1
GENEALOGIE VAN DE HEREN VAN NAALDWIJK (Arnold van der Heijden, HAW)
Inleiding. Deze genealogie van de Heren van Naaldwijk kwam tot stand door de inbreng van enkele vrijwilligers van het Historisch Archief Westland. De bedoeling was dit geslacht zo uitgebreid mogelijk te beschrijven met wetenswaardigheden van de individuen en enkele historische gebeurtenissen, die de leden nationaal en internationaal hebben meegemaakt. Immers vele Heren van Naaldwijk [ridders in de middeleeuwen (3)] hebben hun stempel gedrukt op deze streek, maar toch ook elders in het land. Er is naar gestreefd om zo veel mogelijk bronnen en referenties [aangegeven met nummering tussen haakjes ( )] te vermelden, zodat ook later nog bepaalde feiten kunnen worden nagetrokken en gegevens met elkaar kunnen worden vergeleken. Genealogie. De genealogie richt zich op het verzamelen van gegevens met betrekking tot geboorte, huwelijk en overlijden. Met name data van deze gebeurtenissen en de namen van de personen om wie het gaat. Het zal duidelijk zijn dat er in die tijd [we hebben het over een periode van het begin van de 11e tot het midden van de 17e eeuw] weinig documentatie was met exacte genealogische gegevens. Dit betekent dat er altijd vele gissingen en veronderstellingen zijn. Er is getracht door meerdere referenties te raadplegen om toch een zo goed mogelijke inschatting te maken van bepaalde gegevens. Er zijn natuurlijk wel oorkonden, getuigenissen en charters, waarin bepaalde zaken werden geregeld. De interpretaties van deze geschriften verschillen heden ten dage wel eens. Het is opvallend dat ook namen en jaartallen per auteur sterk kunnen verschillen. Vele jaartallen in deze genealogie worden voorafgegaan door circa/omstreeks, waarbij de marges er voor of er na wel 10 jaar kunnen bedragen. Soms wordt het jaartal voorafgegaan door v.; hetgeen betekent vermeld. De personen in die tijd hadden namen, die soms op verschillende wijzen werden geschreven, b.v. Aelbrecht werd ook wel Albert, Floris ook wel Florentius, Hendrik soms Heynric, etc. Plaatsnamen werden vaak afwijkend weergegeven van wat we nu gewend zijn, zoals blijkt uit de volgende opsomming voor de naam Naaldwijk: Tabel 1. Overzicht van de namen, die in de middeleeuwen werden gebruikt voor Naaldwijk (49) Aelstwijck Aelstwijk Aeltwiic Aeltwijc Nadelwich Nadlwiic Nadlwijc Naeldewic Naeldewiic Naeldewijc Naeldtwijck Naelduwich Naeldwic Naeldwiic Naeldwik Naeldwijc Naeldwyc Naeldwijch Naeltwijc Naeltwijck Naeltwyck Naelwijc Naelwyc Naildwiic Naildwijc Naldeuic Naldeuie Naldewic Naldewich Naldhwik Nalduic Naldwic Naldwich Naldwick Naldwiec Naltwic Naltwich Naltwik Naltwijc Naltwyck Nalwict Eigenlijk hadden de mensen alleen een voornaam met – zoals voor de Heren van Naaldwijk – een titel. In principe heette een persoon bijvoorbeeld Hendrik, Heer van Naaldwijk, burggraaf van Zeeland, etc., maar er is besloten om in deze genealogie de personen aan te duiden met [met het voorbeeld in gedachten] Hendrik van Naaldwijk.
2
Literatuur. In loop van de tijd zijn er vele publicaties, boeken en overzichtsartikelen verschenen,waarin het geslacht Van Voorne, Van Heenvliet, en Van Naaldwijk worden behandeld, zoals van de auteurs Janse (3), Kort (5, 7, 45, 59), Dek (18), Ros-de Korte (19), Levelt (31), Hoek (35, 41), Lenselink en Monna (39), Obreen (40) en ’t Hart (42, 46). Zij citeren dan ook weer uit oudere artikelen en/of oorkonden (49). Soms worden echter niet alle gegevens en/of bronnen vermeld, zoals uit onderzoek via andere auteurs en internet blijkt. Ook bestrijden diverse auteurs elkaar, zoals bij het artikel van H. Obreen (40), dat algemeen beschouwd wordt als een belangrijke bron van het geslacht van Voorne. Maar C. Hoek (41) zet diverse kanttekeningen bij de conclusies, die Obreen trekt. Ook bij de behandeling van de oorkonden (b.v. 49f en 49g) worden verschillende standpunten weergegeven. De auteur vindt referentie 74 een redelijk goede bron [site: Royal and Noble Houses of Europe] voor genealogische gegevens [met bronvermelding van binnenlandse en buitenlandse onderzoeksresultaten] van de geslachten, die hier in dit overzicht zijn behandeld. De laatste wijzigingen zijn recent en dateren van 2011 en 2012. Helaas ontbreken de laatste generaties bij het geslacht van Naaldwijk en zijn de ouders van Willem I van Naaldwijk [zie IX.5] niet juist weergegeven [Boudewijn van Naaldwijk [VIII.5] i.p.v. Hendrik I van Naaldwijk [VIII.4] (3, pag. 274)]. Heren van Naaldwijk. Wanneer men zoekt naar de stamvader van de Heren van Naaldwijk dan komt men uit bij graaf Unarch van Nadelwich [ook wordt van Naeldwijc vermeld; geb. omstreeks 1110 (2), vermeld in een grafelijke oorkonde van 1156 (2) als getuige van de Graaf van Holland]. Deze Unarch was één van de getuigen bij de overdracht van een aantal kerken in het graafschap Holland door de abdij van Echternach [Luxemburg] aan graaf Dirk VI, gravin Sofia en hun zoon Floris in ruil te geven voor 120 gemeten [gemet = ruim 0,4 ha] land op Schouwen. Tot die kerken behoorden de door Willebrord gestichte moederkerk van Fleretingha [Vlaanderen] en de daaronder behorende bijkerken van Skie [Overschie] en Harega [het vroegere Kethel]. Unarch had minstens 2 dochters, waarvan de namen niet bekend zijn [aangeduid met NN]. Eén van de dochters [de oudste geboren omstreeks 1140 (2); ze werd wel genoemd als “de erfdochter van Naaldwijk”] trouwde in 1169 in Oostvoorne (2) met Dirk I van Voorne. De andere dochter van Unarch [geb. omstreeks 1150 (2)] trouwde (2, 12) met Floris I de Worth [ook Würth of van Woert (4)]. Via de kinderen van Dirk I van Voorne komen de goederen onder Naaldwijk en ook de titel Heer van Naaldwijk terecht bij de tak Van Voorne. Voor de stamvader van het geslacht Van Naaldwijk komen we dus automatisch uit bij de stamvader van het geslacht Van Voorne. In dit overzicht zullen we in het algemeen nader ingaan op de geslachten Van Voorne, Van Naaldwijk, Van Maerlant en Van Heenvliet. Ook komen de politieke gebeurtenissen uit die tijd [o.a. de Hoekse en Kabeljauwse twisten] aan bod met grote gevolgen voor het geslacht Van Naaldwijk. Tenslotte behandelen we de genealogie van deze tak en geven de belangrijkste zaken per individu afzonderlijk weer. Als er interessante oorkonden of andere documenten bekend zijn, dan nemen we die op bij het betreffende hoofdstuk of bij de betreffende persoon. Met het overlijden van Hendrik IV van Naaldwijk [XIV.2] op 21-04-1496 eindigt de mannelijke lijn van het geslacht Van Naaldwijk. Zijn dochter Wilhelmina en haar echtgenoot Jan III van Montfoort [zie XIV.2.1; † 28-03-1522] zijn de erfgenamen. In 1523 (3, 35, 36) liet Robert I, graaf van der Marck en Arenberg [geb. circa 1467, † 1536] en getrouwd met Machteld van Montfoort [geb. circa 1475, † 1550; dochter van Jan III van Montfoort en Wilhelmina van Naaldwijk, zie XIV.2.1], orde op zaken stellen op de vele goederen, die men
3 van hem in leen hield. Hij bezat hier in het huidige Delfland, namelijk als erfgenaam van de Heren van Naaldwijk een aantal hofsteden [lenen]. Om alles opnieuw in kaart te brengen [mogelijk naar aanleiding van het overlijden van Jan III van Montfoort [XIV.2.1] in 1522] hebben de daarvoor aangewezen klerken deze lenen opgeschreven in een groot perkamenten register, welke 437 folio’s telde. Dit register [in 2 delen gebonden] bevindt zich in het Archief van de Nassause Domeinen (36, 37) [inventaris Hingman nrs. 6524 en 6525]. De gegevens voor deze registratie hebben de klerken gehaald uit de destijds aanwezige leenkamers van Hontsol [Honselersdijk], van Polanen [Monster], van der Made [Loosduinen] en van Wateringe [Wateringen]. De hoge heerlijkheid Naaldwijk kwam in 1418 in bezit van Hendrik III van Naaldwijk en bleef bij dit geslacht tot de laatste telg in mannelijke lijn Hendrik IV van Naaldwijk in 1496 overleed. Maar hoe verging het de hoge heerlijkheid van Naaldwijk verder na 1496? De volgorde van Vrouwe/Heer van Naaldwijk zag er als volgt uit (55): . Wilhelmina van Naaldwijk; 1496-1506 . na de dood van haar moeder: Machteld van Montfoort; 1506-1550 . na de dood van haar moeder: Margaretha van der Marck van Arenberg; 1550-1599 . na de dood van haar moeder: Karel van Arenberg; 1599-1612 . diverse keren confiscatie door de Staten van Holland in de periode 1582-1609 . Frederik Hendrik, prins van Oranje; 1612-1647 [koopakte op 29 mei 1612 ingeschreven; gedagtekend 16 april 1612] . Willem II, prins van Oranje; 1647-1650 . Willem III Hendrik, prins van Oranje; 1650-1702 . Frederik I van Hohenzollern; 1702-1713 . Frederik Willem I van Hohenzollern; 1713-1740 . Frederik II van Hohenzollern; 1740-1754 . Willem V, prins van Oranje; 1754-1806 . daarna achtereenvolgens de regerende leden van de Oranjes De grootte van de heerlijkheid Naaldwijk was 2275 morgen en omvatte 265 huizen (55). De waarde van de heerlijkheid komen we te weten uit de verkoop in 1612 aan Frederik Hendrik, namelijk 360.000 gulden. Juridisch en bestuurlijk viel de heerlijkheid onder het baljuwschap of drostambt van Delfland. De hoge justitie werd uitgeoefend door een baljuw en zeven welgeboren mannen. Noot: 1 morgen is de oppervlakte grond, die men in de loop van een morgen kon ploegen; het bestond uit 600 vierkante roeden [of zes hond] grond of ± 0,85 hectare.
Naast de hoge heerlijkheid had men ook de lage heerlijkheid of ambachtsheerlijkheid. Hierbij een chronologische opsomming van de ambachtheren van de lage heerlijkheid Naaldwijk en enige informatie over nabij gelegen ambachten. Ambachtsheerlijkheid of lage heerlijkheid Naaldwijk J.G. Frederiks beschrijft het ambacht van Naaldwijk vanaf 1330 en gaat verder in op de interacties tussen de geslachten Van Der Woert, Van Naaldwijk, Van Voorne en Van Polanen (92). 1198 De plaats Naaldwijk wordt genoemd in een akte, waarmee Graaf Dirk VII een stuk land schenkt aan de kapel van de St. Mariekerk te Utrecht. Dit land was gelegen te Poeldijk bij Naaldwijk. 1213 Otto, elect [nog niet gewijde bisschop] van Utrecht, vergunt aan de abdij Mariënweerd op haar goed te Naaldwijk een kapel te stichten. Dit klooster Mariënweerd was
4
1217
1326 1330 1340
1342 1379 1403 1456 1474 1504 1539 1545 1589 1612
gelegen in de Betuwe. Het had in de 13e eeuw aanzienlijke inkomsten uit landerijen en tienden in het Westland [o.a. land in Heimond en nabij De Lier]. Graaf Willem I vergunt de abt van Mariënweerd om op zijn land te Naaldwijk 2 hoevenaars (pachters) te plaatsen. In Heimond bezat de abdij een huis en op korte afstand daarvan gelegen een kapel. Graaf Willem III regelt de dienst van de kapel in Heimond. Willem van der Woert, ambachtsheer van Naaldwijk, verklaart dat de abt van Mariënweerd in Naaldwijk land heeft gekocht. Graaf Willem IV vertkoopt het ambacht Naaldwijk, door de dood van Willem van der Woert verstorven aan zijn vader en vervolgens aan hem, aan Diedereik van Brederode voor de duur van diens leven. Graaf Willem IV verkoopt het ambacht Naaldwijk, tot dan in het bezit van Diederik van Brederode, aan diens schoonzoon Jan van Polanen. Hertog Albrecht beleent Jan van Polanen, Heer van der Lecke en Breda, bij de dood van zijn vader, Jan van Polanen, met het ambacht van Naaldwijk. Johanna, Joncvrouwe van der Lecke en Breda, na haar vader Jan van Polanen beleend met het ambacht, huwt met Engelbrecht, Graaf van Nassau. Hertog Philips van Bourgondië beleent de zoon van Johanna, Jan, Graaf van Nassau, met het ambacht Naaldwijk. Na diens dood: Engelbrecht, Graaf van Nassau. Hendrik, Graaf van Nassau. Zijn neef René van Charlons, Prins van Oranje, Graaf van Nassau. Willem van Oranje, na de dood van zijn neef René van Charlons. Zijn zoon Prins Maurits van Oranje, Graaf van Nassau. Door schenking wordt de ambachtsheer: de halfbroer van Prins Maurits, Frederik Hendrik, Graaf van Nassau.
Andere ambachten in de omgeving van Naaldwijk Honderdland Vanaf de bedijking kort voor 1252 is het Honderdland altijd een zelfstandig ambacht geweest. In 1252 wordt door de graaf dit gebied in leen gegeven. Honderdland krijgt dan een ambachtsheer. Naaldwijk Zeker is dat Naaldwijk rond 1284 een ambachtsheer had. De Oude en Nieuwe Broekpolder, die tot de parochie werden gerekend, waren gelegen in het ambacht Wateringen. Opstal In 1378 komt dit ambacht voor onder de naam “vrije heerlijkheid van Willem van Naaldwijk’. Centraal in dit gebied lag de woning van de Heren van Naaldwijk. De naam ‘Opstal’ voor dit ambachtje komt in elk geval al voor in geschreven bronnen uit het begin van de 17e eeuw. Honselersdijk Dit was een klein zelfstandig ambacht rond het huis Honselersdijk. In een specificatie van het leengoed van de Heren van Naaldwijk uit 1543 wordt vermeld, dat de Heer van Naaldwijk de hoge heerlijkheid Honselersdijk met toebehoren in leen houdt van de hofstede van Voorne. Bij de verkoop van de goederen in 1612 is er sprake van de heerlijkheid van Honselersdijk met de hoge, middelbare en lage jurisdictie.
5 N.B. De ambachtsheren van o.a. Honderdland en Naaldwijk waren verbonden door een leenband aan de grafelijkheid. Dit staat niet vast voor de Heren van Opstal en Honselersdijk. Oranjepolder Ook dit gebied wordt vermeld als een aparte heerlijkheid blijkens de verkoopakte, die is opgemaakt in 1751 bij de verkoop van o.a. de heerlijkheden in het Westland door de koning van Pruissen aan Princes Anne als regentes van Prins Willem V. HET GESLACHT VAN VOORNE Het grondgebied (1, 40) waar over de Heren van Voorne hun bewind voerden, bestond uit het eiland Voorne, ten westen de Bornisse, verder de duinstreek van het eiland Goeree en uit Dreischor en Bommenede, beiden nu aan Schouwen vast door inpoldering. Zie Figuur 1 en informatie van de Geschiedkundige Atlas van Nederland (48) en de referenties 1, 5 en 41 om een duidelijk beeld te krijgen. Een achttal aktes (73) geeft inzicht over beleningen, rechten en verkopen tussen de graven van Holland en enige Heren van Voorne [jaartallen 1284, 129[3], 1303, 1310, 1317, 1328, 1337]. Het geslacht Van Voorne omvat een periode van ruim 300 jaar en er waren in totaal 9 generaties bij betrokken. C. Hoek geeft in zijn overzicht over de Heren van Voorne (41) aan dat [alhoewel te bewijzen valt er niets] de Van Voornes een jongere tak van het latere Hollandse gravenhuis zou zijn. Hij heeft verschillende punten, die dit aannemelijk maken. Eén van de eerste Heren van Voorne zou een bastaardkind zijn van Dirk of Floris van Holland (1, 11, 41). In deze genealogie nemen we [net als andere auteurs (1, 11)] aan dat het begin lag bij Hugo I Van Voorne [I, geb. circa 1035; † 1108] en het einde kwam met het overlijden van Machteld Van Voorne [VIII.2.2; † begin 1372] als dochter van Gerard Van Voorne [VIII.2; †1337; achtste generatie]. Men neemt aan dat de laatste erfgename stierf in 1372 (38, pag. 22) en dat de aan Van Voorne leenroerige landerijen in 1372 toevielen aan het grafelijk leengoed (38, pag. 33). Albrecht II Van Voorne [IX.4], zoon van Gerard Van Voorne overleed eerder, namelijk in 1331 in Engeland bij een toernooi. In principe gaat de stamboom van de familie Van Voorne gewoon door, namelijk via de tak Van Naaldwijk [zie verderop]. Noot: Kees Nieuwenhuijsen merkt op (77) dat de naam Hugo tot het jaar 1100 vrijwel alleen in Vlaanderen voorkwam. De eerste Hollandse Hugo’s kwamen voor in 1105 en 1108 en pas later in de 12e eeuw zien we meer Hugo’s in Holland. Volgens hem lijkt het er op of de naam op het eind van de 11e eeuw vanuit Vlaanderen naar het noorden is overgewaaid, dat zou er misschien op kunnen wijzen dat de Heren van Voorne voorouders in Vlaanderen hadden.
Ook het burggraafschap van Zeeland kwam toen in 1372 toe aan de graaf. Lenselink en Monna (39) geven aan hoe het verder gaat met de heerlijkheid Voorne. De heerlijkheid, los gekoppeld van het burggraafschap, werd in 1394 aan Jan, de elect van Luik, in leen gegeven. Na zijn dood in 1425, kwam Voorne aan zijn weduwe Elisabeth van Görlitz, die de heerschappij tot 1433 behield. In dat laatste jaar werd Jacoba van Beieren ermee beleend en via haar kreeg Frank van Borsele de heerlijkheid. Na diens overlijden, in 1470, is Voorne aan Karel de Stoute gekomen. In 1477 werd diens weduwe, Elisabeth van York, Vrouwe van Voorne. Sinds haar dood in 1503 bleef Voorne voor goed aan de grafelijkheid. Het geslacht Van Voorne nam een zeer bijzondere machtspositie in (40) en stond in hoog aanzien in de adellijke wereld. Dit blijkt uit de plaats van vermelding in oorkondes en getuigenlijsten. Ook de huwelijken laten een duidelijk patroon zien, zowel in de dertiende als in de veertiende eeuw. De telgen uit het geslacht waren onder andere burggraaf van Zeeland. Het stamslot van de familie heeft gelegen in Poortvliet [gebouwd door Hugo I en/of Hugo II?], maar werd verwoest tijdens de Loonse oorlog (1203-1206), een strijd, die ontstond om de opvolging van graaf Dirk VII van Holland. In de hierna weergegeven kaart is duidelijk te
6 zien hoe Zeeland in die jaren er uitzag. Ook wordt duidelijk waar Zeeland beoosten Schelde en bewesten Schelde lag. H. Obreen geeft een overzicht van de gebieden, die tot de heerschappij van Voorne werden gevormd (40, Hoofdstuk III, pag. 15-20).
Fig. 1 Overzichtskaart van Voorne en Zeeland in de 13e eeuw. De Van Voorne's hebben zich in de loop der tijden een enorm bezit verworven. Hun voornaamste huis was het Hof van Voorne [gemeente Oostvoorne], waar nu nog de resten te vinden zijn van een burcht, gelegen op een motte [kunstmatig aangelegde heuvel] met daar omheen een grote hof. Tot ongeveer in het midden van de vijftiende eeuw is het slot bewoond
7 geweest; 2 eeuwen later was er niets meer dan een ruïne van over. De burcht zelf is in de voorbije jaren tot meer dan een manshoog weer opgebouwd waardoor het toch mogelijk was om enigszins een indruk te krijgen van de toestand van weleer [te vinden achter het raadhuis van Oostvoorne]. Vanuit het hoofdhuis in Voorne zijn verschillende andere huizen gesticht, zoals: Valckestein, Ravestein, Bleydestein, Leeuwestein, Wielestein en nog andere. Als we de werken van de Van Voorne's bekijken dan is er in de loop der jaren heel wat gepresteerd (5): de kerken, waarvan de heren de begeving hadden, zijn o.a. Oostvoorne, Ouddorp, Rugge, Rockanje, Zwartewaal, Acquoy, de katharijne kerk te Den Briel 2 steden zijn naar voren gekomen: Den Briel en Goedereede in de literatuur zijn vooral de werken van Jacob van Maerlant [o.a. Merlijn] aan Albrecht van Voorne bekend er was weinig geldontwaarding in al die jaren HET GESLACHT VAN NAALDWIJK Als we starten bij Unarch van Nadelwick [1115-1156; IV.1] dan loopt het geslacht van Naaldwijk gedurende 17 generaties door tot het overlijden van Adriaan van Naaldwijk [XX.1] op 5-jarige leeftijd in 1666, dus ruim 500 jaar. De voorouders van de Heren van Naaldwijk zijn de Heren van Voorne, waarvan de genealogie loopt vanaf Hugo I van Voorne [I]. De titel Heren van Naaldwijk loopt vanaf Bartholomeus van Voorne [van Maerlant] van Naaldwijk [V.2] tot en met Wilhelmina van Naaldwijk [XIV.2.1], dochter van Hendrik IV van Naaldwijk [XIV.2]; deze Hendrik IV was de laatste mannelijke telg in het geslacht. Mogelijke woonplaatsen van de “eerste”van Naaldwijks zijn onder andere ’t Opstal onder Naaldwijk, de hof van Honselersdijk, de Breestraat in Leiden en de Torenburg aan het plein in Naaldwijk (64). De Heren van Naaldwijk bemachtigde de eretitel Erfmaarschalk van Holland (1, 65). Door zijn huwelijk was Hugo I van Naaldwijk [VI.3] de eerste, die de titel kreeg en deze functie bleef in het geslacht tot de laatste telg [Adriaan van Naaldwijk XX.1]. De titel bestond niet alleen uit een dienende rol als veldheer voor de graaf van Holland, maar ook een functie als adviseur en raadsheer (1). Schilderijen. Er bestaan in totaal 6 schilderijen [gebedsportretten i.v.m. gevouwen handen] van 5 Heren van Naaldwijk [Hendrik II, Willem II, Hendrik III, Willem III en Hendrik IV] en 1 Vrouwe van Naaldwijk [Wilhelmina van Naaldwijk] (81). Er was ook een portret van Willem I van Naaldwijk in olieverf, maar bij de plunderingen van de kerk en het Huis Honselersdijk in 1572 kwam het schilderij op de brandstapel terecht en is verloren gegaan. Kamerheer Van Hooff wist de andere schilderijen te redden. De personen kunnen worden geïdentificeerd door de inscripties onderaan het schilderij, alsmede met de vermelding van de echtgenoten. De schilderijen staan afgebeeld bij de individuele personen en zijn te vinden op het volgende zoekformulier: (http://memodatabase.hum.uu.nl/memo-is/advancedSearch/newSearch) bij Name Naaldwijk in vullen en bij MeMo Memorial Object ID 571 intypen (94). De schilderijen zijn voorzien van het familiewapen van de familie Van Naaldwijk. Alleen bij het portret van Wilhelmina van Naaldwijk is er een combinatie van familewapens [Van Naaldwijk en Montfoort] gebruikt, hetgeen zeer gebruikelijk is. Opvallend is dat de portretten paarsgewijs [afwisselend links en rechts kijkend] zijn weergegeven (81), waarbij de zonen hun vaders aankijken; behalve bij Wilhelmina die juist wegkijkt van haar vader. Het is
8 mogelijk dat er iets hing of stond tussen de paren (81). Er is onvoldoende bewijs dat de potretten zijn geschilderd door de Meester van Alkmaar [alias Cornelis Buys; reeds overleden vóór 1500], zoals wel wordt beweerd (81). Het eikenhout van het schilderij van Hendrik IV [82,0 x 56,5 cm] is in Hamburg dendrologisch onderzocht [correspondentie tussen Rijksmuseum en Dhr. P. Smit van het Historisch Archief Westland]. Onder voorwaarde van de splinthout statistiek voor Oost Europa levert een vroegste bewaardatum van genoemde bomen op vanaf 1491, meer waarschijnlijk een datum tussen 1495 en 1501. Bij een formaat van 15 splinthout jaarringen en een minimale bewaartijd van het hout van 2 jaar zal het vermoedelijke ontstaan van het schilderij vanaf 1499 zijn. Familiewapen en gemeentewapen. Het familiewapen van de Van Naaldwijks laat een rode klimmende leeuw zien, staande op de achterpoten en met de voorpoten klauwend (24). Het wapen is te vinden op de vijf schilderijen van leden van het geslacht [zie bij Schilderijen], op een balk tussen het koor en schip in de kerk aan het Wilhelminaplein van Naaldwijk; in het tympaan van de voorgevel en op de gebrandschilderde ramen op de begane grond van het voormalige raadhuis op de hoek Herenstraat/Wilhelminaplein van Naaldwijk en ook op lakzegels (24). De leeuw heeft in de laatgotische uitvoering vier nagels en de staart naar buiten gebogen, terwijl in de gotische stijl de leeuw slechts met drie nagels, zonder tong en met de staart naar binnen gebogen wordt afgebeeld. Het gemeentewapen van Naaldwijk is ontleend aan dat van de Heren van Naaldwijk. Op 24 juli 1816 is het gemeentewapen door de Hoge Raad van Adel vastgesteld met de volgende omschrijving: ‘van zilver, beladen met een klimmende leeuw van keel (=rood), getongd en geklaauwd van lazuur (=blaauw)” Alhoewel de omschrijving in 1955 is gewijzigd [geklaauwd moest worden vervangen door genageld] heeft dat niet geleid tot een hernieuwde vaststelling bij koninklijk besluit. In 1997 heeft het gemeentebestuur verzocht het gewijzigde wapen vast te stellen (24). Ook werd het verzoek gedaan om boven het gemeentewapen een kroon te mogen plaatsen, dit ter gelegenheid van 800 jaar Naaldwijk in 1998 (24).
Familiewapen
Gemeentewapen
Het burggraafschap van Zeeland. Volgens Lenselink en Monna (39) moet het burggraafschap van Zeeland begonnen zijn vanaf 1204 (zie ook 96). In de 12e tot de 14e eeuw is Zeeland voortdurend het onderwerp van
9 onenigheid tussen de graven van Holland en Vlaanderen. In het algemeen beschouwde men het burggraafschap als een nevenfunctie. In de eerste plaats was hij Heer van Voorne en in de tweede plaats pas burggraaf van Zeeland. De heerlijkheid Voorne was verreweg het belangrijkste. Als we een aantal kenmerken van de burgraaf moeten samenvatten dan komen we tot de volgende opsomming: Negatief: de burgraaf had geen grafelijke burcht, hij had geen militaire bevoegdheden, ook geen rechtspraakfunctie; zijn status ontleende hij aan zijn eigen bezit Positief: hij was een executief ambtenaar, met een groot ambtsgebied, hij had middelen om de rust in het land te waarborgen. Een overzicht van de burggraven van Zeeland: 1. Hugo V van Voorne; IV.1.1; † circa 1216 2. Dirk II van Voorne; V.1 [broer van Hugo V]; † 1228 3. Hendrik van Voorne; VI.2; † 13-03-1259 4. Albrecht van Voorne; VII.2; † 1287 5. Gerard van Voorne; VIII.2; † tussen 21-08-1336 en 30-09-1337 6. Machteld van Voorne VIII.2.2 † 1372 en Dirk IV van Valkenburg VIII.2.2 † 19-07-1346 HET GESLACHT VAN HEENVLIET Over het geslacht en de heerlijkheid van Heenvliet zijn diverse overzichten en beschrijvingen gepubliceerd (18, 19, 29, 42, 44-46, 59). Aangenomen wordt dat rond 1230 Hugo I van Voorne [VI.1] de eerste heer van Heenvliet werd door belening van Heenvliet door Dirk II van Voorne [V.1]. Het geslacht loopt dan door tot het overlijden van Jan van Heenvliet [XII.2] omstreeks 1500, dus 7 generaties over een periode van ruim 250 jaar. De genealogie gaat daarna verder via het geslacht van Cruiningen en van Naaldwijk. De heerlijkheid Heenvliet [andere spellingen: Heynvliet {Heyn = grens, afscheiding}, Heemvliet, Henvliet] werd begrensd in het Noorden door Zwartewaal en de Maas, in het Oosten door de rivier de Bernisse, in het Zuiden door de heerlijkheid Abbenbroek en in het Westen door het land van Nieuwen Hoorn en Oud-Hellevoet (46). G. ’t Hart (46) beschrijft uitvoerig de geschiedenis van het gebied met gewapende conflicten tussen Holland, Zeeland en Vlaanderen. G. Ros – de Korte (19) heeft in haar studie 7 hoofdstukken gewijd aan het geslacht van Heenvliet, zoals een historisch overzicht, de literatuur, de Heren van Heenvliet in de periodes 1254-1365 en 1365-1429, en de Heren van Heenvliet van Cattendijk in de periodes 1351-1411 en 1411-1500. Enkele gegevens uit de laatste 2 studies zijn hier in dit overzicht geciteerd. De familie bezat in en rond Heenvliet in de loop van de jaren een aantal huizen van internationale allure (44). Er zijn opgravingen verricht in 1967 om duidelijkheid te verkrijgen over de bouwfasen en de inrichtingen. Het betreft hier Het Huis te Heenvliet met grote torens [kasteel Ravestein (72); een donjon met gracht], kasteel Bleydestein en de huizen Blickstein, Wielestein en Leeuwesteyn (44). In de loop van de jaren is de grootte van de heerlijkheid Heenvliet onderhevig geweest aan schommelingen ten gevolge van bedijking en aanvallen van het water. Hier volgen enige getallen (46) in de periode 1548-1789: 1548 2084 gemeten 108 roeden 1589 2186 gemeten 183 roeden 1662 2039 gemeten
10 1789 2252 gemeten Noot: 1 gemet = o.4 ha = 4.000m2; 1 roede = 1 are = 100 m2
HET GESLACHT VAN MAERLANT De titel van de Heer van Maerlant komen we maar drie keer tegen, namelijk bij Bartholomeus van Voorne van Maerlant van Naaldwijk [V.2], bij Albrecht van Maerlant [V.2.2] en bij Bartholomeus van Maerlant [V.2.3]. Dus in totaal niet meer dan een periode van 50 jaar over 2 generaties. Maerlant was in feite het havengebied van Brielle. De naamsbekendheid van Maerlant is vooral te danken aan Jacob van Maerlant [geb. Brugse Vrije circa 1225 of 1235 † circa 1300, (1)], beroemd dichter, schrijver en vertaler. In 1260 komt hij vanuit Brugge naar Maerlant en verblijft hier 10 jaar als koster van Maerlant. Hij stond onder protectie van een aantal edelen, zodat hij in alle rust kon schrijven in de volkstaal. Hoekse en Kabeljauwse twisten 1350 – 1490 (1, 78, 96). De Hoekse [Houck] en Kabeljauwse [Cabeljau] twisten [1350-1490; (1)] hebben een belangrijke invloed gehad op het geslacht Van Naaldwijk. Na het kinderloos overlijden van graaf Willem IV van Holland in 1345 bij de slag tegen de Friezen bij Warns ontstond er een conflict over de opvolging. Uiteindelijk kwamen Holland, Zeeland en Henegouwen toe aan zijn zus Margaretha, die getrouwd was met Lodewijk van Beieren. Zij regeerde namens haar minderjarige zoon Willem V. Toen in 1349 Willem V tot graaf werd verheven door zijn moeder, kwamen de meeste Hollandse steden in opstand, verenigd in de groep, die later als “De Kabeljauwen” werden genoemd. De tegenstanders waren “De Hoeken “. Toen de partijen tegenover elkaar kwamen te staan, ontsloeg Willem V [toen 11 jaar !] zijn Hoekse raadgevers en verving ze door Kabeljauwen. De Hoeken gingen naar Margaretha en de oorlog tussen moeder en zoon werd in 1351 een feit. Willem won uiteindelijk in 1354, maar werd in 1358 als krankzinnige opgesloten. Zijn broer Albrecht werd 30 jaar lang een soort regent. De strijd veranderde van karakter, want steden wisselden voortdurend van kamp. Later werd het rustiger, maar de strijd laaiden weer op toen Jacoba van Beieren de enige erfgename werd voor de graafschappen. De Hoeken verdedigden het oude gezag van het Beierse Huis, terwijl de Kabeljauwen als voorstanders van Holland zich eerder als onderdeel van Bourgondië beschouwden. Uiteindelijk hebben de Kabeljauwen het gewonnen. De Heren van Naaldwijk [ook sommige aangetrouwde families] kozen de zijde van de Hoeken, die de strijd uiteindelijk verloren van de Kabeljauwen. Men kan de volgende periodes onderscheiden: Kabeljauwse opstand; periode van 1350 [slag bij Naarden] tot 1359 [beleg van Delft] Jacoba’s veldtocht; periode van 1417 [beleg van Gorinchem] tot 1428 [zoen van Delft] Twisten in de Sticht; periode van 1456 [beleg van Deventer] tot 1483 [beleg van Utrecht] Jonker Fransenoorlog; periode van 1488 [inname van Rotterdam] tot 1490 [slag bij Brouwershaven]. In deze periode braken ook de Arkelse oorlogen (1) uit, waaraan vele Heren uit deze genealogie hebben deelgenomen [1401-1412]. Het conflict tussen de Heren van Arkel en de graven van Holland begon toen Jan V van Arkel niet meer deel wilde nemen aan de acties tegen de Friezen en opstandelingen in het noorden van Holland. De zoen van Delft [vredesverdrag bestaande uit 27 artikelen] werd gesloten op 3 juli 1428 in Delft tussen Filips de Goede en Jacoba van Beieren. De zoen verwijst naar het gebruik in de middeleeuwen waarop men een conflict beëindigde: en plein public zoenen de strijdende partijen elkaar (66).
11
Toen de twisten uitbraken was Willem II van Naaldwijk [XI.3] nog minderjarig en hij bekende pas in 1391 kleur door de zijde van de Kabeljauwen te kiezen. Dit was echter in de familie een eenmalige keus, want later kiezen alle leden van de familie van Naaldwijk [en de aangetrouwde families] de Hoekse zijde. Enige leden uit de genealogie, die in het bijzonder betrokken waren bij de strijd en bij andere gevechtshandelingen: 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Jan II van Heenvliet [IX.3] gaf Margaretha van Beieren toestemming gebruik te maken van Bernisse [waterweg de Bornes (96)] om een Engelse invasievloot te laten landen in de strijd tegen haar zoon Willem V van Holland; slag bij Zwartewaal, 3-5 juli 1351. Anders zou de Engelse vloot eerst vanaf de Noordzee de hele Maasmond tegen de stroom in moeten opvaren (96) Machteld van Voorne [VIII.2.2] steunde echter Willem V bij de slag bij Zwartewaal (20). Hugo IV van Heenvliet [X.2] huurde schepen en manschappen voor de strijd tegen de Friezen [1395, 1409], was ook actief in de Arkelse oorlogen [1405, 1407]. Jan van Heenvliet [X.4]; Hoeks edelman, actief bij Arkelse oorlogen, Friese waddenkust [1409], de Vecht en in Utrecht. Jan van Heenvliet [XI.1]; beleg van Hagestein en Everstein; Woudrichem in 1407; juni 1398 tegen Friezen. Hendrik III van Naaldwijk [XII.3] deed vooral mee in de Arkelse oorlogen (1). Willem III van Naaldwijk [XIII.2]; verdediging van Monnikendam tegen Kabeljauwen Adriaan van Naaldwijk [zie onder Noot bij XIV.1.4] sneuvelde bij de verrassende inname van Hoorn in 1482. Hendrik IV van Naaldwijk [XIV.2] nam deel met een legertje van 6 ruiters en 14 man voetvolk in 1476 (3). Jan III van Montfoort [XIV.2.1; getrouwd met Wilhelmina van Naaldwijk]; betrokken bij het beleg van Montfoort in 1483. Jan van Naaldwijk [XV.1]; vele krijgshaftige verrichtingen (1, 32, 56); o.a. de bestorming van Schoonhoven in 1488 en de verovering van Rotterdam, mislukte aanslagen op Schiedam, Leiden en Gouda, slag op de Lek in 1489, scheepstrijd bij Brouwershaven [1490], plundering van Wijk op Zee, veroveringen van Texel en Wieringen, vergeefse veroveringen van Hoorn en Enkhuizen, kaas- en broodvolkconflict in 1492.
Ambachten en heerlijkheden Het graafschap Holland bestond in de middeleeuwen uit steden en dorpen. De laatste werden ambachten genoemd. Ambacht was ook de gewone benaming in de middeleeuwen van een beroepscoöperatie. De graaf van Holland kon zijn gebied niet alleen besturen en daarom gaf hij een deel van zijn bevoegdheden in leen uit aan de adel, die dat op zijn beurt soms weer in achterleen uitgaven. De adellijke heren kregen op die manier rechten in de ambachten. Zo'n geheel aan rechten werd een "heerlijkheid"genoemd en de heren kregen de titel van ambachtsheer. Wanneer ook het uitspreken van de doodstraf tot de rechten behoorde, was er sprake van een hoge heerlijkheid en droeg de edelman de titel Heer. Noot: Onbetwiste adel bestond pas als vier generaties op adellijke wijze hadden geleefd.
Functies en titels in de middeleeuwen.
12 In de middeleeuwen was de ridder iemand, die behoorde tot de stand van de bereden militairen. Men werd in de ridderstand verheven via de ridderslag, een slag in de hals met het plat van de zwaard. In Nederland behoorde de ridder tot de laagste stand van de adel (3). De schildknaap was een edelknaap in dienst van een ridder. Zie onder VIII.2 hoe Gerard van Voorne optrad als schildknaap van Floris V. De drager van de titel burggraaf (39, 71) duidde in de vroege middeleeuwen op een militaire bestuursfunctie en was in feite vergelijkbaar met een bevelhebber van een garnizoen. De adellijke titel burggraaf was lager dan graaf, maar hoger dan baron. Later werd de functie langzamerhand tot een erfelijke functie met minder betekenis. In deze studie komen we vele burggraven tegen, met name voor Zeeland en wel vanaf Hendrik van Voorne [VI.2] (39). Baljuw was de benaming voor de ambtenaar, die de vorst vertegenwoordigde in de steden en in landelijke gebieden (1, 101). De meeste baljuws [soms ook drost genoemd] behoorden tot de kleine landadel. Op alle gebieden waren zij vertegenwoordigers van de graaf en de verdedigers van zijn rechten. De baljuw was ook een financieel ambtenaar: de inkomsten, die hij boekte voedden in aanzienlijke mate de grafelijke schatkist. Sedert 1247 komen er in Zeeland baljuws voor (39). In de genealogie is per persoon aangegeven of ze baljuw waren en in welke periode (zie ook 101). Meer algemene informatie over het baljuwschap in het algemeen is te vinden in het boek van Van den Arend (101). De Naaldwijkse baljuws werden benoemd door de Van Naeldwijcks en hun afstammelingen, die de hoge heerlijkheid bezaten. Schout was een lokaal ambtenaar belast met bestuurlijke en gerechtelijke taken en het handhaven van de openbare orde. Vergelijkbaar met de functie van de huidige burgemeester.
13 GENEALOGIE Generatie I I. Hugo I van Voorne; geboren omstreeks 1035 (11) [of circa 1045 (43)] en overleden in 1108 tussen 26 juni en 11 augustus. Er is natuurlijk weinig documentatie bekend van deze stamvader, Heer van Voorne en leenman van de graaf van Holland (14). De vader en moeder zijn onbekend. In 1108 treedt tweemaal een Hugo van Voorne op als getuige in oorkonden van bisschop Burchard van Utrecht (7, 49). De wetenschappers (5, 6) zijn het er niet over eens of het hier vader en zoon, dan wel twee neven betreft. Hugo I van Voorne trouwde omstreeks 1080 met Badeloge NN [geb. circa 1050 of circa 1040 (11)]. Opvallend is een consequent verschil van 10 jaar tussen opgegeven geboorte data van de verschillende auteurs/wetenschappers. Uit dit huwelijk: 1. Hugo II van Voorne; geboren circa 1085 [of 1065 (43)] [volgt II.1] Generatie II II.1 Hugo II van Voorne; geboren als zoon van Hugo I van Voorne en Badeloge NN [zie I.1] circa 1085 [ook 1065 (43) wordt vermeld] en overleden omstreeks 1135. Hij was Heer van Voorne, leenman van de graaf van Holland (11) en hij staat vermeld in 2 oorkonden (49, zie ook onder I). Hij trouwde met een onbekende vrouw NN omstreeks 1110; die omstreeks1157 overleed. Uit dit huwelijk: 1. Hugo III van Voorne; geboren in Calloo [België] circa 1108; ook 1090 (43) [volgt III.1] Generatie III III.1 Hugo III van Voorne; geboren in Calloo [België (1); ook Utrecht wordt gemeld (74)] circa 1108 [ook gemeld wordt circa 1100 (12, 74) en 1090 (43)] als zoon van Hugo II van Voorne en een onbekende partner NN [zie II.1]. Hij was Heer van Voorne en leenman van de graaf van Holland en/of van de bisschop Burchard van Utrecht. Hugo III [bloedverwant van de graven van Holland; zie referenties geciteerd bij (11)] trouwde omstreeks 1130 (12) met Hadewich Florijsdochter van Holland, een buitenechtelijke dochter van graaf Floris II de Vette van Holland. Hadewich werd geboren circa 1110 [ook mogelijk na 1115 (12)] en is overleden na 1157 (11) [het zou ook Adewij de Voren of de Vorensis (12) uit abdij Ter Doest geweest kunnen zijn; haar moeder zou zijn: Gertrude de Lorraine {von Oberlotharingen}, geb. 1081; † 23 mei 1144]. Hugo III overleed vermoedelijk kort voor het jaar 1157 (11, 12). Uit dit huwelijk zijn tenminste 3 zonen geboren: 1. Hugo IV van Voorne, geb. Oostvoorne circa 1138 (9, 74); vermeld 1167-1189 (12). Hij trouwde met een onbekende vrouw [NN] en uit deze relatie werd een dochter geboren [NN van Voorne], die later trouwde met Jan Persijn [hij noemde zich later Jan van Putten (68)], [geb. 1170; † 20-09-1224]. In 1174 overleed Floris I van Voorne [III.1.2] en Hugo van Voorne verdeelde toen zijn bezit met Dirk I van Voorne [III.1.3]. Dirk kreeg de heerlijkheid Voorne, terwijl Hugo zelf het deel langs de Striene met de parochie Putten (12) in leen van Dirk overnam; dus de eerste heer van Putten (68). Hugo overleed in april 1189 tijdens de derde kruistocht (12). Toen erfde zijn dochter de heerlijkheid Putten, de gebieden rond Poortugaal en de Geervlietse tol (68).
14 2. Floris I van Voorne, geb. Oostvoorne circa 1143 (9, 74) [ook andere jaartallen worden genoemd; zoals 1137 (4)); vermeld 1156-1174 (12, 18)]. In het algemeen wordt aangenomen dat hij in 1162 trouwde met Aleid van Herlaer (12). Hij liet samen met zijn broer Dirk de burcht van Voorne bouwen [zie hiervoor onder het hoofdstuk Het geslacht van Voorne]. In 1167 bij het verdrag te Brugge van graaf Dirk VI van Holland met Vlaanderen en in 1173 te Ieperen, trad hij op als vazal van de graaf en als getuige. In 1156 werd Floris als belender genoemd van goederen door graaf Dirk VI van Holland aan de Luxemburgse abdij Echternach geschonken. Floris was Heer van Voorne en overleed in 1174 [na 3 oktober, zie IV.1]. Het is onbekend of er nakomelingen waren. 3. Dirk I van Voorne, geb. Oostvoorne circa 1145 [volgt IV.1] Generatie IV IV.1 Dirk I van Voorne (4); geboren Oostvoorne omstreeks 1145 (9, 74) [ook de jaren 1130 (2) en 1135 worden genoemd (5)], overleden in 1190 [ook vóór 04-1189 (2)]; vermeld 11741188 (18) en 1156-1189 (2). Hij trouwde omstreeks 1160 [ook 1169 (2)] met Jkvr. NN van Naaldwijk [oudste dochter van Unarch van Nadelwick]; geb. omstreeks 1140 (2); titel jonkvrouwe, erfdochter van Naaldwijk (2). Noot: Referentie 74 meldt deze relatie niet.
Dirk I is een zoon van Hugo III van Voorne en Hadewich Florijsdochter van Holland [zie III.1] en is vernoemd naar de graaf Dirk IV van Holland, een halfbroer van zijn moeder en hij voerde als wapen een gouden aanziende leeuw op rood (1). Dirk liet samen met zijn broer Floris I de burcht van Voorne bouwen [achter het stadhuis te Oostvoorne]. Op 3 oktober 1174 (12) wordt Dirk I van Voorne vermeld als getuige van graaf Floris III (18) met zijn broer Floris I van Voorne, die hij in 1174 als Heer van Voorne opvolgt. Dirk I van Voorne is ridder, Heer van Voorne [van 1174 tot 1189], Heer van Zierikzee (18) en burggraaf van Zeeland [geërfd van zijn broer Hugo IV]. Uit dit huwelijk 5 kinderen: 1. Hugo V van Voorne;[in documenten soms Huge van Vorne]; geb.Oostvoorne circa 1170 (74) [ook circa 1160 (2)], † circa 1216 (74); v. 1220 (49 e). Hugo was burggraaf van Zeeland, Heer van Voorne en ridder in 1200. Hij was niet getrouwd, dus geen nakomelingen bij deze tak van Voorne. Hugo werd in diverse documenten genoemd (4), een opsomming hiervan als volgt: - in een stuk voor 1190 als getuige van graaf Floris III van Holland [overleden 1190], vermeld als “Hugo domicellus de Forren” - is tot de dood van graaf Dirk VII [overleden 04-11-1203] steeds een van zijn getuigen - hij krijgt in 1200 van het kapittel van Oud-Munster te Utrecht de goederen te Poortvliet op Tholen in erfpacht (49 b) - als vazal van graaf Willem I van Holland in 1213 naar Nijmegen vergezeld, toen Willem door keizer Otto IV met het graafschap Holland werd beleend (40) - in 1203 vermeld bij een schenking aan de abdij Ter Doest, waarvan hij “advocatus”was - tijdens de Loonse oorlog van 1203 tot 1206 (1) koos Hugo de zijde van Ada van Holland en Lodewijk II van Loon tegen Willem van Friesland bij de troonsopvolging van graaf Dirk VII van Holland - in oktober 1206 is er een vredesverdrag tussen Loon en graaf Willem I van Holland en worden de rechten van de Heer van Voorne erkend (40) - eind 1204 werd in de Loonse oorlog (96) zijn kasteel te Scarpenes [Scherpenisse] verbrand door Willem van Holland (96), waarna Hugo alles [huis te Poortvliet, aanpalend goed,
15 gepachte tienden] in achterleen zou houden van de markgraaf Philips van Namen, broer van de graaf van Vlaanderen (49 c) - in 1199 doen Hugo en zijn broers Dirk II en Bartholomeus afstand van hun rechten in de visserij van Gescenmunde [Giesenmonde] voor hun zonden en die van hun ouders ten behoeve van het godshuis Sint Mariënweerd (49 a) - Hugo verklaart leenman te zijn geworden van koning Johan van Engeland (49 d) - in 1204 treed er op Schouwen een opstand uit, die leidde tot de aftocht van Hugo (96) - mogelijk werd met Hugo in 1204 het Zeeuws burggravenambt ingesteld (96) 2.Dirk II van Voorne; geb.Oostvoorne circa 1172 [ook circa 1160 (2)] [volgt V.1] 3. Bartholomeus van Voorne, geb. Oostvoorne circa 1174 [ook circa 1170 (2)] [volgt V.2] 4. NN van Voorne; geb. circa 1174. Deze dochter trouwde omstreeks 1190 met Daniël I van der Merwede [geb. 1165, † 1226]; titel: ridder, Heer te Merwede. Hij moet het Danielsambacht in Brielle bezeten hebben als leen van Voorne [(2) het Heer Danielsambacht was in de stad Brielle het zuidelijke deel van de huidige Nobelstraat]. Uit dit huwelijk 3 kinderen: Daniël II, Godschalc en Margaretha. 5. Adelheid van Voorne; geb 1176, † 1220. Zij trouwde omstreeks 1190 met Floris I van der Woerd [geb. 1165, † 1230]. Uit dit huwelijk 3 kinderen: Floris II, Herbaren en Willem I. De familie Van Der Woerd stond evenals het geslacht Van Voorne in hoog aanzien (1,4) en had ook bezittingen in het Westland. Noot: In bron (74) worden niet de gegevens van nrs. 4 en 5 weergegeven, terwijl Dek (18) alleen een zoon vermeldt die trouwde met de dochter van Costijn van Haemstede; verdere gegevens via deze lijn gaan over in het geslacht van Renesse.De accolades in deze genealogie van Dek (18) staan verkeerd [afstamming vanaf Floris i.p.v. Dirk].Volgens bron (2) zou NN van Voorne de naam Adelheid hebben gehad en is Floris I de Worth getrouwd geweest met NN Unarchdr.
Generatie V V.1 Dirk II van Voorne; geb. Oostvoorne omstreeks 1172 [ook 1170 en 1165 (2)], † 31-121228 (2). Hij werd ook als Theodericus (2, 4) of Diederik vermeld en hij was de zoon van Dirk I van Voorne en NN [zie IV.1]. Bij deze tak werden er grote verschillen gevonden bij diverse bronnen t.a.v.: *het aantal kinderen varieert van 2 t/m 6 *de opgaven van de geboorte data verschillen soms meer dan 20 jaar tussen de diverse auteurs * ook de volgorde van de geboortes van de kinderen varieert sterk In dit overzicht zijn de gegevens van een bepaalde bron (74) aangehouden. Dirk II was ridder, Heer van Voorne [vanaf 1216 (18)] en burggraaf van Zeeland [1217 (2, 39)]. Op 03-10-1174 wordt Dirk II van Voorne vermeld als getuige met zijn broer Floris I van Voorne, die hij als Heer van Voorne opvolgde. Er is echter ook een vermelding dat tussen 1213 en 1216 Dirk zijn broer Hugo opvolgt als Heer van Voorne (10). Hij schonk in 1220 zekere goederen aan de abdij Ter Doest, omdat de monniken van de abdij hem geholpen hadden zijn grondgebied, dat geheel ondergelopen was, opnieuw te bedijken. In 1223 verleende hij samen met Floris IV graaf van Holland keuren aan Westkappel en Domburg (10, 40). Op 20 november 1229 schonken Dirk en zijn vrouw circa elf gemet [1 gemet = 0,4 ha] in somerland aan de abdij Ter Doest. Dirk II van Voorne trouwde omstreeks 1187 [ook in 1197 (2) en rond 1205 worden vermeld; er wordt uitvoerig stil gestaan bij de berekening van deze datum (14)] met Alveradis [Alverade, Aleijda] van Kuyc [Cuijck, Cuyck] [geb. Cuijck circa 1170 {ook 1165 (2)}, † 1230; na 1226 (2, 74)], dochter van Hendrik II van Cuyck van Malsen en Sophia van Rhenen. Uit dit huwelijk de volgende kinderen: Noot: Wel werden ook twee opgaven gevonden van de kinderen van Dirk II van Voorne, namelijk Floris van Voorne en Cille van Voorne (2, 5, 11), waarvan in totaal geen gegevens beschikbaar zijn. Cille wordt wel genoemd in één van de regesten [16 augustus 1263; pag. 10, nr.
16 10; (5) met de volgende tekst “Aelbertus, dominus de Vorne, castellanus Zelandie, draagt het leengoed van Symon f. Symonic de Vlaerdinc met diens medewerking over op zijn zuster Cille met de verplichting tot instandhouding van het stenen huis daarop “]. Sommige auteurs vermeldden alleen de geboortes van Hendrik van Voorne en Hugo van Voorne als de kinderen van Dirk II van Voorne, maar anderen meldden ook de kinderen Dirk van Voorne en Albrecht van Voorne. De laatste werd nog wel eens verwisseld met de zoon van Hendrik van Voorne [zie verderop], die ook Albrecht heette. Er wordt aangegeven dat Hendrik de oudste zoon zou zijn, maar omdat de voornaam niet eerder was opgedoken is het waarschijnlijk dat hij niet de oudste zoon zou zijn geweest (14).
1. Albrecht van Voorne; geb. Oostvoorne circa 1199 (2, 74), ook 1210 (14); † circa 1262 (2); ridder 1245-1257 (18). Hij trouwde omstreeks 1250 met Margarethe [Margurite] van Horn [de Hornes] [geb. Horn, Limburg circa 1225 [ook 1230 (14)], † circa 1304 (74)], dochter van Willem van Horn en Heilwig van Altena (15). Het is niet bekend of er nakomelingen waren. 2. Dirk III van Voorne; geb. Oostvoorne circa 1201 (2) [ook na 1197 (14)]; † circa 1275 (2), voor 1281 (74). Hij trouwde met Clementia van Bierbeek [Bierbeke] (14, 74). Uit dit huwelijk: Dirk die Visscher (17). Deze tak [met gegoed te Schouwen, Vekhoek en met in het midden van de dertiende eeuw aangekochte domeinen rond Rotterdam] werd niet verder uitgezocht; er verschijnt een artikel over deze tak in Ons Voorgeslacht. 3. Hugo I van Voorne van Heenvliet; geb Oostvoorne circa 1203 (2) [volgt VI.1] 4. Hendrik van Voorne; geb. Oostvoorne circa 1205 [volgt VI.2] V.2 Bartholomeus van Voorne [van Maerlant] van Naaldwijk; geboren omstreeks 1174 (74) [ook circa 1170 (2)] in Oostvoorne, † 1220 [vermeld 1199-1203 (2, 18)]. Sommige bronnen (18, 74) geven geen verdere gegevens van Bartholomeus. Hij was de zoon van Dirk I van Voorne en NN [zie IV.1] en had de titel Heer van Voorne en maar ook Heer van Maerlant; later komt daar ook de titel Heer van Naaldwijk bij. Hier begint dus het geslacht Van Naaldwijk en men kan Bartholomeus als de eerste Heer van Naaldwijk [stamvader (40)] beschouwen. Bartholomeus verkrijgt bij het overlijden van zijn broer Hugo goederen te Naaldwijk, op Voorne en op Goedereede. Hij heeft in 1220 land in bezit gelegen in Middelland op Voorne en hij bewoonde ook het kasteel Ravesteyn nabij Zwartewaal (2). Het lijkt merkwaardig dat de titel Heer van Voorne gaat naar Bartholomeus, in plaats van b.v. de oudere broers Hugo of Dirk II. Een reden zou kunnen zijn dat Unarch van Naaldwijk toch een zoon met die naam heeft gehad, die vroeg is gestorven. In 1199 deed Bartholomeus samen met zijn broers Hugo en Dirk afstand van de vissersrechten van Gescenmunde (1) ten behoeve van hun zonden [vermeld in 1203]. Hij trouwde omstreeks 1195 (4) met een onbekende dame NN. Ook bij dit huwelijk worden door diverse bronnen verschillende kinderen opgegeven met geboortedata, die ook weer sterk kunnen variëren. Uit dit huwelijk: 1. Hugo I van Naaldwijk; geb. circa 1190 [volgt VI.3] 2. Albrecht van Maerlant; geb. circa 1192 [ook 1190 (2)]. Verdere gegevens van Albrecht van Maerlant ontbreken. 3. Bartholomeus van Maerlant; geb. circa 1195 [ook 1190 (2)]. Bartholomeus is overleden omstreeks 1230, ongeveer 40 jaar oud (2); getuige 29-06-1220 (18). Kind van Bartholomeus uit een onbekende relatie NN: Hadewig Bartholomeusdr van Maerlant; zij trouwde met IJsbrandt van der Made, ridder; uit deze relatie Bartholomeus IJsbrandtz van der Made, patroon en stichter van de oude kerk te Delft in 1268 (2). Hadewig overleed omstreeks 1250 (2). Noot. In een aantal publicaties komt het voor dat Dirc van Brederode wordt opgevoerd als kind van Barthlomeus. Dit is echter hoogst waarschijnlijk onjuist: deze Dirc van Brederode was in feite Dirk van Teijlingen en zoon van Willem van Teijlingen (1). Dirc werd wel de eerste Heer van Brederode genoemd en kreeg uit het huwelijk met Alveradis van Heusden een zoon Willem, die later trouwde met Hillegonda van Voorne [zie VI.2.3].. Soms zijn er geen verdere gegevens van Bartholomeus dan alleen zijn geboorte. (74)
17
Generatie VI VI.1 Hugo I van Voorne van Heenvliet; geb. Oostvoorne circa 1203 (74) [ook 1210], † vóór 25-06-1277 [ook tussen 1267 en 1271 (46), of 1271 (18)]; zoon van Dirk II van Voorne en Alveradis van Kuyc [zie V.1]. Hij was de stamvader en eerste Heer van Heenvliet want op 20 november 1229 beleent Dirk Heer van Voorne zijn zoon Hugo Heenvliet en kent hem een renteleen van 30 mark per jaar toe uit de bede van Walcheren. Veel informatie over de genealogie van het geslacht Van Heenvliet en andere wetenswaardigheden zijn te vinden in de volgende referenties (18, 19, 29, 42, 44-46). In 1229 machtigde hij mede de akte voor zoutwinning in Oosthoek. Hugo, broer van Heer van Voorne deed in 1253 afstand van zijn rechten in de heerlijkheid Voorne. Hij kreeg op 31 december 1253 van zijn broer Hendrik, Heer van Voorne, bevestiging van zijn belening met de hoge heerlijkheid Heenvliet, met inbegrip van ambacht en hoge en lage ban, zoals hun vader, Dirk, Heer van Voorne, hem die gegeven had. Hugo van Voorne schonk op 17 maart 1258 land aan de hospitaalbroeders van St. Jan. Hugo beloofde in 1271 samen met zijn broer Dirk van Voorne en zijn neven Albert, Heer van Voorne en diens broer Floris, geen wraak te zullen nemen voor de dood van Hendrik van Cuijk, Heer van Herpen, en de gevangenschap van diens zoon Albert van Herpen. Als gemeenschappelijke noemer van deze vier Van Voornes viel Dirk van Voorne en Alveradis aan te wijzen en de verwantschap tot de Heren van Herpen moest via haar tot stand zijn gebracht (13). Hij trouwde met Justine van Heeze [Haze] Reyersdochter [geb. Oostvoorne circa 1220 (74), † vóór 17-03-1258 (19, 74)], dochter van Reinier van Heeze of Herebertus, Heer van Heeze en NN van Heusden. Uit dit huwelijk: 1. Elisabeth [Elizabeth (67)] van Voorne; geb. Oostvoorne omstreeks 1250 (74). Zij trouwde met Hugo Gouwer van Koudekerke, ridder (74). Deze Hugo was leenman van de Vlaamse graaf, maar ook zeerover in de Zeeuwse wateren (19). Uit dit huwelijk Justine, die later trouwde met Dirk, burggraaf van Leiden, afkomstig uit de tak Kuyc (3) en later met Jan Aelman, bastaardbroer van Graaf Willem IV. Noot: Maurijn I van der Does zou de echtgenoot van Elizabeth zijn (67).
2. Dirk van Voorne; geb. Oostvoorne circa 1254; † 1288 of 1289 (74) of voor 08-11-1291 (18); ridder, Heer van Heenvliet en opvolger van zijn vader in 1271. Hij trouwde in 1277 met Elisabeth van Colleghem, Heer Colins Buchs dochter [een lijftocht van 100 Leuvense ponden per jaar, verzeker op 44 gemet tienden te Heenvliet en 8 pond 6 schellingen uit het schot van Heenvliet (19)]. Er is een melding dat Dirk overleed vóór 1287; in 1288 of 1289 (74); het huwelijk bleef kinderloos (46). Zijn weduwe hertrouwde met Wouter van Wineghem (19) [Winnehem (42, 46)] en zij deed op 8 november 1291 afstand van alle eisen, die ze had in Voorne en Holland ten bate van de jongere broer Hugo (19). 3. Hugo II Vornekine van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1257 [volgt VII.1] Noot. In veel publicaties wordt alleen Hugo Vornekine als kind vermeld, maar in andere uitvoerige studies (16, 17, 74) werd de genealogie verder uitgezocht.
VI.2 Hendrik van Voorne; geb. Oostvoorne circa 1205 (2) [ook uiterlijk 1211 wordt vermeld (een uitvoerige discussie over deze datum zie (14)], † 13 maart 1259. Hendrik was de oudste (14, blijkt uit oorkonde van 1220) zoon van Dirk II van Voorne en Alveradis van Kuyc [V.1]. Hij was Heer van Voorne en burggraaf van Zeeland (2), vermeld tussen 1229 en 1259 (18). Hendrik kocht tussen 1247 en 1256 van graaf Willem II, de dijkzate van de uit het einde
18 van het derde kwart van de twaalfde eeuw daterende inlaagdijk ten noorden en oosten van het latere Rotterdam (2, 14). Op deze dijkzate, die sedert de aanleg omstreeks 1240 van de dam in de Rotte ter plaatse van de Hoogstraat te Rotterdam, tot droge dijk was geworden, liggen een aantal door de Heren van Voorne en Polanen uitgegeven lenen. Een ruiterzegel van hem d.d. 10-10-1258 berust in het archief van de Duitse Orde te Utrecht. In 1235 blijkt dat Hendrik de leenheer is van Nicolaas van Putten, Heer van Putten en Strijen (14). Hendrik behoorde tot de naaste medespelers van Willem II, graaf van Holland en Zeeland, die in 1247 tot Roomskoning van het Duitse Rijk was gekozen. Op 28 januari 1256, in een strafexpeditie tegen de Westfriezen bij Hooghoud, werd Willem II door de Westfriezen gedood, nadat hij met zijn paard en al door het ijs was gezakt en door zijn volgelingen in de steek werd gelaten. Deze gebeurtenis werd destijds en nog eeuwen later als een catastrofe ervaren en dit zal niet in het minst gelden voor Hendrik van Voorne, die deelde in de glans van de positie van Willem II en deze op zijn reizen als Roomskoning vaak vergezelde. Hij trouwde in 1231 (14, 18) met Catharina van Peteghem Cysoing [geb. Petegem, Oost Vlaanderen, circa 1210 (2, 74), † circa 1260], dochter van Jan III van Cysoing en Maria van Bourghelles. Uit dit huwelijk: 1. Ermgard van Voorne; geb.Voorne circa 1230; † 25 februari 1318. Zij zou getrouwd zijn geweest [volgens oudere bronnen] met Jan II van Arkel [† 27 maart 1297 bij de slag van Vronen]. Andere bronnen zeggen dat Jan II trouwde met Bertroud van Sterckenborch of Margaretha van Altena. 2.Cibilie van Voorne; geb. circa 1231; de afstamming staat ter discussie; zij trouwde met Wolfaert van Borselen (40), Heer van Borselen. 3. Hillegonda [ook Hildegonde (67, 74)] van Voorne; geb. Oostvoorne circa 1232 [ook 1230 (2)]. Hillegonda is overleden op donderdag 5 april 1302 (18, 74) in Renesse en zij is begraven in de Brederodekapel van de Engelmunduskerk te Velsen. Hillegonda trouwde tweemaal; 1e keer voor de kerk in 1248 te Oostvoorne met Costijn II van Renesse (18), Heer van Geervliet, Moermont, Haamstede en Renesse, geb. Renesse circa 1220, † 20-08-1289 [kinderen uit dit huwelijk: Jan, Hendrik, Costijn, Dirk, Wouter en Ida van Renesse (74)] en 2e keer voor de kerk [na 1255] te Renesse met Willem van Brederode (18, 67, 74), Heer van Brederode, geb. Slot Brederode circa 1226, † 03-06-1285 (18). Uit het laatste huwelijk 3 kinderen: Dirk II, Aleid en Floris [Rikaird (74)] van Brederode. 4. Floris van Voorne; geb. Oostvoorne circa 1234 [ook 1233 (2)]. Op 1 mei 1261 trad Floris op met zijn broer Albrecht [Albert] en op 17 augustus 1271 zegelde hij samen met hem. 5.Margaretha van Voorne; geb. Voorne circa 1235 [ook 1230 (2)]. Margaretha is overleden omstreeks 1270. Zij trouwde omstreeks 1250 met Hubert II van Bosinchem [ook Hubert de Schenk van Bosinchem en Hubert van Beusinchem; Huibert Heer van Culemborch (40)], uit dit huwelijk 3 kinderen: Hubert, Dirk Splinter en Zweder van Beusichem. 6. Dirk van Voorne; geb. circa 1237 in Oostvoorne (2). Vermeld in 1290; verdere gegevens ontbreken. 7. Albrecht [Albert] van Voorne; geb. Oostvoorne circa 1241 [ook 1235 (2)]. [volgt VII.2] Noot: Bron 74 geeft alleen de kinderen Hillegonda, Floris, Dirk en Albert aan, terwijl bron 2 aangeeft Hillegonda, Margaretha, Floris, Albrecht en Dirk.
VI.3 Hugo I van Naaldwijk; geb. circa 1190 [ook 1195 (2, 76)], † 1262 [op de feestdag van Sint Katharina: 25 november; ook 1271 (42, 59) en na 1261 (2); vermeld 1220-1258]; de zoon van Bartholomeus van Voorne [van Maerlant] van Naaldwijk en onbekende dame NN [zie V.2]. Hugo werd in de ridderstand en tot maarschalk verheven [1220-1261];“mareschal de Northollande” [ook “erfmairscalck van Hollandt”] (3), erfmaarschalk van Noordholland [ongeveer het tegenwoordige Zuid-Holland]. Hij had in 1220 bezit in Middelland op Voorne, werd vermeld in 1220 bij transport te Dirksland en als getuige in 1223, 1225, 1226, 1229 en
19 1230 (2, 10, 76). Verder bezat Hugo goederen te Naaldwijk en Zwartewaal. Hij trouwde omstreeks 1220 met NN Erfdochter van Velsen [geboren circa 1200 (2)]; daardoor verwierf hij ook de heerlijkheid Velsen en het bos Schoonhoven bij Velsen. Door het huwelijk kwam ook de titel erfmaarschalk in de familie. Met Hugo gaat de familienaam Van Voorne vanaf 1220 definitief over in Van Naaldwijk. Geen vernoeming naar Zwartewaal, waar hij ook een landgoed had. Uit het huwelijk met NN van Velsen [Noot: mogelijk ook nog een zoon Willem]: 1. Hugo II van Naaldwijk; geb.Zwartewaal circa 1220 [volgt VII.3] Noot: In sommige publicaties worden nakomelingen van Hugo II [zie VII.3.1 t/m VII.3.5] samen met Hugo II vermeld als nakomelingen van Hugo I (10); in oudere bronnen worden geen opgaven van Hugo II gevonden (18).
Generatie VII VII.1 Hugo II Vornekine van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1257; † vóór 03-12-1307 (19), als zoon van Hugo van Voorne van Heenvliet en Justine van Heeze [zie VI.1]. Hij volgde zijn broer Dirk van Voorne op [VI.1.1] en was in 1277 getuige toen zijn schoonzuster door zijn broer heer Dirk gelijftocht werd (19). Hugo Vornekine werd zeer waarschijnlijk voor 1287 Heer van Heenvliet (19). Weduwe Elisabeth van Colleghem van Dirk van Voorne [VI.1.1] stond al haar rechten, die zij had in Voorne en Holland af aan Hugo Vornekine in 1291 (19). Hugo regeerde over Heenvliet van 1291 tot omstreeks 1307 (42, 46). Hij trouwde met Geile van Kampen [geb. Kortgene circa 1264, † 1305] en uit dit huwelijk: 1. Hugo van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1287. 2. Jan [Johan] I van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1289 [volgt VIII.1] VII.2 Albrecht [ook Albert] van Voorne; geb. Oostvoorne circa 1241 [ook circa 1235 (14)], † 30-12-1287; begraven Loosduinen januari 1288 (40); zoon van Hendrik van Voorne en Catharina van Peteghem Cysoing [zie VI.2]. Albrecht was een Zuidhollandse edelman, Heer van Voorne, burggraaf van Zeeland en volgde tussen 22-02-1259 en 01-05-1261 (40) zijn vader op, die in 1259 overleed. Hij werd beschouwd als maecenas [beschermer van kunst en wetenschap]. Zo haalde hij [inhuren] een jonge veelbelovende West-Vlaamse auteur naar Voorne [rond 1260]. Deze auteur noemde zich Jacob en na zijn aanstelling Jacob van Maerlant, d.w.z. bewaarder van de boekenkist in de kerk van Maerlant. Maerlant was eerst de haven van Oostvoorne, maar ging later op in het huidige Brielle. Voor Albrecht vertaalde Jacob van Maerlant onder andere Franse versromans [ “Alexanders Geesten”] (63). Rond 1270 ging Jacob terug naar Vlaanderen en schreef er nog een natuurencyclopedie [ “Der naturen bloeme”] en een boek over de wereldgeschiedenis [“Spieghel historiael”]. Vanaf 1261 kwam Albrecht, door het zelfstandig uitvaardigen van oorkonden, in de bronnen voor. Albrecht was in 1268 mede aanwezig bij een bezoek van graaf Floris V aan Brugge. Een ruiterzegel van Heer Albrecht van Voorne [17-08-1271] berust in het stadsarchief van Keulen. In 1277 is er op Voorne een inzamelingsactie voor een nieuwe kruistocht. Albrecht verwierf voor de inwoners van Brielle tolvrijheid, richtte vuurbakens op ter beveiliging van de scheepvaart, verleende aan de kooplieden van Hamburg voorrechten en breidde zijn bezit onder meer uit met Dirksland en delen van Riederwaard (40). Hij ontving van zijn schoonvader Gerard van Luxemburg 100 pond parisis per jaar, wat voortkwam uit de 200 pond jaargeld, die Gerard van Luxemburg ontving uit de tol te Damme van de graaf van Vlaanderen (40). Albrecht van Voorne trouwde twee keer:
20 [1] in 1268 met gravin Aleidis [Aleyda] van Loon [dochter van Arnold III van Loon en Johanna Chiny, eerder getrouwd geweest met Diederik II van Valkenburg (40, 51); † 1268], geboren te Looz, België na 1242 (52), † 1275 (51); [Noot: soms wordt van Looz gebruikt i.p.v. van Loon] [2] op 16 december 1280 met Catharina van Durbuy [ook Catharina van Luxemburg], geboren Luxemburg 1255, † 26 september 1328 (1, 20, 74; ook echter 26-09-1326 (40)); dochter van Gerard van Luxemburg en Mathilde [Machteld] van Kleef (3). Catharina huwde in 1297 (40) met Wolfert van Borselen [† 01-08-1299; Heer van Veere, Zandenburg en Borselen; ook baljuw van Zeeland], hierdoor werd zij een van de prominente vrouwen van dit gebied. Er waren ook speculaties dat zij de minnares zou zijn geweest van de Hollandse graaf Floris V (1, 20, 62). De charmante en geestige edelvrouw Catharina stond bekend als een buitengewone schoonheid en is beschreven door kroniekschrijver Willem Procuratoer (20, 62). Catharina werd ook nog tweemaal weduwe; na de dood van Albrecht van Voorne [in 1287]; schonk Floris V [1254-1296] haar toen de heerlijkheid Teylingen en later werd de machtige Wolfert van Borselen bij een lynchpartij in Delft [Catharina was er getuige van en kon zich ternauwernood in veiligheid brengen] om het leven gebracht. Opgemerkt moet worden dat de machtspositie van Wolfert nog versterkt werd door een huwelijk tussen Gerard van Voorne [zie VIII.2] met Wolferts dochter Hedwig [ook Heilwich] van Borselen. Uit het eerste huwelijk [in (74) worden huwelijk 1 en 2 verwisseld]: 1. Mabelia van Voorne; geb. Oostvoorne vanaf 1273 (1); † 26-02-1313 (1, 74) [ook 1318 (18)]. Mabelia werd begraven in Gorinchem. Zij trouwde in 1293 (1) met Jan III van Arkel; [† 24-12-1324 (1)]. Jan heeft Mabelia in 1305 (1) verstoten. Zij kreeg van haar stiefmoeder voor haar erfenis al het goed dat haar vader had in Poeldijk en werd getocht aan tienden gelegen rond Leerdam. Uit dit huwelijk o.a. Jan IV van Arkel en Mabelia van Arkel. Uit het tweede huwelijk (12): 2. Gerard van Voorne; geb. Oostvoorne 1281 [volgt VIII.2] 3. Hendrik van Voorne; geb. Oostvoorne circa 1281 [volgt VIII.3] 4. Zweder van Voorne; geb. Heenvliet circa 1282; kanunnik, deken en scholaster ten Dom te Utrecht, vermeld tot 1334. 5. Albrecht van Voorne; geb. circa 1284; ridder, later een minnebroeder; † 1318 [ook Albrecht niet vermeld (18)] Noot 1:Er is ook een vermelding van een dochter Elisabeth [Lijsbeth] van Voorne, geb. circa 1290 Noot 2: Uit een andere relatie van Albrecht van Voorne [VII.2]: 6. Nicolaes van Voorschoten; bastaard, die in 1300 van zijn broer Gerard van Voorne de waard in Acquoy in leen kreeg (18)
VII.3 Hugo II van Naaldwijk; geb. Zwartewaal circa 1220 (2) [ook 1215 (1); † circa 1263 (76). Zoon van Hugo I van Naaldwijk en NN Erfdochter van Velsen [zie VI.3]. Hij kwam het eerst voor in 1248, toen Voornse lenen ook op een dochter mochten vererven. In 1253 en 1255 verkocht hij de heerlijkheid Zwartewaal en ook de heerlijkheid Velsen uit de erfenis van zijn moeder (1, 2). Op 22-08-1257 staat hij vermeld als ridder en kocht in 1261 voor 800 pond het goed Holtsole [Huntsele, Honselersdijk], het terrein waar nu de Nederlof staat (2). Het behoorde tot het verdwenen kasteel van Frederik Hendrik. Ook verwierf hij goederen onder Monster, De Lier, Maasland en bij de kapel van Wateringen in 1257 (2, 76). De koop werd in 1261 beklonken met de thans oudst bekende akte uit het archief van de Heren van Naaldwijk (24).
21
Door het afstoten van de goederen in Velsen [het bos Schoonhoven aan zijn vriend Willem uten Hage] en in Voorne werden middelen verkregen om zich definitief in Naaldwijk en directe omgeving te vestigen. De naam van zijn echtgenote is helaas niet bekend. Uit een onbekende relatie de volgende kinderen: 1.Hendrik I van Naaldwijk; geb. circa 1230 [ook vanaf 1245 (58)] [volgt VIII.4] 2. NN van Naaldwijk; geb. circa 1235 [ook 1240 (2)]; † circa 1290 (2); gehuwd circa 1255 te Velsen met Floris van Brederode [geboren circa 1225 (76) [ook 1230] te Santpoort; † na 1296]. Zij bracht bij haar huwelijk o.a. het blok de Doortoghe onder Naaldwijk en goederen te Monster mee (2, 76). 3. Ermengard van Naaldwijk; geboren circa 1250 (2), [ook 1260 vermeld]; † 1310. Gehuwd circa 1290 met Dirk van de Doortoge [van Brederode]; ridder v.1292, Heer van Doortoge, Zegwaard en Zevenhuizen [† 28 januari 1306]. Zij huwde hierna met Willem [Amstel?] van Leiden van Cuijk [burggraaf] op 16 juni 1309 (2). Ermengard en haar man doen afstand van de voogdij over haar dochter tegen betaling van 400 lb. en nog enkele verrekeningen aan haar oom Floris van der Doortoghe (2). 4. Boudewijn [ook Boudijn] van Naaldwijk; geb. circa 1250 [volgt VIII.5]
Generatie VIII VIII.1 Jan [Johan] I van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1289 (74); † tussen 10 mei 1344 en 27 maart 1345 (19) [vóór 27-03-1345 (74)]; v. 03-12-1307 en 28-09-1343 (18). Hij was Heer van Heenvliet [sinds 1307 beleend met de heerlijkheid], schout van Polsbroek (60) en de zoon van Hugo Vornekine van Heenvliet en Geile van Kampen [zie VII.1]. Jan bezat alle tienden van het oude land van Heenvliet en het jaarschot ervan, dat hij in 1330 voor 4 jaar verpachtte. Jan regeerde over Heenvliet van omstreeks 1307 tot 1344 (42). Op 28 september 1343 gaf hij een bevestiging van een landverkoop, mede ondertekend door zijn zoons Hugo, Zweder en Dirk (19). Noot. In een aantal publicaties (5, 44, 59, 60, 74) neemt men aan dat Jan van Heenvliet tenminste twee maal getrouwd is geweest. Uit het eerste huwelijk 3 zoons en een dochter, te weten Hugo, Zweder, Dirk en Jutte; uit het tweede huwelijk 3 zoons: Jan, Albrecht en Dirk. Geboortedata zijn soms erg twijfelachtig, b.v. voor de geboortedatum van Jutte [soms wordt ze Jutta genoemd] wordt opgegeven 1331 (21), maar ze zou in 1343 getrouwd zijn met Jan, Heer van Maelstede, ridder (19). Andere gegevens spreken van de geboortedatum van 1323 van Jutte; dit laatste is dus waarschijnlijker. Er wordt vermeld dat Jutte werd geboren in het tweede huwelijk en wel in 1331 (74). Dek (18) geeft alleen de kinderen Hugo III, Dirk en Jan aan.
In deze genealogie wordt aangehouden dat Jan I van Heenvliet tweemaal trouwde en wel met: 1. NN Gijsberts Uten Goye [geb. Houten circa 1293]; getrouwd circa 1315
22 2. Elisabeth van Vianen, getrouwd circa 1330 [geb. tussen 1309 en 1311; † vóór 13 juli 1337; oudste dochter van Zweder van Vianen]; [ook NN als echtgenote (74)]. Een uitvoerige discussie over de bevindingen van Kort (59) en Zondervan (61) over geboorteen huwelijksdatum van Elisabeth van Vianen (60). De kinderen uit het eerste huwelijk: 1. Dirk van Heenvliet;; geb. Heenvliet circa 1316 [volgt IX.1] 2. Zweder van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1318. Op 28 september 1343 heeft hij een brief van zijn vader mede ondertekend, maar na 1351 trad hij niet meer op [zie IX.1], mogelijk was hij kort na die tijd overleden (19). 3. Hugo III van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1320 [volgt IX.2] De kinderen uit het tweede huwelijk: 4. Jutte [Jutta] van Heenvliet;; geb. Heenvliet circa 1331 (74) [ook 1323]. Zij trouwde in 1343 met Jan, Heer van Maelstede, ridder (19). 5. Jan II van Heenvliet;; geb. Heenvliet circa 1333 [volgt IX.3] 6. Albrecht van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1335; † na 1399; zoon van Jan van Heenvliet en Elisabeth van Vianen [zie VIII.1]. Hij zegelde op 6 januari 1377 als oom van Heer Hugo (19). Op 25 mei 1390 verkocht hij een rente van 15 pond Hollands per jaar verzekerd op 8 gemet land van hem, in het door hem bedijkte nieuwe land tussen Abbebroek en Heenvliet (19). Hij trouwde omstreeks 1370 met Catharina Herbarensdochter van Riede, die op 25 april 1369 werd beleend door de Heer van Wassenaar met een tiende te Werkendam en zij kreeg op 6 juli 1390 van hertog Albrecht het vrije gebruik van een gors geheten Heijkensoorde, tegenover Pendrecht op de Maze, zoals zij en haar ouders het tevoren gebruikten (19). Enige jaren later was Albrecht in financiële moeilijkheden. In 1397 en 1399 had hij een achterstand met de betaling voor zijn tienden. Geen gegevens over kinderen bekend. 7. Gillis van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1337; † na 1401; zoon van Jan van Heenvliet en Elisabeth van Vianen [zie VIII.1]. Gillis had in de jaren 1395 tot 1401 tienden in de Nieuwenhoorn en in Smeetshil, de polder, die Heer Hugo IV van Heenvliet in 1367 en de volgende jaren had bedijkt (19). Op 6 januari 1377 zegelde hij als oom van Heer Hugo IV (19) en in 1380 blijkt hij samen met deze een rente van 80 oude gouden schilden per jaar uit hun bezittingen in Heenvliet had verkocht aan Jan van der Burch (19). Laatst genoemde kocht op 24 juni 1393 van hem vroonlanden, gelegen tussen de Haeye en Abbenbroek. Er zijn geen gegevens van zijn vrouw bekend; hij had wel een zoon Gillis en een dochter, waarvan verdere gegevens ontbreken (19). VIII.2 Gerard van Voorne; geb. Oostvoorne 1281 (62), † tussen 21-08-1336 en 30-09-1337 (18, 40); ook de vermelding van: 20-04-1337 (12, 74). Gerard van Voorne was zoon van Albrecht van Voorne en Catharina van Durbuy [zie VII.2]. Hij was Heer van Voorne en burggraaf van Zeeland, maar stond eerst onder voogdij van zijn moeder en werd aan het grafelijk hof opgevoed. In chronologische volgorde enige saillante punten (12): . in 1296 schildknaap van Floris V (18); toen op 23-06-1296 Floris V door edelen gevangen genomen werd, konden de schildknapen Gerard van Voorne en Jan van Avesnes [oudste zoon van de latere Jan II graaf van Holland] ontkomen en zij brachten het bericht van de gebeurtenissen naar Utrecht, waar de Heer van Arkel zich over hen ontfermde en ze in veiligheid bracht (40). . belandde in gevangenis bij een twist met Wolfert I van Borselen, maar na diens dood in 1299 onvoorwaardelijke steun voor graaf Jan II [uit huize Avesnes] . in maart 1304 ridder (18) en aanwezig bij het beleg van Zierikzee (40)
23 . de oudste stadsrechtoorkonde is door Gerard op 1 mei 1312 uitgevaardigd (26) . in 1315 aan het hoofd van 2000 man bij de krijgstocht tegen Vlaanderen (40) . verleende stadsrechten aan Brielle, tolvrijheid aan poorters van Bergen op Zoom - hij vergezelde in 1326-1327 Jan Heer van Beaumont op zijn romantische expeditie naar Engeland (40) - afstand van de inkomsten van het burggraafschap van Zeeland aan Graaf Willem III van Holland op 27 en 28 november 1328 (46) . de ruiterzegel van Gerard van Voorne bevindt zich in het Nationaal Archief
Gerard van Voorne trouwde twee keer [eerst in 1297, daarna in 1332 (74)]: 1. Heilwig [Heijlewijf (18); Heylewyf (40)] van Borselen [geb. Veere circa 1280 (74); † 1909-1328 (74)], dochter van Wolfert I van Borselen [Heer van Veere, Zandenburg en Borsele] en Sybille van Praet. Wolfert I van Borselen trouwde later ook de moeder van Gerard van Voorne, namelijk Catharina van Durbuy [zie VII.2]. 2. Elisabeth van Kleef [von Kleve] [geb. Kleve circa 1307 (74); † Spangenberg 13-11-1382 (18, 74); begraven in Marburg (40)], dochter van Dirk van Kleef en Margaretha van Gelre; een kinderloos huwelijk (18); zij trouwde in 1338 met Otto van Hessen [zoon van landgraaf Hendrik van Hessen] Uit het eerste huwelijk: 1.Albrecht [Albert] van Voorne; geb. Voorne circa 1299, ook circa 1309 (18) [volgt IX.4] 2. Machteld [Mechteld] van Voorne; geb.Den Briel circa 1302 (74); † 12-03-1372 (20, 74)]; beleend 30-09-1337 (18); Vrouwe van Voorne en burggravin van Zeeland. Zij koos in de strijd over de opvolging van graaf Willem IV, de partij van Willem V [o.a. bij de slag bij Zwartewaal (20)]. Zij verkeerde veel aan het hof, leefde lang, maar haar huwelijken bleven kinderloos. Dat betekende dat de goederen met de grafelijkheid verenigd werden na haar overlijden begin 1372 [ook † tussen 01-11-1370 en 01-11-1371 (18)]. Hiermee eindigde dus
24 het geslacht van Voorne. Machteld trouwde twee keer; het eerste huwelijk in 1323 (74) met Dirk Loef III van Kleef [graaf van Hülchrath, Heer van Tomberg, Kervenheim en Oedt; † 10-07-1332 (74)], het tweede huwelijk op 30-09-1336 (74) te Brielle met Dirk IV [Dirk III volgens Dek (18)] van Valkenburg [Heer van Monschau en Valkenburg; geb. circa 1310 (74), overleden in het gevecht te Vottem bij Luik 19-07-1346]. Uit dit huwelijk geen kinderen (74). Dirk was de broer van Jan van Valkenburg, die met Janne van Voorne trouwde [zie IX.4.1]. De interactie tussen de families van Voorne en Valkenburg staat beschreven in het boek van Janse (3), pag. 262. Meer gegevens over Machteld van Voorne (12, 21). 3. Willem van Voorne; geb. Den Briel 28-11-1319 (74), ook circa 1308 (18); † 1319 (18, 74). Noot. Er is een melding (5) dat Katharina van Vornenburg zou zijn geboren uit dit huwelijk, maar er zijn ook aanwijzingen dat zij de dochter is van Hendrik van Voorne [zie VIII.3], die ook wel Hendrik van Voorne(burg) werd genoemd. Een uitgebreide discussie over de afstamming van Catharina: of een dochter van Gerard van Voorne, of een dochter van Hendrik van Voorne (23). Bij deze genealogie is aangehouden dat Hendrik van Voorne de vader was.
VIII.3 Hendrik van Voorne; geb. Heenvliet circa 1281 [ook 1275 wordt vermeld; circa 1280 (74)]; † vóór 05-11-1330 (74). Hendrik was de zoon van Albrecht van Voorne en Catharina van Durbuy [zie VII.2]. Hij was ridder en Heer van Acquoy [Heer van Voorneburg en Acquoy (74)] en trouwde [vóór 1305] met Aleydis [Aleidis] van Cuijk [Cuyck] [ geb. Grave circa 1276 (74); † circa 1330], dochter van Jan I van Cuijk en Jutta van Nassau (22). Dek (18) geeft geen verdere gegevens van Hendrik; alleen: ridder, vermeld 22-01-1320. Uit dit huwelijk: 1. Catharina van Voorne [Vrouwe van Acquoy, prinses van Zeeland]; geb. Oostvoorne circa 1306; † 01-09-1366 (74) [† 03-07-1371 (75)]. Zij trouwde twee keer; de eerste keer met Jan van Heinsberg [in 1324 (11)], Heer van Dalembroek (40) en de tweede keer [in 1336] met Jan I van Valkenburg [geb. 1280/1281; † 03-03-1356 (12)], Heer van Borne en Sittard (40). Zij staat soms ook vermeld als Katharina van Voorneburg [zie ook noot onder VIII.2]. VIII.4 Hendrik I van Naaldwijk; geb. circa 1230 [ook 1250 (2)]; † vóór 1300 (18) [waarschijnlijk later, namelijk 1305 (3), zie verderop]. Hendrik I was de zoon van Hugo II van Naaldwijk en NN [zie VII.3]. Hij was getrouwd met Ermgard [ook Ermgaert en Armgard] van de Leck [geb. Naaldwijk circa 1249 (2); de familie zetelde op het kasteel Schoneberg te Nieuw-Lekkerland in de Alblasserwaard]; zij werd in 1304 vermeld als Vrouwe van Naaldwijk [mogelijk was Hendrik toen net overleden]. Hendrik I was een invloedrijk man, in 1285 Heer van Naaldwijk, ridder [1287, (3)] en erfmaarschalk van NoordHolland. Hij woonde in het huis te Hontsel bij Naaldwijk (3) en schonk land aan de Sint Jansheren [een orde van kruistochtridders] en het klooster Sinte Katharijne te Utrecht en stond borg voor graaf Floris V in 1290 (2). Met de abdij van Leeuwenhorst ruilde hij land [voor meer informatie over Leeuwenhorst zie (67)]. In 1296 bezegelde hij een akte tussen Jan I en Elisabeth van Engeland en hij vergezelde Floris V op zijn reis, toen die leenman werd van de Franse koning. Hij had ook zitting in de raad van Floris V en Jan I [v. 1287, 1290, 1296, 1297]. Het landgoed te Zwartewaal, dat Ermgard als duwarie verkregen had, werd definitief verkocht aan de Heer van Voorne (2). Op 8 april 1302 maakte Hendrik zijn testament [dus niet overleden vóór 1300?], op 31 december gevolgd door een codicil. Hij vermaakte daarin aan alle kerken en kloosters van Delfland en de kloosters van Rijnsburg en Leeuwenhorst bepaalde bedragen. Hier zien we de eerste directe getuigenis van vrome werken, die leden van de familie tot het laatst toe zouden laten zien. Uit dit huwelijk: 1. Willem I van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1274 [volgt IX.5]
25 2. Aleida [ook Aleid] van Naaldwijk; geb. circa 1275. Zij trouwde met Jacob van Moordrecht [baljuw van Woerden; ridder, † na 26-12-1326 (18)]. 3. Berte van Naaldwijk; geb. circa 1276; zij werd non te Rijnsburg (3); Dek.(18) geeft geen melding van Berte. VIII.5 Boudewijn van Naaldwijk; geb. circa 1250 [ook Boudijn van Naaldwijk], † na 1296. Boudewijn was beheerder van het kasteel te Wijdenes. Na de moord op graaf Floris V in 1296 kwam een groot deel van de bevolking in zijn gebied in opstand. Na de belegering van het Muiderslot, werd het kasteel te Wijdenes belegerd en verwoest. Boudewijn kon met zijn familie een vrije aftocht bedingen. Boudewijn trouwde een onbekende NN; uit dit huwelijk: 1. Sophie Boudijnsdr van Naaldwijk; geb. 1280 [ook omstreeks 1290 (2)]; † na 1333 (2). Zij trouwde met Jan Coppaerds [alias Jan van Dorp] van Schipliede [vermeld 1348; † circa 1350 (2)], op dinsdag 10-08-1322, ongeveer 32 jaar oud.. Zij werd getocht met 10 morgen land in Schipluiden (2). 2. NN Boudijnsdr van Naaldwijk; geb. circa 1282. Generatie IX IX.1 Dirk van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1316. Hij was de zoon van Jan I van Heenvliet en NN Gijsberts Uten Goye [VIII.1]. Dirk ondertekende evenals zijn broers in 1343 de brief van zijn vader. Op 1 juli 1351 [vermeld (18)] beloofden hij en zijn broer Jan de gravin Margarethe te zullen dienen, mits zij vriendin bleef met de Vrouwe van Voorne (19). Dirk trouwde met een onbekende vrouw [NN] (29). Uit dit huwelijk: 1. Johan van Heenvliet, geb. 1343 [volgt X.1] IX.2 Hugo III van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1320 (74); † vóór 7 december 1365 (19, 74); † 1364 (18). Hugo was zoon van Jan van Heenvliet en NN Gijsberts uten Goye [zie VIII.1] en hij volgde zijn vader op als Heer van Heenvliet [hij werd rond Pasen 1345 (18, 44) en omstreeks 27 maart (19) door de Vrouwe van Voorne [Machteld] met zijn vaders erfenis beleend]. Hugo trouwde in 1350 met Elisabeth van Kruiningen [ook van Cruyningen], geb. Kruiningen circa 1325, dochter van Jan van Kruiningen en Margriet van Borselen. Uit dit huwelijk is 1 zoon bekend: 1. Hugo IV van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1351 [volgt X.2] IX.3 Jan II van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1333, † 29-08-1387 (45,74) [(18, 42,46) melden echter 1364 t.a.v. het overlijden van Jan]. Jan, ridder en Heer op Bleijdestein was zoon van Jan I van Heenvliet en Elisabeth van Vianen [zie VIII.1]. Op 2 november 1359 wordt een gors genaamd De Stadt verkocht door Aleijt en Boudewijn van Praat en Putten aan Jan van Heenvliet. Van deze transactie is een verkoopakte opgemaakt, waarvan een kopie van latere datum zich nog altijd in het archief van het dorp Stad aan ’t Haringvliet bevindt. Het gors is gelegen in de landen van Putten tussen de vier Heernessen [nu Sommelsdijk en Middelharnis] en de gorzen, die later de heerlijkheid Sint Adolfsland zullen gaan vormen [nu Den Bommel en Ooltgensplaat]. Uit de vermelding van de lammertienden in de verkoopakte kunnen we opmaken dat het gors werd verkocht als weidegrond voor schapen. Na het overlijden van Jan van Heenvliet komt een gedeelte en later de rest in handen van het Regulieren Kloosterorde Sint Elisabeth te Rugge nabij Den Briel. Op 17 juni 1360 kocht Jan van Heenvliet een huis, hofstad en boomgaard dat in 1342 omschreven was als een huis en hofstad in Heenvliet leenroerig aan Voorne, zonder de erbij
26 behorende 34 gemet land (19). Dit complex is niet het zelfde als Bleijdestein, dat leenroerig was aan de Heren van Heenvliet. Het reeds sedert het midden van de dertiende eeuw bewoonde complex werd door hem vervangen door een groot kasteel. Bleijdestein had een versterkt karakter omdat er sprake was van de opperhof en de nederhof en van grachten, wat door archeologisch onderzoek is bevestigd. Jan van Heenvliet trouwde in 1363 met Aleijt van Borselen [ook Borssele (46)]; [geb. Veere circa 1338, circa 1343 (18); † 26-08-1414 (8, 11, 47, ook na die datum volgens Dek (18); andere gegevens: † circa 1390 (42); 1396 (74)], dochter van Wolferd van Borselen, Heer van Veere en Zandenburg en Hadewich Bot van der Eeme. Zijn vrouw was de dochter van een der belangrijkste edelen van Zeeland (19). Andere bronnen (44, 46) houden min of meer aan wat in het artikel van G. ’t Hart (42) beschreven staat. Volgens G. ’t Hart (42) trouwde Aleijt in 1364 met Jan van Cruyningen. De overlijdensdata van Aleijt van Borselen en Jan van Heenvliet volgens bron (42) lijken onwaarschijnlijk, zoals blijkt uit gegevens van de geboortes van de kinderen en andere referenties (8, 11, 14, 45, 47). Uit het huwelijk van Jan en Aleijt (18): 1. Zweder [Sweder] van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1362 [volgt X.3] 2. Jan van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1365 [volgt X.4]. 3. Elisabeth van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1368 (74); † circa 1412. Zij trouwde met Laurens van Cats [Heer van Oostkerke, bijgenaamd de Rijke, geb. circa 1370, † circa 1441; hij lijftochtte haar 01-08-1412 (18)]. Hij was een der Hoekse edelen, die in 1416 hertog Willem beloofde na zijn dood Jacoba als gravin te zullen huldigen (19). Uit dit huwelijk 4 kinderen, namelijk Jan, Lieven, Jacob en Wolfert. Volgens bron (74) een kind met de naam Haze, geb. Kats circa 1380. IX.4 Albrecht [Albert] van Voorne; geb. Den Briel circa 1299 [ook circa 1309 (18); † Londen, Middlesex 25-09-1331 [gedood op een tournooi in Londen]. Albrecht was zoon van Gerard van Voorne en Heilwig van Borselen [zie VIII.2], Heer van Bergen-op-Zoom, jonker van Voorne (18), burggraaf van Zeeland, vermeld 1325-1331; werd in 1313 [nog kind zijnde] ten huwelijk beloofd aan jkvr. Machteld, jkvr. van Bergen-op-Zoom, trouwde 24-11-1325 [na pauselijke goedkeuring, dispensatie] Machteld [Mathildis (90) van Wezemaal [Mechteld van Wesemaele], geb. Bergen op Zoom circa 1310 (90), † in 1343 (74) of na 1353], Vrouwe van Bergen-op-Zoom, vermeld 1313-na 1353; dochter van Arnold van Wezemaal, Heer van Bergen-op-Zoom en Kwabeke, en Johanna van Loon, Vrouwe van Quaetbeke (12, 40). Zij hertrouwde circa 1338 met Reynoud van Kleef en overleed 1343 (40); ook na 1348 volgens Dek (18). Uit het huwelijk van Albrecht en Machteld: 1. Johanna [Janne] van Voorne; geb. Bergen op Zoom circa 1326 (74), † 29-12-1349 (74) of tussen 12 april 1348 en 8 september 1349 (90); Vrouwe van Bergen-op-Zoom 1341-1349, kreeg van haar grootvader van Voorne een jaargeld van 1000 ponden g.g. en van de graaf de belofte dat zij Voorne zou erven, indien haar tante Machteld kinderloos zou overlijden, waarna in 1340 haar moeder en stiefvader, ten overstaan van de leenheer, de hertog van Brabant, haar het land van Bergen-op-Zoom met alle toebehoren opdroegen, tegen een belangrijke jaarrente. Johanna was ongetrouwd toen haar vader Albrecht van Voorne overleed. Zij werd opgevoed door haar grootvader Gerard van Voorne [VIII.2]. Toen deze zijn einde voelde naderen, verzocht hij de gravin van Holland de voogdij over te nemen en haar “te manne te brenghen “. In 1337 werd Johanna door haar tante Machteld van Voorne in huis genomen (3). Zij trouwde op 20-04-1340 (74) met Jan II van Valkenburg [†10-081352 (74)], Heer van Bütgenbach, Valkenburg en Monschau, 1333-1352, ridder; zoon van Reinoud van Valkenburg en Marae van Boutersem. Jan was de broer van Dirk van
27 Valkenburg, die met Machteld van Voorne trouwde [zie VIII.2.2]. De interactie tussen de families van Voorne en Valkenburg staat uitvoerig beschreven (3, pag. 262). Uit dit huwelijk geen kinderen (74, 90). 2. Elisabeth van Voorne; geb. circa 1327; † na 1354; trouwde voor 1348 Maurijn [Mourijn (40)] van der Does [† na 1354], zoon van Dirk van der Does en Clementia van Zandhorst. Uit het huwelijk Simon van der Does. Noot: Bastaardzoon Gerard, heer van Spreeuwestein; ridder 1370, trouwde met Katheline Waddijnsdochter. Er is verder in deze genealogie geen aandacht geschonken aan deze tak, die later overgaat in de geslachten van Borselen en van Borselen van de Hooge (18).
IX.5 Willem I van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1274 (2, 74); † 26-09-1345 bij de veldslag te Warns [bij Stavoren] tegen de Friezen, toen ook graaf Willem IV van Holland daar slag leverde en eveneens omkwam (96). Willem I was zoon van Hendrik I van Naaldwijk en Ermgard van de Leck [zie VIII.4]. Er wordt beweerd dat hij de zoon zou zijn van Boudewijn van Naaldwijk en Mrs. Boudewijn van Naaldwijk (74, 87c); bij het samenstellen van deze genealogie is deze aantekening nergens anders terug gevonden. Hij is driemaal getrouwd geweest (2, 4, 11); in 1300 (2, 4, 74) trouwde hij te Wassenaar met Sophie van Raaphorst [ook Sophia van Raephorst; geb. Wassenaar 1279 (2); [dochter van Gerrit van Raaphorst [baljuw van Kennemerland (2)] en Agnes van Duivenvoorde; de familie had een belangrijk bezit op de Hoge Geest te Naaldwijk]; vervolgens in 1305 (4) met Elizabeth van Egmond [† 1326] en tenslotte in 1310 (4) met Elizabeth de Cock. Van der Valk (38) vermeldt dat Willem op 01-03-1325 zijn vrouw Lizebette [dochter van Heer Niclays van Egmond] een lijftocht gaf. Reeds op 11-08-1305 werd Willem I in een brief van graaf Willem III genoemd als ridder. Van hem is bekend dat hij in 1306 van Naaldwijk naar Honselersdijk verhuisde (2) en daar een kapel stichtte. Of dit het latere Corneliuskapel [ergens in de buurt van de Hofstraat] is geweest of de Hubertuskapel op het kasteel, is moeilijk uit te maken. Afwisselend woonde hij op Craijestein [in de huidige Biesbosch], te Wateringen, te Leiden aan de Breestraat en in Den Haag aan de Kneuterdijk (11). De Heren van Naaldwijk hadden in de late middeleeuwen het patroonaatsrecht. Dit recht hield in het voordragen van de pastoor aan de bisschop en de zeggenschap over de inkomsten van de kerk. Op grond van dit recht kon Willem I als collator van de kerk van Naaldwijk [na goedkeuring van Guy van Avennes, bisschop van Utrecht], op 13 december 1307 [SinteLuciadag] een kapittel van 6 kanunniken en een deken (67) stichten met als patroonheilige de Heilige Adrianus (24). Aan het kapittel van Sint Adriaan was een school verbonden, al moet men zich deze niet te groot voorstellen. De school heeft waarschijnlijk gestaan op het terrein tussen de kerkring en de Koningstraat. Meer informatie over de bedevaartcultus van de heilige Adriaan in Naaldwijk aan het einde van de 14e tot en met het begin van de 16e eeuw, inclusief bronnen en literatuur in (88a). Over de stichting en de opheffing van het kapittel Sint Adriaan en de inventaris van het archief zie (91). Kanunniken waren priesters, geen kloosterlingen, die min of meer in dienst stonden van de stichter van het kapittel en diens familie. Tot hun taak behoorde: - het lezen van zielmissen voor de overlevenden - het bidden van de getijden, waaronder de vespers en nog andere geestelijke oefeningen - het lesgeven aan de kapittelschool [waarschijnlijk het pand van Drukkerij Ent aan de Kerkstraat te Naaldwijk] - zij verzorgen de administratie van de opdrachtgevers, waaraan we het befaamde Cartularium van Naaldwijk te danken hebben [aanwezig in het Historisch Archief Westland] en het Testamentenregister van de Heilige Geest
28 De kapittelheren hadden vaak aanzienlijke eigen bezittingen; zij woonden in de kleine huisjes aan de kerkring. Er was een portret van Willem I in olieverf, maar bij de plundering van de kerk te Naaldwijk in 1572 kwam het schilderij op de brandstapel terecht en is verloren gegaan [evenals portretten van enkele kanunniken en andere waardevolle bezittingen van de kerk]. Zie voor de schilderijen van andere Heren van Naaldwijk elders in deze genealogie. Willem I had een vete had met zijn zoon Hendrik II (87c). Uit de huwelijken 2 kinderen: 1. Hendrik II van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1302; uit het huwelijk met Sophie van Raaphorst; [volgt X.5] 2. Jutte van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1304 [ook 1308 (4)], † 1323 (4); uit het huwelijk met Elizabeth van Egmond; zij werd priorin in het klooster van Rijnsburg en kreeg als “bruidschat “ de goederen van het Opstal te Naaldwijk mee (2). Generatie X X.1 Johan van Heenvliet, geb. 1343; † na 1418; hij was de zoon van Dirk van Heenvliet en een onbekende vrouw NN [IX.1] en was getrouwd met Mechteld van de Werve [ook Machteld Hubertsdr van der Werve], geb. 1347]. Uit dit laatste huwelijk een dochter Wolf van Heenvliet, geb. circa 1370. X.2 Hugo IV van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1351 (74); † Dordrecht tussen 22 juli en 2 november 1409 (18); beleend 1364 (18). Hugo is één van de belangrijkste Heren van Heenvliet geweest (19); hij was de zoon van Hugo III van Heenvliet en Elisabeth van Kruiningen [zie IX.2]. Hugo stond hoog in de gunst van graaf Willem van Oostervant, later graaf Willem VI en was daarom veel in Den Haag. Van 1378 tot 1381 was hij baljuw van het land van Voorne en Brielle, en van 1393 tot 1395 en van 1397 tot 1403 was hij rentmeester van Zeeland bewesten Schelde (19). In de jaren 1405, 1407 en 1409 was hij raad van hertog Willem en hij trad vele malen op als getuige van de hertog in 1405, 1407 en 1408. Bij de tochten van hertog Albrecht en graaf Willem tegen de Friezen heeft Heer Hugo zich zeer verdienstelijk gemaakt. In de zomer van 1395 bracht hij in opdracht van de hertog schepen bij elkaar. Ook leverde hij krijgsvolk in de zomer van 1409 voor de strijd in Friesland (19). In de periode 1405-1407 heeft hij ook actief deelgenomen (19) aan de strijd tegen Jan van Arkel [o.a. ook het beleg van Gorinchem in 1402]. Hugo stichtte op 24 september 1403 te Rugge bij Brielle een regulierenklooster, gewijd aan St. Elisabeth (19). Hij schonk het klooster land, goederen en geld en hij stelde zich garant voor bouwschulden. Heer Hugo was ook patroon van de kerk te Rugge. Hugo trouwde in 1367 [vóór 07-11-1369 (18)] te Monster met Elisabeth van Polanen [geb. Delft circa 1352 (74); † 26-07-1404 (44, 74); kort vóór 05-04-1405 (18)], dochter van Philips van Polanen en Elisabeth van der Made. Hij lijftochtte haar op 7 november 1369 met een bedrag van 240 pond zwarte per jaar, verzekerd op alle tienden van Bornisse en zo deze niet genoeg zouden opbrengen, ook de tienden van de Haye en van Hellevoetsluis (19). Op 30 november 1401 [ook 06-10-1402 vermeld (44)] overleed Heer Philips van Polanen kinderloos en zo erfde Elisabeth zijn goede lenen. Zijn rechte lenen vervielen aan de grafelijkheid.
29 Elisabeth erfde van haar broer het kasteel te Polanen met 61½ morgen 2 kampen 66 roeden land; ook erfde ze te Capelle aan de IJssel het huis met de hofstad en de boomgaard en 24 viertel land en de tienden groot en klein en de ambachtsheerlijkheid, met welk bezit zij beleend werd op 10 juni 1404. Ook kreeg ze een hofstad in de Lier met 62 morgen land en waarschijnlijk goed en ambachtsheerlijkheid te Nieuwerkerk (19). Elisabeth overleed vóór 5 april 1405 (19). Eind 1387 werd Heenvliet door een zware brand geteisterd, reden waarom hertog Albrecht aan Hugo’s onderzaten in Heenvliet tolvrijheid gaf voor geheel Holland en Zeeland. Heer Hugo en zijn zoon Jan waren in 1408 geld schuldig aan Heer Claes van Borselen, Heer van Brigdamme. Tussen 1394 en 1402 bezat Heer Hugo de visserij te Zwartewaal, die hem jaarlijks 8 pond opleverde (19). Van de weduwe en zoons van zijn oom Heer Jan van Heenvliet Heer op Bleijdestein kocht hij in 1404 en 1408 de delen van het uitgors de Stadt, die zij op 2 november 1359 gekocht hadden van Aleid en Boudewijn van Putten. Uit het huwelijk zijn 4 kinderen bekend (18, 74): 1. Jan [Johan] van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1368 (74), † 11-08-1429 (74); volgens Dek (18) † na 18-02-1436 [volgt XI.1]. 2. Elisabeth van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1369, † vóór 14-01-1412 (74)]; zij werd op 3 december 1407 door haar echtgenoot Adriaan van Cruiningen [ook Cruijningen; Heer van Woensdrecht, Heenvliet en Cruiningen, geb. Kruiningen circa 1367 (18), † vóór 1411 (74); 1409 (18)] gelijftocht aan het gors Krumpvliet ter bedijking tot een korenland (19). Volgens Dek (18) getrouwd circa 1388. Uit het huwelijk 4 kinderen: Jan, Adriaan, Philips en Agnes van Cruiningen. Zij is overleden vóór haar broer Jan; haar zoon Jan van Cruiningen volgde zijn oom als Heer van Heenvliet op. 3. Adriaan van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1370 (74 )[ook tussen 1370 en 1380]; † vóór 10-11-1405 (74) [ook tussen 1400 en 1405; volgens Dek (18) in 1402]. In 1396 heeft Adriaan als ridder deelgenomen aan een tocht naar Friesland samen met hertog Albrecht (19). Op 31 december 1399 maakte hij huwelijksvoorwaarden met Hadewijch [Hadewich] van Borselen van Brigdamme,[geb. Middelburg 1384 [ook 1388]; † Middelburg 29-09-1464 (18, 74)], dochter van Heer Claes van Borselen, Heer van Brigdamme. Het huwelijk is mogelijk niet doorgegaan, of het huwelijk heeft maar kort geduurd, omdat zij in 1413 gehuwd was met Wolferd van Borselen, Heer van Veere en Zandenburg. Adriaan is vroeg overleden, omdat op 10 november 1405 een memoriestichting o.a. voor Adriaan werd gedaan door zijn broer Jan en zijn vrouw (19). Voor zover bekend een dochter [NN, geb. Heenvliet circa 1401] uit dit huwelijk (29, 74). 4. Catharina van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1371 (74), †1421 (18, 74). Zij trouwde vóór 08-01-1395 (18) met Hendrik III van Naaldwijk [zie aldaar XII.3]. X.3 Zweder [Sweder] van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1362; † vóór 05-02-1423 (19, 74) [ook vóór 14-02-1423 (70); 1433-1438 (18)]; v. 1387-1418 (18, 42). Zweder was de zoon van Jan II van Heenvliet en Aleijt van Borselen [zie IX.3]. Hij was ridder, Heer op Bleijdestein, baljuw van Texel (42) en van 15 november 1400 tot 1401 baljuw van West-Voorne (19). Zweder zou ook beleend geweest zijn met het huis ten Velde, dat later in bezit komt van zijn kleindochter (19). Bovendien had hij tienden in de Nieuwenhoorn en Smeetshil van 1394 tot 1401. In 1396 nam Zweder deel aan de eerste tocht naar Friesland; later nam hij ook deel aan de tweede. Op 20 januari 1418 verkocht Zweder Bleijdestein aan zijn neef Heer Jan van Heenvliet (19). In de jaren 1404, 1406 en 1409 verkocht hij ook stukken land o.a. aan Heer Hugo van Heenvliet (19).
30 Heer Zweder van Heenvliet is driemaal [vóór 1389, vóór 13-02-1397 en vóór 1406 (18, 74)] getrouwd geweest (18, 19, 69, 70, 74), namelijk met: Margaretha [ook Margriet; zie van der Valk (38)] Jansdochter van Groeneveld [ook Groenenvelt; zie (38)], geb. Heenvliet circa 1368 (70, 74); die hij in 1389 lijftochtte [1389 getrouwd te Heenvliet]; zij is enige jaren [1395 (18, 70)] later overleden [vóór 25-08-1412 (38); na 03-06-1395 (18)]; ook wordt een kinderloos huwelijk aangegeven (70) Elisabeth Jansdochter van Cattendijk; geb. Kattendijk circa 1370 (70) [ook 1376 (74)]; op 13 februari 1397 gaf Zweder een lijftocht ingevolge hun huwelijkse voorwaarden; getrouwd te Kattendijk op 13-02-1397 (70); vermoedelijk is zij in 1406 overleden (70, 74); volgens Dek (18) † 1398. Ze was weduwe van Wouter van Bruelis. Sophie [Sophia] Gerrit Jansdochter van Abbenbroek [Abbenbroeck]; geb. Abbenbroek circa 1380 (70) [1375 (74)]; op 21 juli 1406 als zijn vrouw genoemd; zij overleefde hem lang; zij overleed tussen 16-02-1438 en 19-12-1456 (19) [vóór 11-121456 (74); na 16-02-1437 (18)]. Uit de huwelijken 3 kinderen* [uit een onbekende relatie nog een bastaarddochter Lucia [geb. circa 1390 (70), gehuwd met Coenraad van Nispen]: * Noot; hij trouwde
maar 1 keer volgens (42) en dat huwelijk bleef kinderloos; Maria en Adriaan zouden uit het tweede huwelijk geboren zijn (70) en Agnes uit het derde huwelijk. Dek (18) vermeldt niet Agnes maar wel Catharina als dochter van Heenvliet. [zonder verdere gegevens]. Maria uit het eerste huwelijk, Adriaan uit het tweede en Agnes uit het derde (74). De laatste gegevens zijn hier aangehouden [ook Dek (18) houdt deze volgorde aan].
1. Maria [ook Marije; zie (38)] van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1370 [ook 1390 (70, 74) vermeld]; † circa 1396 [ook vóór 03-12-1429 (18, 74); ook 02-04-1456 (69) en 11-04-1456 (70)]; begraven te Geervliet [kerk]; mogelijk een voorkind bij de tweede echtgenote (69), volgens (19 en 74) een kind uit het eerste huwelijk; wapen klimmende leeuw waaronder een versmalde schuinbalk. Volgens Ros-Korte (19) blijkt dat Maria uit het eerste huwelijk op 25 augustus 1412 werd beleend samen met haar man Jan Roelenzoon van Puttenstein [schout van Maasland 1412, 1421, 1423] met land te Poelzand, die wijlen haar moeder had ontvangen van haar vader Heer Jan van Groeneveld. Ze trouwde (69) met Boudewijn Willemsz. [van Drenckwaart], leenman van Putten, lid van de vierschaar 1433, schepen van Geervliet 1438; † 25-11-1452, begraven Geervliet [kerk]. Mogelijk is er verwarring met Maria van Heenvliet uit het huwelijk van Jan van Heenvliet [zie X.4]; zie hiervoor Noot bij X.4.5 2. Adriaan van Heenvliet; geb. 1398 te Heenvliet (70, 74); vermoedelijk een bastaard, omdat op 22 februari 1397 Heer Zweder optrad als voogd voor “Adriaan zijn kind dat hij heeft bij vrouwe Lijsbeth Jansdochter van Cattendijk “. Omdat Zweder gehuwd was met Elisabeth is Adriaan een voorkind uit dit huwelijk (19). Het vermoeden bestaat dat Zweder en Elisabeth wellicht verre familie van elkaar waren en omdat dispensatie van de kerk soms lang uit bleef, hebben ze niet gewacht op de kerkelijke sanctie, met deze zoon als resultaat. Er is geen verdere informatie over Adriaan beschikbaar. 3. Agnes van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1408 (74);† vóór 11-03-1461 (74); enige [bastaard?]dochter van Sophie van Bleijdestein, weduwe van Heer Zweder van Heenvliet. Zij noemde zich op 19 december 1456 van Bleijdestein, evenals haar moeder (19). Het vermoeden bestaat dat Zweder haar vader was (70, 74). Zij trouwde vóór 16-02-1438 met Balduin [Boudijn (19)] Alboutszoon (74); † 1461 (18). Dek (18) geeft geen naam voor deze dochter.
31 X.4 Jan van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1365 (74), [ook 1360 (11)]; † circa 1411 (19, 74); ook circa 1410 (46) en 1408-1411 (18); werd 19-04-1387 beleend met Kattendijke en Stavenisse. Jan was zoon van Jan van Heenvliet en Aleijt van Borselen [zie IX.3]; hij was ridder, Heer van Heenvliet, van Cattendijk, Hindelopen en van Stavenisse; baljuw van Amstelland, admiraal en maarschalk van Zeeland (46). Jan was een belangrijk Hoeks edelman, die ook aan het hof in Den Haag kwam. Hij vervulde diverse functies, als getuige, baljuw, raad en collegelid om rekeningen van de rentmeester te contoleren. In de jaren 1397 en 1398 was Jan van Heenvliet ook admiraal (19). Verder was hij actief tijdens de Arkelse oorlogen [o.a. bij het beleg van Gorinchem in 1402] en in 1409 bij de Friese waddenkust, de Vecht en in Utrecht (19). Op 20-10-1405 was hij betrokken bij het beleg van Hagestein en Everstein (19). In de loop der tijd had heer Jan aanzienlijke heerlijkheden en rechten verworven (19), zoals: het ambacht Cattendijk het ambacht Stavenisse en de hoge en lage heerlijkheid van het land van Stavenisse het ambacht ’s Heer Heijnrickskinderen het ambacht en het lage recht van Hindelopen in Friesland 8 gemet 37½ roeden tienden in Stavenisse 15 gemet tienden in Cattendijk maalrecht, visrecht, hofsteden e.a. in Cattendijk bedijking van het uitgors Kempshofstede en de Zuutmoer Heer Jan trouwde in 1375 (11) [ook 1395 (74)] te Veere met Margaretha van den Coulster [geb. Heiloo 1360 (11); ook 1374 (74)]; † 23-04-1409 (11) [vóór 23-04-1419 (74)]; dochter van Willem van den Coulster, die hij in 1395 lijftochtte met 100 Dordse guldens per jaar. Op 16 november 1411 wees hertog Willem de voogdij over zijn minderjarige kinderen, aanvankelijk uitgeoefend door zijn broer Heer Zweder van Heenvliet, toe aan zijn zwager Laurens van Cats. Uit dit huwelijk 6 kinderen (74); Dek (18) vermeldt alleen de kinderen Albrecht, Jacob en Willem. 1. Agnes van Heenvliet; geb.Stavenisse circa 1395 (74); zij trouwde met Jan van Egmond [geb. Zevenhuizen circa 1375, † 1428 (74); zoon van Willem van Egmond en Machteld van Hemert], Heer van Zoetermeer, Zevenhuizen en Zegwaard en schout van Delft, die in 1427 door boeren van Maasland in Delft werd doodgeslagen (19). Uit dit huwelijk: Willem van Egmond, geb. Zevenhuizen circa 1415, † circa 1468. 2. Albrecht van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1397 (74); † vóór 14-09-1418 (19, 74); hij was Heer van Heenvliet, ridder, Heer van Stavenisse en is tussen 31 mei 1418 en 14 september 1418 kinderloos overleden. Albrecht werd beleend met de heerlijkheid Stavenisse [15-06-1412 (18)] en de ambachten Wissekerke, ’s-HeerAerntskerke en vele stukken land samen met zijn broers Willem en Jacob. Albrecht was een der Hoekse edelen, die in 1416 hertog Willem beloofden Jacoba te zullen huldigen. Albrecht en broer Willem waren op 31 mei 1418 patroons van de kerk van Stavenisse (19). 3. Jacob van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1400 (74); † vóór 22-09-1452 (19, 74); na 1712-1451 (18). Jacob trad veel samen met zijn oudere broers op. Op 3 oktober 1447 was hij en Willem patroon van de kerk te Cattendijk (19). Beleend met Stavenisse 14-09-1418 (18)]. Er is geen informatie over kinderen. 4.Jan van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1403 (74); werd in 1418 geestelijke (19). 5. Maria [ook Maritgen] van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1406 (74); ook 1390 (14), 1393 en 1397 (8, 11); † 02-04-1456 (14, 70); gehuwd met Boudijn [Willemszoon] van Drenkwaard [ook Drenkwaert of Drenkward], † 25-11-1452 [hij was dijkgraaf en schout
32 van Zuidland, leenman van Putten, schepen van Geervliet (79)]; hun beider grafzerken liggen in de kerk van Geervliet (79). Waarschijnlijk was ze aanzienlijk ouder dan haar broer Albrecht. Haar broer Willem pleegde in 1447 geweld tegen een weduwe en haar kinderen; mogelijk was deze weduwe de vrouw van haar zoon Gilles Boudijnszoon (19). Noot: Er zijn referenties (b.v. 11, 69, 70) die aangeven dat Maria van Heenvliet [X.4.5], getrouwd met Boudijn Denkwaard, een dochter van Zweder van Heenvliet [X.3] zou zijn, i.p.v. Maria van Heenvliet [X.3.1] getrouwd met Jan van Puttenstein. Andere referenties [19, 74] zeggen dat Maria, getrouwd met Boudijn Denkwaard, een dochter is van Jan van Heenvliet [X.4]. In dit overzicht hebben we het laatste aangehouden. 6. Willem van Heenvliet, Heer van Stavenisse; geb. Stavenisse circa 1410 (74) [volgt XI.2] Noot: Jeanne van Stavenisse; geb. circa 1402 is mogelijk een buitenechtelijk kind (19).
X.5 Hendrik II van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1302 (2, 74); † 1345 (3) [soms andere gegevens: vóór 08-01-1395 (2, 74); ook 1349 of na 1344 en vóór 1347 (18)]. Hendrik II was zoon van Willem I van Naaldwijk en Sophie van Raaphorst [zie IX.5]. Er is een charter met de vermelding dat Gerard van Voorne hem “verleit “met de eeuwige pacht over Honselersdijk en de erftitel van Maarschalk van Holland (1). In 1345 was hij Heer van Naaldwijk, ridder, erfmaarschalk van Noord-Holland en patroon van de kerk te Naaldwijk. Zijn vader nam deel aan de slag (96) bij Warns [nabij Stavoren] en kwam om het leven. Er wordt wel beweerd dat ook Hendrik II aan de slag deelnam en gewond raakte, waardoor hij vroeg is overleden. Zijn dood kan ook veroorzaakt zijn door de pest. Er bestaat een schilderij van Hendrik II, dat in 1572 tijdens de Tachtigjarige oorlog werd gered door de kamerheer Van Hooff tijdens plunderingen in het Huis Honselersdijk. Willem van Hooff [geboren in 1522] was baljuw van Naaldwijk van 1564 tot 1569 en getrouwd met Aleidis van Elderen (101). Hendrik II trouwde twee keer en wel met: Haze [ook Hadewich, Hadewig] van Schalkwijk [ook Scalwijck], geb circa 1310 te Schalkwijk; gehuwd omstreeks 1332 [ook vóór 1336 (18); † 04-11-1376 (24) [NB zie ook overlijdensdatum van haar dochter Haze X.5.2]. Opgave van alleen dit huwelijk (74). Agnes van Wendelnesse [† na 23-07-1354 (18) getrouwd na de dood van Haze van Schalkwijk (1); volgens Kort (24) was zij echter getrouwd met Willem I van Naaldwijk [IX.5]; aangenomen wordt dat deze laatste informatie onjuist is. In Naaldwijk is een straat naar haar genoemd en de gemeentelijke informatie geeft aan dat ze de 2e vrouw van Hendrik II was.
33
Gebedsportret van Hendrik II van Naaldwijk. Uit het eerste huwelijk de volgende kinderen: 1. Claesje [Cleisje, Klaasje, Kleysje, Kleysgen] van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1335 (2), † 23-08-1364 (2, 74). Zij trouwde met Daniël van Matenesse [ridder, geb. Schiedam circa 1327 (74), † Schiedam 18-11-1376 (74)]. Uit dit huwelijk geen kinderen (74). 2. Haze [Haasje; ook Hadewijch] van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1337 (2, 74); † Sassenheim? 04-11-1376?[ook 1395 wordt als overlijdensdatum aan Haze van Schalkwijk toegeschreven; NB: datum van overlijden 04-11-1376 is gelijk aan de datum van haar moeder]. Zij trouwde vóór 30-01-1365 (18) [ook 1365 (3)] met Simon van Teijlingen [geb. Sassenheim; † 1368-1369] en op 13-12-1374 (18) met Gijsbrecht van Hardenbroek [ook de andere volgorde gevonden]. Uit deze huwelijken een kind genaamd Gijsbert [uit tweede huwelijk?] en een dochter Sophie van Teijlingen [uit het eerste huwelijk], deze laatste dochter trouwde met haar oom Willem II van Naaldwijk [zie XI.3]. Verdere informatie over de interactie tussen de families van Voorne en van Teijlingen en de aandacht van families voor zieleheil (3). In de charterverzameling van het Historisch Archief Westland staat Haze vermeld als Hadewijch van Naaldwijk, weduwe van Sijmans van Teylinghe; datum 11-111371 (50). 3. Willem II van Naaldwijk; geb. circa 1340 [volgt XI.3] Generatie XI XI.1 Jan van Heenvliet; geb. Heenvliet 1368 (74); † vóór 11-08-1429 (19, 74); ook 1436 (44, 46) en na 18-02-1436 (18). Jan was de zoon van Hugo van Heenvliet en Elisabeth van Polanen [zie X.2]. Jan was ridder, Heer van Heenvliet, Capelle en Polanen en kreeg bezittingen in Nieuwerkerk en De Lier, ook goed van der Made en Sassenheim (19). Later
34 verkocht hij zijn goederen in De Lier en Sassenheim weer. Op 20 januari 1418 kocht hij van Heer Zweder van Heenvliet het Huis Bleijdestein en de heerlijke rechten daarbij. Bleijdestein moet een versterkt karakter hebben gehad, omdat er sprake was van een opperhof, een nederhof en van grachten, wat door archeologisch onderzoek werd bevestigd. Heer Jan heeft ook deelgenomen aan de veldtocht in 1396 tegen de Friezen. In juni 1398 was hij meester ridder op de Friese reis van graaf Willem van Oostervant. In 1405 nam hij deel aan het beleg van Hagestein en Everstein en in 1407 met 6 man te Woudrichem. Jan volgde in 1409 zijn vader op. In 1401 en 1405 noemde Heer Jan zich ook Heer van Woensdrecht (19). Heer Jan trouwde op 10-05-1393 (18) met Heilwich [ook Heilwijf] van Borselen [geb. Ellewoutsdijk circa 1372 (74); † vóór 19-11-1426 (19, 74)], dochter van Heer Raes van Borselen, Heer van Ellewoutsdijk. Zij werd als vrouw van Jan door Heer Hugo gelijftocht op 13 april 1393 met 10 pond groot per jaar. Heer Jan liet geen mannelijke erfopvolger na [zoon Frank overleed in 1420 en het huwelijk van zijn broer Adriaan [X.2.3] bleef kinderloos]. Hierbij eindigt het geslacht van Heenvliet in 1436 (44, 46). Zijn leengoederen vererfden op zijn zuster Elisabeth [X.2.2], die getrouwd was met Adriaan van Cruiningen [ook van Cruyningen] en hier begint het geslacht van Cruiningen dat doorgaat tot 1627 (44, 46). Mogelijk ging ook een deel naar Catharina van Heenvliet [X.2.4; ook een zus van Jan van Heenvliet], getrouwd met Hendrik III van Naaldwijk. Uit het huwelijk de volgende kinderen: 1. Frank van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1400 (74); † 1420 (18, 19, 29, 74). Overleden op een reis naar het Heilige Land (19). 2. Elisabeth van Heenvliet; geb. Heenvliet circa 1402; 06-01-1403 (18); † 11-11-1452 (18, 19, 74). Vanaf haar elfde jaar verbleef zij [tegen de zin van haar ouders] in het klooster van de reguliere kanunnikessen te Diepenveen, waar zij in 1416 werd gekleed en in 1427 professie deed. Elisabeth is te Diepenveen als non overleden. Over haar bestaat een biografie (19). Noot: uit een onbekende relatie de volgende bastaardkinderen: David van Heenvliet [geb. circa 1390 (74)]; hij wordt vermeld op 1 januari 1410 en Adriaan van Heenvliet [geb. circa 1391 (74)],; hij wordt genoemd op 12 oktober 1423 (19).
XI.2 Willem van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1410 (74), † na 22-09-1452. Willem van Heenvliet was de zoon van Jan van Heenvliet en Margaretha van den Coulster [zie X.4]. Hij was Heer van Heenvliet, van Kattendijk en van Stavenisse tot 07-11-1445 (18) en patroon van de kerken in Stavenisse en Kattendijk. Willem had tiendbezit in Stavenisse en Kempshofstede, die hij later weer verkocht (19). In de tabellen van Dek (18) staat nog vermeld dat hij is verbannen [reden niet bekend]. Willem van Heenvliet trouwde (19) met Margaretha [Margriet] van Reimerswaal [geb. Reimerswaal circa 1422 (74) [circa 1395 (14)]; dochter van Nicolaas Kervinc van Reimerswaal en Gertrude de Gavere]. Uit dit huwelijk : 1. Geertruid van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1444 (74); † [kinderloos] 24-01-1505 (19, 74). Zij trouwde met Johan van Ostende op Zuid Beveland en na zijn dood had ze een relatie met NN van Dale. Uitgebreide informatie over erfenissen en tienden, die zij heeft gehad (19). 2. Michiel van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1446 (74) [volgt XII.1] 3. Jan [Johan] van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1446 (74) [volgt XII.2] 4. Zweder [Sweder] van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1450 (74), † 06-08-1486 (19, 74), [06-10-1485 (18)], begraven te Goes. Voor de helft Heer van Kattendijke (18). Samen met zijn broer Jan trad hij na de dood van Michiel op tegen de stad Zierikzee en hij kocht de
35 erfenis van Michiel (19). Hij maakte huwelijkse voorwaarden met Margaretha [Margriete] Pots [geb. Antwerpen circa 1453], weduwe van Jan Boots (19) op 5 november 1474 (18). Hij lijftochtte haar op 19 april 1486, maar is kort daarna kinderloos overleden. Zijn weduwe erkende op 19 januari 1487 zijn broer als bezitter van zijn leengoederen, mits hij haar 100 gouden pieters per jaar uitkeerde. Jan was ook zijn erfgenaam. 5. Catharina van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1452 (74); † vóór 28-03-1483 (19, 74). Zij was zeer waarschijnlijk getrouwd met Jan van Schoonhoven (19); waarschijnlijk geen kinderen (19). Catharina kocht tienden in Stavenisse en Kempshofstede; na haar dood werd haar zuster Geertruid met deze tienden beleend. In 1483 staan de tienden in de boeken van Oud Munster op naam van Geertruid. Noot: nog een melding van een dochter Margriet, non te Rijnsburg (19); Dek (18) geeft in tabellen wel Claas en Albrecht van Heenvliet aan, maar niet Geertruid en Catharina.
XI.3 Willem II van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1340 (2, 74) [ook 1349 wordt vermeld (3)]; † 15-05-1393 [ook tussen 1-4 en 15-6 (18)]. Willem II was zoon van Hendrik II van Naaldwijk en Haze van Schalkwijk [zie X.5]. Hij werd in 1355 tot ridder geslagen door graaf Willem V van Holland (1). Janse (3) geeft juist aan dat hij geen ridder zou zijn geweest en daarom zou Sophie tot haar dood jonkvrouwe van Naaldwijk gebleven zijn (3; pag. 92). Willem II was erfmaarschalk van Holland en Heer van Naaldwijk en Honselersdijk. Hij bekleedde in dienst van de graaf meerdere functies. Zo was hij van 1361 tot 1375 en van 1378 tot 1379 baljuw van Rijnland (24) en daarmee de hoogste vertegenwoordiger van de graaf aldaar, vooral op gerechtelijk terrein. Van 1386 tot 1389 en van 1391 tot 1393 was hij rentmeester van Voorne (18, 24; Janse (3) geeft aan: van 1386-1393). Tenslotte was hij ook nog raadsheer van Albrecht van Beieren (18) in de periode 1362-1393 (3). In 1372 werd hij genoemd als ambachtsheer van Woudharnasch en één van de Heren van de Alblasserwaard. Willem had 90 morgen land [1378] in Monster (3). In het kapittel van St. Maria (54) staat vermeld dat Willem II van Naaldwijk op 24 januari 1371 in erfpacht heeft ontvangen van Machteld, Vrouwe van Valkenborch en Voirne haar uitgors bij ’s-Gravenzande, de Grote Andel genaamd, om dat te bedijken. Ook op 1 augustus 1375 krijgt Willem in eeuwige erfpacht van het kapittel zekere landerijen en uitgorzen bij ’sGravenzande (54). Willem is op 3 augustus 1375 een jaarrente van 55 oude schilden verschuldigd aan de deken en kapittel van St. Maria voor de overdracht van de hof van Leiden (54). Tijdens de Stichtse oorlogen hield Willem in Woerden in de periode 1373-1375 extra troepen achter de hand, omdat men beducht was voor een Stichtse aanval (96). Net als zijn grootvader Willem I van Naaldwijk [zie IX.5] was hij zeer begaan met het kapittel van Sint Adriaen. In 1369 liet hij het kapittel van de Sint Adriaanskerk uitbreiden, waarna er zich nog 6 kanunniken konden vestigen (1). Deze uitbreiding werd goedgekeurd door Jan V van Virneburg, bisschop van Utrecht. Bovendien stichtte hij een kapittel aan Sint Pancras of Hooglandse kerk te Leiden. Hij stichtte ook de Nieuwlandse kapel op het einde van de Staelduinen, een kapel die toegeweid werd aan de H. Ursula en haar elfduizend Maagden en die bediend werd door Norbertijnen vanuit de uithof Heimond aan het Sint Jorispad (100). Na het uitbreken van de Hoekse en Kabeljauwse twisten [zie hoofdstuk aldaar] in 1350, toen hij nog minderjarig was, bekende Willem II in 1391 pas kleur door de Kabeljauwse zijde te kiezen (3), een keuze, die eenmalig is geweest in de familie, omdat de Heren Van Naaldwijk nadien de Hoekse zijde kozen. In 1392 koopt hij heel Staelduinen.
36 Willem II huwde omstreeks 1370 (3) [circa 1366 (2, 74)] met zijn nicht [oom-nicht verhouding (2, 3)] Sophia [ook Sofie] van Teijlingen, Vrouwe van Crayestein (18) [geb. Sassenheim circa 1345 (74); † 1381 (3); ook † na 1405 (18)], dochter van Dirk van Teijlingen (2). Volgens het Naaldwijks leenregister vond het huwelijk op 17 mei 1370 plaats. Sophia bracht in het huwelijk het huis Oud-Teijlingen te Warmond en het huis Kraaiestein ten oosten van Dordrecht mee, alsmede een deel van het dorp Sliedrecht in de Alblasserwaard, dat naderhand Naaldwijk zou heten (24). Een familie ging zich later ook Van Naaldwijk noemen omdat ze daar woonden, maar er is geen enkele connectie met de stamboom van de Heren van Naaldwijk! Willem II was ook grondbezitter van enkele tienden in Monster en in het Poeldijkse land, en had nog de lenen in Wateringen. Hij had ook het handschrift C van de Hollandse Rijmkronieken in handen (3). Opmerkelijk is dat Willem lid was van het Kabeljauwse Verbond, terwijl zijn zoon Hendrik juist koos voor de Hoekse kant (3)!
Gebedsportret van Willem II van Naaldwijk. Er zijn verschillende opgaven over de kinderen uit het huwelijk (1, 2, 11, 18, 28, 74); zowel t.a.v. het aantal als de namen. In dit overzicht zijn de namen aangehouden van (28 en 74). Uit dit huwelijk, alle kinderen [volgens Dek (18) Hendrik III, Baerte, Sophia en Haze] geboren te Naaldwijk (2,74): 1. Hendrik III van Naaldwijk; geb. circa 1367 (74) [volgt XII.3]
37 2. Baerte [ook Berta] van Naaldwijk; geb. circa 1369 (74) [ook 1366]; † 23-10-1405 (74). Zij trouwde omstreeks 1393 met Dirk [Dierick] van Poelgeest [geb. Naaldwijk circa 1365; 1363 (18); † 1409 (18), ook † circa 1404]; Heer van Hoochmade van Poelgeest, kastelijn van Medemblik; tot ridder geslagen in de oorlog op de Friezen; zijn zoon Jacob van Poelgeest was prior in 1444 (87b). 3. Haze [Haasje] van Naaldwijk; geb. circa 1371 (74), † 1419; vermeld Kerstavond 1392 (18). Zij trouwde met Floris van de Maelstede, ridder. Volgens Dek (18) is zij een bastaarddochter. 4. Sophia van Naaldwijk; geb. circa 1373 (74); zij trouwde vóór 23-03-1395 (18) met Lieven van Kats [ook Simon van Cats of Lieven van Simonskercke], ridder. 5. Wilhelmina [ook Willemina] van Naaldwijk; geb. circa 1375 (74). Referenties geven drie totaal verschillende gegevens over Wilhelmina [alleen Dek (18) geeft geen vermelding van Wilhelmina]: (2 en 74): zij trouwde met Jacob van Poelgeest [ook Jacob Gerrit Jansz van Poelgeest]; Jacob is geboren te Naaldwijk omstreeks 1371. Deze gegevens aangehouden als meest waarschijnlijk juiste. ( 3): zij trouwde met Gerard van Poelgeest, vermeld 1391-1418; ridder 1409; zoon Jan uit dit huwelijk; ze bewoonden het huis Klein-Poelgeest te Koudekerk. (4): geboren 1357, overleden 1365, 8 jaar oud. Noot: In (2) staat nog vermeld dat er nog een dochter NN van Naaldwijk [geb. 1368] zou zijn geweest, die trouwde met Willem van Montfoort, ridder en Heer van Montfoort. Volgens Kooperberg (28) zijn er 2 bastaardkinderen: 1. Jan van Utrecht, “basterd tot Naeldwijk ” [zie ook ( 91, fol. 118v; fol. 8v-9r); Geertruyt is zijn vrouw; hij wordt ook als Jan Willemsz van Naaldwijk (overleden tussen 1403 en 1407) genoemd], die op 31 juli 1402 vermeld wordt met zijn vrouw Badelouwe, dochter van Claes Herman [zie (28 en 91]; en 2. Hase Willemsdochte; bastaarddochter van Naaldwijk, welke "die cluse ten Brielle ontving haar leven lang " (28).
Generatie XII XII.1 Michiel van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1446 (74); † 20-11-1472 [Zierikzee, vóór 26-10-1474 (19, 74)]. Michiel van Heenvliet [voor de helft Heer van Stavenisse na 1445] was de oudste zoon van Willem van Heenvliet en Margaretha van Reimerswaal [zie XI.2]. Hij had het ambacht Stavenisse in leen [928 gemet 254 ½ roeden] en kocht in 1472 254 roeden tienden in Wemeldinge. Hij behoorde tot het college van 12 man, dat op 7 september 1472 gemachtigd werd door de Staten van Zeeland tot het innen der imposten (19). In Zierikzee werden keer op keer de belastingen verhoogd om het hertog Karel [de Stoute] naar zijn zin te maken. Zo werden de marktgelden verhoogd, de havengelden verdubbeld en andere wurgende belastingen opgelegd. Al het geld vloeide naar Mechelen, waardoor de bevolking van Zierikzee een steeds grotere afkeer van de bestuurders kreeg. Op 20 november 1472 kwam de vroedschap van Zierikzee bijeen met de baljuw van Zierikzee, Michiel van Heenvliet en Cattendijk en de Deken van Middelburg Clais Simonszoon over de invoering van belastingen op de eerste levensbehoeften, zoals zout, tarwe, wijn en bier (25, 26, 27). De arme bevolking van Zierikzee kwam in opstand en een menigte, bewapend met stokken en messen, overrompelden de Schout en dienaren en sloegen de beide commissarissen dood en wierpen hun lichamen op straat, waarna een menigte ze al zingend door de stad sleepten. Zo kwam Michiel van Heenvliet om het leven (25). Zijn broers Jan en Zweder hebben de stad vervolgd wegens deze doodslag (19). Na vele procedures (19) kregen Jan en Zweder 600 kronen bestemd voor 7 erfelijke zielmissen per week en de diensten in de kerk van Cattendijk voor de ziel van hun broeder Michiel. Er is geen informatie over zijn echtgenote; wel is een natuurlijke [volgens (26, 74) onwettige] dochter bekend:
38 1. Yolente van Heenvliet; geb. Stavenisse circa. 1470 (29, 74); † circa 1503 [vóór 1496 (18)]. Zij [mogelijk een bastaarddochter] trouwde met Cornelis van Spreeuwesteijn, die haar op 30 november 1493 lijftochtte (19). De Van Spreeuwesteijns waren een bastaardtak van het huis Van Voorne [zie IX.4]. Uitgebreide informatie over de leengoederen van Yolente [in de tabellen van Dek (18) staat ze als Jolente en bastaard vermeld] en de processen, die tegen haar gevoerd zijn door Lijsbeth van Spreeuwesteijn, de zus van Cornelis en non in het Sint Brigitteconvent te Utrecht (19). Noot: In de tabellen van Dek (18) staat ook een bastaardzoon Willem van Heenvliet vermeld [geen verdere gegevens, alleen een vermelding 09-11-1493].
XII.2 Jan [Johan] van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1448 (74); † Brussel, vóór 12 augustus 1500 (19, 74). Hij was zoon van Willem van Heenvliet en Margaretha van Reimerswaal [zie XI.2]. Jan van Heenvliet was ridder, Heer van Heenvliet, van Stavenisse en voor de helft van Kattendijke. Samen met zijn broer Zweder kocht hij als meestbiedende het ambacht Stavenisse in 1475 en eveneens het vrije van Stavenisse (19). In 1476 was hij ook schepen van Brussel, waar hij schijnt gewoond te hebben en waar hij ook is overleden (19, 74). Samen met zijn broer Zweder heeft hij zich ingezet in het geschil met de stad Zierikzee over de doodslag van hun broer Michiel [zie XII.1]. Ros – de Korte (19) vermeldt nog gegevens over diverse leengoederen van hem en zijn broer Zweder. Volgens Ros – de Korte (19) was hij de laatste wettige mannelijke afstammeling van het geslacht van Heenvliet. Hij trouwde op [vóór (18)] 16-07-1473 (74) met Catharina [Catherine] van Steelandt [Steeland] [geb. Brussel circa 1452 (74)], die hij toen lijftochtte met 20 pond Vlaams per jaar uit de mindere helft van zijn leengoederen. Uit dit huwelijk geen kinderen (74). Van hem zijn wel de volgende bastaardkinderen bekend (18, 19, 29; volgens (74) alleen Willem en Alexander): 1. Willem de bastaard van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1469 [ook 1440]; † vóór 31-121512 (19, 74), ook vóór 19-04-1520 (18); begraven Hoedekenskerke (18, 29). Hij trouwde met Geertruid de Cock van Opijnen [geb. Opijnen circa 1473 (74); † 22-08-1510 (18), begraven Hoedekenskerke (18)], dochter van Jan de Cock van Opijnen en Elisabeth van Schengen. Op 1 september 1503 kocht Willem een vierde van de nalatenschap van zijn nicht Yolente, die ook van onwettige geboorte was. Uit het huwelijk [volgens Dek (18): François, Maria en Geertruid, volgens (74) alleen Frans en Maria]: a. Frans [François] van Heenvliet, geb. Stavenisse circa 1495 (74); † vóór 30-04-1524 (19, 74); 1524 (18). Beleend 31-12-1512 op Zuid-Beveland. b. Maria van Heenvliet, geb. Stavenisse circa 1496 (74); † vóór 31-12-1527 (19, 74); getrouwd met François van Berringen (18, 19, 74). Beleend 20-05-1524 te Capelle (18). c. Geertruid van Heenvliet, geb. circa 1497; † 15-06-1549, vrouw van Ostende; gehuwd geweest met Dignus Cornelis van Eversdijk (19), schout [baljuw (18)] van Hoedekenskerke; † 1553 (18). 2. Alexander van Heenvliet; geb. Stavenisse circa 1471 (74); † circa 1500 (29, 74). Dek (18) geeft geen gegevens. 3. Yolente van Heenvliet; geb. circa 1473; † vóór 1503 (18). XII.3 Hendrik III van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1367 (2, 74), † 1419 (2, 18, 74), meer waarschijnlijk 1427 (24); zoon van Willem II van Naaldwijk en Sophia van Teijlingen [zie XI.3]. Hendrik III was erfmaarschalk van Holland en Heer van Naaldwijk [hoge heerlijkheid, 1418; akte van schenking en belening door Jan van Brabant, graaf van Holland; zie (92 pag. 277)] en Honselersdijk (1, 3). Hij bewoonde het huis te Hontsel bij Naaldwijk (3).
39 Ook was hij ambachtsheer van Groensvoord en Poeliën, van Crayestein [Oversliedrecht], rentmeester van Voorne [1393], raad van Albrecht van Beieren [1399], kasteelvoogd van Gorinchem [1407], hoogheemraad van Delfland (100) en baljuw van Maasland (101), Delfland en Schieland [1404]. Hij werd in 1382 (1) [ook 1399 (28, 100) vermeld] tot ridder geslagen en neemt deel met 2 glaviën [afdeling lanciers] aan de Arkelse oorlog [o.a. het beleg van Gorinchem in 1402], de strijd van Jan XIII van Arkel tegen Albrecht van Beieren (100). Wanneer van Arkel deze strijd verloren heeft, wordt Hendrik III door de graaf in 1406 benoemd tot kastelein (slotvoogd) van Gorcum (100); hij dient daartoe 100 gewapende mannen te onderhouden. Hendrik III was direct betrokken bij de Hoekse en Kabeljauwse twisten met verre gaande gevolgen [zie het hoofdstuk Hoekse en Kabeljauwse twisten]. Op 25 december 1418 werd hij door Jacoba van Beieren met de hoge heerlijkheid Naaldwijk beleend [de belening door Jan van Brabant volgens (36, pag. 277)], omdat hij een trouw aanhanger was van Jacoba, die zich in de jaren 1417-1419 tegen haar oom Jan van Beieren moest verdedigen. In 1426 ging hij met de andere aanhangers van Jacoba [en zijn zoon Willem III [XIII.2]] in ballingschap. Zijn zoon Albrecht [XIII.1] bleef in Holland en liet zich in 1427 belenen met de hoge heerlijkheid Naaldwijk. Toen zijn broer Willem uit ballingschap terugkeerde, moest hij de leen weer afstaan. Na de Sint Elizabethvloed van 1421 haalde hij overlevenden uit zijn gebied Craijestein naar Honselersdijk en gaf hun daar aan de noordzijde van de huidige Dijkstraat een stuk land dat in de Tiende Penning van 1561 nog “ghiftland” werd genoemd (100). Naar alle waarschijnlijkheid bouwde Hendrik III voor behoeftige lieden uit die streek een onderkomen in Naaldwijk, op de plaats, of in de buurt, waar later het Heilige Geest hofje zou verrijzen (100). Hendrik III gaf op 23 december 1396 (88, 89) land in eigendom aan Jan Oudenaer [bloedverwant]. Jan Oudenaer had het land eerst in leen van Hendrik van Naaldwijk. Op 29 maart 1415 (54) moest Hendrik afstand doen van rechten op zekere buitendijkse landen, gelegen bij of in de Grote Andel bij ’s-Gravenzande [zie ook bij Willem II van Naaldwijk, XI.3]. Hendrik III huwde [vóór 08-01-1395 (18, 74)] met Catharina van Heenvliet [zie X.2.4; geb. Heenvliet circa 1371 (2, 74), † 1421 (2, 18, 74)] en kreeg minstens 5 kinderen [ook 3 kinderen vermeld (74)]. Twee van hun dochters [Catharina en Griete, niet vermeld (74)] zouden het klooster Zusters van het Gemene Leven in Diepenveen verkiezen boven het leven in welstand. Door zijn huwelijk met Catharina van Heenvliet kwamen de heerlijkheden Capelle, Made bij Delft en Polanen in Monster aan de familie (24).
40
Gebedsportret van Hendrik III van Naaldwijk
Uit dit huwelijk: 1. Catharina van Naaldwijk; geb. Dordrecht 22-09-1395; † Diepenveen 12-12-1443; ook bekend als jonkvrouw van Honsel. Gewelddadige schakingen kwamen in die tijd wel vaak voor en het kostte moeite om vrijers buiten de deur te houden. Een oplossing werd gevonden in het kloosterslot; er is uitgebreide documentatie over Catharina [en ook over haar zus Griete] (20). Catharina gaf op zeventienjarige leeftijd te kennen dat ze kloosterlinge wilde worden [goedkoop voor de familie (3)]. In het voorjaar van 1412 arriveerde zij in Diepenveen, het vrouwenklooster van de Moderne Devotie. Zij werd op 6 september 1412 ingekleed. Naast borduurkunst hield zij zich ook bezig met huishoudelijk werk. Later werd ze subpriorin van het klooster Diepenveen. 2. Albrecht [ook Albert] van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1396 (74) [volgt XIII.1] 3. Willem III van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1397 (74); † 1444 [volgt XIII.2] 4. Griete van Naaldwijk; [ook Griete van Opstal] geb. Naaldwijk 1398; † Diepenveen 21-101424. Bij de inwijding van haar zuster Catharina raakte Griete zo onder de indruk dat ze ook het klooster in wilde. Op 24 juni 1424 deed ze haar intrede en werd er conversin [lekenzuster]. Uitgebreide documentatie (20). Griete overleed tijdens de hoogmis op het feest van de Elfduizend Maagden [21 oktober] in 1424. 5. Adriaan van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1399 (2, 74). Vermeld in een acte van 13 maart 1466 (57) als priester, kapelaan in de St. Ypolitus kerk te Delft in verband met verkoop erfrente; kreeg de kleine heerlijkheid Naaldwijk, buurtschap bij Giessendam.
41 Noot: Ook nog twee bastaardkinderen Hendrik van Naaldwijk (3) en Phillips van Naaldwijk (18, 30); verdere gegevens ontbreken). Deze bastaardkinderen worden vermeld (91; Fol. 249v-250r., 10 mei 1472). De volledige tekst luidt als volgt:
“Henrick heer van Naaldwijk en Capelle verklaart dat zijn vader Willem z.g. Heer van Naaldwijk, de deken en het kapittel vroeger gegeven heeft de heergewaden [geldelijke vergoeding aan de leenheer wanneer een nieuwe leenvolger leenman werd] van al zijn leenmannen, waarvoor eeuwige memorie gehouden moet worden voor heer Hendrick zijn vader en Cathrijn van Heenvliet, Vrouwe van Naaldwijk, zijn moeder en Phillips van Naaldwijk zijn broeder. In plaats daarvan belooft Hendrick de deken elk jaar te geven een gouden nobel, verzekerd op rente en provende jaarlijks staande op 31m, welk land hij gegeven heeft aan Jan van Naaldwijk zijn broer, voor zijn vaderlijke erfdeel en waarop nu woont Pieter Aems, gelegen in het ambacht van Monster “. Noot: In deze genealogie komt deze Jan van Naaldwijk, broer van Hendrick niet voor.!
Generatie XIII XIII.1Albrecht [ook Albert] van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1396 (2, 74), † na 06-081461 (18); zoon van Hendrik III van Naaldwijk en Catharina van Heenvliet [zie XII.3]. Albrecht trouwde omstreeks 1417 (2, 74) met Bate van Vleuten, geb. Utrecht circa 1397 (2, 84). Op 15 oktober 1416 geeft Hertog Jan van Beieren de ambachtsheerlijkheid van Dirksland met ambacht, ambtsgevolg, de boeten, breuken en forfeiten beneden 10 ponden tot een onversterfelijke erfleen, benevens 100 gemeten vrij lands binnen de bedijking, uit aan Albrecht wegens bijzondere bewezen diensten (98). Dit wordt herhaald in 1419, 1422, 1428 en 1437. Op 9 april 1437 draagt hij de ambtsheerlijkheid op aan zijn heer Frank van Borselen (98). Op 28 november 1470 wordt de heerlijkheid verleid op Adriaan, zijn zoon [XIV.1]. Tot het eerste kwart van de 16e eeuw blijft de heerlijkheid in handen van het geslacht Van Naaldwijk (98). Hij was Heer van Bergambacht, Heer van Hontsol en dijkgraaf van de Krimpenerwaard. Uit dit huwelijk (1, 2, 74, 84): 1.Catharina [Katerijne] van Naaldwijk; geb. Bergambacht circa 1418 (2, 74); † na 25-101475 (18, 74). Catharina trouwde op 24-06-1437 (74) met Pouwels van Haestrecht (1) [ook Paulus van Arckel (74)] [geb. circa 1402 in Loon op Zand; † vóór 26-08-1476 [ook 14681473 (18)]; zoon van Dirk van Haestrecht en Hadewigis van Haestrecht]. Hij was Heer van Loon op Zand, Tilburg, Goirle en Drunen (18). Uit dit huwelijk 10 kinderen met de achternaam van Haestrecht (2, 74), namelijk: Dirk, Engelbrecht, Gijsberta, Jan, Maria, Adriana, Beatrijs, Antonia, Catharina en Willem. 2. Adriaan van Naaldwijk; geb. circa 1420 in Bergambacht (2, 74) [volgt XIV.1] 3. Jakob van Naaldwijk; geb. circa 1422 in Bergambacht (2, 74); poorter van Leiden 1475 (18); trouwde met Gobbinck Geert Heermansdr. (18). 4. Henrica van Naaldwijk; geb. circa 1424 in Bergambacht (2, 74); † na 1494 (18); [andere gegevens Henrica (2); Hendrica (18); Henrika (30)]. Ambachtsvrouw van Bergambacht, gehuwd met Gerrit van Vliet [Gerrit van der Vliet (74)]; † vóór 1471 (18); Heer van Vliet [van der Vliet (74)], Polsbroek, Oukoop, Hoenkoop en Aartsbergen; zoon van Jan van Vliet, ridder en Beatrix, bastaarddochter van Graaf Willem van Beijeren (30). 5. Elisabeth van Naaldwijk, ook Jonkvrouwe Lijsbeth; geb. circa 1426 in Bergambacht; † na 1493 (2, 18, 74). Zij trouwde in 1449 [1448 (18)] met Michiel van de Zoutelande (18, 74) [ook Soutelande]; uit dit huwelijk: Elisabeth van Soutelande, geb. circa 1446, † tussen 01-091517 en 18-11-1521 (74). Daarna trouwde ze vóór 31-10-1466 (74) met Jan van Vianen
42 Heer van Jaarsveld 18, 30, 74) [geb. Jaarsveld circa 1435, † tussen 09-06-1516 [na die datum volgens Dek (18)] en 22-09-1519 (74)]. Uit dit huwelijk geen kinderen. Dek (18) vermeldt 8 kinderen. Extra vermeld worden: 6. Albrecht van Naaldwijk; beleend 1441 met visserij te Schelluijnen (18). 7. Hendrik van Naaldwijk; 1447-1461; † vóór 1465 (18). 8. Janne van Naaldwijk; non in St. Ursula te Warmond 26-04-1493 (18). XIII.2 Willem III van Naaldwijk; geb. circa 1397 in Naaldwijk (84), † 1444 (18, 24, 74) [ook circa 1450 (3)]; zoon van Hendrik III van Naaldwijk en Catharina van Heenvliet [zie XII.3]. Hij was erfmaarschalk, in 1427 raad en rentmeester-generaal van Holland, in 1432 baljuw van Vlaardingen en Vlaardingerambacht (100); Heer van Naaldwijk en Honselersdijk. Na de Zoen van Delft in 1428 (1) werd Willem in ballingschap gestuurd naar het Bourgondische hof, waar hij zitting had in de raad van Filips de Goede. Hij kreeg in 1440 de taak om alle rekeningen van de muntmeester uit Holland en Zeeland na te gaan. In de periode 1439-1441 behoorde hij tot het Hollandse ridderschap (3). Willem trouwde in 1429 (1, 29) [in 1428 (3); in 1432 (74); vóór 17-10-1435 (18)] met Wilhelmina van Egmond [ook Willeme en Willemina van Egmond van de Wateringe], Vrouwe van Wateringen; geb. circa 1401 te Delft; † 1482 te Antwerpen (18, 74)]; dochter van Jan van Egmond en Isabella van Beieren (84). Zijn vrouw kwam uit een zeer Kabeljauwse familie (3), terwijl de Heren van Naaldwijk tot de Hoekse partij behoorde! Willem III trok zich terug op Naaldwijk om pas later weer politiek actief te worden. Pas in de jaren veertig werd hij weer met Hoekse elementen geassocieerd (3). Willem heeft in 1432 een conflict over een grensgeschil met Giessendam over zijn buurtschap kleine heerlijkheid Naaldwijk. Hij gaf de heerlijkheid kort daarna aan zijn broer Adriaan van Naaldwijk [XII.3.5] (1). In 1439 vergeeft hij de goederen van Wateringen als lijftocht aan zijn vrouw, nadat deze eerder door het huwelijk aan Willem waren toegekomen. Willem overleed in 1444, waarschijnlijk aan dysenterie (1). Uit zijn huwelijk [Dek (18) geeft 4 kinderen aan, namelijk Hendrik IV, Jan, Catharina en Adriaan; ook 6 kinderen (74, 84)]: 1. Hendrik IV van Naaldwijk; geb. circa 1434 (74); ook 1420 (84) in Naaldwijk [volgt XIV.2] 2. Adriaan van Naaldwijk; geb. circa 1436 in Naaldwijk [volgt XIV.3] 3. Catharina van Naaldwijk; geb. circa 1438 (74, 84) [mogelijk circa 1420; zie verderop] in Naaldwijk; † na 1470 (18). Zij trouwde (74) vóór 1449 (18) met Gijsbert van IJsselstein Jansz. [geb. circa 1434] [beleend te Bommenede 1433 (18)] en met Michiel van Bulke [geb. circa 1434]. Deze huwelijken worden weer gegeven (86). Echter andere [authentieke] gegevens vermelden van Katherijn van Naeldwijcs, die op 22-08-1447 overleed en haar man staat hier vermeld als Michial vanden Bolck (34). Als we naar alle gegevens van de Catharina’s van Naaldwijk [XIV.4.2; XIII.1.1; XII.3.1] kijken [en de namen van de echtgenoten in acht nemen], dan komt deze Catharina [XIII.2.3] het beste in aanmerking voor deze gegevens; echter haar geboorte datum zou dan ergens rond 1420 moeten liggen. 4. NN van Naaldwijk [ook Margaretha (100)]; geb. circa 1440 in Naaldwijk (74). 5. Isabella van Naaldwijk; geb. circa 1443 in Naaldwijk (7, 84). Zij trouwde met Jan van Hodenpijl [geb. circa 1439].
43 6. Jan van Naaldwijk; geb. circa 1444 in Naaldwijk (74) [volgt XIV.4]
Gebedsportret van Willem III van Naaldwijk Generatie XIV XIV.1 Adriaan van Naaldwijk; geb. 1420 te Bergambacht, † 1473 of 1474 (18); zoon van Albrecht [Albert] van Naaldwijk en Bate van Vleuten [zie XIII.1]. Adriaan, die het huis Kraaienstein ten oosten van Dordrecht bezat, was Heer van Bergambacht [1451], Lekkerkerk, Zuidbroek, Krimpen, Ouderkerk, Berkoude [1466], Dirksland [1470], Ter dagvaart [14541472]. Zijn zoon Adriaan hielp in 1482 de stad Hoorn bij verrassing in te nemen. Hij trouwde op 23 juli 1446 (18, 74) met Agnes van den Woude [geb. Warmond 1423, † 1484 (vóór 1485 (18, 74)], dochter van Jakob van den Woude [Heer van Warmond en Alkemade] en Reinoutje van Brakel van Dordrecht. In de literatuur komen diverse namen en aantallen van de kinderen uit dit huwelijk voor: (3, pag. 452) geeft aan 6 kinderen: Jacob, Jan, Adriaan, Adriana, Reinoud en Agnes Dek (18) geeft de volgende 7 kinderen aan: Jacob, Jan, Adriaan, Adriana, Reijnalda, Agnes en Beatrijs (15, 74): hier 7 kinderen met de volgende namen: Jacob, Jan, Adriana, Reijnoutje, Agnes, Philip en vrouwe. De volgende gegevens van de kinderen uit het huwelijk van Adriaan van Naaldwijk en Agnes van den Woude, allen geboren in Bergambacht, worden hier aan gehouden volgens (74): 1. Jan van Naaldwijk; geb. circa 1448 [XV.1].
44 2. Jacob van Naaldwijk; geb. circa 1450; beleend te Dirksland 30-04-1474; † 1493-1494 (18). 3. Adriana van Naaldwijk; geb. circa 1452,† vóór17-03-1504 [vóór 1505 (18)]; zij was Vrouwe van Bergambacht en trouwde in 1473 (74) met Willem van Zuijlen van Nijevelt [geb. Utrecht circa 1448, † 1484 (74); vóór 1494 (18)]. Uit dit huwelijk: Frederik, geb. Utrecht circa 1475, † circa 1534. 4. Agnes [ook Agnies] van Naaldwijk; geb. circa 1454, † vóór 1526 (18), 04-03-1529 (93a); Vrouwe van Dirksland na 1495 (18); zij trouwde met Jan van Nederveen; † 1493-1494 (18). 5. Reijnoute van Naaldwijk [ook Reinoud en Reijnalda]; geb. circa 1456; zij was non in de Elfduizendmaagden klooster van Warmond [12-08-1465 (18)]; † na 26-04-1493 (18). 6. NN van Naaldwijk [ook vrouwe (18) of Beatrijs]; geb. circa 1458 7. Philips van Naaldwijk; geb. circa 1460 (74); Dek (18) geeft geen vermelding van Philips Noot: ook vermeld (3, 18) Adriaan van Naaldwijk; geb. circa 1453, gesneuveld 1482 Hoorn; Dek (18) geeft nog aan: Beatrijs van Naaldwijk, non in St. Babara te Delft.
XIV.2 Hendrik IV van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1434 (74) [ook vermeld 1420 (2, 84); 1445 (28)], volgens Dek (18) was Hendrik op 08-03-1445 minderjarig; † 21-04-1496 (24, 28, 34) [ook 1496 (18, 74)]; zoon van Willem III van Naaldwijk en Wilhelmina van Egmond [zie XIII.2]. Hij was ridder, erfmaarschalk van Holland, Heer van de hoge heerlijkheid Naaldwijk [geërfd van zijn vader], Heer van Honselersdijk en Capelle; ambachtsheer van Groensvoort en Poeliën, Overschie [overgedragen aan Delft 1480], Vlaardingen [1483, geërfd van zijn moeder], Ter dagvaart [1451-1482] (3); Wateringen 1482 (18); schout [1460] te Vlaardingen (87b); beleend 1451 (18). Van zijn moeder erfde hij de heerlijkheid en het huis te Wateringen dat gestaan heeft op de plaats van de huidige Hofboerderij aldaar (100). Daar stichtte hij een klooster van de Cisterciënser monniken. In zijn testament van 1496 gaf hij duidelijk te kennen, dat hij met zijn vrouw in de kloosterkerk aldaar begraven wilde worden. Voor het merendeel hebben de andere Van Naaldwijks hun laatste rustplaats gevonden in de Gregorius kapel aan de noordzijde van het koor van de Naaldwijkse kerk, de huidige consistoriekamer. Heer Hendrik van Naaldwijk en Dirck Poes sloten een overeenkomst op 9 april 1468 (54; zie ook 36, pag. 283) tot het leggen van een dijk tussen de Maas en de Maasdijk [bedoeld wordt de Papendijk bij Staalduinen]. Er is een akte van overdracht (36, pag. 276) door Hendrik IV van Naaldwijk aan zijn broer Jan van Naaldwijk in verband met 31 morgen land in Monster [22-04-1467]. Hij trouwde omstreeks 1459 (2, 74, 84) [ook rond 1455 (81) en vóór 1460 (18)] met Machteld [ook Mechteld] van Raaphorst [geb. Wassenaar circa 1440 (74), † 1479 (3, 81), ook 25-09-1495 (24), 1415 (84)]; dochter van Bartholomeüs Adriaansz. Van Raaphorst en Machteld Pots]. Hendrik IV financierde de bouw van de St. Adriaanskerk van Naaldwijk, nadat deze was verwoest door blikseminslag en brand op 4 december 1472 (1, 81). Ook liet hij het Heilige Geesthofje bouwen dat bestemd was voor arme en oudere mannen en hij stichtte een klooster [circa 1470] in het Hof van Wateringen door zijn slot te herbouwen (27). Hij nam in 1465 deel aan de oorlog tussen Philips van Bourgondië en de Luikenaars (27). In 1474-1475 deed hij mee in het beleg van Neuss (3). Hij was lid van het broederschap van de Jerusalem pelgrims en hij werd geridderd bij het Heilige Graf (81).
45
Gebedsportret van Hendrik IV van Naaldwijk. Op het portret is te zien dat Hendrik IV leed aan rhinophyma [aardbei-neus]. Na zijn dood in 1496 werd hij begraven in het klooster te Wateringen welke hij had gesticht. In de literatuur (1) wordt aangegeven dat met zijn dood het geslacht van Naaldwijk in mannelijke lijn eindigde, maar de genealogie van het geslacht laat zien dat andere lijnen van het geslacht verder gaan. Testament Hendrik IV (34). Omdat het Helige Geest hofje zo uniek en waardevol is voor Naaldwijk en omdat het tot stand kwam bij het overlijden ven Hendrik IV is het wenselijk om het testament, dat leidde tot het tot stand komen van het Heilige Geest hofje, hier af te drukken in het huidige schrift (34). Het oorspronkelijke document is aanwezig op het Historisch Archief Westland. Naast referentie (34) staan er ook gegevens in bron (99). Int jaer ons Heeren MCCCCXCVI xxi dagen in april sterff heer Henric van naeldwijc zal. ged. ende heeft den heyligegeest testament gemaect als blijct in een brieff daer van die copie hier nae volcht. Wij deken van gennen capittel sinte adriaens tot naeldwijc kenne ende lyden mits desen voir ons ende nose naecomelingen sculdich te wesen den heyligengeest te naeldwijc XLVIII pont hollants siaers ewige renten XXX got voer elc pont gerekent te betalen alle jaers tot sinte jans misse off XV dagen daer nae onbegrepen die welke der selve heylige geest gemaect zijn te testament bij heer Henric heer van Naeldwijc zal. ged. tot behoeff vijf armer mannen die wonen sellen int huys getimmert opt erff van de cuer bij de testaments Heren Henrics van Naeld voirsz. of ende dewelcke die heylige geestmeesters aldaer onder die voergende vijff arme mannen deelen sullen jaerlix nae ordonatie sheer ende sdekens van naeldwijc indertijt wesende.
46 Item kennen ende lyden wij deken vant capittel voersz. sculdich te wesen de selve heylighegeest voer ons ende onse nacomelingen noch XX pont holl. siaers ewige renten tot behoeff vande andere armente naeldwijc die int voersz. manhuys niet wonen en sullen te betalen als boven behoudelic dat die heylige geest voersz. voer al ten ewige dagen ter canse van dese XX pont siaers voersz. manhuys houden sal inraet ende daet woonbaer als dat behoert. Item kennen en lyden wij deken ende capittel voirsc. dat ons in testamente gemaect zijn bij Heer Henric van naeldwijc voern. zal. ged.nege pont hollants ende tien stuvers siaers ewige rente tot behoeff van twee choralen die sullen helpen singe ter misse in alle festis opposius vn alst memori is memori is welke IX pont X st. siaers onder voersz. heylige geest comen sullen waert dat wij tot eniger tijt die choralen als voersz. is niet en hilden tott’tijt toe wij die weder hilden nae uutwijsinge als tetaments Heeren Hendrics van naeltwijc voirsz. Al welke voersz. renten wij bewesen ende versekert hebben bewijsen ende versekeren mits desen der voersz. heilighe geest op XLIIII margen lants gehieten tlant te made ende op die madewerff gelegen bij Delff twelc ons angecomen is bij testament Heeren Hendrics van Naeldwijc zalige gedchte voirsz. tot veel testamente ende voert op alle onse gued lande ende rente die wij nu hebbe off noch vererigen mogen alle ding sonder arch ende list. In kennisse der waerheit hebben wij deken ende capittel voorn. desen brieff besegelt mit onsen gemenen capittels zegel hier angehangen int jaer ons Heeren MCCCCXCVII XX dagen in Junno. Hendrik IV van Naaldwijk had uit zijn huwelijk met Machteld van Raaphorst 1 dochter [Wilhelmina, ook Willemijne en Willeme], zodat ook die met het Heilige Geest hofje te maken kreeg. Daarom is besloten om ook haar testament hier weer te geven. Testament Willeme van Naaldwijk (34). Testament vrou Willeme van Montfoert Heer Heynrics van Naeldwijcs dochter voorsz. Int jaer Heeren M vijfhondert ende zes opten tweeden dach in febriario starff vrou willeme van montfoort voorn. ende heeft de heylighe geest besproken sestien pont holl. siaers ewige rente vande welke die heylige geestmeesters delen sullen jaerlix der armen an broot opte dach haers jaergetijts twee pont. Ende op elke vridach quatertemp an scoen cousen ende onder claederen vierdalf pont welke sestien pont siaers zij bewesen heeftende versekert jaerlix te ontfangen uut die gueden te opstal behoudelic datmen se sal mogen lossen tot allen tijden die penning mit twintich ende mit die verscene renten als blijct int capittels register folio XVI CXVII CA Quito in hoer testament.
Uit het huwelijk: 1. Wilhelmina [ook Willemijne, Willeme] van Naaldwijk, geb. Delft circa 1460 (74, 84) [ook circa 1455 (81)], † 02-02-1506 (34), ook 10-02-1506 (24) en na 1504 (18); zij werd bijgezet in het familiegraf van de Heren van Montfoort in de kerk van Montfoort. Zij had de titel Vrouwe van Naaldwijk en Wateringen en erfmaarschalk van Holland. Zij trouwde op 16-121475 [vóór 1475 (18)] met Jan III van Montfoort, 9eburggraaf van Montfoort, Vrijheer van Zuid-Polsbroek, Heer van Abbenbroek, Linschoten, Purmerend-Purmerland en dijkgraaf van Lopikerwaard (1) en tevens een fervent Hoeks leider, geb. circa 1448 (18), † 28-03-1522; ook tussen 23-08-1521 en 28-03-1522 (1, 18). Hij was een van weinige Hoekse edelen, die de Hoekse en Kabeljauwse oorlogen overleefde. Op 12 juni 1509 hertrouwde Jan van Montfoort met Charlotte van Brederode (1). Uit het huwelijk: 1 zoon [Zweder [ook Joost] van Montfoort] en 2 dochters [Machteld en Barbara [ook Barbele] van Montfoort]. Dochter Machteld van Montfoort trouwde met Robert I van der Marck en Arenberg [geb. circa 1467; † 1536] en zij werden na het overlijden van Jan III van Montfoort in 1522 erfgenamen van de
47 heerlijkheid van Naaldwijk [zie hoofdstuk over de Heren van Naaldwijk]. Dochter Barbara trouwde met Maximiliaan van Horne, Heer van Gaasbeek, etc. en heeft Jan van Naaldwijk [XV.2] vele diensten bewezen (31). Zij overleed in 1527.
Gebedsportret van Wilhelmina van Naaldwijk. XIV.3 Adriaan van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1436 (74, 84), † circa 1496 [vóór 1495 (18)]; ambachtsheer van Sliedrecht, Ter dagvaart [1452, 1456, 1462-1480 (3)]; in 1475 was hij vice-cureyt [onderpastoor, kapelaan] van de oude kerk te Delft (87a); baljuw van Noordwijk van 1477 tot 1480 (101); zoon van Willem III van Naaldwijk en Wilhelmina van Egmond [zie XIII.2]. Hij trouwde twee keer (2, 18, 74]: - omstreeks 1461 met Petronella van Flory uit Den Haag [geb. circa 1440 (74, 84), † circa 1480] - omstreeks 1482 (84) met Dirkje [ook Dirkic] van Haaften [ook Haeften], geb. Naaldwijk circa 1440 (74); † na 21-04-1496 (18). Uit het eerste huwelijk: 1. Jan van Naaldwijk, geb. Naaldwijk circa 1462 (74) [volgt XV.2] XIV.4 Jan van Naaldwijk, geboren Naaldwijk circa 1444 (74, 84), † Parijs 1520 (1) [vóór 1490 (18)]; zoon van Willem III en Wilhelmina van Egmond [zie XIII.2]. Hij behoorde tot de Hollandse edelen in het Bourgondische leger en hij noemde zich ook “broder” te Naaldwijk (3). Volgens Dek (18) was Jan van Naaldwijk tresorier van Leiden van 1477 tot 1479. Hij trouwde omstreeks 1475 (70, 74) [circa 13-08-1466 (18)] met Aleid de Grebber (18) [ook Aleida Grebbert (2, 74); en Alijdt Clais de Grebbersdr. Weduwe Jan van Naeldwyck (95, bijlage 3)], geb. Leiden circa 1450 (70), † vóór 1514 (18); dochter van Klaas de Grebber. Uit
48 deze relatie een dochter Kathelijne Jansdr. Van Naaldwijk (2, 70, 84). Maar ook andere namen worden genoemd (18, 74): Dek (18) meldt de namen Willem, Johanna [beleend 1515 te Dirksland], Catharina en Josina [non]. Het zegel van Johanna was aangebracht op een document van 12 oktober 1526 in verband met een overeenkomst tot het leggen van een dijk in de Hovel, wegens de doorbraak van de Papendijk (54). De Veij Mestdagh (95; pag. 73) meldt de volgende kinderen: Willem, Catharina, Peternella en Adriaen c. 1485- c. 1512. De namen Willem, Catharina en Petronella worden ook opgegeven en worden hier aangehouden (74): 1. Willem van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1477 (74); † 1506 (18); trouwde vóór 27-051501 met Heilwig van Bruelis [ geb. circa. 1450, † 1502 (18)], weduwe van Jost van Moermont [ook Joost van Haamstede; † 1495; getrouwd vóór 08-05-1484]. Hij stierf zonder getrouwd te zijn (74). Volgens de Veij Mestdagh (95) had Willem in pacht een combinatie van buitendijkse gorzen (later het Nieuwland) Den Andel. De Banck en De Zijp. Op 3 maart 1415 wordt hij gelast van zijn aanspraken afstand te doen wat hij blijkens akte van 29 maart 1415 ten behoeve van het Kapittel van St. Marie heeft gedaan. Willem was dijkgraaf in de jaren 1494, 1496, 1498 en 1504. 2. Catharina [Kathelijne Jansdr.] van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1479 (74); ook 1470 (70), † vóór 1554 (18). Zij trouwde drie keer: 1e op 18-11-1490 (18) met Jacob Suys [geb. 1470, zoon van Pieter] (3, 70), 2e vóór 1506 (18) met Mr. Jan Bouwensz, 3e met Gerrit van Berckenrode, geb. Haarlem 1481; † 1534. Sommigen geven alleen de eerste twee huwelijken aan (70, 74). 3. Petronella [ook Peternella (95)] van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1481 (74) Noot: ook de naam Kathelijne Jansdr. Van Naaldwijk (2);ook de naam Johanna [ook Janna(3)] van Naaldwijk (3, 53, 54), geb. circa 1472; beleend 1515 te Dirksland, vermeld in 1517 (53, bagijn) en 1526 (54). Tenslotte de naam Josina van Naaldwijk, geb. circa 1476, non geworden.
Generatie XV XV.1 Jan van Naaldwijk; geb. Bergambacht circa 1448 (74), † Parijs 1497; zoon van Adriaan van Naaldwijk en Agnes van de Woude [zie XIV.1]. Hij was baljuw van Leiden, Heer van Dirksland en een verwoede Hoek in de Hoekse en Kabeljauwse twisten [zie ook het hoofdstuk over deze twisten]. Philips van Bourgondië benoemde hem tot ridder. Informatie over de krijgshaftige verrichtingen van Jan van Naaldwijk is te vinden in meerdere bronnen (1, 32, 56). In 1493 vertrok hij naar Parijs, waar zijn vrouw Gillesje [ook Gielys] van Polanen van der Lecke [ook Leeck] [ geb. IJsselmonde circa 1441 (74), † [na] 18-01-1502 (18, 80); Vrouwe van Kralingen en Honingen] zich al had gevestigd. Gillesje was eerder getrouwd geweest met Floris van Kijfhoek [ook Kijffhoeck]; uit dit huwelijk Alijt [ook Alijdt] van Kijfhoek [1460-1530], die trouwde met Claes van Assendelft (56, 80). Jan van Naaldwijk verbleef in Parijs tot zijn dood in 1497 [zijn weduwe hertrouwde in 1498 met Filips van Spangen (32, 56)]. Adere informatie t.a.v. zijn geboorte, overlijden en gegevens van zijn vrouw (2, 18). Uit het huwelijk van Jan van Naaldwijk geen kinderen (56, 74). Zijn heerlijkheden gingen naar het huis van Zuilen over (56). Het is hoogst merkwaardig dat Van der Aa (56) aangeeft dat deze Jan van Naaldwijk verantwoordelijk zou zijn voor de kronieken, die gemaakt zijn. Zoals een uitvoerige studie (31) laat zien is dat Jan van Naaldwijk [XV.2; getrouwd met Geertruid van Haaften], die verantwoordelijk is voor de kronieken en niet de grote vechtjas Jan van Naaldwijk [XV.1] bekend van de Hoekse en Kabeljauwse twisten.
49 XV.2 Jan van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1462 (74), † 1540 (31, 84); zoon van Adriaan van Naaldwijk en Petronella van Flory [zie XIV.3]; beleend 1500 te Zuilichem (18). Hij trouwde omstreeks 1498 (74, 84) met Geertruid van Haaften [Haeften]; geb. Gameren, Gelderland circa 1470 (74, 84); dochter van Allard van Haeften [1440-1494] en Aleijt [Aleida] van Weerdenborch [Weerdenburg] [1445-1509] (82) en uit dit huwelijk 6 kinderen (74, 84). De volgorde van de geboortes van de kinderen is bij de diverse referenties anders (2, 31, 74). Levelt (31) geeft een uitgebreide studie over de kronieken van Jan van Naaldwijk, die in 1524 klaar waren. In dit overzicht zijn de gegevens van de bronnen (74, 84) aangehouden. Uit dit huwelijk [alle kinderen geboren in Naaldwijk (31)]: 1. Barbara van Naaldwijk; geb. circa 1500; zij trouwde met Jasper van Cuijck van Meteren (74, 31), Heer van Meteren. 2. Alijt van Naaldwijk; geb. circa 1502; was eerst non, maar trouwde later met Anthonij van Liederkerke (74, 31), arts van de hertog van Kleef 3. Jan van Naaldwijk; geb. circa 1504; kanunnik en protonotharie in Rome 4. Hendrik van Naaldwijk; geb. circa 1506; [volgt XVI.1] 5. Willem van Naaldwijk; geb. circa 1508; monnik in de abdij van Middelburg 6. Adriaan van Naaldwijk; geb. circa 1510 [volgt XVI.2] Generatie XVI XVI.1 Hendrik van Naaldwijk; geb. circa 1506; beleend op 07-07-1544 met goederen in Gelderland (18); vermeld 1557 en 1558; overleden 1558 (101); hij was baljuw en schout van ’s-Gravenzande (101); zoon van Jan van Naaldwijk en Geertruid van Haaften [zie XV.2]. Hendrik bleek in staat de problemen met betrekking tot de justitie op te lossen, die sedert lang bestonden tussen stad en ambacht (101). Er werden ook beschuldigingen geuit tegen Hendrik, maar later werd door de burgemeesters aangegevn dat hij correct is opgetreden (101). Uit een onbekende relatie: 1. Jan van Naaldwijk; geb. circa 1540; vermeld 27-09-1566 in de sententies van het Hof van Holland (18). XVI.2 Adriaan van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1510 (74); † 1567 (74, 84); begraven Leiden 23-06-1567 (18, 84); vermeld 1558; zoon van Jan van Naaldwijk en Geertruid van Haaften [zie XV.2]. Hij trouwde omstreeks 1539 (74) met Aleid [Alijt] van Ophemert [geb. Ophemert circa 1518; gezegd Bloemendaal, Gijsbrecht Hugensdochter van Bloemendaal (18); † 13-08-1593; begraven te Leiden (18)]. Uit dit huwelijk: 1. Josina van Naaldwijk [ook Josijne, Josine]; geb. Naaldwijk circa 1540; † 20 nov. 1575 (85, 82); begraven Sint-Janskerk Gouda 20-11-1575; zij trouwde met Adriaen, Heer van Swieten (18), geb. Leiden 1532; † 14-11-1584 (82); begraven Sint-Janskerk Gouda 16-121584 (18) [helaas geen grafzerken meer te vinden in de kerk; wel een wapenbord]; lid van het Compromis, kastelein van Woerden (18) en ’t Slot [op de Punt van den IJssel]; in 1572 heeft hij Gouda bevrijd van de Spanjaarden; gouveneur en baljuw van de stad Gouda; Uit dit huwelijk: Adriana van Swieten (74) en Maria van Swieten (82); volgens bron (85) ook Cornelis, Anna, Betholdis, Gertrudis en Adriaan.. 2. Jan van Naaldwijk; geb. Naaldwijk 1550 (18, 74), † 1619 (18, 74) [volgt XVII.1] Generatie XVII XVII.1 Jan van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1550 (74), † 1619 (74); erfmaarschalk van Holland, lid ridderschap 1585. Jan was de zoon van Adriaan van Naaldwijk en Aleid van
50 Ophemert [zie XVI.2]. Hij was erfmaarschalk van Holland en dit leidde tot tolvrijdom voor inwoners van Naaldwijk en Wateringen [1554, 1563] zoals vermeld in bron (36, pag. 280). Hij trouwde twee keer [omstreeks 1575 en 1600 (74)] en wel met: 1. Françoise van Haamstede [Haemstede]; geb. Moermont bij Renesse circa 1550 (74); dochter van Adriaan van Haamstede [geb. Moermont circa 1516 (11, 29)] en Alida van der Does [geb. Leiden circa 1520 (11, 29). 2. Anna van Culemborg [weduwe van Jan van Drongelen (18)]; geb. Barneveld 1567 (74), † 1622 [begraven 14-10-1622 (74)]; dochter van Melchior van Culemborg en Elisabeth van Bronkhorst (11). Uit het eerste huwelijk (18): 1. Adriana van Naaldwijk; geb. Naaldwijk circa 1576 (74); † 1617 (74). Zij trouwde drie keer (18, 74): 1. Jr. Willem van Ghistelles; 2. Hendrik Sutton [Citton (74)], kolonel; † 1606 (18); 3. Hendrik Meijls [Melis (74)], kolonel. Uit het tweede huwelijk: 2. Adriaan van Naaldwijk; geb. Den Haag 16-12-1605, † Leerdam 1660 [volgt XVIII.1] Generatie XVIII XVIII.1 Adriaan van Naaldwijk; geb. Den Haag 16-12-1605, gedoopt Den Haag 16-121605 (18, 74), † Leerdam tussen 8 en 28 april 1660 (18, 97). Hij was de zoon van Jan van Naaldwijk en Anna van Culemborg [zie XVII.1]. Adriaan was maarschalk van Holland, drost van Leerdam (18, 97; eed afgelegd 28 mei 1642 en naverlengingen ook op 23 januari 1648 en 27 mei 1653) en van de baronie Acquoy (97); stadhouder van de lenen; Heer van den Tempel, Berkel en Rodenrijs; ook dijkgraaf vanaf 1648 (97). Hij had lenen in Dirksland en Oude Tonge. In Leerdam is een straat naar hem vernoemd. Adriaan trouwde op 08-02-1628 te Loosduinen met Jacoba Francina [ook Françoise] van Oldenbarnevelt (11, 18, 33, 74, 97); geb. Den Haag circa 1610; † 1645 (11, 97); [dochter van Reinier van Oldenbarnevelt; ambachtsheer van Groeneveld; geb. 1588, † 1623 {onthoofd, net als zijn vader Johan}en Anna Weijsten]. Noot: Zeer merkwaardig dat bron (33) aangeeft dat Jacoba zou zijn overleden in Haag Denmark en dat de kinderen ook in Haag Denmark zouden zijn geboren. Kennelijk is abusievelijk aangenomen dat Den Haag het land Denemarken en de stad Haag zou zijn.
Groeneveld was een lage heerlijkheid in Zuid Holland [300 morgen] en ging later over in ’t Woudt en weer later in Delft (1). Vanaf 1649 tot 1651 erfden de kleinkinderen Johan, Anna Maria, Reinier en Adriana Catharina van Anna Weytsen de heerlijkheid Groeneveld. Philips Doublet kocht daarna de heerlijkheid in 1651 (1). Uit het huwelijk van Jacoba en Adriaan 4 kinderen (18, 33); alleen bron (74) geeft geen kinderen aan: 1. Johan van Naaldwijk; geb. Den Haag 1628 [± 1630 (18), † 1660 (33) [± 1658 (18). Hij werd in 1647 beleend met Brandwijk en Gijbeland (18). 2. Anna Maria van Naaldwijk; doop Den Haag 30-03-1629 (18) [geb. 30-01-1629]; † 03-011665 [vóór 1669 (18); waarschijnlijk 1665 onjuist i.v.m. tweede huwelijk]. Zij was Vrouwe van Berkel en Rodenrijs en trouwde twee keer (18, 83): 1. Op 06-11-1659 te Giethoorn met Jr. Boudewijn van Renoy, † vóór 14-11-1662. 2. Op 03-01-1665 te ’s-Gravenhage met Jr. Hendrik Losecaet, drost van Heukelom, † 21-011658. Dek (18) hanteert een andere volgorde van de huwelijken. 3. Reinier van Naaldwijk; geb. Den Haag 1633, † 12-01-1663.[volgt XIX.1]
51 4. Adriana Catharina van Naaldwijk; geb. Den Haag 1635 [± 1634 (18)]; † 1680 [na 1670 (18)]. Zij trouwde drie keer: 1. Op 25-06-1656 te Gorinchem met Joh. Theodorus van Dam, Heer van Moriansart, † na 1660. 2.Op 15-10-1666 te ‘s-Gravenhage met Jacques de Ferrand du Til; † na 1670. 3. Op 07-08-1678 te ’s-Gravenhage met Joachim Louwijck. Dek (18) geeft alleen de eerste twee huwelijken aan. Generatie XIX XIX.1 Reinier van Naaldwijk; geb. Den Haag 1633 [± 1632 (18)], † 12-01-1663 (18). Zoon van Adriaan van Naaldwijk en Jacoba Francina van Oldenbarnevelt [zie XVIII.1]. Hij was Heer van Tempel [hoge heerlijkheid, klein gebiedje in het uiterste zuidoosten van Rodenrijs], maarschalk van Holland; hij trouwde in 1660 [ondertrouw 18-07-1660 (18)] in Den Haag met Maria Doublet [doop: 17-09-1636; † vanaf 1685 te Berlijn, Brandenburg, Preussen, Duitsland]. Uit dit huwelijk: 1. Adriaan van Naaldwijk; geb. 1661 [volgt XX.1] Generatie XX XX.1 Adriaan van Naaldwijk; geb. Voorburg 1661, † Voorburg 1666, 5 jaar oud. De laatste telg van het geslacht van Naaldwijk. Adriaan was zoon van Reinier van Naaldwijk en Maria Doublet [zie XIX.1]. Hij was nog wel maarschalk van Holland en Heer van Tempel (18).
52
Referenties en bronnen 1. Wikipedia encyclopedie 2. www.hoovenweb.nl/unarchvannaaldwijk.html 3. A. Janse; “Ridderschap in Holland. Portret van een adellijke elite in de late middeleeuwen. 2001, 514 pagina’s. 4. www.woerd.uwstamboomonline.nl 5. J. C. Kort, 1972; Inventaris van het archief van de Heren van Voorne, Burggraven van Zeeland, 1272 – 1371 6. www.sharedtree.com 7. J. C. Kort, De Heren van Voorne en hun heerlijkheid in van Westvoorne tot St Adolfsland. Historische verkenningen op Goeree-Overflakkee, Ouddorp, 1979. 8. www.geni.com 9. www.margaret.demon.nl 10. www.fredbrouwer.nl 11. www.genealogieonline.nl 12. www.nikhef.nl 13. www.genealogie.beun.net 14. www.es.rodovid.org 15. www.wc.rootsweb.ancestry.com 16. www.volker-laagland.nl 17. mypages.allwest.com 18. A.W.E. Dek; Genealogische tabellen bij de geschiedenis der Nederlanden. De Heren van Voorne, Heenvliet en Naaldwijk. Tabellen I en II in Spiegel der Historie 2e jaargang nr. 4, pag 360 en 400 (1967); Tabellen III, IV en vervolg op IV in Spiegel der Historie, jaargang III, deel ½, pag. 38, 39 en 40 (1968). 19. G. Ros-de Korte; Studien betreffende de Hoge Heerlijkheid Voorne in de Middeleeuwen. Aflevering 5. De Geschiedenis van het Geslacht van Heenvliet. 20. www.historici.nl 21. www.geneanet.org 22. www.genealogie-westbrabant.org 23. www.genealogieonline.nl/west-europese-adel 24. J. C. Kort, Naeltwick 800 jaar: 1198-1998; pag. 36: Naaldwijk en zijn heren tot 1506. 25. www.historischespelen.nl 26. Books.google.nl/books 27. www.dbnl.org/tekst 28. L. M. G. Kooperberg, De Navorser; 1940-1941, vanaf pag. 76; 76-96, 163-179; 145; 65-83, 111-127, 139-149, 189-192. De serie is onvolledig, in verband met de oorlog was de rest van het manuscript niet meer te vinden. 29. www.familysearch.org 30. J. Kok en J. Fokke; Vaderlandsch woordenboek; vol. 23 31. Sjoerd Levelt; “Jan van Naaldwijk’s Chronicles of Holland”, uitgever Verloren, Hilversum, 2011. 32. Valstar; Het boekje “Jan van Naaldwijk “uitgegeven 23 maart 1898; Historisch Archief Westland 33. www.records.ancestry.com 34. “Dat regyster van den Heilighen Gheeste in Naeldwyc”; samengesteld door J.N. Kuyvenhoven, 1995. Historisch Archief Westland.
53 35. C. Hoek, Repertorium op de lenen van de Hofstad te Hontsol, 1972. 36. Archief van de Nassause Domeinen 1581-1811; M.C.J.C. van Hoof, E.A.T.M. Schreuder en B.J. Slot. 37. www.allemaalfamilie.nl 38. A.J. van der Valk, Grafelijk goed in het Westland, 1979. 39. W.H. Lenselink en A.D.A. Monna; Studies over het Zeeuwse en het Leidse burggraafschap; 1976, 121 pagina’s. 40. H. Obreen: De Nederlansche Leeuw, XLVI (1928); Bijdragen tot de kennis der middeleeuwsche geslachten van Holland en Zeeland, De heeren van Voorne, Hoofdstuk I. 41. C. Hoek in: De Heren van Voorne en hun heerlijkheid; in: Van Westvoorne tot St. Adolfsland (1979), 115-145. 42. G. ’t Hart; Historische beschrijving van hoge heerlijkheid van Heenvliet: met inventaris en regestenlijst van het huisarchief der vrijheren van Heenvliet (1949). 43. www.voorouders.net 44. www.kastelenbeeldbank.nl; artikel van E.D. Orsel en L.J. Smals 45. J.C. Kort; De heren van Heenvliet tot 1400. De Nederlandsche Leeuw; 95, 108121 (1978). 46. G. ’t Hart, Historische beschrijving van hoge heerlijkheid Heenvliet (1949), pag. 26-39. Deel II De heerlijkheid Heenvliet in de middeleeuwen. Het ontstaan der heerlijkheid Heenvliet en de eerste Heren van Heenvliet. Idem: www.nieuwesluis.nl/heenvliet.htm 47. www.ancientfaces.com 48. Geschiedkundige atlas van Nederland: Holland, Zeeland en West-Friesland in 1300. ’s-Grav. 1916, met 3 delen tekst; zie met name deel II, blz. 99 vlgg. 49. Oorkonden van Holland en Zeeland; Dr. A.C.F. Koch (1972); I, a) pag. 401; b) pag. 416; c) pag. 451; d) pag. 503, 504; e) pag. 596; f) pag. 92; g) pag. 672 50. Losse Charters, nr. 13.4; Historisch Archief Westland 51. www.graafschap-middeleeuwen.nl; in De Graafschap in de Middeleeuwen 52. www.members.chello.nl 53. De Archieven van Kloosters en andere stichtingen in Delfland; J.M. Sernee, S.W.A. Drossaers en W.G. Feith; 1920. 54. A.H. Martens van Sevenhoven; Archief van het Kapittel van St. Maria op het Hof te ’s-Gravenhage;; 1914. 55. www.herenvanholland.nl/heerlijkheid 56. A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden, Deel 13; www.dbnl.org/tekst/aa 57. S.W.A. Drossaers, De Archieven van de Delftsche Statenkloosters, 1916. 58. www.stamboomonderzoeker.nl [Nederlandse Genealogische Vereniging] 59. J.C. Kort; De heren van Heenvliet tot 1400; De Nederlandsche Leeuw, 95, 108121 (1978). 60. www.wikitree.com/wiki/heenvliet-1 61. J.W. Zondervan; De vrouwen van Randerode en van Zandenburg (Veere), in: De Nederlandsche Leeuw, jaargang CX (1993), kolom 475-517. 62. www.historie-sliedrecht.nl 63. www.streekarchiefvpr.nl 64. www.kijkophetwestland.nl 65. H. van Wijn, Huiszittend Leeven, 1e deel, 1e stuk [Amsterdam 1801]. Hoofdstuk III. 66. www.kb.nl
54 67. G. de Moor; Verborgen en Geborgen. Het cisterciënzerinnen klooster Leeuwenhorst in de Noordwijkse regio (1261-1574), 1994. 68. Jan de Baan, Met droge voeten door Putten; 1983. 69. www.kareldegrote.nl/Reeks41_Westerhout.html 70. www.uijtterlinde.eu/getperson.php?personID=I10503&tree=194503011965 71. www.genealogieburggraaf.nl 72. www.mathieuinwonderland.nl/kasteel_ravestein/nl_kasteel_ravestein.html 73. www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/sortering/periode/volgorde/oplopend 74. www.histfam.familysearch.org 75. www.antenna.nl 76. www.kareldegrote.nl/Reeks133_Van_Voskuilen.htm 77. Kees Nieuwenhuijsen persoonlijke mededeling. Zie ook www.keesn.nl/names en het boek: Ad Flaridingun. Vlaardingen in de elfde eeuw. Kees Nieuwenhuijsen en Tim de Ridder; Uitgever Verloren, Hilversum 2012. Zie ook de referentie: Cawley C.; http://fmg.ac/Projects/MedLandsDUTCH%20NOBILITY.htm 78. Boek: Bloedwraak, partijstrijd en pacificatie in laat-middeleeuws Holland; ISBN: 9065502343; Uitgever: Verloren; Redactie: J.W. Marsilje, 1990. 79. www.zuiderent.ch/kwst/gen19.htm 80. www.geneagraphie.com 81. www.rijksmuseum.nl/collectie 82. www.jabberwocky.nl 83. www.werelate.org 84. www.hoovenweb.nl 85. www.shadowmovie.nl 86. www.geneagraphie.com 87. Bijdrage voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem [BBH]; a) 26e deel, 3e aflevering, pag. 463; b) 25e deel, 3e aflevering, pag. 366; c) 26e deel, 3e aflevering, pag. 437. 88. www.meertens.knaw.nl; a) /bedevaart/bol/plaats/1158 89. Kloosters Delfland: Maria Magdalena in Bethanië te ’s-Gravenzande 1266-1582 inventaris nr. 66; datum 23 december 1396 90. W. A. van Ham; Spiegel der Historie. 4e jaargang, nr. 4, pag. 137 (1969) 91. P. A. Smit; Inventaris van het archief van het kapittel van Sint Adriaan te Naaldwijk, (1295) 1320-1572 (1627). Historisch Archief Westland te Naaldwijk. 92. J. G. Frederiks, Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde; 3e Reeks, 3e deel (1886). 93. S. W. A. Drossaers; Het Archief van den Nassauschen Domeinraad; 1949; a) pag. 69; L.200, Inv. No 46 fol. CLXXVI; 94. (http://memodatabase.hum.uu.nl/memo-is/advancedSearch/newSearch) 95. J. H. de Veij Mestdagh; Inventaris van het archief van de Heeren Dijkgraaf en Hoofdingelanden van het Nieuwland genaamd Den Andel buiten ’s-Gravenzande 1414-1868; aanwezig in het Historisch Archief Westland. 96. Ronald de Graaf; Oorlog om Holland 1000-1375, Hilversum Verloren 2004. 97. T.A. Blom; “Leerdam, heerlijkheid, stad en graafschap”, 2005; pag. 83-84. 98. www.geschiedenisvandirksland.com/geschiedenis/deel1.html 99. J.J.A. Sturkenboom; Inventaris van het archief van de heilige geest van Naaldwijk; 1295-1950. 100. P.A. Smit, gemeentearchivaris Westland; persoonlijke aantekeningen [Documentatiemap 3.1]. 101. O. van den Arend; Zeven lokale baljuwschappen in Holland, 1993.
55 102.
56 Overzicht van de nakomelingen van de geslachten van Voorne, van Maerlant, van Heenvliet en van Naaldwijk [namen in italics zijn bastaardkinderen]. Generatie code I II.1 III.1 III.1.1 III.1.2 IV.1 IV.1.1 IV.1.4 IV.1.5 V.1 V.1.1 V.1.2 V.2 V.2.2 V.2.3 VI.1 VI.1.1 VI.1.2 VI.2 VI.2.1 VI.2.2 VI.2.3
Naam Hugo I van Voorne Hugo II van Voorne Hugo III van Voorne Hugo IV van Voorne Floris I van Voorne Dirk I van Voorne Hugo V van Voorne NN van Voorne Adelheid van Voorne Dirk II van Voorne Albrecht van Voorne Dirk III van Voorne Bartholomeus van Voorne [van Maerlant] van Naaldwijk Albrecht van Maerlant Bartholomeus van Maerlant Hugo I van Voorne van Heenvliet Elisabeth van Voorne Dirk van Voorne Hendrik van Voorne Ermgard van Voorne Cibilie van Voorne Hillegonda van Voorne
VI.2.4 VI.2.5 VI.2.6 VI.3 VII.1 VII.1.1 VII.2
Floris van Voorne Margaretha van Voorne Dirk van Voorne Hugo I van Naaldwijk Hugo II Vornekine van Heenvliet Hugo van Heenvliet Albrecht van Voorne
VII.2.1 VII.2.4 VII.2.5 VII.3 VII.3.2 VII.3.3
Mabelia van Voorne Zweder van Voorne Albrecht van Voorne Hugo II van Naaldwijk NN van Naaldwijk Ermengard van Naaldwijk
VIII.1
Jan I van Heenvliet
VIII.1.2 VIII.1.4 VIII.1.6 VIII.1.7
Zweder van Heenvliet Jutte van Heenvliet Albrecht van Heenvliet Gillis van Heenvliet
Partners Badeloge NN NN Hadewich Florijsdr van Holland NN Aleid van Herlaer Jkvr. NN van Naaldwijk Daniël I van der Merwede Floris I van der Woerd Alveradis van Kuyc Margarethe van Horn Clementia van Bierbeek NN
NN Justine van Heeze Reyersdr. Hugo Gouwer van Koudekerke Elisabeth van Colleghem Catharina van Peteghem Cysoing Jan II van Arkel Wolfaert van Borselen Costijn II van Renesse Willem van Brederode Hubert II van Bosinchem NN Erfdochter van Velsen Geile van Kampen Aleidis van Loon Catharina van Durbuy Jan III van Arkel
NN Floris van Brederode Dirk van de Doortoge Willem van Leiden van Cuijk NN Gijsberts Uten Goye Elisabeth van Vianen Jan, Heer van Maelstede Catharina Herbarensdr. van Riede NN
57
VIII.2
Gerard van Voorne
VIII.2.2
Machteld van Voorne
VIII.2.3 VIII.3 VIII.3.1
Willem van Voorne Hendrik van Voorne Catharina van Voorne
VIII.4 VIII.4.2 VIII.4.3 VIII.5 VIII.5.1 VIII.5.2 IX.1 IX.2 IX.3 IX.3.3 IX.4 IX.4.1 IX.4.2 IX.5
Hendrik I van Naaldwijk Aleida van Naaldwijk Berte van Naaldwijk Boudewijn van Naaldwijk Sophie Boudijnsdr van Naaldwijk NN Boudijnsdr van Naaldwijk Dirk van Heenvliet Hugo III van Heenvliet Jan II van Heenvliet Elisabeth van Heenvliet Albrecht van Heenvliet Johanna van Voorne Elisabeth van Voorne Willem I van Naaldwijk
IX.5.2 X.1 X.2 X.2.2 X.2.3
Jutte van Naaldwijk Johan van Heenvliet Hugo IV van Heenvliet Elisabeth van Heenvliet Adriaan van Heenvliet
X.2.4 X.3
Catharina van Heenvliet Zweder van Heenvliet
X.3.1 X.3.2 X.3.3 X.4 X.4.1 X.4.2 X.4.3 X.4.4 X.4.5 X.5
Maria van Heenvliet Adriaan van Heenvliet Agnes van Heenvliet Jan van Heenvliet Agnes van Heenvliet Albrecht van Heenvliet Jacob van Heenvliet Jan van Heenvliet Maria van Heenvliet Hendrik II van Naaldwijk
X.5.1 X.5.2
Claesje van Naaldwijk Haze van Naaldwijk
Heilwig van Borselen Elisabeth van Kleef Dirk Loef III van Kleef Dirk IV van Valkenburg Aleydis van Cuijk Jan van Heinsberg Jan I van Valkenburg Ermgard vn de Leck Jacob van Moordrecht NN Jan Coppaerds van Schipliede NN Elisabeth van Kruiningen Aleijt van Borselen Laurens van Cats Machteld van Wezemaal Jan II van Valkenburg Maurijn van der Does Sophie van Raaphorst Elizabeth van Egmond Elizabeth de Cock Mechteld van de Werve Elisabeth van Polanen Adriaan van Cruiningen Hadewijch van Borselen van Brigdamme Hendrik III van Naaldwijk Margaretha Jansdr. van Groeneveld Elisabeth Jansdr. van Cattendijk Sophie Gerrit Jansdr. van Abbenbroek Jan Roelenzoon van Puttenstein Balduin Alboutszoon Margaretha van den Coulster Jan van Egmond
Boudijn van Drenkwaard Haze van Schalkwijk Agnes van Wendelnesse Daniël van Matenesse Simon van Teijlingen
58
XI.1 XI.1.1 XI.1.2 XI.2 XI.2.1
Jan van Heenvliet Frank van Heenvliet Elisabeth van Heenvliet Willem van Heenvliet Geertruid van Heenvliet
XI.2.4 XI.2.5 XI.3 XI.3.2 XI.3.3 XI.3.4 XI.3.5
Zweder van Heenvliet Catharina van Heenvliet Willem II van Naaldwijk Baerte van Naaldwijk Haze van Naaldwijk Sophia van Naaldwijk Wilhelmina van Naaldwijk
XII.1 XII.1.1 XII.2 XII.2.1 XII.2.1.a XII.2.1.b XII.2.1.c XII.2.2 XII.2.3 XII.3 XII.3.1 XII.3.4 XII.3.5 XIII.1 XIII.1.1 XIII.1.3 XIII.1.4 XIII.1.5
Michiel van Heenvliet Yolente van Heenvliet Jan van Heenvliet Willem de bastaard van Heenvliet Frans van Heenvliet Maria van Heenvliet Geertruid van Heenvliet Alexander van Heenvliet Yolente van Heenvliet Hendrik III van Naaldwijk Catharina van Naaldwijk Griete van Naaldwijk Adriaan van Naaldwijk Albrecht van Naaldwijk Catharina van Naaldwijk Jakob van Naaldwijk Henrica van Naaldwijk Elisabeth van Naaldwijk
XIII.1.6 XIII.1.7 XIII.1.8 XIII.2 XIII.2.3
Albrecht van Naaldwijk Hendrik van Naaldwijk Janne van Naaldwijk Willem III van Naaldwijk Catharina van Naaldwijk
XIII.2.4 XIII.2.5 XIV.1 XIV.1.2 XIV.1.3 XIV.1.4 XIV.1.5 XIV.1.6 XIV.1.7
NN van Naaldwijk Isabella van Naaldwijk Adriaan van Naaldwijk Jacob van Naaldwijk Adriana van Naaldwijk Agnes van Naaldwijk Reijnoute van Naaldwijk NN van Naaldwijk Philips van Naaldwijk
Gijsbrecht van Hardenbroek Heilwich van Borselen
Margaretha van Reimerswaal Johan van Ostende NN van Dale Margaretha Pots Jan van Schoonhoven Sophia van Teijlingen Dirk van Poelgeest Floris van de Maelstede Lieven van Kats Jacob van Poelgeest of Gerard van Poelgeest [zie tekst] NN Cornelis van Spreeuwesteijn Catharina van Steelandt Geertruid de Cock van Opijnen
Catharina van Heenvliet
Bate van Vleuten Pouwels van Haestrecht Gobbinck Geert Heermansdr. Gerrit van Vliet Michiel van Soutelande Jan van Vianen van Jaarsveld
Wilhelmina van Egmond Gijsbert van IJsselstein Michiel van Bulke of Michial vanden Bolck [zie tekst] Jan van Hodenpijl Agnes van den Woude Willem van Zuijlen van Nijevelt Jan van Nederveen
59 XIV.2 XIV.2.1 XIV.3
Hendrik IV van Naaldwijk Wilhelmina van Naaldwijk Adriaan van Naaldwijk
XIV.4 XIV.4.1 XIV.4.2
Jan van Naaldwijk Willem van Naaldwijk Catharina van Naaldwijk
XIV.4.3 XV.1 XV.2 XV.2.1 XV.2.2 XV.2.3 XV.2.5 XVI.1 XVI.1.1 XVI.2 XVI.2.1 XVII.1
Petronella van Naaldwijk Jan van Naaldwijk Jan van Naaldwijk Barbara van Naaldwijk Alijt van Naaldwijk Jan van Naalwijk Willem van Naaldwijk Hendrik van Naaldwijk Jan van Naaldwijk Adriaan van Naaldwijk Josina van Naaldwijk Jan van Naaldwijk
XVII.1.1
Adriana van Naaldwijk
XVIII.1
Adriaan van Naaldwijk
XVIII.1.1 XVIII.1.2
Johan van Naaldwijk Anna Maria van Naaldwijk
XVIII.1.4
Adriana Catharina van Naaldwijk
XIX.1 XX.1
Reinier van Naaldwijk Adriaan van Naaldwijk
Machteld van Raaphorst Jan III van Montfoort Petronella van Flory Dirkje van Haaften Aleid de Grebber Heilwig van Bruelis Jacob Suys Mr. Jan Bouwensz. Gerrit van Berckenrode Gillisje van Polanen van der Lecke Geertruid van Haaften Jasper van Cuijck van Meteren Anthonij van Liederkerke
NN Aleid van Ophemert Adriaan van Swieten Françoise van Haamstede Anna van Culemborg Jr. Willem van Ghistelles Hendrik Sutton Hendrik Meijls Jacoba Francina van Oldenbarnevelt Jr. Boudewijn van Renoy Jr. Hendrik Losecaet Joh. Theodorus van Dam Jacques Ferrand du Til Joachim Louwijck Maria Doublet
60 Hugo I van Voorne 1035-1108 x Badeloge NN
Hugo II van Voorne 1085-1135 x NN
Hugo III van Voorne 1108-1156 x Hadewich van Holland
Unarch van Naaldwijk 1115-1156 x NN
Hugo IV van Voorne 1138-1189 x NN
Floris I van Voorne 1143-1174 x Aleid van Herlaer
Dirk I van Voorne 1145-1190 x Jkvr. NN van Naaldwijk
Hugo V van Voorne 1170-1216
Dirk II van Voorne 1172-31-12-1228 x Alveradis van Kuyc
Bartholomeus van Voorne van Maerlant van Naaldwijk 1174-1220 x NN
NN van Voorne 1174x Daniël I van der Merwede
Adelheid van Voorne 1176-1220 x Floris I van der Woerd
Albrecht van Voorne 1199-1262 X Margarethe van Horn
Dirk III van Voorne 1201-1275 x Clementia van Bierbeek
Hugo I van Voorne Van Heenvliet 1203-1277 x Justine van Heeze Zie verder Bijlage B
Hendrik van Voorne 1205-13-03-1259 x Catharina van Peteghem Cysoing
Hugo I van Naaldwijk 1190-1262 x NN van Velsen Zie verder Bijlage C
Albrecht van Maerlant 1192-
Bartholomeus van Maerlant 1195-1230 x NN
Ermgard van Voorne 1230-25-02-1318 x Jan II van Arkel
Cibile van Voorne 1231x Wolfaert van Borselen
Hillegonda van Voorne 1232-05-04-1302 x1 Costijn II van Renesse x2 Willem van Brederode
Floris van Voorne 1234-
Margaretha van Voorne 1235-1270 x Hubert II van Bosinchem
Dirk van Voorne 1237-
Albrecht van Voorne 1241-30-12-1287 x1 Aleidis van Loon x2 Catharina van Durbuy
Mabelia van Voorne 1273-26-02-1313 x Jan III van Arkel
Gerard van Voorne 1281-20-04-1337 x1 Heilwig van Borselen x2 Elisabeth van Kleef
Hendrik van Voorne 1281-1330 x Aleydis van Cuijk
Zweder van Voorne 1282-
Albrecht van Voorne 1284-1318
Albrecht van Voorne 1299-25-09-1331 x Machteld van Wezemaal
Machteld van Voorne 1302-12-03-1372 x1 Dirk Loef III van Kleef x2 Dirk IV van Valkenburg
Willem van Voorne 28-11-1319- 1319
Catharina van Voorne 1306-01-09-1366 x1 Jan van Heinsberg x2 Jan I van Valkenburg
Bijlage A. Overzicht van de ontwikkeling van de geslachten van Voorne, van Heenvliet, van Maerlant en van Naaldwijk. Vele jaargetallen moeten worden vooraf gegaan door circa [zie tekst]. Geen gegevens van partners [zie tekst].
Johanna van Voorne 1326-29-12-1349 x Jan II van Valkenburg
Elisabeth van Voorne 1327-1354 x Maurijn van der Does
61 Hugo I van Voorne van Heenvliet1203-1277 x Justine Reyersdochter van Heeze
Dirk 1316x NN
Zweder 1318-1350
Johan 1343-1418 x Mechteld van de Werve
Hugo IV 1351-1409 x Elisabeth van Polanen
Wolf 1370-
Elisabeth 1369-1412 x Adriaan van Cruiningen
Frank 1400-1420
Jan 1368-1429 x Heilwich van Borselen
Elisabeth van Voorne 1250x Hugo Gouwer van Koudekerke
Dirk van Voorne 1254-1288 x Elisabeth van Colleghem
Hugo van Heenvliet 1287-
Jan 1289-1344 x1 NN Gijsberts Uten Goye x2 Elisabeth van Vianen
Hugo III 1320-1365 x Elisabeth van Kruiningen
Jutte 1331x Jan van Maelstede
Jan II 1333-29-08-1387 x Aleyt van Borselen
Zweder 1362-1423 x 1 Margaretha Jansd.van Groeneveld x 2 Elisabeth Jansd. van Cattendijk x 3 Sophie van Gerrit Jansd. van Abbenbroek
Adriaan 1370-1405 x Hadewich van Borselen van Brigdamme
Catharina 1371-1421 x Hendrik III van Naaldwijk Zie verder Bijlage D
Maria Adriaan 1370-1396 1398x Jan Roelenzoon van Puttenstein
Agnes 1408-1461 x Balduin Alboutsz.
Elisabeth 1402-1452
Hugo II Vornekine van Heenvliet 1257-1307 x Geile van Kampen
Albrecht 1335-1400 x Catharina van Herbarensdochter van Riede
Jan 1365-1411 x Margaretha van den Coulster
Elisabeth 1368-1412 x Laurens van Cats
Agnes 1395x Jan van Egmond
Albrecht 1397-1418
Jacob 1400-1452
Jan 1403-
Maria 1406-1456 x Boudijn van Drenkwaard
Geertruid 1444-1505 x1 Jan van Ostende x2 NN van Dale
Michiel 1446-1472 x NN
Jan 1448-1500 x Catharina van Steelandt
Zweder 1450-1486 x Margaretha Pots
Catharina 1452-1483 x Jan van Schoonhoven
Willem 1469-1512
Alexander 1471-1500
Yolente 1473-1503
Bijlage B. De genealogie van het geslacht Van Heenvliet. Namen in italics zijn bastaardkinderen. Bij de jaartallen moet veelal circa staan [zie tekst].
Yolente 1470-1503 x Cornelis van Spreeuwestein
Gillis 1337-1402
Willem 1410-1452 x Margaretha van Reimerswaal
62 Hugo I van Naaldwijk1190-1262 x NN Erfd. Van Velsen
Hugo II 1220-1263 x NN
Hendrik I 1230-1305 x Ermgard van de Leck
NN 1235 x Floris van Brederode
Willem I 1274-1345 x1 Sophie van Raaphorst x2 Elisabeth van Egmond x3 Elisabeth de Cock
Aleida 1275 x Jacob van Moordrecht
Hendrik II 1302-1345 x1 Haze van Schalkwijk x2 Agnes van Wendelnesse
Ermengard 1250-1310 x1 Dirk van de Doortoge [ van Brederode] x2 Willem van Leiden van Cuijk
Berte 1276
Boudewijn 1250-1296 x NN
Sophie 1280-1333 x Jan Coppaerds van Schipliede
NN Boudijnsdr. 1282
Jutte 1304-1323
Claesje 1335-1364 x Daniël van Matenesse
Haze 1337-1376 x1 Simon van Teijlingen x2 Gijsbrecht van Hardenbroek
Willem II 1340-1393 x Sophia van Teijlingen
Hendrik III 1367-1419 x Catharina van Heenvliet Zie verder Bijlage D
Baerte 1369-1405 x Dirk van Poelgeest
Haze 1371x Floris van Maelstede
Sophia 1373x Lieven van Kats
Wilhelmina 1375x Jacob van Poelgeest
Bijlage C. De ontwikkelingen van het geslacht Van Naaldwijk vanaf Hugo I [1190-1261] tot Hendrik III [1367-1419]. Vele jaartallen moeten worden vooraf gegaan door circa [zie tekst].
63 Hendrik III van Naaldwijk 1367-1419 x Catharina van Heenvliet
Catharina 1395-1443
Catharina 1418-1475 x Pouwels van Haestrecht
Jan Jacob 1448-1497 1450x Gillesje van Polanen van der Lecke
Adriaan 1420-1473 x Agnes van de Woude
Jakob Henrica 14221424x Gobbinck x Gerrit van Geert Heermansdr.
Adriana Agnes Reinoute 1452-1504 1454-1529 1456x Willem van x Jan van Nederveen Zuijlen van Nijevelt
Barbara 1500x Jasper van Cuijck van Meteren
Albrecht 1396-1461 x Bate van Vleuten
Willem III 1397-1444 x Wilhelmina van Egmond
Griete 1398-1424
Adriaan 1399-
Elisabeth Hendrik IV 1426-1493 1434-1496 x1 Michiel van Soutelande x Machteld van Vliet x2 Jan van Vianen van Jaarsveld
Adriaan Catharina NN Isabella 1436-1496 143814401443x1 Petronella x1 Gijsbert van IJsselstein x Jan van Raaphorst van Flory x2 Michiel van Bulke x2 Dirkje van Haaften
NN 1458-
Wilhelmina 1460-1506 x Jan III van Montfoort
Jan 1462-1540 x Geertruid van Haaften
Jan 1504-
Hendrik 1506-1558 xNN
Willem 1508-
Adriaan 1510-1567 x Aleid van Ophemert
Jan 1540-
Josina 1540x Adriaan van Swieten
Jan 1550-1619 x1 Françoise van Haemstede x2 Anna van Culemborg
Philip 1460-
Alijt 1502x Anthonis van Liederkerke
Willem 1477-1506 x Heilwig van Bruelis
Adriana 1576-1617 x1 Willem van Ghistelles x2 Hendrik Sutton x3 Hendrik Meijls
Bijlage D. De ontwikkeling van het geslacht Van Naaldwijk vanaf Hendrik III [1367-1427] tot de laatste telg Adriaan [1661-1666]. Vele jaartallen moeten worden vooraf gegaan door circa [zie tekst].
Johan 1628-1660
Anna Maria 1629-1665 x1Boudewijn van Renoy x2 Hendrik Losecaet
Reinier 1633-1663 x Maria Doublet
Adriaan 1661-1666
Jan 1444-1520 x Aleid de Hodenpijl
Catharina Petronella 1479-1554 1481x1 Jacob Suijs x2 Jan Bouwensz. x3 Gerrit van Berckenrode
Adriaan 1605-1660 x Jacoba Francina van Oldenbarnevelt
Adriana Catharina 1635-1680 x1 Theodorus van Dam x2 Jacques Ferrand du Til x3 Joachem Louwijck
Grebber
64 Bijlage E. Overzicht van de belangrijkste titels, functies, rechten en bezittingen van de Heren en Vrouwen van Naaldwijk
Generatie Naam
Titels, functies
Bezittingen, rechten
V.2
Heer van Voorne van Maerlant van Naaldwijk
Kasteel Ravesteyn bij Zwartewaal; land gelegen in Middelland op Voorne; afstand van vissersrechten van Gescenmunde in 1199
Ridder, Erfmaarschalk van Holland; Heer van Naaldwijk
Heerlijkheid Velsen, het bos Schoonhoven bij Velsen; goederen te Naaldwijk en Zwartewaal; transport van goederen te Dirksland Verkoop van heerlijkheid Zwartewaal en Velsen in 1253 en 1255. Koop van Hontsole.; goederen in Monster, De Lier, Maasland en bij de kapel van Wateringen Huis te Hontsole, landruil met abdij Leeuwenhorst, landgoed te Zwartewaal werd verkocht, schenkingen van geld en land aan kloosters en kerken Craijestein in de Biesbosch, woningen in Leiden, Den Haag, Wateringen; kapel gesticht te Honselersdijk; stichting van kapittel, Eeuwige pacht over Honselersdijk
VI.3 VII.3 VIII.4 IX.5 X.5 XI.3
Bartholomeus van Voorne van Maerlant van Naaldwijk (1174-1220) Hugo I van Naaldwijk (1190-1262) Hugo II van Naaldwijk (1220-1263) Hendrik I van Naaldwijk (1230-1305) Willem I van Naaldwijk (1274-1345) Hendrik II van Naaldwijk (1302-1345) Willem II van Naaldwijk (1340-1393)
XII.3
Hendrik III van Naaldwijk (1367-1427)
XII.3.5
Adriaan van Naaldwijk 1399Albrecht van Naaldwijk (1396-1461) Willem III van Naaldwijk (1397-1444)
XIII.1 XIII.2
XIV.1 XIV.2
XIV.2.1 XIV.3 XIV.4 XIV.4.1 XV.1 XV.2 XVI.1
Adriaan van Naaldwijk (1420-1473) Hendrik IV van Naaldwijk (1430-1496) Wilhelmina van Naaldwijk (1460-1506) Adriaan van Naaldwijk (1436-1496) Jan van Naaldwijk (1444-1520) Willem van Naaldwijk 1477-1506 Jan van Naaldwijk (1448-1497) Jan van Naaldwijk (1462-1540) Hendrik van Naaldwijk (1506-?)
Ridder, Heer van Naaldwijk, erfmaarschalk Ridder, erfmaarschalk; zitting in de raad van Floris V en Jan I; Heer van Naaldwijk, Ridder, Heer van Naaldwijk; erfmaarschalk Ridder, erfmaarschalk van Holland; patroon van de kerk te Naaldwijk, Heer van Naaldwijk Ridder, erfmaarschalk, Heer van Naaldwijk en Honselersdijk; baljuw van Rijnland, rentmeester van Voorne, raadsheer van Albrecht van Beieren, dijkgraaf van Rijnland, ambachtsheer van Woudharnasch, Heer van de Alblasserwaard, Erfmaarschalk; Heer van Naaldwijk [hoge heerlijkheid] en Honselersdijk; rentmeester van Voorne, baljuw van Maasland, Delfland en Schieland, ambachtsheer van Groensvoord en Poeliën, van Crayestein; raad van Albrecht van Beieren; ridder, kastelein van Gorcum; kasteelvoogd van Gorcum; hoogheemraad Delfland Priester, kapelaan in de St. Ypolitus kerk in Delft
90 morgen land in Monster, uitbreiding van St. Adriaanskerk, Staelduinen in 1392, huis Oud-Teijlingen te Warmond, huis Kraaiestein bij Dordrecht, dorp Sliedrecht met buurtschap Naaldwijk, tienden land in Monster en het Poeldijkse land, handschrift C van de Hollandse Rijmkronieken, lenen over Wateringen Huis te Hontsel bij Naaldwijk, heerlijkheden Capelle, Made bij Delft en Polanen in Monster na zijn huwelijk
Kleine heerlijkheid Naaldwijk, buurtschap bij Giessendam
Heer van Bergambacht; heer van Hontsol, dijkgraaf van de Krimpenerwaard Ridder, erfmaarschalk van Holland, raad en rentmeester-generaal van Holland, Heer van Naaldwijk en Honselersdijk; zitting in de raad van Filips de Goede; Baljuw van Vlaardingen en Vlaardingerambacht Heer van Bergambacht, Lekkerkerk, Zuidbroek, Krimpen, Oudkerk, Berkoude, Dirksland, Ter Dagvaart; Ridder, Erfmaarschalk van Holland, heer van Naaldwijk, Honselersdijk, Capelle; ambachtsheer van Groensvoort en Poeliën, Overschie, Vlaardingen, Ter Dagvaart; schout te Vlaardingen [1460] Vrouwe van Naaldwijk en Wateringen; Erfmaarschalk van Holland
Kleine heerlijkheid Naaldwijk bij Giessendam, goederen in Wateringen, controleur van de muntmeester van Holland en Zeeland Kraaienstein ten oosten van Dordrecht Financieerde de bouw van de St. Adriaanskerk in Naaldwijk na verwoesting door brand; stichtte het Heilige Geesthofje in Naaldwijk en klooster te Wateringen
Ambachtsheer van Sliedrecht, Ter Dagvaart; vice-cureyt van de oude kerk te Delft; baljuw van Noordwijk van 1477 tot 1480 Tresorier [baljuw] van Leiden; admiraal van de Hoekse vloot Dijkgraaf 1494, 1496, 1498 en 1504 Ridder, baljuw van Leiden, heer van Dirksland Kronieken van Holland Schout te ‘s-GRavenzande
Goederen in Gelderland 1544
65 XVI.2 XVII.1 XVIII.1 XIX.1 XX.1
Adriaan van Naaldwijk (1510-1567) Jan van Naaldwijk (1550-1619) Adriaan van Naaldwijk (1605-1660) Reinier van Naaldwijk (1633-1663) Adriaan van Naaldwijk (1661-1666)
Erfmaarschalk van Holland, ridder vanaf 1585 Maarschalk van Holland, drost van Leerdam en baronie Acquoy; Heer van den Tempel; dijkgraaf; stadhouder van de lenen Maarschalk van Holland, Heer van den Tempel
Lenen in Dirksland en Oude Tonge
Maarschalk van Holland, Heer van den Tempel
© Historisch Archief Westland, 2014