Pesten!?
Bij ONS wordt NIET gepest!
Dit werkschrift is van: Naam ..................................................................................................................... Klas ..................................................................................................................... Plak hier je mooiste pasfoto (of maak een zelfportret):
Pesten, daar krijgt iedereen wel eens mee te maken. Misschien word je zelf wel gepest, of iemand uit je groep. Of ken je iemand uit een andere groep, die het duidelijk niet zo naar de zin heeft op school. Toch zijn er waarschijnlijk nog een heleboel dingen die je niet weet over pesten. Hoe kun je er bijvoorbeeld voor zorgen dat pesten stopt?
6
Dit leerlingenboekje zal een antwoord geven op veel vragen en hoort bij de lessen over pesten. Het is vanaf nu van jou, dus als je nog eens iets wilt teruglezen, kun je dat altijd doen! Daarnaast staan er een hoop leuke opdrachten in, die je dit jaar of het jaar daarna gaat maken. Aan het einde van de lessen is het voor iedereen duidelijk:
Bij ONS wordt NIET gepest!
7
8
Plagen & pesten
LES 1
Opdracht 1
plagerijen
6
Iedereen heeft vrienden: op school, in de buurt, misschien is je huisdier wel je beste vriend of je opa...
Wie is jouw beste vriend/vriendin? Mijn beste vriend/ vriendin is: ............................................................................................................................... Vrienden plagen elkaar wel eens. Geef eens een voorbeeld van hoe jullie elkaar plagen.
pesterijen
............................................................................................................................... ............................................................................................................................... Opdracht 2
6
2a Hieronder vind je 10 woorden/zinnen. Welke woorden/
zinnen horen in welke doos? ‘Stop’ ze in de juiste doos. 1 schoppen en slaan 2 een geintje uithalen 3 iemand pijn doen 4 kietelen 5 iemand buitensluiten 6 roddelen (lelijke dingen zeggen waar de ander niet bij is) 7 lastig vallen 8 niet steeds hetzelfde kind als mikpunt 9 met een groepje tegen één 10 iemand voor de gek houden
2b Vergelijk nu je antwoorden in een groepje met de anderen.
Zijn jullie het er over eens wat plagen is en wat pesten? Gebruik de tekst over plagen en pesten die bij les 1 hoort, als je er met je groepje over gaat praten.
Pesten kan bestaan uit: • schelden of beledigen • schoppen, slaan of het kapot maken van iets wat niet van jou is • roddelen of iemand buitensluiten
678 Leestekst Lees de volgende teksten, zodat je goed weet wat plagen is en wat pesten is:
Voorbeelden van gepest worden: • niemand wil naast je zitten • ze maken je belachelijk • ze pakken je spullen af of maken ze kapot • je wordt bedreigd • je krijgt duwen, wordt geslagen of geschopt
Iemand laten struikelen kan plagen zijn, maar ook pesten. Bij plagen gaat het vaak om een grapje, het gebeurt onder vrienden en vriendinnen. Het is niet altijd even leuk, maar het is nooit de bedoeling om iemand echt verdriet of pijn te doen. De ene keer plaagt de een, de andere keer is het de ander. Je kunt jezelf gemakkelijk verdedigen. Vaak is het meer elkaar voor de gek houden.
7
Plagen of pesten? 3a Zet een kringetje om het beste antwoord: Je beste vriend voor de gek houden. Stiekem een pen van iemand uit je groep pakken. Spullen kapot maken van iemand die niet zo sterk is. Iemand heel lang kietelen. Elke dag weer tegen hetzelfde meisje zeggen dat ze niet mee mag spelen. Als bekend is op wie iemand uit de klas verliefd is hier de hele tijd stomme geintjes over maken Gemene dingen zeggen over iemand in je groep.
Plagen
Opdracht 3
pesten
B Plagen
A A A A
B B B B
AB AB AB
3b Weet jij nog andere voorbeelden van plagen en pesten?
A Pesten
Plagen is
...............................................................................................................................
Pesten is wel met opzet iemand pijn of verdriet doen, het is niet bedoeld als grapje. En het gebeurt niet zomaar een keer, maar iedere dag weer, soms een jaar of langer achter elkaar. Bij pesten durft of kan de ander zich niet verdedigen, hij of zij is meestal minder sterk. De pester wil anderen bang maken en pijn doen. Vaak is er een groepje kinderen dat meedoet met de pester, dit zijn de meelopers.
............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ...............................................................................................................................
Pesten is
Maak nu zelf ook een rebus die iets te maken heeft met pesten, bijvoorbeeld ‘pesten is gemeen’.
............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... 3c Vergelijk nu je antwoorden bij 3a en 3b in een groepje met
de anderen. Zijn jullie het er over eens wat plagen is en wat pesten? Als jullie er niet uitkomen, lees dan in de tekst op pagina 4 wat plagen is en wat pesten is. Opdracht 4
7
Waar komt pesten allemaal voor? In de klas? Of ook buiten het klaslokaal? En buiten de school? Bedenk met een groepje vijf plekken waar pesten voorkomt. 1
.....................................................................................................................
2
.....................................................................................................................
3
.....................................................................................................................
4
.....................................................................................................................
5
.....................................................................................................................
Opdracht 5
7
Rebus Kun jij lezen wat hier staat?
Oplossing: pesten is geen grapje
Opdracht 6
8
Bedenk met een groepje drie voorbeelden van plagen en drie voorbeelden van pesten. Schrijf bij elk voorbeeld waarom jullie vinden dat het plagen of pesten is.
Voorbeeld 3:
...............................................................................................................................
Voorbeelden van plagen:
...............................................................................................................................
Voorbeeld 1:
Wij vinden dit plagen omdat:
B
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
Wij vinden dit plagen omdat:
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
............................................................................................................................... ...............................................................................................................................
Voorbeeld 2:
Ik weet eigenlijk niet waarom kinderen gepest worden. Ik denk dat pesters het gewoon leuk vinden om iemand te pesten. Misschien om een bril of een beugel, maar dat slaat helemaal nergens op.
............................................................................................................................... ............................................................................................................................... Wij vinden dit plagen omdat:
Bas, 10 jaar
............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ...............................................................................................................................
Voorbeelden van pesten:
Wij vinden dit pesten omdat:
Voorbeeld 1:
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
A
Wij vinden dit pesten omdat:
............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... Voorbeeld 2:
............................................................................................................................... ...............................................................................................................................
Opdracht 7
8
Wij vinden dit pesten omdat:
...............................................................................................................................
Kinderen die gepest worden, zijn vaak bang. Ze voelen zich niet veilig in de klas, op het schoolplein en soms zelfs niet op straat. Weet jij enge plekken in of buiten de school, waar kinderen die gepest worden liever niet komen?
...............................................................................................................................
1
......................................................................................................................
...............................................................................................................................
2
......................................................................................................................
Voorbeeld 3:
3
......................................................................................................................
...............................................................................................................................
4
......................................................................................................................
...............................................................................................................................
5
......................................................................................................................
...............................................................................................................................
Rollen bij pesten
LES 2
Opdracht 8a
6
Als er gepest wordt, weten de meeste kinderen in de groep dat dit gebeurt. Wat doe jij als je ziet dat er gepest wordt? Het ene kind pest, het andere kind doet misschien mee en weer een ander ziet het gebeuren, maar doet niets... Welke rollen zijn er als er gepest wordt?
..................... .....................
.....................
.....................
.....................
678 Leestekst
Bekijk de volgende tekeningen. Schrijf op de stippellijntjes onder elke persoon de rol, waarvan jij denkt dat die bij hem/ haar past in de pestsituatie. Je kunt kiezen uit: pester, gepeste, verdediger, buitenstaander, meeloper.
Lees de volgende tekst door over hoe je de verschillende rollen in een pestsituatie kunt herkennen. Hoe herken je een pester?
Pesters zijn vaak de sterksten uit de groep en iedereen is eigenlijk een beetje bang voor hen. Ze doen net alsof ze alles weten en kunnen. Ze vinden het leuk om stoer te doen en zijn agressief. Zo willen ze indruk maken. Pesters zijn meestal populair bij een klein groepje kinderen, omdat ze laten zien hoe sterk ze zijn en wat ze allemaal durven. Meestal voelen ze zich niet schuldig als ze pesten. Ze beseffen niet hoe erg het is dat ze iemand nodig hebben om te pesten om er zelf beter van te worden. 8b Wat weet jij van kinderen die pesten?
6 .................................................................................................................... ............................................................................................................................... ...............................................................................................................................
7 .................................................................................................................... ............................................................................................................................... ...............................................................................................................................
Hoe herken je een meeloper?
8 ....................................................................................................................
Meelopers horen meestal bij het groepje van de pester. Hij of zij begint doorgaans niet met pesten, maar gaat wel gemakkelijk meedoen als het pesten in zijn of haar groepje gebeurt. Meelopers zijn helemaal niet zo stoer als ze soms lijken. Het gaat vaak om kinderen die met de pesters meedoen, omdat ze bang zijn anders zelf gepest te worden. Soms vinden ze het stoere gedrag ook interessant en denken ze daarmee populair in de groep te worden. Meelopers voelen zich vaak niet schuldig over wat ze de leerling die gepest wordt aandoen. Maar ook meelopers doen de leerling die gepest wordt erg veel pijn door mee te pesten.
............................................................................................................................... ............................................................................................................................... Hoe herken je een leerling die gepest wordt?
Misschien had je het niet verwacht, maar leerlingen die gepest worden zijn lang niet altijd kinderen met een bril, of kinderen die dik zijn of juist erg dun. Pesten kan voorkomen als je er volgens anderen niet uitziet, maar meestal worden kinderen gepest die angstig en onzeker zijn. Hierdoor is het voor een pester gemakkelijk om juist dit kind te pesten. Leerlingen die gepest worden durven niks te zeggen, omdat ze bang zijn om uitgelachen te worden. En ze hebben daarnaast ook vaak geen vriend of vriendin om hen te helpen. Hierdoor voelen ze zich steeds minder veilig op school. Het liefst trekken ze zich terug. Gepest worden doet heel veel pijn.
8d Wat weet jij van kinderen die de pester meehelpen met
pesten?
6 .................................................................................................................... ...............................................................................................................................
8c Wat weet jij van kinderen die gepest worden?
...............................................................................................................................
6 ....................................................................................................................
7 ...................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
7 ....................................................................................................................
8 ....................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
8 ....................................................................................................................
Hoe herken je een verdediger?
Verdedigers zijn meestal populaire kinderen in de klas. En dat is niet voor niets zo; ze zijn aardig en in de groep wordt vaak naar hun mening geluisterd. Verdedigers zijn de enige kinderen die wel eens voor de leerling die gepest wordt opkomen, als ze zien dat die wordt gepest. Gewoon omdat ze het pesten ge-
............................................................................................................................... ...............................................................................................................................
meen vinden en nergens op vinden slaan. Het is belangrijk dat verdedigers beseffen dat ze iets aan het pesten kunnen doen. Juist omdat iedereen hen aardig vindt en ze dus veel invloed hebben in de klas. Verdedigers kunnen de leerlingen die gepest worden helpen!
6 ....................................................................................................................
8e Wat weet jij van kinderen die leerlingen die gepest worden
...............................................................................................................................
...............................................................................................................................
7 ....................................................................................................................
helpen?
8 ....................................................................................................................
6 ....................................................................................................................
............................................................................................................................... ............................................................................................................................... 8g
...............................................................................................................................
6
Vul opnieuw de juiste rol in bij elke persoon in het plaatje.
7 .................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ..................... .....................
8 ....................................................................................................................
Opdracht 9
.....................
.....................
.....................
678
............................................................................................................................... ............................................................................................................................... Hoe herken je een buitenstaander?
Buitenstaanders zijn kinderen die niet pesten, niet gepest worden en ook niet opkomen voor de leerling die gepest wordt. Het liefst bemoeien ze zich er helemaal niet mee als er wordt gepest in de groep. Natuurlijk is het goed van deze kinderen dat ze niet meedoen aan het pesten. Maar ze helpen de leerling die gepest wordt ook niet! En dat laatste zouden ze eigenlijk wel moeten doen. De sfeer wordt alleen beter in de groep als het pesten stopt. Het zou dus goed zijn als buitenstaanders zich aansluiten bij verdedigers en ook opkomen voor de leerling die gepest wordt. Want als ook zij de gepeste helpen, kan het pesten stoppen! 8f Wat weet jij van kinderen die buitenstaander zijn?
Zoals je hebt gezien, heeft ieder kind een andere rol bij pesten. De ene is meeloper, de ander verdediger en ga zo maar door. Je hoeft je rol niet altijd te houden, je kunt deze ook veranderen! Pesters hoeven geen pester te blijven en iedereen kan bijvoorbeeld verdediger worden. Bij deze opdracht hoef je niets op te schrijven, je hoeft alleen maar na te denken over de volgende vraag: Welke rol past op dit moment het beste bij jou? Heb je wel eens een andere rol gehad? Wat was je vorig jaar en wat ben je nu?
6? 7? 8? Je hoeft niets met de andere kinderen te bespreken. Welke rol jij hebt, hou je voor jezelf.
10
Opdracht 10
7
Opdracht 11
7
Quiz
Lees het pestverhaal goed door. Opgesloten op de wc
In de pauze buiten staat een groepje leerlingen te praten. Ze hebben het over Mark en Laïla. Laïla wordt al een hele tijd door Mark en zijn vrienden gepest. Eigenlijk weet niemand waarom juist Laïla gepest wordt. Ze is niet opvallend, ze zoekt geen ruzie, ze is eigenlijk heel gewoon. In de groep vertelt Ronald wat Mark en zijn vrienden gisteren met Laïla hebben gedaan. Hij vertelt lachend hoe hij zag dat toen Laïla naar het toilet ging, ze met z’n drieën tegen haar deur gingen staan. Toen Laïla eruit wilde, merkte ze dat de deur vast zat. De jongens riepen dat ze haar niet meer vrij zouden laten, dat ze op de wc thuishoorde. Laïla sloeg in paniek op de deur en begon te huilen. Toen de bel ging, zijn Mark en zijn vrienden hard weggerend. Ronald moet lachen, wat een grap! Meike heeft ook naar het verhaal geluisterd en vindt er eigenlijk niets grappigs aan. Was er niemand in de buurt die zag wat er gebeurde? Pieter en Marleen haalden hun schouders op. Ze waren met iets anders bezig. Meike vindt het kinderachtig en stom wat Mark en Ronald hebben gedaan. Eigenlijk is ze wel kwaad. Ze vindt dat het afgelopen moet zijn met het pesten van Laïla. Als niemand er iets van zegt of er iets aan doet, zal zij het wel doen.
Wat weet je wel en wat niet? Zet een rondje om het goede antwoord. 1 a b c
Wat is een meeloper? iemand die begint met pesten iemand die zich niet met pesten bemoeit iemand die de pester helpt als die gaat pesten
2 a
Wat is een verdediger? iemand die een kind dat gepest wordt helpt door tegen de pesters te zeggen dat ze moeten stoppen iemand die zelf gepest wordt en dit heel erg vindt iemand die de pester helpt bij het pesten
b c
a b c
Iemand die het pesten wel ziet, maar het kind dat gepest wordt niet helpt is een verdediger buitenstaander meeloper
Mark is een .....................................................................................................
4 a b c
Iemand met opzet pijn doen en dit steeds opnieuw doen is plagen pesten geen van beide
Laïla is een ......................................................................................................
5
Ronald en zijn vrienden zijn.................................................................... Meike is een ...................................................................................................
a b c
Een kind dat onzeker is en niet zoveel vriendjes heeft, kan gemakkelijk gepest worden een pester worden een verdediger worden
Pieter en Marleen zijn.................................................................................
Score (voor elk goed antwoord krijg je 2 punten): .......................... Dit zijn de goede antwoorden: 1c, 2a, 3b, 4b, 5a.
Wie heeft welke rol?
3
11
Heb je alles goed? Dan heb je een tien! Bij drie vragen goed heb je nog net een voldoende. Heb je maar een of twee vragen goed? Niet erg, maar lees de tekstjes in dit boekje opnieuw door. Om pesten te stoppen is het namelijk belangrijk om te weten wat pesten is en welke rollen kinderen kunnen hebben als er gepest wordt. Opdracht 12
8
Als er gepest wordt, hebben kinderen verschillende rollen. De een is pester, de andere meeloper, gepeste, verdediger of buitenstaander. Schrijf een kort pestverhaal waarin elke rol voorkomt. Lees ook de tekst over de verschillende rollen nog even door. Maak gebruik van de volgende personen:
Opdracht 13
8
13a Hoe voel je je als je gepest wordt, denk je? Zet een kruisje
bij de gevoelens die volgens jou een belangrijke rol spelen. Je mag meer dan één kruisje zetten. C C C C C
onzeker verdrietig boos wanhopig machteloos
C C C C
gespannen angstig bezorgd eenzaam
13b Kies één van de gevoelens uit. Schrijf dit woord op een vel
papier en teken erbij wat het woord betekent. Laat dan aan iedereen van je groep zien wat je gemaakt hebt.
Trudy meeloper
Ingrid gepeste
Rob pester
A
Mehmet verdediger
Sandra buitenstaander
12
Pesten doet pijn
14c Schrijf op wat opvalt. Hoe staan Martijn en Paul,
hoe kijken ze, hoe denk je dat ze zich voelen?
LES 3
Opdracht 14
6
Martijn ..............................................................................................................................
Zoek de verschillen!
Bekijk de tekeningen goed: .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. Paul .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
Opdracht 15
6
Maak hier zelf een tekening over pesten.
Paul
Martijn
14a Wie is denk je de pester en wie wordt gepest?
C Martijn is de pester en Paul wordt gepest. C Paul is de pester en Martijn wordt gepest. 14b Waarom denk je dat?
.............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
Geef de tekening ook een titel:
..............................................................................................................................
Pesten is ...............................................................................................
13
Opdracht 16
7
Lees het volgende gedicht:
16b Hoe voelt degene die gepest wordt zich volgens dit
gedicht? ..............................................................................................................................
Die mooie kindertijd
..............................................................................................................................
Ze schrijven in de boeken ‘De kindertijd is fijn’ Maar voor jou zijn er wel dagen dat je liever dood zou zijn.
..............................................................................................................................
Want jij wordt uitgescholden door kinderen van je klas. en je wordt door hen behandeld alsof je waardeloos was.
Opdracht 17
..............................................................................................................................
7
Schrijf nu zelf een gedicht over pesten. Schrijf of plak hier je eigen gedicht.
‘t Is zo erg niet zegt de meester hij heeft het ditmaal mis want op school kan het zo rot zijn als het later nooit meer is.
A
Al dat gescheld is later heel ver van je vandaan. Je leert nog wel verdragen dat er rotzakken bestaan. Willem Wilmink 16a Schrijf in een paar zinnen op waar dit gedicht over gaat.
.............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
14
Opdracht 18
8
Wat vind JIJ eigenlijk van pesten? Ik vind pesten .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. Waarom moet pesten voorkomen of gestopt worden? Noem minstens drie redenen: 1
........................................................................................................................
........................................................................................................................
2
........................................................................................................................
........................................................................................................................
3
........................................................................................................................
........................................................................................................................
Opdracht 19
8
Lees de volgende ervaringen over pesten: Aan het begin van het schooljaar werd een jongen achter in de klas gezet omdat hij me een beetje plaagde. Dat was een hele opluchting voor me. Maar nu mag hij het weer proberen en hij zit bij mij aan tafel! Nu gaat het plagen over op pesten en hij zegt dat het allemaal per ongeluk is. Ook de meester helpt me niet, hij doet niks. Papa is al een keer gaan praten, maar het is alleen maar erger geworden. En ik heb bij een test ‘ja, ik word veel gepest’ ingevuld, maar niemand heeft er iets aan gedaan. Wat kan ik nu nog meer doen? Petra, 11 jaar
Vandaag maakten Vera en Marloes vlekken in mijn schrift. Toen moest ik van de juf al mijn werk overdoen. Ze had nog nooit zo’n kliederboel gezien, zei ze. Gisteren prikten die pestmeiden de hele tijd met een liniaal in mijn rug. Natuurlijk steeds als de juf niet keek. Toen werd ik zo kwaad dat ik ging schreeuwen. De juf stuurde me de klas uit. Om af te koelen. Vera en Marloes deden net of ze er niks mee te maken hadden en mochten blijven zitten. Zo oneerlijk! En niemand in de groep die het voor mij opnam. En ze weten allemaal dat ik word gepest. Daniëlle, 10 jaar Ik word elke dag gepest door de jongens uit m’n groep. Elke morgen weer probeer ik onder school uit te komen. Ik zeg meestal dat ik me niet lekker voel en soms mag ik dan thuis blijven. Ik heb geen vrienden, tenminste geen echte. Ze laten me er altijd alleen voor staan. Simon, 11 jaar Welk verhaal vind je het ergst? Het verhaal van C Petra C Daniëlle C Simon. Waarom vind je dat verhaal het ergst? .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
15
oplossingen
Stop 5
LES 4
Opdracht 20
678
Deze vijf oplossingen vindt onze groep het beste om pesten te voorkomen of te stoppen
20a In een groepje ga je oplossingen bedenken om het pesten
te stoppen. Wat kun je doen om het pesten tegen te gaan in je groep? Bedenk samen een aantal oplossingen en schrijf hieronder de vijf beste oplossingen op. De vijf beste oplossingen van mijn groepje om pesten te stoppen zijn:
1 ....................................................................................................................
....................................................................................................................
2 .................................................................................................................... 1
.......................................................................................................................
........................................................................................................................
2
........................................................................................................................
........................................................................................................................
3
........................................................................................................................
........................................................................................................................
4
........................................................................................................................
........................................................................................................................
5
........................................................................................................................
Opdracht 21
........................................................................................................................
21a Lees jullie Stop 5 van vorig jaar goed door.
....................................................................................................................
3 ....................................................................................................................
....................................................................................................................
4 ....................................................................................................................
20b De andere groepjes hebben ook oplossingen bedacht.
Nadat jullie in de groep hebben besproken wat de vijf beste oplossingen zijn, kun je deze hiernaast opschrijven. Dit wordt jullie Stop 5.
....................................................................................................................
5 .................................................................................................................... .....................................................................................................................
78
Zou je dit jaar dezelfde oplossingen kiezen? C Ja. C Ja, maar ik zou deze oplossing(en) toevoegen: .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
16
21b Bespreek in je groep wat dit jaar jullie Stop 5 wordt en
schrijf deze op:
Onze nieuwe
Stop 5
Bekijk de oplossingen die jullie hebben bedacht en zet kruisjes bij ‘veilig’, ‘eerlijk’ en/of ‘goed’ als de oplossing daaraan voldoet. Oplossing 1 Oplossing 2 Oplossing 3 Oplossing 4 Oplossing 5
ziet er zo uit:
1 ....................................................................................................................
Opdracht 22
....................................................................................................................
4 ....................................................................................................................
C C C C C
eerlijk eerlijk eerlijk eerlijk eerlijk
C C C C C
goed goed goed goed goed
678
Lees de tekst door met tips om een leerling die gepest wordt te helpen, tips voor pesters om niet te pesten en tips over wat leerlingen die gepest worden het beste kunnen doen.
....................................................................................................................
3 ....................................................................................................................
veilig veilig veilig veilig veilig
....................................................................................................................
2 ....................................................................................................................
C C C C C
....................................................................................................................
5 .................................................................................................................... .....................................................................................................................
21c Test met elkaar of jullie Stop 5 van dit jaar of van vorig jaar
voldoet aan de volgende punten: • Is het een veilige oplossing? Een veilige oplossing is een oplossing waarbij niemand bang hoeft te zijn gekwetst te worden (uitlachen, verwijten, vechtpartijen...). • Is het een eerlijke oplossing? Een eerlijke oplossing is een oplossing waarbij iedereen zich goed voelt. • Is het een goede oplossing? Een goede oplossing is een oplossing die pesten stopt of leerlingen die gepest worden helpt.
Tips om de leerling die gepest wordt te helpen:
• Laat de leerling die gepest wordt merken dat hij/zij niet
alleen staat. Laat duidelijk merken dat hij of zij naar je toe kan komen om erover te praten. Zeg ‘Hoi’ tegen de leerling die gepest wordt als je de klas binnenkomt. Lach niet mee om stomme grappen. Doe zelf nooit mee met het pesten. Loop of fiets eens samen op. Maak eens een praatje. Vraag haar/hem mee te doen in een groepje.
• • • • • •
Tips voor pesters: wat je wel moet doen
• Doe iets leuks met je vrienden. • Laat een ander met rust. • Houd het gezellig samen. • Is er wat, praat het uit of zoek hulp. • Houd je aan de tips om het pesten te stoppen. Tips voor pesters: wat je niet moet doen
• Let niet zo op een ander. • Scheld niet. • Blijf van een ander af en kom niet aan andermans spullen. • Lach een ander niet uit. • Plaag niet steeds hetzelfde kind. 17
Tips voor leerlingen die gepest worden
• • •
Oh, natuurlijk zie ik ook wel haar verdriet Toch pest ik haar ook in de klas Wanneer de meester het niet ziet En toen ze laatst gigantisch kwaad werd en ging slaan Toen keek hij wel en moest zij snel de klas uit gaan En op de gang zag ik haar huilen en ik kreeg Toch best een rotgevoel van binnen, maar ik zweeg Omdat ik bang was voor de straf en voor de rest Die mij daar vast en zeker mee hadden gepest Ik heb een schuldgevoel Waardoor ik heel vaak heel lang wakker lig Maar ik wil er nu met iemand over praten Ik wil geen schuldgevoel Ik zeg haar straks dat het me spijt En dat ik best begrijp dat zij me wel zal haten En zonder schuldgevoel Hou ik de pest aan anderen die pesten Zonder schuldgevoel De pest aan die pesten
Als je gepest wordt, kun je dit niet alleen oplossen. Vraag dus hulp! Je kunt je juf of meester in vertrouwen nemen, of je ouders. Het zal niet eenvoudig zijn en misschien wordt er ook niet meteen iets aan je probleem gedaan. Zorg ervoor dat wat er ook aan gedaan wordt, dit eerst met jou wordt besproken, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Geef het echter nooit op! Het is niet jouw schuld dat je wordt gepest, de schuld ligt bij de ander! Wat kun je nog meer doen: Loop kalm weg als het gebeurt. Wat leuk is, bepaal je zelf. Het is niet slap om weg te lopen van kinderen die ruzie met je zoeken. Daar moet je juist heel sterk voor zijn. Blijf uit de buurt van de pesters. Bel of stuur een e-mail naar pestweb (www.pestweb.nl).
Opdracht 23
7
Dit liedje komt van Kinderen voor kinderen 17 (track 12). Misschien ken je het wel. Lees het liedje goed door (of vraag aan je juf/meester of jullie het in de groep mogen draaien) en beantwoord de vragen.
De pest aan pesten
Hoe kan het meisje uit het liedje stoppen met pesten? Wat kan ze doen? .............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
Ik heb een schuldgevoel Waardoor ik heel vaak heel lang wakker lig En ik durf er niet over te praten Het is mijn eigen schuld, Want ik doe dingen die ik niet wil doen Maar ik vind het zo moeilijk om te laten Ik pest al tijden lang een meisje in de klas Omdat ik vreselijk jaloers ben en zou willen dat ik was Zoals zij, want zij is meestal wel de beste In alle vakken, daarom ben ik haar gaan pesten En al gauw deed ook een ander met me mee Dat is gemakkelijker treit’ren met z’n twee Het is een kwestie van meedoen met de rest Want anders word je zelf misschien gepest
Opdracht 24
8
24a Hoe kan de school ervoor zorgen dat pesten voorkómen
C C C C C
18
wordt of dat het ophoudt? Zet een kruisje bij één of meerdere manieren die jij goed vindt. Het moet duidelijk zijn dat de school pesten niet toelaat. Er moet meer ingegrepen worden door leerkrachten of andere volwassenen als er gepest wordt. Leerlingen die pesten moeten harder gestraft worden. Iedereen moet leren over pesten: weten hoe erg het is om gepest te worden. Er moet meer toezicht komen op het schoolplein.
24b Bedenk nog minstens twee manieren waarop de school
8
pesten kan voorkomen of stoppen:
Opdracht 25
1
....................................................................................................................
....................................................................................................................
Je hebt vorig jaar of het jaar daarvoor een Stop 5 gemaakt. Lees de oplossingen die je toen bedacht hebt door. Kies de oplossing uit die jij het beste vindt en maak in een stripje of tekening duidelijk hoe deze oplossing werkt als er gepest wordt.
2
....................................................................................................................
....................................................................................................................
Maak hier je tekening of plak deze op:
19
Opdracht 26
8
Thuis
Remco komt thuis na school en zijn moeder wacht hem op. Remco ziet er niet erg vrolijk uit. Als hij zijn moeder ziet, zegt hij dat hij veel huiswerk heeft en hij probeert direct naar zijn kamer te gaan. Zijn moeder houdt hem tegen en vraagt of er iets is. Remco schudt zijn hoofd. Ze wil dat hij eerst een kop thee drinkt voordat hij aan zijn huiswerk begint. Als Remco zijn jas uittrekt, ziet zijn moeder direct een grote scheur in zijn trui. Ze vraagt aan Remco wat er gebeurd is. Ze wil weten hoe hij aan die scheur komt.
Lees de pestverhalen en beantwoord vervolgens de vragen.
Hoe had Remco aan zijn moeder kunnen zeggen dat hij gepest wordt? In de bus
Om te gaan sporten moet de klas van Tim met de bus naar de sportzaal. Iedereen stapt in, maar wanneer Tim als laatste instapt, blijkt dat alle plaatsen behalve die naast Johan, bezet zijn. Tim wordt al het hele jaar door Johan gepest. Tim aarzelt eventjes maar besluit toch om te gaan zitten. Op dat moment roept Johan: “Je mag hier niet komen zitten, je stinkt.” De vrienden rond Johan lachen luid. Tim blijft staan. Als de leraar in de bus komt roept hij dat iedereen moet gaan zitten. Daarbij kijkt hij speciaal naar Tim. Dan draait de leraar zich om en gaat vooraan zitten. Daar staat Tim dan.
.............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
Wat zou jij doen als je Tim was? .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. Hoe kun je Tim steunen? .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
20
Het pesten stoppen
LES 5
Opdracht 27
678
Ik ben zelf weleens gepest in groep 6 en dat was niet leuk, toen zei ik drie keer “Hou op” maar dat hielp niet. Daarna ben ik naar mijn ouders gegaan en dat hielp wel en daarna ben ik niet meer gepest.
In deze les gaat jullie groep de rol van verdediger spelen en oefenen om nee te zeggen tegen pesten. De kinderen die niet spelen maken de volgende kijkopdracht. Kijk bij het spel goed naar hoe de kinderen uit je groep de verschillende rollen spelen in de pestsituatie. Hoe gedragen ze zich, wat is de manier waarop ze staan, kijken, lopen? En hoe denk je dat ze zich voelen? Vul dit in voor kinderen met de rol van buitenstaander, meeloper, pester, verdediger en gepeste.
Rol
Manier waarop ze zich gedragen
Kinderen die niet meedoen met pesten (buitenstaanders)
(staan, kijken, lopen)
Gevoelens
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
Kinderen die wel meedoen met pesten, maar er niet mee beginnen (meelopers) Kinderen die pesten (pesters)
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
.....................................................................
Kinderen die opkomen voor het slachtoffer (verdedigers) Kinderen die gepest worden
Barbara, 11 jaar
21
Ben je tevreden over het gedrag van de verschillende rollen? Of kunnen de kinderen sommige dingen nog beter doen? De buitenstaanders kunnen beter:
nog steeds aan de gang wanneer plots één van de meisjes, Marian, tegen Lucy roept dat ze zich niet aan de spelregels houdt. Lucy snapt er niets van en legt uit dat ze zich houdt aan de regels die ze vooraf samen hadden afgesproken. Verschillende meisjes beginnen te lachen en kijken vol verwachting naar Marian. Deze zegt op een toon alsof het de gewoonste zaak van de wereld is dat de spelregels zonet veranderd zijn. Ze had maar beter moeten opletten. En nu mogen ze niet meer meespelen, want zulke ‘domme trutten’, daar spelen zij niet mee. Iedereen lacht. Het groepje draait zich om en Lucy hoort Marian nog net zeggen: “Kom we gaan ergens anders spelen, ergens waar ze niet zo dom zijn.” Het groepje loopt lachend weg. Alleen Claudia lacht niet en kijkt vertwijfeld naar Lucy. Ze vindt het belachelijk dat Marian zo tegen Lucy doet. Maar wat als Marian haar gaat pesten, als ze het voor Lucy opneemt? Wat kan Claudia het beste doen om duidelijk te maken dat ze genoeg heeft van het pesten?
............................................................................................................................... De meelopers kunnen beter: ............................................................................................................................... De pesters kunnen beter: ............................................................................................................................... De verdedigers kunnen beter: ............................................................................................................................... De leerlingen die gepest worden kunnen beter: ............................................................................................................................... Opdracht 28
7
...............................................................................................................................
Hieronder staan een aantal pestverhalen beschreven. Lees ze goed door en beantwoord de vragen.
............................................................................................................................... ............................................................................................................................... Tijdens de sportles
In de pauze
Lucy loopt, tijdens de pauze, met haar vriendin op het schoolplein. Een aantal leerlingen uit haar groep gaat een spel spelen. Ze vragen Lucy en haar vriendin of ze willen meespelen. Dat willen ze wel. Het groepje legt hen de spelregels uit, en zodra dit gebeurd is, beginnen ze te spelen. Iedereen heeft er zin in. Lucy merkt niet dat er een paar meisjes achter haar rug lachen en ondertussen aan de anderen een teken geven. Het spel is
22
Tijdens de sportles gaat de groep van Achmed basketballen. De groep wordt door de leraar in twee groepen verdeeld en er wordt afwisselend gespeeld en gekeken. Wanneer Achmeds groep mag spelen gaat Achmed alvast ergens staan van waar hij gemakkelijk zal kunnen scoren. Niemand lijkt echter op hem te letten. Achmed begint nu de aandacht van de anderen te trekken door met zijn armen te zwaaien. Hij roept ook een paar keer: “Hier, ik sta vrij... gooi maar.” Nog steeds lijkt niemand hem op te merken. Isabel ziet wat er
gebeurt. Ze maakt deel uit van de andere groep, de groep die toekijkt. Ze heeft al een tijdje in de gaten dat de andere spelers Achmed wél zien. Het lijkt er eerder op dat ze hem de bal expres niet willen geven. Ze vindt het maar flauw van de anderen en eigenlijk wil ze dat wel zeggen. Maar ja, tegen wie moet ze dat dan zeggen? Tegen de leraar? Dat lijkt zo op klikken. Moet ze haar vinger opsteken en het voor de hele klas zeggen? Dat zou ze nooit durven, wat zullen de anderen wel van haar denken. Voor Isabel beslist heeft iets te doen, gaat het fluitsignaal van de leraar. “Wisselen!” Op welke manier kan Isabel anders reageren? Wat zou ze kunnen doen?
Silvia staat geschrokken te kijken en merkt niet dat ze daarmee de stroom kinderen die nog willen instappen, hindert. Het blijken voornamelijk die kinderen te zijn die haar van te voren al stonden uit te lachen. Ze reageren erg agressief, duwen haar, maken opmerkingen dat ze in de weg staat... Silvia doet een paar stappen opzij, ze aarzelt of ze zonder rugtas de bus in zal gaan. Ze aarzelt te lang, de bus sluit zijn deuren en rijdt weg. Silvia blijft alleen achter. Door het achterraam van de bus ziet ze Dennis en zijn vrienden op de achterbank, hard lachend, naar haar zwaaien. Op welke manier kan Silvia anders reageren? Wat kan zij anders doen?
............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... Opdracht 29
7
Woordzoeker 29a In deze woordzoeker staan twaalf woorden die je al eerder
bent tegengekomen in de lessen over pesten. Zoek ze op en omcirkel deze woorden. Zet ’m op en veel succes ! Bij de bushalte
Na schooltijd staat een groep kinderen voor de bushalte te wachten op de bus. Silvia staat een beetje alleen, niet ver van haar vandaan staat een groepje kinderen. Ze kijken regelmatig naar Silvia, ze lachen, ze hebben het duidelijk over haar. Silvia voelt zich bekeken, ze draait zich een beetje weg van het groepje. Op dat moment komt de bus. Alle kinderen verdringen zich voor de ingang van de bus. Silvia merkt plots dat iemand haar rugtas afpakt. Ze draait zich om en ziet hoe Dennis, een jongen uit haar groep, haar rugtas met een grote zwaai over de muur in een tuin slingert. Het hele groepje lacht haar luid uit en enkelen feliciteren Dennis met zijn ‘heldendaad’.
23
E V B T L E J S V R G E O N G A Y C K W G J M A
R K E G I Z Z K X A V H
I A R E E P E L M A E U
E P K P N E K F E D R L
N D E S R A E S D V S T E R M P E L S W D E P E
S T C T H E H L O Z D L
C E H E U R E A P E I O
H N T F L O I G E D G O
A I O E P T D E R K E S
P L K R W Y B N P B R R
29b Maak nu zelf voor een ander een puzzel over pesten.
Wat kan de leerkracht doen om Silvia te helpen? ..............................................................................................................................
A
.............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. Wat kunnen de andere kinderen doen om Silvia te helpen? .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. Wat kunnen ouders doen om Silvia te helpen? .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
Opdracht 30
8
..............................................................................................................................
30a Lees met je groepje het pestverhaal ‘Bij de bushalte’ (staat
aan het begin van les 5). Stel je voor dat jij er toen bij was. Bedenk voor jezelf wat je zou doen of zeggen. Vertel in je groepje één voor één wat je zou zeggen om Silvia te helpen. 30b Bespreek met je groepje de volgende vragen: Wat kan de school doen om Silvia te helpen? ..............................................................................................................................
Fatima, 12 jaar
.............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
Als je ziet dat iemand gepest wordt (maakt niet uit of het je vriend of vriendin is), dan zou ik wel gewoon naar de juf of meester gaan en dan de juf of meester waarschuwen dat iemand wordt gepest en geen partij trekken.
24
Vragenlijst .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. Opdracht 31
8
..............................................................................................................................
In deze opdracht ga je met een groepje mensen interviews afnemen om zoveel mogelijk oplossingen te verzamelen om pesten tegen te gaan. Bespreek met de leerkracht wie jullie gaan interviewen (leerlingen, leerkrachten, schoolpersoneel of ouders) en hoeveel interviews jullie gaan doen.
.............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
Verslag
31a Maak een lijstje van vragen die jullie gaan stellen. Denk
aan: wat is pesten, gevoelens, oplossingen, enzovoorts.
..............................................................................................................................
31b Bedenk wat jullie allemaal moeten meenemen: pennen,
..............................................................................................................................
papier... .............................................................................................................................. 31c Bedenk hoe een interview verloopt: I Moeten jullie een afspraak maken met de persoon die jul-
..............................................................................................................................
lie willen interviewen? Spreek af wie er van je groepje de vragen stelt en wie alles opschrijft. III Stel jezelf voor. IV Vertel waar het interview over gaat en waarom jullie hem/ haar willen interviewen. V Bedank hem/haar aan het einde voor het interview. II
.............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
31d Maak een verslag van het interview.
.............................................................................................................................. 31e Laat één van jullie groepje aan het eind van de les vertellen
wie jullie hebben geïnterviewd en hoe dat ging.
..............................................................................................................................
25
LES 6
Bij ons wordt niet gepest!
Opdracht 32
6
In de zesde les over pesten gaan jullie met de groep twee verhalen over pesten uitbeelden. Jullie krijgen informatie van de leerkracht over de rollen die jullie gaan spelen. In dit boekje kun je alvast de twee pestverhalen lezen, zodat je de rol die je krijgt zo goed mogelijk kunt spelen.
Als Kim en Anne het groepje voorbijlopen, schopt Mark keihard op de onderkant van de zak mandarijntjes. De zak scheurt en de mandarijntjes rollen over de vloer. Het groepje loopt grijnzend weg. Ze doen alsof ze er verder niks mee te maken hebben. Kim begint geschrokken haar mandarijntjes op te rapen. Anne kijkt het groepje na. Zonder iets te zeggen bukt ze zich en helpt Kim bij het oprapen van de mandarijntjes.
Pestverhaal 1: Meisjes (en één jongen)
Informatie vooraf: De vriendin van Kim, Anne, vindt het vreselijk dat Kim wordt gepest. Ze weet niet wat ze er aan kan doen en durft niet tussenbeide te komen tijdens het pesten. Alleen Eva en Fatma nemen het wel eens op voor Kim. De rest van de groep doet niks, hoewel ze het allemaal weten.
Eva en Fatma zien de rotstreek van Mark, Karin en Marloes gebeuren. Dit is nu al de zoveelste keer dat ze gemeen doen tegen Kim. Ze besluiten dat ze het er niet bij laten zitten en lopen gearmd naar de pesters toe. Ze zeggen hoe gemeen ze de schop vonden en dat ze eens moeten stoppen met het pesten van Kim. Als ze nog een keer zoiets zien, vertellen ze het aan de leerkracht!
Kim is jarig
Wat kan Anne anders doen? Hoe kan ze anders reageren?
Kim is jarig en heeft mandarijntjes naar school meegenomen om in de groep uit te delen. Kim en Anne lopen, nadat de bel is gegaan, door de gang van de school naar hun lokaal. Iets verderop in de gang staan Karin, Marloes en Mark, alledrie uit de groep van Kim. Karin en Marloes fluisteren en proberen Mark over te halen de zak waarin Kims mandarijntjes zitten kapot te schoppen als Kim voorbijkomt. Ze giechelen erover en verheugen zich al op wat er zo meteen zal gebeuren.
.............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. Pestverhaal 2: Jongens
Informatie vooraf: Peter heeft eigenlijk geen vrienden. Er is niemand die Peter helpt, die hem zegt dat hij gelijk heeft dat hij het niet langer pikt. Marco, de pester, heeft duidelijk vrienden. Jongens die hem aansporen Peter te pesten en die meedoen als het erop aankomt. De meeste leerlingen houden hun mond als ze zien dat Peter wordt gepest. Alleen Tom en Stefan vinden dat het maar eens afgelopen moet zijn met het pesten van Peter.
26
Gepakt op het schoolplein
Tijdens de pauze zegt Marco tegen zijn vrienden Tim en Joost dat ze die sukkel van een Peter moeten meetrekken naar een afgelegen hoek. Marco is ‘boos’ op Peter, omdat hij niet bij hem kon afkijken bij de overhoring en daarom een 1 heeft gehaald. De jongens duwen Peter tegen de muur. Het groepje is niet goed zichtbaar voor de juf en de andere kinderen. Tim en Joost staan links en rechts van Peter en houden hem tegen de muur gedrukt. Marco komt voor Peter staan. Marco is kwaad en geniet er wel van dat Peter eens flink wordt ‘aangepakt’. Hetzelfde geldt voor Tim en Joost. Peter zwijgt, probeert zich in het begin wel los te trekken, maar kan duidelijk niet tegen de drie jongens op. Marco bedreigt Peter. Hij zegt dat het afkijken tijdens de overhoring door Peters schuld is mislukt en dat Peter hier voor zal moeten ‘betalen’. Omdat Peter zwijgt, merkt Tim op dat hij misschien niet zo goed hoort. Hierop brult Marco ‘Eikel!!’ in Peters oor. Met een van pijn vertrokken gezicht grijpt Peter naar zijn oor.
Wat kan de rest van de groep doen om Peter te helpen? .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. Opdracht 33
7
Schrijf een brief
Lees de twee pestverhalen, die bij opdracht 32 (les 6) horen. Schrijf aan Kim of aan Peter een brief.
Beste .....................,
Op dat moment komen Tom en Stefan voorbij lopen. Ze zien wat er gebeurt. Tom vraagt of het wel lukt, zo drie tegen één. Marco vertelt, nogal opgewonden, dat hij door de schuld van Peter een 1 voor de overhoring heeft gekregen en dat Peter daarvoor zal moeten ‘betalen’. Stefan zegt dat dat onzin is. De beide vrienden vinden dat ze Peter met rust moeten laten, hij heeft niks verkeerds gedaan! Tim en Joost laten Peter los en lopen beschaamd weg. Marco loopt er achteraan. Peter kijkt opgelucht en loopt met Tom en Stefan mee.
Groetjes van ................... 27
Opdracht 34
8
Wie maakt de mooiste tekening, strip, poster, verhaal, website, of iets anders over pesten? Spreek met je leerkracht af wat je allemaal mag maken over alles wat je geleerd hebt over pesten en ga aan de slag!
En de winnaar is......
A 28
A 29
cyberpesten
cyberpesten
Extra les
‘gewoon’ pesten
678 Leestekst Lees de volgende tekst, zodat je goed weet wat cyberpesten is. Cyberpesten
Iemand schoppen of slaan kan pesten zijn. Maar iemand uitschelden op msn of in een chat-box is ook een vorm van pesten. Deze vorm van pesten noemen we cyberpesten. Cyberpesten is pesten via internet en via sms. Cyberpesten is voor de gepeste vaak net zo erg als de andere vormen van pesten. Soms zelfs nog wel erger, omdat pesten via internet en sms vaak nog gemener is. De pester hoeft de gepeste niet in de ogen te kijken. Ook kan de pester gemakkelijk anoniem blijven. De gepeste weet dan niet wie hem pest. Voorbeelden van cyberpesten: • iemand uitschelden per e-mail, op msn of in een chat-box; • iemand (anoniem) een dreigmail sturen; • voor iemand anders online producten bestellen; • vervelende foto’s van iemand anders op internet zetten; • iemand expres een virus sturen; • gehackt worden; • iemand gemene sms’jes sturen. Opdracht 35
35b Vergelijk nu je antwoorden met die van je buren. Zijn jullie
het met elkaar eens? Gebruik de tekst over cyberpesten die bij deze les hoort, als je er met je buren over gaat praten. Opdracht 36
6
in de tekst staan? Schrijf ze hieronder op:
zinnen horen bij cyberpesten en welke bij ‘gewoon’ pesten (met ‘gewoon’ pesten bedoelen we alle vormen van pesten die niet via internet of sms gebeuren)? Woorden/zinnen die je bij beide vindt horen schrijf je in beide kolommen. Iemand uitschelden Schoppen en slaan Hacken Roddelen Expres een virus sturen
loser!loser! loser!loser! loser!loser! loser!loser!
36a Weet jij nog andere voorbeelden van cyberpesten dan die
6
35a Hieronder vind je tien woorden/zinnen. Welke woorden/
1 2 3 4 5
loser!loser! loser!loser! loser!loser! loser!loser!
6 Gemene sms-jes sturen 7 Buitensluiten 8 Iemands lunch afpakken 9 Wachtwoorden stelen 10 Iemands spullen kapot maken
Cyberpesten is ook: .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. 36b Vergelijk nu je antwoorden met die van je buren. Welke
vorm van pesten vind je het ergste? Vinden je buren dat ook? Waarom wel of waarom niet?
30
Opdracht 37
6
Zet een kringetje om het juiste antwoord. Cyberpesten is vaak gemener omdat de pester anoniem kan blijven. Hacken is een vorm van cyberpesten. Als iemand op msn jouw password vraagt kun je dat best geven. Over iemand roddelen in een chatbox is geen pesten. Iemand gemene sms-jes sturen is ook pesten. Als iemand gemene mails stuurt kun je hem/haar het beste blokkeren. Het is stoer om in een chatbox te doen alsof je ouder bent.
1 .................................................................................................
fout
38a Zijn de volgende beweringen goed of fout?
Tips voor kinderen
2 .................................................................................................
7 Goed
Deze opdracht is een huiswerkopdracht die je samen met je ouders gaat maken. Ga samen met je ouders op zoek naar tips om cyberpesten tegen te gaan. Hiervoor kun je de websites gebruiken die achter in dit boekje staan beschreven. Ook zijn er boeken over cyberpesten geschreven die je kunt gebruiken. Misschien kunnen jullie zelf ook wel een aantal goede tips bedenken. Maak een lijstje met de vijf beste tips voor kinderen en een lijstje met de vijf beste tips voor ouders. Schrijf de tips hieronder:
Opdracht 38
BA BA BA BA BA BA BA
3 ................................................................................................. 4 ................................................................................................. 5 .................................................................................................
Tips voor ouders 1 ................................................................................................. 2 ................................................................................................. 3 ................................................................................................. 38b Vergelijk nu je antwoorden in een groepje met de anderen.
4 .................................................................................................
Zijn jullie het met elkaar eens? Begrijp je elkaars mening? Als jullie er niet uitkomen, lees dan de tekst over cyber pesten nog een keer of vraag je leerkracht om jullie te helpen.
5 .................................................................................................
31
Opdracht 39
7
39a Als je weet dat een vriend of vriendin van jou gepest wordt
op internet, wat zou je dan kunnen doen om hem of haar te helpen? Geef een paar tips aan deze vriend/vriendin:
Schrijf hieronder het verhaal dat jullie hebben bedacht: .............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
..............................................................................................................................
..............................................................................................................................
..............................................................................................................................
..............................................................................................................................
..............................................................................................................................
..............................................................................................................................
..............................................................................................................................
..............................................................................................................................
..............................................................................................................................
..............................................................................................................................
39b Vergelijk nu je tips in een groepje met de anderen.
..............................................................................................................................
Welke vinden jullie de beste tips? Opdracht 40
7
.............................................................................................................................. Als jullie het eens zijn over het verhaal gaan jullie de taken verdelen binnen het groepje. Ga daarna aan de slag met het filmen of fotograferen. Schrijf hieronder op wie, wat doet:
Naam
Taak
....................................................... ....................................................... ....................................................... ....................................................... ....................................................... ....................................................... Ter afsluiting van deze les over cyberpesten gaan jullie in groepjes een filmpje maken of een soort stripverhaal met foto’s. Bespreek met de leerkracht hoeveel tijd jullie hebben voor deze opdracht. Eerst gaan jullie een verhaal bedenken dat je kunt filmen of fotograferen. Het verhaal zal gaan over cyberpesten. Laat zien wat cyberpesten is en laat ook één of meer oplossingen zien om het cyberpesten te stoppen.
....................................................... .......................................................
Wanneer alles klaar is, kunnen jullie aan de andere groepjes in de klas laten zien wat jullie gemaakt hebben. Het is ook leuk om aan je ouders te laten zien wat je hebt gemaakt!
32
Opdracht 41
8 Tips voor leerkrachten
Tijdens deze les gaan jullie in groepjes een poster maken met daarop de belangrijkste tips voor leerlingen, ouders en leerkrachten om cyberpesten te voorkomen of te stoppen. Bij het zoeken naar tips kun je de websites die achterin het boekje staan gebruiken. Welke tips hebben de groepjes uit jouw klas gekozen? Schrijf ze hieronder:
1 ................................................................................. .........
.......
2 ................................................................................. .........
.......
3 ................................................................................. .........
.......
4 ................................................................................. .........
.......
5 ................................................................................. .........
.......
6 ................................................................................. .........
.......
Tips voor kinderen .....................................
...... 1 ......................................................
.....................................
...... 2 ......................................................
.....................................
...... 3 ......................................................
.....................................
...... 4 ......................................................
Tips voor ouders
...................
........................ 5 ......................................................
1 .................................................................................................
...................
........................ 6 ......................................................
2 ................................................................................................. 3 ................................................................................................. 4 ................................................................................................. 5 ................................................................................................. 6 .................................................................................................
33
Ruimte voor extra aantekeningen
Belangrijke telefoonnummers: Hulplijn Pestweb 0800 - 282 82 80 (gratis vanaf een vast toestel) of 0900 - 282 82 80 (volgens lokaal tarief vanaf een mobiele telefoon) Leerlingen kunnen iedere schooldag van 14.00 tot 17.00 voor een persoonlijk gesprek terecht bij de hulplijn van pestweb. Kindertelefoon 0800 - 04 32 (gratis vanaf een vast toestel) of 0900 - 01 32 (€ 0,05 per minuut vanaf een mobiele telefoon) Leerlingen kunnen iedere dag van 14.00 tot 20.00 uur terecht bij de kindertelefoon.
Websites over pesten: • www.pestweb.nl Leerlingen kunnen iedere schooldag van 14.00 tot 17.00 chatten met een medewerker van Pestweb. • www.kindertelefoon.nl Leerlingen kunnen iedere dag van 14.00 tot 20.00 chatten met een medewerker van de Kindertelefoon. • www.kidsplanet.nl Zoek op pesten • www.pestenislaf.nl • www.kidstegengeweld.nl
34
Colofon Dit boekje hoort bij de lessen over pesten van de prima antipestmethode. Uitgave: herziene, uitgebreide uitgave, nigz, Woerden, november 2008 Tekst: Josien ter Beek (nigz), Silvia de Ruiter (nigz), Marijke Ruiter (nigz), Kees Couwenberg (nigz) Redactie: Zeina Dafesh (nigz), Mirande Dawson (nigz), Goof Buijs (nigz), John Luteijs (nigz) Illustraties: Aad van den Berg, Amsterdam Vormgeving: Aad van den Berg, Amsterdam Drukwerk: NuancePrint, Rotterdam
De prima anti-pestmethode is ontwikkeld door het nigz en tno i.s.m. ggd Nederland en EDventure, en is mede mogelijk gemaakt door Stichting Kinderpostzegels Nederland en ZonMw.
Het Lieveheersbeestjelogo is eigendom van de Landelijke StichtingTegenZinloosGeweld (lstzg) en is met toestemming in dit boekje opgenomen. Logo STZG_CMYK_POS_verloop.eps
Gebruikte bronnen: • Aerdts, J., Coolen, D., Franken, J., Heijkens, M., Jetten, J., Kusters, D., Lamberts, P., Luiten, E., Menten, H., Salassa, D. & Vranken, A. (2006). Cyberpesten, who cares? Geleen: ggd Zuid Limburg, Halt Zuid Limburg, Politie Zuid Limburg & sg Groenewald. • Amnesty International (2000). Martelen is mensenwerk. Educatief pakket van Amnesty International Vlaanderen. Antwerpen: Amnesty International. • Cox, M. & Halfmouw, S. (2001) Horen, zien en niet meer zwijgen Zorn Uitgeverij. • lobo, nko, ouders & coo, voo (2004). Pesten op school. Hoe ga je er mee om? Den Haag. • Pardoen, J. & Pijpers R. (2006). Mijn leerling online. Hoe begeleid je leerlingen op Internet? kpn, Ouders Online & b.v. Uitgeverij swp Amsterdam. • Stichting Stop Het Pesten (2004). Schoolbrochure 2004: Stop het pesten! Nolin Uitgevers. • Stevens, V. & Van Oost, P. (1998). Pesten op school. Een actieprogramma. Leuven: Garant.
© nigz 2005, 2008. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming worden overgenomen, noch ten behoeve van folio-uitgaven, noch ten behoeve van digitale uitgaven. Verzoeken tot overname van beeld of tekst kunnen schrifte lijk worden gericht aan Uitgeverij nigz, Postbus 500, 3440 am Woerden, e-mail:
[email protected]
35