Gemeentearchief Goes – Opdrachten voor Calvijn College – voorjaar 2015
Opdracht 3 – Tweede Wereldoorlog De rol van de Fransen
Vrijwel meteen nadat Duitse troepen in de nacht van 9 op 10 mei 1940 de Nederlandse grens overstaken, kwamen Franse en Engelse troepen in beweging. Dit als gevolg van een geheime overeenkomst die deze landen met Nederland hadden gesloten om te hulp te komen als het land aangevallen zou worden. Ook in de lucht melden zich Franse vliegtuigen, terwijl Franse oorlogsbodems de Zeeuwse wateren binnenvaren. Op 11 mei 1940 vindt er boven Vlissingen een luchtgevecht plaats tussen Franse en Duitse vliegtuigen. Een Frans toestel met twee inzittenden stort neer op een huis in Vlissingen. Beide Franse vliegeniers komen om het leven. Het Franse 7de leger onder generaal Giraud kwam naar het noorden en trok Brabant in om de Duitsers te stoppen. Ze kwamen het uit elkaar gevallen Nederlandse leger tegen, achtervolgd door de Duitsers. Het Franse leger trok zich terug in Zeeland en probeerde hier de Duitse opmars tot staan te brengen. Langs het Kanaal door Zuid-Beveland tussen Hansweert en Wemeldinge verschansten de Fransen zich. Doordat ze zo snel te hulp waren geschoten, misten ze echter hun zware wapens. Daardoor was de strijd tegen de snelle en gemotoriseerde Duitsers ongelijk. Rond Kapelle vonden op 16 mei 1940 zware gevechten tussen Duitsers en Fransen plaats. De restanten van de Franse troepen trokken terug naar Vlissingen, waar ze overstaken naar Zeeuws-Vlaanderen en terug naar Frankrijk probeerden te komen.
Voorbereiding Ga naar deze site: http://www.memoiredeshommes.sga.defense.gouv.fr/spip.php?page=mpf3945_recherche&effacer_for mulaire=ok Dit is een Franse site die de namen en achtergrondinformatie geeft van alle Franse soldaten die in diverse oorlogen over de hele wereld zijn gesneuveld. Het startscherm biedt een overzicht van de oorlogsperiodes en de conflicten. Zoek de jaartallen bij deze begrippen: Compagnie des Indes Première Guerre mondiale Seconde Guerre mondiale Guerre d’Indochine Guerre de Corée Guerre d’Algérie, combats du Maroc et de la Tunisie Kies dan voor de Tweede Wereldoorlog. Kies dan voor Militaires décédés durant le conflit (19391945). Kies dan voor Formulaire de recherche. Kies in het volgende zoekscherm: Ajouter des critères. Kies dan in de regel Pays de décès: Nederland (in het Frans uiteraard). Kies dan: lancer la recherche. Kijk verder op de site: http://www.specialforcesroh.com/awards-7150.html). Op diverse sites is informatie te vinden over de gebeurtenissen in Zeeland aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Een korte samenvatting biedt: http://nl.wikipedia.org/wiki/Strijd_in_Zeeland Op onderstaande site is meer in detail informatie over de oorlog in Zeeland te vinden, verdeeld in een overzicht per dag. http://www.waroverholland.nl/index.php?page=the-canal-and-sloedam Ook op de site van het Bevrijdingsmuseum Zeeland is informatie over de Franse soldaten terug te vinden. Hier is een lijst van ca. 200 Fransen opgenomen die tegenwoordig nog in Kapelle begraven liggen. De overige in Nederland tijdens de oorlog gesneuvelde Fransen, 400 in getal, zijn naar Frankrijk teruggebracht.
Literatuuronderzoek In het standaardwerk van L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, biedt deel 3, Mei ’40, volop aandacht aan deze periode. Deze enorme boekenserie is integraal op de website van het NIOD te raadplegen. Ook is de serie aanwezig op de studiezaal van het Gemeentearchief Goes. Verder is het boek van L.W. de Bree, Zeeland 1940-1945, deel 1, onmisbaar. Dit deel, en het vervolg van G. van der Ham, Zeeland 1940-1945, deel 2, zijn eveneens raadpleegbaar op de studiezaal. De volgende boeken bevinden zich in de doos: In het boek L’Armée Giraud en Hollande (193901940) door Lerecouvreux, Paris 1951, wordt de geschiedschrijving van het Franse leger in Nederland aan het begin van de Tweede Wereldoorlog uitvoerig beschreven. Het boek De Strijd in Zeeland, mei 1940, ’s-Gravenhage 1954, biedt een uitvoerige beschrijving van de gebeurtenissen in Zeeland vanuit het Nederlandse standpunt. Het boek heeft tal van bijzondere kaarten los achterin. In het tijdschrift De Spuije van 2008 heeft L.H. Brugghe de gebeurtenissen in Kapelle en omstreken op 16 mei 1940 uitvoerig beschreven. L.H. Brugghe, De Franse slag. De strijd van het Franse 271e Regiment d’Infanterie, in de globale driehoek Kapelle, Wemeldinge, Hansweert. Het boek Mei 1940, De strijd op Nederlands grondgebied, van Amersfoort en Kamphuis, Den Haag 2005, biedt over de strijd in heel Nederland een goed overzicht. Onder redactie van Peter Sijnke verscheen: Middelburg 17 mei 1940. Het vergeten bombardement, Vlissingen 2010. Hierin wordt de rol van de Fransen beschreven bij de verdediging van Walcheren, wat resulteerde in het bombardement op Middelburg.
Verwerking Ga naar de site van de Stichting Wings to Victory, airwar museum/airmen memorial Zeeland. Onder Crash no. 26 is het neerschieten van de Potez 631 uitvoerig gedocumenteerd. Op de site van het Gemeentearchief Vlissingen zijn vier foto’s terug te vinden van de verbrande huizen, waarop het vliegtuig neerstortte. Zoek deze foto’s op, maak een digitale kopie, en plak ze in het werkstuk. Beide vliegeniers zijn op een bijzondere manier begraven, waardoor er een probleem ontstond bij het herbegraven van de lijken kort vóór 1950. Zoek uit welk probleem dit is, en hoe dit zou kunnen worden opgelost.
Onderzoek in de bronnen Een belangrijk document is de lijst van alle in Nederland tijdens de oorlog gesneuvelde Franse militairen, samengesteld door J.A. Hey. In een map zit deze lijst in de doos. De lijst is ook te raadplegen op de O-schijf. Hier kun je zoeken naar informatie over beide inzittenden van het Franse toestel: Eugène Lemaresquier en Georges Saméry. Een soort bron is ook de Franse militaire begraafplaats in Kapelle, waar ongeveer tweehonderd van de in totaal zeshonderd in Nederland gesneuvelde Fransen begraven liggen. Van hen biedt de site van het Bevrijdingsmuseum Zeeland in Nieuwdorp informatie. Op de begraafplaats staan drie verschillende soorten grafmonumentjes. Zoek uit welke dat zijn (zie ook de site van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting, en die van het Landelijk Comité 4 en 5 Mei). Hieronder zijn uit een groot aantal interviews bijzonderheden over de rol van de Fransen in 1940 vermeld. Dergelijke mondelinge informatie is verzameld door L.H. Brugghe, die het hierboven staande artikel in 2008 in het blad De Spuije heeft geschreven. Mondelinge bronnen zijn een belangrijke informatiebron, die schriftelijke bronnen kunnen aanvullen. De verslagen van de interviews van dhr. Brugghe zijn digitaal te raadplegen. Verder is hij zelf bereid om informatie te geven over zijn onderzoek.
In het dorp Kapelle wachten veel bewoners in kelders de gebeurtenissen af Donderdag 16 mei 1940, ons hele gezin (vader,moeder, mijn zus en ik) schuilden in de solide kelder van ons huis. We hoorden het lawaai van hevige gevechten in de straten van Kapelle van ongeveer negen uur ’s morgens tot vier uur in de namiddag. Op een bepaald moment vroeg mijn moeder: “Wie heeft de achterdeur dicht gedaan?” Niemand kon het zich herinneren en dus zei mijn moeder tegen mij: “Jij bent de kleinste (haar stopwoord), ga jij de achterdeur dichtdoen.” Met een kloppend hart ben ik naar de achterdeur gegaan, deze stond gedeeltelijk open. Buiten werd geschoten. Door de opening zag ik een stuk of vijf Franse soldaten door onze tuin lopen in de richting van het Kerkplein. Ik hoorde schoten en zag een van de Fransen gillend voorover vallen. Er werd volop geschoten. Ik ben er nu nog trots op dat ik zo verstandig was om niet plotseling de deur dicht te trekken, maar rustig en onopvallend dicht te duwen, en zo de kans ontliep om onder vuur te worden genomen. Ik deed de deur op slot en ging terug naar de kelder. Rond vier uur werd er praktisch niet meer geschoten. Er werd plotseling indringend gebeld. Mijn moeder zei: “Jij bent de jongste, ga de deur open doen”. Met een bang hart deed ik de deur open (wij hadden een textielzaak, voornamelijk gebreide goederen). Voor de deur stonden twee Duitse soldaten die een machinepistool op me richtten. Eén van hen zei op commandotoon: “Strümpfe”. Mijn vader en moeder kwamen daarna in de winkel en gaven de Duitsers de sokken. Die werden ter plaatse aangetrokken. De Duitsers betaalden niet, voor de rest waren ze heel geschikt. Ze stelden zich nog voor, waren beiden 18 jaar, één heette Horst, beiden waren trots soldaat te zijn. Ze bedankten, gaven ons een hand en gingen weer verder. In de achtergelaten sokken zaten grote gaten. Interview Ageerts Uit Kapelle moeten die dag nog enkele Nederlandse soldaten uit de frontlinie worden teruggetrokken. Voor vrachtwagenchauffeur De Dreu loopt dat bijna fataal af Op deze dag meldt zich opnieuw een Nederlandse militair bij de firma Duvekot, vaandrig J. van Steenis. Uit Kapelle moet nog een achttal soldaten worden weggevoerd, waarvoor een vrachtwagen met chauffeur nodig is. Ook nu is De Dreu de aangewezen persoon voor deze rit. Hij en de vaandrig stappen in en De Dreu stuurt zijn wagen via de rijksweg tot Biezelinge, waar hij het dorp indraait. De strijd tussen de Franse en Duitse soldaten is op dat moment, vroeg in de middag, op zijn hevigst. De Duitsers rukken op langs de spoorlijn, die tussen de dorpen Kapelle en Biezelinge ligt. Een groep Franse soldaten trekt terug langs de Biezelingsestraat en zoekt dekking in een sloot ongeveer voor het huis van burgemeester Bierens. Met de Fransen in hun schootsveld gebruiken de Duitsers een mitrailleur. Op dat moment komt De Dreu aanrijden. Het mitrailleurvuur raakt de cabine van de vrachtauto, en De Dreu raakt gewond aan zijn rechterarm en –zijde. Samen met de vaandrig schiet hij uit de auto en zoekt dekking in de sloot. Daarbij komt De Dreu boven op een reeds gesneuvelde Franse soldaat terecht. Tijdens het vuurgevecht dat zich dan voltrekt, treffen opnieuw enkele Duitse kogels de chauffeur in de arm. Hij ligt half in het water en verliest het bewustzijn. Het gezin van Cornelis Traas woont in een boerderij aan de Noordstraat in Biezelinge. Hoewel het nog steeds levensgevaarlijk is op straat, waagt Traas zich na enige tijd naar de sloot waar de gewonde en gedode Fransen en ook De Dreu liggen. Doordat een slagader in de arm van De Dreu is geraakt, heeft hij veel bloed verloren. Traas voelt amper nog een polsslag. Met behulp van enkele anderen draagt men De Dreu naar de schuur van Traas. Op de dorsvloer ontdoet Traas het slachtoffer van zijn kleding en verbindt zijn wonden. De vrouw van dokter Risseeuw komt erbij en geeft enkele injecties aan de gewonde. De volgende dag komt De Dreu terecht in het ziekenhuis St. Joanna, waar hij een plaats krijgt te midden van de daarheen gevoerde gewonde Franse soldaten. Interview De Dreu Veel Franse soldaten sneuvelen in en rond Kapelle, en daarnaast enkele Nederlandse. Bij de Duitse opmars komen ook burgers om het leven Van Piet Sinke, de knecht van de heer Dees, hoorden wij op een dag in Wolphaartsdijk, dat vier personen van de familie Dees in de buurt van het station waren doodgeschoten. De heer Dees, die in de Willem Annapolder woonde, wilde in zijn Chevrolet zijn twee kleine dochters en het bejaarde echtpaar De Jager aan de Stationstraat 43 ophalen om hen in veiligheid te brengen. De auto werd beschoten, mogelijk negeerde Dees een stopteken. Daarbij kwamen de vier volwassenen om. De twee kleine dochters lagen op de bodem van de auto en bleven ongedeerd. Interview C.D. Gebuys Wisse Ook in Wemeldinge krijgen de Franse soldaten het zwaar te verduren
In een later stadium, waarschijnlijk veertien mei, ging ons gezin naar een veiliger adres dichtbij Ora et Labora en het bedrijf van De Zeeuw. Tegenover ons was een schuilplaats. Uit het raam zagen mijn broer en ik hoe twee SS’ers de toegang tot de schuilplaats open deden en tien-twaalf Franse soldaten kwamen als makke schapen naar buiten. We dachten beiden dat ze ter plaatse zouden worden doodgeschoten. Ze werden echter door de Duitsers als krijgsgevangenen afgevoerd. Interview Dagevos Mijn vader was landbouwer en had koeien in de weilanden tussen de Postbrug en Teekenburg staan. Deze stonden met ander vee in de Yerseke Moer, maar door het stellen van de inundatie werden zij geëvacueerd naar de westzijde van het kanaal. Met een melkbus op de drager voor op zijn fiets ging mijn broer naar Teekenburg om de koeien te melken. Na een half uur kwam hij weer terug. Hij vertelde dat alle koeien en paarden dood waren. De Franse soldaten hadden de kadavers als dekking gebruikt tegen de Duitsers op de Postbrug. Aan de westzijde van de kanaaldijk waren ongeveer om de twintig meter schuttersputten gegraven. Interview Dagevos Het strijdtoneel in Kapelle na de slag van 16 mei 1940 Dinsdag 14 en/of woensdag 15 mei 1940. Met vader en mijn broer fietste ik naar Yerseke. We mochten niet over de dijk gaan, maar binnendoor via Kapelle, waar we gerommel hoorden. Voor Kapelle was niets bijzonders te zien, maar bij het Kerkplein voor de zaak van Blok (nu De Jager) lagen enkele gesneuvelde Franse soldaten. Ik zag veel helmen, meestal met modder als camouflage, en andere uitrusting bezaaid over de straat. Bij een boerderij aan de Maalstede, dichtbij het theehuis in het plantsoen, zag ik drie graven met elk een Franse helm bovenop. (Later hoorde ik verhalen dat hier bajonetgevechten hebben plaatsgevonden). Bij een boerderij aan de rechterkant zag ik een gesneuvelde Fransman achter de struiken. Hij had nog een stuk brood in zijn mond en in zijn helm was een kogelgat. Ik had nog nooit een dode gezien. Het was een luguber gezicht en ik deed soms mijn ogen dicht. Het café bij de Postbrug lag in puin. Mijn vader ging hier bij de dijk naar zijn loods kijken, waar 25.000 oesterpannen lagen opgeslagen. De gekalkte pannen zouden in juni/juli voor de oesterbroed in de Oosterschelde uitgezet worden. Ze waren alle stuk en de loods was in brand geschoten. Ik zag geen andere burgers. Bij de dijk waren ongeveer twaalf Franse soldaten begraven, van sommigen staken de schoenen nog boven de aarde uit. Overal lagen uitrustingstukken, kleding, brieven e.d. op de grond. Ongeveer vijfentwintig Duitse soldaten waren bezig om de beschadigde Postbrug met stalen platen te verstevigen. Interview J.J. Bom Herbegraving van de Fransen in Kapelle en Wemeldinge in 1941 Op 4 januari 1941 werden de Fransen herbegraven. Ik werkte toen bij P. Zegers, fruit- en uienhandel, met veel export naar Duitsland. Ik kreeg geen vrij omdat Chris Nieuwenhuizen, de bedrijfsleider, als lid van het “Franse comité”, dat de herbegrafenis organiseerde, er al heen ging. Mijn vader had een paard en wagen beschikbaar gesteld om de kisten en de stoffelijke overschotten te vervoeren. Van hem en anderen heb ik het volgende horen vertellen. Tijdens het opgraven was er een verschrikkelijke lucht. Gelukkig was het erg koud. Alle gesneuvelden werden gekist, op iedere kist lag de Franse vlag. In een stoet reden de wagens naar het kerkhof. Daar had een groep mannen reeds een lange, diepe sleuf gegraven waarin de kisten werden geplaatst. Later in het jaar werden alle graven voorzien van een houten kruis, met naam en legeronderdeel, en een vierkante granieten bakje met een plant erin. Van deze herbegrafenis kreeg mijn vader een fotoserie. Interview J. Vermaire (…) Tijdens een strenge vorstperiode moest dat werk gebeuren, ieder zal wel begrijpen waarom juist dan. Op een koude winterdag toen we aan het schaatsen waren op het “spoorgat” (was een stuk water tussen de oude en de nieuwe spoordijk) kwamen enkele mensen van het comité om hun lugubere werk te verrichten. Interview Philipse
Begeleider Gemeentearchief: F.H. de Klerk,
[email protected]