Gemeente Gaasterlân - Sleat Bestemmingsplan voetbalvereniging de Wâlde

Gemeente Gaasterlân - Sleat Bestemmingsplan voetbalvereniging de Wâlde

Gemeente Gaasterlân - Sleat Bestemmingsplan voetbalvereniging de Wâlde

Code:

08-18-03 /

24-03-09

GEMEENTE GAASTERLÂN - SLEAT 08-18-03 / 24-03-09 BESTEMMINGSPLAN VOETBALVERENIGING DE WÂLDE

TOELICHTING INHOUDSOPGAVE

blz

1.

INLEIDING

1

1. 1. 1. 1.

1. 2. 3. 4.

1 2 2 3

2.

BELEIDSKADER

2. 1. 2. 2. 2. 3. 3.

Aanleiding Huidige situatie Vigerende planologische regeling Leeswijzer

Nationaal beleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid

UITGANGSPUNTEN

3. 1. 3. 2. 3. 3.

4 4 4 5 6

Algemeen De randvoorwaarden Het ontwerp

6 6 6

4.

OMGEVINGSASPECTEN

8

4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4.

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

5.

PLANBESCHRIJVING

5. 1. 5. 2. 6.

Juridisch systeem Bestemmingen

UITVOERBAARHEID

6. 1. 6. 2. 7.

Algemeen Bodem Waterparagraaf Ecologie Archeologie Geluid Externe veiligheid Luchtkwaliteit Kabels en leidingen

Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid

OVERLEG EN INSPRAAK

7. 1. 7. 2.

Overleg Inspraak

BIJLAGE 1: Wateradvies

8 8 8 9 10 11 11 11 12 13 13 14 15 15 15 16 16 16

BIJLAGE 2: Overleg- en inspraakreacties BIJLAGE 3: Verslag voorlichtingsavond

08-18-03

blz 1

1. INLEIDING 1. 1. Aanleiding Voor u ligt het bestemmingsplan voetbalvereniging de Wâlde dat een juridisch - planologisch kader geeft voor de realisatie van een oefenveld ten zuiden van het huidige terrein van de voetbalvereniging (zie figuur 1).

Figuur 1.

De ligging van het plangebied

De voetbalvereniging de Wâlde is gevestigd aan de Ige Galamawei 24 te Oudega. Wat betreft de parkeervoorzieningen kampt de vereniging met ruimtegebrek. Tijdens wedstrijddagen parkeren bezoekers daarom langs de Ige Galamawei. Dit komt de verkeersveiligheid niet ten goede en leidt tot overlast voor omwonenden. Om de parkeerproblemen het hoofd te bieden is het plan opgevat om het huidige oefenveld, direct tegen de Ige Galamawei gelegen, te transformeren in een parkeerterrein. Ten zuiden van het bestaande hoofdveld, dat in zijn huidige vorm gehandhaafd blijft, zal een nieuw oefenveld worden aangelegd. Buro Vijn B.V.

Bestemmingsplan voetbalvereniging de Wâlde vastgesteld / 24-03-09

blz 2

08-18-03

1. 2. Huidige situatie De gronden waarop het nieuwe oefenveld is gesitueerd zijn momenteel in gebruik als weidegrond. Langs de oost- en westzijde van het plangebied liggen sloten. Ten noorden wordt het plangebied begrensd door het huidige sportcomplex van v.v. de Wâlde. Dit complex is omsloten door een bomenrij. De velden van de voetbalvereniging zijn gesitueerd in het bebouwingslint tussen Oudega en Elahuizen. De omgeving van het plangebied betreft een open weidegebied (zie figuur 2).

Figuur 2.

De omgeving van het plangebied

1. 3. Vigerende planologische regeling Het vigerende bestemmingsplan is het bestemmingsplan buitengebied (2004). Het bestaande terrein van de voetbalvereniging heeft hierin de bestemming ‘Doeleinden van sport en recreatie’. De realisatie van het parkeerterrein op het huidige oefenveld past binnen deze bestemming. De gronden waar het nieuwe oefenveld is gesitueerd hebben in het vigerende bestemmingsplan de bestemming ‘Agrarisch gebied in een open landschap’. Het vigerende bestemmingsplan staat de ontwikkeling van het nieuwe oefenveld niet toe. Om de ontwikkeling in het bestemmingsplan te regelen dient er een partiële herziening van het bestemmingsplan plaats te vinden. Het voorliggende bestemmingsplan heeft betrekking op de ontwikkeling van een oefenveld ten zuiden van het terrein van de voetbalvereniging de Wâlde in Oudega.


Buro Vijn B.V.

08-18-03

blz 3

1. 4. Leeswijzer Het bestemmingsplan is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 zal in eerste instantie ingegaan worden op het vigerende beleid dat als kader dient voor dit bestemmingsplan. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de uitgangspunten neergezet die in dit bestemmingsplan een juridische vertaling krijgen. Daarnaast moet met de uitwerking van de plannen rekening worden gehouden met de aanwezige milieu- en omgevingsaspecten waar de plannen invloed op kunnen hebben. Deze komen aan bod in hoofdstuk 4. Op basis van het beleid, de uitgangspunten en de milieu- en omgevingsaspecten, vindt in hoofdstuk 5 een vertaling plaats naar de regels en de verbeelding. In hoofdstuk 6 zal tenslotte ingegaan worden op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.

Buro Vijn B.V.


blz 4

08-18-03

2. BELEIDSKADER 2. 1. Nationaal beleid 2.1.1. Nota Ruimte De Nota Ruimte (formeel in werking sinds 27 februari 2006) bevat de visie en de belangrijkste doelstellingen daarbij van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020, met een doorkijk naar 2030. Het hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte scheppen voor verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak van Nederland. Het ruimtelijk beleid is gericht op vier algemene doelen: • de versterking van de internationale concurrentiepositie; • het bevorderen van krachtige steden en een vitaal platteland; • het borgen en ontwikkelen van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; • het borgen van de veiligheid. De gemeente Gaasterlân - Sleat maakt deel uit van het Nationaal Landschap Zuidwest - Friesland. Binnen een Nationaal Landschap geldt een ‘ja, mits-principe’. Dit houdt in dat er wel ontwikkelingen mogelijk zijn, maar dat hierbij de (kern)kwaliteiten van de Nationale Landschappen behouden moeten blijven of zelfs moeten worden versterkt. Een klein initiatief als deze tast de kwaliteiten van het Nationale Landschap niet aan. Het landelijk beleid heeft geen consequenties voor het voorgenomen initiatief. 2. 2. Provinciaal beleid 2.2.1. Streekplan Het ruimtelijk beleid van de provincie vormt een belangrijk kader voor het gemeentelijk (bestemmingsplan)beleid. Dit is onder meer neergelegd in het Streekplan Fryslân, vastgesteld op 13 december 2006. Bij het streven naar een vitaal platteland wordt ruimte geboden voor ontwikkelingen binnen de plaatselijke verhoudingen en kwaliteiten van het gebied. Er wordt getracht een duurzaam sociaal-economisch ontwikkelingsperspectief voor het platteland te vinden met behoud en versterking van de bestaande kwaliteiten van het gebied. De provincie streeft naar behoud en versterking van de leefbaarheid en de vitaliteit van het platteland. Dit komt onder andere tot uitdrukking in het streven naar verbetering van de bereikbaarheid van voorzieningen. Dit gebeurt door het draagvlak voor bovenlokale en regionale voorzieningen in de regionale centra te behouden en te versterken en in te zetten op bereikbaarheid van deze voorzieningen vanuit de kleine kernen. Verder wordt uitbouw en verbetering van vrijetijdsvoorzieningen belangrijk geacht.


Buro Vijn B.V.

08-18-03

blz 5

In Gaasterland, waarin het plangebied ligt, is nog niet alle Ecologische Hoofdstructuur (EHS) concreet begrensd. Hier wordt tot 2018 op basis van gemaakte afspraken en een puntensysteem experimentele invulling gegeven aan de EHS. Daarnaast zijn recent in overeenstemming met belanghebbenden kleine correcties van de EHS begrenzing toegepast. Momenteel ligt het plangebied niet binnen of bij de EHS. Volgens het streekplan ligt het plangebied binnen een hinderzone van een straalpad. Bij de uitwerking van het plan dient hiermee rekening te worden gehouden. 2. 3. Gemeentelijk beleid Het beleid van de gemeente omtrent sportvoorzieningen is niet in specifieke plannen vastgelegd. Het beleid komt er op neer dat er een spreiding van de sportaccommodaties over de gemeente wordt nagestreefd. Daarnaast wil de gemeente de grond van de sportvoorzieningen zelf in eigendom hebben. In dat kader is de gemeente momenteel bezig met het aankopen van alle gronden van het voetbalpark van de voetbalvereniging de Wâlde.

Buro Vijn B.V.


blz 6

08-18-03

3. UITGANGSPUNTEN 3. 1. Algemeen Om te komen tot de gewenste invulling van het gebied, heeft er vanaf het begin nauwe samenwerking plaatsgevonden tussen verschillende belanghebbende partijen. In overleg met de huidige grondeigenaar van het oefenveld, de voetbalvereniging, de provincie en de BAM is gekomen tot een definitief ontwerp. 3. 2. De randvoorwaarden Een deel van het open weidegebied wordt omgezet in sportveld. De ligging van het plangebied in een open weidegebied vraagt om een goede afstemming en inpassing. Bij de realisatie van het oefenveld worden er geen sloten gedempt. Ten behoeve van de aanleg van het veld wordt de graszode van het huidige weiland met maximaal 30 cm afgegraven. Vervolgens zal hier een pakket van 60 tot 100 cm nieuwe grond op aangebracht worden. 3. 3. Het ontwerp Het totale plan voorziet in de aanleg van parkeerplaatsen langs de Ige Galamawei en verplaatsing van het oefenveld naar de zuidzijde van het voetbalveld. Dit bestemmingsplan heeft alleen betrekking op de aanleg van het oefenveld.

Figuur 3.

Het ontwerp


Buro Vijn B.V.

08-18-03

blz 7

In de omgeving van het plangebied is het gebruikelijk om bebouwing en overige functies van zijn omgeving af te schermen door middel van een bomenrij. Het huidige voetbalveld is ook op deze wijze afgeschermd. Bij de aanleg van het nieuwe oefenveld zal de huidige bomenrij om het bestaande sportveld, worden doorgetrokken. Hierdoor wordt van het hoofd- en oefenveld een samenhangend geheel gecreëerd. Het geheel wordt hierdoor landschappelijk ingepast.

Buro Vijn B.V.


blz 8

08-18-03

4. OMGEVINGSASPECTEN 4. 1. Algemeen Het uitgangspunt is dat met de voorgenomen ontwikkelingen een goede omgevingssituatie ontstaat. Daarom zijn in het kader van dit bestemmingsplan de (wettelijk) noodzakelijke toetsen verricht. 4. 2. Bodem Verdachte plekken met betrekking tot de kwaliteit van de bodem dienen in het kader van de Wet bodembescherming bij ruimtelijke plannen en projecten te worden gesignaleerd vanuit een goede ruimtelijke ordening. Het nieuwe oefenveld is gepland op een perceel dat voor zover bekend altijd weiland is geweest. Het perceel kan derhalve worden aangemerkt als een onverdachte locatie. Uit de bodemkwaliteitskaart blijkt dat deze locatie in de bodemkwaliteitszone veen ligt. Zowel de boven- als ondergrond van deze zone kan als multifunctionele grond beschouwd worden. Dus ook geschikt voor een sportveld. De gemeente heeft in haar bodembeheerplan een vrijstellingsregeling voor bodemonderzoek bij bouwvergunningen opgenomen. Alleen in oude historische kernen en op verdachte locaties moet bodemonderzoek uitgevoerd worden. Op onverdachte locaties is dit niet nodig. Bodemonderzoek ter plaatse van het nieuwe oefenveld is dan ook niet noodzakelijk. 4. 3. Waterparagraaf Het aspect water is in de afgelopen jaren steeds meer op een integrale wijze benaderd. In de startbijeenkomst Waterbeleid in de 21e eeuw is in 2001 vastgelegd dat bij de totstandkoming van ruimtelijke plannen rekening moet worden gehouden met de belangen van het water. Een belangrijke ontwikkeling in het waterbeleid is de Watertoets. Het kader voor de Watertoets wordt gevormd door het vigerende beleid zoals geformuleerd in de Vierde Nota Waterhuishouding, Waterbeleid 21e eeuw, de Europese Kaderrichtlijn water, de Nota Ruimte en de beleidslijn Ruimte voor de rivier. Het doel van de Watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen meer expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. De ‘winst’ die wordt behaald bij de Watertoets, ligt bij de vroegtijdige betrokkenheid en informatievoorziening. Het plangebied valt in het werkgebied van het Wetterskip Fryslân. Het Wetterskip is geïnformeerd over het initiatief. In de bijlage 1 is het wateradvies van het waterschap opgenomen. Het waterschap geeft een positief advies.


Buro Vijn B.V.

08-18-03

blz 9

Het Wetterskip geeft aan dat er buiten het bestemmingsplangebied nieuw verhard oppervlak wordt gecreëerd in de vorm van de parkeerplaatsen. Het Wetterskip geeft aan dat 10% van het nieuwe verharde oppervlak gecompenseerd moet worden in nieuw oppervlaktewater. De parkeerplaatsen worden circa 2.475 m2 groot. Het waterschap geeft aan dat 10% van dit oppervlak gecompenseerd dient te worden. Dit betekent dat er 247 m2 nieuw oppervlaktewater gegraven moet worden. Langs de zuidzijde van het nieuwe oefenveld wordt een nieuwe watergang gegraven met een breedte van 4,50 m. De sloot wordt 100 m lang. In totaal wordt er dus 450 m2 nieuw oppervlaktewater gegraven en wordt er ruim voldoende compensatie geboden. Omdat de sloten aan weerszijden van het oefenveld een verschillend peil hebben wordt in de sloot een dam aangelegd. 4. 4. Ecologie Bij nieuwe ruimtelijke plannen moet rekening worden gehouden met Europees en nationaal beleid en wetgeving op het gebied van de natuurbescherming. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Voor wat betreft de gebiedsbescherming gaat het om de bescherming van gebieden die zijn aangewezen als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur (EHS) en/of om gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000gebied. De soortenbescherming vindt primair plaats via de Flora- en faunawet. Op grond van deze wet mogen beschermde dieren en planten - die in de wet zijn aangewezen - niet gedood, gevangen, verontrust, geplukt of verzameld worden en is het niet toegestaan om nesten, holen of andere vaste verblijfplaatsen van beschermde dieren te beschadigen, vernielen of te verstoren. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan op bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijst soorten zijn deze voorwaarden zeer streng. Het plangebied waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft, is gelegen in het open weidegebied ten zuiden van het bebouwingslint tussen Oudega en Elahuizen. De dichtstbijzijnde natuur betreft de ecologische verbindingszone bij Wiede Rien. Deze ligt op een afstand van circa 650 m. Vanuit het oogpunt van gebiedsbescherming zijn er dan ook geen belemmeringen te verwachten. Het plangebied is momenteel in gebruik als weidegrond. In het gebied worden ten aanzien van de soortenbescherming geen bijzondere soorten verwacht. Bij uitvoering van de werkzaamheden bestaat het risico dat eventuele broedende vogels verstoord worden. Vanuit de Flora- en faunawet is verstoring van broedende vogels verboden, en hiervoor kan ook geen ontheffing worden verkregen.

Buro Vijn B.V.


blz 10

08-18-03

Door de werkzaamheden buiten het broedseizoen te starten, wordt overtreding van de Flora- en faunawet voorkomen. Bij start van de werkzaamheden in het broedseizoen zou eerst door een gekwalificeerd persoon vastgesteld moeten worden dat zich geen nesten in het hierdoor verstoorde gedeelte van het plangebied aanwezig zijn. De meeste negatieve effecten kunnen worden voorkomen door middel van een zorgvuldige planning van de werkzaamheden gericht op het werken buiten de kwetsbare perioden. Hiermee wordt tevens voldaan aan de zorgplicht. Ondanks dat er geen bijzondere soorten worden verwacht, is niet volledig uit te sluiten dat tijdens de werkzaamheden beschermde soorten worden waargenomen. Om de risico's zoveel mogelijk te verkleinen zal vlak voordat de werkzaamheden beginnen, het terrein worden gecontroleerd op de aanwezigheid van beschermde soorten. 4. 5. Archeologie Op grond van het Verdrag van Malta en de daaruit vloeiende wijziging van de Monumentenwet, dient te worden gekeken naar de archeologische waarden in het plangebied. De provincie Fryslân heeft in dit kader de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) vastgesteld. De FAMKE bestaat enerzijds uit de Archeologische Monumentenkaart (AMK), waarop de reeds bekende archeologisch waardevolle gebieden staan aangegeven, en anderzijds uit de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW), met daarop de kans op het aantreffen van archeologische waarden. De FAMKE is onderverdeeld in twee kaarten: de advieskaart steentijdbronstijd en de advieskaart ijzertijd-middeleeuwen. Volgens de FAMKE ligt het plangebied voor wat betreft de periode steentijd-bronstijd in een gebied waar zich archeologische resten uit de steentijd vlak onder de oppervlakte kunnen bevinden. Deze resten worden afgedekt door een dun veen- of kleidek. De conservering van eventueel aanwezige resten is nu nog goed, maar de archeologische resten zijn wel zeer kwetsbaar. Voor wat betreft de periode ijzertijd-middeleeuwen kunnen zich archeologische resten bevinden uit de periode midden-bronstijd - vroege Middeleeuwen. Het gaat hier dan met name om vroeg- en vol-middeleeuwse veenontginningen. Daarbij bestaat de kans dat er zich huisterpjes uit deze tijd in het plangebied bevinden. Ook de wat oudere boerderijen kunnen archeologische sporen of resten afdekken, hoewel de veengronden eromheen al afgegraven zijn. Voor beide periodes wordt door de FAMKE een onderzoek geadviseerd. Echter alleen de huidige graszode zal bij de aanleg van het oefenveld verwijderd worden, waarna er nieuwe grond wordt opgebracht. Dit betekent dat er minder dan 30 cm wordt afgegraven.


Buro Vijn B.V.

08-18-03

blz 11

Met de provincie is in overleg overeengekomen dat er met deze geringe diepte geen archeologisch onderzoek uitgevoerd hoeft te worden. 4. 6. Geluid Ten aanzien van het aspect geluid is de Wet geluidhinder van kracht. Doel van deze wet is het terugdringen van hinder als gevolg van geluid en het voorkomen van een toename van geluidhinder in de toekomst. Met de aanleg van het oefenveld wordt de geluidsbelasting van het bestaande oefenveld verplaatst van voor bij de weg naar achter het hoofdveld. De geluidsbelasting van het oefenveld komt hiermee verder van de omliggende woningen te liggen. Volgens het boek ‘Bedrijven en Milieuzonering 1 dient er voor sportvelden een afstand van 50 m ten opzichte van woningen in acht te worden genomen. Het oefenveld voldoet hier ruimschoots aan. 4. 7. Externe veiligheid Op 27 oktober 2004 is de nieuwe AmvB Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen in werking getreden. Hierin is het externe veiligheidsbeleid voor inrichtingen vastgelegd. Een belangrijke consequentie van deze AMvB voor het bestemmingsplan is dat er bij het opstellen van een bestemmingsplan rekening moet worden gehouden met het feit dat er geen kwetsbare functies binnen een 10-6-risicocontour van een gevaarzettende functie worden gepland. Bovendien moet gekeken worden naar de beperkt kwetsbare functies binnen zo’n contour. Het oefenveld betreft een beperkt kwetsbaar object. Uit de Risicokaart Fryslân blijkt dat voor deze locatie geen risicofactoren aanwezig zijn. Het oefenveld zelf kan ook niet worden aangemerkt als een risico voor zijn omgeving. De regeling met betrekking tot de externe veiligheid vormt dan ook geen belemmering voor de aanleg van een oefenveld bij de voetbalvereniging de Wâlde. 4. 8. Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is een wijziging van de Wet milieubeheer in werking getreden. Een onderdeel van deze wet betreft luchtkwaliteit en vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit. De Wet milieubeheer voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. 1

Bedrijven en Milieuzonering, VNG, april 2007

Buro Vijn B.V.


blz 12

08-18-03

Luchtkwaliteitseisen vormen onder de Wet milieubeheer geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als: • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt; • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL; • een project ‘niet in betekenende mate’ bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze ‘niet in betekenende mate’ bijdragen aan de luchtverontreiniging 2 . Projecten die ‘niet in betekenende mate’ bijdragen aan de luchtverontreiniging mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. De aanleg van een oefenveld draagt ‘niet in betekenende mate’ bij aan de luchtverontreiniging. Het aspect luchtkwaliteit vormt dan ook geen belemmering voor het voorgenomen initiatief. 4. 9. Kabels en leidingen Het plangebied valt binnen een straalpad. Volgens het vigerende bestemmingsplan geldt er hierbij een maximale bouwhoogte van 40 m. In het onderhavige bestemmingsplan worden lichtmasten opgericht met een maximale hoogte van 15 m. Het straalpad heeft derhalve geen consequenties voor het voorgenomen plan.

2

Een project draagt ‘niet in betekenende mate’ bij aan de luchtverontreiniging als de 1% grens niet wordt overschreden. De 1% grens is gedefinieerd als 1% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 3 0,4 microgram/m , voor zowel PM10 als NO2.


Buro Vijn B.V.

08-18-03

blz 13

5. PLANBESCHRIJVING 5. 1. Juridisch systeem In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten. In dit hoofdstuk wordt de inhoud van de bestemmingen (de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden) toegelicht en wordt aangegeven hoe de uitgangspunten hun juridische vertaling in het eigenlijke plan hebben gekregen. De bestemmingen zijn juridisch vastgelegd in de tekst van de regels en in beeld op een verbeelding. Verbeelding en regels zijn één geheel en niet afzonderlijk leesbaar. 5.1.1. SVBP 2008 Het bestemmingsplan is opgezet als een digitaal raadpleegbaar plan volgens de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008). Deze standaard - welke slechts een systematische standaardisering betreft en geen inhoudelijke standaard is - is verplicht in het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de daarop gebaseerde Ministeriele regeling ruimtelijke instrumenten. Deze digitale versie is onder andere bedoeld om de burger via het Internet informatie te verschaffen omtrent het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheidsinstanties. 5.1.2. Nieuwe Wet ruimtelijke ordening Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wro zijn een aantal essentiële onderdelen in het bestemmingsplan veranderd. In dit bestemmingsplan zijn al deze wijzigingen overgenomen, waarmee het plan voldoet aan de nieuwe Wro. Bovenbedoelde essentiële onderdelen zijn onder meer: • Het vervallen van de gebruiksbepaling en de strafbepaling. Deze is opgenomen in de nieuwe Wro. • Een gestandaardiseerde bepaling met betrekking tot het overgangsrecht en de anti-dubbeltelbepaling. De tekst hiervan is integraal overgenomen uit het nieuwe Bro. • Het vervallen van de uitsluiting van de aanvullende werking van de Bouwverordening. Bepalingen met betrekking tot bijvoorbeeld erf- en terreinafscheidingen die vooreerst aan de Bouwverordening konden worden overgelaten, worden nu in het bestemmingsplan geregeld. • Binnenplanse vrijstellingen worden nu ontheffingen genoemd. De regels bevatten allereerst een bestemmingsomschrijving. Hierin is per bestemming uitgewerkt voor welk doel of doeleinden de gronden mogen worden benut. Naast de bestemmingsomschrijving zijn in de regels bouwregels, aanlegvergunningen en gebruiksregels opgenomen.

Buro Vijn B.V.


blz 14

08-18-03

In de bouwregels zijn - gerelateerd aan de toegelaten gebruiksfuncties - eisen gesteld aan hoogte, aard, nadere situering, diepte aantal bouwlagen, etc. van gebouwen en bouwwerken. In de regels is het mogelijk om daarnaast een aantal aanleg- en sloopvergunningstelsel(s) op te nemen voor het uitvoeren van in de regels omschreven werkzaamheden. De gebruiksregels verbieden bepaalde vormen van gebruik binnen een bestemming (specifieke gebruiksregels) dan wel alle gebruik in strijd met de gegeven bestemming (algemene gebruiksregels). 5.1.3. 10%-regeling Bij hoge uitzondering kan door middel van ontheffing worden toegestaan dat van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, wordt afgeweken.Het gaat dan om incidentele gevallen, waarbij het om bouwtechnische redenen en/of redenen van doelmatigheid noodzakelijk wordt geacht en aantoonbaar is, dat in geringe mate van de gegeven maten moet worden afgeweken. 5. 2. Bestemmingen In deze paragraaf wordt een korte toelichting gegeven op de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de bestemming. Sport Binnen de bestemming ‘Sport’ is de aanleg van een sportveld inclusief lichtmasten toegestaan. Daarnaast is het oprichten van groenvoorziening ten behoeve van de landschappelijke inpassing binnen de bestemming mogelijk. Op het terrein is geen bebouwing toegestaan. De voorzieningen behorende bij het sportterrein zijn geregeld op het bestaande terrein in het bestemmingsplan Buitengebied Gaasterlân - Sleat.


Buro Vijn B.V.

08-18-03

blz 15

6. UITVOERBAARHEID Bij de uitvoering van een plan kan in zijn algemeenheid onderscheid worden gemaakt tussen de economische uitvoerbaarheid en de maatschappelijke uitvoerbaarheid. Bij de eerste gaat het om de kosten en andere economische aspecten die met de verwezenlijking van het plan samenhangen. Bij het tweede gaat het er om hoe de verwezenlijking door de maatschappij (overheid en burgers samen) wordt gedragen. 6. 1. Economische uitvoerbaarheid De gemeente heeft de grond waarop het oefenveld wordt aangelegd aangekocht. De rest van de gronden van de voetbalvereniging, waarop het hoofdveld en het toekomstige parkeerterrein zijn gevestigd zijn eigendom van een particulier. De gemeente heeft als doel om ook deze gronden aan te kopen. Voor het aanschaffen van de gronden heeft de gemeente geld gereserveerd in de begroting. Daarnaast zal de gemeente ook zorg dragen voor de landschappelijke inpassing van het veld. De voetbalvereniging draagt zelf de kosten voor de aanleg van het oefenveld. 6. 2. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan doorloopt de in de Wro opgenomen bestemmingsplanprocedure. In het kader van het vooroverleg is het voorontwerp bestemmingsplan daarom opgestuurd naar de overlegpartners. Daarnaast is in deze periode eenieder de mogelijkheid geboden om inspraakreacties op het voorontwerp te geven. Ten aanzien van alle ingekomen reacties is een standpunt bepaald, waarvan de resultaten in het bestemmingsplan verwerkt zijn. Vervolgens wordt het ontwerp bestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid voor het indienen van zienswijzen door eenieder (dus ook door de overlegpartners). Eventueel ingekomen zienswijzen worden al dan niet verwerkt in het bestemmingsplan en het plan wordt door de gemeenteraad vastgesteld, binnen 12 weken na terinzagelegging. De indieners van de zienswijzen worden hiervan op de hoogte gesteld. Uiteindelijk is tegen het bestemmingsplan beroep mogelijk bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Buro Vijn B.V.


blz 16

08-18-03

7. OVERLEG EN INSPRAAK 7. 1. Overleg In het kader van het vooroverleg is het voorontwerp van het Bestemmingsplan voetbalvereniging de Wâlde voorgelegd aan de volgende instanties: 1. Provincie Fryslân; 2. Wetterskip Fryslân; 3. VROM-Inspectie. De schriftelijke reacties worden hieronder samengevat weergegeven. Tevens zijn ze voorzien van een gemeentelijke reactie. Alle ontvangen reacties zijn in bijlage 2 bij de toelichting aan het plan toegevoegd. Ad 1. Provincie Fryslân De provincie geeft aan blij te zijn met de passende landschappelijke inpassing van de oefenhoek. Wel adviseert de provincie om in de toelichting meer aandacht te besteden aan de wijze van inpassing. Daarnaast adviseert de provincie de groenvoorziening juridisch te borgen door een aparte groenbestemming of aanduiding op te nemen. Tenslotte adviseert de provincie om in de paragraaf uitvoerbaarheid aandacht te besteden aan de wijze en financiering van de uitvoering. (cat 2) Reactie:

In de regels zullen wij opnemen dat de groenvoorziening binnen de bestemming ‘Sport’ opgericht mag worden. Een specifieke bestemming of aanduiding achten wij niet nodig. Gezien de afspraken tussen de gemeente en de voetbalvereniging achten wij de aanleg van de groenvoorziening voldoende gewaarborgd. In de toelichting zullen we meer aandacht besteden aan de wijze van inpassing en de kosten voor de groenvoorziening.

Ad 2. Wetterskip Fryslân Het Wetterskip geeft aan dat hun wateradvies van 9 oktober 2008 integraal in het bestemmingsplan is opgenomen. Voor het Wetterskip geeft het plan dan ook geen reden tot het maken van opmerkingen. Reactie:

Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.

Ad 3. VROM-Inspectie De VROM-Inspectie geeft aan dat de rijksdiensten geen opmerkingen hebben. Reactie:

Deze reactie wordt ter kennisneming aangenomen.

7. 2. Inspraak Het voorontwerp van het bestemmingsplan ‘voetbalvereniging de Wâlde’ heeft met ingang van 24 oktober 2008 op grond van het gestelde in de In-


Buro Vijn B.V.

08-18-03

blz 17

spraakverordening van de gemeente Gaasterlân - Sleat gedurende zes weken ter inzage gelegen. De tervisielegging is bekendgemaakt in de Balkster Courant van 23 oktober 2008 en in het publicatiekastje bij het gemeentehuis te Balk. Voorts is het plan gedurende deze periode beschikbaar gesteld via de gemeentelijke internetsite. Tijdens voornoemde periode zijn ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende rechtspersonen (belanghebbenden) in de gelegenheid gesteld een mondelinge of schriftelijke zienswijze over het voorontwerp van het betreffende bestemmingsplan kenbaar te maken. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. Hoewel niet primair bedoeld als inspraak, heeft de gemeente op 1 oktober 2008 in de kantine van v.v. de Wâlde een voorlichtingsavond gehouden over de plannen, waarbij ook de verplaatsing van het bestaande parkeerterrein is opgevoerd. Tijdens deze avond zijn door diverse personen vragen gesteld en van een reactie voorzien. Voor de volledigheid is het verslag van deze avond als bijlage 3 toegevoegd. ===

Buro Vijn B.V.


BIJLAGE 1 Wateradvies

BIJLAGE 2 Overleg- en inspraakreacties

BIJLAGE 3 Verslag voorlichtingsavond

Gemeente Gaasterlân - Sleat Bestemmingsplan voetbalvereniging de Wâlde

Recommend Documents