GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Maassluis Nummer: 38 Datum bekendmaking: 11 december 2014 ______________________________________________________________________________________ Onderwerp: Uitvoeringsbesluit graven, begraven, asbezorging en grafbedekkingen 2014
Uitvoeringsbesluit graven, begraven, asbezorging en grafbedekkingen 2014 (nadere regels)
Het college van de gemeente Maassluis,
gelet op de artikelen 3, eerste lid, 11 , tweede lid, 12, 14 en 19, derde lid, van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Maassluis 2014;
besluit vast te stellen de volgende nadere regels voor de graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaatsen. Artikel 1.Begripsbepalingen Deze nadere regels verstaan onder: a. begraafplaats(en): de algemene begraafplaats Willem de Zwijgerstraat 36 en de Nieuwe begraafplaats Hooge Zeedijk 100; b. graf: een zandgraf of keldergraf; c. asbus: een bus ter berging van as van een overledene; d. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen; e. particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken; 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 3. het doen verstrooien van as; f. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan eenieder gelegenheid wordt gegeven tot het doen begraven van lijken; g. particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: het doen begraven van een foetus of lijk van één kind tot en met 11 jaar; h. particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 2. het doen verstrooien van as; i. particulier urnengraf in de urnentuin: een plaats waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen bovengronds met urn of ondergronds zonder urn;
j. particuliere urnennis: een nis, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van een asbus met urn; k. verstrooiingsplaats: een plaats waarop de as wordt verstrooid; l. gedenkplaats: een plaats ingericht om een overledene of overledenen te gedenken; m.gedenkteken: een grafsteen, liggende of staande zerk, sierurn, sluitplaat of ander monument ter nagedachtenis van een overledene; n. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, een strooiveld of verstrooiingsplaats; o. college: het college van burgemeester en wethouders van Maassluis; p. beheerder: degene die door het college met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) is belast of degene die hem vervangt. Artikel 2.Indeling en uitgifte der graven
A. Algemene graven: - graven waarin gelegenheid wordt gegeven om stoffelijke overschotten te begraven voor een periode van 10 jaar; - maximale afmetingen van voorwerpen waarin mag worden begraven is 2.10 x 0,60m; - in een algemeen grafop de Algeme ne Begraafplaats Willem de Zwijgerstraat 36 worden niet meer dan drie stoffelijke overschotten begraven en op de Nieuwe begraafplaats Hooge Zeedijk 100 worden niet meer dan twee stoffelijke overschotten begraven. B. Particulier kindergraf In een kindergraf wordt maximaal één stoffelijke overschot begraven C. Particuliere graven: - particuliere zandgraven op de Algemene Begraafplaats Willem de Zwijgerstraat 36 zijn bestemd voor het begraven van maximaal 5 stoffelijke overschotten, waarvan er maximaal 3 begravingen mogen zijn; - particuliere zandgraven aan de Nieuwe begraafplaats Hooge Zeedijk 100 zijn bestemd voor het begraven van maximaal 5 stoffelijke overschotten, waarvan er maximaal 2 begravingen mogen zijn; - particuliere keldergraven op de Algemene Begraafplaats Willem de Zwijgerstraat 36 en op de Nieuwe begraafplaats Hooge Zeedijk 100 zijn bestemd voor het begraven van maximaal twee lijken en het bijzetten van maximaal drie asbussen. - particuliere urnengraven op de Algemene begraafplaats Willem de Zwijgerstraat 36 zijn bestemd voor het plaatsen maximaal 5 asbussen; - particuliere urnengraven in de urnentuin op de Algemene Begraafplaats Willem de Zwijgerstraat 36 en Nieuwe begraafplaats Hooge Zeedijk 100 zijn bestemd voor het plaatsen van maximaal 2 asbussen ondergronds of 1 asbus bovengronds en 1 asbus ondergronds; - particuliere urnennissen op de Algemene Begraafplaats Willem de Zwijgerstraat 36 zijn bestemd voor het plaatsen van maximaal 1 sierurn. - particuliere urnennissen op Nieuwe begraafplaats Hooge Zeedijk 100 zijn bestemd voor het plaatsen van maximaal 2 sierurnen.
D. Grafkelders: 1. een tweepersoons betonnen grafkelder in een particulier graf is standaard 90 cm breed, 240 cm lang en 140 cm diep; 2. de grafkelder is voorzien van betonnen binnenring en dekplaat; 3. bij plaatsing wordt rekening gehouden met een afstand van minimaal 10 cm tussen de bovenzijde van de afdekplaat en het maaiveld. 4. de grafkelder dient waterdicht te zijn en wordt na plaatsing waterdicht afgewerkt.
E. Grafoppervlak 1. de maximale beschikbare (graf)oppervlakte bedraagt: voor algemene graven:
40x40 cm
voor particuliere kindergraven :
80x180 cm
voor particuliere graven:
80x180 cm
voor particuliere keldergraven:
90x240 cm
voor particuliere urnengraven :
80x180 cm
voor een particulier urnengraf in de urnentuin:
50 cm (doorsnede)
voor een particuliere urnennis :
de grootte van de nis
2. het is verboden grafbedekking en andere voorwerpen te (doen) plaatsen buiten de maximaal beschikbare (graf)oppervlakte. 3. het is verboden door middel van grafbedekking en andere voorwerpen de bereikbaarheid van naastgelegen graven of urnenplaatsen te belemmeren. Artikel 3 Begraven
3.1. Bij de vervaardiging van lijkkisten zijn voor de volgende onderdelen of bewerkingen de volgende kunststoffen of toepassingen van kunststoffen toegelaten: 3.2.1. Spaanplaat:
Verlijmde houtspaanders/houtvezels. Het spaanplaat bevat niet meer dan 10 mg vrij of gemakkelijk vrij te maken formaldehyde per 100 gram plaatmateriaal. Gemeten met de fotometrische methode is dit 8 mg formaldehyde per 100 gram droog plaatmateriaal (normuitgave NEN-EN 120 uit 1991).
3.2.2. Lijm:
Verwerkt in houtspaanplaat: ureumformaldehyde-lijm of isocyanaat-lijm;
verwerkt in schottenlijm: ureumformaldehyde-lijm en/of PVAC-lijm;
verwerkt in perslijm: PVAC lijm polyvinylacetaat;
verwerkt in constructielijm: PVAC lijm - polyvinylacetaat.
3.2.3. Lak:
Nitrocelluloselak dan wel een combinatielak van nitrocellulose, alkydharsen, en -eventueel polyesterharsen.
3.2.4. Handgrepen, sierschroeven en andere ornamenten:
Handgrepen, ornamenten en accessoires van graf- en crematiekisten dienen uitgevoerd te worden in vergankelijk materiaal, dan wel van buitenaf verwijderd te kunnen worden.
3.2.5. Hoofdkussen of hoofdsteun:
Zak van vergankelijk materiaal gevuld met houtkrullen of kartonnen hoofdsteun.
3.2.6. Binnenbekleding:
Niet geïmpregneerd papier aan de binnenkant van de deksel en de wanden; katoen, zijde, rayon, of cellulose-acetaat dan wel een mengsel van genoemde stoffen, en wel zo dat de stof van de binnenbekleding niet in één stuk over de bodem en wanden van de kist wordt gespreid, maar dat voor de bodem een los stuk stof wordt gebruikt.
3.2.7. Bodembedekking:
Niet-geïmpregneerd papier op de bodem, al dan niet voorzien van een extra celstof onderlegger.
3.2.8. Print en kantenband:
Basispapier op edelcellulosebasis met anorganische pigmenten.
3.3 Materiaal voor lijkhoezen dient aan de volgende eisen te voldoen: 3.3.1. Doorlaatbaarheid
a. Van water: gedurende zeven dagen voortdurend contact met water van 5°C en 20°C bij pH = 7,0 mag het materiaal niet meer dan 1 mg vloeibaar water per vierkante meter per uur doorlaten, gemeten volgens norm DIN 53122 of een vergelijkbare norm.
b. Van gas: na veertien dagen mag de doorlaatbaarheid voor gasvormig kooldioxide, gemeten volgens norm DIN 53122 of een vergelijkbare norm, niet minder zijn dan 150 ml per vierkante meter per uur en voor zuurstof niet minder dan 200 ml per vierkante meter per uur.
3.3.2. Mechanische eigenschappen
a. Treksterkte: de treksterkte van het materiaal en van de lasverbindingen mag niet minder bedragen dan 1 N per millimeter, gemeten volgens norm DIN 53455 of een vergelijkbare norm.
b. Vouwbestendigheid: als het materiaal wordt dubbelgevouwen en de vouw gedurende dertig minuten wordt belast bij een druk van 5 N per vierkante centimeter, mag het materiaal in de vouw geen scheur vertonen.
3.3.3. Vorm
Gedurende twee jaar opslag bij 20°C mag de krimp in de lengte- en breedterichting niet meer dan 10% bedragen, gemeten volgens norm ASTM: D 2732-83 of een vergelijkbare norm.
3.3.4. Biologische afbreekbaarheid:
Het materiaal van de lijkhoezen dient binnen 90 dagen voor meer dan 98% te worden afgebroken, gemeten volgens norm ASTM: D 5338-92 of een daarmee vergelijkbare norm. Daarnaast dienen uit de lijkhoezen, zowel bij de biologische afbraak als bij crematie, geen schadelijke stoffen vrij te komen. Voor zware metalen (Pb, Cr, Ni, Cu, Cd, Zn) en gechloreerde koolwaterstoffen dient voldaan te worden aan de Duitse Bundesgütegemeinschaft-norm RAL GZ 251 of een daaraan gelijk te stellen norm. Voor de bepaling hiervan dient gebruik te worden gemaakt van de norm ASTM: D 5152-91 of een vergelijkbare norm.
3.4 Andere omhulsels dan lijkkisten en lijkhoezen die op het doel van begraven of verbranden zijn afgestemd, zijn toegestaan bij begraven of verbranden mits zij voldoen aan de hierboven gestelde eisen van doorlatendheid voor lucht en biologische afbreekbaarheid voor zover deze omhulsels dan wel onderdelen daarvan niet verwijderd worden voorafgaand aan het begraven of verbranden.
Artikel 4 Gedenktekens algemeen 1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort. 2. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden. 3. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden. 4. Alle gedenktekens dienen gefundeerd te zijn.
Artikel 5 Gedenktekens op algemene graven
1. Op algemene graven wordt de grafbedekking aangebracht wanneer de bovenliggende graflagen eveneens in gebruik zijn genomen. 2. Op algemene graven zijn liggende gedenktekens toegestaan met een afmeting van 40x40cm. 3. Op algemene graven zijn staande gedenktekens toegestaan met een afmeting van 40 cm breed en 60 cm hoog. 4. Leden 2 en 3 zijn hierbij eveneens van toepassing; de beheerder kan eventuele afwijkingen van de maatvoering hierbij bij hoge uitzondering toestaan. 5. De grafbedekking van de eerste begraving op de Algemene Begraafplaats Maassluis Willem de Zwijgerstraat 36 wordt geplaatst onderaan het graf, de grafbedekking van de tweede begraving in het midden en de grafbedekking van de derde begraving bovenaan het graf. 6. De grafbedekking van de eerste begraving op de Nieuwe begraafplaats Hooge Zeedijk 100 wordt geplaatst onderaan het graf, de grafbedekking van de tweede begraving bovenaan het graf. 7. Staande monumenten moeten gefundeerd zijn en overige op roef of sokkel.
Artikel 6 Gedenktekens op particuliere zand, urnen en keldergraven
1. Bij particuliere zand en urnengraven zijn liggende gedenktekens toegestaan met een lengte van maximaal 180 cm, een breedte van maximaal 80 cm en een minimum dikte van 6 cm. 2. Staande gedenktekens op een particulier zand of urnengraf zijn niet hoger dan 100 cm. De maximale breedte is 80 cm. De zerk wordt met roestvrijstalen doken aan de fundering bevestigd. 3. Bij keldergraven zijn alleen liggende gedenktekens toegestaan met een lengte van 250 cm lang en een breedte van 110 cm en een dikte van minimaal 8 cm. 4. Voor sierurnen op particuliere graven zijn de bepalingen in artikel 6van toepassing.
Artikel 7 Gedenktekens op particuliere urnengraven in de urnentuin
1. In de urnentuin zijn sierurnen toegestaan.
2. De maximale toegestane hoogte van een sierurn is 60 cm , de maximale doorsnede 50cm. 3. Sierurnen worden stevig bemetseld of anderszins verankerd op een bijpassende grondplaat. 4. Op een urnengraf in de urnentuin is een liggend gedenkteken toegestaan van max. 40x40 cm. 5. Op een urnengraf in de urnentuin is een staand gedenkteken toegestaan van max 40 cm breed en 60 cm hoog.
Artikel 8 Gedenktekens voor de urnennis
1. De sierurn die in een open urnennis wordt geplaatst is aangepast aan de omvang van de betreffende nis. De doorsnede van de urn is nooit meer dan de diepte van de nis. 2. De sierurn wordt stevig bemetseld of verlijmd in de nis. Dit geschiedt op eigen risico. 3. Op de Nieuwe begraafplaats Hooge Zeedijk 100 mag een dekplaat gemonteerd worden die de nis bedekt. De verplichte dikte is 2 cm. De plaat moet worden gemonteerd met een rvs draadeind of eventueel met een sluitclip.
Artikel 9 Gedenktekens op strooiveld
Op de gedenkpaal op de strooivelden kan op kosten van de aanvrager een naamplaatje worden bevestigd. Dit is voor de duur van 10 jaar.
Artikel 10 Winterharde gewassen
De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoei binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden. Mocht de beplanting de grafoppervlakte overschrijden, kan de beheerder d.m.v. een aanschrijving eisen dat de beplanting binnen 2 maanden wordt gesnoeid of verwijderd. Mocht de rechthebbende of gebruiker zich hieraan niet houden is de beheerder bevoegd de beplanting te snoeien of geheel te doen verwijderen.
Artikel 11 Openstelling begraafplaats De algemene begraafplaats aan de Willem de Zwijgerstraat is van 1 mei tot en met 30 september geopend van 07:45 tot 21:30 en van 1 oktober tot en met 30 april tot zonsondergang.
Artikel 12 Slotbepalingen Deze nadere regels treden in werking op 18 december 2014. Op deze datum vervallen de op 15 maart 2011
vastgestelde nadere regels vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit voor de graven asbezorging en grafbedekkingen 2011
Artikel 13 Citeerartikel Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit voor de graven asbezorging en grafbedekkingen 2014 (nadere regels).
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014.
De secretaris,
De voorzitter
mr. A.J.T. Korthout
drs. J.A. Karssen