GELDELIJK STATUUT VOOR HET HAVENBEDRIJF GENT agh Toepassingsgebied ................................................................................................. 3 Algemene bepalingen ............................................................................................ 3 Vaststelling en toekenningsvoorwaarden van de weddeschalen ......... 4 Vaststelling van de jaarwedde ........................................................................... 5 In aanmerking komende diensten ................................................................... 6 5.1 Aard van de diensten .................................................................................... 6 5.2 Duur van de diensttijd .................................................................................. 6 6 In aanmerking komende diensten voor wat betreft de weddenschaal en de schaalanciënniteit ............................................................................................... 7 7 Berekening van de geldelijke anciënniteit en van de wedde ................. 7 8 Uitbetaling van de wedde .................................................................................... 7 9 Terugbetaling van de kosten .............................................................................. 8 9.1 Algemene bepalingen .................................................................................... 8 9.2 Vormingskosten ............................................................................................... 9 9.3 Reis-, verblijf- en verplaatsingskosten................................................... 9 9.3.1 Reiskosten i.v.m. dienstopdrachten ................................................ 9 9.3.2 Verblijfkosten ......................................................................................... 11 9.3.3 Vervoerkosten tussen woon- en werkplaats .............................. 12 10 Toelagen en vergoedingen ............................................................................ 13 10.1 Algemene bepalingen .............................................................................. 13 10.2 Bijzondere dienstprestaties bij de uitoefening van de toegewezen functie .................................................................................................. 13 10.2.1 Pre-Kelchtermans ............................................................................. 13 10.2.2 Overwerk .............................................................................................. 14 10.2.3 Onverwachte oproep ....................................................................... 15 10.2.4 Nachtwerk ............................................................................................ 15 10.2.5 Werk op zater-, zon- en feestdagen ......................................... 15 10.2.6 Wachtdienst ten huize..................................................................... 16 10.3 Toelage voor gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk ............... 16 10.4 Toelagen voor bijkomende opdrachten van bestendige aard . 25 10.5 Andere vergoedingen en tegemoetkomingen ................................ 25 11 Variabele verloning directie .......................................................................... 29 11.1 Toepassingsgebied ................................................................................... 29 11.2 Grootte van de variabele verloning ................................................... 30 11.3 Bepaling van de doelstellingen ............................................................ 30 11.4 Beoordeling van de doelstellingen ..................................................... 30 11.5 Bepaling van de variabele verloning ................................................. 31 11.6 Uitbetaling van de variabele verloning ............................................. 31 11.7 Vertrouwelijkheid ...................................................................................... 31 12 De bezoldiging in de administratieve standen ...................................... 31 12.1 Algemene bepaling ................................................................................... 31 12.2 Dienstactiviteit ........................................................................................... 31 12.3 Disponibiliteit wegens arbeidsongeschiktheid ............................... 33 1 2 3 4 5
Geldelijk statuut
Goedgekeurd RVB 24/06/2009
12.4 Disponibiliteit wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst 34 12.5 Non-activiteit .............................................................................................. 34 13 Bijlage 1: weddenschalen van de administratieve en technische graden ............................................................................................................................... 35 14 Bijlage 3 ................................................................................................................ 61 14.1 Inschaling 1 ................................................................................................. 61 14.2 Inschaling 2 ................................................................................................. 61 15 Bijlage 4 ................................................................................................................ 62 15.1 Weddenschalen pre-Kelchtermans..................................................... 62 15.2 Weddenschalen Kelchtermans ............................................................. 63 16 Bijlage 5 ................................................................................................................ 66 16.1 Transitoire en afgeschafte graden ..................................................... 66 17 Bijlage 6 ................................................................................................................ 67 17.1 Indexevolutie .................................................................................................. 67 18 Bijlage 7 ................................................................................................................ 68 18.1 Modaliteiten voor het toekennen van een getrouwheidspremie bij 15, 25 en 35 jaar dienst. ................................................................................. 68 18.1.1 Wie komt in aanmerking? .............................................................. 68 18.1.2 Hoeveel bedraagt de premie? ...................................................... 68 18.1.3 Wanneer wordt de premie uitbetaald? ..................................... 68 19 Bijlage 8 ................................................................................................................ 68 19.1 Reglement op de toekenning van maaltijdcheques bij het Havenbedrijf Gent agh ............................................................................................ 68
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
2
1
Toepassingsgebied
Alle personeelsleden van het Havenbedrijf Gent agh worden gevat door dit statuut. Dit statuut beschrijft de “geldelijke status” van elk personeelslid, ongeacht of dit personeelslid contractueel dan wel statutair is, ongeacht of het personeelslid een weddenschaal “pre-Kelchtermans” heeft, een weddenschaal “Kelchtermans” of een weddenschaal “Havenbedrijf”. Wie niet is ingeschaald in de weddenschalen “Havenbedrijf” behoudt het recht dit op een door hen gekozen – en voor hen gunstig – tijdstip te doen. De overstap gaat in met de weddenrun van de maand volgend op de aanvraag.
2
Algemene bepalingen
2.1.1.1 Voor de toepassing van dit statuut moet worden verstaan onder: statutaire personeelsleden: de personeelsleden die bij eenzijdige beslissing van de bevoegde overheid zijn benoemd, hetzij op proef, hetzij vastbenoemd contractuele personeelsleden: de personeelsleden die met een contract bij het Havenbedrijf Gent agh werden aangesteld op basis van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten schaalanciënniteit: de anciënniteit verworven in de weddenschalen van de functionele loopbaan geldelijke anciënniteit: de anciënniteit die het personeelslid totaliseert in zijn of haar weddenschaal dienstanciënniteit: de anciënniteit verworven in dienst van het stadsbestuur en het Havenbedrijf Gent agh als statutair of contractueel personeelslid; werkelijke dienst: elke dienst die door het personeelslid wordt verricht zolang het zich in een administratieve toestand bevindt op grond waarvan het, krachtens zijn/haar rechtspositie, zijn/haar activiteitswedde of, bij ontstentenis daarvan, het recht op bevordering tot een hogere wedde behoudt; volledige prestaties: de prestaties waarvan de uurregeling een normale beroepsactiviteit volkomen in beslag neemt; dienst van de federale Staat, de Europese Gemeenschap of de Europese Unie, een Lidstaat van de Europese Gemeenschap, de gemeenschappen, de gewesten elke niet-rechtspersoonlijke dienst ressorterende onder de wetgevende, de uitvoerende of de rechterlijke macht; dienst van Afrika: elke niet-rechtspersoonlijke dienst ressorterende onder het gouvernement van Belgisch Congo of het gouvernement van Ruanda-Urundi; Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
3
dienst in het onderwijs: elke dienst in instellingen voor gesubsidieerd onderwijs, gesubsidieerde diensten voor school- en beroepsoriëntering en psycho-medisch-sociale centra; andere openbare diensten: a. elke rechtspersoonlijke dienst die onder de uitvoerende macht ressorteert; b. elke rechtspersoonlijke dienst die onder het gouvernement van Belgisch Congo of het gouvernement van Ruanda-Urundi ressorteerde; c. elke andere instelling naar Belgisch recht die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of lokaal belang en in wier oprichting of bijzondere leiding het overwicht van de openbare overheid tot uiting komt, alsmede elke andere instelling naar koloniaal recht, die aan dezelfde voorwaarden beantwoordde; d. elke dienst die afhangt van een provincie, een gemeente, een vereniging van gemeenten, een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, een agglomeratie of die afhing van een federatie van gemeenten, alsook elke dienst die afhangt van een aan een provincie of gemeente ondergeschikte instelling. beroepsmilitairen: a. de beroepsofficieren, de officieren van het aanvullingskader en de hulpofficieren; b. de reserveofficieren die vrijwillige prestaties verrichten, met uitsluiting van de oefeningsprestaties; c. de beroepsonderofficieren, de tijdelijke onderofficieren en de onderofficieren van het aanvullingskader; d. de militairen met een lagere graad dan die van officieren, die dienen op grond van een dienstneming of van een wederdienstneming; e. de aalmoezeniers van het actieve kader en de reserve-aalmoezeniers, die in vredestijd in dienst worden gehouden om het tijdelijk kader van de aalmoezeniers te vormen. openbare dienst: dienst van de federale staat, de Europese Gemeenschap of de Europese Unie, een Lidstaat van de Europese Gemeenschap, de gemeenschappen, de gewesten, dienst van Afrika, andere openbare diensten, diensten als beroepsmilitair of dienst in het onderwijs; dienst: de zelfstandige entiteit zoals vermeld in het organogram van de personeelsformatie; feestdagen en niet wettelijke feestdagen: De feestdagen en niet-wettelijke feestdagen worden exhaustief opgesomd in het arbeidsreglement 3
Vaststelling en toekenningsvoorwaarden van de weddeschalen
3.1.1.1 § 1 De jaarwedden van het personeel worden vastgesteld in weddenschalen bestaande uit: een minimumwedde; de weddentrappen die het resultaat zijn van de periodieke verhogingen; een maximumwedde. § 2 De weddenschalen worden vastgesteld met inachtneming van de belangrijkheid van de ambtsopdrachten, de graad van verantwoordelijkheid en de vereiste algemene Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
4
en vakbekwaamheid en rekening houdend met de plaats die de personeelsleden in de hiërarchie van het Havenbedrijf Gent agh bekleden. 3.1.1.2 § 1 Elke weddenschaal wordt aangeduid met één van de letters A, B, C of D, die overeenstemmen met de niveaus. De weddenschalen van de niveaus A, B, C, en D worden gevolgd door een getal dat de rangorde aanduidt van de schalen die in het respectieve niveau kunnen toegekend worden. § 2 Aan elke graad worden één tot drie weddenschalen verbonden. § 3 De weddenschalen worden vastgesteld in bijlage 1 van dit statuut. § 4 De uitgewerkte weddenschalen worden vastgesteld in bijlage 2 van dit statuut. Iedere weddenschaal wordt aangeduid met haar refertenummer en de minimum- en maximumwedde en het bedrag van de periodieke verhogingen. Overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 13 december 1989 houdende koppeling van sommige uitgaven in de overheidssector aan een nieuwe spilindex zijn de weddenbedragen gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 (basis 1981). 3.1.1.3 De geldelijke anciënniteit neemt ten vroegste een aanvang op de leeftijd van 18 jaar. Wanneer de verjaardag van het personeelslid niet op de eerste van de maand valt, wordt de datum voor het bepalen van de leeftijd verschoven naar de eerste van de volgende maand. 4
Vaststelling van de jaarwedde
4.1.1.1 Het directiecomité van het Havenbedrijf Gent agh stelt de individuele wedde van de personeelsleden vast. 4.1.1.2 De jaarwedde van elk personeelslid wordt vastgesteld in de schaal of in één van de schalen verbonden aan zijn graad zoals vermeld in de bijlagen 1 en 2 van dit statuut. Bij verminderde prestaties wordt de jaarwedde vastgesteld naar rata van de prestaties verbonden aan het ambt. De als bijlage 4 uitgewerkte weddenschalen worden verhoogd met een factor 1,01.
4.1.1.3 Bij iedere wijziging in de bezoldigingsregeling van een graad wordt elke individuele wedde verbonden aan die graad, opnieuw vastgesteld alsof de nieuwe bezoldigingsregeling altijd had bestaan. Indien de opnieuw vastgestelde wedde lager is dan de wedde die het personeelslid in zijn graad genoot bij de inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit, blijft het in die Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
5
graad zijn vroegere bezoldigingsregeling behouden totdat het, bij toepassing van de nieuwe regeling, een ten minste gelijke wedde bekomt. Bij een verandering van graad die geen bevordering inhoudt, geldt deze waarborg niet. Een bevordering dient te worden begrepen in de zin van de bepalingen opgesomd in het statuut der aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden, evaluatie en vorming. 5 5.1
In aanmerking komende diensten Aard van de diensten
5.1.1.1 § 1. Alle werkelijke diensten die het personeelslid in statutair of contractueel verband in het Havenbedrijf Gent agh en andere openbare diensten heeft verricht, komen voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit in aanmerking. § 2. Komen eveneens in aanmerking voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit, de diensten met volledige prestaties andere dan die bedoeld in § 1, op voorwaarde dat deze prestaties als nuttig kunnen worden beschouwd voor de uitoefening van het ambt. Bij graadverandering wordt het nut van de prestaties uit de privé-sector opnieuw onderzocht in functie van de nieuwe graad. 5.2
Duur van de diensttijd
5.2.1.1
5.2.1.1.1 De in aanmerking komende diensten die overeenkomstig artikel 5.1.1.1 met volledige prestaties werden verricht, worden voor honderd procent meegerekend. De in aanmerking komende diensten die overeenkomstig artikel 9 in een ambt met onvolledige prestaties werden verricht in de overheidssector worden onder dezelfde voorwaarden als de in vorige alinea bedoelde diensten meegerekend, doch naar rato van het aantal jaren dat zij zouden vertegenwoordigen indien zij zouden zijn verricht in een ambt met volledige prestaties. De periode van de prestaties wordt vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller het werkelijke aantal wekelijkse arbeidsprestaties is en de noemer het aantal wekelijkse arbeidsprestaties welke met volledige arbeidsprestaties overeenkomen.
5.2.1.1.2 De duur van de in aanmerking komende diensten die het personeelslid in het onderwijs als ad interim of als tijdelijke heeft verricht, wordt door de raad van bestuur vastgesteld aan de hand van het attest afgegeven door de bevoegde autoriteiten. De op dit attest vermelde volledige prestaties, waarvoor de betaling in 10den gebeurde, en die per schooljaar geen volledig jaar werkelijke diensten vertegenwoordigen, worden per dag samengeteld. Het totale aantal aldus gewerkte dagen met volledige prestaties wordt vermenigvuldigd met 1,2. Het totaal van de rekenkundige bewerking wordt vervolgens gedeeld door 30. Het bekomen product geeft het aantal in aanmerking te nemen maanden, met de rest wordt geen rekening gehouden. De op hetzelfde attest vermelde volledige prestaties, die bewijzen dat het personeelslid een volledig schooljaar heeft gewerkt, gelden voor een totaal van 300 dagen en leveren één jaar in aanmerking te nemen diensten op. Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
6
5.2.1.2 De in aanmerking komende diensten worden berekend per kalendermaand. De diensten die geen volle maand bestrijken, worden niet meegerekend. De duur van de in aanmerking komende diensten die in twee of meer gelijktijdig uitgeoefende ambten werden verricht, mag nooit de duur overschrijden van de diensten die tijdens dezelfde periode in eenzelfde ambt met volledige arbeidsprestaties zouden zijn verricht. 6
In aanmerking komende diensten voor wat betreft de weddenschaal en de schaalanciënniteit
6.1.1.1 De reeds verworven schaalanciënniteit bij de Stad Gent in eenzelfde of in een ander statuut of bij een ander openbaar bestuur in eenzelfde schaal als de huidige blijft behouden. De personeelsleden hebben de mogelijkheid hun vroegere weddenschaal, verworven bij de stad Gent of verworven bij een ander openbaar bestuur, te behouden indien deze voordeliger is dan de huidige en betrekking heeft op een gelijke of gelijkwaardige graad. 7
Berekening van de geldelijke anciënniteit en van de wedde
7.1.1.1 § 1. Een personeelslid geniet de wedde die overeenstemt met zijn geldelijke anciënniteit. § 2. De deeltijdse personeelsleden krijgen de periodieke verhogingen naar rata van de duur van de prestaties zoals zij zouden zijn verricht in een ambt met voltijdse prestaties. De periode van de prestaties wordt vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller het werkelijk aantal wekelijkse arbeidsprestaties is en de noemer het aantal wekelijkse arbeidsprestaties die met volledige arbeidsprestaties overeenkomen. § 3. Het personeelslid dat bevorderd is, bekomt in zijn/haar nieuwe graad nooit een lagere wedde dan die het in zijn/haar vorige graad zou genoten hebben. § 4. Bij niveau-overschrijdende bevorderingen wordt een minimale weddenverhoging gegarandeerd t.o.v. de wedde die betrokkene in zijn/haar vorige graad zou genoten hebben. De minimale jaarlijkse weddenverhoging bedraagt: € 619.74 voor overgang naar niveau C; € 743,69 voor overgang naar niveau B; € 991,58 voor overgang naar niveau A. 8
Uitbetaling van de wedde
8.1.1.1 De maandwedde volgt het indexcijfer der consumptieprijzen overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
7
Overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 13 december 1989 houdende koppeling van sommige uitgaven in de overheidssector aan een nieuwe spilindex wordt de wedde aan het spilindexcijfer 138,01 (basis 1981) gekoppeld. 8.1.1.2 § 1. De wedde van het in statutair verband benoemd personeel wordt maandelijks en vooruit betaald. Contractuele personeelsleden worden na vervallen termijn betaald. Contractuele arbeiders kunnen– op schriftelijk verzoek – tweewekelijks en na vervallen termijn worden betaald. § 2. De maandwedde is gelijk aan één twaalfde van de jaarwedde. § 3. De wedde gaat in op de datum van de indiensttreding. Wanneer de indiensttreding in de loop van de maand geschiedt, krijgt het personeelslid voor die maand het gedeelte van de maandwedde dat volgens de berekeningswijze van § 4 verschuldigd is. Bij overlijden of oppensioenstelling, op een andere datum dan de eerste van de maand, wordt de wedde van de lopende maand niet teruggevorderd. § 4. Wanneer de maandwedde niet volledig verschuldigd is, wordt het bedrag van de wedde bepaald aan de hand van de volgende bewerking : a) het aantal kalenderdagen die recht geven op wedde is kleiner dan of gelijk aan 15 : * per kalenderdag die recht geeft op wedde, wordt 1/30 ste van de maandwedde uitbetaald. 20 het aantal kalenderdagen die recht geven op wedde is groter dan 15 : * per kalenderdag die geen recht geeft op wedde, wordt 1/30 ste van de maandwedde afgetrokken. § 5. De maandwedde van het personeelslid dat zijn/haar ambt deeltijds uitoefent, wordt vastgesteld pro rata de geleverde prestaties ten aanzien van een voltijdse betrekking. 8.1.1.3 Behoudens de wettelijke of de in dit statuut vermelde uitzonderingen, is het uurloon gelijk aan 1/1976ste van de jaarwedde. 8.1.1.4 In het kader van de functionele loopbaan wordt de volgende weddenschaal toegekend, met ingang van de eerste dag van de maand die volgt op het voldoen aan de voorwaarden zoals voorzien in het statuut der aanwervingsen bevorderingsvoorwaarden, evaluatie en vorming. 9 9.1
Terugbetaling van de kosten Algemene bepalingen
9.1.1.1 Bewezen kosten, gemaakt bij de uitoefening van het ambt, worden terugbetaald. Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
8
Ingeval een personeelslid op grond van een functionele noodzakelijkheid, verplicht wordt een telecommunicatieaansluiting te nemen, neemt het Havenbedrijf Gent agh de telefoonkosten ten laste overeenkomstig de modaliteiten vastgelegd bij afzonderlijk besluit van de raad van bestuur. 9.2
Vormingskosten
9.2.1.1 § 1. De kostprijs van de vorming die kadert in de functionele loopbaan, de hiërarchische loopbaan, of de vorming die het directiecomité zelf oplegt, wordt door het Havenbedrijf Gent agh volledig ten laste genomen. § 2. De personeelsleden die met instemming van het directiecomité vorming, studiedagen of –reizen,.. volgen, zullen de kosten terugbetaald krijgen. Deze kosten kunnen evenwel worden teruggevorderd modaliteiten die door het directiecomité worden bepaald.
overeenkomstig
de
Onder kosten moet worden verstaan : de inschrijvingskosten; de kostprijs van de syllabus, indien die niet in de inschrijvingskosten is begrepen; de verplaatsingskosten indien de plaats van de vorming zich op meer dan 5 km van de werkplaats bevindt; de verblijfkosten. 9.3
Reis-, verblijf- en verplaatsingskosten
9.3.1 Reiskosten i.v.m. dienstopdrachten
9.3.1.1 Aan de personeelsleden wordt een vergoeding toegekend wegens reiskosten voor dienstopdrachten, onder de hierna bepaalde voorwaarden. 9.3.1.2 Voor elke verplaatsing binnen de rijks- maar buiten de stadsgrenzen is een voorafgaande toelating vereist van de bevoegde dienstchef. De dienstchefs zullen van hun gebeurlijke verplaatsingen vooraf het directiecomité van het Havenbedrijf Gent agh in kennis stellen. Verplaatsingen buiten de rijksgrenzen dienen het voorwerp uit te maken van een voorafgaande machtiging vanwege het directiecomité indien de reiskosten de € 5.000 niet overschrijden. Elke buitenlandse reis waarvan de raming de € 5.000 per personeelslid overschrijdt dient het voorwerp uit te maken van een voorafgaande machtiging vanwege de raad van bestuur van het Havenbedrijf Gent agh. 9.3.1.3 Alle personeelsleden van het Havenbedrijf Gent agh zijn gerechtigd om in eerste klasse te reizen. De kosten voor het gebruik van het gemeenschappelijk vervoer voor Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
9
de dienstreizen worden aan de betrokken personeelsleden terugbetaald, volgens de modaliteiten vastgesteld door het directiecomité. 9.3.1.4 Bij vervoer van vertrouwelijke of waardevolle bescheiden kunnen de kosten van taxiritten worden terugbetaald, mits de betrokkenen de noodzakelijkheid van het gebruik van dit vervoermiddel verantwoorden. In het belang van de dienst kunnen sommige personeelsleden ook worden gemachtigd gebruik te maken van een persoonlijk vervoermiddel onder de voorwaarden die hierna worden bepaald. 9.3.1.5 Van welk gemeenschappelijk vervoermiddel ook wordt gebruik gemaakt, alleen de werkelijke kosten van de dienstreis komen in aanmerking voor terugbetaling, en zulks op basis van de officiële of algemeen bekende tarieven, of – volgens het geval – op overlegging van een waarheidsgetrouw betuigde verklaring. De verplaatsingskosten tussen woon- en werkplaats worden hierbij in geen geval in aanmerking genomen. Wanneer bij uitzondering, de betrokkene niet in staat is geweest om gebruik te maken van de gemeenschappelijke vervoermiddelen, kan – mits voorafgaande en uitdrukkelijke toelating van de dienstchef – het betrokken personeelslid ook met eigen vervoermiddelen instaan voor zijn/haar verplaatsing. Het kan in dat geval aanspraak maken op een vergoeding zoals omschreven in artikel 9.3.1.7 en 9.3.1.8. 9.3.1.6 De toelatingen om, in het belang van de dienst, bestendig gebruik te maken van een eigen gemotoriseerd vervoermiddel moeten het voorwerp zijn van een beslissing van het directiecomité van het Havenbedrijf Gent agh. Bedoelde toelatingen zijn slechts geldig tot 31 december van ieder jaar en kunnen slechts worden verstrekt wanneer een reisregister gehouden wordt. Het toelatingsbesluit moet eveneens het maximum aantal kilometers bepalen waarvoor de toelating geldt. 9.3.1.7 Alle personeelsleden, die in het belang van de dienst, bestendig gebruik maken van hun eigen gemotoriseerd voertuig, hebben recht op een forfaitaire kilometervergoeding, waarvan het bedrag wordt vastgesteld conform de regelgeving genomen in uitvoering van het K.B. d.d. 18 januari 1965 tot algemene regeling inzake reiskosten. Het bedrag wordt jaarlijks aangepast op 1 juli. 9.3.1.8 De vergoedingen waarvan sprake in artikel 9.3.1.7 zal slechts worden uitgekeerd op overlegging van een verklaring op erewoord, gestaafd door een omstandige opgave van het aantal voor de dienst afgelegde kilometers. De verklaringen op erewoord die betrekking hebben op het gebruik van de eigen wagen, dienen vergezeld te zijn van het voorgeschreven reisregister.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
10
9.3.2 Verblijfkosten 9.3.2.1 Aan de personeelsleden wordt een vergoeding wegens verblijfkosten toegekend, onder de voorwaarden zoals hierna bepaald. Onverminderd de eventuele toepassing van tuchtstraffen kan de verblijfsvergoeding worden geweigerd indien wordt vastgesteld dat de gerechtigden misbruik maken van de rechten die hen behoudens de artikelen 9.3.2.2 tot en met 9.3.2.4 van dit statuut worden toegekend. 9.3.2.2 De personeelsleden die dienstreizen moeten maken binnen het rijk, hebben recht op de terugbetaling van hun verblijfkosten. Zij dienen een bewijs in op het secretariaat van de dienst. De dienstchef heeft het recht te oordelen over de opportuniteit van de uitgave. Wie in voorkomend geval geen bewijs kan voorleggen valt terug op de onderstaande dagelijkse forfaitaire bedragen: Reis per kalenderdag forfait
van meer dan 5 en minder dan 8 uren €5
van 8 uren en meer € 10
De bedragen zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 (basis 1981) van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen. Reizen met een ononderbroken duur van meer dan 5 uren tot minder dan 8 uren, waarin het dertiende en het veertiende uur van de kalenderdag volledig begrepen zijn, kunnen aanleiding geven tot het toekennen van de vergoeding vastgelegd voor reizen van een duur van 8 uren en meer indien er kosten moeten gemaakt worden voor een eetmaal. Reizen met een overnachting geven recht op een forfait van € 3.5 per overnachting voor diverse kosten. Hiervoor dient geen bewijs te worden geleverd. Dit dient om kleine gemaakte kosten zonder bewijsjes (fooien, toiletbezoek etc ) te vergoeden. Dit bedrag is gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 (basis 1981) van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen. 9.3.2.3 Artikel 9.3.2.2 is niet van toepassing wanneer het gaat om dienstreizen die geen verstoring van de normale diensturenregeling en werkvoorwaarden van de betrokken personeelsleden teweegbrengen. 9.3.2.4 De personeelsleden die opdracht krijgen tot dienstreizen buiten de rijksgrenzen, kunnen aanspraak maken op de terugbetaling van de werkelijk gedragen kosten, op overlegging van een verantwoordingsmemorie die gestaafd wordt door de passende bewijsstukken. Bij ontstentenis van een aanvaardbare verantwoording kunnen de belanghebbenden enkel aanspraak maken op de forfaitaire vergoedingen die gelden voor de dienstreizen binnen de rijksgrenzen. De vergoeding wegens verblijfkosten ter gelegenheid van een dienstreis buiten de rijksgrenzen mag in haar geheel, samen met de reiskosten, per personeelslid € 5.000. niet te boven gaan. De gevallen waarbij dit bedrag ontoereikend mocht blijken te zijn, Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
11
dienen telkens door een afzonderlijk besluit van de raad van bestuur te worden geregeld. Elke directeur kan alle verplaatsingen door personeelsleden van zijn directie naar buurlanden van België (met inbegrip van het Verenigd Koninkrijk) beoordelen en desgevallend goedkeuren, voor zover de reis- en verblijfkosten die eraan verbonden zijn per persoon minder zijn dan of gelijk zijn aan € 500 met dien verstande dat bedoelde kosten per dienst opgenomen worden in de gebruikelijke onkostendeclaratie. De directeur-generaal kan verplaatsingen door directeurs naar buurlanden van België (met inbegrip van het Verenigd Koninkrijk) goedkeuren, voor zover de reis- en verblijfkosten die eraan verbonden zijn per persoon minder zijn dan of gelijk zijn aan € 500 met dien verstande dat bedoelde kosten per dienst opgenomen worden in de gebruikelijke onkostendeclaratie. De directeur-generaal kan zelf zijn verplaatsingen naar buurlanden van België (met inbegrip van het Verenigd Koninkrijk) goedkeuren voor zover de reis- en verblijfkosten die eraan verbonden zijn minder zijn dan of gelijk aan € 500 mits tegenhandtekening door de adjunct-directeur-generaal of bij ontstentenis door de oudste in rang zijnde directeur met dien verstande dat bedoelde kosten per dienst opgenomen worden in de gebruikelijke onkostendeclaratie. Verplaatsingen naar de provincie Zeeland (Nederland) die gebeuren in het kader van de maritieme toegang tot de haven van Gent, vallen niet onder deze regeling en worden beschouwd als verplaatsingen in het binnenland. Dit omwille van de frequentie van voorkomen en de nood om direct te kunnen reageren bij onverwachte gebeurtenissen. 9.3.3 Vervoerkosten tussen woon- en werkplaats 9.3.3.1 Met ingang van 01 april 2002 wordt de kostprijs van een los vervoerbewijs van het openbaar vervoer volledig ten laste genomen door het Havenbedrijf Gent agh Teneinde een tegemoetkoming te kunnen bekomen dient u volgende richtlijnen in acht te nemen: u dient aan het Havenbedrijf Gent agh, in casu de personeelsdienst, uw originele vervoerbewijzen, afgeleverd door de gemeenschappelijke vervoerondernemingen te overhandigen, geniet aan het standaardformulier „Dienstfactuur voor tegemoetkoming in de verplaatsingskosten woon-werkverkeer bij het gebruiken van de bus of de fiets‟ Het formulier dient te worden ondertekend door uzelf en uw hiërarchische meerdere; om misbruik te vermijden worden abonnementen niet terugbetaald; een “omnipas” kan immers ook buiten de werkuren en in meerdere Vlaamse provincies worden gebruikt; het gebeurlijke supplement eerste klasse blijft ten laste van het personeelslid
§ 2. Aan de personeelsleden van het Havenbedrijf Gent agh die met een fiets (of fiets met trapondersteuning) naar het werk komen wordt, een tegemoetkoming verleend van € 0,20 per kilometer, zonder kilometerbeperking, voor de effectieve afstand woon-werkplaats. De terugbetaling wordt per dag in elk geval begrensd tot twee verplaatsingen van huis naar werk, of omgekeerd. Het bedrag is gekoppeld aan de coëfficient zoals bepaald in artikel 178 § 3, 2° van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
12
10 Toelagen en vergoedingen 10.1 Algemene bepalingen 10.1.1.1 Naast de vergoedingen en toelagen zoals haard- en standplaatstoelage, kinderbijslag, vakantiegeld, worden aan de personeelsleden van het Havenbedrijf Gent agh ook nog vergoedingen en toelagen toegekend zoals opgenomen in onderstaande afdelingen. Deze vergoedingen zijn slechts verschuldigd indien de prestaties die tot een vergoeding of toelage leiden werkelijk geleverd werden, behoudens in de gevallen waarin bepaald wordt dat het recht op vergoeding slechts vervalt vanaf de dertigste dag in een periode van ononderbroken afwezigheid van dertig of meer dagen en mits inachtname van de bepalingen van artikel 12.2.1.3 § 2 van dit statuut. De vergoedingen en toelagen zijn gekoppeld aan het indexcijfer 138,01 (basis 1981) en ondergaan de schommelingen van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 en latere aanpassingen in dezelfde mate en volgens dezelfde modaliteiten als de wedde. 10.1.1.2 De haard- of standplaatstoelagen, het vakantiegeld en de vergoedingen en toelagen kunnen aan de personeelsleden die hun ambt deeltijds uitoefenen, slechts worden toegekend pro rata de geleverde prestaties t.a.v. een voltijdse betrekking. 10.1.1.3 Onder jaarlijkse brutobezoldiging wordt verstaan de verworven jaarwedde, vermeerderd met de haard- of standplaatstoelage en, in voorkomend geval met de toelage voor de uitoefening van een hogere functie. 10.2 Bijzondere dienstprestaties bij de uitoefening van de toegewezen functie 10.2.1 Pre-Kelchtermans Personeelsleden, die nog niet in het plan Kelchtermans zijn ingestapt worden vergoed voor hun bijzondere prestaties zoals hierna vermeld. Voor bijzondere prestaties overdag krijgen zij verlet voor het aantal gepresteerde overuren + 50% in verlet van het aantal gepresteerde overuren. Voor bijzondere prestaties ‟s nachts (20u-06u) krijgen zij verlet voor het aantal gepresteerde uren + 75% van het uurloon per uur gepresteerd nachtwerk; 100% van het uurloon per uur gepresteerd nachtwerk als het nachtwerk onvoorzien is. 10.2.1.1 De hiernavolgende bepalingen zijn niet van toepassing op de personeelsleden bekleed met een graad van minstens niveau A. De bepalingen zijn evenmin van toepassing op personeelsleden die, wegens de aard van hun ambt, andere compenserende voordelen voor bijzondere dienstprestaties genieten zoals verlof.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
13
10.2.2 Overwerk 10.2.2.1 § 1. Als overwerk wordt beschouwd de prestaties die uitgaan boven de grenzen van de normale wekelijkse arbeidsduur. Die weekgrenzen worden bepaald door de specifieke dienstregeling van de uitgeoefende bediening. Voor de personeelsleden die op een volledige en bestendige wijze tewerkgesteld zijn, verloopt bedoelde dienstregeling steeds volgens een vastgelegde cyclus die een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 38 uren waarborgt. § 2. De gewettigde afwezigheid van een personeelslid op een tijdstip waarop het normaliter dienstprestaties zou dienen te leveren volgens de hem toegewezen dienstregeling, heeft geen invloed op de in zijn geval geldende weekgrenzen. § 3. Wat betreft de personeelsleden die op een onvolledige en bestendige wijze tewerkgesteld zijn, geven de bijkomende prestaties die begrepen zijn tussen enerzijds het aantal uren prestaties per week waartoe bedoelde personeelsleden normaal gehouden zijn en anderzijds eerdergenoemde gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 38 uren, enkel recht op een vergoeding gelijk aan het normale uurloon, zonder meer, onverminderd eventuele vergoedingen waarop betrokkenen recht hebben op grond van andere bepalingen. Voor het overwerk dat gepresteerd wordt boven de weekgrenzen die gelden voor het personeel dat op een volledige en bestendige wijze tewerkgesteld is, is dezelfde regeling van kracht als die welke geldt voor laatstgenoemd personeel. § 4. De personeelsleden die op een volledige en bestendige wijze tewerkgesteld zijn genieten een bezoldigde inhaalrusttijd gelijk aan het aantal gepresteerde uren overwerk. Bovendien maken de personeelsleden aanspraak op een toelage van 50 % van het uurloon per uur gepresteerd overwerk. § 5. Wanneer de bijkomende prestaties zich situeren tussen 20 uur en 6 uur wordt eveneens een bijkomende toelage van 50 % van het uurloon per uur gepresteerd werk voorzien. Deze bepaling geldt niet voor de personeelsleden die in ploegen werken. § 6. Overwerk op zon- en feestdagen personeelsleden, geeft recht op:
(
wettelijke
en
niet-wettelijke)
bij
a) een bezoldigde inhaalrusttijd gelijk aan het aantal gepresteerde uren; b) een vergoeding gelijk aan het uurloon; c) laatstgenoemde vergoeding wordt op 150 % gebracht voor nachtwerk op bedoelde dagen. In dit geval vervalt de vergoeding voor nachtwerk waarvan sprake onder artikel 10.2.4. § 7. Alle personeelsleden hebben recht op een etensrantsoen ter waarde van € 5,00 Het bedrag is gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 (basis 1981) van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen indien zij, bij onvoorzien overwerk, minimum twee uur dienen over te werken. Indien het door de aard en/of de plaats van het werk niet mogelijk is een etensrantsoen te verstrekken, wordt aan het personeel toegestaan om in de onmiddellijke omgeving van de werkplaats zelf eten aan te kopen of te bestellen, waarvan de kostprijs – op voorlegging van een kasticket of elk ander door de thesauriebeheerder van het Havenbedrijf Gent AGH aanvaardbaar bewijsstuk – tot een maximumbedrag van € 5,00 zal worden terugbetaald. Het bedrag is gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 (basis 1981) van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
14
10.2.3 Onverwachte oproep 10.2.3.1 Het personeelslid dat bij uitzondering buiten zijn normale dienstverplichtingen teruggeroepen wordt om deel te nemen aan een onvoorzien en dringend werk, geniet een toelage gelijk aan viermaal het uurloon. Die toelage is onafhankelijk van de bezoldiging van het overwerk of het nachtwerk. Deze toelage mag niet worden samengevoegd met wachtdienst ten huize. 10.2.4 Nachtwerk 10.2.4.1 Voor nachtwerk zijn de volgende bepalingen toepasselijk : §1. De personeelsleden, met uitzondering van de personeelsleden van wie uit de functiebeschrijving blijkt dat nachtwerk een permanente hoofdtaak vormt, maken voor nachtwerk aanspraak op een toelage van 25 % van het uurloon. §2. Voor de toepassing van deze bepaling worden als nachtwerk beschouwd de prestaties verricht tussen 20 uur en 6 uur van de daaropvolgende morgen. Worden tevens met nachtwerk gelijkgesteld de prestaties verricht tussen 18 uur en 8 uur van de daaropvolgende morgen voor zover ze eindigen om of na 20 uur of beginnen om of vóór 6 uur. §3. Voor de berekening van de toelage wordt elk uurgedeelte weggelaten of afgerond tot een uur, naargelang het minder dan of ten minste 30 minuten bedraagt. §4.
De toelage wordt maandelijks na vervallen termijn betaald.
§5. De toelage is niet cumuleerbaar met deze die bezoldigd wordt als overwerk. 10.2.5 Werk op zater-, zon- en feestdagen 10.2.5.1 §1
Werken op zaterdag, voor personeelsleden die in ploegen werken, geeft recht op: a) een inhaalrusttijd gelijk aan het aantal gepresteerde uren; bij personeelsleden werkzaam in ploegverband zijn deze verleturen reeds geïncorporeerd in hun werksysteem b) een bijkomende inhaalrusttijd gelijk aan 50% van het aantal gepresteerde uren c) een vergoeding van 25% van het uurloon voor nachtwerk op zaterdag. De toelage voor werken op zaterdag kan niet worden gecumuleerd met de toelage voor overwerk. Aan de eerste havenluitenants wordt op basis van deze regeling, per cyclus van 6 weken, voor de gepresteerde zaterdagprestaties twaalf uur verlet toegekend, waarvan acht uur verplicht op te nemen in week vier van hun dienstregeling.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
15
Aan de havenluitenants wordt op basis van deze regeling, per cyclus van 9 weken, voor de gepresteerde zaterdagprestaties twaalf uur verlet toegekend, waarvan acht uur verplicht op te nemen op maandag of dinsdag van week twee van hun dienstregeling. Aan de autobestuurders wordt op basis van deze regeling, per cyclus van 3 weken, voor de gepresteerde zaterdagprestaties van 16u00 tot 19u30 vier uur verlet toegekend, bij te schrijven op een verletkaart. Aan de bemanningsleden van de brandweerboor „Roeland‟ wordt op basis van deze regeling, per zaterdagprestatie van 07u30 tot 19u30 zes uur verlet toegekend, per zaterdagprestatie van 19u30 tot 24u00 twee uur en vijftien minuten en per zaterdagprestatie van 24u00 tot 07u30 drie uur en vijfenveertig minuten verlet toegekend, bij te schrijven op een verletkaart. §2 Voor buitengewoon werk op zon- en feestdagen (wettelijke en niet-wettelijke) zijn de volgende bepalingen toepasselijk : 1. Werk op zon- en feestdagen en op met feestdagen (wettelijke en nietwettelijke) bij personeelsleden, geeft recht op: a. een inhaalrusttijd gelijk aan het aantal uren overwerk b. een vergoeding gelijk aan het uurloon; c. laatstgenoemde vergoeding wordt op 150 % gebracht voor nachtwerk op bedoelde dagen. In dit geval vervalt de vergoeding voor nachtwerk waarvan sprake onder artikel 10.2.4. 2. De toelage voor zondagprestaties mag niet worden gecumuleerd met de toelage voor overwerk.
10.2.6 Wachtdienst ten huize 10.2.6.1 § 1. Het personeel dat belast wordt met wachtdienst thuis kan aanspraak maken op € 2,01. voor elk uur dat werkelijk aan de wachtdienst wordt besteed. Het bedrag is gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 (basis 1981) en schommelt volgens het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen. § 2. Deze toelage kan niet worden verleend aan de personeelsleden die een graad van niveau A bekleden.
10.3 Toelage voor gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk 10.3.1.1 De personeelsleden kunnen aanspraak maken op een toeslag van resp. 50, 25 en 10 % op het uurloon, wanneer ze occasioneel of sporadisch taken moet uitvoeren welke, wegens de bijzondere omstandigheden waarin zij moeten worden verricht of wegens het gebruik van schadelijke of gevaarlijke stoffen, de graad van gevaar, hinder of ongezondheid verbonden aan de normale uitoefening van hun functie, aanzienlijk doen toenemen. Wanneer de elementen gevaar, ongezondheid of hinder bij de uitoefening van het werk een permanent gegeven blijken te zijn volgens de functiebeschrijving, kunnen ze geen aanleiding geven tot het toekennen van de toelage. Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
16
10.3.1.2 De werkzaamheden die aanleiding geven tot de uitbetaling van een toeslag van 50, 25 of 10 % op het uurloon, worden opgesomd in het hierna toegevoegde addendum. 10.3.1.3 De toelage wordt slechts verleend voor de tijd die werkelijk wordt besteed aan de uitvoering van het werk dat er recht op geeft. Er wordt evenwel geen vergoeding toegekend voor prestaties beneden de hierna vermelde minima : 50 % toeslag op het uurloon : 15 min./dag; 25 % toeslag op het uurloon : 30 min./dag; 10 % toeslag op het uurloon : 1 u./dag. De afrekening van de effectief verschuldigde vergoedingen gebeurt per rechthebbende maandelijks na vervallen termijn. Het resultaat van het werkelijk te vergoeden aantal uren dat niet op precies ¼ uur of een veelvoud ervan eindigt, wordt op het naasthogere ¼ uur afgerond. 10.3.1.4 Eenzelfde werk dat onder toepassing valt van meer dan één specialisatie opgesomd in het hieronder gevoegde addendum, kan slechts aanleiding geven tot de uitbetaling van één enkele toeslag, m.n. de hoogste.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
17
Addendum : Toelage voor gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk.- Voor vergoeding in aanmerking komende werken
Aard der werken
Taken die in aanmerking komen
% toeslag op het uurloon
a. Werken bij de uitvoering waarvan het personeelslid ernstig is blootgesteld aan aanrakingen met beeren drekstoffen, ongedierte of verrotte of in staat van verrotting verkerende overblijfselen, bij : Ontstoppen van faecaliënleidingen (W.C.‟s, urinoirs e.d.m.) en herstellingsof verbouwingswerken aan rioleringen en leidingen die met faecaliën besmeurd zijn desinsectisatiewerken met onoverkomelijke blootstelling aan insectenbeten werken in de pompputten van de droogdokken
50 %
werken aan sterk bevuilde rioleringen of waarbij leidingen moeten worden gestoken doorheen bedoelde rioleringen
25 %
50 % 50 %
b. Werken bij de uitvoering waarvan het personeelslid ernstig is blootgesteld aan aanrakingen met andere in ontbinding verkerende organische stoffen dan die bedoeld sub a/, bij :
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
18
Aard der werken
% toeslag op het uurloon wegruimen van krengen, overblijfselen of 25 % uitwerpselen van duiven, ratten en ander gedierte in enge of moeilijk te bereiken plaatsen ophalen van drijvend vuil uit de waterlopen en 25 % reinigen van roosters en andere besmeurde installaties in de pompstations voor afvalwater Taken die in aanmerking komen
c. Ongezonde of gevaarlijke werken verricht in walgelijke, enge en niet of weinig verluchte ruimten, bij : werken uitgevoerd binnen in onverluchte, vochtige en walgelijke onderkelderingen, kruipruimten, duikers, aalputten en collectoren voor afvalwater las- en snijbranderswerken in enge en afgesloten ruimten waar geen ventilatie mogelijk is reinigen en herstellen van het inwendige van de stookketels, na behandeling met produkten die ammoniak bevatten ontsmettingswerken in walgelijke en onverluchte ruimten of panden, voor zover bedoelde werken dienen te gebeuren in abnormaal ongezonde of gevaarlijke omstandigheden
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
50 % 50 % 50 % 50 %
19
Aard der werken
d. Werken die blootstellen aan ioniserende stralingen of aan besmetting door radioactieve stoffen e. Werken verricht op een hoogte van meer dan 30 m. boven de begane grond, op ladders, masten, vaste steigers of hangstellingen, gebinten of hellende daken, voor zover het gevaar niet is uitgesloten door passende veiligheidsmaatregelen, bij :
% toeslag op het uurloon werken binnen in de olietanks 50 % in onverluchte huizen of panden : verrichten van 50 % onderzoekingen of werkzaamheden in rottende of walmende stoffen of bij aanwezigheid van in ontbinding verkerende menselijke of dierlijke overblijfselen of van veelvuldig ongedierte 50 % Taken die in aanmerking komen
-
50 %
f. Werken verricht op een hoogte van 20 tot 30 m. boven de begane grond, op ladders, masten, vaste steigers of hangstellingen, gebinten of hellende daken, voor zover het gevaar niet is uitgesloten door passende veiligheidsmaatregelen, bij :
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
20
Aard der werken
Taken die in aanmerking komen
-
% toeslag op het uurloon 25 %
g. Werken bij de uitvoering waarvan het personeelslid ernstig is blootgesteld aan de uitwerkselen van water, moerassen, slijk, gassen, zuren of bijtende stoffen, bij : werken waarbij het personeelslid ernstig is blootgesteld aan de uitwerkselen van water, slijk, gassen, zuren of andere bijtende stoffen
25 %
kolenverhandeling of slijpen van stenen gepaard gaande met grote stofontwikkeling in kelders of andere lage, beperkte en niet-verluchte ruimten reinigen en herstellen van de binnenzijde van schouwen en rookafvoerleidingen en van stoomketels (zonder gebruik van chemische middelen)
25 %
h. Werken bij de uitvoering waarvan het personeelslid ernstig is blootgesteld aan de uitwerkselen van stof en roet in gesloten lokalen of beperkte ruimten, bij :
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
25 %
21
Aard der werken
Taken die in aanmerking komen
% toeslag op het uurloon
i. Werken voor ontstopping en ontslijking van riolen, bij : -
25 %
pistoolschilderen
25 %
werken verricht op een hoogte van meer dan 30 m. boven de begane grond, op de uiterste rand van platte daken of platforms, voor zover het gevaar niet is uitgesloten door passende veiligheidsmaatregelen werken uitgevoerd in een werkbak op een hoogte van meer dan 30 m. boven de begane grond opvissen van drijvend vuil en olie, staande op vlotten of op een anti-pollutieboot
25 %
j. Onderhoudswerken aan bomen uitgevoerd met behulp van uitschuifladders van ten minste 16 m., voor zover het gevaar niet is uitgesloten door passende veiligheidsmaatregelen, bij : k. Ongewoon ongezonde, hinderlijke werken, bij :
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
bevuilende
en
25 % 25 %
22
% toeslag op het uurloon werken onder stofregen veroorzaakt door lossen 25 % of laden van schepen reinigen van bilges 25 % reinigen van droogdokken 25 %
Aard der werken
Taken die in aanmerking komen
l. Werken uitgevoerd met behulp van een pneumatische betonbreker, een pneumatische klinkhamer of een pneumatische boorhamer of andere werken uitgevoerd bij een geluidshinder boven de 90 decibel, voor zover de hinder niet is weggenomen door passende maatregelen, bij : m. Het uitblazen van straatsteenvoegen samengeperste lucht, bij :
idem wat betreft wegmarkeringen
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
10 %
met het
wegzandstralen
van
10 %
23
Aard der werken
Taken die in aanmerking komen
% toeslag op het uurloon
n. De warme asfaltering van wegen, daken en leidingen, bij : -
10 %
werken verricht op een hoogte van 20 tot 30 m. boven de begane grond, op de uiterste rand van platte daken of platforms, voor zover het gevaar niet is uitgesloten door passende veiligheidsmaatregelen werken waarbij het personeelslid ernstig is blootgesteld aan stof, dampen van PVC, roest of ongezonde scheikundige stoffen grondwerk of werken boven de begane grond aan in de vrije lucht voorkomende tuigen of toestellen, bij een buitentemperatuur van – 3° C of lager werken aan onder stroom staande stroomrailkanalen of aan de zwenkas, de pennenkrans en de daarbijhorende onderdelen van de hijstoestellen Werken uitgevoerd in een werkbak op een hoogte van 20 tot 30 m. boven de begane grond
10 %
o. Andere ongezonde, bevuilende en hinderlijke werken, bij :
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
10 % 10 % 10 %
10 %
24
10.4 Toelagen voor bijkomende opdrachten van bestendige aard 10.4.1.1 § 1. Als een personeelslid tijdelijk de essentiële taken van een functie uitoefent welke hoger is gewaardeerd dan zijn oorspronkelijke functie, kan de directeur van de dienst aan het directiecomité voor de duur van die prestaties het toekennen van een vergoeding voor het uitoefenen van een hogere functie voorstellen. § 2. De toelage wordt, tenzij bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, slechts toegekend wanneer de waarneming ten minste een tijdvak van één shift of een dag heeft geduurd zonder een periode van 30 dagen te overschrijden. § 3. De toelage is het verschil tussen het salaris dat de vervanger geniet en de wedde die de vervanger zou genieten als hij de hogere functie effectief zou uitoefenen. § 4. Bij gedeeltelijke vervanging bedraagt de toelage 50% of 75% van de op basis van § 3 berekende vergoeding. Het directiecomité stelt het percentage vast. § 5. Wordt de periode van 30 dagen overschreden dan wordt in een waarnemer voorzien. Indien meteen blijkt dat de titularis langdurig afwezig zal zijn dan kan onmiddellijk worden voorzien in een systeem van waarneming. § 6. De waarnemingstoelage is het verschil tussen het salaris dat de waarnemer geniet en de wedde die de waarnemer zou genieten als hij de hogere functie effectief zou uitoefenen. § 7.
De toelage wordt maandelijks na vervallen termijn betaald.
10.4.1.2 Aan het personeelslid dat als chauffeur ter beschikking wordt gesteld van de directeurgeneraal van het Havenbedrijf Gent agh, wordt op forfaitaire basis, ter algehele compensatie voor de door het personeelslid geleverde prestaties buiten de gewone diensturen en op zon- en feestdagen, een mandaatvergoeding van € 303,00 op maandbasis uitbetaald. Deze vergoeding is gekoppeld aan de spilindex 138,01 (basis 1981) en ondergaat de schommelingen van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen, overéénkomstig de wet van 01 maart 1977 en latere aanpassingen. 10.5 Andere vergoedingen en tegemoetkomingen 10.5.1.1 Aan de personeelsleden van het Havenbedrijf Gent agh wordt een eindejaarstoelage toegekend conform de onderrichtingen bepaald bij sectorale akkoorden van toepassing op de lokale besturen. Vanaf 2008 wordt de eindejaarstoelage bij het Havenbedrijf Gent agh, berekend krachtens bovenvermelde sectorale akkoorden, verhoogd met 40%. 10.5.1.2 Aan de personeelsleden, oorlogsinvaliden en daarmede gelijkgestelden, worden anciënniteitsbijslagen toegekend onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde perken als deze geldend voor de personeelsleden van de rijksbesturen.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
25
10.5.1.3 Aan de rechthebbenden van een overleden personeelslid wordt een vergoeding wegens begrafeniskosten verleend onder de voorwaarden zoals hierna bepaald. §1.De personeelsleden van het Havenbedrijf Gent agh dienen zich in één der volgende standen te bevinden: dienstactiviteit; disponibiliteit wegens ziekte of gebrekkigheid; §2. Het directiecomité van het Havenbedrijf Gent AGH dient, in geval van overlijden van een personeelslid op wie dit besluit toepasselijk is, aan zijn niet uit de echt gescheiden noch van tafel en bed en van goederen gescheiden echtgenoot, of, bij diens ontstentenis, aan zijn erfgenamen in rechte linie, als compensatie voor de begrafeniskosten een vergoeding uit te keren, welke niet mag uitgaan boven het maandelijks bedrag van de laatste bruto-activiteitsbezoldiging van de ambtenaar. Deze bezoldiging omvat, in voorkomend geval, de toelagen die het karakter van een toebehoren van de wedde hebben. §3. Het bedrag van de vergoeding mag niet uitgaan boven één twaalfde van het bedrag vastgesteld bij toepassing van artikel 39, leden 1, 3 en 4 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971. §4. Bij ontstentenis van de in § 2, bedoelde rechthebbenden, mag de vergoeding worden uitgekeerd ten bate van elke natuurlijke of rechtspersoon die bewijst dat hij de begrafeniskosten heeft gedragen. In dit geval is de vergoeding gelijk aan de werkelijke gedane kosten, zonder dat zij evenwel meer mag bedragen dan het bedrag bij dit besluit ten gunste van de echtgeno(o)t€ of de erfgenamen in rechte linie is bepaald. §5. Wegens het gedrag van de gerechtigde ten opzicht van de overledene, kan de overheid beslissen de vergoeding niet uit te keren of ze ten bate van één of meer andere gerechtigden uit te keren. §6. In geval van cumulatie van twee of meer door één of meer provincies of gemeenten bezoldigde ambten, mag de vergoeding worden toegekend uit hoofde van elk ambt. Desvereist dient het bedrag van elke vergoeding, derwijze te worden beperkt dat het totaal van de vergoedingen niet uitgaat boven het in § 3 bedoelde maximumbedrag. §7. De bij dit artikel bedoelde vergoeding mag met soortgelijke, op grond van andere bepalingen toegekende vergoedingen slechts worden gecumuleerd tot beloop van het maximumbedrag dat bepaald is in § 3. 10.5.1.4 Het personeel heeft recht op maaltijdcheques conform het „Reglement op de toekenning van maaltijdcheques bij het Havenbedrijf Gent agh De waarde van een maaltijdcheque wordt vanaf 1 januari 2010 vastgesteld op € 7,00, waarbij € 1,10 de eigen bijdrage van de werknemer is en € 5,90 de werkgeversbijdrage. 10.5.1.5 Het Havenbedrijf Gent agh sluit ten behoeve van haar personeelsleden een collectieve hospitalisatieverzekering af en neemt voor de actieve personeelsleden de premie hiervoor volledig ten laste genomen. De personeelsleden kunnen – op vrijwillige basis – deze verzekering nemen. Hun gezinsleden kunnen zich eveneens aansluiten doch tegen het vigerende tarief.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
26
Het bestuur biedt de gepensioneerde personeelsleden en hun gezinsleden eveneens de mogelijkheid om deze verzekering te nemen, doch evenwel zonder tenlasteneming van de vigerende premie door het Havenbedrijf Gent agh. De polisvoorwaarden dienen geraadpleegd ivm enkele beperkingen ( bvb APA etc).
10.5.1.6 Het Havenbedrijf Gent agh heeft de vzw Soghab opgericht, waarvan het lidmaatschap voor zowel de actieve als gepensioneerde personeelsleden gratis is. De personeelsleden kunnen zich op vrijwillige basis aansluiten. Via bovenvermelde vzw zijn de personeelsleden aangesloten bij enerzijds Sodiganda (Sociale dienst van de stad Gent) en anderzijds de KSGS (Koninklijke Sportvereniging Gents Stadspersoneel). De hiervoor verschuldigde premies worden volledig ten laste genomen door de vzw Soghab. Ook de partner van een overleden personeelslid, die recht heeft op een overlevingspensioen, kan zich gratis bij de vzw aansluiten. De vzw biedt de mogelijkheid tot deelname aan allerhande activiteiten, zoals een tuinfeest of een uitstapje, aan een voordeeltarief. 10.5.1.7 Alle personeelsleden van het Havenbedrijf Gent agh, die ontslag krijgen op de pensioengerechtigde leeftijd of omwille van een definitieve medische ongeschiktheid hebben recht op een afscheidspremie. De afscheidspremie bedraagt vanaf 1 april 2008 een bedrag van € 25 bruto per gepresteerd jaar + een cadeaucheque van € 35 per gepresteerd jaar voor de eerste 25 dienstjaren + een bedrag van € 35 netto per gepresteerd jaar vanaf het 26 ste dienstjaar, volgens het aantal jaren dienst bij zowel het stadsbestuur van Gent als het Havenbedrijf Gent agh, op basis van voltijdse prestaties. Personeelsleden die hun pensioen minimum 1 jaar op voorhand aanvragen zullen hun afscheidspremie verhoogd zien met een bruto bedrag van € 500. 10.5.1.8 Aan de personeelsleden wordt een vergoeding voor sociale promotie toegekend onder de voorwaarden en binnen de perken bepaald door de Minister van Binnenlandse Zaken in diens omzendbrief van 15 juni 1976. 10.5.1.9 Personeelsleden die nog niet zijn ingestapt in het plan Kelchtermans en die in het bezit zijn van een hoger diploma dan vereist voor de uitoefening van hun functie, hebben recht op een diplomavergoeding t.b.v. € 899,75. Deze vergoeding is gekoppeld aan de spilindex 138,01 (basis 1981) en ondergaat de schommelingen van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen, overéénkomstig de wet van 01 maart 1977 en latere aanpassingen. 10.5.1.10 Alle personeelsleden van het Havenbedrijf Gent agh kunnen, via het Havenbedrijf Gent agh, een aanvraag indienen bij de stad Gent, Dienst Sociale Zaken en Huisvesting, cel Medisch-Sociale Voorzieningen, tot het bekomen van medische, morele en financiële ondersteuning door de cel Medisch-Sociale Voorzieningen. Het directiecomité keurt de dossiers betreffende de financiële tegemoetkomingen aan de personeelsleden van het Havenbedrijf Gent agh goed, op advies van het Adviescomité van de cel Medisch-Sociale Voorzieningen en staat in voor de uitbetaling van enerzijds de Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
27
vooropgestelde financiële tegemoetkoming aan de betrokken personeelsleden anderzijds de administratiekosten aan de cel Medisch-Sociale Voorzieningen.
en
10.5.1.11 Aan de personeelsleden van het Havenbedrijf Gent agh wordt een vakantiegeld toegekend conform de onderrichtingen bepaald bij sectorale akkoorden van toepassing op de lokale besturen. Bij bedrijfsovereenkomst kan een voordeliger regeling worden bepaald. 10.5.1.12 De directeur-generaal van het Havenbedrijf Gent agh heeft recht op een forfaitaire onkostenvergoeding t.b.v. € 200 per maand als kosten eigen aan de werkgever. Deze vergoeding is gekoppeld aan de spilindex 138,01 (basis 1981) en ondergaat de schommelingen van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen, overéénkomstig de wet van 01 maart 1977 en latere aanpassingen. 10.5.1.13 Personeelsleden van het Havenbedrijf Gent agh met de volgende functie hebben recht op een bedrijfswagen conform de bepalingen in het reglement op de bedrijfsvoertuigen:
adjunct-directeur generaal commercieel directeur directeur-generaal financieel-administratief directeur havenkapitein-commandant ingenieur-directeur
10.5.1.14 De personen die de vergaderingen van de raad van bestuur van het Autonoom Gemeentelijk Havenbedrijf Gent bijwonen- zijnde de bestuurders, de leden van het directiecomité, het secretariaat, de commissarissen, de externe deskundigen, de waarnemers, .. - per vergadering een presentiegeld toe te kennen gelijk aan het presentiegeld dat wordt uitgekeerd aan de leden van de Algemene, de Bijzondere en de Raadplegingscommissies van de Gemeenteraad Stad Gent. Het personeelslid mag slechts presentiegelden of andere geldelijke vergoedingen ontvangen voor commissies (raden van bestuur, remuneratiecommissie, hoorzittingen..) voor zover deze buiten de klassieke diensturen vallen. Gelden die van een externe organisatie worden betaald dienen te worden doorgestort aan het Havenbedrijf.
10.5.1.15 Aan de personeelsleden wordt een getrouwheidspremie uitgekeerd bij 15, 25 en 35 jaren dienst bij het Havenbedrijf. Deze premie bedraagt: bij 15 jaren dienst: een halve bruto maandwedde Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
28
bij 25 jaren dienst: een volle bruto maandwedde bij 35 jaren dienst: een dubbele bruto maandwedde. De modaliteiten voor het toekennen van deze getrouwheidspremies zijn opgenomen in bijlage 7 van dit statuut. 10.5.1.16 GSM abonnement Er zijn twee types van GSM-abonnementen waar te nemen in het bedrijf: 1. De factuur wordt overgemaakt aan het bedrijf. Een opsplitsing wordt gemaakt tussen persoonlijk gebruik en privé gebruik (ofwel via factuur ofwel via uurgrenzen). Er is geen voordeel van alle aard (VVAA). 2. De integrale factuur wordt betaald door het bedrijf. Een VVAA wordt bepaald en geregeld via het sociaal secretariaat en weergegeven op de loonfiche. Het directiecomité toegewezen.
bepaalt
voor
welke
personen
welk
type
abonnement
wordt
Internet abonnement. Het directiecomité bepaalt voor welke personen een tussenkomst wordt gedaan in het internetabonnement indien er sprake is van werkgebruik van het privé-abonnement. Het personeelslid ontvangt periodiek een vergoeding voor gemaakte kosten van € 15/maand. Er is geen VVAA. 10.5.1.17 Voor de contractuele personeelsleden is een aanvullend pensioenplan en een aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering uitgewerkt, waarvan de modaliteiten zijn uitgewerkt in resp. het groepsverzekeringsreglement en de overeenkomst collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering. 10.5.1.18
Alle personeelsleden in actieve dienst op 1 januari van elk jaar hebben recht op cadeaucheques met een totale waarde van € 35. Deze cadeaucheques zijn voor iedereen gelijk ongeacht of men voltijds of deeltijds tewerkgesteld is. De uitreiking van de cadeaucheques geschiedt in de loop van de maan januari van elk jaar. 11 Variabele verloning directie
11.1 Toepassingsgebied
11.1.1.1 Worden gevat onder dit hoofdstuk: -
de de de de
directeur-generaal adjunct-directeur-generaal commercieel directeur financieel-administratief directeur
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
29
-
de havenkapitein-commandant de ingenieur-directeur
hierna genoemd “de directieleden” 11.2 Grootte van de variabele verloning
11.2.1.1 Jaarlijks komen de directieleden in aanmerking voor een bijkomende variabele verloning. Het maximaal bedrag van die variabele verloning is opgenomen in de desbetreffende loonschaal. De werkelijke variabele verloning wordt jaarlijks bepaald aan de hand van een beoordeling van de mate waarin de door de raad van bestuur opgelegde doelstellingen werden behaald. 11.3 Bepaling van de doelstellingen
11.3.1.1 Jaarlijks bepaalt de raad van bestuur, op voorstel van het remuneratiecomité, de doelstellingen voor het komende jaar. Dit gebeurt uiterlijk in de zitting van januari van het desbetreffende jaar. Het opleggen en beoordelen van de doelstellingen is gekoppeld aan het kalenderjaar. De doelstellingen worden opgesplitst in: - bedrijfsdoelstellingen en teamdoelstellingen, die aan het gehele directieteam worden opgelegd. - Individuele doelstellingen, die aan de directieleden individueel worden opgelegd. De raad van bestuur bepaalt tevens het gewicht dat aan elke doestelling wordt verbonden. Het besluit aangaande de doelstellingen wordt gemotiveerd en bevat een kwalitatieve beschrijving. 11.4 Beoordeling van de doelstellingen
11.4.1.1 Jaarlijks beoordeelt de raad van bestuur, op voorstel van het remuneratiecomité, of en in welke mate de leden van de directie de doelstellingen hebben behaald. Deze beoordeling wordt onderbouwd met een kwalitatieve beschrijving en mondt uit in een voorstel van toekenning van variabele verloning. Deze beoordeling gebeurt uiterlijk in de zitting van de raad van bestuur van de maand februari volgend op het jaar waarop de doelstellingen betrekking hebben. Voor wat betreft de beoordeling van de individuele doelstellingen van de directieleden met uitzondering van de directeur-generaal geeft de directeur-generaal een advies aan het remuneratiecomité.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
30
Het remuneratiecomité kan zich laten bijstaan door een externe raadgever voor wat betreft de beoordeling van de individuele doelstellingen van de directeur-generaal en de beoordeling van de bedrijfs- en teamdoelstellingen. 11.5 Bepaling van de variabele verloning
11.5.1.1 De beoordeling van de mate waarin de doelstellingen werden behaald, mondt uit per directielid in een percentage dat wordt toegepast op het nominaal bruto bedrag dat is vermeld bij de overeenkomstige anciënniteitstrap in „bijlage 2 uitgewerkte nieuwe weddenschalen Havenbedrijf Gent agh (whg)‟ van het Geldelijk Statuut. Dit bedrag wordt desgevallend pro rata verminderd naar aanleiding van gebeurtenissen die aanleiding geven tot vermindering van het jaarloon (bvb. APA, loopbaanonderbreking, onvolledig gepresteerd dienstjaar…). Bij waarneming is de variabele verloning van toepassing voor de duur van de waarneming. Indien waarneming wordt bepaald wegens arbeidsongeschiktheid dan is er voor die periode tevens geen variabele verloning voor de afwezige titularis. 11.6 Uitbetaling van de variabele verloning
11.6.1.1 Het variabel loon wordt uitbetaald met de weddenrun in de maand volgend op de beoordeling. 11.7 Vertrouwelijkheid
11.7.1.1 Het beoordelingsverslag van de doelstellingen, dat door het remuneratiecomité aan de raad van bestuur wordt voorgelegd is van vertrouwelijke aard. 12 De bezoldiging in de administratieve standen 12.1 Algemene bepaling 12.1.1.1 Het personeelslid bevindt zich in één van de volgende administratieve standen : in dienstactiviteit, in disponibiliteit, in non-activiteit. 12.2 Dienstactiviteit 12.2.1.1 Behoudens uitdrukkelijk strijdige bepaling heeft het personeelslid in actieve dienst recht op wedde en op bevordering tot een hogere wedde.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
31
12.2.1.2 § 1. De hiernavolgende, in het algemeen personeelsreglement opgesomde, verloven worden met een periode van dienstactiviteit gelijkgesteld: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
het jaarlijks vakantieverlof; de reglementaire vrijafdagen; het omstandigheidsverlof; het verlof om dwingende redenen (eerste vijf dagen); het moederschaps- of vaderschapsverlof; het verlof voor de opvang met het oog op adoptie of pleegvoogdij; het verlof wegens arbeidsongeschiktheid; het profylactisch verlof; het verlof voor sociale promotie / vormingsverlof; het verlof voor het verrichten van sommige militaire prestaties of ermee gelijkgestelde diensten – waarvan sprake is in het arbeidsreglement; het vakbondsverlof; het verlof om een kabinetsfunctie uit te oefenen; het verlof voor bloedafname, bloedplaatjesafgifte of plasma-afgifte; het verlof voor het afstaan van beenmerg; het politiek verlof.
§ 2. Tijdens de in § 1 bedoelde verloven wordt enkel de jaarwedde, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, het vakantiegeld en de eindejaarstoelage toegekend, met uitsluiting van alle andere vergoedingen en toelagen voorzien in hoofdstuk 10, behoudens in de gevallen waarin bepaald wordt dat het recht op vergoeding slechts vervalt na een ononderbroken afwezigheid van dertig of meer dagen. De personeelsleden die in een stelsel met een vaste beurtrol nacht-, zaterdag- en/of zondagprestaties leveren en het slachtoffer zijn van een arbeidsongeval verliezen slechts de betaling van de bijzondere vergoedingen voor nacht-, zaterdag- en/of zondagsdienst, welke zij normaliter hadden moeten presteren indien zij niet tijdelijk arbeidsongeschikt waren geweest ingevolge dit arbeidsongeval, vanaf de dertigste dag in een periode van ononderbroken afwezigheid van dertig of meer dagen. § 3. In afwijking van het bepaalde in § 2 wordt gedurende het verlof wegens arbeidsongeschiktheid ingevolge een arbeidsongeval toepassing gemaakt van artikel 3 bis van de wet van 3 juli 1967, indien deze regeling gunstiger is. § 4. Indien personeelsleden slachtoffer zijn van een arbeidsongeval bij het vervullen van hun opdrachten in uitzonderlijke omstandigheden zoals betogingen, demonstraties, ongeregeldheden en rampenbestrijding, kan de raad van bestuur, op basis van een uitvoerig gemotiveerd verslag van de dienstchef, beslissen de periode van dertig dagen waarvan sprake in § 2, 2e lid, met een periode van ten hoogste nog eens dertig dagen te verlengen. 12.2.1.3 De hiernavolgende, in het arbeidsreglement opgesomde verloven worden niet bezoldigd. Ze worden voor het overige met een periode van dienstactiviteit gelijkgesteld : 1. het ouderschapsverlof; 2. het verlof voor het verrichten van sommige militaire prestaties of ermee gelijkgestelde diensten, waarvan sprake is in het arbeidsreglement; 3. de periodes van beroepsloopbaanonderbreking toegestaan overeenkomstig de bepalingen van de Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en latere aanpassingen; Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
32
4. de periode van afwezigheid wegens halftijdse vervroegde uittreding of wegens vrijwillige vierdagenweek overeenkomstig de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector. 5. verlof wegens terbeschikkingstelling 6. verlof om dwingende redenen (vanaf de zesde tot en met de tiende dag) 7. de in artikelen 102 en 103 van het arbeidsreglement opgesomde militaire of ermee gelijkgestelde dienstprestaties 12.2.1.4 § 1. De bepalingen van artikel 12.2.1.2 § 1, 5. – moederschapsverlof, zijn niet van toepassing in geval van miskraam vóór de 181ste dag van de zwangerschapsperiode. § 2. Indien het moederschapsverlof resp. het vaderschapsverlof samenvalt met een periode van verminderde prestaties, wordt de bezoldiging dienovereenkomstig aangepast. 12.2.1.5 Het personeelslid dat afwezig is omwille van een arbeidsongeschiktheid te wijten aan een ongeval waarvoor een derde geheel of gedeeltelijk aansprakelijk is, ontvangt zijn/haar wedde resp. wachtwedde alleen als voorschot, betaald op de door de derde verschuldigde en op deze te verhalen vergoeding. Het personeelslid ontvangt die wedde resp. wachtwedde alleen op voorwaarde dat het Havenbedrijf Gent agh, bij iedere betaling van schadevergoeding, in zijn rechten doet treden tegen de derde die het ongeval heeft veroorzaakt, ten belope van het bedrag van de door het bestuur gestorte voorschotten. 12.2.1.6 Het personeelslid dat reserveofficier van het leger is en opgeroepen wordt om bijzondere militaire prestaties, zowel voor de opleiding als voor de bevordering, te verrichten ontvangt van het Ministerie van Landsverdediging de bezoldiging van de officieren van zijn graad. Het personeelslid mag de bezoldiging van reserveofficier niet samen genieten met die verbonden aan zijn ambt bij het Havenbedrijf Gent agh. Indien de bezoldiging verbonden aan de graad van officier lager is dan die welke tot zijn ambt bij het Havenbedrijf Gent agh behoort, dan zal door het Havenbedrijf Gent agh het verschil worden bijgepast. De periode waarvoor het personeelslid, krachtens het algemeen personeelsreglement, een dienstvrijstelling heeft verkregen, wordt volledig gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. 12.3 Disponibiliteit wegens arbeidsongeschiktheid 12.3.1.1 § 1. Het personeelslid dat, overeenkomstig het algemeen personeelsreglement, in disponibiliteit is wegens arbeidsongeschiktheid, ontvangt een wachtgeld. § 2. Het wachtgeld bedraagt zestig procent van de laatste activiteitswedde. § 3. Het bedrag van het wachtgeld mag niet minder bedragen dan :
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
33
de vergoeding welke het personeelslid in dezelfde toestand zou ontvangen, indien de regeling van de sociale zekerheid voor werknemers sedert de aanvang van zijn afwezigheid op hem van toepassing was geweest; het pensioen dat het personeelslid zou krijgen indien het op de dag waarop het in disponibiliteit is geplaatst, voorlopig op rust werd gesteld. § 4. In geval van cumulatie van ambten, wordt het wachtgeld slechts toegekend op grond van het hoofdambt. 12.3.1.2 Het personeelslid in disponibiliteit wegens arbeidsongeschiktheid aanspraken op bevordering tot een hogere wedde.
behoudt
zijn
12.3.1.3 § 1. In afwijking van het bepaalde onder artikel 12.3.1.1 § 2, heeft het personeelslid recht op een wachtgeld, dat gelijk is aan het volledig bedrag van zijn laatste activiteitswedde, indien de kwaal waaraan het lijdt door de bevoegde arts als een ernstige en langdurige ziekte of invaliditeit wordt erkend. Voornoemde beslissing heeft de herziening van het wachtgeld tot gevolg en dit met ingang van de dag waarin de disponibiliteit van het personeelslid een aanvang heeft genomen. § 2. Het personeelslid heeft niet opnieuw recht op het volledige bedrag van zijn laatste activiteitswedde, indien zich na het einde van de periode van de in § 1 bedoelde arbeidsongeschiktheid, een nieuwe arbeidsongeschiktheid voordoet. Het personeelslid behoudt echter wel het volledige bedrag van zijn laatste activiteitswedde indien het door middel van een geneeskundig attest bewijst dat de nieuwe arbeidsongeschiktheid voldoet aan de in § 1 gestelde voorwaarden. 12.3.1.4 Voor de toepassing van de artikelen 12.3.1.1 en 12.3.1.3 van dit statuut is, voor de periode gedurende welke het personeelslid verminderde prestaties verricht, de laatste activiteitswedde deze welke voor bedoelde prestaties verschuldigd is. 12.4 Disponibiliteit wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst Zie Arbeidsreglement Havenbedrijf Gent agh 12.5 Non-activiteit 12.5.1.1 Het personeelslid heeft in de stand non-activiteit geen recht op wedde noch op bevordering tot een hogere wedde. 12.5.1.2 Overeenkomstig het bepaalde in het arbeidsreglement is het personeelslid van ambtswege in non-activiteit : ingeval van tuchtschorsing; wanneer het zonder toestemming afwezig is of de duur van een reglementair toegestane afwezigheid zonder geldige reden overschrijdt;
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
34
12.5.1.3 Overeenkomstig het bepaalde in het arbeidsreglement wordt het personeelslid in de stand non-activiteit geplaatst : tijdens de afwezigheid wegens halftijdse prestaties zonder premie tijdens de afwezigheid wegens persoonlijke aangelegenheden tijdens de afwezigheid gedurende een halve of volledige dag op weekbasis wegens het werken aan 90% of 80% zonder compenserende premie 13 Bijlage 1: weddenschalen van de administratieve en technische graden Functie Autobestuurder Chauffeur Matroos Onderhoudsmedewerker Onderhoudsmedewerker keuken Onderhoudsmedewerker reprografie
Schaal D11 D12
D13
aanvangsschaal. 1° na ten minste 4 jaar schaalanciënniteit in D11; 2° met goed gevolg de basisvorming beëindigen; 3° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben. 1° na ten minste 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in D11 en D12; 2° met goed gevolg de voortgezette vorming beëindigen; 3° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
Ploegbaas- onderhoudsmedewerker Schipper
D20
enige schaal
Administratief medewerker Administratief medewerker thesaurie Grafisch vormgever Technisch medewerker elektriciteit Technisch medewerker tentoonstellingen
C11 C12
aanvangsschaal. 1° na ten minste 4 jaar schaalanciënniteit in C11; 2° met goed gevolg de basisvorming beëindigen; 3° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben. 1° na ten minste 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in C11 en C12; 2° met goed gevolg de voortgezette vorming beëindigen; 3° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
C13
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
35
Hoofdadministratief medewerker
C14 C15
C16
aanvangsschaal 1. na ten minste 4 jaar schaalanciënniteit in C14; 2. met goed gevolg de basisvorming beëindigen; 3. bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben 1. na ten minste 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in C14 en C15; 2. met goed gevolg de voortgezette vorming beëindigen; 3. bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
Coördinator schipperij Technisch medewerker informatica Technische vlootverantwoordelijke
C21 C22
aanvangsschaal 1° na ten minste 9 jaar schaalanciënniteit in C21; 2° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
Directieassistent
C31 C32
aanvangsschaal 1° na ten minste 9 jaar schaalanciënniteit in C31; 2° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
Adjunct-contractbeheerder B11 Boekhouder B12 Havenluitenant Havenluitenant-secretaris Juridisch medewerker Tekenaar Verantwoordelijke goederenstromen Verantwoordelijke klantenrelaties B13 Verantwoordelijke multimodaal transport Verantwoordelijke PR Werftoezichter
aanvangsschaal. 1° na ten minste 4 jaar schaalanciënniteit in B11; 2° met goed gevolg de basisvorming beëindigen; 3° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben. 1° na ten minste 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in B11 en B12; 2° met goed gevolg de voortgezette vorming beëindigen; 3° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
Programmeur
aanvangsschaal. 1. na ten minste 4 jaar schaalanciënniteit in B14; 2. met goed gevolg de basisvorming beëindigen; 3. bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben. 1. na ten minste 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in B14 en B15 2. met goed gevolg de voortgezette vorming beëindigen; 3. bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
B14 B15
B16
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
36
Aankoper B21 Adjunct-bedrijfsboekhouder B22 Coördinator kapiteinskamer Coördinator technische dienst Eerste havenluitenant GIS verantwoordelijke Verantwoordelijke facturatie en statistiek
aanvangsschaal 1° na ten minste 9 jaar schaalanciënniteit in B21; 2° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
Adjunct-personeelsmanager Contractbeheerder Hoofdtekenaar Hoofdtoezichter Hoofdvertaler Systeembeheerder Veiligheid- en databeheerder
B31 B32
aanvangsschaal 1° na ten minste 9 jaar schaalanciënniteit in B31; 2° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
Thesauriebeheerder
B41 B42
Aanvangsschaal 1° na ten minste 9 jaar schaalanciënniteit in B41; 2° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
Adjunct van de directie (DG /TD / CD)
A11 A12
Aanvangsschaal 1° na ten minste 4 jaar schaalanciënniteit in A11; 2° met goed gevolg de basisvorming beëindigen; 3. bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben. 1. na ten minste 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in A11 en A12; 2. met goed gevolg de voortgezette vorming beëindigen; 3. bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
A13
Adjunct van de directie (KD) Bedrijfsboekhouder Commercieel manager zeevaart
A14 A15
A16
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
Aanvangsschaal 1° na ten minste 4 jaar schaalanciënniteit in A14; 2° met goed gevolg de basisvorming beëindigen; 3. bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben. 1. na ten minste 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in A14 en A15; 2. met goed gevolg de voortgezette vorming beëindigen; 3. bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
37
Adjunct van de directie financiën Adjunct van de directie schipperij Adjunct van de directie technisch Communicatieverantwoordelijke Kwaliteitsmanager Milieuverantwoordelijke Personeelsmanager Preventieadviseur
A17 A18
Diensthoofd informatica Ingenieur Planoloog
A21 A22
A19
A23
Bedrijfsjurist administratie Bedrijfsjurist grondbeheer
A31 A32
A33
aanvangsschaal. 1° na ten minste 4 jaar schaalanciënniteit in A17; 2° met goed gevolg de basisvorming beëindigen; 3° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben. 1° na ten minste 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in A17 en A18; 2° met goed gevolg de voortgezette vorming beëindigen; 3° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben. aanvangsschaal. 1° na ten minste 4 jaar schaalanciënniteit in A21; 2° met goed gevolg de basisvorming beëindigen; 3° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben. 1° na ten minste 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in A21 en A22; 2° met goed gevolg de voorgezette vorming beëindigen; 3° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben. aanvangsschaal. 1. na ten minste 4 jaar schaalanciënniteit in A31; 2. met goed gevolg de basisvorming beëindigen; 3. bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben. 1. na ten minste 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in A31 en A32 2. met goed gevolg de voortgezette vorming beëindigen; 3. bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben
Adviseur Hoofd commerciële administratie
A35 A36
aanvangsschaal. 1° na ten minste 9 jaar schaalanciënniteit in A35; 2° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
Adjunct-financieel-administratief directeur Adjunct-ingenieur-directeur Havenkapitein
A41 A42
aanvangsschaal. 1° na ten minste 9 jaar schaalanciënniteit in A41; 2° bij de laatste beoordeling een voldoende gunstige evaluatie bekomen hebben.
Commercieel directeur Financieel-administratief directeur Havenkapitein-commandant Ingenieur-directeur
A50
enige schaal.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
38
Adjunct-directeur-generaal
A60
enige schaal
Directeur-generaal
A70
enige schaal.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
39
Bijlage 2: uitgewerkte nieuwe weddenschalen Havenbedrijf Gent agh (whg) Iedereen die inschaalt in de nieuwe loonschaal, is gegarandeerd onmiddellijk 1.000 euro nominaal meer te verdienen dan in de huidige loonschaal (zonder de 1% van de BO 2008-2009). Deze garantie vervalt op het ogenblik dat de verloning in de nieuwe loonschaal meer dan 1.000 euro hoger ligt dan de huidige verloning nominaal in de huidige loonschaal. Die 1000 euro is een looncomponent en telt dus mee voor het pensioen.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
40
BIJLAGE: WEDDENSCHALEN D11 12 13
D11
Functies
D12
D13
13.800
14.841
16.089
autobestuurder
1
14.164
15.205
16.453
chauffeur
2
14.164
15.205
16.453
matroos
3
14.528
15.569
16.870
onderhoudsmedewerker
4
14.528
15.569
16.870
onderhoudsmedewerker keuken
5
14.893
15.986
17.234
onderhoudsmedewerker reprografie
6
14.893
15.986
17.234
7
15.257
16.350
17.650
8
15.257
16.350
17.650
9
15.569
16.766
18.014
10
15.569
16.766
18.014
11
15.933
17.130
18.378
12
15.933
17.130
18.378
13
16.297
17.546
18.795
14
16.297
17.546
18.795
15
16.661
17.911
19.159
16
16.661
17.911
19.159
17
17.026
18.327
19.575
18
17.026
18.327
19.575
19 20
17.390 17.390
18.691 18.691
19.939 19.939
21
17.754
19.055
20.355
22
17.754
19.055
20.355
23
18.118
19.471
20.720
24
18.118
19.471
20.720
25
18.482
19.836
21.136
26
18.482
19.836
21.136
27
19.003
20.356
21.700
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
41
D20
D20 16.900
ploegbaas onderhoudsmedewerkers
1
17.406
schipper
2
17.406
3
17.912
4
17.912
5
18.346
6
18.346
7
18.851
8
18.851
9
19.357
10
19.357
11
19.863
12
19.863
13
20.369
14
20.369
15
20.875
16
20.875
17
21.381
18
21.381
19
21.887
20
21.887
21
22.393
22
22.393
23
22.899
24
22.899
25
23.405
26
23.405
27
24.200
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
42
C11 12 13
C11
C12
C13
14.700
15.372
16.956
administratief medewerker
1
15.276
15.900
17.580
administratief medewerker thesaurie
2
15.276
15.900
17.580
grafisch vormgever
3
15.852
16.476
18.156
technisch medewerker elektriciteit
4
15.852
16.476
18.156
technisch medewerker tentoonstellingen
5
16.380
17.052
18.732
6
16.380
17.052
18.732
7
16.956
17.628
19.356
8
16.956
17.628
19.356
9
17.532
18.204
19.932
10
17.532
18.204
19.932
11
18.108
18.780
20.556
12
18.108
18.780
20.556
13
18.684
19.356
21.132
14
18.684
19.356
21.132
15
19.260
19.932
21.708
16
19.260
19.932
21.708
17
19.836
20.508
22.332
18
19.836
20.508
22.332
19
20.412
21.084
22.908
20
20.412
21.084
22.908
21
20.988
21.612
23.532
22
20.988
21.612
23.532
23
21.516
22.188
24.108
24
21.516
22.188
24.108
25
22.092
22.764
24.684
26
22.092
22.764
24.684
27
22.764
23.580
25.800
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
43
C 21 22
C21
C22
19.350
21.320
coördinator schipperij
1
19.936
21.960
technisch medewerker informatica
2
19.936
21.960
technische vlootverantwoordelijke
3
20.575
22.599
4
20.575
22.599
5
21.161
23.291
6
21.161
23.291
7
21.747
23.930
8
21.747
23.930
9
22.386
24.622
10
22.386
24.622
11
22.971
25.261
12
22.971
25.261
13
23.610
25.900
14
23.610
25.900
15
24.196
26.593
16
24.196
26.593
17
24.782
27.232
18
24.782
27.232
19
25.421
27.871
20
25.421
27.871
21
26.007
28.563
22
26.007
28.563
23
26.646
29.202
24
26.646
29.202
25
27.232
29.895
26
27.232
29.895
27
27.871
30.800
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
44
C 31 32
C31
C32
19.800
21.831
1
20.404
22.490
2
20.404
22.490
3
21.062
23.148
4
21.062
23.148
5
21.666
23.862
6
21.666
23.862
7
22.270
24.520
8
22.270
24.520
9
22.928
25.234
10
22.928
25.234
11
23.532
25.892
12
23.532
25.892
13
24.191
26.551
14
24.191
26.551
15
24.794
27.264
16
24.794
27.264
17
25.398
27.923
18
25.398
27.923
19
26.057
28.582
20
26.057
28.582
21
26.660
29.295
22
26.660
29.295
23
27.319
29.954
24
27.319
29.954
25
27.923
30.667
26
27.923
30.667
27
28.581
31.600
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
directieassistent
45
B 11 12 13
B 11
B 12
B 13
19.350
20.848
21.524
adjunct-contractbeheerder
1
19.833
21.427
22.297
boekhouder
2
19.833
21.427
22.297
havenluitenant
3
20.316
22.055
23.022
havenluitenant-secretaris
4
20.316
22.055
23.022
juridisch medewerker
5
20.799
22.635
23.795
tekenaar
6
20.799
22.635
23.795
verantwoordelijke goederenstromen
7
21.282
23.215
24.568
verantwoordelijke klantenrelaties
8
21.282
23.215
24.568
verantwoordelijke multimodaal transport
9
21.766
23.843
25.341
verantwoordelijke PR
10
21.766
23.843
25.341
werftoezichter
11
22.249
24.423
26.114
12
22.249
24.423
26.114
13
22.684
25.051
26.887
14
22.684
25.051
26.887
15
23.167
25.631
27.660
16
23.167
25.631
27.660
17
23.650
26.210
28.384
18
23.650
26.210
28.384
19
24.133
26.838
29.157
20
24.133
26.838
29.157
21
24.616
27.418
29.930
22
24.616
27.418
29.930
23
25.196
28.191
30.800
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
46
B 14 15 16
B14
B15
B16
19.800
21.343
22.041
1
20.298
21.941
22.837
2
20.298
21.941
22.837
3
20.796
22.588
23.584
4
20.796
22.588
23.584
5
21.294
23.186
24.381
6
21.294
23.186
24.381
7
21.792
23.783
25.177
8
21.792
23.783
25.177
9
22.289
24.430
25.974
10
22.289
24.430
25.974
11
22.787
25.028
26.770
12
22.787
25.028
26.770
13
23.235
25.675
27.567
14
23.235
25.675
27.567
15
23.733
26.273
28.364
16
23.733
26.273
28.364
17
24.231
26.870
29.111
18
24.231
26.870
29.111
19
24.729
27.517
29.907
20
24.729
27.517
29.907
21
25.227
28.115
30.704
22
25.227
28.115
30.704
23
25.824
28.911
31.600
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
programmeur
47
B 21 22
B21
B 22
21.300
22.246
aankoper
1
22.169
23.167
adjunct-bedrijfsboekhouder
2
22.169
23.167
coördinator kapiteinskamer
3
23.039
24.241
coördinator TD
4
23.039
24.241
eerste havenluitenant
5
23.908
25.059
GIS-verantwoordelijke
6
23.908
25.059
verantwoordelijke facturatie en statistiek
7
24.778
25.979
8
24.778
25.979
9
25.673
26.951
10
25.673
26.951
11
26.542
27.872
12
26.542
27.872
13
27.412
28.792
14
27.412
28.792
15
28.307
29.764
16
28.307
29.764
17
29.151
30.685
18
29.151
30.685
19
30.020
31.605
20
30.020
31.605
21
30.915
32.577
22
30.915
32.577
23
31.887
33.600
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
48
B 31 32
B31
B32
21.500
22.500
adjunct-personeelsmanager
1
22.419
23.473
contractbeheerder
2
22.419
23.473
hoofdtekenaar
3
23.338
24.608
hoofdtoezichter
4
23.338
24.608
hoofdvertaler
5
24.257
25.473
systeembeheerder
6
24.257
25.473
veiligheid- en databeheerder
7
25.176
26.446
8
25.176
26.446
9
26.122
27.473
10
26.122
27.473
11
27.041
28.446
12
27.041
28.446
13
27.959
29.419
14
27.959
29.419
15
28.905
30.446
16
28.905
30.446
17
29.797
31.419
18
29.797
31.419
19
30.716
32.392
20
30.716
32.392
21
31.662
33.419
22
31.662
33.419
23
32.689
34.500
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
49
B 41 42
B41
B42
22.300
23.377
1
23.290
24.425
2
23.290
24.425
3
24.279
25.647
4
24.279
25.647
5
25.269
26.579
6
25.269
26.579
7
26.258
27.626
8
26.258
27.626
9
27.277
28.732
10
27.277
28.732
11
28.267
29.780
12
28.267
29.780
13
29.256
30.828
14
29.256
30.828
15
30.275
31.934
16
30.275
31.934
17
31.236
32.982
18
31.236
32.982
19
32.225
34.030
20
32.225
34.030
21
33.244
35.136
22
33.244
35.136
23
34.350
36.300
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
thesauriebeheerder
50
A11 12 13
A11
A12
A13
22.850
25.050
27.300
1
23.600
25.800
28.050
2
24.350
26.550
28.800
3
25.050
27.300
29.550
4
25.050
27.300
29.550
5
25.050
27.300
29.550
6
26.550
28.800
31.000
7
26.550
28.800
31.000
8
26.550
28.800
31.000
9
28.050
30.300
32.500
10
28.050
30.300
32.500
11
28.050
30.300
32.500
12
29.550
31.750
34.000
13
29.550
31.750
34.000
14
29.550
31.750
34.000
15
31.000
33.250
35.500
16
31.000
33.250
35.500
17
31.000
33.250
35.500
18
32.500
34.750
36.950
19
32.500
34.750
36.950
20
32.500
34.750
36.950
21
33.750
36.000
38.200
22
33.750
36.000
38.200
23
33.750
36.000
38.200
24
35.000
37.200
39.450
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
adjunct van de directie (DG / TD / CD)
51
A14 15 16
A14
A15
A16
23.200
25.334
28.000
adjunct van de directie (KD)
1
23.927
26.061
28.727
bedrijfsboekhouder
2
24.655
26.789
29.455
commercieel manager zeevaart
3
25.334
27.516
30.182
4
25.334
27.516
30.182
5
25.334
27.516
30.182
6
26.789
28.971
31.589
7
26.789
28.971
31.589
8
26.789
28.971
31.589
9
28.243
30.426
33.043
10
28.243
30.426
33.043
11
28.243
30.426
33.043
12
29.698
31.832
34.498
13
29.698
31.832
34.498
14
29.698
31.832
34.498
15
31.105
33.287
35.953
16
31.105
33.287
35.953
17
31.105
33.287
35.953
18
32.559
34.742
37.359
19
32.559
34.742
37.359
20
32.559
34.742
37.359
21
33.772
35.954
38.572
22
33.772
35.954
38.572
23
33.772
35.954
38.572
24
34.984
37.118
39.800
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
52
A17 18 19
A17
A18
A19
24.000
26.571
29.201
adjunct van de directie schipperij
1 24.877
27.448
30.077
adjunct van de directie technisch
2 25.753
28.324
30.954
kwaliteitsmanager
3 26.571
29.201
31.830
4 26.571
29.201
31.830
5 26.571
29.201
31.830
adjunct van de directie financiën
6 28.324
30.954
33.525
communicatieverantwoordelijke
7 28.324
30.954
33.525
8 28.324
30.954
33.525
9 30.077
32.707
35.278
10 30.077
32.707
35.278
11 30.077
32.707
35.278
12 31.830
34.401
37.031
13 31.830
34.401
37.031
14 31.830
34.401
37.031
15 33.525
36.154
38.784
16 33.525
36.154
38.784
17 33.525
36.154
38.784
18 35.278
37.907
40.478
19 35.278
37.907
40.478
20 35.278
37.907
40.478
21 36.739
39.368
41.939
22 36.739
39.368
41.939
23 36.739
39.368
41.939
24 38.199
40.770
43.400
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
personeelsmanager preventie-adviseur / milieuverantwoordelijke
53
A21 22 23
A21
A22
A23
26.800
29.731
32.613
diensthoofd informatica
1 27.777
30.659
33.688
ingenieur
2 28.754
31.636
34.811
planoloog
3 29.731
32.613
35.886
4 29.731
32.613
35.886
5 29.731
32.613
35.886
6 31.636
34.567
37.840
7 31.636
34.567
37.840
8 31.636
34.567
37.840
9 33.590
36.472
39.745
10
33.590
36.472
39.745
11
33.590
36.472
39.745
12
35.055
37.937
41.699
13
35.055
37.937
41.699
14
35.055
37.937
41.699
15
36.472
39.403
43.653
16
36.472
39.403
43.653
17
36.472
39.403
43.653
18
37.937
40.868
45.558
19
37.937
40.868
45.558
20
37.937
40.868
45.558
21
39.403
42.285
46.779
22
39.403
42.285
46.779
23
39.403
42.285
46.779
24
40.868
43.750
48.250
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
54
A 31 32 33
A 31
A 32
A 33
29.000
31.820
34.594
bedrijfsjurist administratie
1 29.940
32.713
35.628
bedrijfsjurist grondbeheer
2 30.880
33.653
36.709
3 31.820
34.593
37.743
4 31.820
34.593
37.743
5 31.820
34.593
37.743
6 33.653
36.473
39.623
7 33.653
36.473
39.623
8 33.653
36.473
39.623
9 35.534
38.307
41.457
10
35.534
38.307
41.457
11
35.534
38.307
41.457
12
36.944
39.717
43.337
13
36.944
39.717
43.337
14
36.944
39.717
43.337
15
38.307
41.127
45.217
16
38.307
41.127
45.217
17
38.307
41.127
45.217
18
39.717
42.537
47.050
19
39.717
42.537
47.050
20
39.717
42.537
47.050
21
41.127
43.900
48.225
22
41.127
43.900
48.225
23
41.127
43.900
48.225
24
42.537
45.310
49.400
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
55
A35-36
A35
A36
29.400
31.900
adviseur
1 30.400
33.000
hoofd commerciële administratie
2 31.400
34.150
3 32.400
35.250
4 32.400
35.250
5 32.400
35.250
6 34.350
37.250
7 34.350
37.250
8 34.350
37.250
9 36.350
39.200
10 36.350
39.200
11 36.350
39.200
12 38.350
41.200
13 38.350
41.200
14 38.350
41.200
15 40.300
43.200
16 40.300
43.200
17 40.300
43.200
18 42.050
45.650
19 42.050
45.650
20 42.050
45.650
21 43.800
48.150
22 43.800
48.150
23 43.800
48.150
24 45.500
50.600
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
56
A 41 42
A 41
A 42
31.600
33.115
adjunct-directeur
1 32.610
34.226
adjunct-financieel-administratief directeur
2 33.620
35.387
adjunct ingenieur-directeur
3 34.630
36.498
havenkapitein
4 34.630
36.498
5 34.630
36.498
6 36.599
38.518
7 36.599
38.518
8 36.599
38.518
9 38.619
40.487
10 38.619
40.487
11 38.619
40.487
12 40.639
42.507
13 40.639
42.507
14 40.639
42.507
15 42.608
44.527
16 42.608
44.527
17 42.608
44.527
18 44.375
47.001
19 44.375
47.001
20 44.375
47.001
21 46.143
49.526
22 46.143
49.526
23 46.143
49.526
24 47.859
52.000
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
57
A50
A50
variabel max
41.400
1.800
commercieel directeur
1 41.400
1.800
financieel-administratief directeur
2 43.357
1.885
havenkapitein-commandant
3 43.357
1.885
ingenieur-directeur
4 45.967
1.999
5 45.967
1.999
6 48.512
2.109
7 48.512
2.109
8 48.512
2.109
9 51.121
2.223
10 51.121
2.223
11 51.121
2.223
12 53.731
2.336
13 53.731
2.336
14 53.731
2.336
15 56.276
2.447
16 56.276
2.447
17 56.276
2.447
18 59.538
2.589
19 59.538
2.589
20 59.538
2.589
21 60.754
2.641
22 60.754
2.641
23 60.754
2.641
24 62.800
2.730
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
De schaal wordt deels variabel verloond.
58
A 60
A 60
variabel max
47.900
4.165
1 47.900
4.165
2 47.900
4.165
3 49.629
4.316
4 49.629
4.316
5 49.629
4.316
6 51.934
4.516
7 51.934
4.516
8 51.934
4.516
9 54.181
4.711
10 54.181
4.711
11 54.181
4.711
12 56.486
4.912
13 56.486
4.912
14 56.486
4.912
15 58.791
5.112
16 58.791
5.112
17 58.791
5.112
18 61.038
5.308
19 61.038
5.308
20 61.038
5.308
21 63.919
5.558
22 63.919
5.558
23 63.919
5.558
24 66.800
5.809
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
adjunct-directeur-generaal De schaal wordt deels variabel verloond.
59
A 70
A 70
variabel max
60.400
10.067
1
60.400
10.067
2
62.208
10.368
3
62.208
10.368
4
62.208
10.368
5
64.860
10.810
6
64.860
10.810
7
64.860
10.810
8
67.573
11.262
9
67.573
11.262
10
67.573
11.262
11
70.285
11.714
12
70.285
11.714
13
70.285
11.714
14
72.937
12.156
15
72.937
12.156
16
72.937
12.156
17
75.649
12.608
18
75.649
12.608
19
75.649
12.608
20
76.855
12.809
21
76.855
12.809
22
76.855
12.809
23
78.000
13.000
24
78.000
13.000
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
directeur-generaal De schaal wordt deels variabel verloond.
60
14 Bijlage 3 14.1 Inschaling 1 Onderstaande tabel is van toepassing op alle personeelsleden van het Havenbedrijf stad Gent die kozen om met ingang van 01/01/2000 voor het Havenbedrijf Gent agh te werken en die nog steeds niet geopteerd hebben voor het plan „Kelchtermans‟. Werkliedenpersoneel Bijzonder geschoolde: Autobestuurder
2.1.40B 2.2.40Ba
D13 D13
14.2 Inschaling 2
Personeelsleden die niet inschalen in de nieuwe weddenschalen 2009 van het Havenbedrijf Gent agh behouden hun huidige weddenschaal en genieten daarbovenop van een premie van € 400 nominaal. Deze garantie vervalt op het ogenblik dat de nominale verloning in de huidige loonschaal sowieso meer dan € 400 hoger ligt. Wie inschaalt in de nieuwe loonschaal C 11-12-13 komt niet meer in aanmerking om later nog een competentieproef te kunnen doen. Die € 400 is een looncomponent en telt dus mee voor het pensioen.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
61
15 Bijlage 4 15.1 Weddenschalen pre-Kelchtermans
Autobestuurder 2.1.40B Minimum Maximum Verhogingen
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
Aantal Nominaal dienstjaren nieuw GS 13.311,95 20.464,32 1 x 1 x 311,90 1 x 1 x 1.203,18 1 x 1 x 311,90 8 x 1 x 245,07 1 x 1 x 601,58 8 x 1 x 245,07 2 x 1 x 267,36 1 x 1 x 267,95 0 13.311,95 1 13.623,85 2 14.827,03 3 15.138,93 4 15.384,01 5 15.629,08 6 15.874,15 7 16.119,22 8 16.364,29 9 16.609,36 10 16.854,43 11 17.099,50 12 17.701,08 13 17.946,15 14 18.191,22 15 18.436,29 16 18.681,37 17 18.926,44 18 19.171,51 19 19.416,58 20 19.661,65 21 19.929,01 22 20.196,37 23 20.464,32
62
Autobestuurder 2.2.40Ba (schaal Aantal Nominaal van geselecteerde) dienstjaren nieuw GS Minimum 13.640,84 Maximum 20.793,21 Verhogingen 1 x 1 x 311,90 1x1x 1.203,18 1 x 1 x 311,90 8 x 1 x 245,07 1 x 1 x 601,58 8 x 1 x 245,07 2 x 1 x 267,36 1 x 1 x 267,95 0 13.640,84 1 13.952,74 2 15.155,92 3 15.467,83 4 15.712,90 5 15.957,97 6 16.203,04 7 16.448,11 8 16.693,18 9 16.938,25 10 17.183,32 11 17.428,39 12 18.029,97 13 18.275,05 14 18.520,12 15 18.765,19 16 19.010,26 17 19.255,33 18 19.500,40 19 19.745,47 20 19.990,54 21 20.257,90 22 20.525,27 23 20.793,21 15.2 Weddenschalen Kelchtermans
Minimum Maximum Verhogingen
C1 13.550 21.950 1 x 1 x 600 1 x 2 x 600 1 x 2 x 550 8 x 2 x 600 1 x 2 x 550 1 x 2 x 600 1 x 2 x 700
C2 14.250 22.800 1 x 1 x 550 9 x 2 x 600 1 x 2 x 550 2 x 2 x 600 1 x 2 x 850
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
C3 15.900 24.800 1 x 1 x 650 2x 2 x 600 1 x 2 x 650 1 x 2 x 600 1 x 2 x 650 2 x 2 x 600 1 x 2 x 650
C4 18.550 26.550 1 x 1 x 550 1 x 2 x 600 2 x 2 x 550 1 x 2 x 600 1 x 2 x 550 1 x 2 x 600 2 x 2 x 550
C5 20.400 29.300 1 x 1x 600 1 x 2 x 600 1 x 2 x 650 1 x 2 x 600 1 x 2 x 650 2 x 2 x 600 1 x 2 x 650
63
1 x 2 x 600 1 x 2 x 650 2 x 2 x 600 1 x 2 x 850 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
13.550 14.150 14.150 14.750 14.750 15.300 15.300 15.900 15.900 16.500 16.500 17.100 17.100 17.700 17.700 18.300 18.300 18.900 18.900 19.500 19.500 20.100 20.100 20.650 20.650 21.250 21.250 21.950
14.250 14.800 14.800 15.400 15.400 16.000 16.000 16.600 16.600 17.200 17.200 17.800 17.800 18.400 18.400 19.000 19.000 19.600 19.600 20.200 20.200 20.750 20.750 21.350 21.350 21.950 21.950 22.800
15.900 16.550 16.550 17.150 17.150 17.750 17.750 18.400 18.400 19.000 19.000 19.650 19.650 20.250 20.250 20.850 20.850 21.500 21.500 22.100 22.100 22.750 22.750 23.350 23.350 23.950 23.950 24.800
Minimum Maximum Verhogingen
A111 21.850 34.000 2 x 1 x 750
A113 26.300 38.450 3 x 1 x 750
1 x 1 x 700 3x3x 1.500 1x3x 1.450 1x3x 1.500 2x3x 1.250
A112 24.050 36.200 3 x 1 x 750 2x3x 1.500 1x3x 1.450 2x3x 1.500 1x3x 1.250 1x3x 1.200
21.850 22.600 23.350 24.050 24.050
24.050 24.800 25.550 26.300 26.300
0 1 2 3 4
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
1 x 2 x 600 1 x 2 x 550 1 x 2 x 600 1 x 2 x 550 1 x 2 x 600 18.550 19.100 19.100 19.700 19.700 20.250 20.250 20.800 20.800 21.400 21.400 21.950 21.950 22.550 22.550 23.100 23.100 23.650 23.650 24.250 24.250 24.800 24.800 25.400 25.400 25.950 25.950 26.550
2 x 2 x 600 1 x 2 x 650 1 x 2 x 600 1 x 2 x 650 1 x 2 x 850 20.400 21.000 21.000 21.600 21.600 22.250 22.250 22.850 22.850 23.500 23.500 24.100 24.100 24.700 24.700 25.350 25.350 25.950 25.950 26.550 26.550 27.200 27.200 27.800 27.800 28.450 28.450 29.300
1 x 3 x 1.450 3 x 3 x 1.500 1 x 3 x 1.450 2 x 3 x 1.250
26.300 27.050 27.800 28.550 28.550
64
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
24.050 25.550 25.550 25.550 27.050 27.050 27.050 28.550 28.550 28.550 30.000 30.000 30.000 31.500 31.500 31.500 32.750 32.750 32.750 34.000
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
26.300 27.800 27.800 27.800 29.300 29.300 29.300 30.750 30.750 30.750 32.250 32.250 32.250 33.750 33.750 33.750 35.000 35.000 35.000 36.200
28.550 30.000 30.000 30.000 31.500 31.500 31.500 33.000 33.000 33.000 34.500 34.500 34.500 35.950 35.950 35.950 37.200 37.200 37.200 38.450
65
16 Bijlage 5 16.1 Transitoire en afgeschafte graden
Graad
Schaal
Adjunct van de directie - marktmanager Hoofdwerfleider Marktmanager Technisch medewerker Werfcoördinator
A14-15-16 B31-32 B11-12-13 C11-12-13 B31-32
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
66
17 Bijlage 6 17.1 Indexevolutie EVOLUTIE LONEN EN WEDDEN gekoppeld aan de spilindex 138,01 (basis 1981) Basisjaar index Spilindex 138,01 1981 140,77 1981 143,59 1981 108,26 1988 110,43 1988 112,64 1988 114,89 1988 117,19 1988 119,53 1988 121,92 1988 103,14 1996 105,20 1996 107,30 1996 109,45 1996 111,64 1996 113,87 1996 116,15 1996 104,14 2004 106,22 2004 108,34 2004 110,51 2004 Vermenigvuldigingscoëfficient BO 2008-2009 vermenigvuldigingscoëfficient weddenschalen (pre) Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
Datum overschrijding 1/05/1989 1/12/1989 1/08/1990 1/01/1991 1/10/1991 1/08/1992 1/05/1993 1/09/1994 1/03/1996 1/08/1997 1/04/1999 1/07/2000 1/05/2001 1/01/2002 1/05/2003 1/09/2004 1/07/2005 1/09/2006 1/12/2007 1/04/2008 1/08/2008
Index 4 Overschrijding Aantal Maand Gezondheidsindex MG met maanden weddenverhoging Indexcoëfficient 138,23 1/07/1989 Geblokkeerd 138,87 0,22 7,00 140,92 1/02/1990 1,0200 141,28 0,15 8,00 143,71 1/11/1990 1,0404 144,61 0,12 5,00 108,45 1/03/1991 1,0612 108,89 0,19 9,00 110,60 1/12/1991 1,0824 111,01 0,17 10,00 112,76 1/10/1992 1,1041 112,97 0,12 9,00 115,07 1/07/1993 1,1262 115,3 0,18 16,00 117,28 1/11/1994 1,1487 117,43 0,09 18,00 119,76 1/05/1996 1,1717 120,13 0,23 17,00 122,19 1/10/1997 1,1951 122,84 0,27 20,00 103,32 1/06/1999 1,2190 103,57 0,18 15,00 105,35 1/09/2000 1,2434 105,69 0,15 10,00 107,59 1/07/2001 1,2682 108,46 0,29 8,00 109,4525 1/03/2002 1,2936 109,93 0,0025 16,00 111,67 1/07/2003 1,3195 111,57 0,03 16,00 113,94 1/11/2004 1,3459 114,08 0,07 10,00 116,25 1/09/2005 1,3728 116,76 0,10 14,00 104,23 1/11/2006 1,4002 104,36 0,09 15,00 106,57 1/05/2008 1,4282 107,44 0,35 4,00 108,84 1/06/2008 1,4568 109,49 0,50 4,00 110,73 1/10/2008 1,4859 110,88 0,22 1.02
Kelchtermans 1.01
67
18 Bijlage 7 18.1 Modaliteiten voor het toekennen van een getrouwheidspremie bij 15, 25 en 35 jaar dienst.
18.1.1 Wie komt in aanmerking? Alle personeelsleden, zowel statutair als contractueel tewerkgesteld bji het Havenbedrijf, komen in aanmerking voor deze getrouwheidspremies. Met het begrip “dienst” wordt bedoeld het aantal dienstjaren dat het personeelslid telt bij het Havenbedrijf (de „havendienst‟ vóór 1979, het „Havenbedrijf stad Gent‟ tussen 1979 en 1999, het „Havenbedrijf Gent AGH‟ vanaf 2000). 18.1.2 Hoeveel bedraagt de premie? Voor een voltijds werkend personeelslid bedraagt de premie: bij 15 jaar dienst: een halve bruto maandwedde bij 25 jaar dienst: een volle bruto maandwedde bij 35 jaar dienst: een dubbele bruto maandwedde. De “maandwedde” is deze die het personeelslid verdient op het ogenblik van 15,25 respectievelijk 35 jaar dienst. Voor personeelsleden die in de loop van hun carrière niet steeds voltijds gewerkt hebben (door bvb. APA, loopbaanvermindering, loopbaanonderbreking,…), wordt de premie overeenkomstig verminderd. Voorbeeld: iemand heeft 5 jaar voltijds gewerkt, daarna 6 jaar halftijds, en tenslotte 4 jaar aan 4/5. Hij heeft 15 jaar dienst bij het Havenbedrijf. Zijn premie bedraagt een fractie van een halve maandwedde, waarbij de fractie als volgt berekend wordt: (5 x 1/1 + 6 x ½ + 4 x 4/5) / 15 = 74,67% 18.1.3 Wanneer wordt de premie uitbetaald? De getrouwheidspremie wordt uitbetaald in de maand volgend op het tijdstip waarop het personeelslid 15, 25 respectievelijk 35 jaren dienst bij het Havenbedrijf heeft bereikt. 19 Bijlage 8 19.1 Reglement op de toekenning van maaltijdcheques bij het Havenbedrijf Gent agh 19.1.1.1 Dit reglement op de toekenning van maaltijdcheques, opgesteld conform de bepalingen van het terzake geldend KB d.d. 3 februari 1998, is van toepassing op alle - zowel statutaire als contractuele – personeelsleden van het Havenbedrijf Gent agh.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
68
19.1.1.2 Maaltijdcheques worden toegekend voor de perioden tijdens dewelke het personeelslid effectieve arbeidsprestaties levert. Onder de term „effectieve arbeidsprestaties‟ wordt verstaan: de perioden tijdens dewelke het personeelslid effectief op de normale arbeidsplaats aanwezig is, of in opdracht van het bestuur elders arbeidsprestaties levert. Opleidingen, studiedagen, vergaderingen en vorming worden gelijkgesteld met arbeidsprestaties. De tegemoetkoming vanwege het Havenbedrijf Gent agh in de kostprijs van de maaltijdcheque mag echter niet worden gecumuleerd met de toekenning van een vergoeding voor verblijfkosten, die een tegemoetkoming in de maaltijdkosten behelst. 19.1.1.3 Elk personeelslid van het Havenbedrijf Gent agh heeft per maand recht op maximum 22 (tweeëntwintig) maaltijdcheques met een maximum van 65 (vijfenzestig) maaltijdcheques per kwartaal. Het personeelslid heeft geen recht op maaltijdcheques tijdens: - wettelijke en vervangende feestdagen - wettelijke vakantiedagen, bedrijfsverlofdagen en leeftijdsverlof - verlof wegens arbeidsongeschiktheid (ziekte) - loopbaanonderbreking en –vermindering met 10%, 20%, 30%, 40% en 50% - afwezigheid wegens persoonlijke aangelegenheden - afwezigheid wegens halftijdse prestaties - verlof om dwingende reden (bvb. ziekte kind, huisbrand) - omstandigheidsverlof (bvb. huwelijk, overlijden) - moeder-, vader- en ouderschapsverlof - politiek verlof - verlof wegens terbeschikkingstelling (bvb. in een ander openbare dienst) - verlof voor het verrichten van sommige militaire prestaties of ermee gelijkgestelde diensten - doktersbezoeken (indien de gecumuleerde consultaties één dag totaliseren) - profylaxeverlof - verlof voor de opvang met het oog op adoptie of pleegvoogdij Bovenstaande lijst is exhaustief. De berekeningswijze voor het bepalen van het aantal maaltijdcheques waarop een personeelslid recht heeft geschiedt volgens de pro-rata regeling: in de pro-rata regeling wordt het aantal toe te kennen maaltijdcheques berekend op basis van het aantal arbeidsuren. Het aantal effectief gepresteerde uren in een maand wordt gedeeld door het normaal te presteren arbeidsuren per dag. Deze berekeningswijze houdt o.a. in dat de deeltijds tewerkgestelde personeelsleden maaltijdcheques worden toegekend in verhouding tot hun prestaties. Indien deze berekening een decimaal getal oplevert, wordt er afgerond op de hogere eenheid. 19.1.1.4 De tegemoetkoming van het bestuur in de kostprijs van de maaltijdcheques wordt vastgelegd in het Geldelijk Statuut. Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
69
De tegemoetkoming van het personeelslid in de kostprijs van een maaltijdcheque bedraagt € 1,10. Dit bedrag wordt maandelijks van de nettowedde van het personeelslid afgehouden, behoudens wanneer op het ogenblik van de toekenning van de maaltijdcheques aan het personeelslid geen wedde wordt uitbetaald. In dat geval wordt het personeelslid schriftelijk verzocht de verschuldigde som te willen storten aan het Havenbedrijf Gent agh. 19.1.1.5 De maaltijdcheques worden maandelijks, d.i. de maand volgend op de refertemaand (= de vorige maand) aan het personeelslid overhandigd, in functie van het aantal effectief gepresteerde arbeidsuren tijdens de refertemaand. Wijkt het aantal toegekende maaltijdcheques in een bepaalde maand af van het berekend aantal effectief gepresteerde arbeidsuren, dan wordt uiterlijk de laatste dag van de eerste maand volgend op het kwartaal waarin de prestaties werden geleverd, het aantal maaltijdcheques in overeenstemming gebracht met het correcte aantal effectief gepresteerde arbeidsuren. Uiterlijk op 31 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de arbeidsprestaties werden geleverd, gebeurt een globale jaarafrekening om de laatste correcties mogelijk te maken. De personeelsleden dienen hun cheques zelf te komen afhalen op de onderscheiden afhaalpunten of zij dienen hiertoe – schriftelijk – een gevolmachtigde aan te stellen. 19.1.1.6 Op de individuele rekening van het personeelslid wordt het aantal en het brutobedrag van de maaltijdcheques vermeld, verminderd met de persoonlijke bijdrage van het personeelslid. 19.1.1.7 Elke maaltijdcheque vermeldt duidelijk de naam van het personeelslid en dat de cheque slechts mag worden gebruikt ter betaling van een eetmaal of voor de aankoop van verbruiksklare voeding. 19.1.1.8 De toekenning van maaltijdcheques, op basis van onderhavig reglement, geschiedt voor de effectieve arbeidsprestaties die de personeelsleden van het Havenbedrijf Gent agh leveren vanaf 1 januari 2010.
Geldelijk statuut Goedgekeurd RVB 24/06/2009
70