Gemeente Rheden Raadsvergadering Datum:
26 maart 2013
Locatie:
Gemeentehuis De Steeg, raadzaal
Voorzitter:
Mw. P.M. van Wingerden-Boers
Griffier:
mw. M.G.J.L. Kateman
Wethouders:
R. Haverkamp, R.C. König, mw. H. Tiemens, T.M.N. Vugts
Gemeentesecretaris:
A.M.H. Roolvink
Verslag
mw. T. Dirksen (Het Notuleercentrum)
Aan de orde: 1.
Opening en vaststelling van de agenda
2. a b c d
Vaststellen van besluiten n.a.v. lijsten van stukken ter kennisneming Vaststellen van besluiten n.a.v. aan de raad gerichte brieven Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering van 26 februari 2013 Lijst van toezeggingen
Hamerstukken 3
Voorstel om de Rekeningcommissie mandaat te verstrekken voor het uitvoeren van de aanbestedingsprocedure met betrekking tot de accountantsdiensten voor de periode 2013-2016 (griffievoorstel)
4
Voostel om de reserve mobiliteit en loopbaan van € 321.500,00 toe te wijzen aan de sectorbudgetten opleiding en vorming (portefeuille R. Haverkamp)
5
Voorstel tot vaststelling van de Nota Integrale Veiligheid 2013-2016 (portefeuille P.M. van Wingerden-Boers)
Bespreekstukken 6
Voorstel tot vaststelling van: het Meerjarenbeleidskader Wmo 2013-2016 ‘Kantelen is een werkwoord’; de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Rheden (portefeuille T.M.N. Vugts)
7
Voorstel tot vaststelling van de Kadernota Openbare Ruimte voor de wegen, riolering en groen en spelen (portefeuille H. Tiemens)
8
Gelegenheid tot het stellen van vragen aan het college van burgemeester en wethouders
Aanwezig: Dhr. Vermeire
VVD
Dhr. J.G. Hanssen
VVD
Mw. G. van der Burg
VVD
Mw. N.H. Wassenaar
VVD
Dhr. J.M.J. Uijthof
VVD
Dhr. R. Koekkoek
VVD
Dhr. H. van Valburg
PvdA
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 1
Mw. H.M.S. Denie
PvdA
Dhr. G.M. Kiljan
PvdA
Mw. G. Verkerk
PvdA
Mw. W.J. Kluft
PvdA
Mw. A.G. van Oosterom
CDA
Dhr. W. Kruithof
CDA
Dhr. T.T. Frijlink
CDA
Dhr. L. de Boer
CDA
Dhr. G.D.P. Jochemsen
GB
Mw. K. H. den Hertog
D66
Dhr. T.A.F.A. Klomberg
D66
Mw. A.J. Spaargaren
D66
Dhr. D.J. Reusink
GL
Mw. J. Duursma
GL
Dhr. C.E. Pos
GL
Mw. J. Dirks
SP
Dhr. H. Molenaar
SP
Dhr. J.W.F. Pieper
GrP
Mw. M.M.H. Rook
GrP
Dhr. H. Witteveen
CU
1. Opening en vaststelling van de agenda De VOORZITTER opent de vergadering van de gemeenteraad van Rheden op 26 maart om 20 uur. Mededelingen De VOORZITTER deelt mee dat bericht van verhindering is ontvangen van wethouder Elsenaar. Agenda De heer UIJTHOF (VVD) vraagt om van agendapunt 4 een bespreekstuk te maken. Zijn fractie heeft nog geen antwoord ontvangen op haar schriftelijke vragen. De heer POS (GL) sluit zich aan bij dit verzoek. De heer VAN VALBURG (PvdA) dient een raadsbrede motie in, vreemd aan de orde van de dag. Motie Dossier Carion wat valt er te leren? De raad van de gemeente Rheden in vergadering bijeen op 26 maart 2013, Constaterende: • dat de teloorgang van Carion maatschappelijke gevolgen heeft gehad voor cliënten, vrijwilligers en werknemers; • dat er lering moet/kan worden getrokken uit dit faillissement voor nieuwe contracten die moeten worden aangegaan; • dat een onderzoek naar het verleden leerpunten kan opleveren voor het functioneren van de gemeente en de gemeenteraad, Overwegende: • dat er even tijd nodig is voor het opzetten van een degelijk onderzoek; • dat om zoveel mogelijk lering te kunnen trekken er goed over de precieze onderzoeksvraag moet worden nagedacht,
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 2
Draagt de Griffie op: 1. samen met een delegatie van de Raad een (initiatief) voorstel voor te bereiden voor een onafhankelijk onderzoek naar de teloorgang van Carion; 2. dit voorstel in de raadsvergadering van mei 2013 als initiatiefvoorstel in te brengen namens de Raad; 3. in dit voorstel mee te nemen de exacte onderzoeksvragen en het benodigde budget; 4. ernaar te streven de resultaten van dit onderzoek te presenteren in de Raad van 24 september 2013. Draagt het college op: A. alvast, om geen tijd te verliezen, de gegevens rond Carion vanaf 2009 te verzamelen en aan de onderzoekers ter beschikking te stellen; B. om vooruitlopend op de resultaten van het onderzoek geen onomkeerbare stappen te zetten in het aangaan van verplichtingen met betrekking tot het welzijnswerk met externe partijen, En gaat over tot de orde van de dag. VVD-fractie, J. Uijthof; CDA-fractie, L. de Boer; D66-fractie, K. den Hertog-Heins; GL- fractie, J. Duursma; fractie CU, H. Witteveen; PvdA-fractie, H. van Valburg; GB-fractie, H. Jochemsen; GrP-fractie, M. Rook ; SP-fractie J. Dirks De heer VAN VALBURG (PvdA) vraagt voorts om agendapunt 7 van de agenda te halen. De PvdA heeft onvoldoende beeld gekregen van de juistheid van de kaders. Ondanks herhaald vragen heeft de raad geen gegevens gekregen over 2012. De VOORZITTER stelt voor om de motie te agenderen als punt 7A. De VOORZITTER stelt vervolgens vast dat de raad geen bezwaar heeft tegen het voorstel van de VVD en GL en stelt voor agendapunt 4 te agenderen als punt 7B. De VOORZITTER vraagt vervolgens de opvatting van de raad over het voorstel van de PvdA om punt 7 van de agenda af te voeren. De fracties VVD, CDA, GB, D66, GL, GrP en CU geven aan dat ze punt 7 vanavond willen bespreken. De heer DE BOER (CDA) merkt daarbij op dat zijn vragen inmiddels naar tevredenheid zijn beantwoord. De fracties PvdA en SP willen uitstel van bespreking. De VOORZITTER stelt vast dat de raad het voorstel van de PvdA niet steunt. Aldus wordt besloten. De VOORZITTER stelt vast dat de raad instemt met de gewijzigde agenda. Aldus wordt besloten.
2.a Vaststellen van besluiten n.a.v. lijsten van stukken ter kennisneming De raad besluit conform het voorstel.
2.b Vaststellen van besluiten n.a.v. aan de raad gerichte brieven De heer UIJTHOF (VVD) vraagt naar punt 2.2.8, brief van Albert Heijn over de winkeltijdenwet. Hij suggereert het college om te antwoorden dat de raad bij wijziging van de wet het onderwerp opnieuw kan behandelen en dat de briefschrijver zich daartoe tot de raadsfracties kan richten. Wethouder HAVERKAMP antwoordt dat de strekking van het antwoord zal zijn dat de raad eerder een voorstel heeft afgewezen, maar dat de briefschrijver zich tot de raadsfracties kan wenden om het onderwerp opnieuw te agenderen. De raad besluit conform het voorstel.
2.c Notulen van de raadsvergaderingen van 26 maart 2013 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
2.d Lijst van toezeggingen De heer UIJTHOF (VVD) vraagt haast te maken bij de punten 339 en 340, inzake het overzicht van uitvoeringskosten voor participatievoorzieningen, beide genoteerd voor het eerste kwartaal 2013. Wethouder VUGTS antwoordt ten aanzien van punt 339 dat de raad eind volgende week een uitwerking kan verwachten. Het college is van plan om punt 340 mee te nemen in de re-integratienota. Het college wacht op het wetsvoorstel. Dat zou impliceren dat deze nota niet zoals voorzien in april of
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 3
mei op de agenda komt, maar in juni of september. De heer UIJTHOF (VVD) stelt voor dat het college dit laat veranderen op de toezeggingenlijst; daarna kan de raad zich erover uitspreken. De raad besluit conform het voorstel. Hamerstukken
3. Voorstel om de Rekeningcommissie mandaat te verstrekken voor het uitvoeren van de aanbestedingsprocedure met betrekking tot de accountantsdiensten voor de periode 2013-2016 De raad besluit conform het voorstel.
4. Vervallen. Zie agendapunt 7B.
5. Voorstel tot vaststelling van de Nota Integrale Veiligheid 2013-2016 Mevrouw DEN HERTOG (D66) legt een stemverklaring af: D66 stemt in met het voorstel. Zij is blij dat er weer ruimte is voor straatcoaches, maar dringt erop aan dat de nadruk van hun werk komt te liggen op de kansen van jongeren; de coaches dienen in staat te zijn om jongeren te motiveren. De raad besluit conform het voorstel. Bespreekstukken
6. Voorstel tot vaststelling van: het Meerjarenbeleidskader Wmo 2013-2016 ‘Kantelen is een werkwoord’; de Verordening Maatschappelijke ondersteuning gemeente Rheden Mevrouw WASSENAAR (VVD) dankt het college voor de uitgebreide informatie. Ze is blij met de adviezen die laten zien dat er een breed draagvlak is. Ze is bezorgd vanwege de onzekere toekomst en het grote aantal taken. Het sociale domein kost Rheden op dit moment veel geld. De titel van de nota geeft de essentie ervan goed weer. Wederkerigheid moet in de toekomst helpen om de samenleving leefbaar te houden. Waar vroeger de overheid te hulp werd geroepen, zullen burgers nu samen hun boontjes moeten doppen. Voor die gevallen waarin de samenleving niet meer kan helpen, moet de gemeente voorzieningen realiseren. De VVD heeft een voorkeur voor het werken met pgb ’s zodat inwoners kunnen kiezen tussen zelf inkopen of zorg in natura. Op landelijk niveau lijkt daar weer draagvlak voor te komen. De VVD wil het geld voor de Wmo zonder al te veel regels en organisatie op de juiste plek krijgen; of dat met dit beleidskader zal lukken is wat haar betreft nog de vraag. Mevrouw KLUFT (PvdA) spreekt waardering uit voor allen die betrokken waren bij de voorbereidingen. De Wmo is een zeer belangrijk onderwerp, voor inwoners van alle geledingen. Het is een groot probleem dat de middelen beperkter en de vraag groter wordt. Om te voorkomen dat er een kille samenleving ontstaat, zouden burgers mede-eigenaar van het probleem moeten zijn. Maar om dat te bereiken, is praten met deskundigen niet genoeg. Als het bestuur van Het Inloophuis in Dieren in het gemeentehuis geen antwoord kan vinden op vragen over huisvesting, ontbreekt het kennelijk aan de goede houding en de oplossingsgerichtheid om maatwerk te kunnen leveren. Datzelfde geldt als ‘t trefpunt in Velp geen oplossing vindt voor het hoge tarief voor de kliko. De bedrijfsmatige benadering leidt tot vervreemding tussen gemeente, publieke sector en inwoners. De PvdA ziet de gemeente als informerend, regiehoudend, subsidiërend en ondersteunend. In deze rol zou de gemeente initiatieven voor een sociale kaart moeten ondersteunen en bekendmaken. De gemeente zou kunnen denken aan sociale krachtconferenties. De PvdA onderschrijft de sociale visie waar het gaat om zelf- en samenredzaamheid, maar wijst erop dat in de nota geen vragen worden gesteld over de verantwoordelijkheid. Zij vraagt de gemeente om Het Inloophuis en anderen te woord te staan en te zorgen voor een dynamische sociale kaart. Er is nog veel werk te doen. De heer KRUITHOF (CDA) vindt dit plan een stap in de goede richting, nu de gemeente verplicht wordt om samen met bewoners naar oplossingen te zoeken onder de noemers zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Hij tekent aan dat de nota nog zal moeten worden aangepast naar aanleiding van komende ontwikkelingen. Hier en daar ontbreken cijfers. Het CDA wil dat de gemeente haar sociale gezicht houdt. Hij vraagt aandacht voor de effecten van het schrappen van de
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 4
zorgzwaartepakketten en de extramuralisering. Ten onrechte is onderbelicht gebleven dat daarmee het aantal mensen dat voor rekening van de gemeente komt, verdubbelt. Hij vraagt meer specifiek te kijken naar wie wel en niet zelfstandig kunnen leven. Verder vindt hij het nodig om te discussiëren over vraagsturing en eigen regie. Bij de keukentafelgesprekken moet de positie van de cliënt namelijk helder zijn. Het CDA is zeer bezorgd over het schrappen van de huishoudelijke hulp, en zal de discussie over het onderbrengen van de persoonlijke zorg bij de Wmo en de gevolgen van stapeling kritisch volgen. Hij complimenteert ten slotte het college, de medewerkers en de adviseurs. De nota en de aanpak kunnen voor andere gemeenten een voorbeeld zijn. Iedereen moet een steentje bijdragen want gemeenschapszin en participatie zijn immers de bedoeling van de Wmo. Mevrouw SPAARGAREN (D66) stelt vast dat de stukken goed leesbaar zijn en een goede weergave geven van wat eerder besproken is. Ze zijn de basis waaruit geput kan worden bij de uitwerking. De VNG heeft belangstelling voor de nota, reden voor complimenten aan college en ambtenaren. D66 heeft zorgen over het feit dat de gemeente meer werk moet verzetten en tegelijk een versobering van meer dan een half miljoen moet bereiken. Dat vergt een aanpak waarbij de ambtenaar achter zijn bureau vandaan moet om te voelen en te ruiken wat er nodig is. Bij het zoeken naar samenwerking met vrijwilligers dient de gemeente te zorgen voor scholing en ondersteuning, en tegelijk de professionele aanpak niet uit het oog te verliezen. D66 hecht aan het convenant dat de privacy moet waarborgen. Zij verwijst nog naar de notitie van de Ombudsman waarin werd gewezen op de afstand tussen burger en overheid en op de noodzaak van minder regelgeving. Zij vraagt om met empathie te werk te gaan en om, ondanks bezuinigingen, taken op een betrokken manier uit te voeren. Mevrouw DUURSMA (GL) bespreekt vijf punten. Ze vraagt ten eerste om inwoners niet opnieuw te vragen om informatie te verstrekken als dat al eerder gebeurd is. Vertrouwen moet de basis zijn; steekproefsgewijs toetsen is voldoende en kost ook minder. Ten tweede vindt ze, net als de Wmoraad, dat de nota onvoldoende aansluit op de sociale visie en onvoldoende inspeelt op de komende decentralisaties. Er moet ook meer aandacht zijn voor een andere attitude van medewerkers. Ten derde spreekt ze haar zorg uit over het feit dat gemeenten meer taken krijgen terwijl ze slechts weinig eigen beleidsruimte hebben. Zij zal deze zorg overbrengen aan de landelijke fractie. Zij vindt ten vierde dat er een sociale kaart moet komen. Dat kan de gemeente best zelf; de informatie is immers bekend. Ten vijfde vindt ze dat het college door moet gaan met het voornemen om mensen met een hoger inkomen een deel van de kosten te laten betalen. Dat dit beleid problemen oplevert in de uitvoering, betekent niet dat het onmogelijk is. GL overweegt hierover een motie in te dienen. De heer MOLENAAR (SP) merkt vooraf op dat bezuinigen ook een werkwoord is. De Wmo is vooral een bezuinigingsoperatie. Hij heeft in Van Dale gelezen dat kantelen betekent: omslaan door te zware belasting. Al eerder zette de SP kanttekeningen bij samenredzaamheid. Onderzoek liet zien dat mensen liever niet afhankelijk zijn van anderen. Hij herinnert aan inwoners die aangaven dat vrijwilligers geen structurele oplossing of vervanging van professionals kunnen vormen, en ook dat mantelzorgers vaak niet nog meer belast kunnen worden. Hij vindt dat de gemeente zich moet afvragen tot hoever de vraag om wederkerigheid moet gaan. Wat als iemand niets terug kan doen, maar geen nee durft te zeggen? De SP ziet veel in solidariteit en gemeenschapszin, maar dan zo dat die van onderaf komt. Voor de SP is de buurt de schaal van de toekomst. Daarin is de buurman vrijwilliger, verzorger en medeverantwoordelijk voor de buurt. De SP komt in tweede termijn met een motie over aanbesteding. Mevrouw ROOK (GrP) spreekt vooraf de hoop uit dat dit plan niet zo snel achterhaald is als het vorige. Ze vindt het belangrijk dat er goed naar inwoners en deskundigen wordt geluisterd. Waar in de wet de gemeente wordt opgedragen om keuzevrijheid te garanderen, vraagt ze zich af in hoeverre de gemeente zelf nog keuze heeft als de decentralisaties worden doorgevoerd. Zij wijst vervolgens op de grenzen van samenredzaamheid. Niet iedereen heeft een netwerk. De overheid verwacht veel burgerkracht, maar wat mantelzorgers en vrijwilligers nu al doen wordt vaak niet gezien. Ze waarschuwt om niet te optimistisch te zijn over de mogelijkheden om met de eigen kracht van mensen alles op te lossen. Met buurtprojecten is het probleem achter de voordeur niet opgelost. In iedere wijk een klein buurthuis is waarschijnlijk niet haalbaar. Als ouderen langer thuis blijven komt er meer druk op de formele en de informele zorg. De grens daartussen dient echter helder te blijven. In dit verband wijst ze op het gevaar van uitbuiting en mishandeling van kwetsbare ouderen. Als regisseur van zorg dient de gemeente alert te blijven op signalen. Ze vindt dat mensen de keuze moeten hebben of ze al dan niet nee zeggen als van hen een bijdrage wordt gevraagd, Ze vraagt wat het college hiervan vindt. Ze dringt aan op een deugdelijke en voor iedereen toegankelijke sociale kaart. Zij noemt ten slotte de ‘beoogde resultaten’ op pagina 17 erg ambitieus.
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 5
De heer WITTEVEEN (CU) vindt dit, ondanks de gevaren en risico’s verbonden aan de Wmo, de enig begaanbare weg. Hij signaleert onzekerheid over de nog komende bezuinigingen waardoor het onduidelijk blijft wat er gerealiseerd kan worden. Dit beleidskader zal in de komende vier jaren niet ongewijzigd kunnen blijven. Jurisprudentie lijkt de plannen van de gemeente om de kosten te drukken, onmogelijk te maken. Hij is hoopvol gestemd door het proces van samenwerking tussen college, ambtenaren en organisaties in de gemeente. Daarnaast is hij hoopvol door het proces in de regio dat efficiënt lijkt te zijn verlopen en verwachtingen schept voor de toekomst. Wethouder VUGTS dankt voor de complimenten. Hij zal ze doorgeven. De zorgen van de fracties zijn bekend en hij zal deze meenemen bij de uitvoering. Voorlopig zijn in de nota de zaken meegenomen die als toekomstvast zijn beoordeeld. In antwoord op GL zegt hij dat de informatieverstrekking een aandachtspunt is. Voor de decentralisaties van jeugdzorg en AWBZ is in de nota een basis gelegd. Als daar aanleiding toe is zal het college terugkomen met een voorstel om de nota aan te passen. De decentralisatie van de autonomie is ook voor hem een zorg en hij wacht de ontwikkelingen op dit punt af. Wat betreft de sociale kaart wijst hij erop dat dit deels al door eigen ambtenaren gebeurt. Voor de zomer moeten een plan van aanpak en een bestek klaar zijn. Hij bevestigt dat de inspanningen in de afgelopen jaren niet het gewenste resultaat hadden. Wat betreft de eigen bekostiging licht hij toe wat hij bedoelde toen hij op de informatieavond zei ‘pas op de plaats’ te maken. Het is niet zo dat het college afwacht wat er in andere gemeenten wordt bedacht. De afspraken die zijn gemaakt in het kader van Minderen met beleid staan nog overeind. Hij wil echter voorkomen dat de rechter er aan te pas komt zoals elders is gebeurd. Hij ziet nog mogelijkheden en denkt na over de invulling. In grote lijnen staan vorm en inhoud van de systematiek vermeld in hoofdstuk 4. Over de gekozen richting is overleg met de VNG geweest die deze besproken heeft met het ministerie. De VNG spreekt van een ‘mooie lijn’. In antwoord op GrP zegt hij dat het gevaar van misbruik en mishandeling een punt is dat aandacht verdient. Over de vraag of een cliënt nee kan zeggen, bestaat nog enige onduidelijkheid. Hij komt hier op terug. In elk geval kan dit niet zomaar, zonder opgaaf van redenen. Wethouder TIEMENS reageert op de PvdA. De container bij het Inloophuis heeft een bedrijfsbestemming, hetgeen de zaak compliceert. Wethouder KÖNIG voegt daaraan toe, als coördinerend wethouder Velp-Zuid, dat er een oplossing is gevonden. Wethouder VUGTS vervolgt: de overige kwesties die de PvdA aan de orde heeft gesteld, zullen schriftelijk worden beantwoord en hebben niets met dit agendapunt te maken. Mevrouw KLUFT (PvdA) reageert dat zij voorbeelden heeft genoemd om te illustreren dat nagedacht moet worden over de wijze waarop de gemeente reageert op initiatieven van burgers. Zij verwachtte vanavond geen antwoord op de concrete voorbeelden. Tweede termijn De heer WITTEVEEN (CU) dankt voor het antwoord over de eigen bekostiging. Hij wacht met vertrouwen de voortgang af. Mevrouw ROOK (GrP) vraagt of zij de wethouder goed heeft begrepen. Klopt het dat iemand die geen gebruik wil maken van zijn eigen netwerk en dit in vertrouwen meedeelt, wel gebruik kan maken van een voorziening? Mevrouw DIRKS (SP) spreekt over de aanbestedingscriteria. Zij verwijst naar pagina 32 van de nota inzake de controlerende taak van de raad bij de aanbesteding. In oktober heeft de raad wel de tarieven vastgesteld, maar niet over de criteria gesproken. Voorbeelden van kaders die aan de orde kunnen komen zijn: het inkomen van bestuurders, de vaste hulp en de alfahulpconstructie. College en andere fracties hebben in oktober geadviseerd om dit punt later aan de orde te stellen. Zij dient een motie in die beoogt invulling te geven aan de kaderstellende rol van de raad. Motie Kaderstelling aanbesteding huishoudelijke hulp De gemeenteraad van Rheden in vergadering bijeen op 26 maart 2013 sprekend over het Wmo Meerjarenbeleidskader 2013-2016, Overwegende dat: - De raad in oktober de tarieven voor de huishoudelijke hulp heeft vastgesteld - de raad toen geen inhoudelijke kaders heeft kunnen stellen bij de aanbesteding thuiszorg 2013’, - De gemeente de ruimte heeft om eigen criteria mee te geven bij de regionale aanbesteding,
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 6
-
De raad wel de behoefte heeft zich te kunnen uitspreken over mate, vormen en voorwaarden van dienstverlening aan onze burgers, In het Wmo Meerjarenbeleidskader geen kaders zijn geformuleerd bij prestatieveld 6, De raad dus haar kaderstellende rol niet kan en heeft kunnen uitvoeren, De huidige aanbesteding een looptijd heeft van één jaar, Dat de raad in mei 2013 spreekt over de nota aanbestedingsbeleid,
Draagt het College op: 1. Bij de Nota aanbestedingsbeleid voor prestatieveld 6 kaders voor de aanbesteding huishoudelijke hulp te formuleren, zodat de raad hierover in mei 2013 een besluit kan nemen, En gaat over tot de orde van de dag. De Steeg, 26 maart 2013, Namens de fractie van de SP, Jorine Dirks Mevrouw DUURSMA (GL) is het eens met het college dat bij de invoering van eigen bekostiging onrust voorkomen moet worden. Zij begrijpt dat het college zoekt naar mogelijkheden om er invulling aan te geven, en vraagt om de raad op de hoogte te houden. Mevrouw SPAARGAREN (D66) wacht de reactie van het college op de motie af. De heer JOCHEMSEN (GB) vindt dat het college op de goede weg is, vooral doordat alle belanghebbenden bij de voorbereiding betrokken zijn, en wenst hem succes bij het vervolg. De heer KRUITHOF (CDA) vindt dat raadsleden hun zorgen over de ontwikkelingen op dit beleidsterrein zouden moeten meegeven aan hun landelijke partijen. Aan de PvdA vraagt hij, gehoord haar opmerking over mede-eigenaarschap, of men de mensen dan ook het budget erbij geeft. Mevrouw KLUFT (PvdA) zegt daarop dat zij heeft willen aangeven dat de gemeente, wil dit plan een succes worden, samenwerking moet zoeken met burgers. Om te voorkomen dat het niet meer wordt dan een kille sanering moet de gemeente meer doen dan luisteren, en zoeken naar creatieve wijzen om samen te werken met burgers. Mevrouw WASSENAAR (VVD) spreekt opnieuw over het pgb. De VVD vindt het belangrijk uit te gaan van de kracht van burgers. Veel burgers kunnen hun eigen zaken goed regelen. In het geval zij niet meer in staat zijn dit te doen, kan er verwezen worden naar zorg in natura. Zij is benieuwd naar de opvattingen van college en raadsleden. Mevrouw ROOK (GrP) weet vanuit haar ervaring als vrijwilliger bij ouderen dat niet iedereen in staat is een pgb te beheren; voor hen moet de zorg in natura blijven bestaan. Mevrouw WASSENAAR (VVD) zegt dat er voor deze groep een oplossing kan komen. Zij vindt dat beleid niet gebaseerd moet zijn op de groep die zwak is. Dat is beleid maken op minderheden terwijl het gebaseerd zou moeten zijn op de grote groep. Mevrouw ROOK (GrP) heeft ervaren dat er bij ouderen een moment komt dat ze het niet meer alleen redden. Vaak komt dat moment te laat om de zorg nog zelf te kunnen regelen. De heer KRUITHOF (CDA) gelooft wel in de kracht van mensen, ook in het pgb maar wijst erop dat het geld er niet is. Mevrouw WASSENAAR (VVD) gaat uit van het principe dat mensen een keuze moeten hebben. Als het hun niet meer lukt om zaken te regelen, kan overgegaan worden op zorg in natura. Zij vraagt het college of het klopt dat zorg via een pgb goedkoper is. Wethouder VUGTS antwoordt GrP. Als bij een gesprek blijkt dat mensen geen gebruik kunnen maken van een eigen netwerk, wordt naar alternatieven gezocht. Professionele hulp kan zo’n alternatief zijn. Het is dus niet vanzelfsprekend dat iemand die geen beroep wil doen op zijn netwerk, professionele hulp krijgt. Tegen de PvdA zegt hij dat het college zoekt naar creatieve oplossingen. Tegen de VVD zegt hij dat er voor een aantal voorzieningen de mogelijkheid van het pgb nog bestaat. Hij ziet geen reden daarvan af te wijken. De discussie komt opnieuw op tafel in het kader van de decentralisaties. Als mevrouw WASSENAAR (VVD) vraagt of bij de keukentafelgesprekken de keuze wordt geboden tussen een pgb en zorg in natura, zegt hij dat dit niet zo is. Hij heeft aangegeven dat in de totale inrichting van het traject het pgb nog een plaats heeft; het college ziet er dus niet van af. Wethouder HAVERKAMP vraagt om een schorsing. Schorsing Wethouder HAVERKAMP deelt mee dat het college de motie van de SP ontraadt. Hij wijst erop dat de aanbesteding beoogt om beschikbare middelen zo goed mogelijk te besteden. Het college houdt zich
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 7
daarbij aan de wettelijke eisen. De raad is bevoegd tarieven vast te stellen, maar de uitvoeringsbevoegdheid ligt bij het college. De heer WITTEVEEN (CU) vindt dat de SP dit punt op een mooie en creatieve manier aan de orde stelt, en bovendien op een goed moment. Het kan besproken worden in het kader van het aanbestedingsbeleid. De motie biedt het college bovendien de ruimte om er een eigen invulling aan te geven, en laat de uitvoering daar waar die hoort. Hij vraagt het college nog eens na te denken over een mogelijke invulling van de opdracht van de motie. Mevrouw DIRKS (SP) zegt dat de SP goed heeft nagedacht over de manier om dit punt aan de orde te stellen nadat het college haar zelf heeft verwezen naar dit moment. Het gaat haar om de inhoud. De SP wil niet suggereren dat het college fouten maakt. De raad moet kunnen meedenken over criteria. Dit is des te belangrijker omdat er tegenwoordig regionaal wordt aanbesteed. De intentie was dit op een nette manier aan de orde te stellen. De heer KRUITHOF (CDA) noemt de motie sympathiek. Het gaat niet zozeer om uitvoering als wel om discussie over de vraag welke criteria al dan niet belangrijk zijn. Dit is daarvoor het goede moment. Mevrouw DUURSMA (GL) merkt op dat het college de geboden ruimte ook smal kan opvatten. Zij vraagt college en SP naar de derde overweging: in hoeverre heeft de gemeente de mogelijkheid eigen criteria mee te geven? Mevrouw DIRKS (SP) antwoordt dat het college zegt dat hij dat doet. De raad heeft nu de gelegenheid zich daar ook over uit te spreken. Wethouder HAVERKAMP vraagt om een schorsing. Schorsing Wethouder HAVERKAMP deelt mee dat het college, gehoord de fracties, bereid is om bij de voorbereiding van het aanbestedingsbeleid deze opdracht mee te nemen. Hij refereert aan GL en CU die wezen op de mogelijkheid om de geboden ruimte smal in te vullen. Het is aan de raad om te bezien of dat voldoende is. Mevrouw DIRKS (SP) reageert daarop met een verwijzing naar de zin op pagina 32 over de controlerende taak van de raad. De inbreng van het college zal voldoende zijn als de raad zijn controlerende taak in die zin kan uitoefenen. Besluitvorming De VOORZITTER legt het raadsvoorstel ter besluitvorming voor. De heer MOLENAAR (SP) legt een stemverklaring af: de SP stemt tegen. Kantelen is een politieke keuze die leidt tot verdere ontmanteling van de verzorgingsstaat. Gezien de komende ontwikkelingen is de houdbaarheid van dit plan waarschijnlijk gering. De VOORZITTER stelt vast dat de fracties VVD, PvdA, CDA, GB, D66, GL, GrP en CU voor stemmen en de fractie SP tegen. Het voorstel is aangenomen met 25 stemmen voor en 2 tegen. Aldus wordt besloten. De VOORZITTER legt de motie ter besluitvorming voor. De heer KRUITHOF (CDA) legt een stemverklaring af: het CDA stemt voor maar verwijst naar de tegenstem van de SP bij een nota waarin kennelijk toch een belangrijke zin staat. De VOORZITTER stelt vast dat alle fracties instemmen. De motie is met algemene stemmen aangenomen. Aldus wordt besloten.
7. Voorstel tot vaststelling van de Kadernota Openbare ruimte voor de wegen, riolering en groen en spelen De heer HANSSEN (VVD) spreekt van een veelbesproken onderwerp. Dat gebeurde in de zogenaamde achterkamertjes met een steeds groter wordende groep raadsleden. Hij vindt de nota een goed kader dat richting geeft en ook vrijheid van handelen. Omdat bovendien is afgesproken dat de raad geïnformeerd wordt als wordt afgeweken van die richting, stemt de VVD in met dit voorstel. De heer VAN VALBURG (PvdA) deelt mee dat de PvdA niet instemt omdat er kaders ontbreken. Omdat de kaders de basis vormen voor wat burgers moeten betalen, mogen daarin geen fouten staan. De PvdA staat verder wel achter de inhoud. Hij vraagt aandacht voor het monitoren van de wegen, vooral omdat het onderhoudsniveau eerder is verlaagd. Tot slot vraagt hij het college om in het vervolg de raad tijdig te informeren als hij toezeggingen over de toelevering van stukken niet na kan komen.
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 8
De heer DE BOER (CDA) merkt op dat met deze nota integraal werken mogelijk wordt. In de werkgroep van raadsleden zijn alle facetten besproken. In het stuk staat nu wat de raad wil bereiken. Zo is er een jaarlijkse schouw en een jaarlijkse rapportage. Hij dankt college en ambtenaren voor hun geduld om de werkgroep wegwijs te maken in de complexe materie. De integrale aanpak waarbij burgers en bedrijven worden betrokken, is een goede vorm van burgerparticipatie, en levert synergievoordelen. Het CDA steunt de motie die de CU zal indienen om de schouw te optimaliseren. Bezorgd is hij over de mogelijkheid om het riool kostendekkend te houden en de gevolgen van het rekenrentebeleid. Hij stelt voor dat de Rekeningcommissie daar aandacht aan besteedt. De heer KLOMBERG (D66) deelt mee dat D66 instemt met de nota. In verband met de uitvoering vraagt hij naar het werken met buurtplannen. Het is jammer dat dit alleen nog in Rheden is gebeurd. Hij vraagt of er plannen zijn om dit ook in de rest van de gemeente uit te rollen. Hij vraagt verder om de jaarlijkse verantwoording separaat aan te leveren, niet weggestopt in een jaarverslag. De uitvoering op het onderdeel Groen staat op dit moment op een hoog niveau. Het ambitieniveau is echter ingesteld op ‘basis’ en niet op ‘hoog’. Hij vraagt waarom het college zijn ambitie niet bijstelt en het hoge niveau meeneemt in het beleid. Vooral omdat groen het visitekaartje van de gemeente is. Wat betreft de financiën noemt hij het zuur dat de aanpassing van de rekenrente een neerwaartse bijstelling van de begroting nodig maakt. Ten slotte stelt hij voor om de werkgroep, mede vanwege de complexheid van de materie, een permanent karakter te geven. De heer REUSINK (GL) ziet veel overeenkomsten met D66. Hij complimenteert de ambtelijke organisatie. Daarbij merkt hij op dat het college erin geslaagd is om met de beschikbare middelen toch een hoger niveau van onderhoud te bereiken dan beoogd. Juist daarom vindt hij het jammer dat het ambitieniveau laag wordt gehouden. Hij is tevreden met de integrale aanpak. Hij is benieuwd of er daadwerkelijk synergievoordelen worden behaald en kijkt uit naar de verantwoording. Hij vindt ook dat die niet ergens weggestopt moet worden. GL kan zich vinden in het rekenblad. De heer PIEPER (GrP) merkt op dat dit onderwerp al veelbesproken is in de afgelopen jaren. In het kader van Sbo’ s is al langer gesproken over de noodzaak van andere financiering. Hij vindt het goed dat de discussie wordt gevoerd over een andere systematiek van afschrijven en reserveren. De heer WITTEVEEN (CU) dient een motie in voor een burgerschouw. Hij licht toe dat de discussie over de financiering de aandacht afleidt van de nieuwe aanpak van deze nota. Dat geldt ook voor de rol van de raad. Die wordt namelijk in de positie gebracht dat hij gemakkelijk kan aangeven wat het streefniveau moet zijn. De nota benadrukt het belang van burgerparticipatie. In andere gemeenten is het gebruikelijk om burgers te betrekken bij de schouw. Daartoe is al een aanpak ontwikkeld. Motie De raad van de gemeente Rheden in vergadering bijeen op 26 maart 2013, sprekende over de Kadernota Openbare Ruimte voor de wegen, riolering en Groen/Spelen, Overwegende dat: • In de nota “de klant centraal” als leidend principe wordt aangegeven, • Burgerparticipatie bij uitvoering van projecten in de openbare ruimte ook als kader wordt genoemd, • In de nota is vastgelegd dat de kwaliteit van het beheer van de openbare ruimte jaarlijks zal worden gemeten, • Dat diverse gemeenten in Nederland deze kwaliteitsmeting laten uitvoeren in de vorm van een burgerschouw, • Dat hier gebruiksvriendelijke hulpmiddelen voor op de markt zijn, • Dat de betrokkenheid van burgers bij hun leefomgeving hierdoor vergroot kan worden, Draagt het college op: • Te onderzoeken of de aangegeven kwaliteitsmeting geheel of gedeeltelijk in de vorm van een burgerschouw kan worden uitgevoerd, • Het resultaat hiervan binnen vier maanden aan de raad mee te delen, En gaat over tot de orde van de dag. Fractie ChristenUnie, Hendri Witteveen; Fractie VVD, Sjir Hanssen; CDA Fractie, Tanco Frijlink; D66 Fractie, Krista den Hertog-Heins; GroenLinks Fractie, Janet Duursma;
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 9
De heer WITTEVEEN (CU) vervolgt: bij de vraag van D66 en GL om het ambitieniveau voor Groen te verhogen vraagt hij naar de kosten. Hij vraagt of het college iets wil doen aan het ambitieniveau, waarbij hij aantekent dat het goed is ook te werken aan waar men goed in is. Hij steunt het voorstel van D66 voor een permanente werkgroep. Als de heer KLOMBERG (D66) reageert dat het hem niet gaat om meer geld, maar om een hoger ambitieniveau op basis van de beschikbare middelen, zegt hij dat je niet met dezelfde middelen meer eisen kunt stellen. De heer REUSINK (GL) vindt dat je dit kunt vragen, juist omdat het mogelijk is om het hoge niveau te halen. De heer DE BOER (CDA) vindt ook dat een hoger ambitieniveau mogelijk moet zijn. Hij tekent aan dat de integrale aanpak synergievoordelen oplevert. Wethouder TIEMENS dankt voor de complimenten. De ambtelijke ondersteuning verdient zeker complimenten. Op een congres van de beroepsgroep is deze nota als voorbeeld van de integrale aanpak besproken. In reactie op de PvdA zegt ze dat het monitoren van de wegen jaarlijks plaatsvindt, conform de afspraak die is gemaakt toen bij Minderen met beleid het ambitieniveau is verlaagd. Zij vraagt om overleg over de genoemde toezeggingen buiten de vergadering, omdat zij niet weet wat de PvdA bedoelt. Bij interruptie zegt de heer VAN VALBURG (PvdA) dat hij wethouder Haverkamp veertien dagen geleden heeft aangesproken over de toezeggingen. Zij zou dat dus moeten weten. Daarop zegt wethouder HAVERKAMP dat hij wethouder Tiemens en ambtenaren heeft aangesproken over dit onderwerp, maar dat geen van hen de toezeggingen kende. De heer VAN VALBURG (PvdA) merkt op dat andere leden van de werkgroep zich de toezegging, gedaan in oktober of november, wel herinneren. Wethouder TIEMENS merkt op dat zij eraan hecht om toezeggingen gestand te doen. Zij vervolgt: het college deelt de zorg over de gevolgen van het aanpassen van de rekenrente. De opmerking over de financiële systematiek van GrP kan ze niet plaatsen. In antwoord op het CDA zegt ze de zorg over de kostendekkendheid te delen; ook elders in het land is dit een aandachtspunt. Ze wijst, in reactie op D66, op de relatie tussen de kadernota en buurtplannen. Waar de nota gaat over het systematisch beheer en onderhoud, technisch van aard, zijn buurtplannen uitvoering. Er is een planning om deze uit te rollen over de gemeente, maar zij kent deze niet. Een hoger ambitieniveau voor Groen zou meer kosten. Het vak is dusdanig ver ontwikkeld dat het mogelijk is uit te rekenen hoeveel. In antwoord op GL zegt ze dat voortdurend gezocht wordt naar creatieve oplossingen om kosten te verlagen, in het algemeen vooral door inwoners erbij te betrekken. De kwaliteitsmeting vindt jaarlijks plaats, juist daardoor is deze aanpak mogelijk. Ze vindt de motie voor een burgerschouw een uitstekend idee. Ze denkt binnen vier maanden met een voorstel te kunnen komen. Tweede termijn De heer WITTEVEEN (CU) dankt voor de positieve reactie op de motie en deelt mee dat deze is ondertekend door de coalitiepartijen. De heer PIEPER (GrP) licht zijn inbreng in eerste termijn toe. Hij heeft dit punt willen aangrijpen om in zijn algemeenheid een signaal af te geven dat het systeem van afschrijven en reserveren moet veranderen, zoals ook al eens door wethouder Haverkamp werd opgemerkt. De heer KLOMBERG (D66) vindt het teleurstellend dat het college het hoge ambitieniveau niet heeft verwerkt in de kadernota. Hij overweegt een amendement en vraagt om een schorsing. Schorsing De heer KLOMBERG (D66) dient een amendement in dat beoogt het ambitieniveau op het gebied van Groen te verhogen. Voor de overwegingen verwijst hij naar zijn eerdere inbreng en die van GL. Amendement Verzorgen van groen De raad van de gemeente Rheden, in vergadering bijeen op 26 maart 2013, sprekende over de Kadernota Openbare Ruimte voor de wegen, riolering en Groen/Spelen, Overwegende dat: - Het beleid in de periode 2007 – 2012 voor wat betreft de verzorging van de openbare ruimte voor het onderdeel groen op kwaliteitsniveau basis was gesteld. - In de kadernota Openbare Ruimte de kwaliteit gemeten in het voorjaar 2012 voor dit onderdeel voornamelijk het kwaliteitsniveau hoog scoren.
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 10
-
Voor de komende periode 2013 – 2017 wederom voor het onderdeel verzorging groen wederom de ambitie van het kwaliteitsniveau op basis is gesteld. Dat de gemeente Rheden zich als groene gemeente naar buiten profileert,
Besluit: - Voor de periode van 2013 – 2017 te streven naar een kwaliteitsniveau hoog voor het verzorgen van groen binnen het bestaande financiële kader, En gaat over tot de orde van de dag. Fractie D66, Dorus Klomberg; fractie GroenLinks, Dirk Reusink De VOORZITTER geeft gelegenheid aan alle fracties om te reageren op het amendement. De heer JOCHEMSEN (GB) wacht eerst het antwoord van het college af. De heer DE BOER (CDA) wacht het antwoord van het college af. Hij overweegt dat als het mogelijk is om meer te realiseren met minder geld, het ook mogelijk is om het budget te verlagen. In antwoord op vragen over de verantwoording verwijst hij naar de beschrijving daarover op pagina 17. Hij steunt het voorstel van D66 voor een permanent werkverband. De heer VAN VALBURG (PvdA) steunt het voorstel van het CDA om de Rekeningcommissie opdracht te geven de gevolgen van het rekenrentebeleid te bezien. De vragen over de wijze van verantwoorden zijn juist gesteld omdat de inhoud de afgelopen jaren sterk wisselde. Hij vraagt er opnieuw aandacht voor. Het streven naar een hoger niveau vindt hij over het algemeen een goede zaak, maar in dit geval is het beter de integrale afweging die in juni plaatsvindt, af te wachten. De heer KLOMBERG (D66) vindt het raar dat Rheden, als groene gemeente, niet de moeite neemt om de verzorging op een goed niveau te houden zoals je dat doet bij een huis. De heer DE BOER (CDA) blijft erbij dat het hoge niveau aangeeft dat het ook goedkoper kan. De heer VAN VALBURG (PvdA) vindt het streven naar een hoger niveau goed, maar ziet in deze tijd ook wel wat in minder kosten. Hij veronderstelt echter dat er in juni mogelijk een spanningsveld ontstaat tussen wat binnen en buiten het huis haalbaar is. De heer HANSSEN (VVD) begrijpt de ambitie van D66 en GL. Hij wacht echter het antwoord van het college af. Aan de wethouder vraagt hij, gehoord haar opmerking dat ze goed geïnformeerd is, wat dan wel de juiste informatie is. De heer WITTEVEEN (CU) vindt het niet goed dat van medewerkers steeds meer gevraagd wordt voor hetzelfde geld. Zij hebben hun best gedaan, dat heeft eenmalig geleid tot een hoge kwaliteit. Het zou een aanslag zijn op hun arbeidsvreugde om dit nu tot norm te verklaren. Als de heer REUSINK (GL) zegt dat het slechts een ambitie is, geen norm, zegt hij dat de formulering van het amendement doet denken aan een norm die gehaald moet worden. De heer PIEPER (GrP) zegt dat een hoger niveau meer geld kost. Mogelijk ligt er een oplossing in verdere uitwerking van het idee van burgerparticipatie. De heer MOLENAAR (SP) wacht het antwoord van het college af. Wethouder TIEMENS zegt dat het streven naar een hoger niveau blijft, maar dat is iets anders dan dat het op deze manier wordt vastgelegd. Ze wijst erop dat het niveau mogelijk zal dalen als gevolg van de komende bezuinigingen. Hoewel ze geen grote problemen verwacht , vindt ze het vreemd om de nota op dit ene punt aan te passen. Ze wil wel toezeggen om het hoge ambitieniveau na te streven. Ze verwijst naar het schema op pagina 14 dat een jaarlijkse momentopname is. Wellicht zal dit staatje er volgend jaar anders uitzien, na de bezuinigingen uit Minderen met beleid. De heer DE BOER (CDA) doet de indieners de suggestie om het amendement uit te stellen en het resultaat van de eerste schouw af te wachten. De heer POS (GL) merkt op dat de systematiek voor onderhoud en planning mogelijk zal veranderen onder invloed van de burgerschouw. Wethouder TIEMENS vervolgt: de wijze van verantwoording en rapportage staan inderdaad beschreven in de nota, zoals het CDA aangeeft. In antwoord op GrP zegt ze begrepen te hebben dat de fractie verwees naar de nieuwe systematiek voor het GRP die op dit moment in samenwerking met zes andere gemeente en het waterschap wordt ontwikkeld.
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 11
Besluitvorming De VOORZITTER stelt vast dat D66 het amendement handhaaft en legt het ter besluitvorming voor. Zij stelt vast dat de fracties D66 en GL voor stemmen en de fracties VVD, PvdA, CDA, GB, SP, GrP en CU tegen. Het amendement is verworpen met 6 stemmen voor en 21 tegen. Aldus wordt besloten. De VOORZITTER legt het raadsvoorstel ter besluitvorming voor. De heer VAN VALBURG (PvdA) legt een stemverklaring af: de PvdA stemt tegen, niet vanwege de inhoud, maar omdat er onvoldoende duidelijkheid bestaat over twee van de vier kaders van het werkblad. De VOORZITTER stelt vast dat de fracties VVD, CDA, GB, D66, GL, SP, GrP en CU voor stemmen en de fractie PvdA tegen. Het voorstel is aangenomen met 22 stemmen voor en 5 tegen. Aldus wordt besloten. De VOORZITTER legt de motie ter besluitvorming voor en stelt vast dat alle fracties instemmen. De motie is met algemene stemmen aangenomen. Aldus wordt besloten.
7A. Motie Dossier Carion wat valt er te leren? De heer VAN VALBURG (PvdA) vraagt of het technisch mogelijk is om een motie, vreemd aan de orde van de dag, aan het begin van de vergadering te bespreken. Hij is bezorgd vanwege het lange wachten voor de publieke tribune. De VOORZITTER antwoordt dat de raad zelf over de agenda gaat; aan het begin van de vergadering is er ruimte voor. Hij herinnert aan de bijeenkomst die de PvdA voor alle betrokkenen organiseerde in Rheden. Er waren 200 bezoekers, onder hen wethouder Vugts. Daar bleek grote onzekerheid te bestaan over zaken als de voortgang van de kinderopvang, mogelijk banenverlies, clubs en buurthuizen. Men wilde informatie over de verdere gang van zaken. Er leven nu vragen over wat er misging, over de rol van de raad en over de communicatie. De PvdA heeft gekozen voor een motie, onder het motto: wat leren we ervan? De motie vraagt om een openbaar onderzoek, met hulp van een gespecialiseerd bureau, los van partijpolitieke belangen, met name naar de rol van de gemeente; om dit in de toekomst te voorkomen. Bij de aanbesteding van het welzijnswerk eind dit jaar moet er duidelijkheid zijn. Hij is blij dat de motie raadsbreed wordt ondersteund. Het gaat hem vooral om het doel van het onderzoek. De VOORZITTER vraagt de raad om bij dit onderwerp geen voorschot te nemen op het onderwerp zodat een onderzoek in de ruimste zin mogelijk blijft. De heer UIJTHOF (VVD) sluit zich aan bij de PvdA. Ook de VVD heeft eerder zijn zorg uitgesproken over de cliënten, de medewerkers en alle andere betrokkenen. De fractie wilde ook een onderzoek. Hij vindt deze motie daarom een goed initiatief. De heer DE BOER (CDA) sluit zich aan bij PvdA en VVD. Dit onderzoek is een logisch gevolg op het al gehouden interpellatiedebat waarin de vraag aan de orde was hoe zaken zo spoedig mogelijk op de rails gezet konden worden. De motie komt op een goed moment. De heer JOCHEMSEN (GB) sluit zich aan bij de eerdere sprekers. Ook GB heeft zorgen, maar op dit moment kan men niets doen. Mevrouw DEN HERTOG (D66) merkt op dat het faillissement alle betrokkenen hard heeft geraakt. Zij dankt de PvdA voor het initiatief. Het doel van het onderzoek is vooral om ervan te leren. Mevrouw DUURSMA (GL) sluit zich aan bij de eerdere sprekers. Mevrouw DIRKS (SP) deelt de zorgen van de andere fracties. Zij is blij met de raadsbrede steun. Mevrouw ROOK (GrP) sluit zich van harte aan. Zij hoopt dat er daadwerkelijk van het onderzoek wordt geleerd, vooral met het oog op het werk van de raad. De heer WITTEVEEN (CU) is blij met deze raadsbrede motie. Hij tekent aan dat de raad vooral wil kijken naar het eigen handelen en zich daarover wil verantwoorden. Wethouder VUGTS zegt dat het college de wens van de raad begrijpt. Hij vraagt naar aanleiding van punt B van de motie, waarin gevraagd wordt pas op de plaats te maken bij de aanbesteding, of de raad er zich in kan vinden als het college wel start met de voorbereidingen. Dat wil zeggen dat het college het bestek maakt en dit eventueel alvast uitzet, maar nog geen besluit neemt over de gunning. De heer VAN VALBURG (PvdA) vindt het logisch dat het college een begin maakt met de aanbestedingsprocedure.
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 12
Besluitvorming De VOORZITTER legt de motie ter besluitvorming voor en stelt vast dat alle fracties instemmen. De motie is met algemene stemmen aangenomen. Aldus wordt besloten.
7B.Voorstel om de reserve mobiliteit en loopbaan van € 321.500,00 toe te wijzen aan de sectorbudgetten opleiding en vorming De heer HANSSEN (VVD) deelt mee dat de VVD op de informatieavond heeft gevraagd naar de impact van dit voorstel op de frictiekosten in verband met Minderen met beleid. Die vraag is nog niet beantwoord. Daarom vraagt hij of het college op zijn minst een indicatie kan geven. De heer POS (GL) merkt op dat ook vanavond telkens de vraag aan de orde was hoe de kwaliteit van de uitvoering van besluiten kan verbeteren door goede samenwerking met de samenleving, en anderzijds hoe men kan loskomen van de huidige manier van werken. Dat sterkt hem in het idee om in overleg te treden met de OR over de vraag om deze middelen in het kader van teamvorming in te zetten voor het leren samenwerken met de samenleving. Niet alleen bij de raad maar ook in het apparaat wringt op verschillende plekken de schoen. Die zouden wat ruimer moeten gaan zitten. Daartoe dient hij een motie in. Motie Reserve mobiliteit en loopbaan De raad van de gemeente Rheden, in vergadering bijeen op 26 maart 2013, sprekend over de toewijzing van de reserve mobiliteit en loopbaar aan de sectorbudgetten opleiding en vorming (13.11), Overwegende: 1. dat het bedrag voor mobiliteit en loopbaan (321.500,00) zoals het college voorstelt, ingezet wordt voor de nieuw ontstane teams; 2. dat hierbij van belang is dat deze teams optimaal samenwerken; 3. dat zowel werkgever als werknemers positief staan tegen over het voorstel en hieraan financiële bijdragen leveren; 4. het beleid op het terrein van burgerparticipatie om een integrale benadering vraagt op verschillende beleidsterreinen; 5. dat het succes van de teams niet los gezien kan worden van samenwerking met inwoners; 6. dat interne samenwerking, in het licht van burgerparticipatie, betere resultaat oplevert indien de samenleving betrokken is, Draagt het college op: - de gelden die voor 2018 besteed worden aan teambuilding, mede in te zetten voor versterken van vaardigheden en attitude ten aanzien van burgerparticipatie en deze nadrukkelijk en aantoonbaar deel te laten uitmaken van het programma; - hierover in overleg te gaan met de Ondernemingsraad; - de raad te informeren over de resultaten van dit overleg, En gaat over tot de orde van de dag. Fractie GroenLinks, Janet Duursma De heer DE BOER (CDA) veronderstelt dat het gevraagde al onderdeel is van de bestaande praktijk. Wethouder HAVERKAMP was in de veronderstelling dat hij de vraag van de VVD al beantwoord had tijdens de informatieavond. Hij licht toe dat de frictiepot bedoeld is voor mensen die moeten uitstromen door Minderen met beleid. Hij is ontstaan door inbreng van premies van medewerkers voor IZA en dat betekent dat zij er zelf over beslissen. Hij herhaalt de toezegging, gedaan op de informatieavond, dat hij in het kader van de actualisatie van Minderen met beleid zal nagaan of de huidige hoogte van de pot nog nodig is in combinatie met dit budget. Wat betreft de motie is hij blij met dat deel van de opdracht waarin gevraagd wordt te overleggen met de OR. De gemeentesecretaris voert dat overleg. Zolang er nog geen overleg is geweest, kan het college de motie niet overnemen. Hij zal de raad informeren over de uitkomsten. Vooruitlopend daarop veronderstelt hij dat de OR erin mee zal gaan. Het college is positief over deze toevoeging aan teambuildingscursussen. De VOORZITTER constateert dat het college heeft gezegd zich te kunnen vinden in de motie, in die zin dat dit in werking treedt na overleg met de OR, en tevens dat het college de motie wil overnemen als de OR ermee akkoord gaat.
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 13
De heer HANSSEN (VVD) dankt het college voor de aanvulling. Hij is blij dat deze post mee wordt genomen bij de evaluatie van de frictiekosten in het kader van actualisatie van Minderen met beleid. Mevrouw DEN HERTOG (D66) heeft moeite met de motie omdat over de besteding van dit geld, opgebracht door medewerkers zelf, ook door hen beslist moet worden. Wethouder HAVERKAMP begrijpt dit bezwaar. Daarom zal de OR beslissen; als zij ertegen zijn, gaat het niet door. Als mevrouw DEN HERTOG (D66) zegt dat de motie dan overbodig is, voegt hij daaraan toe dat hij de motie ziet als een opdracht om dit punt in te brengen in de OR-vergadering. De VOORZITTER wijst erop dat de raad eerst besluit over het voorstel en vervolgens over de opdracht om met de OR te overleggen. Het college heeft bovendien toegezegd om te rapporteren over dit overleg. De heer DE BOER (CDA) vraagt nogmaals of er sprake is van een bestaande praktijk, namelijk om voor deze cursussen een doel te bepalen. Wethouder HAVERKAMP bevestigt dat het gevraagde al onderdeel zou moeten zijn van teamvorming, aangezien het college meer burgerparticipatie wil. Besluitvorming De VOORZITTER legt het voorstel ter besluitvorming voor en stelt vast dat alle fracties instemmen. Het voorstel is met algemene stemmen aangenomen. Aldus wordt besloten. De VOORZITTER legt de motie ter besluitvorming voor. De heer DE BOER (CDA) legt een stemverklaring af: het CDA stemt tegen omdat de motie overbodig is, aangezien het om een bestaande praktijk gaat. De heer HANSSEN (VVD) legt een stemverklaring af: de VVD stemt tegen, gehoord de toezegging van het college en vertrouwend op de secretaris in zijn overleg met de OR. De heer WITTEVEEN (CU) legt een stemverklaring af: de CU stemt tegen omdat het geld van medewerkers betreft. De raad moet hierover geen standpunt innemen. Mevrouw ROOK (GrP) legt een stemverklaring af: GrP stemt tegen hoewel de motie sympathiek is. De raad moet zich niet uitspreken over het geld van werknemers. De heer JOCHEMSEN (GB) legt een stemverklaring af: GB stemt voor omdat hij vertrouwen heeft in het overleg met de OR. De VOORZITTER stelt vast dat de fracties PvdA, GB, GL en SP voor stemmen en de fracties VVD, CDA, D66, GrP en CU tegen. De motie is verworpen met 11 stemmen voor en 16 tegen. Aldus wordt besloten.
8. Gelegenheid tot het stellen van vragen aan het college van burgemeester en wethouders De heer UIJTHOF (VVD) vraagt naar de trajectcontrole op de A12. In de gemeenteraad van Arnhem is op 18 maart een motie aangenomen waarin het college wordt opgedragen om bij de minister aan te dringen op het opnieuw instellen van de trajectcontrole. Net zoals Arnhemse wijken hebben ook Velp en Rozendaal last van de weg. Hij vraagt of het college van plan is om samen met Arnhem trajectcontrole te bepleiten in Den Haag. Wethouder TIEMENS antwoordt bij afwezigheid van wethouder Elsenaar. Zowel verkeersdeskundigen van de gemeente Arnhem als van Rheden verwachten dat het niet zal lukken om de overheid te overtuigen. Dat is uitgezocht. Ze vindt het echter logisch dat Rheden zich aansluit bij Arnhem. Zij zal contact zoeken met haar collega in Arnhem. De VOORZITTER sluit de vergadering om 23.20 uur.
Verslag Raadsvergadering 26 maart 2013, pagina 14