GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING 'REGIONAAL ARCHIEF WEST-BRABANT' Begripsbepalingen Artikel 1 1. In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder: a. regeling: deze gemeenschappelijke regeling; b. gemeenten: de aan deze regeling deelnemende gemeenten; c. waterschap: het aan deze regeling deelnemende waterschap of diens rechtsopvolger; d. Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; e. archiefbescheiden: de in artikel 1, onder c., van de Archiefwet 1995 bedoelde archiefbescheiden; f. archiefbewaarplaats: de in artikel 1, onder f., van de Archiefwet 1995 bedoelde archiefbewaarplaats; g. directeur: de in artikel 32, eerste lid en in artikel 37, eerste lid van de Archiefwet 1995 bedoelde archivaris; h. regionaal archief: het in artikel 2, eerste lid, van deze regeling bedoelde openbaar lichaam; i. algemeen bestuur: het in artikel 4 van deze regeling bedoeld bestuursorgaan; j. dagelijks bestuur: het in artikel 4 van deze regeling bedoeld bestuursorgaan; k. wet: Wet Gemeenschappelijke Regelingen. 2. Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet en Archiefwet en van verordeningen dan wel regelingen van een of meer deelnemende gemeenten en/of waterschap van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komt in die artikelen in de plaats van de gemeente of het waterschap het regionaal archief en in de plaats van de raad of het algemeen bestuur van het waterschap en burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van het waterschap, het algemeen respectievelijk het dagelijks bestuur van het regionaal archief. Instelling Artikel 2 1. Er is een openbaar lichaam, genaamd 'Regionaal Archief West-Brabant', gevestigd te Zevenbergen. 2. Het verzorgingsgebied van het regionaal archief wordt gevormd door het grondgebied van de deelnemende gemeenten, te weten: Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk en Zundert en van het beheersgebied van het waterschap Land van Nassau. 3. Het inwoneraantal van het regionaal archief is de som van de inwoneraantallen van de gemeenten. Als inwoneraantal van de gemeenten wordt aangehouden de laatstelijk door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers. 4. Voor het deelnemende waterschap wordt een oppervlaktemaat als maatstaf aangehouden, waarbij 5 ha. worden gelijkgesteld aan één inwoner, met dien verstande dat het totaal aantal hectaren voor de berekening van het aantal inwoners niet meer kan bedragen dan maximaal 33.000 hectaren.
Doel van de regeling Artikel 3 1. Het Regionaal Archief West-Brabant heeft tot doel de in beheer overgedragen archieven en verzamelingen van de aangesloten gemeenten en het waterschap in goede, geordende en toegankelijke staat te bewaren, deze archieven en verzamelingen voor een breed publiek beschikbaar te stellen, alsmede het uitoefenen van het toezicht op het beheer van de niet overgebrachte archiefbescheiden van de aangesloten gemeenten en het waterschap. Daarnaast draagt het regionaal archief zorg voor de verwerving van relevante niet-overheidsarchieven en verzamelingen en het beheer ervan. 2. Het in het eerste lid bedoelde doel strekt zich voor wat betreft het waterschap slechts uit tot de archieven, verzamelingen en niet-overgebrachte archiefbescheiden van het waterschap Land van Nassau en diens rechtsvoorgangers. Het regionaal archief Artikel 4 1. Het bestuur van het regionaal archief bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. 2. Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van het openbaar lichaam. Het algemeen bestuur Artikel 5 1. Iedere gemeenteraad en het algemeen bestuur van het waterschap wijst uit zijn midden, de voorzitter daarvan inbegrepen, een lid en een plaatsvervangend lid voor het algemeen bestuur aan. Gemeenteraden kunnen ook een wethouder aanwijzen. 2. De leden van het algemeen bestuur, voorzover zij door de gemeenteraden en het algemeen bestuur van het waterschap zijn aangewezen, worden aangewezen voor een periode van vier jaren, en zij treden af op het tijdstip waarop de zittingsperiode van respectievelijk de gemeenteraad en het algemeen bestuur van het waterschap afloopt. 3. De gemeenteraad en het algemeen bestuur van het waterschap beslissen uiterlijk in de tweede vergadering van elke zittingsperiode over de in lid 1 en 2 genoemde aanwijzing. 4. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt van rechtswege, zodra men ophoudt wethouder of lid of voorzitter te zijn van de gemeenteraad of van het algemeen bestuur van het waterschap of van het dagelijks bestuur van het waterschap. 5. Indien tussentijds een zetel van het algemeen bestuur vacant komt, wijst de gemeenteraad, respectievelijk het algemeen bestuur van het waterschap, wiens lid ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een nieuw lid aan. Artikel 6 De gemeenteraad, respectievelijk het algemeen bestuur van het waterschap, kan een door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur, dat zijn vertrouwen niet meer bezit ontslag verlenen. Artikel 7 Voor de vergadering van het algemeen bestuur kunnen adviseurs worden uitgenodigd.
De bevoegdheden van het algemeen bestuur Artikel 8 Voor zover in deze regeling niet anders is bepaald, oefent het algemeen bestuur de bevoegdheden uit die bij of krachtens de Archiefwet 1995 en de Gemeentewet zijn of worden toegekend aan de gemeenteraden, respectievelijk de bevoegdheden die zijn of worden toegekend aan de algemene besturen van de waterschappen, en die nodig zijn ter behartiging van de in artikel 3 omschreven taak van het regionaal archief. Artikel 9 Het algemeen bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt of tenminste twee leden zulks schriftelijk, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, verzoeken. Artikel 10 1. Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar. De deuren worden gesloten wanneer dit door eenvijfde van de aanwezige leden wordt gevraagd of de voorzitter dit nodig acht. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. In een besloten vergadering kan over de daarin behandelde onderwerpen ook een besluit worden genomen. Van het verhandelde in een besloten vergadering dient een afzonderlijk verslag gemaakt te worden. 2. In een besloten vergadering wordt niet beraadslaagd, noch een besluit genomen over: a. het vaststellen of wijzigen van de begroting; b. het vaststellen van de rekening; c. het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen; d. het toetreden tot, uittreden uit, wijziging, vervanging en opheffing van de regeling, als bedoeld in de artikelen 38 tot en met 41 van deze regeling. 3. In een besloten vergadering wordt geen besluit genomen over: a. het aangaan van geldleningen en van rekening-courant overeenkomsten; b. het uitlenen van gelden en het waarborgen van geldelijke verplichtingen door anderen aan te gaan; c. het vervreemden of bezwaren van goederen van het regionaal archief; d. het onderhands verhuren, verpachten of in gebruik geven van goederen van het regionaal archief; e. het kopen of huren van onroerende goederen; f. het onderhands aanbesteden van werken of leveranciers; g. het doen van een uitgave, voordat de begroting of de begrotingswijziging, waarbij deze uitgave is geraamd, is goedgekeurd. Artikel 11 Artikel 25 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing. Artikel 12 1. Het algemeen bestuur van het regionaal archief verstrekt aan de gemeenteraden, respectievelijk het algemeen bestuur van het waterschap, de door een of meer leden van die raden of besturen gevraagde inlichtingen schriftelijk en zo spoedig mogelijk, voor zover dat niet strijdig is met het belang van het regionaal archief. 2. Een verzoek om inlichtingen wordt door het lid van de raad of het algemeen bestuur van het waterschap ingediend bij de voorzitter van zijn raad/bestuur, die het onmiddellijk doorzendt aan het betreffende orgaan van het regionaal archief.
3. Het algemeen bestuur verstrekt de inlichtingen in ieder geval binnen 45 dagen, het dagelijks bestuur en de voorzitter binnen 30 dagen. Artikel 13 1. Een lid van het algemeen bestuur verstrekt aan de gemeenteraad, respectievelijk algemeen bestuur van het waterschap, die hem heeft aangewezen zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen 45 dagen de door een of meer leden van die raad, respectievelijk dat algemeen bestuur, in een vergadering van de raad c.q. het algemeen bestuur van het waterschap of schriftelijk gevraagde inlichtingen, voor zover dat niet strijdig is met het belang van het regionaal archief. 2. De gemeenteraad, respectievelijk het algemeen bestuur van het waterschap, kan een lid van het algemeen bestuur dat hij heeft aangewezen ter verantwoording roepen voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid. Het dagelijks bestuur Artikel 14 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester, allen door en uit het algemeen bestuur aan te wijzen. 2. Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur eindigt van rechtswege, zodra men ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur. 3. Indien tussentijds een zetel van het dagelijks bestuur vacant komt, wijst het algemeen bestuur in zijn eerstvolgende vergadering een lid uit zijn midden aan. Artikel 15 Voor de vergaderingen van het dagelijks bestuur kunnen adviseurs worden uitgenodigd. De bevoegdheden van het dagelijks bestuur Artikel 16 1. Het dagelijks bestuur oefent de bevoegdheden uit die bij of krachtens de Archiefwet 1995 en de Gemeentewet zijn of worden toegekend aan de colleges van burgemeester en wethouders der gemeenten en aan de dagelijkse besturen der waterschappen, voor zover die nodig zijn ter behartiging van de in artikel 3 omschreven taak van het regionaal archief. 2. Het dagelijks bestuur is voorts belast met onder meer: a. het voorbereiden van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd; b. het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur; c. het beheren van de inkomsten en uitgaven van het regionaal archief; d. de zorg, voorzover niet aan anderen opgedragen, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding; e. het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht op bezit; f. het houden van een voortdurend toezicht op alles wat het regionaal archief aangaat. Artikel 17 Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt.
Artikel 18 1. Het dagelijks bestuur of een of meer leden daarvan verstrekt aan het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen 45 dagen in een vergadering van dat bestuur of schriftelijk de door een of meer leden van het algemeen bestuur gevraagde inlichtingen voor zover dat niet strijdig is met het algemeen belang. 2. Het algemeen bestuur kan het dagelijks bestuur of een of meer leden daarvan, nadat de inlichtingen zijn verstrekt of dienden te zijn verstrekt, in een vergadering of schriftelijk ter verantwoording roepen. De voorzitter Artikel 19 De voorzitter wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen; hij is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur. Artikel 20 1. De voorzitter is verantwoordelijk voor de uitvoering van de besluiten van het dagelijks bestuur. 2. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur. 3. De voorzitter tekent de stukken die van het algemeen bestuur of van het dagelijks bestuur uitgaan. 4. De voorzitter vertegenwoordigt het regionaal archief in en buiten rechte. De vertegenwoordiging kan hij opdragen aan een door hem aan te wijzen gevolmachtigde. Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een van de gemeenten van het samenwerkingsverband of van het waterschap, dat partij is in het geding waarbij het regionaal archief betrokken is, wordt het regionaal archief door de vice-voorzitter of een ander door het dagelijks bestuur aan te wijzen lid van dat bestuur vertegenwoordigd. Secretaris en penningmeester Artikel 21 De functies van secretaris en penningmeester zijn in één persoon verenigbaar. Artikel 22 1. De secretaris is het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter in alles wat de hem opgedragen taak betreft behulpzaam. 2. Alle stukken, die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan, worden door hem mede-ondertekend. Het personeel Artikel 23 1. Het algemeen bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing en ontslag van de directeur. 2. Van benoeming, schorsing en ontslag van de directeur wordt mededeling gedaan aan de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders, de algemene besturen en de dagelijkse besturen van de waterschappen. 3. De directeur dient in het bezit te zijn van een diploma archivistiek, als bedoeld in de Archiefwet 1995. Artikel 24 De directeur is belast met de uitvoering van de taken, als bedoeld in artikel 3 van deze regeling.
Artikel 25 1. De directeur kan worden bijgestaan door een of meer medewerkers. 2. Het dagelijks bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing en ontslag van de medewerkers. 3. Van benoeming, schorsing en ontslag van de medewerkers wordt mededeling gedaan aan de colleges van burgemeester en wethouders en aan de dagelijkse besturen van de waterschappen. 4. Tenminste een van de medewerkers dient in het bezit te zijn van een diploma archivistiek, als bedoeld in de Archiefwet 1995; deze vervangt de directeur bij diens afwezigheid. Artikel 26 Het algemeen bestuur stelt voor het personeel in dienst van het regionaal archief een instructie vast. Deze instructie wordt niet vastgesteld of gewijzigd dan nadat de colleges van burgemeester en wethouders en het dagelijks bestuur van het waterschap in de gelegenheid zijn gesteld hun gevoelens over het ontwerp kenbaar te maken. Aan deze colleges wordt eveneens de vastgestelde instructie alsmede de wijzigingen daarin ter kennis gebracht. Artikel 27 Het algemeen bestuur regelt de bezoldiging van het personeel. lid 2 vervalt Artikel 28 Voor zover in deze regeling niet anders is bepaald zijn voor het personeel de rechtspositieregelingen van de gemeente Moerdijk van overeenkomstige toepassing. Artikel 29 De werkzaamheden van de directeur en zijn medewerkers worden door het algemeen bestuur op voorstel van de directeur geregeld in een werkplan, dat op een of meerdere jaren betrekking heeft. Financiële bepalingen Artikel 30 De kosten van het regionaal archief worden jaarlijks inzichtelijk gemaakt door middel van een begroting van inkomsten en uitgaven ontleend aan het in artikel 29 bedoelde werkplan. Artikel 31 1. De kosten verband houdende met het instandhouden en doen functioneren van het regionaal archief, worden omgeslagen over de deelnemende gemeenten en het waterschap op grond van een door het algemeen bestuur vast te stellen bijdrage per deelnemer. 2. De kosten verband houdende met werkzaamheden die voor de deelnemende gemeenten en het waterschap worden verricht, worden rechtstreeks ten laste van de gemeenten en het waterschap gebracht op basis van het aantal uren dat in de begroting voor betreffende gemeente en waterschap is opgenomen. Afwijking van de begroting zal leiden tot verrekening van meer- of minderkosten. Artikel 32 1. Het algemeen bestuur stelt voorschriften vast ter zake van het geldelijk beheer en de administratie. 2. Ten aanzien van de controle op het geldelijk beheer en de administratie zijn de artikelen 213 en 215 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 33 1. Jaarlijks vóór 1 april zendt het dagelijks bestuur de ontwerp-begroting met toelichting voor het daarop volgende kalenderjaar aan de gemeenteraden en aan het algemeen bestuur van het waterschap toe. Het aandeel van elk van de gemeenten en van het waterschap in de voor het begrotingsjaar geraamde kosten wordt in deze begroting tot uitdrukking gebracht. Vóór 15 juni daaropvolgend kunnen de gemeenteraden en het algemeen bestuur van het waterschap eventuele bezwaren tegen en opmerkingen over de ontwerp-begroting bij het dagelijks bestuur inzenden. 2. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast vóór 1 juli van het jaar, voorafgaande aan dat, waarvoor de begroting dient. In geval deze ongewijzigd is vastgesteld, wordt daarvan schriftelijk mededeling gedaan aan de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en het algemeen en dagelijks bestuur van het waterschap. Ingeval deze in afwijking van de ontwerp-begroting is vastgesteld, wordt de begroting in afschrift toegezonden aan de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en het algemeen en dagelijks bestuur van het waterschap. Deze kunnen terzake gedeputeerde staten van hun gevoelen doen blijken. Binnen twee weken na vaststelling, doch uiterlijk vóór 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarop de begroting dient, wordt de begroting aan gedeputeerde staten ingezonden. 3. Met betrekking tot wijzigingen van de begroting is de procedure als omschreven in het eerste en tweede lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing, echter met uitzondering van de daarin genoemde data en met dien verstande, dat de gemeenteraden en het algemeen bestuur van het waterschap gedurende zes weken na ontvangst van de begrotingswijziging hun eventuele bezwaren daartegen ter kennis van het dagelijks bestuur kunnen brengen. Artikel 34 1. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft. 2. Het dagelijks bestuur zendt de rekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten. 3. Binnen twee weken na vaststelling wordt de jaarrekening aan de colleges van burgemeester en wethouders en het dagelijks bestuur van het waterschap toegezonden . Artikel 35 Het aandeel van elk van de gemeenten en het waterschap in de voor het begrotingsjaar geraamde kosten, moet worden betaald in twee termijnen, vervallende op 1 februari en 1 augustus van dat jaar. Binnen vier weken na de vaststelling van de rekening wordt aan de gemeenten en het waterschap mededeling van het over dat jaar werkelijk verschuldigde aandeel gedaan. Verrekening vindt, voor zoveel nodig, plaats binnen acht weken na verzending van de in de vorige alinea bedoelde mededeling. Verslag van de werkzaamheden Artikel 36 Het door de directeur samengestelde verslag van de werkzaamheden van het regionaal archief over het afgelopen jaar wordt door het algemeen bestuur, vóór 1 juli van het jaar volgend op dat waarover verslag wordt gedaan, vastgesteld. Binnen twee weken na vaststelling wordt het verslag aan de colleges van burgemeester en wethouders en het dagelijks bestuur van het waterschap toegezonden .
Het archief Artikel 37 1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van het regionaal archief. 2. Het beheer van de nog niet naar de in het vierde lid van dit artikel bedoelde archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van het regionaal archief wordt opgedragen aan de secretaris. 3. Het toezicht op het in het tweede lid van dit artikel bedoelde beheer wordt opgedragen aan de directeur. 4. Voor de bewaring van de archiefbescheiden van het regionaal archief en van de te deponeren archieven, die belangrijk geacht kunnen worden voor de bestudering van de geschiedenis van het gebied van het regionaal archief, wijst het algemeen bestuur een archiefbewaarplaats aan. 5. De in lid 4 bedoelde archiefbewaarplaats kan door de gemeenteraden en door het bestuur van het waterschap worden aangewezen tot gemeentelijke archiefbewaarplaats respectievelijk archiefbewaarplaats van het waterschap. 6. Het beheer over de archiefbewaarplaats, bedoeld in het vierde lid van dit artikel, wordt opgedragen aan de directeur. 7. Het toezicht op het beheer, bedoeld in het zesde lid van dit artikel, wordt opgedragen aan het dagelijks bestuur. Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing Artikel 38 1. Toetreding van een gemeente of waterschap tot deze regeling kan geschieden bij besluiten van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk van het algemeen en het dagelijks bestuur van het waterschap. 2. Het in het eerste lid bedoelde besluit wordt niet eerder genomen, dan nadat het algemeen bestuur met de voorgenomen toetreding heeft ingestemd. Alvorens terzake een beslissing te nemen wint het algemeen bestuur het gevoelen in van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en het algemeen en dagelijks bestuur van het waterschap. 3. De toetreding treedt niet in werking dan na opname in het register bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de wet. Artikel 39 1. Uittreding van een gemeente of het waterschap kan geschieden bij besluiten van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente, respectievelijk van het algemeen en dagelijks bestuur van het waterschap. Feitelijke uittreding vindt plaats per 1 januari van een kalenderjaar. 2. Het besluit als bedoeld in lid 1 dient tenminste één jaar voor de datum van feitelijke uittreding kenbaar zijn gemaakt aan het algemeen bestuur. 3. Een uittredende gemeente of waterschap is gehouden na uittreding bij te dragen in het begrote nadelig saldo van het laatste volledige jaar van deelname, en wel in het eerste kalenderjaar na uittreding het volle aandeel, in het tweede jaar na uittreding 80 procent van het aandeel, in het derde jaar na uittreding 60 procent van het aandeel, in het vierde jaar na uittreding 40 procent van het aandeel en in het vijfde jaar na uittreding 20 procent van het aandeel. 4. De uittreding treedt niet in werking dan na opname in het register bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de wet.
Artikel 40 De regeling kan worden gewijzigd bij besluiten van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en het algemeen en dagelijks bestuur van het waterschap van tenminste drie van de vijf deelnemers aan deze regeling.. Artikel 41 1. De regeling kan worden opgeheven bij besluiten van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en het algemeen en dagelijks bestuur van het waterschap van tenminste drie van de vijf deelnemers aan deze regeling. 2. Het besluit tot opheffing wordt toegezonden aan Gedeputeerde Staten. 3. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de opheffing en liquidatie, welke regeling zo spoedig mogelijk na de vaststelling wordt gezonden aan de gemeenten en het waterschap. 4. De gemeenten en het waterschap kunnen hun bezwaren tegen de in het derde lid bedoelde regeling binnen zes weken na ontvangst daarvan schriftelijk ter kennis van het algemeen bestuur brengen. 5. Indien de ingebrachte bezwaren niet door overleg tussen het algemeen bestuur en de betrokken gemeente(n) en waterschap kunnen worden opgeheven binnen acht weken na ontvangst van die bezwaren, zal aan Gedeputeerde Staten worden verzocht te bemiddelen overeenkomstig artikel 174 van de provinciewet. 6. Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur blijven als zodanig functioneren tot het tijdstip waarop de liquidatie beëindigd is. Slotbepalingen Artikel 42 Voor zover niet in deze regeling is voorzien, beslist het algemeen bestuur. Artikel 43 Het gemeentebestuur van de gemeente Moerdijk is belast met de bij de wet voorgeschreven uitvoering van de regeling. Artikel 44 Deze regeling treedt niet in werking dan na opname in het register, bedoeld in artikel 27, tweede lid, van Gedeputeerde Staten die de regeling hebben goedgekeurd. Artikel 45 Deze regeling kan worden aangehaald onder de titel 'Regionaal Archief West-Brabant'.
Toelichting: Artikel 1: lid 1 Omdat er slechts één waterschap aan de regeling zal deelnemen is in lid c. waterschappen gewijzigd in waterschap en is in de volgende artikelen 'waterschappen' steeds gewijzigd in 'waterschap', behalve in de artikelen waar dit niet van toepassing is. lid 2 Niet alleen de artikelen uit de Gemeentewet, maar ook die uit de Archiefwet zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 2: lid 1 Op dit moment is Zevenbergen nog de vestigingsplaats van het RAWB, in de toekomst zal dit Oudenbosch worden. Die wijziging zal t.z.t. pas worden aangebracht. Het algemeen bestuur zal t.z.t. moeten bepalen of dat dan geldt voor de artikelen 28 en 43. Verandering van vestigingsplaats mag in beginsel geen gevolgen hebben voor de rechtspositieregeling van het personeel. Artikel 28 zal dus in stand moeten blijven. Vanuit praktisch oogpunt bekeken is het zinvol om de gemeente die genoemd wordt in artikel 43, dezelfde te laten zijn als die waarbinnen de gemeenschappelijke regeling fysiek is gehuisvest. lid 2 De gemeenten Steenbergen en Woensdrecht zijn inmiddels uitgetreden. De toevoeging van 'het beheersgebied van' het waterschap is nodig met het oog op de veranderde indeling van het waterschapsbestel ingaande 1 januari 2004. lid 4 Aan dit lid is toegevoegd de beperking van het maximaal aantal hectaren voor het waterschap. De achtergrond hiervan is dat het nieuwe waterschap Brabantse Delta geheel West-Brabant zal beslaan vanaf 1 januari 2004, maar natuurlijk slechts deelneemt voor zover het om het beheersgebied van het huidige waterschap Land van Nassau gaat. Het beheersgebied van het waterschap Land van Nassau is 33.000 hectaren. Artikel 3: De formulering van de doelstelling van het RAWB is aangepast aan de moderne, gangbare benamingen van de kerntaken van een archiefdienst en ontleend aan de beleidsvisie 2004-2008. Ten opzichte van de vorige GR is de taak betreffende de 'werkzaamheden verbonden aan de voorbereiding van de overbrenging van de niet overgebrachte archiefbescheiden' vervallen. Dit betreft de bewerking van archieven ter plaatse bij gemeenten en waterschap. Bewerking van deze archieven is, voor de gemeenten, voor wat betreft de archieven van ná de gemeentelijke herindeling van 1 januari 1997, een taak van de gemeenten zelf. Voor wat betreft het waterschap geldt een datum van 1 januari 2004. Het 2e lid is toegevoegd om duidelijk te maken dat de werkzaamheden van het RAWB voor het waterschap zich niet uitstrekken tot de rechtsopvolger(s) van het waterschap Land van Nassau. Artikel 5: lid 1 Met de inwerkingtreding van de Wet op de Dualisering van Gemeentebesturen zijn wethouders niet langer lid van de gemeenteraad. Op dit punt is de Wet Gemeenschappelijke Regeling in september 2002 aangepast (art. 13 lid 1) en kunnen ook wethouders aangewezen worden als lid van het bestuur van een GR.
lid 2 Bestuursleden van waterschappen worden ook voor vier jaar verkozen. lid 3 Aangepast aan wijziging in lid 1 en 2 lid 4 Aangepast aan wijziging in lid 1 m.b.t. wethouders. Artikel 9: In de oorspronkelijke GR, met zeven deelnemers, was bepaald dat tenminste drie leden een schriftelijk verzoek tot het uitschrijven van een vergadering van het algemeen bestuur konden doen. Inmiddels bestaat de GR uit slechts vijf leden, reden waarom er nu sprake is van tenminste twee leden. Artikel 10: lid 1 In lid 2 en 3 is bepaald over welke onderwerpen er geen besluit kan worden genomen. Dit sluit uiteraard niet uit dat er in een besloten vergadering over alle andere onderwerpen wél een besluit kan worden genomen. lid 2 De verwijzing naar de artikelen 38 tot en met 41 is een correctie van de foutieve artikelverwijzing in de oorspronkelijke GR. Artikel 14: lid 1 Aangezien de functies van secretaris en penningmeester in één persoon verenigd kunnen zijn, is het noemen van het aantal leden van het dagelijks bestuur (zijnde drie personen) vervallen. Om die reden is ook de aanwijzing van een vice-voorzitter voor het dagelijks bestuur vervallen. Artikel 27: lid 2 Vervalt. Het algemeen bestuur hoeft slechts de bezoldiging van het personeel te regelen. Alle andere zaken op het gebied van rechtspositie en arbeidsvoorwaarden zijn geregeld in artikel 28, dat bepaalt dat de rechtspositieregelingen van de gemeente Moerdijk van toepassing zijn. Artikel 28: In dit artikel is plaatsnaam Zevenbergen gewijzigd in Moerdijk. Artikel 29: In dit artikel is de benaming 'assistenten' vervangen door 'medewerkers'. Artikel 30: Het oorspronkelijke artikel was gebaseerd op de wijze van begroten van de GR vanaf het begrotingsjaar 1998. Ingaande 2000 is een andere begrotingsmethodiek geintroduceerd, die uiteindelijk neerkomt op een financiële vertaling van het werkplan, zoals genoemd in artikel 29. In die zin is dit artikel nu gewijzigd. Artikel 31: lid 1 Het eerste lid van dit artikel is gewijzigd analoog aan de wijziging van artikel 30.
lid 2 Zie toelichting onder lid 1 van dit artikel. Artikel 33: lid 1 In de oorspronkelijke GR is het verantwoordelijke bestuursorgaan voor verzending van de concept-begroting en ontvangst van reacties van deelnemers, niet met name genoemd. In de wijziging is aan het dagelijks bestuur die taken opgedragen, zoals ook bepaald in artikel 68 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. De reactietijd van de gemeenten en waterschap is verlengd met één maand omdat 1 mei is vervangen door 1 april als datum waarvóór de concept begroting moet worden aangeboden. Artikel 34: Dit artikel is geheel aangepast en gewijzigd conform de procedure in de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (mei 1998). De procedure is daardoor aanmerkelijk vereenvoudigd. Artikel 36: Ook dit artikel is vereenvoudigd conform de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (mei 1998) Artikel 39: Omtrent de uittreding van deelnemers regelt de Wet Gemeenschappelijke Regelingen niets. In de praktijk wordt de uittreding op velerlei wijze geregeld. Gebruikelijk is het hanteren van een opzegtermijn en een aansluitende aflopende uittredingsbijdrage. lid 1 Om tijdens een lopend begrotingsjaar eventuele begrotingswijzigingen a.g.v. tussentijdse uittreding van deelnemers te voorkomen, wordt de ingangsdatum van feitelijke uittreding op 1 januari van een kalender (lees begrotings-) jaar gesteld. lid 2 De GR dient voldoende tijd te hebben om de financiële en inhoudelijke gevolgen van een uittreding te onderzoeken en te verwerken. Daarom is een opzegtermijn van tenminste één jaar opgenomen in dit lid. lid 3 In de praktijk komen verschillende uittredingsbijdragen voor. De meest gebruikelijke zijn 10075-50-25 en 100-80-60-40-20, telkens aflopend dus per jaar. Vanwege de hoge investeringskosten die de GR binnenkort gaat doen in nieuwbouw, is voor de tweede variant gekozen. Artikel 40: Vanwege het verminderde aantal deelnemers is het aantal van tweederde gewijzigd in drievijfde van de gemeenten en het waterschap. Artikel 41: lid 1 Eveneens gewijzigd conform de overweging bij de wijziging van artikel 40. Artikel 43: De oude gemeentenaam Zevenbergen is vervangen door de nieuwe gemeentenaam Moerdijk.