Gemeente Deerlijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Sportcomplex Stationswijk
februari 2011, definitieve vaststelling
Colofon
Formele procedure
Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32 56 24 16 16 - fax +32 56 22 89 03
[email protected]
Plenaire vergadering voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: 19 april 2010
Ontwerpers: Kathy Helsen Griet Lannoo
Openbaar onderzoek van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: van 5 augustus 2010 tot op 3 oktober 2010
Voorlopige vaststelling van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van 8 juli 2010.
Advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO): 15 december 2010 Definitieve vaststelling van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van: Opdrachtgever: Gemeente Deerlijk
Definitieve goedkeuring van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan:
De Burgemeester: Claude Croes
De Schepen van Ruimtelijke Ordening: Carl De Donder
De bundel van dit ruimtelijk uitvoeringsplan bestaat uit een toelichtingsnota, verordenende stedenbouwkundige voorschriften,een grafisch verordenend plan en een onteigeningsplan. Alle onderdelen maken deel uit van de goedkeuring van de Deputatie van de provincie West-Vlaanderen.
De Gemeentesecretaris: Trees Longueville
2
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Het onteigeningsplan wordt gekoppeld aan het ruimtelijk uitvoeringsplan en kan na goedkeuring van het RUP door de Deputatie ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Vlaamse regering.
Leiedal, februari 2011
Inhoudsopgave
11.
12. 1.
2.
3.
Situering
Feitelijke toestand
Juridische toestand
Verordenend grafisch plan, stedenbouwkundige voorschriften en onteigeningsplan
47
Motivatie onteigeningsplan
53
4
8
14
Figurenindex figuur 1: Situering
5
figuur 2: Orthofoto
7
figuur 3: Feitelijke toestand
9
figuur 4: Waterlopen
10
figuur 5: Reliëf
10
figuur 6: Bodemsamenstelling
11
figuur 7: Atlas der buurtwegen
14
figuur 8: Gewestplan
14
figuur 9: Aangrenzende BPA’s
15
figuur 10: GRS - gewenste structuur open-ruimtegebied ten
4. 4.1
Planningscontext
4.3
18
figuur 12: Screening Plan-MER
21
17
figuur 13: Waterhoofdstuk
23
figuur 14: Inrichtingsvoorstel
29
figuur 15: Bereikbaarheid sportcomplex
31
figuur 16: Aanduiding telpunten
34
figuur 17: Actiepunten opwaardering Stationsstraat
39
figuur 18: Waterhoofdstuk
42
figuur 19: planbaten, planschade
44
figuur 20: Verordenend plan
46
Verenigbaarheid met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Deerlijk
17
5.
Technische screening
5.1
Buurtwegentoets
20
5.2
Screening Plan-MER
20
5.3
Watertoets
22
20
6.
Planningsopties
6.1
Programma
6.2
Visie en stedenbouwkundige randvoorwaarden
26
6.3
Inrichtingsplan
28
7.
Toetsing aan de randvoorwaarden
7.1
Optimale bereikbaarheid voor alle weggebruikers
30
7.2
Kwaliteit voor de woonomgeving
40
7.3
Respect voor kwalitatieve ruimtelijke elementen
40
7.4
Lokale behoefte
40
8.
Op te heffen plannen
43
9.
Ruimtebalans
43
10.
Planbaten en planschade
45
Leiedal, februari 2011
16
figuur 11: GRS - gewenste toeristisch recreatieve structuur
Verenigbaarheid met het het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen
zuiden van E17
17
Verenigbaarheid met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
4.2
17
24 24
30
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
3
1.
Situering
Onderwerp van het RUP De gemeente Deerlijk wil, in uitvoering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan, op korte termijn een nieuw outdoor sportcomplex ontwikkelen. Een eerste ruimtelijke afweging vanuit het GRS geeft de open ruimte aansluitend op de Stationswijk aan als voorkeurlocatie voor het nieuwe complex. Bijkomend onderzoek, uitgevoerd in juni 2009, heeft de haalbaarheid van deze locatie aangetoond op ruimtelijk en juridisch vlak, en ook op vlak van mobiliteit. In navolging van de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek wordt een ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt om een planologische basis te geven voor de realisatie van het terrein.
Ligging van het plangebied Het plangebied is gelegen centraal in de gemeente, op relatief gelijke afstand tussen de kernen Deerlijk, Sint-Lodewijk en Belgiek. Het terrein sluit aan bij de kern Stationswijk.
4
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
figuur 1: Situering
Voetbalvelden centrum Deerlijk
Oefenveld Belgiek
Voetbalveld Sint-Lodewijk
025 50100 Meters
schaal: 1:20.000 Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
5
Begrenzing van het plangebied Het plangebied grenst aan de Stationswijk. De Stationswijk is een gehucht van Deerlijk gelegen ten zuiden van de E17. Vanop de E17 wordt de wijk gedomineerd door de meubelgigant Gaverzicht. De Stationswijk heeft zich ontwikkeld langs de Stationsstraat die de N36 kruist in het noorden. De Pladijsstraat verbindt de Stationswijk (in het zuiden van de gemeente) met Sint-Lodewijk. Het plangebied wordt begrensd door: • In het noorden: de Tapuitstraat • In het oosten: de perceelsbegrenzing van een aantal landbouwgronden; aan het plangebied paalt een hoeve • In het zuiden: Stationsplein en Sint-Elooisstraat • In het westen: de achter- en zijperceelsgrenzen van een aantal woningen en villa’s
6
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
figuur 2: Orthofoto
0
25
50
Leiedal, februari 2011
100 Meters
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
7
2.
Feitelijke toestand
Open ruimte Het gebied waar de gemeente het nieuwe sportcomplex wenst aan te leggen bestaat uit een aantal onbebouwde percelen, samen ongeveer 10 ha. De gronden zijn momenteel nog in gebruik voor agrarische activiteiten. De percelen zijn wel niet meer in handen van landbouwers. Een aantal private eigenaars hebben de gronden in het verleden speculatief aangekocht, op basis van het gewestplan. De gronden zijn op het gewestplan bestemd als woonuitbreidingsgebied. De eigenaars hielden de gronden in portefeuille vanuit de overtuiging dat het woonuitbreidingsgebied ooit zou worden omgevormd tot volwaardige bouwgrond (woongebied). Dit lijkt helaas niet meer evident, aangezien de Stationswijk niet werd opgenomen in het stedelijk gebied. Onder meer vanuit deze kennis heeft het gemeentebestuur beslist om in het GRS op deze plek de prioritaire locatie voor het nieuwe sportcomplex aan te duiden. Indien deze functie niet wordt gerealiseerd, worden de gronden bevroren voor woonfuncties en blijven ze in gebruik voor agrarische activiteiten.
Bebouwde ruimte Het plangebied wordt aan drie kanten begrensd door bebouwing en één meer open zijde.
8
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
•
De westelijke grens wordt bepaald door drie recent ontwikkelde woonwijken die werden verkaveld achter de bebouwing van de Stationsstraat. Twee wijken bestaan grotendeels uit alleenstaande woningen van één bouwlaag hoog. De meest noordelijke wijk werd opgebouwd uit een aantal rijwoningen en koppelwoningen. Tussen twee wijken in ligt een speelveldje op de grens met het plangebied. Er wordt voorgesteld om dit speelveldje te integreren in de ontwikkeling van het sportcomplex.
•
In het noorden wordt de omgeving bepaald door de 9 m hoge gevel (max. toegelaten bouwhoogte volgens BPA = 12 m) van het gebouwencomplex van de handelszaak ‘Gaverzicht’. Deze gekende meubelzaak trekt wekelijks en vooral in het weekend heel wat kopers aan, maar ook bezoekers die op zondag aan funshopping doen. In de hoek van het complex bevindt zich de tuin- en decoratiezaak ‘Gaverdal’.
•
De schroothandel Casier domineert in het zuiden. Het bedrijventerrein heeft zich gevestigd op de gronden tussen de Sint-Elooisstraat en het spoor KortrijkBrussel. Op de hoek met het Stationsplein ligt het kantoor en een aantal andere bedrijfsgebouwen. Het merendeel van de site bestaat echter uit grote hopen schroot die via de weg, het spoor en het water (Kanaal Bossuit-Kortrijk, gelegen op één km van de site) worden af- of aangevoerd. Er werd een aantal jaren geleden een ruime buffer (een wand afgewerkt met een groenberm en bomen) aangelegd naar het plangebied. Hierdoor zijn de schroothopen veel minder zichtbaar dan aan de zijde van het spoor. De buffer dient ook als geluidsscherm.
•
In het oosten ligt een cluster van hoeves, omgeven door groen. Iets verder van het plangebied vinden we een aantal dicht bebouwde landelijke woonlinten.
Leiedal, februari 2011
figuur 3: Feitelijke toestand
ing ht rk rzic a p ve Ga
au
7
E1
l
ne
s to
g we
Meubelzaak Gaverzicht
tuin- en Decoratiezaak Gaverdal
ing ht rk rzic a p ve Ga
p Ta
ui
t
ra st
at
cluster van hoeves
speelveld
Sta
t
i
tio
oo
nst
l -E nt
a ra st
raa
Si
t
schroothandel Casier Stationsplein
0
25
50
Leiedal, februari 2011
100 Meters
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
9
Ontsluiting
figuur 4: Waterlopen
Twee wegen ontsluiten het plangebied. Het zijn de Tapuitstraat en de Sint-Elooisstraat. De Tapuitstraat sluit op een veilige manier aan op de Stationsstraat. Dit kan minder gezegd worden van de Sint-Elooisstraat. De reden hiervoor is de beperkte zichtbaarheid door de kromming van de Stationsstraat. Beide wegen functioneren als lokale wegen. Vanuit ruimtelijk oogpunt wordt de voorkeur gegeven aan de Tapuitstraat als de hoofdontsluiting van het sportcomplex. Er is ook ruimte om de weg te verbreden om het verkeer in beide richtingen te vergemakkelijken en een vrijliggend fietspad en voetpad aan te leggen. Bijkomend onderzoek over de verkeersdruk in de Tapuitstraat moet uitsluitsel geven over de toegang tot het sportcomplex. In het hoofdstuk 6.1 over ‘bereikbaarheid’ wordt dieper ingegaan op het mobiliteitsaspect van de site. De woonwijken grenzend aan het plangebied ontsluiten op de Stationsstraat. Twee wijken takken rechtstreeks aan op de Stationsstraat. De derde wijk is bereikbaar via het Stationsplein.
0
25
50
100 Meters
Gaverzicht beschikt over twee grote parkings langs weerszijden van de Stationsstraat: een hoofdparking op het perceel (350 pp) en een tweede parking (150 pp) aan de overzijde van de weg. De parkings grenzen beiden aan de E17. Hierdoor blijft de Stationswijk grotendeels bespaard van het winkelverkeer, dat meestal van en naar de N36 (richting E17) rijdt. De afwikkeling van het verkeer brengt relatief weinig problemen met zich mee, omdat de twee periodes (winkelverkeer en werkverkeer) elkaar afwisselen. Tijdens de werkweek is de verkeersdrukte in de Stationsstraat vrij hoog omwille van het lokale bestemmingsverkeer, maar wordt er een laag bezoekerscijfer genoteerd in de meubelzaak. Omgekeerd, in de drukke periodes (weekends, feestdagen) voor Gaverzicht, is het doorgaand verkeer in de straat kleiner. Om het verkeer vlot te laten verlopen werden de in- en uitrit van de hoofdparking gesplitst. De inrit bevindt zich langs de Stationsstraat, het terrein verlaten gebeurt langs de Tapuitstraat. De hoeve langs de grens van het plangebied is bereikbaar via de Sint-Elooisstraat. Via dezelfde wegel wordt nog een andere hoeve ontsloten. De toegang van de derde hoeve bevindt zich langs de Tapuitstraat.
figuur 5: Reliëf
Reliëf, bodem en water
Legende
Het is een vlak terrein. Om deze reden is het dan ook geschikt voor de aanleg van een outdoor sportcomplex.
plangebied 14 - 15
De samenstelling van de bodem is gevarieerd. De meer noordelijk gelegen gronden zijn vochtige zandgronden, maar het merendeel van het terrein is vochtige zandleemgrond. Deze vrij natte grond is niet de meest geschikte onderlaag voor voetbalvelden, maar het is zeker mogelijk, mits voldoende drainage, om op deze ondergrond kwalitatieve velden (eventueel met kunstgras) aan te leggen. Het draineren zorgt weliswaar voor een verdroging van de gronden, waardoor bijkomend hemelwater en grondwater wordt afgevoerd. Dit afvoeren van water zal moeten worden gebufferd alvorens het in de Veemeersbeek kan worden geloosd. Op die manier wordt vermeden dat eventuele wateroverlast wordt afgewenteld op het naastliggende agrarische gebied.
15 - 16 16 - 17 17 - 18 18 - 19 19 - 20
Er lopen geen beken met een categorisering 1 of 2 door het terrein. Wel loopt een beek categorie 3, de Veemeersbeek, door het plangebied. Er bevinden zich ook een aantal grachten op het plangebied. Ze komen samen in de poel naast de hoeve.
20 - 21 21 - 22 22 - 23
0
10
25
50
100 Meters
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
figuur 6: Bodemsamenstelling
Legende plangebied 01. Antropogeen 04. Vochtig zand 05. Droog zand 09. Nat zandleem 10. Vochtig zandleem 11. Droge zandleem 15. Natte klei
schaal: 1:5.000 Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
11
Sfeerbeelden
Zicht vanuit de Tapuitstraat op het noordelijke deel van het plangebied.
De noordelijke grens wordt afgebouwd met de plantenverkoopszaak ‘Gaverdal’ dat deels is opgebouwd uit serres.
Het grootste deel van de noordelijke grens wordt bepaald door de bebouwing van de meubelgigant Gaverzicht.
In het oosten is de begrenzing van het plangebied veel minder scherp dan alle andere grenzen. Een cluster van hoeves omringd door groen, lijnt de horizon af.
Het plangebied wordt momenteel bewerkt door de landbouw.
In het westen wordt het plangebied begrensd door klassieke wijkstructuur, die grotendeels bestaat uit individuele kavels met vrijstaande woningen.
Zicht vanuit het plangebied op de ontsluiting naar de Stationsstraat.
De T-aansluiting van de Tapuitstraat op de Stationsstraat werd heraangelegd zodat het verkeer, onder meer komende van de hoofdparking van Gaverzicht, vlot en veilig richting N36 kan rijden.
Er loopt een beperkt grachtenstelsel over het terrein. De grachten dienen, waar mogelijk, in de inrichting van het sportcomplex te worden geïntegreerd.
12
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
Zicht op de Sint-Elooisstraat en de aanpalende landbouwpercelen. Aan de andere kant van de weg ligt de site van de schroothandel Casier. Het bedrijf wordt met een brede groene buffer afgeschermd.
Zicht op de toegangsweg naar de twee hoeves. In de verte zijn de gebouwen van Gaverzicht te zien.
De Sint-Elooisstraat sluit aan op het Stationsplein. Op het plein ontsluit één van de woonwijken. Ook de toegang van Casier bevindt zich op het Stationsplein.
De tuinen van private woonpercelen begrenzen het plangebied in het westen.
Het terrein van het plangebied is nagenoeg vlak. Het zijn landbouwgronden. Er staan geen gebouwen op de gronden.
De bodemsamenstelling bestaat grotendeels uit zandleemgronden. Het is haalbaar om op deze ondergrond voetbalvelden aan te leggen.
Een cluster van hoeves, ingepakt in het groen, begrenst het plangebied in het oosten.
De kavelgrenzen zijn momenteel beplant met hagen.
Overzicht op het plangebied vanuit de Sint-Elooisstraat.
Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
13
3.
figuur 7: Atlas der buurtwegen
0
25
50
figuur 8: Gewestplan
woongebied
Type plan
Referentie
Gewestplan
Het gewestplan Kortrijk (K.B. 04/11/1977 en latere wijzigingen) deelt het plangebied volledig onder in woonuitbreidingsgebied.
BPA
Aangrenzende BPA’s: • BPA nr. 33 : Tapuitstraat • Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven (nr. 28): Fase 1 - deelplan 20 (Casier)
RUP
/
Goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen
/
Milieuvergunningen
/
Beschermde monumenten, landschappen, beschermde stadsen dorpsgezichten
/
Vogelrichtlijngebied Habitatrichtlijngebied
/
Buurtwegen
Voetweg nr. 41 loopt door het plangebied en sluit aan op de weg door de naastliggende woonwijk.
Waterlopen (categorisering)
De Veemeersbeek, categorie 3, loopt door het plangebied. Daarnaast lopen er nog enkele grachten zonder categorie door het plangebied.
VEN-gebied, IVON-gebied
/
Gemeentelijke verordeningen
/
Andere
/
100 Meters
Legende
Juridische toestand
woongebied met landelijk karakter woonuitbreidingsgebied industriegebied groengebied agrarisch gebied
14
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
figuur 9: Aangrenzende BPA’s
Legende plangebied
Dee033-Tapuitstraat Sectoraal BPA nr. 28, fase II, plan nr. 20
0
25
50
Leiedal, februari 2011
100 Meters
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
15
figuur 10: GRS - gewenste structuur open-ruimtegebied ten zuiden van E17
Legende
Behoud van bestaande woonconcentraties Behoud van bestaande bedrijvigheid Mogelijkheid tot opsplitsing (suggestie) Behoud van grootschalige kleinhandel Woningengroep met landschappelijke waarde (behoud beboste villaparken) Agrarisch gebied met landschappelijke waarde (behoud van kle’s)
Centrum Deerlijk
Agrarische gebied in ruime zin Belgiek
Bevriezen van woonuitbreidingsgebied voor woonfuncties (tot lange termijn)
DevosCaby
Goedgekeurde verkavelingen in het buitengebied
Probleem Belgiek oplossen! ‘Lindenhof’
Kinderboerderij ‘Bokkeslot’ Ontwikkelingsmogelijkheden voor het restaurant ‘Lindenhof’ Gaverzicht
Groenbuffer rond bedrijven Slijpbeek als onderdeel van het lokaal ecologisch netwerk
Kinderboerderij ‘Bokkeslot’
Veemeersen
Juridisch erkende woonlinten omvormen tot landelijke woonlinten, samen met de aanpalende zonevreemde woningen
Stationswijk
Casier
Mogelijke zoekzone voor nieuw sportcomplex (nader te onderzoeken)
Brandemolen
Hoofdweg Primaire weg II Lokale wegen I
Bekaert
Lokale wegen II Lokale fietsroute
Sint-Lodewijk
Fietsroute in Leieactieplan Spoorlijn Kortrijk-Brussel
16
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
4.
Planningscontext
4.1
Verenigbaarheid met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
Het gedeelte van Deerlijk, welk niet gelegen is binnen de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk, behoort tot het buitengebied. Het plangebied is gelegen buiten het afgebakend stedelijk gebied en binnen de Stationswijk die door de gemeente in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Deerlijk werd geselecteerd als woonconcentratie ‘Stationswijk’. De doelstellingen vanuit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voor buitengebieden zijn: • Het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies • Het tegengaan van versnippering van het buitengebied • Het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied • Het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen • Het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied • Het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem • Het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied Aangezien het voorliggende RUP lokale voorzieningen bundelt bij een geselecteerde kern, is het in overeenstemming met het RSV.
4.2
Verenigbaarheid met het het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen
De ruimtelijke visie voor de provincie West-Vlaanderen gaat uit van de ruimtelijke verscheidenheid. Van oudsher hebben de verschillende regio’s van West-Vlaanderen een sterke eigenheid. De provincie kiest om de ruimtelijke verscheidenheid te behouden en zelfs te versterken. Om deze verscheidenheid te realiseren hanteert de provincie een aantal ruimtelijke principes. Deze principes vormen de basis voor het verder uitwerken van de deelstructuren en de deelruimten. De ruimtelijke principes zijn: • Fysisch systeem als drager voor verscheidenheid • Selectieve ontwikkeling van hoogdynamische activiteiten in gedifferentieerd kernenpatroon • Gebiedsgericht netwerk van lijninfrastructuur • Deelruimten als bevestiging van diversiteit Het gebied ten zuiden van de A14 (E17), waaronder de Stationswijk, is op het grondgebied Deerlijk opgenomen binnen de interfluviumruimte. Het betreft het grote open-ruimtegebied ten zuiden van de verstedelijkte Leievallei. De Scheldevallei behoort eveneens tot dit gebied. De ruimte wordt gekenmerkt door een golvend landschap met hoofdzakelijk grondgebonden landbouw. Het kanaal Bossuit-Kortrijk, dat het gebied doorkruist van noord naar zuid, heeft vooral potenties voor toeristisch-recreatief gebruik en heeft een structurerende natuurlijke functie. Het nederzettingspatroon is ten westen van het kanaal geconcentreerd; ten oosten is er meer verspreide bebouwing en lintbebouwing. De globale openheid met haar landschappelijke kwaliteit bepaalt de rol van deze interfluviumruimte. Zij is complementair met het grensoverschrijdend stedelijk netwerk van het Kortrijkse. Dit uit zich in hoofdzaak in een grondgebonden landbouw (belangrijk gebied van de agrarische structuur – RSV). De toeristisch – recreatieve potenties dienen provincieoverschrijdend beoordeeld te worden in samenhang met de Vlaamse Ardennen (provincie Oost-Vlaanderen). Leiedal, februari 2011
In het ontwikkelingsperspectief voor de nederzettingsstructuur selecteert het PRS-W-Vl de dorpen en woonkernen en maakt hierbij een onderscheid tussen structuurondersteunende hoofddorpen, kusthoofddorpen, bedrijfsondersteunende hoofddorpen, herlokalisatiehoofddorpen, meervoudige hoofddorpen en woonkernen. Buiten de kern van Deerlijk wordt in het PRS West-Vlaanderen geen enkel gehucht of buurt erkend als hoofddorp of woonkern. Dit betekent dat de rol van de woonconcentraties in het buitengebied - zoals Sint-Lodewijk, de Belgiek, de Stationswijk en de Molenhoek - afhankelijk is van de gemeentelijke visie. Het voorliggend RUP kadert binnen de lokale bevoegdheden van de gemeente Deerlijk en is bij deze verenigbaar met de algemene doelstellingen omtrent de interfluviumruimte en de nederzettingsstructuur.
4.3
Verenigbaarheid met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Deerlijk
Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Deerlijk werd op 18 oktober 2007 goedgekeurd door de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen. Enkel de relevante elementen uit het GRS worden hieronder weergegeven.
Algemeen - werkmethode voor GRS Deerlijk Als werkmethode wordt het grondgebied van Deerlijk in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) onderverdeeld in verschillende deelstructuren en deelruimten. De deelruimten bekijken de ruimtelijke structuur gebiedsgericht. Deerlijk wordt onderverdeeld in zes deelruimten. Elke deelruimte heeft typische kenmerken, kwaliteiten en knelpunten. Ze vervullen een bepaalde rol en kunnen die eventueel ook op hoger niveau spelen. Deelruimten worden m.a.w. gebruikt om de diversiteit van de Harelbeekse ruimte te beklemtonen. Stationswijk en het plangebied zijn gelegen in de deelruimte ‘open-ruimtegebied ten zuiden van de E17’. De deelstructuren benaderen de bestaande structuur van Harelbeke vanuit een sectorale visie, zoals de economische structuur, natuurlijke structuur, ... De ruimtelijke mogelijkheden voor het plangebied kaderen zich binnen het beleidskader voor wonen, opgenomen in de gewenste toeristisch-recreatieve structuur.
Het plangebied binnen ‘het open-ruimtegebied ten zuiden van de E17’ In het richtinggevend deel (pg. 78) worden de beleidsopties voor de Stationswijk geformuleerd. In de beleidsopties wordt de toekomstige ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied beschreven: Voor de Stationswijk wordt geopteerd om de bestaande woonbebouwing volledig op te nemen binnen de woonconcentratie. Aan oostelijke zijde wordt het bestaande woonuitbreidingsgebied niet geschrapt, maar aangeduid als prioritaire locatie voor de ontwikkeling van een nieuw sportcomplex (5 sportvelden). Om deze functie mogelijk te maken zal een RUP moeten worden opgemaakt. Indien op deze plek geen sportcomplex wordt uitgebouwd, dan blijven de gronden bevroren voor woonfuncties op korte termijn. De Stationsstraat wordt aangeduid als gemengd woongebied.
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
17
figuur 11: GRS - gewenste toeristisch recreatieve structuur
Waregem
Legende Beveren Leie
Natuurgebied ‘Bonte Os’ en omgeving
Molenhoek
Bestemming van laaggelegen gronden tot recreatief gebied voor zachte recreatie Wijmelbroek
Sneppeterrein
Verplaatsen sportvelden actie op lange termijn
Buurthuis de Wieke
OC d’Iefte
Kerngebied Veemeersen = behoud van kleine landschapselementen Gaverkasteel
Deerlijk
Sportinfrastructuur op lokaal en buurtniveau (inclusief zoeklocatie nieuw sportcomplex)
Harelbeke Belgiek
Ten Dries = Recreatiezone op lokaal niveau (inrichting als park) Groen, waterrijk gebied met mogelijkheid tot zachte recreatie
Lindenhof
Provinciaal domein GAVERS
Bokkeslot
Museum, kinderboerderij, manege, molen, kerk, restaurant/tearoom
Veemeersen
?
Cultureel centrum
Vichte
Stationswijk
Fietsas in kader van Leieactieplan Groene recreatieve (fiets)as
Brandemolen
Lokale recreatieve fietsas Hoofdweg Primaire weg II Lokale wegen I Lokale wegen II Lokale weg II - wijkverzamelweg Sint-Lodewijk
Nieuwe ontsluitingsweg voor de regionale bedrijventerreinen - juiste ligging nog nader te bepalen Spoorweg
Zwevegem
Grens Deerlijk Bebouwde ruimte
18
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
Het plangebied binnen ‘de toeristisch-recreatieve structuur’ In het richtinggevend deel (pg. 57-58) wordt de uitbouw van een nieuw openlucht sportcomplex (sportvelden) in de Stationswijk naar voor gebracht en gemotiveerd. Op middellange termijn wenst de gemeente een nieuw openlucht sportcomplex uit te bouwen op het woonuitbreidingsgebied in de Stationswijk. Het gemeentebestuur wil de twee outdoor-sportvelden gelegen in het centrum van Deerlijk en een aantal kleine sportvelden (in Belgiek, het verdwenen voetbalveld op Ter Donkt II) gelegen in het buitengebied verplaatsen naar deze locatie en uitbreiden tot minimum 5 sportvelden met bijhorende accommodatie (berghokken, kantine, kleedkamers, tribune). Op die manier worden de verschillende voetbalvelden samengebracht op een centraal gelegen locatie in Deerlijk met alle mogelijkheden om op deze plek een kwaliteitsvol – up to date – openlucht sportcomplex uit te bouwen. Er moet rekening gehouden worden met een aantal randvoorwaarden: • De zone moet vlot en veilig bereikbaar zijn voor alle weggebruikers • De zone moet bijdragen tot de kwaliteit van de (woon)omgeving, zonder daarbij deze woonomgeving zwaar te belasten • Kwalitatieve ruimtelijke elementen op het terrein dienen te worden gerespecteerd en te worden verwerkt in het geheel van het nieuwe sportcomplex • Het sportcomplex mag het lokale niveau niet overstijgen Aan de hand van deze randvoorwaarden werd een eerste ruimtelijk onderzoek gedaan naar een mogelijke plek voor een nieuw sportcomplex. Binnen de grenzen van het stedelijk gebied blijkt na een eerste ruimtelijk onderzoek geen plaats voor handen voor de uitbouw van een sportcomplex voor minimum 5 sportvelden (ongeveer 5 ha). • De onbebouwde woonuitbreidingsgebieden komen niet in aanmerking, aangezien deze gebieden 100% worden gerealiseerd als stedelijke woongebieden om de taakstelling voor wonen in het regionaalstedelijk gebied Kortrijk op te vangen. • De onbebouwde gronden langs de N36 maken deel uit van de open-ruimtecorridor tussen Leie en Kanaal. Op deze plek primeert landbouw als beheerder van het open landschap. • De omgeving van het natuurgebied ‘Bonte Os’ wordt op lokaal niveau beschermd zowel vanuit natuurlijk als landschappelijk oogpunt. Grenzend aan het stedelijk gebied voldoen twee zoekzones aan de ruimtelijke voorwaarden: • De omgeving van Spijkerland. Het betreft de landbouwgronden aansluitend bij de Vrijputstraat. Volgens het gewestplan zijn hier ook nog beperkte bouwmogelijkheden mogelijk (achterliggende strook woongebied langs de Vrijputstraat), zodat op deze gronden de nodige accommodatie (tribune, sanitair, cafetaria, ... ) kan worden gebouwd. • Het woonuitbreidingsgebied in de Stationswijk. Het woonuitbreidingsgebied komt op middellange termijn niet in aanmerking als woongebied, en gezien de lage categorisering van de Stationswijk (woonconcentratie op provinciaal niveau) komen deze gronden misschien nooit op de bouwmarkt. Uitgaande van deze kennis werd het woonuitbreidingsgebied aangeduid als potentiële tweede zoekzone.
•
•
•
verwerving van de gronden door de gemeente ten goede kan komen. De percelen in Spijkerland worden nog heel actief bewerkt door een jonge landbouwer. Een deel van deze gronden innemen heeft directe gevolgen voor de uitbating van het landbouwbedrijf. Gezien het gemeentebestuur de jonge landbouwers alle kansen wil geven, ligt de onderhandeling omtrent de aankoop van de gronden veel gevoeliger. De gronden in de Stationswijk zijn vlot bereikbaar vanuit Sint-Lodewijk en Belgiek. Vanuit het centrum moet de N36 worden overgestoken t.h.v. de Stationsstraat. Het kruispunt N36-Stationsstraat wordt op korte termijn opgewaardeerd o.a. via conflictvrije lichtregeling, waardoor de veiligheid voor fietsers en voetgangers gegarandeerd wordt. Ook de ontsluiting via de Tapijtstraat of de Sint-Elooisstraat is makkelijk te realiseren. De gronden op Spijkerland sluiten veel meer aan bij het centrum van Deerlijk en lijken hierdoor makkelijker bereikbaar voor het overgrote deel van de bevolking, maar de ontsluiting van het ganse gebied is zeer moeilijk. De Vrijputstraat heeft een te smalle dimensie en op de Harelbekestraat zal onteigening nodig zijn om een vlotte en veilige toegang mogelijk te maken. De terreinen op de Stationswijk zijn centraal gelegen op het grondgebied van Deerlijk. Spijkerland ligt veel meer aan de rand van Deerlijk.
Aangezien deze afweging binnen een breder kader moet worden bekeken, moet een degelijk onderzoek op korte termijn uitwijzen of de locatie in de Stationswijk ruimtelijk en juridisch haalbaar (ook binnen de hogere ruimtelijke beleidskaders) is; en vervolgens socio-economisch en financieel aanvaardbaar is. Pas dan kan overgegaan worden tot de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Indien de Stationswijk toch niet in aanmerking komt, zal naar een nieuwe locatie worden gezocht die voldoet aan de hierboven geformuleerde randvoorwaarden. Indien de openlucht sportvelden niet worden gerealiseerd op het woonuitbreidingsgebied in de Stationswijk, wordt alsnog de mogelijkheid open gehouden om de gronden aan te snijden als woongebied. Weliswaar is hiervoor op Vlaams en Provinciaal niveau een wijziging van het ruimtelijk beleidskader voor het buitengebied noodzakelijk en zal de behoefte voor bijkomende woningen voldoende moeten worden aangeduid. Binnen het huidige kader komen de gronden niet in aanmerking als mogelijke nieuwe woonzone. In dit structuurplan wordt geopteerd om de gronden daarom te bevriezen voor woonfuncties op lange termijn. De gronden behouden zolang hun gewestplanbestemming.
Actie in het bindend deel Na een snelverkennend onderzoek waarbij wordt aangetoond dat de gronden in de Stationswijk de beste locatie zijn voor de bouw van een nieuw openlucht sportcomplex, zowel ruimtelijk als juridisch-planologisch, maar ook naar financiële haalbaarheid en rekening houdende met socio-economische aspecten en milieutechnische obstakels, stelt de gemeente een RUP op. Het locatie-onderzoek wordt op korte termijn uitgevoerd. Het is de bedoeling om de bestaande en bijkomende sportvelden te bundelen op één plaats (zie pg. 6).
De voorkeur van het gemeentebestuur gaat naar de tweede zoekzone, het woonuitbreidingsgebied in de Stationswijk. De keuze voor de Stationswijk is verantwoord. • Spijkerland maakt deel uit van de open-ruimtecorridor Leie-Kanaal. Het woonuitbreidingsgebied in kwestie sluit onmiddellijk aan bij de bebouwing van de Stationswijk. De ruimtelijke impact van de nieuwe sportvelden is veel kleiner voor de toekomstige ontwikkeling van de Stationswijk dan voor Spijkerland. • In de Stationswijk vormen de onbebouwde gronden één geheel en kunnen hierdoor vlot worden afgebakend. De zoekzone in Spijkerland is volledig gelegen op agrarische gronden. Een opsplitsing van de landbouwpercelen in functie van het openlucht sportcomplex is hier veel moeilijker. • De gronden op de Stationswijk zijn in handen van een beperkt aantal eigenaars (geen landbouwers). De eigenaars staan positief tegenover het voorstel, wat de Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
19
5.
Technische screening
5.1
Buurtwegentoets
5.2
Screening Plan-MER
Situering Het RUP is niet van rechtswege Plan-MER-plichtig.
De voetweg nr. 41 loopt door het plangebied en sluit aan op de weg door de naastliggende woonwijk. De voetweg is op het terrein niet meer aanwezig. De Tapuitstraat vervult de rol als verbindingsweg. Met de realisatie van het RUP zal de verbinding voor voetgangers vanuit de woonwijk opnieuw worden hersteld. Doorheen de groene zone rond de sportvelden en over de parking van het terrein heen worden nieuwe paden aangelegd voor voetgangers en fietsers. De gemeente zal de nodige stappen nemen om via de geëigende procedure het oorspronkelijk tracé van de buurtweg aan te passen aan de nieuwe aansluitingsmogelijkheden.
Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de Plan-MER-plicht want: 1.
Art. 4.2.3, §2, 1° DABM. Het RUP vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten. Het RUP regelt het gebruik van een klein gebied van lokaal niveau; Het RUP houdt een kleine wijziging in. 2. Het RUP betreft geen plan, waar gelet op het mogelijk betekenisvolle effect op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van het artikel 36ter, §3, vierde lid van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (titel IV, artikel 4.2.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen algemeen milieubeleid). Daar het RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de Plan-MER-plicht en een kleine wijziging inhoudt (art. 4.2.3 §3 D.A.B.M.) wordt voor betreffend plan op basis van een screening geoordeeld of het aanzienlijke milieueffecten kan hebben.
Basisinformatie m.b.t. de screening In functie van de inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten voor de verschillende effectdisciplines wordt naast de kaarten onder de hoofdstukken feitelijke en juridische toestand onder andere gebruik gemaakt van volgend kaartmateriaal: • BWK, • landschapsatlas: relictzones, ankerplaatsen, lijnrelicten, • bodemkaart, • Seveso-bedrijven.
Verloop procedure
oorspronkelijk tracé
nieuw tracé
0
20
25
50
100 Meters
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Voor het voorliggende RUP is het onderzoek tot milieueffectenrapportage afgerond. Uit dit onderzoek werd geconcludeerd dat voor het voorliggende RUP, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende milderende maatregelen en toepassing van de geldende reglementering, geen aanzienlijke milieueffecten worden verwacht. Bijgevolg wordt voorgesteld ontheffing te verlenen tot opmaak van een Plan-MER. De dienst MER heeft op 02/02/2010 formeel beslist dat er geen Plan-MER dient opgemaakt te worden. Volgende stappen werden doorlopen: • verzoek tot raadpleging opstellen, • verzoek tot raadpleging opsturen naar de bevoegde instanties. Volgende instanties werden voor advies gevraagd: • Deputatie Provincie West-Vlaanderen • Departement Leefmilieu, Natuur en Energiebeleid, Dienst Hinder en Risicobeheer • Agentschap Ruimte en Erfgoed West-Vlaanderen- RO West-Vlaanderen • BLOSO • Departement Landbouw en Visserij • Departement Mobiliteit en Openbare Werken • College van Burgemeester en Schepenen van Harelbeke • coördineren van de adviezen, • einddossier overmaken aan de dienst MER, • beslissing dienst MER op 02/02/2010, • openbaarmaking van de beslissing van de dienst MER. Leiedal, februari 2011
figuur 12: Screening Plan-MER
Gavers
Legende
plangebied Zandig Leie-Schelde-interfluvium
biologische waarderingskaart biologisch minder waardevol complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch waardevol complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch zeer waardevol
biologische waarderingskaart
landschapsatlas
landschapsatlas
ankerplaatsen lijnrelikten %
!
puntrelikten reliktenzone
Brenntag
traditionele landschappen
bodemkaart 01. Antropogeen 03. Nat zand 04. Vochtig zand 05. Droog zand 07. Vochtig zand antr 09. Nat zandleem 10. Vochtig zandleem 15. Natte klei 18. Natte Zware Klei
sevesobedrijven !
Brenntag
bron: Agiv 0
bodemkaart
Leiedal, februari 2011
250
500
1,000 Meters
sevesobedrijven
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
21
5.3
Watertoets
Terreinkenmerken Het plangebied behoort tot de overgang van de depressie van de Gaverbeek naar de hogere zandleemgronden. Op de bodemkaart (figuur 6) is het gebied gedeeltelijk gekarteerd als vochtig zand en vochtig zandleem. Het plangebied is gelegen in het bovenstrooms gedeelte van de Gaverbeek. Het gebied watert af naar de Slijpbeek (onbevaarbare waterloop 2° categorie) via de Veemeersbeek. De Veemeersbeek is een waterloop van derde categorie die door de gemeente Deerlijk wordt beheerd. Allereerst dient er te worden opgemerkt dat het plangebied is gelegen aan het beginpunt van de Veemeersbeek waarbij geen sprake is van een waterloop met een beekvallei maar eerder van een belangrijke afwateringsgracht met een beperkt debiet en afstromingsgebied. Dit wordt ook aangetoond door het bodemgebruik als akkerland, wat illustreert dat de Veemeersbeek hier nog geen winterbedding heeft. Het reliëf is er vrij vlak en maakt deel uit van de brede depressie van de Gaverbeek en Slijpbeek. De watertoetskaart van de overstromingsgebieden duidt het plangebied niet aan als effectief overstromingsgevoelig, maar gedeeltelijk als natuurlijk overstromingsgebied. Dit op basis van de bodemkararteristieken zoals dit trouwens het geval is voor grote delen van de Gaverbeekdepressie. Op het zoneringsplan is het plangebied niet ingekleurd en moet overeenkomstig Vlarem als een individueel te saneren zone (rode cluster) beschouwd worden. De aangrenzende Stationswijk behoort tot het centraal (reeds gerioleerd) gebied. Een Aquafin-collector volgt de Stationsstraat en voert het afvalwater naar de RWZI van Harelbeke.
Plankenmerken Op vandaag is het plangebied volledig woonuitbreidingsgebied zonder differentiëring naar ruimte voor water. Met de intentie van de gemeente Deerlijk om de bestemming om te zetten naar recreatie, biedt dit de mogelijkheid om op een andere manier met water rekening te houden en rekening te houden met de principes van duurzaam en integraal waterbeheer. In de eerste plaats wordt in het RUP ruimte voorzien voor water door een strook van 30 meter vrij te houden voor groen en water, waarbinnen de aanwezigheid van water versterkt wordt op basis van de hiërarchie hergebruik, infiltratie, buffering, vertraagd afvoeren. Bij de concrete technische uitvoering van het project zullen diverse maatregelen worden voorzien. Een aantal aspecten krijgen reeds een aanzet in het gemeentelijk RUP. De parkeerstroken worden hoofdzakelijk uitgevoerd in waterdoorlatende materialen met infiltratiekoffers om het regenwater tijdelijk te bufferen en waarvan de overloop bij voorkeur aansluit op een infiltratiegracht (wadi). De verharde oppervlakte in ondoorlaatbare materialen watert af naar de onverharde randzone. Enkel wat niet kan infiltreren wordt afgevoerd naar de bestaande beek. De gebouwen vangen het regenwater op en verzamelen dit in regenwaterputten. Het regenwater wordt herbruikt voor laagwaardige toepassingen (toiletspoelingen, afspuiten, …) en kan eveneens dienen om de grasvelden tijdens droge periodes te besproeien. Op basis van de stedenbouwkundige verordening zal een combinatie van infiltratie en buffering zorgen voor een vertraagde afvoer. In de zone voor water en groen is er ruimte voor watervoorraad, infiltratie, buffering en ecologische inrichting. In deze fase is er nog geen technische uitwerking hoe dit zal uitgevoerd worden; dit maakt onderdeel uit van de technische studie voor de infrastructuur bij de aanleg van het recreatiedomein. Hierbij zal het van belang zijn op basis van bijkomende proeven naar infiltreerbaarheid,
22
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
grondwaterpeilen, modellering, … tot een optimale afstemming te komen. In functie hiervan kan in het technische ontwerp geopteerd worden voor een off-line waterbekken of een on-line waterbekken. Bij een on-line bekken wordt de beek plaatselijk verbreed om voldoende opvangcapaciteit te creëren. Bij een off-line bekken wordt een bekken voorzien dat op een gecontroleerde manier afstroomt naar de beek. Het bufferbekken kan het water vertraagd afvoeren door middel van een knijpleiding, waarvan het peil zich boven het grondwaterpeil bevindt. Hierdoor zal het bufferbekken eveneens een infiltrerende werking hebben. In tweede orde kan het bekken een waterreserve vasthouden voor het irrigeren van de sportvelden gedurende droge periodes. Hierbij zal gewaakt worden dat er geen grondwater via het buffer/ spaarbekken zal gebruikt worden; in droge periodes zal de grondwatertafel zich onder het bodempeil bevinden van het bekken. Tenslotte wordt het waterbekken en de Veemeersbeek ingebed in een groen concept volgens de regels van de natuurtechnische milieubouw. Hierbij worden reeksen van vochtige biotopen gecreëerd die ruimte bieden aan fauna en flora en natuur dicht bij de mens brengt.
Milderende maatregelen Uitgaande van de voorgaande kennis kan gesteld worden dat de Veemeersbeek, de grachten en in het algemeen het volledige plangebied zodanig worden ingericht dat het water wordt vastgehouden en gebufferd. Om de impact van de waterafvoer te minimaliseren, worden een aantal milderende maatregelen opgenomen in het RUP: • In de algemene bepalingen van de voorschriften wordt het principe van vertraagde afvoer van hemelwater vooropgesteld uitgaande van volgende hiërarchie: hergebruik, infiltratie en in laatste instantie vertraagde afvoer. Dit is overeenkomstig de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hieromtrent. • Het oppervlaktewater zal in eerste instantie zoveel mogelijk worden herbruikt (toiletten, waterverbruik wasmachines, spoelwater reiniging voetbalschoenen). Er dient hiermee rekening te worden gehouden bij de technische uitvoering van het dienstgebouw. • Binnen de zones waar verharding wordt toegelaten, wordt zoveel mogelijk waterdoorlaatbare verharding voorgeschreven om maximaal de infiltratie naar het grondwater te compenseren. • Daarnaast wordt gezorgd voor een vertraagde afvoer van het hemelwater. Hiervoor zal de centrale afwateringsgracht op het laagste punt binnen het terrein worden omgevormd tot een bufferbekken. • De sportvelden blijven in principe infiltreerbaar, maar zullen gedraineerd worden om de grasmat in een goede conditie te houden. Het draineringswater wordt eveneens afgevoerd naar het waterbekken. • Aanvullend, en in een beperkte mate, kan het gebruik van groendaken op de gebouwen en constructies ook bijdragen tot het vertraagd afvoeren van hemelwater. Bij het ontwerp van het gebouw wordt bij voorkeur dan ook rekening gehouden met deze maatregel. Bij de realisatie van het plan zullen bovenstaande randvoorwaarden worden opgenomen in de technische opdrachtomschrijving voor de aanstelling van een ontwerper. Hij zal moeten aantonen op welke manier de gestelde maatregelen omtrent bufferen, infiltreren, hergebruiken en afvoeren, en de uitvoering van het waterbekken kunnen worden uitgevoerd in het plangebied.
Conclusie Er dienen geen bestaande overstromingsknelpunten te worden opgelost. Mits de in achtname van de vooropgestelde milderende maatregelen zal de afwatering van het plangebied geen wateroverlast stroomafwaarts veroorzaken. In alle redelijkheid kan gesteld worden dat het plan slechts beperkte effecten zal hebben op de waterhuishouding rond het plangebied. Leiedal, februari 2011
figuur 13: Waterhoofdstuk
Legende erosiegevoelige gebieden
grondwaterstromingsgevoelige gebieden
plangebied
erosiegevoelige gebieden niet erosiegevoelig erosiegevoelig
grondwaterstromingsgevoelige gebieden geen informatie beschikbaar zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3)
hellingenkaart 0,5 0,5 - 5 5 - 10 > 10
infiltratiegevoelige bodems niet infiltratiegevoelig infiltratiegevoelig
hellingenkaart
Leiedal, februari 2011
infiltratiegevoelige bodems
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
23
6.
Planningsopties
6.1
Programma
Bij de samenstelling van het programma op de site zijn 4 sportploegen (werkgroep) betrokken (2009): • • •
Voetbal volwassenen Voetbal jeugd Joggingsclub Deerlijk
leden 271 leden 153 leden 119 leden
•
Joggingsplus club
81 leden
trainingen elke dag (17u tot 21u) elke dag (16u tot 21u) dinsdag en donderdag (18.30u tot 19.30u) ‘s morgens maandag en woensdag/vrij lopen
De voetbalmatches gaan door op zaterdag (jeugd) en zondag, met de match van de eerste ploeg op zondagnamiddag. Onderstaand programma werd uitgewerkt, op basis van een aantal plaatsbezoeken aan bestaande outdoor sportcomplexen. Het nieuwe complex in Ieper werd hierbij zeer gewaardeerd.
Binneninfrastructuur
Buiteninfrastructuur voetbal 5 voetbalvelden: gedraineerde terreinen/veldbesproeiing • officieel voetbalveld A: 60 à 75 m x 100 à 115 m (afsluitbaar) • officieel voetbalveld B: 45 m x 92/115 m • officieel voetbalveld C: 45 m x 92/115 m • 2 oefenvelden: 45 m x 90 m Alle velden zijn voorzien van een vrije zone van 3,5 m langs alle zijden. • • • • • •
schuilhokjes: ballenvangers: afspanning: toegangsbox: neutrale zone: staande tribune:
2 hokken/veld 2 vangers/veld elk veld, in stevig aluminium bij het hoofdveld bij het hoofdveld bij het hoofdveld
jogging • •
looppiste: Finse piste:
•
lokaal met berging:
400 m rond voetbalplein, max 6 banen 600 à 1.000 m, 2,5 m breed in hakselhout, gedraineerd, goed verlicht geïntegreerd in de groenzones optioneel
• • • • • • • • •
• • • • • •
kleedkamers 10/uitgerust met douches/rond een centrale gang toiletten berging oefenmateriaal berging waardevolle voorwerpen technische ruimte uitgerust met wasmachines vergaderlokalen ontvangstruimte ploegverantwoordelijke en trainers ontvangstruimte scheidsrechters/uitgerust met douche(s) multifunctionele zaal uitgerust met keuken, koele berging, vestiaire, ... Deze ruimte zal hoofdzakelijk worden gebruikt als kantine voor de voetbal en de jogging, maar ook andere clubs/organisaties moeten de mogelijkheid krijgen om in de zaal activiteiten te organiseren. De zaal mag wel niet voor privaat gebruik worden verhuurd. overdekte tribune geïntegreerd in het gebouw niet overdekte tribune geïntegreerd in het gebouw kantoorruimte optioneel omroeplokaal optioneel VIP-ruimte deel van de kantine multifunctioneel lokaal vergaderruimte joggers/extra kleedkamer/berging
parking • • •
250 à 300 parkeerplaatsen 100-tal fietsen (verdeeld over de verschillende sportvelden - 20-tal per veld) standplaatsen bussen
speelinfrastructuur Het bestaande wijkspeelpleintje wordt uitgebreid tot een grote speelzone. Daarnaast kan de restruimte naast de sportvelden worden ingevuld met een speelpleintje, een fitometer, outdoor fitness-toestellen, een basketbalveldje, ... 24
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
Referentiebeelden
Sportaccommodatie Ieper
Sportaccommodatie Ieper
Sportaccommodatie Ieper
Voetbalvelden Poperinge
Looppiste Poperinge
Looppiste Poperinge/schuilhok spelers
Finse piste Poperinge
Finse piste Poperinge
Finse piste Poperinge
Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
25
6.2
Visie en stedenbouwkundige randvoorwaarden
Het sportcomplex moet een kwalitatieve omgeving zijn, waar het aangenaam vertoeven is. Een gepaste inrichting moet zorgen voor een functionele en ruimtelijke meerwaarde voor de gebruikers en bezoekers van het sportcomplex, maar ook voor de omwonenden en Gaverzicht. Een duidelijke structuur moet in één oogopslag inzicht geven in de organisatie van het terrein. Een doordacht inrichtingsplan moet zorgen voor een compact geheel, waarbij toch voldoende ruimte overblijft voor landschappelijke inkleding en recreatieve gebruiksmogelijkheden. Ongeacht de interne inrichting van het terrein, dienen een aantal algemene randvoorwaarden in acht te worden genomen. Deze randvoorwaarden zijn een bundeling van de conclusies die volgen uit het ruimtelijke onderzoek, de verkeerstellingen en een aantal inrichtingsprincipes geformuleerd in de werkgroep: • Er dienen 5 voetbalvelden te worden aangelegd binnen het plangebied, waarbij rekening wordt gehouden met een optimale oriëntatie van het hoofdveld in functie van bezonning en overheersende westenwind. • Er worden twee gelijkwaardige toegangen aangelegd, langs de Tapuitstraat en de Sint-Elooisstraat. • De Tapuitstraat wordt heraangelegd zodat fietsers en voetgangers op een veilige manier het sportcomplex kunnen bereiken. • Er dient een parking voor minimum 250 wagens te worden voorzien, dat gecontroleerd dubbel kan worden gebruikt, voor de sportactiviteiten en op welbepaalde tijdstippen voor Gaverzicht. • Het bestaande speelveldje dient in het project te worden geïntegreerd. • De voetbalaccommodatie dient zo te worden voorzien, dat minimum twee pleinen aansluiten bij het gebouw; zodat vanuit de cafetaria twee pleinen zichtbaar zijn. • De hoofdtribune dient aan te sluiten op de bebouwde sportaccommodatie, bij het hoofdveld. • De andere zijde van het hoofdveld moet worden voorzien van een bijkomende staande tribune. • Er dient een centrale toegangsweg te worden aangelegd dat alle pleinen bedient. • Er moet voldoende ruimte vrijgehouden worden voor de aanleg van een speelplein. • Er dient rond gans het terrein een ruim groenscherm te worden aangeplant, dat bestaat uit streekeigen bomen en struiken. • Er dient een Finse looproute in het project te worden voorzien, die vlot bereikbaar is vanuit de parking en zoveel mogelijk wordt geïntegreerd in het groenscherm. • Het moet mogelijk zijn om het hoofdveld af te sluiten van de rest van het sportcomplex. • De toegang (met toegangsbox) dient zich te situeren op een korte afstand van de parking. • Er dienen voldoende staanplaatsen voor fietsers te worden voorzien in de nabijheid van één of meerdere velden. Deze inrichtingsprincipes zullen in een uitvoeringsplan worden opgenomen.
26
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
Ruimtelijke concepten: 1 2 3 4
1.
2.
3.
4.
Leiedal, februari 2011
-
ruimte voor sport ruimte voor parkeren ruimte voor landschappelijke integratie veilige en vlotte verkeersafwikkeling
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
27
6.3
Inrichtingsplan
Het voorstel van inrichting (zie hiernaast) is een vertaling van de uitgangspunten. De gemeente wenst dit voorstel te hanteren als basis voor de verdere concrete uitvoering van het sportcomplex. De stedenbouwkundige randvoorwaarden zullen o.a. worden meegenomen in het lastenboek voor de aanstelling van een architect.
Toegang De centrale toegangsweg van noord naar zuid maakt alle velden vlot bereikbaar. De weg is verhard, met een drempelzone ter hoogte van het speelplein en de parkeerzone voor de fietsen. Deze drempelzone heeft een verkeersremmende functie, zodat de toegangsweg niet wordt gebruikt als sluikweg en er een veilige oversteek tussen speelplein en voetbalvelden wordt gegarandeerd.
Gaverzicht. Dankzij de toegangen vanuit de woonwijken naar het sportcomplex is het ook mogelijk voor bewoners om gebruik te maken van deze parkeerruimte.
Spelen In de nabijheid van het hoofdveld en de tribune wordt een zone voorbehouden voor de inrichting van een nieuw speelplein. Hiervoor wordt het bestaande speelveldje in de wijk uitgebreid. Daarnaast kan de restruimte binnen het plangebied worden gebruikt voor de aanleg van een speelpleintje, een speelkooi, een fitometer, ... . Deze infrastructuur is ondergeschikt aan de sportaccommodatie.
Accommodatie
De Tapuitstraat wordt bij voorkeur voorzien van een dubbelzijdig fietspad. Indien de ruimtelijke mogelijkheden te beperkt zouden zijn, kan ook gewerkt worden met fietssuggestiestroken. Ter hoogte van de toegang tot het sportcomplex dient de inrichting van de openbare weg maximaal gericht te zijn op een veilige oversteekbaarheid voor de wandelaars en fietsers.
Het gebouw met alle voorzieningen wordt, zoals vooropgesteld, centraal gepositioneerd tussen twee velden. Het gebouw bevat de tribune, kleedkamers, sanitaire voorzieningen, bergingen, een multifunctionele zaal (voorzien van bar, vestiaire, toiletten) met uitzicht op het hoofdveld en een vergaderruimte. Het gebouw zal in hoofdzaak worden gebruikt door de voetbalverenigingen en de joggingsclubs, maar kan voor een ruimer publiek gebruik worden opengesteld.
Voetbal
Een tweede kleiner gebouw wordt voorzien nabij de oefenvelden en kan gebruikt worden als berging voor ballenvangers en/of clublokaal voor de joggingclubs.
Het sportcomplex wordt prioritair aangelegd voor de realisatie van 5 voetbalvelden. In het voorliggende inrichtingsplan wordt gekozen voor hoofdzakelijk oost-west-gerichte oriëntatie van de voetbalvelden. Dit heeft als gevolg dat: • in totaal 4 voetbalvelden opeenvolgend kunnen aangelegd worden; • er nog voldoende ruimte is voor een vijfde veld (oefenveld) langs de Tapuitstraat, met een noord-zuid-oriëntatie. De velden worden met elkaar verbonden via een centraal pad, parallel aan de toegangsweg. Deze indeling zorgt voor een duidelijk leesbaar plan.
Lopen Rond één voetbalveld wordt een looppiste (max. 6 banen) aangelegd. Dit veld ontsluit via de Sint-Elooisstraat en kan op die manier apart functioneren van de voetbalvelden indien dit wenselijk zou zijn. De Finse piste wordt aangelegd rondom de voetbalvelden, naast en in de groenbuffer.
Andere outdoor sportinfrastructuur De resterende ruimte rond de voetbalvelden kan verder worden ingevuld met bijkomende sportinfrastructuur, zoals een multifunctioneel veld voor balspelen (basketbal, volleybal), een veldje met outdoor fitness-toestellen, ... .
Het hoofdveld kan afzonderlijk worden afgesloten van de rest van het sportterrein. De toegangsbox wordt voorzien naast het veld.
Groen en afsluiting Het ganse terrein wordt met groen afgeschermd van de omgeving. Bij de aanplant dient te worden gekozen voor streekeigen groen. De huidige ligging van de beek (categorie 3) wordt vrijgehouden en omgevormd tot een bufferbekken. Het bufferwater kan worden gebruikt in functie van de veldbesproeiing.
Water De parking wordt zoveel mogelijk uitgevoerd in waterdoorlatende materialen. De technische uitvoering van de parkeerstroken moet zodanig zijn dat het regenwater tijdelijk kan worden gebufferd, met een overloop in een wadi (voorkeurscenario). Ook de verharde oppervlakte in ondoorlaatbare materialen watert af naar deze onverharde randzone. Enkel wat niet kan infiltreren wordt rechtstreeks afgevoerd naar de bestaande beek.
Parkeren
Op het laagste deel van het plangebied, wordt ter hoogte van de Veemeersbeek, ruimte voor een bufferbekken voorzien. Secundair wenst de gemeente dat het bekken zo wordt ingericht dat een waterreserve kan worden vastgehouden voor het irrigeren van de sportvelden gedurende droge periodes. Een technische studie moet bepalen of een offline waterbekken dan wel een on-line waterbekken best geschikt is op deze plaats.
De parking wordt als een parkeerstrook aangelegd langs de centrale toegangsweg. Deze organisatie zorgt ervoor dat kan geparkeerd worden dichtbij alle voetbalvelden. De strook heeft ook een bufferende werking voor de aanpalende woonwijken.
Zoals reeds verduidelijkt in de watertoets, zal verder ruimtelijk onderzoek en cijfergegevens tijdens de uitvoering de dimensies bepalen van de ingrepen die nodig zijn om te voldoen aan het systeem van bufferen, infiltreren, hergebruiken en afvoeren.
De parking wordt aangelegd in het groen en telt 295 parkeerplaatsen voor wagens en 2 standplaatsen voor bussen (o.a. voor de belbus). Voor de fietsers wordt een ruime strook voorzien, nabij het hoofdveld en dichtbij de oefenvelden en het speelplein. Door deze organisatie kan het parkeren, indien noodzakelijk, gecoördineerd worden zodat een overdruk op de Tapuitstraat wordt vermeden bv. bij een piekmoment van 28
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
figuur 14: Inrichtingsvoorstel
Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
29
7.
Toetsing aan de randvoorwaarden
In het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Deerlijk worden een aantal randvoorwaarden vooropgesteld waaraan de site voor het nieuwe sportcomplex moet voldoen. Hieronder wordt het plangebied telkens getoetst aan deze randvoorwaarden en gemotiveerd hoe hierop wordt geanticipeerd. Er worden ondermeer milderende maatregelen beschreven. Indien deze een ruimtelijke weerslag hebben, worden ze meegenomen in het verordenend plan en/of de daarbijhorende voorschriften.
7.1
Optimale bereikbaarheid voor alle weggebruikers
Onderstaand mobiliteitsonderzoek beschrijft de huidige situatie op vlak van verkeer en bereikbaarheid. Daarnaast worden naar aanleiding van de huidige situatie milderende maatregelen geformuleerd met betrekking tot de verkeersveiligheid- en leefbaarheid in de Stationswijk, uitgaande van de gewenste ontwikkelingen van het gebied als sportcomplex.
7.1.1 Bereikbaarheid op niveau van de gemeente Het nieuwe sportcomplex is centraal gepositioneerd in Deerlijk. Tussen het centrum van Deerlijk en Sint-Lodewijk, in de Stationswijk. Vanuit het centrum is het plangebied het vlotst bereikbaar via de Stationsstraat. Er is een tweede mogelijkheid, via de Pontstraat over de E17 en zo verder langs de Tapuitstraat. Deze weg is echter niet bedoeld voor veel verkeer, meer specifiek is de Tapuitstraat een lokale weg III in het buitengebied. In beide gevallen moet de N36 worden gekruist, maar dankzij de recente herinrichting zijn beide kruispunten veilig heringericht voor fietsers. De Pladijsstraat verbindt de Stationswijk met Sint-Lodewijk. Als een toegang wordt voorzien langs het Stationsplein is het belangrijk dat ook voldoende parking wordt gepland die ontsluit op de Sint-Elooisstraat. Een alternatieve fietsroute verloopt via een aantal landelijke wegen: langs de Brandemolenweg over de spoorweg naar de Sint-Elooisstraat. Langs deze weg fietsen is bovendien attractief: één van de mooiste landschappen van Deerlijk, de Veemeersen, wordt doorkruist. Bewoners van de wijk Belgiek kunnen via de N36 en de Stationsstraat de terreinen bereiken. Met de auto verdient deze weg de absolute voorkeur. Voor fietsers is het veel veiliger en aangenamer fietsen via de landelijke wegen Wafelstraat - Klijtstraat Tapuitstraat. Het gevaar bestaat dat deze route ook door autogebruikers wordt gebruikt en dat de druk op het landelijk netwerk te groot wordt. De Stationsstraat is een belangrijke as voor het openbaar vervoer. De Lijn 71 (Kortrijk – Harelbeke – Deerlijk – Waregem) rijdt door de Stationswijk met stopplaatsen in SintLodewijk, Stationswijk, de kern van Deerlijk en de Molenhoek. Er is een halteplaats ter hoogte van Gaverzicht en een tweede halte ter hoogte van het station.
30
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
figuur 15: Bereikbaarheid sportcomplex
Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
31
Stationsstraat tussen N36 en E17, ter hoogte van de huizenrij: er is een fietspad langs weerszijden van de weg. Het fietspad langs de woningen is echter vrij smal en wordt vaak belemmerd door geparkeerde wagens. Dit zorgt vaak voor onveilige situaties en ergernissen tussen fietsers en bewoners van de Stationsstraat.
Stationsstraat tussen N36 en E17, ter hoogte van parking 3 - Gaverzicht: er is een vrij breed eenrichtingsfietspad langs beide kanten van de weg aanwezig.
Ter hoogte van de hoofdparking (parking 1) en de tweede parking aan de overzijde van de Stationsstraat is een aanliggend eenrichtingsfietspad langs weerszijden van de weg aanwezig. Op drukke verkoopsdagen van Gaverzicht wordt het fietspad langs de kant van de parking 2 ook vaak gebruikt als voetpad. Dit is geen ideale situatie.
Ter hoogte van het T-kruispunt Stationsstraat/Tapuitstraat zijn fietspaden langs beide kanten van de weg. Een wegverschuiving moet het verkeer afremmen, maar in praktijk blijkt dat deze inrichting vaak zijn doel mist. Wanneer het sportcomplex wordt ingericht zal de Tapuitstraat een nieuwe rol als ontsluitingsweg krijgen. De inrichting van een veilige oversteek over de Stationsstraat is noodzakelijk.
In de Tapuitstraat liggen momenteel geen fietspaden. Het is belangrijk dat fietsers het nieuwe sportcomplex op een vlotte manier kunnen bereiken. Het aanleggen van fietspaden in de Tapuitstraat maakt hier deel van uit.
Van het T-kruispunt tot iets verder dan de spoorwegovergang - in het dichtst bebouwde deel van de Stationswijk - verloopt het verkeer gemengd. Vanuit het gemeentebestuur wordt voorgesteld om fietssuggestiestroken aan te brengen om de positie van de fietsers te verstevigen in de Stationswijk.
In de Stationswijk zullen fietssuggestiestroken worden aangebracht.
Het Stationsplein is de tweede ontsluitingsweg naar het sportcomplex. Verkeerstellingen moeten uitwijzen of de toegangen als gelijkwaardig moeten worden beschouwd en of er een keuze moet worden gemaakt voor de hoofdtoegang en een secundaire toegang tot het sportcomplex.
De zichtbaarheid bij het uitrijden van het Stationsplein naar de Stationsstraat is beperkt. Dit wordt deels bepaald door de technische inrichting van de spoorwegovergang.
32
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
7.1.2 Bestaande toestand Stationsstraat/Pladijsstraat Het nieuwe outdoor sportcomplex ontsluit via de Stationsstraat naar het centrum en via de Pladijsstraat naar Sint-Lodewijk. De Stationsstraat/Pladijssstraat werd geselecteerd als lokale weg type II, dit is een ontsluiting of verzamelweg op gemeentelijk niveau. Beide wegen maken deel uit van de noord-zuidas Beverenstraat – Rodenbachstraat – Stationsstraat – Pladijsstraat – Kapelstraat, die het centrum van Deerlijk met Sint-Lodewijk verbindt. Het outdoor sportcomplex ligt op die manier centraal binnen de gemeente. Zo’n nieuwe publieke activiteit is een trekker en in dit geval zal het complex ook veel worden bezocht door kinderen en jongeren. Bijna dagelijks gaan jeugdvoetbaltrainingen door, met het drukste moment op woensdagnamiddag. Andere piekmomenten zijn de dagen van de matchen. De supporters komen meestal met de wagen. Aangezien de matchen doorgaan in het weekend, wat ook de drukste dagen zijn voor de meubelzaak Gaverzicht, valt te verwachten dat de nieuwe ontwikkeling kan zorgen voor verkeershinder in de Stationsstraat. De gemeente voerde reeds een aantal milderende maatregelen uit om de verkeerssituatie in de Stationswijk te verbeteren. Ook het Vlaamse Gewest investeerde recent in de optimalisatie van de N36, in kader van het beleid omtrent ‘zwarte punten’ langs gewestwegen. Hieronder worden de verschillende acties opgesomd. Knelpunten en reeds uitgevoerde maatregelen: • Het kruispunt Stationsstraat-N36 en Pontstraat-N36 was in het verleden een zwart punt. In de peridoe 2007-2008 werd het kruispunt aangepakt in kader van de streefbeeldstudie N36, uitgevoerd door TV3V. Concreet werd volgende oplossing uitgewerkt: beiden kruispunten werden behouden, maar heringericht met een voorsorteerstrook voor de fietsers en een conflictvrije lichtenregeling. Op die manier wordt een vlotte oversteek voor fietsers en voetgangers gegarandeerd. Deze ingreep is momenteel voldoende om de verkeersveiligheid voor de trage weggebruiker te realiseren. •
De Stationsstraat zelf is voorzien van een eenrichtingsfietspad langs weerszijden van de weg vanaf het kruispunt met de N36 tot aan de Tapuitstraat. Dit is reeds een veilige situatie. Er is wel één knelpunt, ter hoogte van de rijwoningen. Door de smalle dimensionering van het vrijliggende fietspad en de parkeerstrook, parkeren de bewoners vaak deels op het fietspad. Hierdoor zijn fietsers verplicht om ofwel toch op de wegstrook te rijden of om uit te wijken naar het voetpad. De gemeente is op de hoogte van dit probleem en werkt naar een oplossing, waarbij het parkeren uit het wegprofiel wordt gehaald, zodat een breder fiets- en voetpad kan worden aangelegd. Hiervoor is wel een alternatief nodig voor het bewonersparkeren. Het voorstel is om een garagestraat aan te leggen achter de woningen met aansluiting op de tuinen. Het aangrenzende bedrijf is bereid om hiervoor een deel van haar grond te verkopen om dit mogelijk te maken. De weg zal ook dienst doen als brandweg voor het bedrijf. Indien deze oplossing alsnog niet mogelijk zou blijken, wordt aan een tweede alternatief gedacht waarbij aan de overkant van de straat een private garageweg/parkeerruimte wordt voorzien.
•
Vanaf de verkeersremmende drempel tot iets verder dan de spoorweg, in het meest bebouwde deel van de Stationswijk waar het wegprofiel op z’n smalst is, was geen ruimte voor de aanleg van vrijliggende fietspaden. Op dit stuk van de Stationsstraat werden fietssuggestiestroken aangelegd. De ervaring is positief. De rode aanduiding heeft een vertragend effect op het gemotoriseerd verkeer ten voordele van de fietsers.
•
In de Pladijsstraat, ter hoogte van de overweg, wordt op korte termijn de uitbreiding van het fietspad voorzien. De oversteekplaats wordt verlegd naar een veiliger plaats, ter hoogte van de garage Schwind.
Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
33
figuur 16: Aanduiding telpunten
Telpunten Stationsstraat / parkingen Gaverzicht
Telpunten Stationsstraat / Tapuitstraat
34
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
7.1.3 Tellingen en voorstellen opwaardering bereikbaarheid Een veilige inrichting van de Stationsstraat is belangrijk voor de fietsers. Bovendien zal het sportcomplex extra druk veroorzaken voor de woonomgeving. De gemeente wil daarom alle inspanningen doen om de verkeersveiligheid en -leefbaarheid in de Stationswijk te garanderen. Om een duidelijk beeld te krijgen van de huidige verkeersintensiteiten in de Stationswijk, werden bijkomende verkeerstellingen uitgevoerd in de lente van 2009. Er werden 3 telmomenten uitgevoerd. De momenten werden gekozen op piekmomenten van de voetbalactiviteiten, namelijk: • woensdagnamiddag tussen 15u en 16u --> oefennamiddag voor verschillende ploegen • zondagnamiddag tussen 14u en 15u --> veel toekomend verkeer naar het sportcomplex (spelers en supporters) • zondagnamiddag tussen 17u en 18u --> einde match eerste ploeg --> veel vertrekkend verkeer (supporters eigen ploeg en ploeg op verplaatsing) Deze piekmomenten zullen samenvallen met de drukste bezoekersdagen aan Gaverzicht. Het was daarom belangrijk om een duidelijk inzicht te krijgen in de bestaande verkeersbewegingen. Op twee plaatsen werden tellingen uitgevoerd: ter hoogte van de inritten van de parkings van Gaverzicht en op het T-kruispunt van de Stationsstraat en de Tapuitstraat. In eerste instantie werd het doorgaand verkeer opgenomen. Ook het verkeer naar (ingangen langs de Stationsstraat) en wegrijdend van Gaverzicht (via uitrit langs de Tapuitstraat) werd geregistreerd. Op basis van deze gegevens kon de bestaande verkeersveiligheid worden geëvalueerd en werden voorstellen geformuleerd voor de opwaardering van de weg in functie van de trage weggebruiker. De resultaten zijn ook bepalend voor de ontsluiting van het sportcomplex: is één hoofdtoegang (bv. langs de Tapuitstraat) voldoende of moet worden gekozen voor twee gelijkwaardige toegangswegen naar het sportcomplex (via Tapuitstraat en Stationsplein)? De tellingen tonen aan dat de Stationsstraat nu al druk bereden wordt. Hieronder worden de tellingen per momentopname beschreven en worden bijkomende milderende maatregelen opgesomd.
Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
35
TELLING 1: zondag 29 maart 2009 tussen 14u en 15u
Zondagnamiddag is de drukste bezoekersdag voor de meubelzaak Gaverzicht. Heel wat klanten komen naar Gaverzicht voor een namiddagje funshopping. Dit toont zich ook in de cijfers van de eerste telling. Meer dan 500 wagens rijden de Stationswijk in vanuit de N36. Ongeveer 325 auto’s (of 5 auto’s per minuut) parkeren zich bij Gaverzicht. Het merendeel zoekt een plaatsje op de hoofdparking gelegen tussen het gebouwencomplex en de E17. Slechts een 40-tal wagens parkeren zich onmiddellijk op de tweede parking langs de Stationsstraat. Het verkeer dat door de Stationswijk (220 wagens) rijdt is dus meer dan gehalveerd na Gaverzicht te hebben gepasseerd. Ongeveer 400 wagens komen vanuit de andere richting. Nagenoeg iedereen rijdt richting N36. Ter hoogte van het T-kruispunt met de Tapuitstraat tellen we nog de bijkomende beweging van en naar de Stationsstraat. Het verkeer dat de Tapuitstraat inrijdt is verwaarloosbaar. Omgekeerd werden 78 wagens geteld, waarvan 68 ook naar de N36 rijdt.
Milderende maatregelen: Wagens: De bezoekende ploeg zal via de N36 naar het nieuwe sportcomplex rijden. Door de combinatie met het spitsmoment van Gaverzicht valt te verwachten dat de supporters van de eigen ploeg een meer verspreid patroon zullen vertonen om files te vermijden: • Vanuit Sint-Lodewijk zal hoofdzakelijk de Pladijsstraat worden gebruikt. • De supporters van de Belgiek zullen waarschijnlijk het lokale wegennet ten zuiden van de E17 gebruiken om de voetbalvelden te bereiken. Het is echter niet wenselijk om het landelijk wegennet te belasten met dit sluipverkeer. Om dit te voorkomen wordt voorgesteld om met drempels en wegvernauwingen te werken om het verkeer te ontmoedigen. Op die manier zal een overdruk worden vermeden en kunnen deze wegen voluit worden gebruikt door het lokale fietsverkeer vanuit de Belgiek naar het sportcomplex. • Komende uit het centrum wordt aangenomen dat het grootste aantal via de Stationsstraat komt. Fietsers: Dezelfde lokale verkeersbewegingen zullen zich voordoen in het fietsverkeer. Een knelpunt voor de fietsers is de oversteek aan het T-Kruispunt StationsstraatTapuitstraat. Ondanks de verkeersremmende maatregel wordt hier vrij snel gereden en is het niet evident om als fietser de Stationsstraat te kruisen. Eens in de Tapuitstraat is het profiel van de weg niet ingericht met aparte fietspaden. Er wordt voorgesteld om maatregelen te treffen om de oversteek en de Tapuitstraat veel veiliger in te richten.
36
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
TELLING 2: zondag 29 maart 2009 tussen 15u en 16u
Tussen 17u en 18u wordt een omgekeerde beweging gemeten. Er wordt een ware uittocht van Gaverzicht vastgesteld. Tijdens de telling verlieten ongeveer 210 wagens (of 3,5 wagens per minuut) de parking van Gaverzicht om via de Tapuitstraat naar de N36 te rijden. Dit heeft als gevolg dat er steeds wagens aanschuiven om in te voegen bij het verkeer van de Stationsstraat. Het verkeer dat uit de Stationswijk komt is ook al vrij hoog (433 auto’s), wat ervoor zorgt dat aanschuivend verkeer aan de verkeerslichten met de N36 onvermijdelijk is. Soms staan wel 10 wagens aan te schuiven. In de richting N36 naar de Stationswijk is het verkeer ook nog steeds vrij druk. Ongeveer 360 wagen (of 6 wagens per minuut) rijden van noord naar zuid.
Milderende maatregelen: Verkeersafwikkeling: Rond vijf uur, op het moment dat de bezoekers Gaverzicht verlaten, zal ook de voetbalwedstrijd van de eerste ploeg afgelopen zijn. Ook deze verkeersbeweging zal in eerste instantie via de Stationsstraat richting N36 verlopen. Er valt te verwachten dat de komst van het sportcomplex het huidige fileleed alleen maar zal doen toenemen. Een oplossing kan worden gezocht door het spreiden van het verkeer. Er wordt voorgesteld om de intelligente verkeerlichten ter hoogte van het kruispunt van de Stationsstraat en de N36 te laten aanpassen op piekperiodes. Verder kan er gebruik worden gemaakt van richtingaanwijzende verkeersborden om de vele franse bezoekers, via Zwevegem, de A14-E17 te laten oprijden.
Het is niet misplaatst om te zeggen dat het de zondagnamiddag op dit uur druk is. Toegangen sportcomplex: Aangezien de druk op de Tapuitstraat nu al vrij hoog is, dient nagedacht te worden over het aantal toegangen die worden voorzien bij het sportcomplex. Met bovenstaande concrete cijfers voor ogen is er geen twijfel dat één toegang langs de Tapuitstraat alleen maar bijkomende problemen zal veroorzaken op de Tapuitstraat en vervolgens op de Stationsstraat. Vanuit het gemeentebestuur wordt dan ook gekozen voor een ontwerp van een sportcomplex met twee gelijkwaardige toegangen, langs de Tapuitstraat en de Sint-Elooisstraat/Stationsplein. Op die manier kan het verkeer worden gereguleerd en bij piekmomenten worden verdeeld: • Gaverzicht via de Tapuitstraat en de Stationsstraat naar N36. • Het sportcomplex via de Sint-Elooisstraat/Stationsplein en zo verder naar Zwevegem (kleine Brandstraat-N391) richting A14-E17.
Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
37
TELLING 3: woensdag 1 april 2009 tussen 15u en 1 6u
Een derde telling werd uitgevoerd op woensdagnamiddag, op het moment wanneer heel wat jeugdtrainingen plaatsvinden. Uit de tellingen blijkt dat de Stationsstraat op dit moment ook als lokale verbindingsweg werkt en dit in beide richtingen. Er worden ongeveer 360 doorgaande wagens (of 6 wagens per minuut) geteld in beide richtingen. De beweging naar de hoofdparking van Gaverzicht of vanuit de Tapuitstraat richting N36 is veel beperkter dan op zondag. Er is een gestage aan- en afvoer van 1 à 2 wagens per minuut. Wat wel een opvallend gegeven is, is het grote aantal vrachtwagens dat door de Stationswijk rijdt. Ongeveer 10% van het verkeer zijn opleggers. Er wordt ook vrij snel gereden. Dit is vooral gevaarlijk op het T-kruispunt met de Tapuitstraat. Hier wordt niet alleen te vlug gereden, bovendien wordt de wegverschuiving genegeerd, wat het oversteken op dit punt gevaarlijk maakt.
38
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Milderende maatregelen Er kan gesteld worden dat de Stationsstraat een belangrijke lokale verbindingsweg is op het grondgebied van Deerlijk. De Stationsstraat maakt deel uit van de noordzuidverbinding tussen Sint-Lodewijk en het centrum van Deerlijk. Dit betekent dat bijkomende ingrepen noodzakelijk zijn, om de fietsers (vooral kinderen en tieners) op een veilige manier bij het sportcomplex te brengen. Een prioriteit is om zoveel mogelijk het landelijke wegennet te gebruiken om naar het sportcomplex te fietsen. Dit is mogelijk voor Sint-Lodewijk en Belgiek. Een sensibilisatiecampagne bij ouders zal hiervoor noodzakelijk zijn. Er zullen weliswaar nog steeds heel wat fietsers komen via de Stationsstraat. De Stationsstraat voldoet nagenoeg om veilig te fietsen. Toch zijn er nog enkele knelpunten. De gemeente zal daarom een aantal concrete veiligheidsacties uitvoeren: • Verkeersveilig (her)inrichten van het T-kruispunt met de Tapuitstraat, waarbij specifiek aandacht wordt besteed aan de oversteek voor fietsers. • Weghalen van de bewonersparkeerstrook t.h.v. de rijwoningen tussen de N36 en de brug E17, zodat het voetpad kan worden verbreed tot 1,5 m (wettelijk vastgestelde breedte) en dat nog voldoende ruimte ter beschikking is voor de aanleg van een ruim fietspad. Belangrijk is ook de opvolging van de gewijzigde verkeerssituatie. Een juiste inschatting kan pas na realisatie van het sportcomplex. Een evaluatie van de huidige en geplande verkeersmaatregelen is daarom noodzakelijk, om zo tijdig in te grijpen bij problemen. Indien nodig, zal het gemeentebestuur hiervoor een bijkomende mobiliteitsstudie laten uitvoeren, waarbij nieuwe inrichtingsvoorstellen kunnen worden uitgewerkt. Leiedal, februari 2011
figuur 17: Actiepunten opwaardering Stationsstraat
Schrappen parkeerstrook en verbreden van voetpad en fietspad
Aanleg dubbelzijdig fietspad langs de Tapuitstraat tot aan de toegang van het sportcomplex Verkeersveilige inrichting van het T-kruispunt Stationsstraat/Tapuitstraat
Onderhoud van fietssuggestiestroken in de Stationswijk
Onderhoud dubbelzijdig fietspad en veilige oversteek
Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
39
7.2
Kwaliteit voor de woonomgeving
Een tweede randvoorwaarde voor de realisatie van het sportcomplex werd als volgt geformuleerd: de zone moet bijdragen tot de kwaliteit van de (woon)omgeving, zonder daarbij deze woonomgeving zwaar te belasten. Het is niet correct om te stellen dat de aanleg van het sportcomplex geen extra druk zal veroorzaken op de Stationswijk. Naast de optimalisatie van de verkeersveiligheid en -verkeerleefbaarheid worden daarom nog een aantal maatregelen opgenomen in het plan die deze nieuwe ruimtelijke ingreep aanvaardbaar moet maken. •
•
•
•
•
40
parkeren De aanwezigheid van Gaverzicht zorgt soms voor ergenis bij de bewoners van de Stationswijk. Vooral tijdens de koopjes heeft Gaverzicht te weinig parkeerplaatsen ter beschikking, met wildparkeren als gevolg. De gemeente wil hierop anticiperen en op een georganiseerde manier een dubbel gebruik van de parking bij het sportcomplex mogelijk maken. Dit vermijdt dat de Stationswijk op koopjesdagen wordt platgewalst door wildparkeerders in de wijken. Bovendien wordt rekening gehouden met een ruim aantal parkeerplaatsen, wat ook toelaat dat de parking kan worden gebruikt door bewoners van de wijken en/of bezoekers bij familiegelegenheden. Er wordt immers een doorgang voor fietsers en wandelaars voorzien vanuit de wijken naar de parking/sportvelden. Het parkeren wordt niet enkel voorzien voor de auto’s. Er zullen ook ruime fietsstallingen worden voorzien. buffering Er worden een aantal maatregelen verordenend vastgelegd in het plan om de landschappelijke integratie van het sportcomplex te verzekeren. Er wordt een ruime groenbuffer voorzien naar het open landschap toe. Ook t.o.v. Gaverzicht en het bedrijf Casier zal hetzelfde groenscherm worden aangeplant. Naar de woningen zal de groene parkeerstrook zorgen voor de buffering. Een extra groenscherm van minimaal 8 m breed moet de privacy van de aanpalende woningen garanderen. Op die manier moet een groene omkadering van het complex worden gerealiseerd, die de kwaliteit van de omgeving ten goede komt. speelplein Momenteel is een speelpleintje voorzien in de bestaande wijkstructuur, grenzend aan het plangebied. Aangezien een speelveld ook wenselijk is binnen het programma van het sportcomplex, wordt geopteerd om het bestaande speelpleintje uit te breiden tot één groot speelveld. De uitbreiding tot een groot speelveld biedt tevens ruimte voor het organiseren van een wijkfeest (plaatsing tent) op het grasveld. De combinatie met de parking zorgt ervoor dat de wijkstraten niet zullen worden belast door deze tijdelijke activiteit. Aangezien hier heel wat beweging wordt verwacht door spelende kinderen die zich verplaatsen tussen de sportvelden en het speelplein, wordt een extra maatregel voorzien om de verkeersveiligheid te verzekeren. De toegangsweg wordt plaatselijk doorgeknipt, zodat op normale tijdstippen geen doorgaand verkeer mogelijk is. Enkel bij georganiseerde activiteiten, op specifieke momenten waarbij controle aanwezig is, moet de mogelijkheid bestaan om toch verkeer door te laten in functie van de betere ontsluiting van het sportcomplex. openbaar vervoer Het gemeentebestuur wil het sportcomplex zo goed mogelijk bereikbaar maken voor alle inwoners van Deerlijk. Er zullen een aantal ingrepen worden uitgevoerd voor een betere fietsbereikbaarheid, maar er wordt ook aandacht besteed aan het openbaar vervoer. Momenteel is een bushalte aanwezig in de Stationswijk, maar om het plangebied nog vlotter te ontsluiten wenst de gemeente een belbus te voorzien, met een halte op de site. Deze vraag zal worden voorgelegd aan de Lijn. duurzaamheid De gemeente stelt als globale ambitie om het sportcomplex uit te bouwen met aandacht voor duurzaam energieverbruik. De manier waarop dit optimaal kan worden uitgevoerd, wordt overgelaten aan de ontwerper van het terrein. Er wordt gedacht aan zonnepanelen, specifieke verlichtingstechnieken, ... Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
7.3
Respect voor kwalitatieve ruimtelijke elementen
Op het terrein zijn weinig kwalitatieve ruimtelijke elementen aanwezig. Het betreft immers vrij vlakke akkerlanden waar geen beplanting of specifieke kenmerkende landschapselementen op voorkomen. De enige aanwezige elementen die van belang zijn voor de waterhuishouding van het terrein, zijn de grachtjes en de Veemeersbeek. Bij het ontwerp van het sportterrein dient te worden gezocht naar een zo groot mogelijk behoud van de beek. Om een vertraagde afvoer van het hemelwater te garanderen wordt voorgesteld om een bufferplas aan te leggen op het laagste niveau, die ofwel on-line ofwel off-line aansluit op de beek en de poel. De zone voor de buffer krijgt een natuurtechnische inrichting, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van zachte oevers en oeverbeplanting. Samen met een grillige vorm zal dit de biodiversiteit ten goede komen. Het water dat in secundaire orde wordt opgevangen, zal worden hergebruikt voor veldbesproeiing. Daarnaast dienen nog een aantal milderende maatregelen in acht te worden genomen, om wateroverlast op het aanpalende agrarische gebied te vermijden. Deze maatregelen werden reeds aangehaald in het hoofdstuk ‘watertoets’. Een aantal ruimtelijke elementen, waarmee rekening zal worden gehouden bij de uitwerking van het project, liggen in de rand van het plangebied. Het betreft: • de aanpalende hoeve, die bijkomend wordt gebufferd; • het speelveldje in de wijk, dat wordt opgenomen in een ruimere speelzone bij het sportcomplex.
7.4
Lokale behoefte
Het sportcomplex wordt ingericht om aan een prangende lokale behoefte te voldoen. Deerlijk telt momenteel drie locaties met outdoor voetbalvelden: in het centrum van Deerlijk, in Sint-Lodewijk en in Belgiek. Samen tellen deze terreinen 4 voetbalvelden en 1 oefenveld. Een paar jaar geleden lag nog een zesde veld op de onbebouwde percelen van het bedrijventerrein Ter Donckt II, maar met de realisatie van het bedrijventerrein verdween dit veld. Momenteel zijn er onvoldoende velden om alle voetbalploegen (jeugd en volwassenen) vlot te laten trainen. Er zijn geen uitbreidingsmogelijkheden meer op het terrein in het centrum van Deerlijk. De voetbalvelden op Sint-Lodewijk worden behouden. Een recent goedgekeurd RUP lost de zonevreemdheid van de velden op en de site kreeg ook bijkomende mogelijkheid voor de bouw van een betere accommodatie voor de spelers. Er zijn echter geen mogelijkheden meer voor de aanleg van een derde veld. Het oefenveld van Belgiek ligt deels in woongebied en deels zonevreemd, in agrarisch gebied. Dit voetbalveld verdwijnt op korte termijn. Het gemeentebestuur wil een oplossing aanbieden door een nieuw outdoor sportcomplex in te richten. Op die manier kan een kwaliteitsvol complex worden aangelegd dat voldoet aan alle hedendaagse normen. Door de locatie op de Stationswijk liggen de velden ook veel centraler in de gemeente. Een derde reden is dat op deze plek de mogelijkheid bestaat om 5 voetbalvelden (2 terreinen Deerlijk, 1 terrein Belgiek, plus 2 nieuwe velden) te ontwikkelen, wat tegemoet komt aan vraag vanuit de voetbalclub. Het terrein zal bijkomend worden uitgerust met een looppiste en een loopparcours, want ook voor deze sporttak is er grote behoefte aan een volwaardige accommodatie. Met de beleidskeuze om een aantal velden te herlokaliseren en te centraliseren, zal een 10-tal hectare woonuitbreidingsgebied verdwijnen. Als compensatie zal een nieuw RUP worden opgestart dat de bestaande locatie van de voetbalvelden in het centrum van Deerlijk herbestemd tot woonzone voor een stedelijk woonproject. Deze actie is een lange-termijnvisie, die pas realiseerbaar wordt nadat een aantal voorwaarden zijn voldaan: de verplaatsing van de sportvelden en de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan om de bestemming naar wonen mogelijk te maken (GRS RD pg. 68). Leiedal, februari 2011
In het GRS wordt een behoefte aangegeven van 5 ha. Hierbij werd uitgegaan van een ideale vorm van het terrein (rechthoek - 200 m x 250 m) waarbij een compacte inrichting van de 5 voetbalvelden mogelijk is (zie schema hieronder). In het geval van het voorliggende RUP moest rekening worden gehouden met de bestaande percelering en de oriëntatie van het terrein, wat minder optimaal is.
sp
t
ro en
u
a ra
lg
p Ta
t its
ee
Bij uitwerking van het inrichtingsplan binnen de begrenzing van het plangebied werd bovendien duidelijk dat zo’n compact schema niet haalbaar is, rekening houdende met de hiervoor vermelde aandachtspunten als: • landschappelijke integratie met een breed groenscherm, • de opname van een finse looppiste en een loopparcours rond een voetbalveld, • ruimte voor een waterbuffer op het laagste niveau, • ruimte voor een speelplein, • dubbel gebruik van de parking, • twee gelijkwaardige toegangen langs Tapuitstraat en Sint-Elooisstraat, • de vraag naar een bijkomende tribune rond het hoofdveld.
Di en stg eb ou w
eld dv of 5 ho x 1 0 68
tri bu ne
200m
i
d wa
bu
r
n ke
0 ld ve x10 5 5
Dienstgebouw centrale toegang
250m
lein
elp
spe
veld 55x100
ffe
k be
hoofdveld 68x105
t
Si Parking
Leiedal, februari 2011
i
oo
l -E nt
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
41
a ra st
figuur 18: Waterhoofdstuk
Legende plangebied
overstromingsgevoelige gebieden niet overstromingsgevoelig effectief overstromingsgevoelig mogelijk overstromingsgevoelig
winterbed
overstromingsgevoelige gebieden
winterbedkaart
waterlopen
zoneringsplan
geen informatie beschikbaar winterbedding
waterlopen bevaarbare waterlopen beek categorie 1 beek categorie 2 beek categorie 3
zoneringsplan centraal gebied (reeds of binnenkort berioleerd en aangesloten op zuiveringsstation) collectief geoptimaliseerd buitengebied (reeds of binnenkort berioleerd en aangesloten op zuiveringsstation) collectief te optimaliseren buitengebied (nog te beriolere, en/of aan te sluiten op zuiveringsstation) individueel te optimaliseren buitengebied (individuele zuiveringsinstallatie te voorzien op eigen perceel)
42
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
8. Op te heffen plannen Volgende plannen worden opgeheven binnen het plangebied van het verordenend grafisch plan van dit RUP: Het gewestplan Kortrijk (K.B. 04/11/1977 en latere wijzigingen), bestemming woonuitbreidingsgebied.
9. Ruimtebalans Bestemming gewestplan
Bestemming RUP
Ha
woonuitbreidingsgebied
recreatie
94.018 m²
woonuitbreidingsgebied
wegenis en openbare nutsvoorzieningen
2.732 m²
woongebied
wegenis en openbare nutsvoorzieningen
1.259 m²
Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
43
figuur 19: Planbaten, planschade
3
Legende Percelen die in aanmerking kunnen komen voor planschade:
Percelen die in aanmerking kunnen komen voor planbaten: niet van toepassing
Percelen die in aanmerking kunnen komen voor kapitaalschade of gebruikerscompensatie: niet van toepassing
3
Disclaimer: deze kaart is louter informatief en doet op geen enkele manier rechten of plichten ontstaan 0
44
25
50
100 Meters
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
10. Planbaten en planschade Om een beeld te krijgen van de percelen die mogelijks in aanmerking kunnen komen voor planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikercompensatie wordt de kaartlaag met bestemmingen voor de inwerkingtreding van het RUP vergeleken met de kaartlaag met de bestemmingen die in dit RUP worden voorzien. Deze aanduiding is puur informatief en planologisch van aard. Er is geen onderzoek gebeurd naar de eigendomsstructuur, mogelijke vrijstellingen of uitzonderingsgronden. Percelen die in aanmerking kunnen komen voor planschade: Op basis van de vergelijking van de bestemmingen van het gewestplan en de bestemmingen in het voorliggende RUP komen percelen (eerste 50 m vanaf de rooilijn), die van woonuitbreidingsgebied (met een agrarische gebruiksfunctie) naar zone voor sportterreinen en zone voor wegenis en parking worden omgezet, in aanmerking voor planschade. Percelen die in aanmerking kunnen komen voor planbaten: Op basis van de vergelijking van de bestemmingen van het gewestplan en de bestemmingen in het voorliggende RUP komen geen terreinen in aanmerking voor planbaten. Percelen die in aanmerking kunnen komen voor kapitaalschade of gebruikerscompensatie: Op basis van de vergelijking van de bestemmingen van het gewestplan en de bestemmingen in het voorliggende RUP komen geen terreinen in aanmerking voor kapitaalschade of gebruikerscompensatie.
Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
45
figuur 20: Verordenend grafisch plan
5 5
3
6 1
4
7
2
8
Legende
5
plangebied
1
Bestemmingen zone voor sport en gemeenschapsvoorzieningen
2
zone voor groen,recreatie en water
3
zone voor wegenis en parking
1 4
7
Overdrukken 4
groene inrichting
5
groenscherm
6
toegangen voor gemotoriseerd verkeer en fiets- en wandelverkeer
7
flexibele zonegrens
8
doorgang voor traag verkeer
5
6
0
46
25
50
100 Meters
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
11. Verordenend grafisch plan, stedenbouwkundige voorschriften en onteigeningsplan Enkel de tekst in de kolom ‘verordenende voorschriften’ is bindend. De tekst in kolom ‘toelichting’ dient samen met de stedenbouwkundige voorschriften te worden gelezen, maar zijn niet verordenend. De toelichting dient als interpretatiekader. De algemene voorschriften gelden voor alle bestemmingszones. In de zones waar de inhoud van een voorschrift geen onderwerp uitmaakt van de betreffende zone is dit voorschrift logischerwijs niet van toepassing.
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 0
Algemene voorschriften
0.1
Alle ruimtelijke ingrepen binnen het plangebied dienen in overeenstemming te zijn met de principes van het integraal waterbeheer zonder een abnormale belasting van het watersysteem. In het bijzonder wordt gewerkt via het principe van vertraagde afvoer van het hemelwater waarbij de volgende hiërarchie wordt gevolgd: opvangen hemelwater voor herbruik, infiltratie in de grond, buffering van het verzamelde regenwater. Het afvalwater wordt gescheiden van het hemelwater en afgevoerd naar de openbare riolering in de wijk Rootland. Indien de verplichting geldt voor het zuiveren van het afvalwater, wordt het effluent geloosd in het waterafvoersysteem voor hemelwater. De aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning zal een gedetailleerd rioleringsplan bevatten inclusief de hemelwaterbuffering. De nodige maatregelen worden genomen om de bodem en het grondwater te vrijwaren van elk risico op verontreiniging.
TOELICHTING
Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, zoals omschreven in het decreet en de verordening(en) ter zake. Het volledige plangebied wordt zodanig ingericht dat het water wordt vastgehouden en gebufferd. Om de impact van de waterafvoer op de omgeving te minimaliseren, worden een aantal milderende maatregelen opgenomen in het RUP: • Het oppervlaktewater zal in eerste instantie zoveel mogelijk worden herbruikt (toiletten, waterverbruik wasmachines, spoelwater reiniging voetbalschoenen). Er dient hiermee rekening te worden gehouden bij de technische uitvoering van het dienstgebouw. • Binnen de zones waar verharding wordt toegelaten, wordt zoveel mogelijk waterdoorlaatbare verharding voorgeschreven om maximaal de infiltratie naar het grondwater te compenseren. • Daarnaast wordt gezorgd voor een vertraagde afvoer van het hemelwater. Hiervoor zal de centrale afwateringsgracht op het laagste punt van het terrein worden omgevormd tot een buffer- en spaarbekken, dat zowel instaat voor de vertraagde afvoer van oppervlaktewater als de tijdelijke opvang van drainagewater van de velden. Door het voorzien van een overdiepte kan het water tevens worden gestockeerd om, indien nodig, te herbruiken in functie van veldbesproeiing. Bij de keuze van bekken moet schade aan het grondwater worden vermeden en de basisafvoer van de beek in rekening worden gebracht. • Groendaken kunnen een aanvullend initiatief zijn op de vertraagde afvoer van het hemelwater. Gezien art 131 paragraaf 2 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, worden geen voorschriften in het RUP opgenomen met betrekking tot kleine handelingen van algemeen belang, of voor lijninfrastructuur- en nutswerken die een gemeentelijk karakter hebben of een kleine wijziging inhouden.
0.2
Publiciteit dient maximaal te worden geïntegreerd in de globale architectuur van de inrichtingen en constructies. Dit aspect maakt integraal deel uit van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning.
Publiciteit: reclamepanelen, vlaggenmasten, losstaande publiciteitsborden en kolommen.
Reclame en publiciteit mag worden voorzien: • Aan de binnenkant van de afsluitingen rond de speelvelden, tot op een maximale hoogte van 1,20 m boven het maaiveld. • Tegen de gevels van de bebouwing op het terrein, voor zover deze gevels niet gericht zijn naar het omliggende open landschap. • Vlaggenmasten en infopanelen hoger dan 1,20 m zijn enkel toegelaten rond het hoofdveld en aan de hoofdtoegangen van het sportcomplex. 0.3
Er wordt een algemene duurzame inrichting van het plangebied nagestreefd. Ook zullen de nodige acties en maatregelen worden uitgevoerd om een duurzame modi naar het sportcomplex te stimuleren.
Leiedal, februari 2011
De gemeente stelt als globale ambitie om het sportcomplex uit te bouwen met aandacht voor duurzaam energieverbruik. De technische uitvoering wordt opgelegd aan de ontwerper van het terrein. Er wordt gedacht aan zonnepanelen, specifieke verlichtingstechnieken, ... De gemeente zal ook de nodige acties en maatregelen uitvoeren ter garantie van de verkeersveiligheid voor de trage weggebruiker en de verkeersleefbaarheid van de Stationswijk.
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
47
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
1
Zone voor sport en gemeenschapsvoorzieningen
hoofdcategorie: recreatie
1.1
De zone is bestemd voor dagrecreatie op gemeentelijk niveau, met als hoofdfunctie sportcomplex in openlucht. De resterende ruimte kan worden gebruikt voor de aanleg van speelruimte, ondergeschikt aan de primaire sportinfrastructuur.
In de zone zullen outdoor sportvelden worden aangelegd in functie van de lokale sportclubs. De aanleg van maximum 5 voetbelvelden voor de lokale voetbalclub, een looppiste (max. 6 banen) en finse looppiste is prioritair. Daarnaast wordt ook nog gedacht aan een outdoor multifunctioneel sportveld voor balspelen (basketbal, volleybal), het voorzien van outdoor-fitness-toestellen, ...
Bij de aanleg van de sportvelden, in het bijzonder het hoofdveld, dient rekening te worden gehouden met een optimale oriëntatie in functie van de bezonning en de overheersende windrichting.
De resterende ruimte naast de sportvelden kan gebruikt worden voor de aanleg van speelinfrastructuur secundair aan de primaire sportaccommodatie zoals een speelkooi, petanqueveldje, een speelpleintje, fitometer, ... .
Landschapszorg en waterbeheersing zijn ondergeschikte functies. 1.2
Gemotoriseerde sporten worden niet toegelaten binnen de zone.
1.3
Alle onder- en bovengrondse werken, handelingen en wijzigingen, die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming, zijn toegelaten. Het bestaande grachtenstelsel binnen de zone kan worden verplaatst voor zover dat noodzakelijk is voor de inrichting van de zone en dit geen hinder betekent voor het integraal waterbeheer van de omgeving.
1.4
Het terrein moet in hoofdzaak een onbebouwd karakter hebben. Maximaal 10% van de zone mag bebouwd en/of verhard worden in functie van de bestemming voor zover de ruimtelijke kwaliteit gerespecteerd blijft. Maximaal de helft van de verharding mag worden aangelegd in niet-waterdoorlatende materialen.
Het betreft o.a. quads, gemotoriseerde modelvliegtuigjes, ...
In het dienstgebouw kunnen ondermeer volgende functies worden samengebracht: een multifunctionele zaal voorzien van een bar/toiletten/vestiaire met uitzicht op het hoofdveld, kleedkamers, bergingen, sanitair, ... Aangezien ook een overdekte hoofdtribune moet worden voorzien naast het hoofdveld, worden de beide constructies bij voorkeur geïntegreerd in één gebouw.
Bebouwing dient zo compact mogelijk te worden voorzien. Het is toegelaten om een centraal dienstgebouw en een overdekte tribune op te richten in de nabijheid van het hoofdveld. De constructie dient een duurzaam en energetisch zuinig karakter te hebben. Andere constructies, die horen bij de sportvelden en speelinfrastructuur, zijn ondergeschikt aan het dienstgebouw. Afsluitingen hoger dan 2 m moeten doorzichtig zijn.
Voorbeelden van constructies die horen bij de sportvelden: berging, staantribune, schuilhokjes, verlichting, goals, draadafsluitingen om ballen op te vangen, omheining, poorten ticketbox, ... Voorbeelden van speelinfrastructuur: een speelkooi, speeltuigen, een picknickplaats, zitbanken, vuilnisbakken, overdekte fietsrekken, verlichting, groenbermen en -taluds, ...
De maximale bouwhoogte van alle constructies bedraagt 8 m. 2
Zone voor groen, water en recreatie
hoofdcategorie: recreatie
2.1
De zone is bestemd voor groenaanleg, recreatie (in hoofdzaak uitbreiding van het bestaande speelplein) en waterhuishouding. Het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur die is gericht op de recreatieve functie van het gebied en het wijzigen van het maaiveld in functie van de waterhuishouding zijn toegelaten.
In de zone wordt een buffer- en spaarbekken aangelegd voor de tijdelijke buffering van hemelwater, vermeerderd met water afkomstig van de drainage van de velden en de parking. Het water dat wordt opgevangen, kan worden hergebruikt voor veldbesproeiing. Kleinschalige infrastructuur voor de recreatieve functie van het gebied zijn o.a.: - speeltuigen, een picknickplaats, zitbanken, vuilnisbakken, overdekte fietsrekken, verlichting, groenbermen en -taluds, ... - toegangspoortjes, verbodsborden, informatieborden, verkeersdrempels, ... - paden voor niet-gemotoriseerd verkeer: wandelen, fietsen, Finse looppiste, ...
2.2
48
De inrichting van de zone moet voldoen aan volgende voorwaarden: • Maximaal 10% van de zone mag bebouwd en/of verhard worden voor zover de ruimtelijke kwaliteit gerespecteerd blijft. Maximaal de helft van de verharding mag worden aangelegd in niet-waterdoorlatende materialen. • Afsluitingen hoger dan 2 m moeten doorzichtig zijn. • Er dient minimaal 1 hoogstammige boom te worden aangeplant per 50 m², met uitzondering van het waterbekken. De beplanting moet bestaan uit streekeigen groen. • Het waterbekken dient te worden aangelegd met ecologisch zachte oevers. • Er dient bijzondere aandacht te worden besteed aan een kindveilige inrichting bij de combinatie waterbuffering - speelruimte in deze zone.
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Verharde paden, wegen of speelveldjes worden bij voorkeur aangelegd in een waterdoorlatende verharding. Het waterbekken krijgt een natuurtechnische inrichting, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van zachte oevers en oeverbeplanting. Samen met een grillige vorm zal dit de biodiversiteit ten goede te komen.
Leiedal, februari 2011
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
2.3
Alle onder- en bovengrondse werken, handelingen en wijzigingen, die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming, zijn toegelaten. Het bestaande grachtenstelsel binnen de zone kan worden verplaatst voor zover dat noodzakelijk is voor de inrichting van de zone en dit geen hinder betekent voor het integraal waterbeheer van de omgeving.
3
Zone voor wegenis en parking
hoofdcategorie: lijninfrastructuur
3.1
Deze zone is bestemd voor openbare wegenis, parking en aanhorigheden.
Onder aanhorigheden van wegeninfrastructuur wordt onder andere verstaan: al dan niet verharde bermen, grachten en taluds, de stationeer- en parkeerstroken, de wegsignalisatie en wegbebakening, de verlichting, de afwatering, de beplantingen, de geluidswerende constructies, voetgangers- of fietsvoorzieningen, de plaatsing van zitbanken, muurtjes, kunstwerken, straatmeubilair.
In deze zone zijn alle bovengrondse en ondergrondse werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. 3.2
Binnen deze zone moeten voldoende parkeermogelijkheden worden voorzien om de parkeerbehoefte van het sportcomplex op te vangen. De parking kan tijdelijk ook worden ingezet in functie van de parkeervraag van Gaverzicht.
Bij het ontwerp van de parking moet rekening worden gehouden met onderstaande streefcijfers: 250 wagens, 100 fietsen, 2 bussen. De parkeerplaatsen voor de wagens en de fietsen worden zoveel mogelijk gelijkmatig verdeeld over de zone. De parking voor de bussen dient aangelegd te worden nabij het hoofdveld.
Parkeervoorzieningen voor fietsers moeten dicht aansluiten bij de toegangen van de verschillende sportvelden.
De parking zal dubbel worden gebruikt, waarbij Gaverzicht tijdens piekmomenten ook van deze parking kan gebruik maken, zolang dit geen overdruk veroorzaakt voor de bezoekers van het sportcomplex.
3.3
Ter hoogte van alle toegangen tot het sportcomplex dient de inrichting maximaal gericht te zijn op de veiligheid en oversteekbaarheid voor voetgangers en fietsers.
3.4
Bij de herinrichting van de Tapuitstraat dient maximaal rekening te worden gehouden met dubbelzijdig fietsverkeer en een verkeersveilige optimalisatie van het kruispunt met de Stationsstraat.
4
Overdruk: groene inrichting
4.1
De overdruk dient een groene inrichting van het deel van de zone gelegen binnen het sportcomplex te verzekeren.
4.2
De inrichting van de zone moet voldoen aan volgende voorwaarden: • Maximaal de helft van de verharding mag worden aangelegd in nietwaterdoorlatend materialen. • Minimum 20% van de zone moet een groene inrichting krijgen. Deze oppervlakte kan worden ingericht voor het tijdelijk bufferen van water. • Er dient minimaal 1 hoogstammige boom te worden aangeplant per 100 m². • De beplanting moet bestaan uit streekeigen groen.
5
Overdruk (symbool): groenscherm
5.1
Op de private perceelsgrenzen met het aanpalende open landschap en de woonwijken, en op de grens met de Tapuitstraat en de Sint-Elooisstraat moet een groenscherm worden aangelegd van minimaal 8 m breed.
5.2
Het groenscherm moet bestaan uit streekeigen beplanting (menging van hoogstammig groen en hagen en/of struiken) die ook tijdens de winter voldoende (visuele) afscherming garandeert.
Indien mogelijk wordt een dubbelzijdig fietspad voorzien. Indien de ruimte dit niet toelaat kunnen ook andere mogelijkheden onderzocht worden zoals fietssuggestiestroken.
De niet-verharde groene zones op de zone voor wegenis en parking mag worden gebruikt voor de aanleg van een wadi, die instaat voor het tijdelijk bufferen van de parkeerstroken.
Er zal worden gestreefd naar een zo ruim mogelijke menging van streekeigen heesters en bomen.
Om een maximale afscherming te garanderen is de aanleg van groentaluds ook toegestaan.
Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
49
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
5.3
Doorheen het groenscherm mag het tracé van de finse piste worden voorzien op voorwaarde dat deze wordt aangelegd met natuurlijke en organische materialen.
5.4
Het groenscherm mag plaatselijk worden onderbroken voor de inrichting van de toegangen voor gemotoriseerd verkeer, zoals voorzien in het voorschrift 6. Ook beperkte versmallingen van het groenscherm voor de aanleg van verharding in functie van draai- en keerpunten is toegelaten.
5.5
Het groenscherm en/of de groentaluds moeten aangelegd en beplant zijn uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning voor de aanleg van het sportcomplex.
6
Overdruk (symbool): toegang voor gemotoriseerd verkeer, fiets- en wandelverkeer
6.1
Deze toegangen dienen eveneens te voorzien in een vlotte en veilige toegang voor fiets- en wandelverkeer.
6.2
De plaats van de toegang kan verschuiven langs de betreffende perceelsgrens.
7
Overdruk (symbool): flexibele zonegrens
7.1
Op het verordenend plan is in overdruk een flexibele zonegrens aangeduid tussen de zone voor sportterreinen en de zone voor wegenis en parking.
7.2
De aangeduide zonegrens mag met maximaal 10 m worden verschoven in beide richtingen ten voordele van een ideale inrichting van het outdoor sportcomplex.
8
Overdruk (symbool): doorgang voor traag verkeer
8.1
De doorgang voor traag verkeer moet worden voorzien op de locatie, zoals symbolisch aangeduid op het verordenend plan. In de strook wordt enkel traag verkeer toegestaan.
8.2
De plaats van de doorgang kan verschuiven in functie van de aanleg van de zone voor wegenis en parking.
8.3
De inrichting van de strook is zodanig dat veilige en vlotte bewegingen tussen de sportvelden en het speelplein kunnen worden gegarandeerd. De doorgang heeft een maximale breedte van 5,40 m.
Er wordt aanbevolen om de materiaalkeuze van de strook te onderscheiden van de inrichting van de zone voor wegenis en parking.
8.4
Slechts op beperkte en gecontroleerde tijdstippen wordt gemotoriseerd verkeer toegelaten over de doorgang, in functie van een vlotte ontsluiting van het sportcomplex.
Bij uitzondering, in functie van bepaalde manifestaties, moet de mogelijkheid bestaan om toch gemotoriseerd verkeer toe te laten over de doorgang. Dit kan bv. wanneer één toegang wordt afgesloten en het sportcomplex slechts via de andere ingang bereikbaar is. Ook bij een ongeval bestaat de kans dat brandweer/politie doorgang moet krijgen over de strook. Dit wordt weliswaar enkel beperkt toegelaten, op welbepaalde tijdstippen en duidelijk aangegeven op de site.
50
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
De flexibele zonegrens wordt ingetekend om twee redenen: - Het inrichtingsplan voorgesteld in de toelichtingsnota is exemplarisch. Andere inrichtingen binnen de zone voor sportterreinen ten gevolge van een concreet uitvoeringsdossier moeten eveneens kunnen. Met de aanduiding van de flexibele zonegrens blijft de huidige indeling van het sportcomplex in 3 zones behouden, maar kan een beperkte verschuiving tussen de zone voor parking en de zone voor sportterreinen mogelijk worden gemaakt in functie van de concrete inrichting. - Bij de opmaak van het plan werd vertrokken van de grootschalige basiskaart als onderlegger en niet van een correct opmetingsplan, waardoor de zone voor sportterreinen mogelijks te beperkt werd ingetekend om het voorziene sportprogramma te kunnen realiseren.
In de zone voor groen, recreatie en water wordt een speelplein voorzien. Aangezien de bewegingen van spelende kinderen hier groot zal zijn, wordt het verkeer op deze plek beperkt tot trage weggebruikers. Hiervoor kunnen afsluitbare maatregelen worden ingezet.
Leiedal, februari 2011
Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
51
figuur 21: Onteigeningsplan
volgnr sectie
kadnr
aard
1 2 3 4 5
D D D D D
315 c 313 a 316 b 305 h 308 a
bouwland bouwland bouwland weiland bouwland
6 7
D D
328 a 35 k
bouwland bouwland
opp 00 00 00 00 01
11 72 22 27 30
naam
adres
84 40 10 15 07
Vennootschap/Debaere Steenweg Deinze 150 Zie nr. 1 Steenweg Deinze 150 Zie nr. 1 Steenweg Deinze 150 Zie nr. 1 Steenweg Deinze 150 Domein v/d gemeente Deerlijk 5/6 VE Harelbekestraat 27 Johan Vanwynsberghe & Martine Bekaert 1/6 VE Guido Gezellelaan 9 01 80 21 Zie nr. 1 Steenweg Deinze 150 00 31 00 Bekaert Maurice Stationsstraat 235
postnr
gemeente
onteigening voor
9810 9810 9810 9810 8540 8540 9810 8540
Nazareth Nazareth Nazareth Nazareth Deerlijk Deerlijk Nazareth Deerlijk
groen, wegenis en parking sporterrein en groen wegenis en parking sporterrein, wegenis en parking sportterrein sportterrein sportterrein sportterrein, groen, wegenis en parking
6 328 a
7 35 k
2
Legende
313 a plangebied
5
1 315 c
Onteigenende macht: Gemeente Deerlijk
308 a
3 316 b
4 305 h
0
52
25
50
100 Meters
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
Leiedal, februari 2011
12. Motivatie onteigeningsplan De onteigeningen zijn noodzakelijk voor de ontwikkeling van het outdoor sportcomplex gelegen in de Stationswijk van de gemeente Deerlijk. Niet het volledige terrein gelegen binnen het plangebied van het RUP zal worden onteigend om deze nieuwe openbare functie te kunnen realiseren. Een aantal percelen zijn ondertussen in der minne verworven door de gemeente Deerlijk. Het project is een uitvoering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Deerlijk en is verenigbaar met de beleidsopties van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan WestVlaanderen en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Voor een uitgebreide lezing van de planningscontext wordt verwezen naar de toelichtingsnota – hoofdstuk 4. Een overzicht van de percelen die in aanmerking komen voor onteigening zijn opgenomen in de tabel hiernaast. In eerste instantie zal door het gemeentebestuur van Deerlijk initiatief worden ondernomen om ook deze percelen in der minne te verwerven. De te onteigenen percelen bevinden zich in het gewestplan in de bestemmingszone ‘woonuitbreidingsgebied’. Alle percelen worden momenteel gebruikt als landbouwgronden. De verschillende percelen bevinden zich in het RUP in de bestemmingszones: • zone voor sportterreinen, • zone voor groen, recreatie en water, • zone voor wegenis en parking. Deze zones zijn bestemd voor de aanleg van een outdoor sportcomplex, bestaande uit 5 voetbalvelden met bijhorende accommodatie, een Finse piste en een looppiste voor joggers, een parking voor ongeveer 300 wagens voorzien van een interne ontsluitingsweg en groenaanleg voor de landschappelijke buffering, waterbuffering en speelgroen. De terreinen worden aangekocht en gerealiseerd door de gemeente Deerlijk. De volledige site zal een openbare bestemming krijgen. Het betreft dus onteigening voor algemeen nut.
Leiedal, februari 2011
Gemeente Deerlijk, RUP 7-1 Sportcomplex Stationswijk
53
www.leiedal.be bedrijventerreinen stedenbouw milieu informatie- en communicatietechnologie mobiliteit herbestemmingsprojecten
intergemeentelijke samenwerking projectontwikkeling streekontwikkeling