Gepersonaliseerde verslavingszorg is mogelijk en moet gepraktiseerd worden
Wim van den Brink Academic Medical Center University of Amsterdam Amsterdam Institute for Addiction Research Amsterdamse School Amsterdam,31 januari 2014
Mogelijke Belangenverstrengeling
Belang
Naam van de organisatie
Subsidie
Neurosearch, Alkermes
Honorarium
Eli Lilly, Lundbeck, Schering-Plough, Pfizer, Merck Serono
Adviesraad/Consulent
Merck Serono, Lundbeck, Schering-Plough, Teva
Inhoudsopgave • Behandelkloof: omvang en oorzaken • Beperkte effectiviteit • Oorzaak: heterogeniteit • Oplossing: Stagering en profilering • Conclusies
Behandelkloof
Gebruik van zorg in Europa: ESEMeD studie Proportion of individuals consulting any type of formal health services in the previous 12 months, according to 12-month mental disorder status
Mental health state Overall sample No 12 month mental disorders Any disorder Any mood Any anxiety Any alcohol disorder Only one 12 month mental disorder More than one
Unweighted, n 21,425 19,349 2,076 972 1,325 209 1,435 641
Weighted, % 6.4 4.3 25.7 36.5 26.1 8.3 19.6 40.0
95% CI 5.9–6.8 3.9–4.7 23.3–28.1 32.5–40.5 23.1–29.1 3.8–12.8 17.1–22.2 35.0–45.0
In 2004 maakte in Europe 37% van de mensen met een stemmingsstoornis en 26% van de mensen met een angststoornis gebruik van de Gezodheidszorg in het afgelopen jaar, terwijl dat voor mensen met een stoornis in het gebruik van alcohol slechts bij 8% van de mensen het geval was!! CI=confidence interval 5
Alonso et al. Acta Psychiatr Scand Suppl 004;420:47–54
Behandelkloof alcoholstoornissen
Alcohol abuse and dependence have the widest treatment gap among all mental disorders – less than 10% of patients with alcohol abuse and dependence are treated aTreatment
6
gap=difference between number needing MH Tx and number receiving MH Tx
Kohn et al. Bull World Health Organ 2004;82:858–866
Behandelkloof Oorzaken • Geringe herkenning door patiënt en HA • Stigmatisering • Slecht imago • Slechte aansluiting of voorkeur patient • Beperkte effectiviteit
Behandelkloof Oorzaken • Geringe herkenning door patiënt en HA • Stigmatisering • Slecht imago • Slechte aansluiting of voorkeur patient • Beperkte effectiviteit
Verslaving: Behandelbare Hersenziekte
Nora Volkow
Science, 1997
Charles O’Brien
NRC Next 29 augustus 2013
Stigma of alcohol dependence vs. other mental disorders: a review Results: “Compared with people suffering from other, substance-unrelated mental disorders, alcohol-dependent persons are less frequently regarded as mentally ill, and held much more responsible for their condition, provoke more social rejection and more negative emotions, and they are at particular risk for structural discrimination. Only with regard to being a danger, they are perceived to be at a similar negative level to that of people suffering from schizophrenia.”
Schomerus et al. Alcohol Alcohol 2011;46(2):105–112 11
Stigma in de VS: gaat het beter? Participants’ ratings of mental illness and dangerousness Mental illness Presenting problems
1996
Participants’ desire for social distance
Dangerousness
2006
1996
2006
Mean
SD
Mean
SD
Mean
SD
Mean
SD
Presenting problems
Minor problems
1.07
1.1 4
1.37
1.1 5
1.04
1.1 1
1.15
1.0 4
Depression
2.50
1.2 0
2.67
1.1 6
1.60
1.2 6
1.59
Schizophrenia
3.24
1.0 3
3.24
0.9 2
2.23
1.2 0
Alcoholism
1.93
1.2 8
2.08
1.3 0
2.51
1.1 2
Slightly improved
1996
2006
Mean
SD
Mean
SD
Minor problems
1.15
0.8 4
1.20
0.8 7
1.1 5
Depression
1.72
0.9 7
1.60
0.9 4
2.38
1.2 2
Schizophrenia
2.12
1.0 2
2.24
1.0 0
2.51
1.1 7
Alcoholism
2.38
0.9 2
2.27
0.9 3
Remained as bad
As bad as schizophrenia
In 2006 wordt alcoholisme door de meeste Amerikanen nog steeds niet gezien als een pyschiatrische aandoening en alcoholisten worden nog steeds gezine als gevaarlijk en men probeert duidelijk afstand van hen te houden. Since 1996 is er niet veel verbeterd SD=standard deviation 12
Silton et al. J Nerv Ment Dis 2011;199:361–366)
Ervaren stigmatisering en hulpzoekgedrag Association between alcohol stigma and any lifetime utilisation among individuals with a lifetime alcohol disorder, US, 2004–2005 (n=6,309)
Utilised alcohol services, lifetime (n=1,401) % (SE)
Unadjuste d OR
95% CI
Adjusted ORa
95% CI
High stigma (n=1,911)
21.25 (1.32)
0.88
0.71, 1.08
0.37
0.18, 0.76
Middle high (n=1,692)
17.69 (1.06)
0.70
0.58, 0.84
0.47
0.23, 0.95
Middle low (n=1,533)
17.17 (1.05)
0.67
0.57, 0.81
0.61
0.32, 1.16
Low stigma (n=1,172)
23.51 (1.06)
1.00
1.00
Ervaren stigmatisering verkleind de kans aanzienlijk dat mensen hulp zoeken voor hun alcoholproblemen Vergroting behandelkloof aAdjusted
for sex, age, race/ethnicity, income, education, marital status, and number of lifetime alcohol dependence criteria met; OR=odds ratio; SE=standard error
13
Keyes et al. Am J Epidemiol 2010;172:1364–1372
Behandelkloof Oorzaken • Geringe herkenning door patiënt en HA • Stigmatisering • Slecht imago • Slechte aansluiting voorkeur patient • Beperkte effectiviteit
Patientvoorkeur Behandeldoel UK survey of patients with alcohol problems (n=742)
Canadian study of patients with chronic alcoholism (n=106)
50%
152010;45(2):128–135; Hodgins et al. Addict Behav 1997;22(2):247–255 Heather et al. Alcohol Alcohol
Nalmefeen zo-nodig
Mann et al. Biological Psychiatry, 2012
Gual et al. Eur Neuropsychopharmacol, 2013
Van den Brink et al. Alcohol and Alcoholism, 2013
Nalmefeen zo-nodig leidt tot vermindering van het alcoholgebruik bij patienten met alcoholafhankelijkheid
Behandelkloof Oorzaken • Geringe herkenning door patiënt en HA • Stigmatisering • Slecht imago • Slechte aansluiting of voorkeur patient • Beperkte effectiviteit
2011
Negen maanden na intake is 30% van de alcoholisten die geen opname nodig heeft abstinent, drinkt 15% gecontroleerd, maar gaat het met 55% nog steeds niet goed. Dat is een bescheiden effect. Ook een bewezen-effectieve cognitieve-gedragstherapeutische behandeling is dus maar effectief bij de helft van de patienten.
Inhoudsopgave
2012
* Geen bewezen effectieve medicatie voor cocaine- en cannabisafhankelijkheid
* Effect van effectieve interventies is beperkt met veel patienten die niet of geregistreerd voor deze indicatie
onvoldoende reageren
Effect van Behandeling 60 50 40 30
Actieve medicatie Placebo
20 10 0
Acamprosate
Antidepressants
Actieve medicatie
36
56
Placebo
23
41
Sass, 1995; Mason, 2002, Morgan, 2003
NNT = 7-8
Storosum et al. 2001; Khan et al. 2000
Acamprosaat is bewezen effectieve interventie met een beperkte effectgrootte: Ongeveer 35% abstinent na 6-12 maanden en een NNT van 7-8
Effectiviteit van psychiatrische en somatische medicijnen: meta-analyse
Acamprosaat, Naltrexon, Nalmefeen
Leucht et al., Br J Psychiatry (2012) 200, 97–106. 21
Probleem en mogelijke oplossingen • Probleem • Effectieve behandelingen beschikbaar, maar effecten beperkt van omvang • Reden: heterogeniteit binnen de populatie • Mogelijke oplossingen: polyfarmacie of gepersonaliseerde behandeling stagering en profilering
Polyfarmacie
Polyfarmacie Alcoholafhankelijkheid
Kiefer et al., 2003
Feeney et al., 2006
Polyfarmacie Cocaineverslaving
Significant effect van combinatiebehandeling en significante interactie met ernst van verslaving
Polyfarmacie Tabaksverslaving
Conclusie Polyfarmacie • Betere effecten • Meer bijwerkingen • Hogere kosten • Kosten-effectiviteit twijfelachtig • (weinig charmant)
Gepersonaliseerde behandeling Stagering
Stagering • Neurobiologische stagering model, aanbevelingen en effecten • Psychosociale stagering model, aanbevelingen en effecten
Neurobiologische Stagering
Verslaving: Behandelbare Hersenziekte
Nora Volkow
Science, 1997
Charles O’Brien
Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk • Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie
Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk • Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie
Erfelijkheidsschattingen Agrawal & Linskey, 2008
Genetische bijdrage
alcohol afhankelijkheid nicotine afhankelijkheid cannabis afhankelijkheid cocaine afhankelijkheid heroine afhankelijkheid
50-70% 50-75% 35-75% 35-80% 40-60%
Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk • Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie
Liability Alcoholism
Fenotype
Alcoholism
Sociale Steun
Alcoholism Spectrum
Inzichtgevende Psychotherapie
Conditioning
Endofenotype Reward
CGT
Attentional bias
Low alcohol response
Medicatie Neuromodulatie
Disinhibition
Deficiency Conflict Monitoring
etc.
candidate genes
FarmacoGenetica
OPRM1 DRD1 COMT
Genotype
GRIN2B GABRA6 DRD2 SERT MAOA
Ooteman et al (2006) adapted from Gottesman & Gould (2003)
CNR1 HTR1B GABRB2 GABRG2
Gentherapie
Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk • Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie
Neurobiologische Stagering van Verslaving Functie
Hersenstructuren
Neurotransmitters
Naief
Beloning Anhedonie
Ventral Tegmental Area (VTA) Nucleus Accumbens (NcAcc)
Endorphines (-receptors) Dopamine
Experimenteren Matig Gebruik
Disinhibitie Impulsiviteit
DLPFC ACC
Norepinephrine, 5HT GABA, Glutamate
Bingen (impulsief gebruik)
Conditionering Craving
NcAcc (Ventral Striatum) Amygdala Thalamus Prefrontal Cortex (OFC, ACC)
Dynorphines (-receptors) Dopamine CRH Glutamate
Importantie/ Salience
OFC VMPFC
Dopamine
Gewoontevorming
Putamen, NcCaudatus (Dorsal Striatum)
Dopamine
Onthouding
Locus Ceruleus
Norepinephrine, CRH Glutamate
Misbruik Schadelijk Gebruik
Afhankelijkheid (craving)
Verslaving (compulsief gebruik)
Van Ree, 2002; de Vries and Schippenberg, 2002; Kreek et al, 2002; Van den Brink, 2006; Volkow, 2004; Koob and Volkow, 2010
Van beloning naar verlichting en van impulsivitiet naar compulsiviteit
impulsive
Heilig et al., 2010
compulsive
Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk • Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie
Neurobiologische stagering en farmacotherapie • Regulering hedonische procesen • Verbetering impulscontrole • Regulering geheugenprocessen • Verbetering stressregulatie
Naief Experimenteren Matig Gebruik
Bingen Misbruik Schadelijk Gebruik
Afhankelijkheid (craving)
Verslaving (compulsief gebruik)
Neurobiologische stagering en farmacotherapie • Regulering hedonische procesen •
•
Agonisten * Opiaatverslaving: methadon, buprenorfine * Tabaksverslaving: NRT, varenicline * Cocaïneverslaving:modafinil, desxamfetamine Antagonisten * Alcoholverslaving: naltrexon, nalmefeen, disulfiram * Opiaatverslaving: naltrexon
• Verbetering impulscontrole • Regulering geheugenprocessen • Verbetering stressregulatie
Naief Experimenteren Matig Gebruik
Bingen Misbruik Schadelijk Gebruik
Afhankelijkheid (craving)
Verslaving (compulsief gebruik)
Neurobiologische stagering en farmacotherapie • Regulering hedonische procesen
Naief Experimenteren Matig Gebruik
• Verbetering impulscontrole * Alcoholverslaving: modafinil, NAC * Cannabisverslaving: NAC
• Regulering geheugenprocessen * Cocaineverslaving: propanolol, DCS(?)
• Verbetering stressregulatie * Tabaksverslaving/Cocaineverslaving: guanfacine, prazosine * Alcoholverslaving: nalmefeen (kappareceptor)?
Bingen Misbruik Schadelijk Gebruik
Afhankelijkheid (craving)
Verslaving (compulsief gebruik)
Psychosociale Stagering
Psychosociale Stagering
TNM Systeem Oncologie (solide tumoren) • T = Tumor size • N = Nodes (regional) • M = Metastasis
(0=in situ; 1-4) (1-4) (0 vs.1)
• G = Grade (differentiation) • R = Resection
(1-4) (0-2)
• c = staging based on clinical information • p = staging based on pathologist information ~ profiling • y = staging after adjuvant therapy
TNM Systeem Verslaving ONCOLOGIE • T = Tumor size • N = Nodes • M = Metastasis
VERSLAVING • Stadium stoornis • Psychische/somatische comorbiditeit • Sociaal dysfunctioneren
• •
G = Grade R = Resection
• •
• • •
c = clinical inform p = pathologist inform y = adjuvant therapy
• Klinische (fenotypische) informatie • Endofenotypische/genetisch informatie • Gecombineerde behandeling
Verslavend middel Reactie op (eerdere) behandeling
TNM Verslaving T0 = asymptomatisch met risicofactoren, bijv. begin gebruik op jonge leeftijd T1 = frequent bingen maar voldoet niet aan diagnose misbruik T2 = misbruik met patroon van overmatig en/of ongepast gebruik van middelen T3 = afhankelijkheid met hunkering en vaak tolerantie/onthouding T4 = verslaving met compulsief gebruik en verlies van positieve belevingen N0 = geen bijkomende psychiatrische of somatische pathologie N1 = lichte psychiatrische (angst/depressie) of somatische (SOA) problemen N2 = matig ernstige psychiatrische (ADHD) of somatische (HIV) problemen N3 = ernstige psychiatrische (psychose) of somatische (cirrhose) problemen N4 = zeer ernstige psychiatrische (dementie) of terminale somatische ziekte M0 = geen of milde sociale beperkingen M1 = matige of ernstige sociale problemen G1 = XTC, GHB, Ketamine, Khat / G2 = Cannabis, Benzodiazepine, Nicotine G3 = Alcohol, Cocaine, Heroine / G4 = Polydrugverslaving
Detoxification
2009
= Risk of Alcohol Relapse Scale
AUC=0.74
Voorspellers behandeluitkomst: * ernst (alcoholconsumptie) * sociale problemen (geld, conflicten) * psychiatrische comorbiditeit * somatische problemen * motivatie voor behandeling * eerdere alcoholbehandelingen
Stageringsinstrument
* Middelengebruik: diagnose, gebruik, craving * Psychiatrische comorbiditeit (incl. PDs) * Somatische comorbiditeit (MAP-HSS) * Persoonlijk en sociaal functioneren (ICF) Van groot belang omdat de multi-axiale diagnostiek in DSM-V wellicht verdwijnt!!
Stagering en Zorgtoewijzing
T0-2N0-1M0 R0 T3-4N2M0 R1 T3-4N3M1 R2 T3-4N3-4M1 R2
2011
Ook een bewezen-effectieve cognitieve-gedragstherapeutische behandeling is
NIEUW ALGORITME NODIG! dus maar effectief bij de helft van de patienten. Maar niet genoeg …
Toewijzing aand zorgniveau op basis van klinische kenmerken niet effectiever
ook Profilering nodig
dan zorgtoewijzing op andere gronden.
Profilering
TNM Systeem Oncologie (solide tumoren) • T = Tumor size
(0=in situ; 1-4)
• N = Nodes (regional)
(1-4)
• M = Metastasis
(0 vs.1)
• G = Grade (differentiation)
(1-4)
• R = Resection
(0-2)
• c = staging based on clinical information • p = staging based on pathologist information ~ profiling • y = staging after adjuvant therapy
Liability Alcoholism
Fenotype
Alcoholism
Sociale Steun
Alcoholism Spectrum
Inzichtgevende Psychotherapie
Conditioning
Endofenotype Reward
CGT
Attentional bias
Low alcohol response
Medicatie Neuromodulatie
Disinhibition
Deficiency Conflict Monitoring
etc.
candidate genes
FarmacoGenetica
OPRM1 DRD1 COMT
Genotype
GRIN2B GABRA6 DRD2 SERT MAOA
Ooteman et al (2006) adapted from Gottesman & Gould (2003)
CNR1 HTR1B GABRB2 GABRG2
Gentherapie
Fenotypische Profilering
Diagnose Diagnostische Formulering
Slechts 3 van de 30 klinische variabelen waren voorpellend voor uitkomst
2005 Predictor (P)
Interaction P x Tx
Severity Physical Dependence
P=0.155
P=0.975
Severity Craving
P<0.000
P=0.626
Positive Family History of Alcoholism
P=0.301
P=0.294
Age of Onset Alcohol Problems
P=0.519
P=0.599
Anxiety at Baseline
P<0.000
P=0.705
Fenotypische kenmerken (craving, anxiety) voorspellen wel het beloop maar niet het effect van behandeling
2009
Bij PG en lage zelfgerapporteerde impulsiviteit leidt modafinil tot: verslechterde besluitvorming en meer impulsiviteit, craving en saillantie
Bij PG en hoge zelfgerapporteerde impulsiviteit leidt modafinil tot: verbeterde besluitvorming en minder impulsiviteit, craving en saillantie
Matching op fenotype
Overall is CBT even effect als MDFT bij behandeling adolescenten met een diagnose cannabisafhankelijkheid
Bij jonge adolescenten (13-16) met CD/ODD/depressie werkt MDFT beter dan CBT, maar bij oudere adolescenten (17-18) zonder CD/ODD/depressie werkt CBT beter dan MDFT
2012
verslechtering
Vermindering aantal dagen cannabisgebruik/3 maanden 50 40
CBT
MDFT
30 20 10 0 -10 -20 -30 -40
CBT
co m
m co
17
-1 8
ge en
w el 17
13
MDFT
-1 8
ge en -1 6
-1 6
w el
co
co m
m
-50
13
verbetering
CBT
CBT
Endofenotypische Profilering
Diagnose Diagnostische Formulering Duur PG verklaart 24% van variantie in de uitkomst Zelf-rapportge over impulsiviteit en gevoeligheid voor beloning hebben geen toegevoegde waarde MAAR Neurocognitieve maat impulsiviteit (SSRT) en besluitvorming (CPT) voegen 31% verklaarde variantie toe, waardoor totale verklaarde variantie 55% wordt.
Effect Modafinil in AD Dependent on Baseline Motor Impulsivity 2012
Modafinil improves outcome
Modafinil worsens outcome
mPFC
Alcohol consumption and risk of relapse are predicted by cue-induced activation of mPFC, but not by clinical variables such as craving.
Genotypische Profilering
Genotype: Familegeschiedenis
NS
2008
Familiegeschiedenis met alcoholproblemen voorspelt een positief effect van een behandeling met naltrexon/nalmefeen bij pathologische gokkers.
Genotype: Kandidaatgenen
Pharmacogenomics
Δ = 30% NNT = 3-4 Δ = 15% NNT = 7-8
A/G, G/G =32% AA = 68%
Oslin et al. 2003
+
McGeary et al. 2006
+
Anton et al. 2008
+
Kim et al. 2008
+
Ooteman et al. 2009
+
Gerlernter et al. 2007 Tidey et al. 2008
-
Health Canada reimburses OPRM1 assessment in the treatment of alcohol dependent patients with NTX
In meta-analyse van 6 studies is NTX twee keer zo effectief in het voorkomen van terugval in patiënten met het AG/GG allel dsn in patiënten met het AA allel.
AA-Group
AG/GG Group
(less intense “high” and no interaction with NTX)
(intense “high” and interaction with NTX)
2010
[11C]-raclopride PET People with the AG variant of the mu-opioid receptor gene show more dopamine release In the ventral striatum after alcohol intake in than people With the AA variant.
11% 14% 19% No effect on any drug (11%)
No effect of any drug (74%)
Good effect of active medication (15%)
Farmacogenetica Tabaksverslaving
Genotype: GWASs
Diagnose Diagnostische Formulering 2010
133 SNPs voorspellend voor stoppen met roken bij 550 behandelde rokers 41 SNPs specifiek voor NRT 66 SNPs non-specifiek 26 SNPs specifiek bupropion
2009
GATA4 GATA binding Protein 4 = transcription factor regulating the transciption of Atrial Natriuretic Peptide (ANP) and involved in neuroendocrine stress response
2010
Pharmacogenomics
PREDICT Study
Ook: Karpyak et al., 2012
Gene expression
Mechanisme GATA4
Stagering, Profilering en Zorgtoewijzing
Alcoholist: Naltrexon? (FH of OPRM1) Acamprosaat? (GATA4) Topiramaat? (PTSD/insult) Baclofen? (angst/wens)
T3-4N2M0 R1
T3-4N3-4M1 R2 Heroineverslaafde: Stagering Profilering
HAT? (chronisch, instabiel, wens) NTX-XR? (chronisch, instabiel, wens) DBS? (chronisch, stabiel, wens)
Conclusies
Conclusies en Discussie • Verslaving is ook een hersenziekte, .. maar toch stigmatisering • Stigmatisering en matige effectiviteit grote behandelkloof • Behandelkloof oplossen door betere herkenning en e-health • Behandelkloof oplossen door effectievere behandeling • Stagering en profilering nodig, waaronder farmacogenetica • Daarnaast nieuwe medicijnen/neuromodulatie veelbelovend • Er liggen heel veel kansen!
[email protected]