en richten daarom de aandacht op jou. Pester vinden het vaak moeilijk om met andere kinderen om te gaan. Daar zijn verschillende reden voor. Meelopers zijn vaak bang dat ze zelf gepest gaan worden. Het kan ook zijn dat ze ‘stoer zijn’ interessant vinden. Doordat ze meepesten met een groep voelen ze zich niet zo schuldig over het pesten.De meelopers zijn niet de vervelendste kinderen, maar doordat zij meepesten blijven de pesters zich sterk voelen en doorgaan met pesten.
RKBS DE FLAMINGO
KINDERPROTOCOL
5
Wat ben jij? 0 -een meeloper? 0 -een kijker? 0-een pester? 0- een gepeste?- 0-weet ik niet?
Wat kan je er zelf aan doen? Als pesters merken dat het pesten een geheim blijft, zullen ze juist doorgaan omdat niemand er iets aan doet of opmerkt. Pesters weten het pesten heel goed te verbergen. Je kunt het volwassenen dus niet altijd verwijten dat ze niets doen tegen het pesten, want misschien zien ze het niet. Je kunt hulp vragen aan een volwassene: uit je omgeving je ouders op school [ leerkracht, vertrouwenspersoon, directeur] bij de kindertelefoon bij de politie aan een arts
Veel kinderen die gepest worden, willen wel vertellen, maar willen niet klikken. Klikken is niet eerlijk, maar is pesten wel eerlijk? Pesten is oneerlijk en gemeen. Vertellen wat jou is/wordt aangedaan is voor jezelf opkomen, dit is niet fout. Soms weet je niet eens meer hoe het pesten ooit begon en waarom. Wat je wel weet is dat het heeft geleid tot een verveledende en nare situatie tussen jou en de pester. Praten kan helpen. Een gesprek met iemand van school, samen met jou en de hoofdpester kan helpen. Dit kan spannend zijn, maar ook prettig om veilig te praten met de pester.
De leerkrachten van de Flamingo verwachten van alle leerlingen dat zij zich verantwoordelijk voelen. Dat zij kinderen helpen die gepest worden. Regel: Wij helpen elkaar.
5.Slot Ieder nieuw schooljaar bespreekt de leerkracht dit kinderprotocol met jullie. Als je dan vragen hebt of zorgen vertel die dan aan de leerkracht. Samen met de leerkrachten, de leerlingen en de ouders maken we de Flamingoschool tot een gezellige veilige school.
RKBS DE FLAMINGO
KINDERPROTOCOL
6