GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2014
Nr.
BELEIDSREGEL ten behoeve van subsidieverstrekking schoon vervoer 2014-II (collegebesluit van 15 juli 2014) Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht; -Overwegende dat zij krachtens de Algemene Subsidieverordening 2014 (ASV 2014) bevoegd zijn tot verstrekking van subsidies; -Dat het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen betreffende de verstrekking en de normering van de hoogte van subsidies met betrekking tot activiteiten die schoon vervoer bevorderen. -Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet Bestuursrecht en op artikel 3 lid 2 ASV 2014;
BESLUIT vast te stellen de volgende Beleidsregel ten behoeve van subsidieverstrekking schoon vervoer 2014-II
1
1
-
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1.1 Doel van de subsidie Bijdragen aan de doelstelling gericht op zo min mogelijk kilometers met gemotoriseerd vervoer in de stad en als dat toch gebeurt, zo schoon mogelijk. Artikel 1.2 Definitie aanvrager subsidie Op de subsidie ten behoeve van stimulering van schoon vervoer kan een beroep gedaan worden door bedrijven, instellingen of bewoners van/ of gevestigd in Utrecht zoals per subsidie is vermeld in de volgende hoofdstukken. Artikel 1.3 Vaststelling en reservering budget Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat. Er gelden separate subsidieplafonds voor elektrisch vervoer (hoofdstuk 2) en slimme vervoerkeuzes (hoofdstuk 3). Indien in een periode niet het volledige budget aan subsidie is toegekend, dan wordt dit budget toegevoegd aan het beschikbare budget voor de daaropvolgende periode zoals per subsidie bepaald in de volgende hoofdstukken tenzij het college hierover binnen een maand na afloop van de periode een ander besluit hierover neemt. Artikel 1.4 Volgorde Subsidieverlening Subsidie wordt verleend op volgorde van binnenkomst van volledig ingediende aanvragen, met uitzondering van de regelingen waarbij dit expliciet anders wordt vermeld. Artikel 1.5 Aanvraag en verantwoording 1. De wijze van aanvragen en de wijze van het afleggen van verantwoording geschiedt conform het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening 2014 en deze beleidsregel. 2. Voor het aanvragen van een subsidie en het afleggen van verantwoording wordt gebruik gemaakt van het daartoe door het college beschikbaar gestelde e-formulier. 3. Het in tweede lid bedoelde aanvraagformulier dient volledig te zijn ingevuld en alle gevraagde bescheiden dienen te zijn bijgevoegd. Artikel 1.6 1. 2.
Verstrekken van subsidie Het college houdt bij de beslissing op een aanvraag rekening met subsidies of een bijdrage die op grond van enig andere gemeentelijk regeling is of kan worden verleend. Het college kan aan het verlenen van subsidie nadere voorschriften verbinden.
Artikel 1.7 Subsidievoorwaarden Om in aanmerking te komen voor één subsidie op grond van deze beleidsregel geldt voor bedrijven/ instellingen of bewoners dat moet worden voldaan aan de voorwaarden voor subsidieverlening zoals per subsidie vermeld in de volgende hoofdstukken. Een bedrijf dat subsidie ontvangt in het kader van één van de categorieën van subsidie voor Elektrisch Vervoer (de escooterregelingen woon-werkverkeer of zakelijk veelgebruik of het opladen op privaat terrein of het opladen semiopenbaar) komt datzelfde jaar niet in aanmerking voor een subsidie uit één van de andere categorieën voor elektrisch vervoer, met uitzondering van de regelingen waarbij dit expliciet anders wordt vermeld. Er is geen recht op subsidie voor zover door ons college een subsidie voor dezelfde investering is verleend of zal worden verleend vanuit het stimuleringsfonds duurzame stadsdistributie (vastgesteld in november 2012) Artikel 1.8
Evaluatie
.Conform de Algemene Wet Bestuursrecht worden beleidsregels minimaal elke vijf jaar bestuurlijk geëvalueerd Artikel 1.9 Gereedmelding De gereedmelding van de activiteit of het werk waarvoor subsidie is toegekend moet plaatsvinden binnen één jaar na het besluit tot verlening van de subsidie, met uitzondering van de regelingen waarbij expliciet een andere termijn wordt vermeld.
2
2
De inzending van de factuur en overig vereist bewijsmateriaal wordt beschouwd als datum gereedmelding van de activiteit of het werk en het verzoek tot vaststelling van de subsidie.
3
3
Hoofdstuk 2 Elektrisch Vervoer Paragraaf 2.1 Elektrisch Vervoer Algemeen 2.1.1
Definities
a. elektrisch vervoer Een voertuig dat volledig elektrisch is (met twee of meer wielen) of (in het geval van een voertuig met meer dan twee wielen) een plug-in hybride voertuig is met een minimaal volledig elektrisch bereik van 50 km. b. particulier Individueel persoon die niet als bedrijf, instelling of overheid is georganiseerd. c. organisatie Een levend en door de deelnemers bewust gezocht samenwerkingsverband tussen natuurlijke of rechtspersonen d. instelling Een organisatie die aan andere personen of rechtspersonen producten levert of diensten verleent zonder winstdoelstelling. e. bedrijf/ onderneming Een organisatie die aan andere personen of rechtspersonen producten levert of diensten verleent met een winstdoelstelling. f. oplaadpunt Parkeerplek met bijbehorende voorziening waar een elektrische voertuig, kan worden opgeladen, waarbij: 1. de stroom kan worden aan- en uitgeschakeld door gebruikers; 2. een systeem van persoonlijke identificatie en beveiliging nodig kan zijn om de stroom aan en uit te schakelen en misbruik te voorkomen; g. oplaadlocatie Een locatie waar ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen een oplaadpunt en twee parkeervakken met belijning en bebording aanwezig zijn. 2.1.2 Doel bevorderen elektrisch Vervoer Het doel van de subsidieverstrekking op basis van deze beleidsregel is het direct of indirect bevorderen van aanschaf van elektrische voertuigen die worden gebruikt in Utrecht
4
4
Paragraaf 2.2
E-scooterregeling woon-werkverkeer werknemers
2.2.1 Definities a. gebruiker Werknemer van een organisatie in Utrecht die jaarlijks in het kader van zijn of haar woon-werkverkeer minimaal 2.000 km per scooter per jaar aflegt. b. e-scooter (of e-brommer): Een volledig elektrisch aangedreven vervoermiddel op twee wielen met een wettelijk toegestane maximumsnelheid van 40 kilometer per uur c. woon-werkverkeer Het vervoer dat nodig is voor het afleggen van de totale afstand tussen het woon- en het werkadres en vice versa van een werknemer van een bedrijf of instelling d. full operational lease In het geval van een full operational leasecontract wordt de elektrische scooter voor een vooraf vastgestelde termijn (twee jaar) gehuurd van het leasebedrijf daarnaast maken afspraken over onderhoud, reparatie en verzekering van de e-scooter deel uit van het leasecontract. e. koop In het geval van koop wordt de elektrische scooter gekocht in combinatie met (voor iedere e-scooter) een volledig onderhoudscontract (inclusief kostenloze storingsdienst die 24 uur per dag bereikbaar is en vervangingsservice) voor een periode van minimaal 2 jaar (=24 maanden). 2.2.2 Aanvrager subsidie De subsidie kan worden aangevraagd door bedrijven en instellingen met een vestiging in gemeente Utrecht, die als zodanig geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel in Utrecht en hun activiteiten uitvoeren in Utrecht. 2.2.3 Vaststelling subsidieplafond Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast. 2.2.4 Te subsidiëren activiteit Full operational lease of koop van een elektrische scooter ten behoeve van het woon-werkverkeer van werknemers van in Utrecht gevestigde bedrijven. 2.2.5 Hoogte subsidie Een bedrijf of instelling kan maximaal 2x per jaar (maximaal één aanvraag per kwartaal) een aanvraag doen voor maximaal 25.000 euro per aanvraag. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag per bedrijf of instelling is 50.000 euro per jaar. full operational lease De subsidie bij full operational lease bedraagt per e-scooter maximaal 1.000 euro (of de werkelijke kosten, indien lager) voor een leaseperiode van 2 jaar (=24 maanden) koop De subsidie in het geval van koop bedraagt maximaal (of de werkelijke kosten, indien lager) 1.000 euro per aangeschafte e-scooter . 2.2.6 Subsidieverplichtingen De verplichtingen waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor subsidie zijn: a. Daadwerkelijke lease of koop e-scooter(s) Het moet gaan om (full operational) lease voor een of twee jaar van elektrische scooters na de datum van aanvraag van subsidie.
5
5
In het geval er subsidie aangevraagd wordt voor de koop van e-scooters dan geldt als aanvullende verplichting dat voor een minimum aantal van 15 e-scooters per aanvraag per aanvrager subsidie wordt aangevraagd. b. Meldingsplicht leasecontract/ aankoopbewijs De aanvrager dient bij de aanvraag een overzicht te verstrekken van de (toekomstige) gebruikers van de e-scooters c. Geen vervanging van bestaande elektrische scooter De gemeente verleent geen subsidie voor de koop of lease van elektrische scooters ter vervanging van elektrische scooters waarvoor door de gemeente al eerder subsidie is verleend aan dezelfde of een andere aanvrager. d. Volledig onderhoudscontract bij koop In het geval van koop wordt de elektrische scooter gekocht. Een aanvullend onderhoudscontract (inclusief storingsdienst die 24 uur per dag bereikbaar is en snelle vervangingsservice bij een kapotte scooter) voor een periode van minimaal 2 jaar (=24 maanden) is in het kader van deze subsidie onlosmakelijk verbonden met de aangeschafte scooter e. Meldingsplicht bij niet nakomen verplichting daadwerkelijk gebruik De aanvrager is verplicht binnen één maand melding te doen indien één of meer van de onder het leasecontract behorende e-scooters niet meer worden gebruikt door de oorspronkelijk hieraan gekoppelde gebruikers/ werknemer(s) (zie 2.2.4). Daarnaast is de aanvrager verplicht om de betreffende e-scooter(s) binnen twee maanden na de melding opnieuw in gebruik te laten nemen door een andere medewerker van een Utrechts bedrijf en hiervan melding te maken via een kopie uit de personeelsadministratie voor betreffende medewerker. f. Structureel gebruik e-scooter ten behoeve van woon- werkverkeer De gebruiker van de e-scooter dient tussen 10 en 25 km van zijn of haar werkadres woonachtig te zijn en, op basis van een vaste aanstelling, minimaal 3 dagen (24 uur) per week in dienst te zijn van het bedrijf of de instelling Daarnaast dient de gebruiker van de e-scooter minimaal 100 dagen per jaar gebruik te maken van betreffende scooter of minimaal 2.000 km per jaar op de scooter te rijden in het kader van woon-werkverkeer g. Geen vervanging van bestaande elektrische scooter De gemeente verleent geen subsidie voor de koop of lease van elektrische scooters ter vervanging van elektrische scooters waarvoor door de gemeente al eerder subsidie is verleend aan dezelfde of een andere aanvrager.
2.2.7 Voorwaarden aan de subsidie/ indienen aanvraag De aanvrager vraagt aan via het aanvraagformulier en levert de volgende bewijsstukken: -Kopie uit personeelsadministratie voor iedere beoogde gebruiker van betreffende e-scooter met als minimaal zichtbare informatie: - Naam medewerker - Status en duur van dienstverband medewerker - Werkadres medewerker - Woonadres medewerker
Plus (in het geval van lease) -Kopie van full operational leasecontract voor een of meer elektrische scooters
Of (in het geval van aankoop) -Kopie van een aankoopbewijs voor 15 of meer elektrische scooters -Kopie van volledig onderhoudscontract voor minimaal 2 jaar voor alle betrokken e-scooters
6
6
Paragraaf 2.3
E-scooterregeling veelgebruikers
2.3.1 Definities a. veelgebruiker Organisatie die jaarlijks bij de uitoefening van zijn activiteiten minimaal 3.000 km per scooter per jaar aflegt op een of meer scooters (of brommers) b. Meldingsplicht leasecontract De aanvrager dient bij de aanvraag en op het moment dat een e-scooters niet meer wordt ingezet voor het beschreven doel een overzicht te verstrekken van de gebruikers van de e-scooters bij aanvang van het leasecontract. c. e-scooter (of e-brommer): een volledig elektrisch aangedreven vervoermiddel op twee wielen met een maximale snelheid van 40 kilometer per uur d. full operational lease In het geval van een full operational leasecontract wordt de elektrische scooter voor een vooraf vastgestelde termijn (twee of drie jaar) gehuurd van het leasebedrijf daarnaast maken afspraken over onderhoud, reparatie en verzekering van de escooter deel uit van het leasecontract. e. koop In het geval van koop wordt de elektrische scooter gekocht. Een aanvullend volledig onderhoudscontract (inclusief kostenloze storingsdienst die 24 uur per dag bereikbaar is en vervangingsservice) voor een periode van minimaal 2 jaar (=24 maanden) is in het kader van deze subsidie onlosmakelijk verbonden met de aangeschafte scooter. 2.3.2. Aanvrager subsidie De subsidie regeling is gericht op alle Utrechtse bedrijven en instellingen die als zodanig geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel in Utrecht en beschikken over een vestiging binnen de gemeente Utrecht en de scooters dagelijks en frequent gebruiken voor het bereiken of bedienen van Utrechtse klanten, gebruikers en zakenpartners. De subsidie kan ook rechtstreeks worden verstrekt aan een leasemaatschappij met wie deze bedrijven of instellingen hiervoor een leasecontract afsluiten. Het is mogelijk deze regeling te combineren met de regelingen voor opladen op semiopenbaar terrein (2.4) en veilig opladen op privaat terrein (2.5). Conform artikel 7 lid 3 van de ASV 2014 kan op basis van deze beleidsregel subsidie worden verstrekt aan rechtspersonen met het oogmerk tot het maken van winst. 2.3.3 Vaststelling subsidieplafond Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast. 2.3.4 Te subsidiëren activiteit De full operational lease of koop van een elektrische scooter ten behoeve van het uitvoeren van werkzaamheden van de organisatie (geen woon-werkverkeer van werknemers) 2.3.5
Hoogte subsidie
Full operational lease De subsidie bij full operational lease bedraagt per e-scooter maximaal 1.000 euro (of de werkelijke kosten, indien lager) voor een leaseperiode van 2 jaar (=24 maanden) en maximaal 1.500 euro voor een leaseperiode van drie jaar (=36 maanden). koop De subsidie in het geval van koop bedraagt maximaal 1.000 euro (of de werkelijke kosten, indien lager) per aangeschafte e-scooter
7
7
Een bedrijf of instelling kan maximaal 3x per jaar (maximaal één aanvraag per kwartaal) een aanvraag doen voor maximaal 50.000 euro per aanvraag. 2.3.6 Subsidieverplichtingen De verplichtingen waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor subsidie zijn: a. Daadwerkelijke lease of koop e-scooter(s) Het moet gaan om (full operational) lease voor een of twee jaar van elektrische scooters na de datum van aanvraag van subsidie. In het geval er subsidie aangevraagd wordt voor de koop van e-scooters dan geldt als aanvullende verplichting dat voor een minimumaantal van 15 e-scooters per aanvraag per (hoofd)aanvrager subsidie wordt aangevraagd. Bovendien dient aanvullend op de koopovereenkomst voor iedere e-scooter een onderhoudscontract (inclusief storingsdienst die 24 uur per dag bereikbaar is en snelle vervangingsservice bij een kapotte scooter) te worden afgesloten voor een periode van minimaal 2 jaar (=24 maanden) b. Veelgebruikers Het bedrijf of de instelling moet een veelgebruiker van scooters zijn in verband met dagelijkse bezorgdiensten binnen Utrecht of andere werkzaamheden binnen Utrecht die binnengemeentelijk gebruik van scooters nodig maken van minimaal 3.000 km per jaar per scooter. c. Meldingsplicht bij niet nakomen verplichting daadwerkelijk gebruik De aanvrager is verplicht binnen één maand melding te doen indien één of meer van de onder het leasecontract behorende e-scooters niet meer wordt gebruikt voor de hierboven beschreven activiteit (zie 2.3.4). Daarnaast is de aanvrager verplicht om de betreffende e-scooter(s) binnen twee maanden na de melding opnieuw in gebruik te laten nemen door een andere medewerker en hiervan melding te maken via een kopie uit de personeelsadministratie voor betreffende medewerker. c. Geen vervanging van bestaande elektrische scooter De gemeente verleent geen subsidie voor de koop of lease van elektrische scooters ter vervanging van elektrische scooters waarvoor door de gemeente al eerder subsidie is verleend aan dezelfde of een andere aanvrager.
2.3.7 Voorwaarden aan de subsidieaanvraag/ indienen aanvraag De aanvrager vraagt aan via het aanvraagformulier en levert het volgende bewijsstuk: -Kopie van full operational leasecontract voor een of meer elektrische scooters
Of (in het geval van aankoop) -Kopie aankoopbewijzen van 15 of meer elektrische scooters -Kopie van een volledig onderhoudscontract voor minimaal 2 jaar voor alle betrokken e-scooters
8
8
Paragraaf 2.4
Opladen op semiopenbaar terrein.
2.4.1 Definities a. semiopenbaar oplaadpunt Openbaar toegankelijk oplaadpunt op privaat terrein 2.4.2 Aanvrager subsidie De subsidieregeling is gericht op alle Utrechtse bedrijven en instellingen die als zodanig geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel in Utrecht en beschikken over een vestiging binnen de gemeente Utrecht met een bijbehorend parkeerterrein in particulier eigendom met minimaal 3 parkeerplekken. 2.4.3 Vaststelling subsidieplafond Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast. 2.4.4 Te subsidiëren activiteit Het realiseren van een of meer semiopenbare oplaadpunten 2.4.5 Hoogte subsidie Een bedrijf of instelling ontvangt per adres maximaal 1.500 euro (of de werkelijke kosten, indien lager) subsidie voor levering en installatie van het eerste oplaadpunt na de datum van aanvraag van subsidie en 500 euro (of de werkelijke kosten, indien lager) per extra oplaadpunt Voor de in totaal aan te vragen subsidie geldt een maximum van 2.500 euro per adres. 2.4.6 Subsidieverplichtingen De verplichtingen waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor subsidie zijn: a. Realisatie oplaadpunt na 1 januari 2014 Het oplaadpunt moet na 1 januari 2014 worden/ zijn gerealiseerd. b. Realisatie oplaadpunt binnen zes maanden na verlening Het oplaadpunt/ de oplaadpunten moeten binnen zes maanden na verlening van de subsidie worden aangelegd op een bij het bedrijf of instelling horend parkeerterrein met minimaal 3 parkeerplekken dat openbaar toegankelijk is voor alle bezoekers met een elektrische auto. b. Daadwerkelijke beschikbaarheid oplaadpunt(en) gedurende openingstijden Het bedrijf of de instelling dient er voor te zorgen dat de oplaadpunten zoveel als mogelijk openbaar toegankelijk zijn voor alle bezoekers met een elektrische auto gedurende openingstijden en niet in gebruik zijn voor het opladen van (eventuele) eigen elektrische voertuigen. c. De te realiseren oplaadpunten en bijbehorende dienstverlening moet voldoen aan de volgende specificaties: - interoperabiliteit voor de gebruikers - laden volgens normering Type 2, mode 3 - openbaar toegankelijk op openingstijden organisatie voor een periode van minimaal 2 jaar na ingebruikname oplaadpunt - de tijden van openbare beschikbaarheid oplaadpunten dienen in ieder geval te worden vermeld op de website van de organisatie en op de volgende websites: - www.laadpunten.nl - www.laad.nl - www.oplaadpunten.nl
2.4.7 Voorwaarden aan de subsidieaanvraag/ indienen aanvraag De initiatiefnemer doet aanvraag via aanvraagformulier en levert het volgende bewijsstuk: -kopie van een offerte voor specificatie, levering, installatie en beheer van het betreffende aantal oplaadpunten
9
9
Paragraaf 2.5
Veilig opladen op privaat terrein
2.5.1 Aanvrager subsidie De subsidieregeling is gericht op bewoners van Utrecht en op Utrechtse bedrijven en instellingen die als zodanig geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel in Utrecht en beschikken over een vestiging binnen de gemeente en wel beschikken over mogelijkheden om op eigen terrein voertuigen te parkeren en op te laden. 2.5.2 Vaststellen subsidieplafond Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast. 2.5.3 Te subsidiëren activiteit Het realiseren van een of meer oplaadpunten op eigen terrein voor het opladen van een of meer elektrische auto's 2.5.4 Hoogte subsidie Een bedrijf, instelling of bewoner ontvangt per adres (of de werkelijke kosten, indien lager) 500 euro subsidie voor levering en installatie van een veilig oplaadpunt. Er geldt een maximum subsidiebedrag van 1.500 euro (3 oplaadpunten) per adres. 2.5.5 Subsidieverplichtingen De verplichtingen waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor subsidie zijn: a. Daadwerkelijke aanschaf of bezit voertuig(en) De aanvrager dient het bezit of de daadwerkelijke, gegarandeerde, aanschaf of lease van een elektrisch voertuig voor particulier gebruik aan te tonen. b. Het veilige oplaadpunt moet zijn/ worden gerealiseerd door een professioneel installatiebedrijf op privaat terrein na 1 juni 2013
2.5.6
Rapportageverplichtingen aanvragers/ indienen aanvraag
De initiatiefnemer doet aanvraag via aanvraagformulier en levert de volgende bewijsstukken: het aankoopbewijs of leasecontract van een elektrische auto een ondertekende en gedateerde factuur van een erkend installatiebedrijf voor realisatie van een oplaadpunt.
10
10
Hoofdstuk 3 Stimuleren slimme vervoerkeuzes 3.1 Reikwijdte De gemeente voert verschillende maatregelen uit gericht op vermindering van het aantal gereden kilometers met gemotoriseerd vervoer, onder meer op basis van het ambitiedocument Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar en het fietsprogramma. Maar ook bewoners, bedrijven in instellingen die in Utrecht gevestigd of actief zijn kunnen goede ideeën hebben waarmee ze zelf bijdragen aan deze vermindering. Met de instelling van de stimuleringsregeling slimme vervoerkeuzes wordt het mogelijk dergelijke voorstellen financieel te ondersteunen, mits de voorstellen aansluiten bij de uitgangspunten en werkwijze van Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar: positieve stimulering van slimme vervoeropties, doelgroepgerichtheid en behoud van keuzevrijheid. De regeling richt zich alleen op het personenvervoer (voor goederenvervoer bestaat een aparte regeling). 3.2 Definities a. slimme vervoerkeuzes Lopen, (bak)fiets, elektrische (bak)fiets, deelauto, openbaar vervoer, niet reizen en andere alternatieven voor het gebruik van de privé/leaseauto door de eigenaar (waarbij bij een leaseauto hoofdgebruiker gelijk wordt gesteld aan eigenaar). Niet tot slimme vervoerkeuzes behoren gebruik door de eigenaar van snorfietsen, bromfietsen en motoren (privé of lease). b. eindgebruiker De persoon, organisatie of instelling die de slimme vervoerkeuze, die met de aanvraag beoogd wordt, in de praktijk moet gaan brengen. c. ondersteunende medebewoners Bewoners, niet zijnde de initiatiefnemers, die een aanvraag van bewoners in hun hun buurt dan wel wijk, zijnde de initiatiefnemers, ondersteunen door een ondersteunende handtekeningenlijst te tekenen. 3.3 Aanvrager subsidie Een aanvraag kan worden gedaan door groepen van bewoners van Utrecht; en door Utrechtse bedrijven en instellingen die ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel in Utrecht en beschikken over een vestiging binnen de gemeente Utrecht. Een aanvrager die voldoet aan voorgaande beschrijving, mag de subsidie aanvragen samen met bedrijven en instellingen die geen vestiging in Utrecht hebben, maar wel Utrecht als werk- / aandachtsgebied hebben. De aanvrager dient bovendien eindgebruiker (bij onderzoek: beoogd eindgebruiker) te zijn van het project waarvoor subsidie wordt gevraagd, of de aanvrager dient de aanvraag in te dienen met minimaal 1 eindgebruiker (bij onderzoek: beoogd eindgebruiker) van het project waarvoor subsidie wordt gevraagd. 3.4 Subsidieplafond Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast. 3.5 Te subsidiëren activiteit Projecten / initiatieven die bijdragen aan het positief stimuleren van slimme vervoerkeuzes, waarmee het gebruik van privé- / leaseauto’s door de eigenaar, uitgedrukt in autokilometers, vermindert. De vermindering van het aantal autokilometers moet plaatsvinden op ritten die (op het moment van aanvraag) beginnen en/of eindigen in Utrecht. Voor subsidie komt in aanmerking de daadwerkelijke implementatie / uitvoering van een initiatief, of het verkennen van de haalbaarheid vooraf. Kosten die in aanmerking komen voor subsidie zijn (binnen de eisen zoals gesteld in artikel 3.8): onderzoekkosten, ontwikkelkosten, organisatiekosten, communicatiekosten, kosten voor inzet van eigen personeel. Onder voorwaarden zoals genoemd in artikel 3.8 komt ook aanschaf van middelen in aanmerking. Investeringen die gedaan zijn voorafgaand aan de subsidieverlening komen niet in aanmerking voor subsidie. 3.6 Verdeling subsidie Een aanvrager kan maximaal 1x per jaar een aanvraag doen. Uitzondering hierop betreft een situatie waarbij een onderzoek/verkenning is gedaan met een bijdrage uit deze stimuleringsregeling en het onderzoek / de verkenning aantoont dat het initiatief haalbaar is. In dat geval kan voor de daadwerkelijke implementatie van dit initiatief nog 1 extra aanvraag worden ingediend in tranche 3 (zie hierna). Het budget zoals vermeld op de subsidiestaat zal in 2014 in drie tranches verdeeld worden. In tranche 1, waarvoor tot en met 30 september 2014 aanvragen kunnen worden ingediend, wordt maximaal 90.000 euro verdeeld. Per aanvraag wordt maximaal 30.000 euro subsidie toegekend, waarbij maximaal 100% van de 11
11
projectkosten worden gesubsidieerd. Na de deadline van 30 september 2014 worden alle binnengekomen aanvragen kwalitatief beoordeeld en gerangschikt, waarbij de hoogst scorende initiatieven - die voldoen aan de eisen - subsidie ontvangen (zie artikel 3.9 voor de beoordelingsprocedure). In tranche 2, waarvoor eveneens tot en met 30 september 2014 aanvragen kunnen worden ingediend (dus parallel aan tranche 1), wordt maximaal 60.000 euro verdeeld. Per aanvraag wordt maximaal 15.000 euro subsidie toegekend, waarbij maximaal 50% van de projectkosten worden gesubsidieerd. Aanvragen worden op volgorde van indiening beoordeeld en - indien wordt voldaan aan de eisen - gehonoreerd (zie artikel 3.9 voor de beoordelingsprocedure). In tranche 3, waarvoor van 1 oktober tot en met 31 december 2014 aanvragen kunnen worden ingediend. wordt het eventuele restant van het budget uit tranches 1 en 2 verdeeld. Per aanvraag wordt maximaal 15.000 euro subsidie toegekend, waarbij maximaal 50% van de projectkosten worden gesubsidieerd. Allereerst wordt aan aanvragers die een aanvraag in tranche 1 hebben ingediend en aan de eisen voldeden, maar in tranche 1 geen subsidie hebben ontvangen, de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van tranche 3. Dit wordt aan de aanvragers aangeboden in de volgorde van de rangschikking zoals opgemaakt voor tranche 1 (zie beoordelingsprocedure). Indien daarna nog altijd budget overblijft, dan worden nieuwe aanvragen – ingediend van 1 oktober tot en met 31 december 2014 op volgorde van indiening beoordeeld en – indien wordt voldaan aan de eisen - gehonoreerd (zie artikel 3.9 voor de beoordelingsprocedure).
3.7 Subsidieverplichtingen De verplichtingen waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor subsidie zijn: Het initiatief moet binnen drie maanden na subsidieverlening aanvangen en binnen negen maanden na subsidieverlening zijn voltooid. Bij de gereedmelding en aanvraag tot subsidievaststelling (de eindverantwoording) voor de uitvoering van een project / initiatief wordt gerapporteerd over de bereikte effecten, op een wijze zoals in de aanvraag door de aanvrager omschreven. 3.8
Eisen aan de subsidieaanvraag/ indienen aanvraag
Algemeen Alle aanvragen moeten via het aanvraagformulier worden ingediend bij het college van b. en w., per adres Subsidiebureau, Postbus 2158, 3500 GD Utrecht Bij aanvragen die vóór of op 30 september 2014 worden ingediend, dient de aanvrager aan te geven op welke tranche (1 of 2, zie artikel 3.6) de aanvraag gericht is.
Eisen bij aanvragen voor uitvoering van een project / initiatief Aanvragen voor uitvoering van een project / initiatief die voldoen aan onderstaande voorwaarden kunnen in aanmerking komen voor subsidie: De initiatiefnemer levert bij het aanvraagformulier een projectplan waarin de volgende informatie is opgenomen: o Een duidelijke beschrijving van het initiatief, waarbij ook aangetoond wordt dat het initiatief uitgaat van een positieve insteek: slimme vervoerkeuzes worden gestimuleerd. o Een beschrijving van de te behalen doelen, waarbij een hoofddoel vermindering van het gebruik van privé- / leaseauto’s door de eigenaar dient te zijn. o Een beschrijving en onderbouwing van de verwachte effecten tijdens uitvoering van het initiatief, in het bijzonder de verwachte vermindering van het gebruik van privé- / leaseauto’s door de eigenaar, uitgedrukt in autokilometers, op ritten die (op het moment van aanvraag) beginnen en/of eindigen in Utrecht. De beschrijving dient minimaal kwalitatief te zijn, waar mogelijk ook kwantitatief. o Een beschrijving die aannemelijk maakt dat het initiatief een structureel effect heeft in de 4 jaar na de eindverantwoording (dat wil zeggen: blijvende vermindering van het gebruik van privé- / leaseauto’s door de eigenaar) en dat dit effect niet vanzelf – dus zonder uitvoering van het voorstel én zonder toekenning van deze subsidie – op zal treden. o Een beschrijving van de doelgroep en eindgebruiker(s) van het initiatief, plus waarom zij behoefte hebben aan, dan wel (positief) zullen reageren op het initiatief. Daarbij dient de aanvrager aan te tonen of aannemelijk te maken dat de doelgroep van het initiatief groter is dan alleen de aanvrager(s) (waarbij klanten, personeel, studenten etc van de aanvrager(s) tot de aanvrager(s) worden gerekend); dan wel dat het initiatief is bedoeld als pilot, als opstap naar latere bredere toepasbaarheid. o Een beschrijving waarmee aannemelijk wordt gemaakt dat het initiatief technisch en praktisch uitvoerbaar is. o Inzicht in wie het initiatief gaat/gaan uitvoeren en hoe de uitvoering is georganiseerd. 12
12
o Een aanpak en tijdsplanning, waarin ook aannemelijk wordt gemaakt dat het project / initiatief binnen de looptijd daadwerkelijk in praktijk wordt gebracht. o Een omschrijving van communicatieactiviteiten om de doelgroep te bereiken en het plan te laten slagen. o Een omschrijving hoe effecten worden gemeten, hoe achteraf wordt bepaald of het doel is bereikt en hoe hierover zal worden gerapporteerd aan de gemeente als subsidieverlener. De initiatiefnemer levert bij het aanvraagformulier een begroting in, waarin de volgende informatie is opgenomen: o Een overzicht van de kosten, met uitsplitsing per projectstap en uitsplitsing in categorieën als ontwikkelkosten, organisatiekosten, operationele kosten, communicatie, inzet van eigen personeel, etc. o Inzicht in de dekking van de kosten die niet vanuit de regeling stimulering slimme vervoerkeuzes zullen worden gedekt (andere subsidies, investeringen van de aanvrager zelf of derden, (verwachte) inkomsten tijdens de subsidieperiode, etc.).
Eisen bij aanvragen voor onderzoek / verkenningen Aanvragen voor onderzoek / verkenningen die voldoen aan onderstaande voorwaarden kunnen in aanmerking komen voor subsidie: De initiatiefnemer levert bij het aanvraagformulier een onderzoeksplan waarin de volgende informatie is opgenomen: o Een duidelijke beschrijving van het initiatief, waarbij ook aangetoond wordt dat het initiatief uitgaat van een positieve insteek: slimme vervoerkeuzes worden gestimuleerd. o Een beschrijving van de beoogde doelen van het te onderzoeken initiatief, waarbij een hoofddoel vermindering van het gebruik van privé- / leaseauto’s door de eigenaar dient te zijn. o Een inschatting en onderbouwing van de effecten die het te onderzoeken initiatief binnen 4 jaar na afronding van het onderzoek kan hebben indien het haalbaar is en daadwerkelijk wordt geïmplementeerd, in het bijzonder de ingeschatte vermindering van het gebruik van privé- / leaseauto’s door de eigenaar, uitgedrukt in autokilometers, op ritten die (op het moment van aanvraag) beginnen en/of eindigen in Utrecht. De beschrijving dient minimaal kwalitatief te zijn, waar mogelijk ook kwantitatief. Daarbij dient aannemelijk te worden gemaakt dat dit effect niet vanzelf – dus zonder uitvoering van het voorstel én zonder toekenning van deze subsidie – op zal treden. o Uitleg hoe in het onderzoek wordt bepaald of het doel haalbaar is en zo ja, welk effect te bereiken is. o Een beschrijving van de doelgroep en eindgebruiker van het initiatief, plus waarom zij behoefte hebben aan, dan wel (positief) zullen reageren op het initiatief. Daarbij dient de aanvrager aan te tonen of aannemelijk te maken dat de doelgroep van het initiatief groter is dan alleen de aanvrager(s) (waarbij klanten, personeel, studenten etc van de aanvrager(s) tot de aanvrager(s) worden gerekend); dan wel dat het initiatief is bedoeld als pilot, als opstap naar latere bredere toepasbaarheid. o Inzicht in wie het initiatief gaat/gaan uitvoeren en hoe de uitvoering is georganiseerd. o Een tijdsplanning en aanpak, waarin ook aannemelijk wordt gemaakt dat het project / initiatief binnen de looptijd daadwerkelijk in praktijk wordt gebracht. o Beschrijving van het beoogd eindresultaat (eindproduct) van de verkenning / het onderzoek. Het eindresultaat dient minimaal de haalbaarheid van het onderzochte initiatief aan te tonen. En indien haalbaar, dient het tevens een concrete omschrijving te bevatten van een uitvoerbaar initiatief / project, dat kan voldoen aan alle voorwaarden die elders in artikel 3.8 genoemd zijn onder “Eisen bij aanvragen voor uitvoering van een project / initiatief”. De initiatiefnemer levert bij het aanvraagformulier een begroting voor het onderzoek in, waarin de volgende informatie is opgenomen: o Een overzicht van de kosten, met uitsplitsing per onderzoeksstap en uitsplitsing in categorieën als onderzoek, organisatiekosten, communicatie, etc. o Inzicht in de dekking van de onderzoekskosten die niet vanuit de regeling stimulering slimme vervoerkeuzes zullen worden gedekt (andere subsidies, investeringen van de aanvrager zelf of derden, (verwachte) inkomsten tijdens de subsidieperiode, etc.). Indien bedrijven/instellingen een aanvraag indienen voor een onderzoek of verkenning van de levensvatbaarheid van een nieuwe maatregel en deze bedrijven/instellingen zelf niet de beoogde eindgebruiker zijn van de maatregel, dan dient de aanvraag te worden meegefinancierd door minimaal één potentiële eindgebruiker. Dit moet blijken uit een schriftelijke verklaring van de potentiële eindgebruiker, die bij de aanvraag wordt gevoegd.
Aanvullende eisen bij aanvragen door groepen van bewoners
13
13
Het initiatief is gericht op een specifieke buurt of wijk in Utrecht. Het projectplan / onderzoeksplan dient dit aan te tonen. Het initiatief wordt ingediend door één bewoner, maar wordt ondersteund door een groep van minimaal 25 bewoners uit de buurt dan wel wijk waarop het initiatief gericht is. Dit moet blijken uit een handtekeningenlijst waarop minstens vijfentwintig ondersteunende medebewoners uit de buurt dan wel wijk waarop het initiatief gericht is hun naam en adres invullen en hun handtekening plaatsen. Op de handtekeningenlijst moet herkenbaar zijn welk initiatief de ondertekenaars steunen.
Gevallen waarin initiatieven niet financieel worden ondersteund In de volgende situaties worden initiatieven niet ondersteund: a. Het initiatief betreft: het bedrijfsmatig vervoeren van goederen; de aanleg of aanpassing van infrastructuur (wegen, fietspaden, OV-banen, fietsenstallingen etc) en/of de openbare ruimte. de aanschaf van vervoermiddelen, uitgezonderd gevallen waarin het een onderdeel is van een nieuw, innovatief concept dat in Utrecht getest zal worden op marktpotentie en waarbij de vervoermiddelen voor collectief gebruik zijn; en gevallen waarin het een onderdeel is van een door bewoners opgezet, buurt- of wijkgericht concept en waarbij de vervoermiddelen voor collectief gebruik zijn. b. De gemeente of een andere partij voert het initiatief of een vergelijkbare activiteit reeds uit, gericht op dezelfde doelgroep of hetzelfde gebied, of heeft dit onlangs uitgevoerd. c. Het initiatief komt al in aanmerking voor een andere gemeentelijke subsidieregeling. d. Het initiatief is strijdig met geldende wet en regelgeving. e. Het beschikbare subsidiebudget voor het betreffende jaar is volledig uitgegeven. 3.9 Beoordelingsprocedure
Tranche 1 In tranche 1 wordt na de deadline van 30 september 2014 allereerst voor elke aanvraag het projectplan en de begroting door de gemeente getoetst aan de eisen zoals vermeld in artikel 3.8 en worden projectplan en begroting beoordelen op aannemelijkheid (dat wil zeggen: is de onderbouwing van de verschillende elementen in het projectplan zoals effecten, haalbaarheid, etc aannemelijk). Over de aanvragen die voldoen aan alle eisen en waarbij projectplan en begroting als aannemelijk worden beoordeeld, worden de beschikbare middelen verdeeld. Dit gebeurt op basis van de uitkomsten van de kwalitatieve beoordeling van deze aanvragen aan de hand van de volgende criteria (waarbij gescoord wordt van 0 (niet/ontbrekend) tot 10 (excellent)): 1.
De mate waarin het voorstel – tijdens de subsidieperiode en erna – leidt tot vermindering van het gebruik van privé- / leaseauto’s door de eigenaar, uitgedrukt in autokilometers. - Hoe groter het effect in absolute aantallen, hoe hoger de beoordeling. - Hoe groter de relatieve afname (percentage) hoe hoger de beoordeling, - Hoe groter het deel van het effect dat al tijdens de subsidieperiode optreedt, hoe hoger de beoordeling. (Het projectplan dient op aannemelijke wijze te onderbouwen dat deze effecten het resultaat zijn van het project.)
Telt mee voor 40%
2.
Innovatie, de mate waarin met het voorstel iets nieuws wordt ontwikkeld. Innovaties op (inter)nationale schaal: maximaal 10 punten mogelijk. Innovaties op lokale schaal (alleen nieuw in Utrecht): maximaal 5 punten mogelijk.
Telt mee voor 30%
3.
Kosten: indien een lager bedrag wordt aangevraagd dan het maximum van 30.000 euro, levert dit extra punten op. Ook de omvang van een eventuele eigen bijdrage of cofinanciering door derden levert extra punten op: - Voor aanvragen lager dan het maximum van 30.000 euro: 1 punt voor elke 5.000 euro die de aanvraag onder het maximum blijft, met een maximum van 3 punten. - Voor (zekere) cofinanciering of eigen bijdrage bovenop deze gemeentelijke subsidie: 1 punt voor elke 3.000 euro cofinanciering, met een maximum van 7 punten.
Telt mee voor 20%
4.
De wijze waarop en mate waarin de resultaten actief worden uitgedragen en
Telt mee voor 10%
14
14
gecommuniceerd richting geïnteresseerde partijen buiten het project. Indien het totaal aantal punten van de kwalitatieve beoordeling van een aanvraag 5,0 of hoger bedraagt, dan wordt de aanvraag gehonoreerd. Als de beschikbare middelen niet toereikend zijn om alle aanvragen die aan de subsidie-eisen voldoen en die minimaal 5,0 punten als totaal aantal punten hebben volledig te honoreren, zal de verdeling van de middelen over deze aanvragen vervolgens plaatsvinden aan de hand van een rangschikking van de aanvragen aan de hand van de kwalitatieve beoordeling en het daaraan gekoppeld totaal aantal punten.
Tranche 2 In tranche 2 worden aanvragen op volgorde van binnenkomst beoordeeld en – indien de aanvraag voldoet aan de eisen gehonoreerd. Daarbij worden het projectplan en de begroting door de gemeente getoetst aan de eisen zoals vermeld in artikel 3.8, door het projectplan en begroting te beoordelen op volledigheid en aannemelijkheid (dat wil zeggen: is de onderbouwing van de verschillende elementen in het projectplan zoals effecten, haalbaarheid, etc aannemelijk). Indien uit de beoordeling volgt dat de aanvraag voldoet aan alle eisen, wordt subsidie toegekend.
Tranche 3 In tranche 3 wordt allereerst aan aanvragers die in tranche 1 een aanvraag hebben gedaan, aan de eisen voldoen, maar uiteindelijk geen subsidie ontvangen vanuit tranche 1, de mogelijkheid geboden gebruik te maken van tranche 3. Daarbij gelden dan niet meer de financiële voorwaarden van tranche 1, maar de voorwaarden van tranche 3, Deze aanvragers worden benaderd in de volgorde van de rangschikking zoals die in tranche 1 is bepaald (degene met de hoogste score die geen subsidie heeft ontvangen als eerste). Indien dan nog altijd budget resteert, dan worden nieuwe aanvragen op volgorde van binnenkomst beoordeeld en – indien de aanvraag voldoet aan de eisen - gehonoreerd. Daarbij worden het projectplan en de begroting door de gemeente getoetst aan de eisen zoals vermeld in artikel 3.8, door het projectplan en begroting te beoordelen op volledigheid en aannemelijkheid (dat wil zeggen: is de onderbouwing van de verschillende elementen in het projectplan zoals effecten, haalbaarheid, etc aannemelijk). Indien uit de beoordeling volgt dat de aanvraag voldoet aan alle eisen, wordt subsidie toegekend. 3.10 Gereedmelding en subsidievaststelling De gereedmelding van het initiatief / project waarvoor subsidie is toegekend en het verzoek tot vaststelling van de subsidie moeten plaatsvinden binnen drie maanden na afronding van het project / initiatief. Bij de vaststelling van de subsidie wordt beoordeeld of de geleverde inspanning voldoende overeenstemt met de verleningsbeschikking. 3.11 Evaluatie van de regeling Stimuleren slimme vervoerkeuzes Aan het einde van elk kalenderjaar (of begin van het daaropvolgende kalenderjaar) wordt de regeling Stimulering slimme vervoerkeuzes als geheel geëvalueerd, om te bepalen of de middelen effectief en efficiënt zijn/worden ingezet en of de regeling in het volgende kalenderjaar voortzetting behoeft. De evaluatie vindt plaats op basis van de volgende zaken: Voor afgeronde projecten die een bijdrage op basis van deze regeling (hebben) ontvangen: de effectrapportages die aanvragers – bij toekenning van de bijdrage – verplicht zijn in te dienen bij de gemeente aan het einde van het project. Voor nog niet afgeronde projecten die een bijdrage op basis van deze regeling (hebben) ontvangen: de bij aanvraag ingediende projectplannen en eventueel bekende tussenresultaten. De mate waarin de regeling en het beschikbare budget daadwerkelijk wordt benut (de hoeveelheid aanvragen, de mate waarin het beschikbare budget wordt benut (onderbenutting of overvraag). Deze evaluatie wordt uitgevoerd door de sector Milieu & Mobiliteit.
15
15
Hoofdstuk 4 Algemene en bijzondere bepalingen 34.1 Aanhaling en inwerkingtreding 1. Deze beleidsregel heeft de titel Beleidsregel subsidieverstrekking schoon vervoer 2014-II, maar kan worden aangehaald als Beleidsregel subsidieverstrekking schoon vervoer 2014. 2. De beleidsregel subsidieverstrekking schoon vervoer 2014-II vervangt de beleidsregel subsidieverstrekking schoon vervoer 2014 zoals vastgesteld op 25 maart 2014. De beleidsregel schoon vervoer 2014 zoals vastgesteld op 25 maart 2014 behoudt uitsluitend zijn werking voor aanvragen die zijn ingediend vóór het in werking treden van titel Beleidsregel subsidieverstrekking schoon vervoer 2014-II. 3. Deze beleidsregel treedt daags na publicatie in werking. Deze beleidsregel geldt tot 1 januari 2015.
16
16
Hoofdstuk 5 Artikelsgewijze toelichting bij beleidsregel Schoon vervoer 2014 Artikelsgewijze toelichting bij hoofdstuk 1
1.3 Steeds meer bedrijven en instellingen besluiten om de overstap te maken naar elektrische rijden. Om deze groep niet uit te sluiten en het gebruik van elektrische voertuigen daadwerkelijk te kunnen stimuleren zijn deze regelingen, mits anders vermeld, ook gericht op bedrijven. Een aantal aanvragen in het afgelopen jaar is gedaan door de leasemaatschappij die de aanvraag om subsidie doet of faciliteert voor de Utrechtse bedrijven. Zolang de activiteit daadwerkelijk wordt uitgevoerd in Utrecht (rijden scooters of plaatsen oplaadpunten) is dit geen probleem.
1.5 De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Wanneer een aanvraag voldoet aan de criteria kan direct subsidie worden verleend, zonder te wachten tot andere aanvragen binnen zijn. Gelet op het innovatieve karakter van het elektrisch vervoer is dit van belang.
1.9 De subsidieverordening maakt het mogelijk om voorschotten te verstrekken. In de voorgestelde beleidsregel gaat het om relatief kleine bedragen en is het de bedoeling om dit met zo min mogelijk administratieve handelingen mogelijk te maken. Door de subsidie pas na gereedmelding en vaststelling daadwerkelijk over te maken is daarnaast een garantie ingebouwd dat de prestatie daadwerkelijk is geleverd. Artikelsgewijze toelichting bij hoofdstuk 2 paragraaf 2.1 elektrisch vervoer algemeen
2.1.2 Het college beschouwt de aanschaf van elektrisch voertuigen door particulieren en organisaties in eerste instantie als een zaak van de 'markt'. Het college heeft de overtuiging dat een succesvolle marktontwikkeling van elektrische auto's alleen mogelijk is als de 'markt' op langere termijn in staat is elektrische voertuigen aan te bieden die qua prijs aansluiten bij de wensen van de klant. Echter, een subsidie op het kopen van elektrische voertuigen kan op kan op korte termijn lokaal zorgen voor de aanschaf van meer elektrische voertuigen, verbetering van de luchtkwaliteit en de acceptatie van elektrische voertuigen als aantrekkelijk alternatief voor minder schone voertuigen. Toelichting op paragraaf 2.2. (e-scooterregeling woon-werkverkeer werknemers) 2.2.1d De eindgebruiker/werknemer kan geen hoofdaanvrager zijn. Als hoofdaanvrager fungeert ten alle tijden een bedrijf of instelling. Dit kan de werkgever zijn maar bijvoorbeeld ook een leasebedrijf of scooterleverancier. 2.2.2 Bij de overstap van een werknemer (gebruiker) naar het rijden van een e-scooter zijn een aantal partijen betrokken zoals escooterleverancier, leasebedrijf, bedrijf en gebruiker. De beschikbaarheid van het toegekende subsidiebedrag bij aanvang van dit traject is belangrijk bij het opzetten van een succesvolle samenwerking tussen deze partijen. Naar aanleiding van dit argument is gekozen om voor deze regeling wel een voorschot te verlenen. Hiermee wordt afgeweken van het in artikel 1.9 beschrevene ten aanzien van het niet verlenen van voorschotten.
2.2.6a Een full operational leaseconstructie heeft de volgende voordelen: - meer verantwoordelijkheid voor leasebedrijf voor het leveren van zekerheid van gebruik aan eindgebruiker doordat ook verzekering en onderhoud deel uitmaken van leasecontract. - mogelijkheden voor het periodiek verzamelen van kennis over het gebruik van e-scooters in de stad; - de effecten van de inzet van de e-scooters zijn structureel zichtbaar in de stad; - mogelijkheden om gedurende looptijd kwaliteit product en dienstverlening te verbeteren.
17
17
Bedrijven die belangstelling hebben voor deze regeling vinden (full operational) lease vaak onhandig om fiscale en administratieve redenen. De verwachte extra werkzaamheden die een leaseconstructie oplevert zorgden ervoor dat in 2013 meerdere bedrijven besloten niet aan de regeling deel te nemen. Hoewel full operationale lease in de basis meer zekerheid biedt ten aanzien van het structurele gehalte van het initiatief is er in 2014 toch de mogelijkheid om bij grotere aantallen e-scooters (minimaal 15 per aanvrager per jaar) ook koop toe te staan. Om voldoende zekerheid ten aanzien van het structurele karakter van het initiatief te waarborgen moet bovendien per e-scooter een volledig onderhoudscontract worden afgesloten voor een periode van minimaal 2 jaar (=24 maanden)
2.2.6c Door dit artikel voorkomt de gemeente dat er voor één elektrische scooters die in de stad wordt ingezet twee of meer keer subsidie wordt aangevraagd. Deze subsidie is niet gericht op het mogelijk maken van de overstap van het gebruik van een elektrische scooter naar het gebruik van een (andere) vervangende elektrische scooter. Het vervangen van een geleaste of aangeschafte brandstofscooters door een geleaste of aangeschafte elektrische scooter is wèl mogelijk. Toelichting op paragraaf 2.3 (e-scooterregeling veelgebruikers) 2.3.2 Bij de overstap van een werknemer naar het rijden van een e-scooter zijn een aantal partijen betrokken zoals escooterleverancier, leasebedrijf, verzekeraar en eindgebruiker. De beschikbaarheid van een gedeelte het toegekende subsidiebedrag bij aanvang van dit traject is belangrijk bij het opzetten van een succesvolle samenwerking tussen deze partijen. Naar aanleiding van dit argument is gekozen om voor deze regeling wel een gedeeltelijk voorschot te verlenen. Hiermee wordt afgeweken van het in artikel 1.9 beschrevene ten aanzien van het niet verlenen van voorschotten. Eén aanvrager kan maximaal 3 aanvragen per jaar indienen voor een maximaal subsidiebedrag van 150.000 euro indienen. Dit betekent dat een groot deel van het totaal beschikbare subsidiejaarbedrag naar één aanvrager kan gaan.
2.3.6a Een full operational leaseconstructie heeft de volgende voordelen voor betrokken partijen: - meer verantwoordelijkheid voor leasebedrijf voor het leveren van zekerheid van gebruik aan eindgebruiker doordat ook verzekering en onderhoud deel uitmaken van leasecontract. - mogelijkheden voor het periodiek verzamelen van kennis over het gebruik van e-scooters in de stad; - de effecten van de inzet van de e-scooters zijn structureel zichtbaar in de stad; - mogelijkheden om gedurende looptijd kwaliteit product en dienstverlening te verbeteren. Bedrijven die belangstelling hebben voor deze regeling vinden (full operational) lease vaak onhandig om fiscale en administratieve redenen. De verwachte extra werkzaamheden die een leaseconstructie oplevert zorgden ervoor dat in 2013 meerdere bedrijven besloten niet aan de regeling deel te nemen. Hoewel full operationale lease in de basis meer zekerheid biedt ten aanzien van het structurele gehalte van het initiatief is er in 2014 toch de mogelijkheid om bij grotere aantallen e-scooters (minimaal 15 per aanvrager per jaar) ook koop toe te staan. Om voldoende zekerheid ten aanzien van het structurele karakter van het initiatief te waarborgen moet bovendien per e-scooter een volledig onderhoudscontract worden afgesloten voor een periode van minimaal 2 jaar (=24 maanden)
2.3.3c Door dit artikel voorkomt de gemeente dat er voor één elektrische scooters die in de stad wordt ingezet twee of meer keer subsidie wordt aangevraagd. Deze subsidie is niet gericht op het mogelijk maken van de overstap van het gebruik van een elektrische scooter naar het gebruik van een (andere) vervangende elektrische scooter. Het vervangen van een geleaste of aangeschafte brandstofscooters door een geleaste of aangeschafte elektrische scooter is wèl mogelijk. Toelichting op paragraaf 2.4 (opladen op semiopenbaar terrein)
18
18
2.4.2 Parkeerplekken behorende bij de oplaadpunten dienen daadwerkelijk openbaar toegankelijk te zijn voor gebruikers gedurende de openingstijden van de aanbieder. De kans dat dit niet het geval is, neemt toe als de aanbieder slechts over een of enkele parkeerplekken beschikt. 2.4.6d Veel semiopenbare parkeerterreinen zijn niet 24 uur per dag toegankelijk. Om de eisen voor de aanbiedende organisaties niet onoverkomelijk te maken en onduidelijkheid over de momenten waarop wel of niet geladen kan worden bij de gebruikers te voorkomen kan de openbare toegankelijkheid beperkt worden tot de openingstijden van het aanbiedende bedrijf of de instelling. Deze tijden dienen te worden gecommuniceerd (zie 2.4.3c). Vanzelfsprekend is 24 uur per dag toegankelijkheid van het semiopenbare oplaadpunt voor gebruikers de meest gewenste situatie. Toelichting op paragraaf 2.5 (veilig opladen op privaat terrein)
2.5.1 Het plaatsen of aanbrengen van voorwerpen of stoffen aan, op, in of boven de weg is verboden volgens artikel 2.9 van de Utrechtse APV (Algemene Plaatselijke Verordening) De kabels voor het opladen van elektrische auto's behoren niet tot de uitzonderingen genoemd bij dit artikel. Dit betekent dat deze subsidie alleen kan worden aangevraagd voor een oplaadpunt en het opladen van elektrische auto's op eigen terrein. Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Utrecht op 15 juli 2014. Burgemeester en wethouders van Utrecht, De secretaris, Drs. M.R. Schurink
De burgemeester, Mr. J.H.C. van Zanen
19
19