Gemeente Wevelgem RUP 16-1 Moorsele Karrestraat
april 2014, besluit
Colofon
Formele procedure Plenaire vergadering voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: 29 mei 2013
Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32 56 24 16 16 - fax +32 56 22 89 03
[email protected]
Voorlopige vaststelling van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van: 11 oktober 2013 Openbaar onderzoek van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: van 29 oktober 2013 tot 27 december 2013
Ontwerpers: Bram Lattré Steven Hoornaert
Advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO): 3 februari 2014 Definitieve vaststelling van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van: 11 april 2014
Opdrachtgever: Gemeente Wevelgem
Definitieve goedkeuring van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan:
De Burgemeester: Jan Seynhaeve
De Schepen van Ruimtelijke Ordening: Mathieu Desmet
De Gemeentesecretaris: Kurt Parmentier
2
Gemeente Wevelgem, RUP 16-1 Moorsele Karrestraat
Leiedal, april 2014
10. Verordenend grafisch plan
Legende plangebied zones 1
zone voor wonen en gemengde functies
2
zone voor wonen met beperkte nevenfuncties
3
zone voor openbare wegenis overdrukken
toegang voor gemotoriseerd verkeer (indicatief)
6
#
doorsteek voor voetgangers en fietsers
#
#
Gemeente Wevelgem, RUP 16-1 Moorsele Karrestraat
openbaar buurtgroen (indicatief)
5
7
38
"
e
4
Op te heffen verkaveling
Leiedal, april 2014
figuur 19: Verordenend plan
15m
4
e
"
1
2
5
#
7
3 2
#
5
1
1
#
6
5
7
3
# 0
50
Leiedal, april 2014
3
100 Meters
Gemeente Wevelgem, RUP 16-1 Moorsele Karrestraat
#
2
5
#
39
11. Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Enkel de tekst in de kolom ‘verordenende voorschriften’ is bindend. De tekst in kolom ‘toelichting’ dient samen met de stedenbouwkundige voorschriften te worden gelezen, maar zijn niet verordenend. De toelichting dient als interpretatiekader. De algemene voorschriften gelden voor alle bestemmingszones. In de zones waar de inhoud van een voorschrift geen onderwerp uitmaakt van de betreffende zone is dit voorschrift logischerwijs niet van toepassing. VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
0
Algemene voorschriften
0.1
Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid Er dient altijd en overal gestreefd te worden naar ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Bij elke nieuwe ingreep dient een afweging ten aanzien van de ruimtelijke draagkracht van de omgeving te gebeuren. Volgende aandachtspunten zijn belangrijk: beeldkwaliteit, kwalitatief openbaar domein, zuinig en compact ruimtegebruik, inpassing in de landschappelijke context, impact op de verkeerssituatie, kwalitatief materiaalgebruik, privacy en bezonning.
0.2
Bij de beoordeling van elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning blijft ruimtelijke kwaliteit het belangrijkste criterium. Het is aan de desbetreffende bevoegdheid om hierover te waken. Zuinig en compact ruimtegebruik: dit heeft ondermeer betrekking op het bundelen, stapelen of schakelen van bouwvolumes. Inpassing in de landschappelijke context: dit gaat niet enkel voor aanbrengen van buffergroen, maar dit kan ook bijvoorbeeld worden nagestreefd door het kwaliteitsvol afwerken van gevels, het beperken van kleur- en materiaalgebruik, het creëren van contrasten tussen bebouwing en beplanting, ...
Constructies en inrichtingen van openbaar nut Binnen alle bestemmingszones worden bovengrondse en ondergrondse constructies en inrichtingen van openbaar nut toegelaten, voor zover ze in hun uitbating en algemeen voorkomen geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de betrokken zone.
Openbare nutsvoorzieningen: straatverlichting, straatmeubilair, bushaltes, elektriciteitscabines, hoogspanningsleidingen, rioleringen en andere ondergrondse constructies, ...
Enkel omwille van ‘algemeen belang’ kunnen constructies en inrichtingen van openbaar nut afwijken van de gestelde voorwaarden.
40
Gemeente Wevelgem, RUP 16-1 Moorsele Karrestraat
Leiedal, april 2014
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 0.3
0.4
TOELICHTING
Bestaande bebouwing, functies en inrichtingen Bestaande bebouwing, functies en inrichtingen die vergund (geacht) zijn en afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, mogen blijven bestaan, verbouwd en gerenoveerd worden op voorwaarde dat de afwijking niet toeneemt.
Enkel vergunde constructies vallen onder deze regeling.
Uitbreiden of herbouwen van bestaande gebouwen buiten de gestelde voorschriften is enkel toegestaan als dit omwille van technische, hygiënische redenen nodig is.
Uitbreiden van bestaande gebouwen buiten de gestelde voorschriften omwille van technische of hygiënische redenen: bvb. het uitbreiden van sanitair bij een horecazaak om aan de wetgeving terzake te beantwoorden.
De bestaande bebouwing: het gaat hier zowel om het hoofdvolume als om de bijgebouwen.
Integraal waterbeheer en waterhuishouding Alle ruimtelijke ingrepen binnen het plangebied dienen in overeenstemming te zijn met de principes van het integraal waterbeheer zonder een abnormale belasting van het watersysteem. In het bijzonder wordt gewerkt via het principe van vertraagde afvoer van het hemelwater waarbij de volgende hiërarchie wordt gevolgd: opvangen hemelwater voor herbruik, infiltratie in de grond, buffering van het verzamelde regenwater.
Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, gelegen binnen de bouwzones, moet beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, zoals omschreven in het decreet en de verordening(en) ter zake.
Alle handelingen met betrekking tot integraal waterbeheer zijn vergunbaar binnen alle bestemmingszones van het RUP voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen. 0.5
Parkeervoorzieningen bij nieuwbouw woonprojecten Voor nieuwbouw woonprojecten gelden volgende minimale verplichtingen voor parkeervoorzieningen van personenwagens per wooneenheid. Private eengezinswoning: • 1 parkeerplaats op privaat domein; • + 1 parkeerplaats op privaat of openbaar domein; • + 0,5 parkeerplaats op openbaar domein. Uitzonderingsbepaling: voor woonprojecten met specifieke sociale doelgroepen (bv. senioren, alleenstaanden, eenoudergezinnen, lage inkomensgroepen) kan van deze parkeernormen gemotiveerd worden afgeweken. Er geldt ook een norm van minimum 2 fietsstalplaatsen per wooneenheid. In het bijzonder bij meergezinswoongebouwen (appartementen) is het belangrijk om de fietsstalplaatsen op goed toegankelijke locaties bij de toegang van de gebouwen te voorzien.
Leiedal, april 2014
Deze verplichtingen gelden niet voor de aanvraag van één eengezinswoning duo- of kangoeroewoningen, maar voor grotere woonprojecten (bv. groepswoningbouw, appartementsbebouwing, ...). Parkeerplaats: carport, garage, parkeerplaats in open lucht op privaat terrein (bvb. oprit), parkeerplaats in parkeergebouw, parkeerplaats in ondergrondse parking, langse parkeerstroken bij een openbare weg, publieke parking, ... Het parkeren op privaat domein hoeft niet steeds individueel te worden georganiseerd; dit kan ook gebundeld worden in bijvoorbeeld een collectieve, private parkeerhaven. Naast volledig ondergrondse parkings zijn ook half-ondergrondse parkings toegelaten. Per definitie moet een half-ondergrondse parking minimum 1,50 m onder het maaiveldniveau worden gebouwd.
Gemeente Wevelgem, RUP 16-1 Moorsele Karrestraat
41
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
0.6
Parkeervoorzieningen voor de niet-woonfuncties Voor de niet-woonfuncties dienen voldoende parkeerplaatsen op ‘eigen terrein’ te worden aangelegd, om te voldoen aan de eigen parkeerbehoeften. Er moet een overzicht van de parkeerbehoefte en het parkeeraanbod worden gemotiveerd in een parkeernota, die bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunningen moet worden gevoegd. Deze nota is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied.
Eigen terrein betekent een perceel waar er parkeren kan op ingericht worden. Dit kan ook een gehuurd perceel zijn, een perceel aan de overzijde van de straat, ... De nabijheid van het parkeren is hierbij van belang. ‘Eigen terrein’ sluit in elk geval uit dat het parkeren van de nietwoonfuncties het openbaar domein belast.
0.7
Perceelsafsluitingen Perceelsbegrenzingen dienen in kwaliteitsvolle materialen te gebeuren. De maximale hoogte van de perceelsbegrenzing bedraagt 2 m.
Bij de inrichting dient met zorg te worden omgegaan met de perceelsbegrenzingen. Om deze reden worden geen houten panelen, doekafsluiting, kokosmatten, ... toegelaten op de grenzen met het openbaar domein. Bij traditionele woningen met een voortuin wordt de tuinmuur of de haag bij voorkeur laag gehouden (bv. 70 cm). Bij toepassing van een nieuwe woontypologie (bv. patiowoningen), zal een uniforme ommuring van 2 m bijdragen tot de architecturale kwaliteit van het project.
De perceelsbegrenzing aan het openbaar domein dient uitgevoerd te worden als bakstenen muur of als levende haag (eventueel gecombineerd met een staaldraadafsluiting). 0.8
Constructies en inrichtingen voor hernieuwbare energie • Binnen alle bestemmingszones worden bovengrondse en ondergrondse constructies en inrichtingen voor hernieuwbare energie toegelaten, voor zover ze in hun uitbating en algemeen voorkomen geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de betrokken zone. • De inplanting van windturbines is niet toegelaten, tenzij dit specifiek is aangegeven in de zonevoorschriften. • Het aanbrengen van fotovoltaïsche panelen is enkel toegelaten op daken van gebouwen, niet op maaiveldniveau.
42
Voorbeelden van constructies en inrichtingen voor hernieuwbare energie zijn onder meer fotovoltaïsche panelen, zonneboiler, alternatief verwarmingssyteem d.m.v. warmtekrachtkoppeling, ...
Gemeente Wevelgem, RUP 16-1 Moorsele Karrestraat
Leiedal, april 2014
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
1
zone voor wonen en gemengde functies
hoofdcategorie: wonen subcategorie: woongebied
1.1
Bestemming De zone is bestemd voor gemengde functies waar wonen en aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen nevengeschikt zijn aan elkaar. De aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen mogen de schaal en de draagkracht van Moorsele niet overschrijden.
In deze zone wordt een verweving van functies nagestreefd.
Onder aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen worden verstaan: horeca of kleine handelszaken met een nettoverkoopsoppervlakte minder dan 400 m², nieuwe kleinschalige bedrijven met een perceelsoppervlakte van maximaal 1.500m², kantoren en diensten, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, socioculturele voorzieningen, recreatieve voorzieningen, openbare en private groene en verharde ruimten. Alle toegelaten activiteiten en voorzieningen kunnen als hoofdfunctie of als nevenfunctie voorkomen, zowel in hoofdgebouwen als in bijgebouwen. Bij een bedrijf, kantoor of dienst met een bruto oppervlakte vanaf 400m² dient er verplicht een woonfunctie aanwezig te zijn. Volgende activiteiten worden niet toegelaten, noch als hoofdfunctie, noch als nevenfunctie: • sterk verkeersgenererende activiteiten; • grootschalige kleinhandel; • milieubelastende of milieuvervuilende bedrijven. 1.2
Wonen: woningen en de bijbehorende uitrusting (tuinen, tuinhuisjes, garages, ...). Horeca: hotel, restaurant, café. Kleine handelszaak: bv. voedingszaak (bakker, slager, ...), kledingzaak, bloemenwinkel, fietsenzaak, buurtwinkels, ... Kleinschalige bedrijven: lokale of ambachtelijke bedrijven (bv. loodgieter, elektricien, timmerman, ... ) Kantoren en diensten: bv. verzekeringskantoor, advocatenkantoor, dokterspraktrijk (individueel/groepspraktijk), apotheek, kindercrèche, reiskantoor, ... Socio-culturele voorzieningen: buurthuis, cultureel centrum, gemeenschapscentrum, voorzieningen voor jeugdwerking, eredienstgebouw, bibliotheek, volkstuintjes, ... Openbare verharde ruimten: straten, pleinen, publieke parking, voeten fietspaden, … Openbare groene ruimten: parken, speelpleinen, graspartijen, bermen, … Private groene en verharde ruimten: private of collectieve tuinen, terrassen, private parkings, garagewegen, tuinpaden, ...
Woningtypologie aaneengesloten; halfopen bebouwing; open bebouwing Bij halfopen bebouwing moet aan één zijde van de woning een vrije zijtuinstrook van minimum 3,0 m gerespecteerd worden. Bij open bebouwing moeten aan twee zijdes van de woning een vrije zijtuinstrook van minimum 3,0 m gerespecteerd worden.
Leiedal, april 2014
Gemeente Wevelgem, RUP 16-1 Moorsele Karrestraat
43
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 1.3
TOELICHTING
Specifieke bouwvoorschriften voor woningen en aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen (exclusief bedrijfsloodsen) Aantal bouwlagen: • Hoofdvolumes: maximum 2 bouwlagen + 1 bewoonbare bouwlaag in het dakvolume. • Nevenvolumes en bijgebouwen zijn maximum één bouwlaag hoog. Enkel de bovengrondse ruimtes tellen mee als bouwlaag. Bijkomende (half-)ondergrondse bouwlagen zijn toegelaten en tellen niet mee als bewoonbare bouwlaag.
Richtinggevend wordt meegegeven dat een gelijkgrondse bouwlaag een maximale bruto-hoogte heeft van 4 m; vanaf de eerste verdieping geldt een maximale bruto-hoogte van 3,5 m. De hoogte van een gebouw wordt gemeten vanaf het aanzetpeil van de inkomdorpel tot de nok van het gebouw of de dakrand in geval van een plat dak. Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt maximum 0,5 m hoger dan het peil van het openbaar domein op de rooilijn en aan de inkomdorpel gemeten.
Dakvorm is vrij te kiezen. Indien gekozen voor hellend dak dan is de maximum helling 45°. Deze dakhelling kan slechts beperkt doorbroken worden door dakkappellen en andere uitpandige constructies. Indien gekozen wordt voor een teruggetrokken bouwlaag in het dakvolume met plat dak dient deze bouwlaag zich in te schrijven binnen het maximum gabariet met hellend dak.
Ondergrondse bouwlagen: kelder, parkeergarage, ... Per definitie moet een half-ondergrondse bouwlaag minimum 1,5 m onder het maaiveldniveau worden gebouwd.
1.4
Specifieke bouwvoorschriften voor bedrijfsgebouwen Maximale bouwhoogte: 8 m. Verplicht plat dak.
In het plangebied is een bestaande bedrijfsloods aanwezig. Deze voorschriften laten o.a. het behoud, renovatie en herbouw van de bedrijfsloods toe.
1.5
Toegang voor nieuwe handelszaken en/of bedrijven Toegang tot nieuwe handelszaken of bedrijven is niet toegelaten via de Architect Vanhoornelaan.
De verkeersbelasting in de residentiële omgeving van de Architect Vanhoornelaan ten gevolge van niet-woonfuncties wordt begrensd.
1.6
De bijgebouwen zijn toegelaten in de tuinstrook en/of in de strook naast het hoofdgebouw. De vloeroppervlakte mag maximum 40,0 m² bedragen.
44
Een bijgebouw is een volume dat gesitueerd is buiten de perimeter voor hoofdgebouw, m.a.w. opgericht in de tuinzone van het perceel. Bijgebouwen zijn onder meer tuinhuizen, garages, serres, zwembaden, enz...
Gemeente Wevelgem, RUP 16-1 Moorsele Karrestraat
Leiedal, april 2014
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
2
zone voor wonen met beperkte nevenfuncties
hoofdcategorie: wonen subcategorie: woongebied
2.1
Bestemming De zone is bestemd voor wonen met beperkte nevenfuncties. Binnen deze zone zijn wonen en de bijhorende openbare en private groene en verharde ruimten de hoofdfuncties. Gemeenschapsvoorzieningen (bv. buurthuis) ter ondersteuning van de omliggende buurt en wijk zijn eveneens toegelaten als hoofdfunctie. Volgende nevenfuncties zijn toegelaten: kantoren en diensten.
Wonen: woningen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages, ... Kantoren en diensten: bv. verzekeringskantoor, advocatenkantoor, dokterspraktrijk (individueel/groepspraktijk), apotheek, kindercrèche, reiskantoor, ... Openbare verharde ruimten: straten, pleinen, publieke parking, voeten fietspaden, …
Nevenfuncties kunnen alleen op de gelijkvloerse verdieping, met een maximum vloeroppervlakte van 100 m². Per perceel zijn de nevenfuncties toegelaten in zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen. Enkel nevenfuncties, inpasbaar in de omgeving en met een beperkte verkeersaantrekking worden toegelaten.
Openbare groene ruimten: parken, speelpleinen, graspartijen, bermen, …
2.2
Woningdichtheid Bij de realisatie van nieuwe verkavelingen of groepswoningbouwprojecten geldt een bruto-woningdichtheid van minimum 15 en maximum 25 woningen per ha. De woningdichtheid moet worden verrekend over de bruto-oppervlakte van het desbetreffende woonproject (dit is de oppervlakte van de woonpercelen vermeerderd met de oppervlakte van het aanpalende openbaar domein binnen deze zone).
De woningdichtheid kan enkel beoordeeld worden voor nieuwe woonprojecten van een zekere omvang. Het heeft geen zin deze dichtheid per perceel te beoordelen.
2.3
Woningtypologie aaneengesloten; halfopen bebouwing; open bebouwing.
Private groene en verharde ruimten: private of collectieve tuinen, terrassen, private parkings, garagewegen, tuinpaden, ...
Bij halfopen bebouwing moet aan één zijde van de woning een vrije zijtuinstrook van minimum 3,0 m gerespecteerd worden. Bij open bebouwing moeten aan twee zijdes van de woning een vrije zijtuinstrook van minimum 3,0 m gerespecteerd worden.
Leiedal, april 2014
Gemeente Wevelgem, RUP 16-1 Moorsele Karrestraat
45
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 2.4
TOELICHTING
Bouwvoorschriften Aantal bouwlagen: • Hoofdvolumes: maximum 2 bouwlagen + 1 bewoonbare bouwlaag in het dakvolume. • Nevenvolumes en bijgebouwen zijn maximum één bouwlaag hoog. Enkel de bovengrondse ruimtes tellen mee als bouwlaag. Bijkomende (half-)ondergrondse bouwlagen zijn toegelaten en tellen niet mee als bewoonbare bouwlaag.
Richtinggevend wordt meegegeven dat een gelijkgrondse bouwlaag een maximale bruto-hoogte heeft van 4 m; vanaf de eerste verdieping geldt een maximale bruto-hoogte van 3,5 m. Ondergrondse bouwlagen: kelder, parkeergarage, ... Per definitie moet een half-ondergrondse bouwlaag minimum 1,50 m onder het maaiveldniveau worden gebouwd.
Dakvorm is vrij te kiezen. Indien gekozen voor hellend dak dan is de maximum helling 45°. Deze dakhelling kan slechts beperkt doorbroken worden door dakkappellen en andere uitpandige constructies. Indien gekozen wordt voor een teruggetrokken bouwlaag in het dakvolume met plat dak dient deze bouwlaag zich in te schrijven binnen het maximum gabariet met hellend dak. 2.5
De bijgebouwen zijn toegelaten in de tuinstrook en/of in de strook naast het hoofdgebouw. De vloeroppervlakte mag maximum 40,0 m² bedragen.
Een bijgebouw is volume dat gesitueerd is buiten de perimeter voor hoofdgebouw, m.a.w. opgericht in de tuinzone van het perceel. Bijgebouwen zijn onder meer tuinhuizen, garages, serres, zwembaden, enz...
3
zone voor openbare wegenis
hoofdfunctie: lijninfrastructuur subcategorie: wegeninfrastructuur
3.1
Deze zone is bestemd voor openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden.
Onder aanhorigheden van wegeninfrastructuur wordt onder andere verstaan: al dan niet verharde bermen, grachten en taluds, de stationeer- en parkeerstroken, de wegsignalisatie en wegbebakening, de verlichting, de afwatering, de beplantingen, voetgangers- of fietsvoorzieningen, de plaatsing van zitbanken, muurtjes, kunstwerken, straatmeubilair.
In deze zone zijn alle bovengrondse en ondergrondse werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.
46
Gemeente Wevelgem, RUP 16-1 Moorsele Karrestraat
Leiedal, april 2014
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
4
openbaar buurtgroen (overdruk, indicatief)
4.1
Het symbool duidt aan waar openbaar buurtgroen met een minimale oppervlakte van 45 m² per wooneenheid moet worden voorzien. Dit openbaar buurtgroen moet een ruimtelijk compact en samenhangend geheel zijn.
e
"
Het is niet de bedoeling dat de oppervlakte openbaar buurtgroen wordt versnipperd of uiteengerafeld; het openbaar buurtgroen moet een ruimtelijk compact en samenhangend geheel vormen.
De exacte oppervlakte, inplanting en vorm van het openbaar buurtgroen moet bepaald worden bij de stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning voor de ontwikkeling van het woongebied. 4.2
Het gebied is bouwvrij met uitzondering van inrichtingen en constructies van openbaar nut en algemeen belang of kleine constructies in functie van het recreatieve gebruik en onderhoud van het openbaar buurtgroen.
4.3
Fiets- en wandelpaden met bijhorende inrichting zijn toegelaten.
4.4
De plaatsing van speelpleinconstructies en beperkte reliëfwijzigingen in functie van sport- en speelmogelijkheden zijn toegelaten.
4.5
Recreatie moet hier verstaan worden in verhouding tot de groenfunctie van het gebied. Het is een nevengeschikte functie.
Bij reliëfwijzigingen in mogelijks overstromingsgebied dient de grondbalans in evenwicht te zijn.
Elke ophoging binnen mogelijk overstromingsgevoelig gebied moet gecompenseerd worden door een uitgraving van dezelfde omvang.
Ook de aanleg, het beheer en onderhoud van afwateringsgrachten, beken, waterinfiltratievoorzieningen en waterbufferbekkens zijn toegelaten.
De ruimte die wordt voorzien voor het (vertraagd) afvoeren of infiltreren van regenwater kan voorzien worden aansluitend bij het openbaar buurtgroen, maar kan niet worden meegeteld bij de minimum oppervlakte van 45 m² per wooneenheid voor het openbaar buurtgroen.
Waterlopen, grachten en buffervoorzieningen worden bij voorkeur in open profiel aangelegd. 5
toegang voor gemotoriseerd verkeer (overdruk, indicatief)
5.1
De pijl duidt symbolisch aan op welk perceel de toegang voor gemotoriseerd verkeer voor de achterliggende woningen moet gerealiseerd worden. De exacte ligging van het tracé binnen het perceel is vrij te bepalen.
6
doorsteek voor voetgangers en fietsers (overdruk)
Dit is enkel een symbolische aanduiding. De exacte ligging van het tracé is verder te bepalen in de verkavelings-/stedenbouwkundige vergunning.
De pijl duidt symbolisch aan op welk perceel een doorgang voor voetgangers en fietsers moet vrijwaard worden tussen de Architect Vanhoornelaan en de Karrestraat. 7
op te heffen verkaveling (overdruk)
7.1
De in overdruk aangeduide verkavelingsvergunningen en de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften worden opgeheven.
Leiedal, april 2014
Gemeente Wevelgem, RUP 16-1 Moorsele Karrestraat
47
www.leiedal.be bedrijventerreinen stedenbouw milieu informatie- en communicatietechnologie mobiliteit herbestemmingsprojecten
intergemeentelijke samenwerking projectontwikkeling streekontwikkeling