GEGEVENSSET GEMEENTELIJKE MONITOR SOCIAAL DOMEIN Werkdocument Programmalijn beleidsinformatie VISD
Doel van dit document Op woensdag 16 april heeft een workshop beleidsinformatie plaatsgevonden met als onderwerp het komen tot een eerste aanzet voor de gegevensset die de basis zal vormen voor de gemeentelijke monitor sociaal domein. Deze monitor wordt vanuit VISD voor en door gemeenten ontwikkeld. Daarom is het van belang om aansluiting te vinden met de initiatieven die in het land reeds in uitvoer zijn. U heeft aangegeven graag mee te denken in de ontwikkeling van de monitor. Daarom leggen wij middels dit document dan ook graag de uitkomsten van de workshop aan u voor en willen wij u vragen om waar relevant met ons mee te denken. Per onderdeel vatten wij dit in een aantal concrete vragen. Aan u het verzoek om uw feedback per mail toe te sturen naar
[email protected] en
[email protected], graag uiterlijk vrijdag 25 april.
VISD is een programma van de VNG dat wordt uitgevoerd in samenwerking met KING
Doel gemeentelijke monitor Alvorens op de resultaten in te gaan, staan we graag kort stil bij de doelstellingen van de gemeentelijke monitor sociaal domein. Wat is de monitor, wat is het niet en wat is de meerwaarde voor gemeenten? Q
Wat is de gemeentelijke monitor sociaal domein?
A
Een monitor die per 1 januari 2015 via www.waarstaatjegemeente.nl ontsloten wordt. De monitor voorziet in de horizontale beleids- en verantwoordingsinformatie. Dat betekent de informatievoorziening richting de Raad en de burger. De monitor geeft inzicht in de mate waarin beoogde maatschappelijke doelstellingen worden gerealiseerd. De monitor toont gegevens op geaggregeerd niveau (niet te herleiden naar een individu).
Q
Wat is de gemeentelijke monitor sociaal domein niet?
Deze monitor is geen instrument om invulling te geven aan de operationele sturingsinformatie voor een wijkteam en/of gemeente om de dagelijkse caseload en het budget te managen. De informatie uit het primaire proces (denk aan bijvoorbeeld declaratiegegevens) kan wel aan de basis liggen van de informatie die via de monitor wordt gepubliceerd.
A
De monitor is ook geen verantwoordingsinstrument richting het Rijk. Met het Rijk zijn afspraken gemaakt over de invulling van de verticale monitoring. De horizontale beleids- en verantwoordingsinformatie is het vertrekpunt voor de monitoring vanuit het Rijk in het sociaal domein. Hierdoor wordt ook de monitoringlast (vanuit departementen) beperkt. Dit vertrekpunt sluit aan bij het principe van decentralisatie en is in overeenstemming met de Wet Revitalisering Generiek Toezicht (RGT) en de spelregels voor Interbestuurlijke Informatievoorziening (IBI). In de praktijk zal de verticale informatiebehoefte complementair zijn aan datgene wat horizontaal voorhanden is. Winst wordt geboekt door hierin samen op te trekken, afspraken te maken over uitvragen, indicatoren, hergebruik van data en het beheer van het stelsel. Zie figuur 1 op de volgende pagina voor de ‘stapeling’ van informatie zoals we die zien in de informatiestromen op verschillende niveaus.
2
Figuur 1. Informatiestromen
Q
Waarom zou ik gebruik maken van de monitor? Gemeenten hebben in de voorbereiding op de decentralisaties, maar ook na 1 januari 2015 veel taken op haar bord liggen. Dus ontstaat de vraag: waarom ook nog aan een landelijke monitor meewerken? De vrees bestaat dat dit leidt tot extra administratieve lasten en een herhaling van zetten. De meerwaarde van de gemeentelijke monitor sociaal domein zit in de volgende punten: •
A
•
•
De monitor voorziet in de vergelijkbaarheid van informatie. Gemeenten krijgen middels de monitor inzicht in resultaten, inzet en behaalde maatschappelijke effecten. Hierdoor kunnen gemeenten zich onderling vergelijken en samen leren. Het definiëren van een gezamenlijke gegevensset en gemeenschappelijke “taal” van gegevens met als doel om te kunnen vergelijken met een gemeente of wijk die qua kenmerken en opbouw dicht bij de eigen gemeente of wijk ligt. Om te kunnen vergelijken, is een gemeenschappelijke taal nodig. Hebben we dezelfde definitie van bijvoorbeeld eerstelijnsvoorziening, een begrip als armoede, of een basisvoorziening? Aan de monitor wordt niet alleen informatie uit het sociaal domein toegevoegd, maar wordt ook ingegaan op informatie die wordt ontsloten vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw). Dat betekent dat we over de (gemeentelijke) grenzen heen een beeld kunnen krijgen van de situatie van de burgers in uw gemeente. De ontwikkeling van deze monitor neemt gemeenten werk uit handen. Tijdens de workshops wordt informatie opgehaald, doorontwikkeld en gedeeld. Zowel de ontwikkeling van de gegevensset als de ontwikkeling van de fysieke monitor betekent dat gemeenten worden gefaciliteerd in de behoefte om middels 3
•
informatie grip te krijgen op het zorggebruik, de transformatie en de maatschappelijke effecten in het sociale domein. Door gezamenlijk de monitor te ontwikkelen, hoeven gemeenten niet individueel meer de systematiek van verzamelen van horizontale beleid- en verantwoordingsinformatie vorm te geven. Vanuit VISD worden afspraken gemaakt met het Rijk over de informatiebehoefte van de departementen en de wijze van informatieverzameling. VISD faciliteert het afstemmen van deze monitorbehoefte op wat door gemeenten ontwikkeld wordt. Dat betekent dat wordt gewerkt aan het verminderen van de administratieve lasten voor gemeenten.
4
Hoe komt de monitor tot stand? Per 1 januari 2015 is de gemeentelijke monitor sociaal domein live via www.waarstaatjegemeente.nl Om dit te kunnen realiseren, worden onderstaande producten ontwikkeld:
April/mei: vaststellen informatiebehoefte en formuleren gegevensset • Formuleren van informatiebehoefte en vertaling naar indicatoren • Gegevensset - basisset en facultatief (de leden van de VNG hebben in de ledenvergadering akkoord gegeven op een basisset die gebruik maakt van BSN, type voorziening, duur en instelling. Daarnaast bevat de basisset een aantal gegevens die in de wet zijn vastgelegd zoals het jeugdzorggebruik – alle overige gegevens vormen gezamenlijk een facultatief aan te leveren set) • Afspraken met het Rijk over invulling verticale verantwoording en hergebruik van informatie: horizontale verantwoording is leidend
April/juni: formuleren gemeenschappelijke taal • Formuleren van gemeenschappelijke taal
Tot en met de herfst: ontwikkelen monitor • Selecteren partij voor beheer en verwerking data • Maken van afspraken over aanlevering van data • Ontwikkelen monitor via www.waarstaatjegemeente.nl (ontwikkelen output) • Opstellen handreiking voor gemeenten over duiden van beleidsinformatie (in herfst) • Monitor gereed per 1-1-2015
Frequentie Tijdens de sessie is gesproken over de frequentie van de monitor (met als doel het voorzien in de horizontale beleids- en verantwoordingsinformatie vanuit het college aan de gemeenteraad). De aanwezigen hebben aangegeven een voorkeur te hebben voor een verversing van de monitor tweemaal per jaar: in september/oktober en in februari.
Verschijningsvorm De monitor wordt gepubliceerd via www.waarstaatjegemeente.nl. Er wordt voor twee verschijningsvormen gekozen: een standaardrapportage; en de mogelijkheid om data op te vragen op geaggregeerd niveau (vergelijkbaar met bijvoorbeeld Statline van CBS). Dit in verband met privacywetgeving. Bekeken wordt of en welke onderwerpen publiekelijk en/of besloten beschikbaar worden gesteld.
Vraag aan u Iedere maand wordt een werkgroep georganiseerd waarin de voortgang van de ontwikkeling van de monitor wordt besproken en waarin we gezamenlijk de vervolgstappen zetten. Daarnaast zullen ook een “papieren ronde” organiseren waarbij we (indien van toepassing) resultaten per mail voorleggen voor feedback en aanvullingen. Bent u geïnteresseerd in deelname aan de werkgroep of de papieren ronde? Laat het ons dan weten zodat wij uw gegevens aan de maillijst kunnen toevoegen. 5
Indien u alleen op de hoogte wil blijven van de voortgang maar niet direct betrokken wil zijn, houd dan de website www.visd.nl in de gaten. Relevante ontwikkelingen worden via de website gedeeld.
6
Van informatiebehoefte naar indicatoren Om de monitor te vullen, gaan we indicatoren definiëren. En om te kunnen bepalen wat de juiste set aan indicatoren is, moeten we weten in welke informatiebehoefte de indicatoren voorzien. Daarom beginnen we met het in kaart brengen van de informatiebehoefte en de daarbij behorende onderwerpen waaruit deze bestaat. De samenhang is als volgt: •
•
• • • •
Clusters van informatiebehoefte: het totaal van inzichten dat in de monitor wordt gepresenteerd, namelijk: • ‘Early warning items’ (voorspellers van zorggebruik en bieden focus waar interventies op gericht moeten worden). • Gebruik in het sociaal domein (geven beeld van het gebruik en de beweging in de piramide van zorg en ondersteuning – van zwaar naar basis. Bieden tevens inzicht in de totale kosten). • Tevredenheid en toegankelijkheid (subjectieve meting, geven van een beeld van de perceptie van de dienstverlening) • Gemeentelijk profiel • Bovenstaande clusters geven inzicht in de maatschappelijke beoogde effecten: bevorderen zelfredzaamheid en participatie en het voorkomen van eenzaamheid. Onderwerpen: ieder cluster bestaat uit een aantal onderwerpen. Het totaal van onderwerpen vormt per cluster de informatiebehoefte. Bijvoorbeeld ‘opgroeien in armoede’. Indicator: een meetbaar fenomeen waarmee een ontwikkeling, proces of uitkomst gevolgd kan worden. Bijvoorbeeld ‘% kinderen dat opgroeit in armoede’. Parameter: de gegevenselementen die nodig zijn om de indicator te kunnen meten. Denk aan BSN, postcode en geboortedatum. Bron: de bron waar de benodigde informatie te vinden is. Bijvoorbeeld GBA of het CBS. Definitie: de benodigde definities om te kunnen vergelijken tussen gemeenten.
Het doel is om uiteindelijk tot een beperkte set aan indicatoren te komen die goed in staat zijn om de informatiebehoefte inzichtelijk te maken. Als stelregel hanteren we een maximumaantal van 35 indicatoren. Alle bovengenoemde bullets worden in de uiteindelijk set ingevuld. We richten ons in dit stuk op de informatiebehoefte, bijbehorende onderwerpen en indicatoren.
Vraag aan u Tijdens de workshop hebben we stilgestaan bij de clusters van informatiebehoefte en de bijbehorende onderwerpen. Achtereenvolgens hebben we een voorstel geformuleerd voor de indicatoren die daarbij passen. Op de volgende pagina bespreken we de resultaten. Aan u de vraag om het overzicht door te nemen en van uw opmerkingen (aanvullen, wegstrepen) te voorzien. Let daarbij specifiek op de volgende punten: -
Welke informatie is relevant in het inzichtelijk maken van horizontale beleid- en verantwoordingsinformatie voor de Raad? Welke informatie is relevant om aan de Raad te presenteren? 7
-
-
Welke informatie is relevant om landelijk te kunnen vergelijken? Welke indicatoren zijn het belangrijkst? Dat wil zeggen: de top 3 indicatoren per cluster van informatiebehoefte? Houd in gedachten dat de stelregel is dat we een maximum van 35 indicatoren hanteren. Nu zijn er zo’n 70 indicatoren opgenomen. Een kritische blik op de meerwaarde van het onderwerp en de indicatoren is dus gewenst! Voor de volgende workshop, verwerken wij uw inbreng en komen wij met een voorstel voor de 35 indicatoren die opgenomen worden in de monitor. Indien bekend bij u: is de indicator opgenomen in een bestaande bron of zou deze opnieuw verzameld moeten worden?
8
Informatiebehoefte Gebruik sociaal domein
Onderwerp Gebruikmaking van de sociale basisvoorzieningen (0e lijn) Wmo, Jeugd en Participatiewet (deze definitie wordt uitgewerkt in de gemeenschappelijke taal) Gebruikmaking 1e lijns ondersteuning Wmo, Jeugd (deze definitie wordt uitgewerkt in de gemeenschappelijke taal) Gebruikmaking voorzieningen 2e lijn Wmo, Jeugd en Participatiewet (deze definitie wordt uitgewerkt in de gemeenschappelijke taal.)
Verschuiving in gebruikmaking voorzieningen
Indicator Gebruik per huishouden in euro’s en aantallen algemene voorzieningen Wmo en Jeugd Gebruik per huishouden in euro’s en aantallen overige sociale zekerheidsregelingen Rijk Gebruik per huishouden in euro’s en aantallen 1e lijnsondersteuning vanuit de Wmo en Jeugd
Gebruik per huishouden in euro’s en aantallen maatwerkvoorzieningen PGB Wmo en Jeugd Gebruik per huishouden in euro’s en aantallen maatwerkvoorzieningen Wmo en Jeugd Gebruik per huishouden in euro’s en aantallen Wmo opvang en beschermd wonen Gebruik per huishouden in euro’s en aantallen veiligheid, jeugdreclassering en opvang Jeugd Gebruik per huishouden in euro’s en aantallen inkomensondersteuning Gebruik per huishouden in euro’s en aantallen reïntegratie- en participatievoorzieningen Participatiewet Gebruik per huishouden in euro’s en aantallen sociale werkvoorziening % uitstroom van 2e naar 1e lijn (afschaling) % uitstroom van 1e naar 0e lijn (afschaling) % uitstroom uit 2e lijnsvoorziening (uit zorg) % uitstroom uit 1e lijnsvoorziening (uit zorg) % uitstroom uit 0e lijnsvoorziening (uit zorg) % uitstroom van 0e lijn naar 1e lijn (opschaling)
Stapeling van regelingen op huishoudniveau: jeugdzorg, volwassenen, bijstand, schulden Verschuivingen/stapeling Wlz en Zvw Tevredenheid en toegankelijkheid
Verwijzingen Wachtlijsten
Doelbereik (per huishouden huishouden) Cliënttevredenheid/ervaring
Ervaringen maatschappelijk partners Bezwaar en beroep
10
% uitstroom van 1e lijn naar 2e lijn (opschaling) Aantal stapelingen per huishouden
% huishoudens met een Wlz-voorziening % huishoudens met een geïndiceerde Zvw-voorziening % verwijzingen uit onderwijs % verwijzingen arts (huisarts, ziekenhuis) % cliënten op wachtlijst Gemiddelde duur wachtlijst in weken In hoeverre zijn de gestelde doelen bereikt? Ervaringen toegangsproces naar maatschappelijke ondersteuning Mate waarin ondersteuning bijdraagt aan de zelfredzaamheid en participatie Ervaren kwaliteit van ondersteuning Is de eigen kracht (zelfregie en sociaal netwerk) voldoende aangesproken? Is men tevreden over de contactpersoon/ervaren kwaliteit van ondersteuning Draagt de ondersteuning bij aan de ervaring van zelfredzaamheid en participatie? Hoe ervaart men de balans tussen eigen kracht en ondersteuning? Tevredenheid over de samenwerking Tevredenheid over verantwoording, bekostiging, snelheid proces Klachten in aantallen en % afgezet tegen het totaal aantal aanvragen
Early warning items
Procedures in aantallen en % afgezet tegen het totaal aantal aanvragen % gezinnen gebruikmakend van inkomensondersteuning % betalingsachterstanden % gezinnen in schuldhulpverleningstraject % kinderen in aanraking met politie % Voortijdig School Verlaters (VSV) % meldingen AMHK % kinderen opgroeiend in armoede % echtscheidingen % multiprobleemgezinnen % tienerzwangerschappen % Onder Toezicht Stelling (OTS) % alleenstaande moeders % voorkomen obesitas % voorkomen verslaving % voorkomen sociaal isolement % kinderen in passend onderwijs % toename uitkeringsaanvragen naar leeftijdscategorie Beëindigingsratio: verhouding instroom en uitstroom uitkeringen % voorzieningen dat leidt tot werk (plaatsingsresultaten) Gemiddelde leeftijd % westers & niet-westers Aantal inwoners Aantal huishoudens % opleidingsniveau geen/laaggeschoold/middelgeschoold/hooggeschoold
Inkomensondersteuning Jeugdcriminaliteit Schooluitval Leefsituatie gezin
Gezondheid
Eenzaamheid Passend onderwijs Inkomensondersteuning Profiel en kenmerken wijk
Opbouw bevolking Algemene wijkkenmerken
11
Gemiddeld inkomen per huishouden Ontwikkeling werkgelegenheid Leefbaarheidsscore Gemiddeld aantal gezinsleden % kinderen dat in eigen gezin opgroeit % mantelzorgers % deelname aan verenigingsleven % gebruik wijkgebouw % gebruik sportverenigingen % vrijwilligers % uitvoeringskosten t.o.v. totaal budget % realisatie ten opzichte van budget
Leefbaarheid Woonsituatie gezin Sociale cohesie
Overig
Uitvoeringskosten Realisatie
12