José van der Hoeven, 4 oktober 2013
Genredidactiek onderzocht
Gastcollege UU, Nederlandse taal en cultuur: educatieve master
KPC groep Adviesorganisatie met integrale dienstverlening • Advisering po, vo, mbo • Training en opleiding • praktijkgericht onderzoek en beleidsonderzoek
Praktijkgericht onderzoek • Vraag van scholen centraal • Evidence based vs. evidence informed • Design- of ontwerponderzoek (Van den Akker, 2006), effect-onderzoek, evaluatieonderzoek, monitoring…
• Overheidsgefinancierd of marktgefinancierd • Samen met scholen
Taalonderzoek • Hoofdlijnenbrief in kader van SLOA: • Onderzoek naar verbetering taalprestaties => invoering Referentiekader Nederlandse taal (2010)
Referentiekader Nederlandse Taal (2010) • 4 domeinen voor taal: luisteren, spreken, lezen, schrijven • • • • •
Beheersingsniveaus: 1F: primair onderwijs, praktijkonderwijs 2F: mbo, 1,2,3; vmbo 3F: mbo 4; havo 4F: vwo
Lezen in RNT Bij teksten onderscheid tussen: • Tekstsoorten (verhalende, informatieve, instructieve en betogende teksten) • tekstkenmerken (structuur, informatiedichtheid, tekstverbanden: 2F, aansluiten bij leefwereld: 1F)
Tekstsoort • type tekst met een bepaalde bedoeling • • • • •
Informatief: rapporteren en beschouwen Directief: instrueren Betogend: argumenteren Fictief/narratief: verhalen Poëtisch: verhalend
• => tekstgenres
Tekstgenres • de manier waarop een tekst is georganiseerd om een sociaal doel te bereiken (zie Cope & Kalantzis, 1993). • herhalende patronen in stijl en structuur bij een specifieke inhoud (Spivey, 1997). => tekstkenmerken
Voorbeelden van tekstgenres bij tekstsoorten • Informatief: schoolboeken, internetteksten, krantenberichten, rapporten, reportage, boekbespreking • Instructief: handleidingen, spelregels, recepten • Betogend: ingezonden brieven, sollicaitatiebrief, opiniërende artikelen, reclame • Fictief/narratief: romans, strips, sprookjes • Poëtisch: gedichten, liederen
Tekstkenmerken 1: RNT Bij leesteksten: • Structuur (eenvoudig, helder, duidelijk- met koppen-) • Informatiedichtheid (laag, laag, hoog) • Nabijheid bij leefwereld alleen 1F • Duidelijke tekstverbanden: 2F
Tekstkenmerken 2: Land, 2009: structuur 1. Aanwezigheid hoofdgedachte 2. Structuursignalen (connectieven): • - causaal; • - temporeel; • - tegenstellend 3 . Zinscomplexiteit
Tekstkenmerken 3 Land: stijl 1. Aanwezigheid personage (betrokkenheid personen) 2. Perspectief 3. Concreetheid van de tekst (taalgebruik) 4. Emoties 5. Fictieve karakter van het personage 6. Het voorkomen van de directe rede 7. Het aanspreken van de lezer 8. Evaluaties van de verteller 9. De tijd waarin de tekst is geschreven
Onderzoek 1 Nelsis (2010-2012): Ontwerponderzoek Onderzoeksvraag: • Hoe kunnen lezen en schrijven op referentieniveau 2F en 3F in een veranderende onderwijspraktijk in de onderbouw van het voortgezet onderwijs worden vormgegeven? • => Na verkenning ontwikkeling prototype
Uitgangspunten prototype • Koppeling lezen en schrijven • Genres centraal • Tekstkenmerken uit modelteksten • Thematisch geordend • Geschikt voor zelfstandige verwerking
Genredidactiek: The Martin Wheel
• Plaatje website
Inhoudsopgave: stappenplan 1. modeltekst 2. vragen over de tekst 3. schrijfopdracht 4. leerling-feedback 5. herschrijffase 6. beoordeling schrijfproduct/opname in portfolio
Leesopdrachten • Voorkennis activeren • Leesbeleving/tekstbegrip • Genrekenmerken
Roman: genrekenmerken bij modeltekst • • • • • •
hoofdpersonen (uitwerking personages) verhaallijn vertelperspectief details en opvallende beschrijvingen aanduidingen van plaats en tijd directe rede
Betoog: genrekenmerken bij modeltekst • • • • • •
Inleiding Standpunt Argumenten Conclusie Signaalwoorden: connectieven Overtuigingskracht (doelgerichtheid)
Schrijfopdracht • Schrijven • Bv: Schrijf een romanfragment/betoog over …
• => Met gebruik van bepaalde tekstkenmerken • leerling-feedback • Herschrijffase • beoordeling schrijfproduct/opname in portfolio
Pilot roman • 3 scholen • Leesopdrachten: Haar naam was Sarah: 50 leerlingen De ogen van de condor: 11 leerlingen • Schrijfopdrachten: 60 Leerlingen Haar naam was Sarah: 49 leerlingen De ogen van de condor: 11 leerlingen • 4 docenten
Bevindingen • Lesobservaties: Veel variatie in lesaanbod: van klassikaal tot individueel; van gestuurd tot ongestuurd. • Lezen: Leerlingen herkenden tekstkenmerken maar <50% zag de functionaliteit niet. • Schrijven: Leerlingen gebruikten genrekenmerken, maar maakten geen gebruik van peerrespons en herschreven hun tekst niet. • Interviews: veel geleerd of over inhoud of tekstkenmerken
Pilot 2: Betoog • 3 scholen • Lees- en schrijfopdrachten (opiniestukken uit de krant): • Roken: 16 leerlingen • Softdrugs/gamen: 62 leerlingen • 3 docenten
Bevindingen • Lesobservaties: start met klassikale introductie (nieuwe tekstsoort); veel vragen bij de uitvoering • Lezen: herkennen van argumentatie moeilijk • Schrijven: Schrijfproducten voldeden vaak niet aan verwachtingen (kwaliteit en lengte)
Ervaringen van betrokkenen Leraren • “De leerlingen reageerden positief. Het materiaal was verrassend voor de leerlingen, omdat ze nu niet uit het boek hoefden te werken. Lessen buiten het boek zijn goed ter afwisseling.” Leerlingen: • J. “Tekstkenmerken zijn basiskennis. Handig om begrijpend te lezen.“ • N. “Tekstkenmerken zijn handig voor later.”
Conclusie • Prototype met zelfsturend leermateriaal gebaseerd op genres is bruikbaar en haalbaar • Er valt voldoende te leren Aandachtspunten • Schrijfopdrachten: Aandacht voor leerfeedback en herschrijven • Grote verschillen in aanpak tussen docenten
Onderzoek 2: Nelsis: effect van docenttraining en effectonderzoek • Onderzoeksvragen: • Wat hebben leraren nodig om het prototype van Nelsis in hun lespraktijk te implementeren? • Welk effect heeft genredidactiek op de lees- en schrijfvaardigheid van havo/vwo-leerlingen in de onderbouw?
Docenttraining • Genredidactiek: - Materiaal en werkwijze • Controleren, monitoren en beoordelen: - Leerlingrespons - Beoordelen schrijfproducten • Rollen van de docent: - Facilitator - Procesbegeleider - Expert - Beoordelaar
Quasi experiment • 5 experimentele klassen, 4 controleklassen in de onderbouw havo/vwo (2,3) van 5 scholen • Taken: roman 1 en 2 • Voor- en natoets: methode-afhankelijk
Resultaten:gemiddelde scores op de leestoets voor en na (N=95) ____________________________________________________________________________ Voor
Na
____________________________________________________________________________ Experimentele groep
8.9
9.3
Controlegroep
8.9
8.7
____________________________________________________________________________
gemiddelde score op de schrijtoets voor en na (N=95) ____________________________________________________________________________ Voor
Na
____________________________________________________________________________ Experimentele groep
83.4
87.1
Controlegroep
84.5
78.7
____________________________________________________________________________
Conclusie • Training van docenten in genredidactiek en beoordeling zorgt voor optimalisering van de implementatie • Succesfactoren: Hoewel leerlingen beter lijken te presteren (observatie), kon dit niet statistisch worden aangetoond. • Kritische factoren: tijdsinvestering en vormgeving leerlingrespons
Onderzoek 3: productieve vaardigheden po: ontwerponderzoek • Koppeling productieve vaardigheden: spreken en schrijven • Tekstsoort: informatief • Genre: rapportage in de vorm van werkstuk en spreekbeurt • Doelgroep: bovenbouw basisonderwijs
Onderzoeksvraag •
Hoe kan het onderwijsleerproces met betrekking tot de taalvaardigheden spreken (spreekbeurt) en schrijven (werkstuk) in het kader van het referentiekader Nederlandse taal en rekenen op referentieniveau 1F (en 1S) in groep 7 en 8 basisonderwijs worden vormgegeven?
Werkstuk • Definitie: schriftelijke uiteenzetting over een bepaald onderwerp op basis van verzameld materiaal (Van Dale) • Communicatief doel: rapporteren • leerdoelen: -Selecteren en verbinden van info uit bronteksten -typische kenmerken van werkstuk herkennen en toepassen bij tekstconstructie
Spreekbeurt • Definitie: Voordracht over een bepaald onderwerp op basis van verzameld materiaal • Communicatief doel: rapporteren • leerdoelen: -Selecteren en verbinden van info uit bronteksten -typische kenmerken van spreekbeurt herkennen en toepassen bij een presentatie
Aandacht voor • Vaardigheid in het vinden en selecteren van beschikbare en benodigde inhoudselementen (Spivey, 2007) • Vaardigheden in het structureren en verbinden van de inhoud (Spivey, 2007) • Kennis van genrekenmerken van werkstuk/spreekbeurt en toepassen daarvan
Tekstkenmerken werkstuk/spreekbeurt • Aanwezigheid van hoofdgedachte (de vraag) • Tekst gebaseerd op feiten • Structuursignalen: temporeel, causaal, tegenstellend
• …
Tekstkenmerken werkstuk/spreekbeurt • Opbouw (werkstuk):
-
(voorwoord) (inhoudsopgave) inleiding hoofdstukken of thema’s ondersteund door beeldmateriaal conclusie en/of nawoord (Bibliografie)
Stappenplan • • • • • • •
Vaststellen onderwerp en vraag Lezen bronteksten Verwerking: Organiseren, selecteren, verbinden Koppelen aan doel en structuur werkstuk en presentatie Schrijven werkstuk Gezamenlijke constructie presentatie Voorbereiden en verzorgen van presentatie
pilot • 2 basisscholen; 3 groepen 7/8 • Lessenserie: kinderarbeid (8 lessen inclusief werkstuk en presentatie)
Eerste bevindingen • Lessenserie is bruikbaar en haalbaar, voor gr. 7 moeilijker dan gr. 8 • Leerlingen vinden informatie selecteren lastig • Competentie leerkrachten schiet tekort: belang leerlingfeedback/samenwerken, sturen op schrijfproces
Meer informatie José van der Hoeven KPC Groep • I: www.kpcgroep.nl, www.nelsis.nl, www.onderwijsinontwikkeling.nl • E:
[email protected] • T: 073 6247218