0416/11/N - Tuchtcommissie van 14 juni 2011 (defmitieve beslissing)
- Inbreuk op paragraaf 2. 1, 2.2, 2.3, 2.4 en 3.15 van de algemene controlenormen inzake de uitvoering van een controle-opdracht; - Inbreuk op paragraaf 3 van de algemene controlenormen met betrekking tot het verslag; - Inbreuken op de controlenorm "controle van het jaarverslag over de (geconsolideerde) jaarrekening " - Inbreuken op de wet van 11 januari 1993. - Inbreuken op de norm met betrekking tot de permanente vorming - Inbreuken op de artikelen 2 en 17 van het koninklijk besluit van 10 januari 1994 "(... )
In de zaak met dossiernummer 0416/111(. oo)/N De Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, met zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 135, met als vertegenwoordiger van de Raad van het Instituut de heer ( ... ).
Tegen: De heer [X], bedrijfsrevisor sedert 12 december 1984 en ingeschreven op het openbaar register van de bedrijfsrevisoren onder het nummer A( ... ), met als woonplaats ( ... ), en zijn activiteit als bedrijfsrevisor uitoefenend in het kader van de Burgerlijke BVBA [X] met maatschappelijke zetel te ( ... ), vennootschap ingeschreven onder het nummer B( ... ). Gelet op het verslag van de Raad aan de Kamer van Verwijzing en Instaatstelling d.d. 2 april 2010. Gelet op de beslissing van de Kamer van Verwijzing en Instaatstelling d.d. 20 december 2010 tot doorverwijzing naar de Tuchtcommissie. Gelet op de betekening van deze beslissing aan de Raad van het IBR en de heer [X] per aangetekend schrijven van 20 september 2010. Gelet op de oproeping aan de heer [X] om te verschijnen voor de Tuchtcommissie op 16 maart 2011 per aangetekende brief van 27 januari 2011. Gelet op de brief van 27 januari 2011 waarbij de Raad van het IBR op de hoogte werd gebracht van de zitting van 16 maart 2011. Gelet op de stukken van het door de Raad samengestelde en aan de Tuchtcommissie meegedeelde dossier. Verslag van 2 april 2010 van de Raad van het IBR in de zaak met nummer 416/11/(... )/N. Tenlasteleggingen
Aan de betrokkene kunnen volgens het voormeld verslag van de Raad aan de KVI volgende inbreuken worden ten laste gelegd : I. Inbreuken op de normen en aanbevelingen A. Inbreuk op paragraaf 2.1. van de algemene controlenormen inzake de uitvoering van een controleopdracht; B. Inbreuk op paragraaf 2.2. van de algemene controlenormen inzake de uitvoering van een controleopdracht; C. Inbreuk op paragraaf 2.3. van de algemene controlenormen inzake de uitvoering van een controleopdracht; D. Inbreuk op paragraaf 2.4. van de algemene controlenormen inzake de uitvoering van een controleopdracht; E. Inbreuk op paragraaf 3. van de algemene controlenormen met betrekking tot het verslag; F. Inbreuk op paragraaf 3 .15 van de algemene controlenormen
11.
Inbreuken op de controlenorm "controle van het jaarverslag over de (geconsolideerde) jaarrekening"
lIL
Inbreuken op de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.
IV.
Inbreuken op de norm met betrekking tot de permanente vorming
V.
Inbreuken op de artikelen 2 en 17 van het koninklijk besluit van 10 januari 1994 betreffende de plichten van de bedrijfsrevisoren.
Rechtspleging Betrokkene werd bij aangetekende brief van 27 januari 2011 uitgenodigd om voor de Tuchtcommissie te verschijnen. Voor de Raad van het IBR is de heer ( ... ) verschenen en werd hij gehoord. De [X] voerde schriftelijk verweer en verscheen ter zitting in persoon, bijgestaan door zijn raadsman, meester ( ... ).
Feiten en standpunten van de Raad Onderhavig dossier vindt zijn oorsprong in de vervroegde kwaliteitscontrole die, In overeenstemming met de Normen inzake de kwaliteitscontrole van 9 september 2008, op 19 december 2008 door inspecteur ( ... ) bij bedrijfsrevisor [X] werd uitgevoerd. Ter gelegenheid van de vervroegde kwaliteitscontrole 2006 heeft de aangeduide revisor ( ... ) een reeks gebreken vastgesteld. Daarenboven werd beslist om in 2008 opnieuw een vervroegde kwaliteitscontrole te organiseren die aanleiding gaf tot een geschreven verslag d.d. 19 januari 2009 van inspecteur ( ... ) die wat de
2
beschrijving en algemene beoordeling van het kantoor betreft, verwijst naar de volgende vaststellingen : Geen identificatiebewijs in de dossiers aanwezig in het kader van de antiwitwaswetgeving. Een controleprogramma anti-witwas zal vanaf de controles per 31 december 2008 worden gebruikt; De Norm inzake permanente vorming wordt niet nageleefd; Een formele neerslag van de risico-analyse is niet aanwezig in de mandaatdossiers. Voor de controle van de jaarrekeningen per 31 december 2008 wordt met de auditsoftware Caseware gestart. Wat de controle van het mandaatdossier betreft wordt vermeld: - Het ereloon van de commissaris werd niet door de algemene vergadering vastgesteld. De toelichting bij de jaarrekening per 30 september 2007 maakt op Vol 5.15 geen melding van de erelonen; - Een verfijning en aanpassing van het werkprogramma lijkt opportuun; - Het auditdossier bevat een gedeeltelijke beschrijving van één cyclus van de interne controle, doch geen evaluatie van deze cyclus (zwakten/sterktes); - Geen documentatie nazicht toelichting en sociale balans; - Geen werkprogramma noch documentatie van eventuele werkzaamheden voor nazicht van het jaarverslag; - Oud model van commissarisverslag (versie van toepassing tot 31/12/2006) gebruikt. - Onvoldoende aantal detailtesten op resultatemekening. Met betrekking tot de controle van een dossier inzake een wettelijke opdracht wordt opgemerkt dat bij nazicht van een dossier inzake het controleverslag van een inbreng in natura dat er geen schriftelijke toelating voor de overdracht bekomen werd van de kredietverlener (autofinanciering). De volgende gebreken werden vervolgens weerhouden door de Commissie kwaliteitscontrole. Het ereloon in het gecontroleerde commissarismandaat werd niet vastgesteld door de algemene vergadering noch vermeld in de toelichting bij de jaarrekening per 30 september 2007 en geen weerslag hiervan in het commissarisverslag; Geen aangepast werkprogramma, enkel een standaardprogramma voor de balansrubrieken en niet voor de resultatemekening, toelichting, sociale balans en jaarverslag; Interne controle: enkel een onvolledige beschrijving van één cyclus in permanent dossier (slechts één walk through test en geen evaluatie van sterke en zwakke punten). De administratie is nochtans sterk geïnformatiseerd. Het betreft een onderneming in de sector van de speelautomaten met 13,5 mio EUR omzet en 36 voltijdse equivalenten; Onvoldoende substantieve testen, rekening houdend met de vastgestelde tekortkomingen op het vlak van de evaluatie van de interne controle, onder meer: Geen alternatieve procedures uitgevoerd op niet-antwoorden van klanten saldoconfirmaties; Geen cut-offtesten op verkopen, debiteuren; Geen bewijs van controle op de afschrijvingen op materiële vaste activa; Geen documentatie nazicht toelichting en sociale balans;
3
Onvoldoende aantal detailtesten op resultatenrekening, enkel vergelijking met vorig jaar en audit/detaillering van belangrijkste rubrieken; Geen documentatie van eventuele werkzaamheden inzake nazicht jaarverslag. Het jaarverslag werd bovendien niet neergelegd'; Oud model van commissarisverslag (versie van toepassing tot 31/12/2006) gebruikt. Tevens werd met betrekking tot de controlenorm controle van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening d.d. 15 december 2006 van toepassing voor controles van jaarverslagen met betrekking tot boekjaren afgesloten op of na 31 december 2006 vastgesteld dat voor N.V. ( ... ) geen jaarverslag werd neergelegd voor 2007 en ook niet voor 2008, alhoewel dat verslag volledig bleek te zijn. Sinds de inwerkingtreding op 25 oktober 1998 van de wet van 10 augustus 1998 tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het fmanciële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, zijn nieuwe beroepen, waaronder het beroep van bedrijfsrevisor, onderworpen aan de verplichting om verrichtingen, die mogelijk in verband staan met witwassen van geld, te melden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking. De bedrijfsrevisoren dienen hun cliënten en de lasthebbers van hun cliënten te identificeren en hun identiteit te controleren aan de hand van een bewijsstuk waarvan een afschrift wordt genomen op papier of op elektronische drager in de gevallen vermeld onder artikel 4 van de Wet van 11 januari 1993. Bovendien dienen de bedrijfsrevisoren gedurende ten minste vijf jaar na het beëindigen van de relaties met hun cliënten, op welke informatiedrager dan ook, een afschrift van het bewijsstuk, dat voor de identificatie heeft gediend, te bewaren (artikel 7 van de Wet van 11 januari 1993). De inspecteur stelde in zijn eindverslag dat de vereiste identificatiegegevens niet in de commissarisdossiers aanwezig zijn en dat pas vanaf de controles over de jaarrekeningen afgesloten per 31 december 2008 een werkprogramma zal worden gebruikt (stuk 4). Bedrijfsrevisor [X] heeft inzake deze vaststellingen geen opmerking geformuleerd. De Raad is van oordeel dat bedrijfsrevisor de. bovenvermelde bepalingen van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, geschonden heeft. Er werden ook inbreuken vastgesteld op de norm met betrekking tot de permanente vorming en een gebrek aan inzet om hieraan te verhelpen na aanmaning.
Verweer van de betrokkene Met betrekking tot het ontbreken van een aan het mandaatdossier aangepast werkprogramma stelt de [X] dat er wel degelijk een specifiek programma bestond en dat vanaf het boekjaar 2008 voor de mandaatdossiers het controleprogramma "Caseware" in gebruik werd genomen, wat een aanzienlijke verbetering moet vormen.
1
Ook het jaarverslag over het boekjaar 2008 werd niet neergelegd (stuk 12).
4
Met betrekking tot het onvoldoende documenteren van de uitgevoerde controlewerkzaamheden stelt de betrokkene dat de tenlastelegging zeker niet gegrond is wat de materiële activa betreft en verwijst hij naar stuk 9 van het dossier van de Raad, p. 4/5, alinea 7. "De hoofdwerkpapieren van de resultatenrekening (kopie in dossier P.H.V.) vermelden specifiek de actiepunten met opgave van de overeenstemmende werkpapieren. Op de verzamelwerkpapieren van de resultatenrekeningen per klasse verwijzen de genoteerde referenties naar detailtesten. Ondergetekende is van mening dat de uitgevoerde screening volstaat om de rechtmatigheid, redelijkheid, classificatie en afgrenzing, kortom getrouw beeld binnen de grenzen van de materialiteit, van de resultatenrekening te ondersteunen." Met betrekking tot de schending van de verplichting om voldoende substantieve testen te doen acht de betrokkene de tenlastelegging gemotiveerd betwist en tevens aangedikt en opgeschroefd. Met betrekking tot de schending van de normen inzake onderzoek en rapportering over de interne controle voert de betrokkene uitvoerig verweer. Terzake dient uitdrukkelijk te worden verwezen naar de inhoud van zijn verweerschrift op pagina's 4,5 en 6 waarvan de argumentatie als volledig herhaald dient te worden beschouwd. Hij komt dan ook tot het besluit dat de "verzwarende factor" die de Raad ontwaart "omdat de gecontroleerde onderneming sterk geïnformatiseerd is, hetgeen de noodzaak voor een grondige analyse en testing van de administratieve organisatie verhoogt" om dezelfde reden ten onrechte wordt ingeroepen, en berust op gebrekkig inzicht. Met betrekking tot de schending van de verplichting om het model van commissarisverslag opgelegd door het IBR te gebruiken, geeft de betrokkene schuld toe, kondigt verbetering aan, doch benadrukt het gebrek aan concreet belang voor het onderzochte mandaatdossier. Betrokkene geeft ook toe geen jaarverslag te hebben neergelegd over het boekjaar eindigend per 30 september 2007 en de niet-vermelding van zijn erelonen. Verbetering wordt aangekondigd. Met betrekking tot de schending van de controlenorm inzake het jaarverslag over de jaarrekening wordt verwezen naar het feit dat niet zou zijn gebleken dat de [X] een werkprogramma heeft gebruikt om de overeenstemming na te gaan tussen de onderzochte jaarrekening enerzijds en het daarop betrekking hebbende jaarverslag anderzijds om eventuele inconsistenties op te sporen. Hij liet onmiddellijk opmerken dat zijn kantoor beschikte over een standaard controleprogramma en deelde dit mee. Bij de vergadering met de Commissie kwaliteitscontrole liet de betrokkene de Commissie acteren dat het omstreden jaarverslag wel degelijk volledig was. Hij acht deze betichting dan ook een "form over substance" benadering waarbij de nadruk niet ligt op de grond van de zaak, maar op de beschikbaarheid van de juiste afpuntlijsten. Met betrekking tot de beweerde schending van de witwasregels.
5
Onder deze tenlastelegging wordt gerefereerd naar de vaststelling dat er niet in alle dossiers van commissarismandaten copies van de identiteitskaarten van de bestuurders van de vennootschappen aanwezig bleken te zijn, en naar de vaststelling dat er geen specifiek werkprogramma inzake anti-witwaswet werd gebruikt. Tijdens het onderhoud met de Commissie Kwaliteitscontrole op 29 mei 2009 heeft de [X] aangegeven dat alle identificatiegegevens van de bestuurders sinds jaar en dag berusten in het permanent dossier, en dus wel degelijk op het kantoor voorhanden waren. De Commissie heeft dat volgens betrokkene aanvaard, zodanig dat dit gegeven NIET verder ter sprake is gekomen in het verslag. Daarenboven wordt benadrukt dat betrokkene de twee bestuurders reeds meer dan 20 jaar professioneel kent. Hij benadrukt tevens reeds sedert eind 2008 het Kluwer controleprogramma te gebruiken inzake witwas en de implementatie ondertussen te hebben doorgevoerd. Met betrekking tot de permanente vorming belooft de [X] verbetering en wijst op een inhaalbeweging, ttz. 153 uur opleiding, waarvan 102 uur IBR opleiding. De betrokkene acht globaal gezien de artikelen 2 en 7 van het koninklijk besluit van 10 januari 1994 dan ook niet geschonden.
Beoordeling door de Tuchtcommissie
De [X] stelt zich nog steeds bereidwillig op en werkt mee. Verbeteringen zijn merkbaar, doch trager dan gewenst. De werkwijze is geëvolueerd, doch nog niet voldoende. De vernieuwingen en aangepaste werkwijze worden niet vlot genoeg geïmplementeerd. Door de nu gevolgde opleidingen zal de [X] hier zonder twijfel herhaaldelijk op gewezen worden. Het is niet de eerste maal dat de aanpassing aan de normen niet soepel genoeg verloopt (zie tuchtsanctie 8 april 2008). Met aandrang dient betrokkene er thans op gewezen te worden dat interne controle, documentatie van werkzaamheden, implementatie van nieuwe werkwijzen en werkprogramma' s beter dient te gebeuren.
OM DEZE REDENEN, DE TUCHTCOMMISSIE, Recht sprekend op tegenspraak Verklaart de tuchtvordering tegen de heer [X] ontvankelijk en acht de tenlastelegging bewezen. Legt de heer [X] als tuchtsanctie een schorsing op van één week.
6
Aldus ondertekend te Brussel door de leden van de Tuchtcommissie in toepassing van artikel 782bis van het Gerechtelijk Wetboek; ( ... )
Aldus uitgesproken in de openbare zitting van 14 juni 2011 door de Voorzitter van de Nederlandstalige Kamer van de Tuchtcommissie in toepassing van artikel 782bis, eerste alinea, van het Gerechtelijk Wetboek; ( ... )".
7