Gegevens over de Prelatuur van het Opus Dei
BEAT MÜLLER — DECEMBER 2004
Muller4.p65
1
19-11-2004, 21:09
Deze Gegevens hebben als doel de taak van journalisten en anderen die in de media werken te vergemakkelijken. Het boekje bevat een samenvatting van de aard, geschiedenis en organisatie van de Prelatuur van het Opus Dei, een instelling van de Rooms-katholieke Kerk. Het is niet bedoeld als jaarboek of gids, of als uitputtende beschrijving van het leven van de gelovigen van de prelatuur, omdat dit te rijk en te gevarieerd is om in enkele pagina’s samen te vatten.
Meer actuele informatie kan men vinden op: www.opusdei.org: website van de Prelatuur van het Opus Dei met actuele informatie over en activiteiten in concrete landen. Te raadplegen in diverse talen. www.romana.org: Romana is het officiële bulletin van de prelatuur dat halfjaarlijks verschijnt. De website geeft informatie over benoemingen in bestuursorganen, opening van nieuwe centra, activiteiten, etc. Te raadplegen in het Engels, Frans, Italiaans en Spaans. www.escrivaworks.nl: website met alle in het Nederlands gepubliceerde boeken van Jozefmaria Escrivá. Te raadplegen in verschillende talen. www.josemariaescriva.info: informatie over de stichter van het Opus Dei: biografie, getuigenissen, op zijn inspiratie gestarte initiatieven, etc. Te raadplegen in verschillende talen. De integrale tekst van dit boekje staat op www.opus-dei.nl.
Derde herziene uitgave, december 2004: INFORMATIEBUREAUS VAN HET OPUS DEI IN NEDERLAND EN BELGIË ISBN: 90-800068-9-0 NUR: 706 © 1996 by Beat Müller
Muller4.p65
2
19-11-2004, 21:09
INHOUD
1.
Algemene beschrijving van het Opus Dei 1.1. Aard en taken 1.2. Hoofdlijnen van de geest van het Opus Dei 1.3. Een historisch overzicht 1.4. De stichter, de heilige Jozefmaria Escrivá 1.5. Monseigneur Álvaro del Portillo 1.6. Monseigneur Javier Echevarría
2.
Gelovigen van de prelatuur 2.1. Priesters en leken 2.2. Toetreding tot de prelatuur 2.3. De vorming 2.4. Manier van handelen in beroep en samenleving 2.5. Enkele cijfers
3.
Het Priestergenootschap van het Heilig Kruis
4.
De medewerkers van het Opus Dei
5.
Apostolische initiatieven
6.
Organisatie van de Prelatuur van het Opus Dei 6.1. Personele prelaturen 6.2. Normen inzake het bestuur van de prelatuur 6.3. Structuur van de Prelatuur van het Opus Dei 6.4. Betrekkingen met de bisdommen 6.5. Financiële aspecten
Bibliografie
Muller4.p65
3
19-11-2004, 21:09
Muller4.p65
4
19-11-2004, 21:09
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI 1.1. Aard en taken Het Opus Dei is een personele prelatuur van de Rooms-katholieke Kerk.1 Het werd op 2 oktober 1928 in Madrid gesticht door de heilige Jozefmaria Escrivá.2 Meer dan 80.000 personen uit de vijf werelddelen maken op dit moment deel uit van de prelatuur. De prelaatzetel is in Rome. Het Tweede Vaticaans Concilie bracht in herinnering3 dat alle gedoopten geroepen zijn om Jezus Christus te volgen, naar het evangelie te leven en daar bekendheid aan te geven. De doelstelling van het Opus Dei is mee te werken aan deze evangelische zending van de Kerk. Het moedigt christengelovigen in alle lagen van de maatschappij aan om in de gewone omstandigheden, en in het bijzonder door de heiliging van het werk, een leven te leiden dat volledig overeenstemt met het geloof. Om dit doel te bereiken geeft de prelatuur geestelijke vorming en pastorale zorg aan de eigen gelovigen en aan vele anderen. Deze pastorale zorg is een stimulans om het onderricht van het evangelie in de praktijk te brengen door de beoefening van de christelijke deugden en de heiliging van het beroep.4 Heiliging van het werk betekent werken in de geest van Jezus Christus: het eigen werk voortreffelijk 1 Zie 6.1. “Opus Dei” betekent “Werk van God”. De volledige naam is Prelatuur van het Heilig Kruis en Opus Dei. Het wordt ook, korter, Prelatuur van het Opus Dei genoemd of eenvoudigweg Opus Dei. 2 Zie 1.4. Zijn volledige naam in het Spaans luidt: Josemaría Escrivá de Balaguer. 3 Vgl. Constitutie Lumen gentium, nrs. 32 en 33. 4 Vgl. Statuten van de Prelatuur van het Opus Dei, art. 2.
Muller4.p65
5
19-11-2004, 21:09
5
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
doen om eer te geven aan God en om anderen van dienst te zijn. Op deze wijze draagt men bij aan de heiliging van de wereld door de geest van het evangelie bij alle aangelegenheden voor ogen te hebben. De activiteit van het Opus Dei is samen te vatten als de vorming van de gelovigen van de prelatuur, waardoor zij, op hun eigen plaats in Kerk en wereld, een veelzijdige apostolische activiteit verrichten, de evangelisatietaak van de herders steunen en in hun omgeving het ideaal van de universele roeping tot de heiligheid verbreiden. De inzet van de gelovigen van het Opus Dei beperkt zich dan ook niet tot een specifiek terrein zoals onderwijs, ziekenzorg of hulp aan minder bedeelden. Zoals de Katechismus van de Katholieke Kerk ons in herinnering brengt5 , dienen alle christenen, ongeacht de seculiere activiteiten waaraan zij zich wijden –de leken van het Opus Dei leven tenslotte in een seculiere wereld–, mee te werken aan een christelijke oplossing van de problemen van de samenleving en dienen zij altijd een getuigenis te zijn van hun geloof. 1.2.
Hoofdlijnen van de geest van het Opus Dei
Vanaf de stichting in 1928 verkondigt het Opus Dei dat alle gedoopten geroepen zijn heilig te worden in de vervulling van hun werk en hun persoonlijke verplichtingen. “Een essentieel kenmerk van de geest van het Opus Dei is dat niemand van zijn plaats wordt gehaald, maar dat ieder zijn taken en plichten, zijn concrete opdracht in de Kerk en in de maatschappij met de grootst mogelijke perfectie vervult.”6 Het Opus Dei dient de Kerk en de samenleving, met de seculiere geest die haar eigen is, door een stimulans te zijn voor de heiligheid en het persoonlijk apostolaat van de christengelovigen. Het helpt hen de eisen die het doopsel met zich meebrengt te 6
Muller4.p65
5 Vgl. nrs. 899 en 905. 6 Gesprekken met mgr. Escrivá, nr. 16.
6
19-11-2004, 21:09
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
ontdekken en deze, op de plaats die zij in de wereld innemen, op zich te nemen. De gelovigen van het Opus Dei zijn gewone mensen die zich in niets onderscheiden van hun medemensen; ze leven samen met iedereen en ze leren van iedereen. Enkele trekken van de geest van het Opus Dei zijn de volgende: Goddelijk kindschap. Door het doopsel is de gelovige een kind van God. Zoals de heilige Jozefmaria Escrivá leert, heeft deze fundamentele waarheid van het christendom een wezenlijke plaats in de geest van het Opus Dei: “Het goddelijk kindschap is het fundament van de geest van het Opus Dei.”7 De vorming die de prelatuur geeft, roept in de christengelovigen dan ook vaak een levendig bewustzijn op een kind van God te zijn en helpt hen zich als zodanig te gedragen. De vorming bevordert het vertrouwen in de goddelijke voorzienigheid, de eenvoud in de omgang met God, de sereniteit, het optimisme, een diep inzicht in de waardigheid van elk menselijk wezen en in de broederlijkheid van de mensen, en een christelijke liefde voor de wereld en de schepping van God. Het dagelijks leven. De christen is geroepen om de heiligheid, te weten de identificatie met Jezus Christus, na te streven in zijn gewone levensomstandigheden en dagelijkse bezigheden. In woorden van de stichter van het Opus Dei: “Het dagelijks leven kan heilig en vol van God zijn”; “De Heer roept ons om ons werk te heiligen, want ook daarin ligt de christelijke volmaaktheid.”8 Daarom zijn alle deugden voor de christen belangrijk: het geloof, de hoop, de liefde, gedragen door natuurlijke deugden zoals edelmoedigheid, werkzaamheid, rechtvaardigheid, loyaliteit, vreugde, betrouwbaarheid, etc. Ook door het beoefenen van deze deugden vormt de gelovige zich naar Jezus Christus. 7 Als Christus nu langs komt, nr. 64. 8 Ibid. nr. 148.
Muller4.p65
7
7
19-11-2004, 21:09
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
De heiligende waarde van het gewone leven maakt ook de kleine dingen, waar het leven zo vol van is, waardevol.“De ‘grote’ heiligheid bestaat in het vervullen van de ‘kleine plichten’ van ieder moment” 9 , leert ons de stichter van het Opus Dei. Kleine dingen liggen bijvoorbeeld op het terrein van attenties, goede manieren, respect voor anderen, orde in materiële dingen, stipt zijn, etc. Wanneer deze details uit liefde tot God verzorgd worden, hebben zij niet weinig betekenis voor het christelijk leven. Voor de meeste mensen zijn huwelijk en gezin een deel van de gewone omstandigheden waarop een christen zijn heiligheid moet bouwen en waaraan hij dus een christelijke dimensie moet geven. “Het huwelijk is voor een christen geen puur maatschappelijke instelling, laat staan een uitweg voor de menselijke zwakheid. Het huwelijk is een authentieke bovennatuurlijke roeping (…). De gehuwden zijn geroepen om hun huwelijk te heiligen en door deze verbintenis heilig te worden (…). Het gezinsleven, de echtelijke omgang, de zorg voor de kinderen, hun opvoeding, de inspanningen om het gezin te onderhouden en er een gezonde financiële basis voor te verschaffen, het sociale contact met andere mensen: dit alles, zo menselijk en gewoon, is juist wat de christelijk gehuwden moeten verheffen tot het bovennatuurlijk vlak.”10 Het werk heiligen, zichzelf heiligen in het werk, heiligen door het werk. De heiliging van het dagelijks werk is een fundament waarop het hele geestelijke leven van de christen steunt. Het werk heiligen vereist dat het verwezenlijkt wordt met de grootst mogelijke menselijke perfectie (professionele competentie en eerlijkheid) en met christelijke perfectie (uit liefde voor de wil van God en in dienst van de mensen). Volgens de geest van het Opus Dei is elk eerlijk beroep, of dat in de ogen van de mensen belangrijk is of niet, een gelegenheid 8
Muller4.p65
9 De Weg, nr. 817. 1 0 Als Christus nu langskomt, nr. 23.
8
19-11-2004, 21:09
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
om eer te geven aan God en anderen van dienst te zijn. “Wij zijn gewone mensen, gewone christenen, die bezig zijn in alles wat er in de maatschappij gebeurt. De Heer wil dat we juist dáár, in ons beroepswerk, heilig en apostolisch zijn. Dat betekent dat we onze heiliging moeten zoeken in ons werk, in het heiligen van ons werk en dat we anderen helpen zich te heiligen in hun werk.”11 Naastenliefde en apostolaat. De gelovigen van het Opus Dei zetten zich in om van hun christelijk geloof te getuigen tijdens hun dagelijkse activiteiten en in hun sociale relaties. Hun apostolaat richt zich zonder onderscheid tot alle mensen12 , op de eerste plaats door het persoonlijke voorbeeld en vervolgens door te spreken. Deze ijver om Christus bekend te maken, die het directe gevolg is van de naastenliefde (dat wil zeggen, God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf), is niet te scheiden van het verlangen een bijdrage te leveren aan de oplossing van de materiële noden en de sociale problemen om zich heen. Liefde voor de vrijheid. De leden van het Opus Dei genieten dezelfde rechten en zijn onderworpen aan dezelfde plichten als hun medeburgers. In hun handelen, binnen hun beroep of gezin, of op politiek, economisch, cultureel vlak, etc., werken zij met vrijheid en persoonlijke verantwoordelijkheid, zonder de Kerk of het Opus Dei in hun besluitvorming te verwikkelen en zonder hun beslissingen naar voren te brengen als de enige die in overeenstemming zouden zijn met het geloof. Dat houdt ook in dat zij de vrijheid en de opvattingen van anderen respecteren. Een leven van gebed en offer. De geest van het Opus Dei zet aan tot gebed en boete als ondersteuning van de inspanning om de dagelijkse bezigheden te heiligen. Daarom nemen 1 1 Vrienden van God, nr. 120. 1 2 Vgl. Statuten, art. 115.
Muller4.p65
9
9
19-11-2004, 21:09
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
de gelovigen van de prelatuur enkele gebruiken in hun leven op: gebed, de dagelijkse deelname aan de H. Mis, de biecht, het lezen en overwegen van het evangelie, etc. De devotie tot Onze Lieve Vrouw neemt een belangrijke plaats in hun hart in. Om Christus na te volgen proberen ze een geest van boete te ontwikkelen door het brengen van offers, in het bijzonder offers die het vergemakkelijken de eigen plichten te vervullen, het leven voor andere mensen aangenamer maken, alsook het afzien van kleine genoegens, het vasten, het steunen van minderbedeelden, etc. Eenheid van leven. De vriendschap met God, de dagelijkse bezigheden en de persoonlijke apostolische inspanning van de christen moeten met elkaar verweven zien te worden in een “eenvoudige en hechte eenheid van leven”.13 Op deze wijze drukte de heilige Jozefmaria zich vaak uit, wat zijn visie op het christelijk leven weergeeft. “De eenheid van leven”, onderricht de heilige Jozefmaria, “is een wezenlijke voorwaarde voor wie de heiligheid nastreven in de gewone omstandigheden van hun werk, van hun gezin en van hun sociale relaties.”14 De christen die midden in de wereld werkt mag, zoals de stichter van het Opus Dei het uitdrukt, “niet een soort dubbelleven leiden: aan de ene kant het geestelijk leven, de omgang met God, en aan de andere kant, goed onderscheiden, het leven in gezin, beroep en maatschappij”.15 Integendeel, “er is maar één leven dat uit vlees en geest bestaat, en dat ene leven moet naar lichaam en ziel geheiligd worden en vol zijn van God”.16
10
Muller4.p65
13 14 15 16
Als Christus nu langskomt, nr. 10. Vrienden van God, nr. 165. Gesprekken met mgr. Escrivá, nr. 114. Ibid.
10
19-11-2004, 21:09
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
1.3. Een historisch overzicht 1928. 2 oktober: De heilige Jozefmaria Escrivá sticht tijdens een retraite in Madrid, door goddelijke inspiratie, het Opus Dei. Dit is een weg naar de heiligheid door het beroepswerk en de vervulling van de dagelijkse plichten van de christen, bedoeld voor mensen van alle posities. De naam “Opus Dei” begint hij pas begin jaren dertig te gebruiken, hoewel hij het in zijn aantekeningen en zijn gesprekken vanaf het eerste moment over het Werk van God heeft. 1930. 14 februari:Terwijl hij in Madrid de H. Mis opdraagt maakt God hem duidelijk dat het Opus Dei ook gericht is op vrouwen. 1933. Het eerste centrum van het Opus Dei, de Academie DYA, wordt geopend. Het richt zich met name op studenten. Er worden cursussen rechten en bouwkunde gegeven. 1934. DYA wordt omgevormd tot studentenhuis. De stichter en de eerste leden geven er geloofsvorming en verbreiden de boodschap van het Opus Dei onder jongeren. De catechese en de zorg voor armen en zieken in de buitenwijken van Madrid nemen een belangrijke plaats in. Jozefmaria Escrivá informeert de bisschop van Madrid steeds over zijn activiteiten. Vanaf het eerste ogenblik kan hij op diens goedkeuring en zegen rekenen. In Cuenca wordt Consideraciones espirituales (Geestelijke beschouwingen) gepubliceerd, de voorloper van De Weg. 1936. Spaanse burgeroorlog: er barst een godsdienstvervolging los en Jozefmaria Escrivá ziet zich genoodzaakt op verschillende plaatsen onder te duiken. De gedwongen onderbreking van het apostolisch werk noodzaakt de stichter de plannen tot uitbreiding van het Opus Dei naar Parijs en Valencia, op te schorten.
Muller4.p65
11
19-11-2004, 21:09
11
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
1937. De stichter en een paar leden van het Opus Dei trekken over de Pyreneeën via Andorra, op de vlucht voor de religieuze vervolging. 1938. Vanuit de stad Burgos worden de apostolische activiteiten weer opgenomen. 1939. Jozefmaria Escrivá keert terug naar Madrid. Expansie van het Opus Dei naar andere Spaanse steden. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verhindert de uitbreiding naar andere landen. 1943. 14 februari: Eveneens tijdens de Mis laat God aan Jozefmaria Escrivá een juridische oplossing zien, die de wijding mogelijk maakt van priesters van het Opus Dei: het Priestergenootschap van het Heilig Kruis. 1944. 25 juni: De bisschop van Madrid wijdt de eerste drie leden van het Opus Dei tot priester: Álvaro del Portillo, José María Hernández de Garnica y José Luis Múzquiz. 1946. Jozefmaria Escrivá verhuist naar Rome. In de jaren daarna maakt hij vanuit Rome reizen door heel Europa om het begin van de apostolische werkzaamheden van het Opus Dei in diverse landen voor te bereiden. 1947. 24 februari: De Heilige Stoel verleent de eerste pauselijke goedkeuring. 1948. 29 juni: Oprichting van het Romeins College van het Heilig Kruis. Inmiddels hebben talrijke leden van het Opus Dei daar een grondige geestelijke en pastorale vorming ontvangen terwijl zij aan de verschillende pauselijke athenea van Rome studeerden. 12
Muller4.p65
12
19-11-2004, 21:09
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
1950. 16 juni: Pius XII verleent de definitieve goedkeuring aan het Opus Dei. Deze goedkeuring maakt het mogelijk dat gehuwden tot het Opus Dei worden toegelaten en dat seculiere priesters zich kunnen aansluiten bij het Priestergenootschap van het Heilig Kruis. 1952. Oprichting van het Studium Generale van Navarra in Pamplona (Spanje), dat later de Universiteit van Navarra17 zal worden. 1953. 12 december: Oprichting van het Romeins College van de Heilige Maria, een centrum dat een diepgaande geestelijke, theologische en apostolische vorming geeft aan vrouwen van het Opus Dei uit de hele wereld. 1957. De Heilige Stoel vertrouwt de prelatuur van Yauyos in Peru aan het Opus Dei toe. 1965. 21 november: Paulus VI wijdt het Centrum ELIS in. Dit is een beroepsopleiding voor jongeren die aan de rand van Rome ligt, in een parochie die door de Heilige Stoel aan het Opus Dei is toevertrouwd. 1969. Buitengewoon algemeen congres van het Opus Dei in Rome waarin de omvorming tot personele prelatuur wordt bestudeerd. Dit is een juridische vorm waarin voorzien is door het Tweede Vaticaans Concilie en die passend leek voor de pastorale realiteit van het Opus Dei. 1970. Jozefmaria Escrivá reist voor de eerste keer naar Latijns-Amerika. Hij bidt in het heiligdom van Onze Lieve Vrouw van Guadalupe, in Mexico, gedurende negen dagen. Hij houdt er enkele massale bijeenkomsten die inhoudelijk één grote catechese zijn. 13
17 Zie 5.
Muller4.p65
13
19-11-2004, 21:09
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
1972. Mgr. Escrivá maakt een catechese-reis van twee maanden door Spanje en Portugal. 1974. Catechese-reis van de stichter van het Opus Dei naar zes landen in Zuid-Amerika: Brazilië, Argentinië, Chili, Peru, Ecuador en Venezuela. 1975. Catechese-reis van de stichter naar Venezuela en Guatemala. 26 juni: Jozefmaria Escrivá overlijdt te Rome. Op dat moment zijn ongeveer 60.000 personen uit vijf werelddelen bij het Opus Dei aangesloten. 7 juli: Inwijding van het Mariaheiligdom van Torreciudad (Huesca, Spanje). 15 september: Álvaro del Portillo wordt in een congres, dat overeenkomstig de statuten van het Opus Dei voor dat doel bijeen is geroepen, gekozen om de stichter van het Opus Dei op te volgen. 1982. 28 november: Johannes Paulus II richt het Opus Dei op als personele prelatuur. Hij benoemt Álvaro del Portillo tot prelaat. 1983. 19 maart: Uitvaardiging van de oprichtingsakte van het Opus Dei als personele prelatuur. 1985. In Rome wordt het Romeins Academisch Centrum van het Heilig Kruis gesticht, dat in 1998 de Pauselijke Universiteit van het Heilig Kruis wordt. 1991. 6 januari: Johannes Paulus II wijdt mgr. del Portillo, prelaat van het Opus Dei, tot bisschop. 14
Muller4.p65
14
19-11-2004, 21:09
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
1992. 17 mei: Zaligverklaring van Jozefmaria Escrivá op het Sint Pietersplein in Rome. 1994. 23 maart: In Rome overlijdt mgr. Álvaro del Portillo enige uren na terugkeer van een pelgrimsreis naar het Heilig Land. 20 april: Javier Echevarría wordt door Johannes Paulus II benoemd tot prelaat van het Opus Dei, waarmee hij diens verkiezing door het algemeen kiescongres, gehouden te Rome, bevestigt. 1995. 6 januari: Mgr. Echevarría ontvangt van Johannes Paulus II de bisschopswijding. 2002. 6 oktober. Heiligverklaring van Jozefmaria Escrivá op het Sint Pietersplein (Rome). Jaren waarin de activiteiten van het Opus Dei in verschillende landen begonnen zijn: 1946 Portugal, Italië en Groot-Brittannië 1947 Frankrijk en Ierland 1949 Mexico en Verenigde Staten 1950 Chili en Argentinië 1951 Colombia en Venezuela 1952 Duitsland 1953 Guatemala en Peru 1954 Ecuador 1956 Uruguay en Zwitserland 1957 Brazilië, Oostenrijk en Canada 1958 Japan, Kenia en El Salvador 1959 Costa Rica en Nederland 1962 Paraguay 1963 Australië 1964 Filippijnen 1965 België en Nigeria
Muller4.p65
15
15
19-11-2004, 21:09
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
1969 Puerto Rico 1978 Bolivia 1980 Kongo, Ivoorkust en Honduras 1981 Hongkong 1982 Singapore en Trinidad-Tobago 1984 Zweden 1985 Taiwan 1987 Finland 1988 Kameroen en Dominicaanse Republiek 1989 Macao, Nieuw-Zeeland en Polen 1990 Hongarije en de Tsjechische Republiek 1992 Nicaragua 1993 India en Israël 1994 Litouwen 1996 Estland, Slowakije, Libanon, Panama en Oeganda 1997 Kazachstan 1998 Zuid-Afrika 2003 Kroatië en Slovenië 2004 Letland 1.4. De stichter, de heilige Jozefmaria Escrivá Jozefmaria Escrivá (zijn originele naam luidt: Josemaría Escrivá de Balaguer) werd op 9 januari 1902 geboren in Barbastro (Huesca, Spanje). Zijn ouders heetten José en Dolores. Hij had vijf broers en zussen: Carmen (1899-1957), Santiago (19191994) en drie jongere zusjes die als kind stierven. Het echtpaar Escrivá gaf de kinderen een diepgaande christelijke opvoeding.
16
Muller4.p65
In 1915 ging de textielzaak van zijn vader failliet en het gezin verhuisde naar Logroño waar de vader ander werk vond. In deze stad, na het zien van de voetafdrukken van een ongeschoeide karmeliet in de sneeuw, voelt hij aan dat God iets van hem wil; het is hem alleen nog niet duidelijk wat. Hij denkt dat hij dat makkelijker kan ontdekken door priester te
16
19-11-2004, 21:09
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
worden. In Logroño begint hij zich op het priesterschap voor te bereiden en later gaat hij naar het seminarie van Zaragoza. Op advies van zijn vader studeert hij aan de Universiteit van Zaragoza ook burgerlijk recht als extraneus. José Escrivá sterft in 1924 en Jozefmaria wordt het hoofd van de familie. Op 28 maart 1925 ontvangt hij de priesterwijding. Hij begint zijn werk in een plattelandsparochie en gaat later naar Zaragoza. In 1927 verhuist hij met toestemming van zijn bisschop naar Madrid waar hij wil promoveren in de rechten. In Madrid laat God hem op 2 oktober 1928 zien wat Hij van hem verwacht en hij sticht het Opus Dei. Vanaf die dag zet hij zich met al zijn krachten in om verder gestalte te geven aan wat God van hem vraagt. Tegelijkertijd blijft hij het pastoraal werk beoefenen dat hem in die jaren is toevertrouwd en dat hem dagelijks in contact brengt met de ziekte en armoede in de ziekenhuizen en dichtbevolkte sloppenwijken van Madrid. Bij het uitbreken van de burgeroorlog in 1936 is Jozefmaria Escrivá in Madrid. De godsdienstvervolging dwingt hem op verschillende plaatsen onder te duiken. In het geheim blijft bij als priester actief tot het hem lukt uit Madrid weg te komen. Een overtocht over de Pyreneeën brengt hem in het zuiden van Frankrijk, waarna hij naar Burgos gaat. Als de oorlog in 1939 eindigt gaat hij terug naar Madrid. In de daarop volgende jaren leidt hij talrijke retraites voor leken, priesters en religieuzen. In 1939 promoveert hij in de rechten. In 1946 vestigt hij zich in Rome. Aan de Universiteit van Lateranen promoveert hij in de theologie. Hij wordt benoemd tot consultor van twee Vaticaanse Congregaties, tot erelid van de Pauselijke Academie voor Theologie en tot ereprelaat van Zijne Heiligheid de paus. Aandachtig volgt hij de voorbereidingen en de zittingen van het Tweede Vaticaans Concilie (19621965) en hij onderhoudt een intensief contact met vele
Muller4.p65
17
19-11-2004, 21:09
17
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
concilievaders. Vanuit Rome reist hij bij talrijke gelegenheden naar verschillende landen in Europa om het begin en de groei van het apostolische werk van het Opus Dei te stimuleren. Met hetzelfde doel maakt hij tussen 1970 en 1975 lange reizen door Mexico, het Iberisch schiereiland, Zuid-Amerika en Guatemala, waar hij bovendien catechesebijeenkomsten heeft met grote groepen mannen en vrouwen. Hij overlijdt in Rome op 26 juni 1975. Duizenden personen, onder wie talrijke bisschoppen uit verschillende landen –in totaal een derde van het wereldepiscopaat– verzoeken de Heilige Stoel zijn zaligverklaringsproces te openen. Op 17 mei 1992 wordt Jozefmaria Escrivá de Balaguer door Johannes Paulus II zalig verklaard. Tien jaar later, op 6 oktober 2002, wordt hij heilig verklaard op het Sint Pietersplein, in aanwezigheid van een grote menigte. “Verbreid, in zijn voetspoor”, zei de paus in zijn homilie “zonder onderscheid naar ras, stand, cultuur of leeftijd, in de maatschappij het bewustzijn dat wij allen tot heiligheid geroepen zijn.” 1.5. Monseigneur Álvaro del Portillo Álvaro del Portillo, de eerste opvolger van Jozefmaria Escrivá, werd op 11 maart 1914 in Madrid geboren. In 1935 werd hij lid van het Opus Dei. Op 25 juni 1944 werd hij priester gewijd. Hij was van 1940 tot 1975 lid van de Algemene Raad van het Opus Dei; van 1940 tot 1947 en van 1956 tot 1975 was hij algemeen secretaris. Hij promoveerde als civiel ingenieur, en later in filosofie en letteren (historische richting) en in canoniek recht.
18
Muller4.p65
Hij was consultor van diverse organen van de Heilige Stoel, zoals de Congregatie voor de geloofsleer, de Congregatie voor de clerus, de Congregatie voor de heiligverklaringen en de Pau-
18
19-11-2004, 21:09
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
selijke Raad voor de media. Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie was hij eerst actief als voorzitter van de Voorbereidingscommissie voor de leken en vervolgens als secretaris van de Commissie voor de discipline van de clerus, en als consultor van andere commissies. Zijn boeken “Fieles y laicos en la Iglesia” (1969) en “Escritos sobre el sacerdocio” (1970) zijn voor een groot deel de vrucht van zijn ervaring in deze commissies. Als lid van de Commissie ter herziening van het Wetboek van Canoniek Recht was hij ook betrokken bij de samenstelling van het huidige wetboek dat onder paus Johannes Paulus II in 1983 van kracht werd. In 1975 werd hij gekozen om mgr. Escrivá op te volgen. Bij de oprichting van het Opus Dei tot personele prelatuur benoemde de paus hem tot prelaat. In 1990 benoemde Johannes Paulus II hem tot bisschop en zijn bisschopswijding volgde op 6 januari 1991. In 1985 stichtte hij in Rome het Romeins Academisch Centrum van het Heilig Kruis, waarmee de basis werd gelegd voor de Pauselijke Universiteit van het Heilig Kruis. Tijdens de negentien jaar waarin hij aan het hoofd van het Opus Dei stond, heeft het werk van de prelatuur zich naar twintig nieuwe landen verspreid. Op 23 maart 1994 overleed hij in Rome. Nog dezelfde dag kwam paus Johannes Paulus II bidden bij zijn stoffelijk overschot in de curie van de prelatuur. Het zalig- en heiligverklaringsproces van Álvaro del Portillo is gaande.
19
Muller4.p65
19
19-11-2004, 21:09
1
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE PRELATUUR VAN HET OPUS DEI
1.6. Monseigneur Javier Echevarría De huidige prelaat van het Opus Dei is op 14 juni 1932 geboren te Madrid. Hij is doctor in het burgerlijk en het canoniek recht. Op 7 augustus 1955 werd hij priester gewijd. Hij werkte nauw samen met de heilige Jozefmaria Escrivá, wiens secretaris hij was van 1953 tot diens overlijden in 1975. Sinds 1966 was hij lid van de Algemene Raad van het Opus Dei. Toen Álvaro del Portillo de heilige Jozefmaria in 1975 opvolgde werd hij benoemd tot algemeen secretaris, een functie die tot dat moment vervuld werd door Álvaro del Portillo. Bij de oprichting van het Opus Dei als personele prelatuur, in 1982, werd hij vicaris-generaal van de prelatuur. Hij is lid van de Congregatie voor de heiligverklaringen en van de Rechtbank van de Apostolische Signatuur, en tevens consultor van de Congregatie voor de clerus. Hij heeft deelgenomen aan de algemene vergadering van Bisschoppensynode voor Amerika (1997) en Europa (1999), evenals aan de gewone vergadering van 2001. Na zijn verkiezing en de benoeming door Johannes Paulus II tot prelaat van het Opus Dei op 20 april 1994, werd hij door de paus op 6 januari 1995 in de Sint Pieter bisschop gewijd.
20
Muller4.p65
20
19-11-2004, 21:09
2
GELOVIGEN VAN DE PRELATUUR
2.1. Priesters en leken Het Opus Dei wordt gevormd door een prelaat, de eigen priesters (het presbyterium) en door leken, zowel vrouwen als mannen. Iemand die lid wil worden van het Opus Dei wordt daartoe bewogen door een goddelijke roeping. Dit is een specifieke invulling van de christelijke roeping die men bij het doopsel krijgt en waardoor men, in de geest waarmee God de heilige Jozefmaria bezielde, de heiligheid nastreeft en aan de opdracht van de Kerk meewerkt. Er bestaan in het Opus Dei geen verschillende categorieën leden, maar er is één enige en identieke roeping waardoor alle leden van de prelatuur zich in gelijke mate leden van hetzelfde deel van het volk van God voelen en dat ook zijn. Er zijn alleen verschillende manieren om eenzelfde christelijke roeping volgens de persoonlijke omstandigheden van ieder te beleven: als alleenstaande of gehuwde, als gezonde of zieke, etc. De meeste gelovigen van het Opus Dei zijn surnumerair. Dit zijn in het algemeen getrouwde vrouwen en mannen, voor wie de heiliging van de plichten in het gezin van fundamenteel belang is voor hun christelijk leven. Van het totaal aantal leden van het Opus Dei is rond 70 procent surnumerair. De overige gelovigen van de prelatuur zijn mannen en vrouwen die zich ertoe verbinden het celibaat uit apostolische motieven te beleven. Sommigen –de geassocieerden van de prelatuur– wonen bij hun familie of waar het vanwege hun beroep beter uitkomt. De omstandigheden van anderen ma-
Muller4.p65
21
19-11-2004, 21:09
21
2
GELOVIGEN VAN DE PRELATUUR
ken het mogelijk om volledig beschikbaar te zijn voor de apostolische activiteiten en de vorming van de andere gelovigen van de prelatuur. Dit zijn de numerairs. Zij wonen doorgaans in centra van het Opus Dei. De numerair-auxiliairs wijden zich beroepsmatig vooral aan het huishoudelijk werk in de centra van de prelatuur. De priesters van de prelatuur komen voort uit de lekengelovigen van het Opus Dei: uit de numerairs en geassocieerden die uit vrije wil bereid zijn priester te worden en die –als ze al jaren lid zijn van de prelatuur en de studie gevolgd hebben die voor het priesterschap nodig is– door de prelaat uitgenodigd worden de wijding te ontvangen. Hun pastoraal werk staat vooral ten dienste van de gelovigen van de prelatuur en de apostolische activiteiten die zij ondernemen. Dat neemt niet weg dat de meesten van hen het lokale bisdom dienen, niet alleen met het specifiek pastoraal werk binnen de prelatuur, maar tevens, bijvoorbeeld, met het afnemen van de biecht in parochiekerken, het verzorgen van het studenten- of ziekenhuispastoraat, of andere werkzaamheden in de curie van het bisdom.1 Een van de kenmerken van het Opus Dei is de sfeer van een christelijke familie, die in alle activiteiten die de prelatuur organiseert is terug te vinden. Ze wordt ook weerspiegeld in de huiselijke sfeer van de centra, in de eenvoud en het vertrouwen in de omgang, in talloze kleine attenties en in begrip en fijngevoeligheid in het dagelijks leven. 2.2. Toetreding tot de prelatuur Wie van het Opus Dei wil worden moet dat in alle vrijheid vragen in de overtuiging deze goddelijke roeping te hebben ontvangen. Hiervoor is de instemming van het bevoegd gezag van de prelatuur nodig. 22
Muller4.p65
1 Zie 6.4.
22
19-11-2004, 21:09
2
GELOVIGEN VAN DE PRELATUUR
Het verzoek wordt schriftelijk ingediend en men wordt na minimaal zes maanden toegelaten. Op zijn vroegst één jaar later kan de betrokkene tijdelijk lid van de prelatuur worden door een formele verklaring met een contractueel karakter die jaarlijks vernieuwd wordt. Minimaal vijf jaar daarna kan men definitief lid worden.2 Overeenkomstig het canoniek recht is het juridisch niet mogelijk dat iemand lid van het Opus Dei wordt zolang hij niet meerderjarig is (18 jaar of ouder). De opname in het Opus Dei houdt voor de prelatuur de verplichting in om de betrokkene een intensieve vorming te geven in het katholieke geloof en in de geest van het Opus Dei,3 en in de nodige pastorale zorg door priesters van de prelatuur te voorzien. Van de kant van de betrokkene bestaat de verplichting onder de jurisdictie van de prelaat te blijven in alles wat de doelstelling van de prelatuur betreft en de normen die binnen de prelatuur gelden te respecteren.4 Kortom, wat de gelovigen van de prelatuur op zich nemen is de heiligheid na te streven en apostolisch actief te zijn in de geest van het Opus Dei. Dat houdt allereerst in dat zij hun geestelijk leven voeden met gebed, offer en het ontvangen van de sacramenten; dat zij de middelen benutten die de prelatuur verschaft om voortdurend een intensieve vorming in de leer van de Kerk en de geest van het Opus Dei te krijgen; en dat zij –naar gelang hun mogelijkheden– meewerken aan de evangelisatie-opdracht van de prelatuur. Met het verlaten van de prelatuur beëindigen de wederzijdse rechten en plichten5 . 2 3 4 5
Muller4.p65
Vgl. Statuten, artt. 17-25. Zie 1.2. Vgl. Statuten, art. 27. Vgl. Statuten, art. 33.
23
23
19-11-2004, 21:09
2
GELOVIGEN VAN DE PRELATUUR
2.3. De vorming De prelatuur geeft haar gelovigen voortdurend de nodige vorming, die te combineren is met de gewone verplichtingen in gezin, beroep en samenleving. De vormingsactiviteiten van de prelatuur helpen een diepe en solide godsvrucht van kinderen van God te krijgen. Dit brengt met zich mee dat de gelovigen zich proberen te identificeren met Christus, een grondige kennis van het geloof en de katholieke moraal krijgen en, in de lijn van hun roeping, in toenemende mate vertrouwd raken met de geest van het Opus Dei. De gelovigen van de prelatuur wonen wekelijks lessen bij, ook wel kring genoemd, over leerstellige en ascetische onderwerpen. De maandelijkse bezinning houdt in dat zij één dag per maand enkele uren vrij maken voor persoonlijk gebed en thema’s overwegen die betrekking hebben op het christelijk leven. Eén keer per jaar wonen de gelovigen van de prelatuur een reeks van bezinningsdagen bij die gewoonlijk drie tot vijf dagen duurt. De medewerkers6 , de jongeren die deelnemen aan het apostolisch werk van de prelatuur en ieder ander die dit wenst, kunnen soortgelijke vormingsmiddelen ontvangen. De vorming wordt gegeven –voor mannen en vrouwen gescheiden– in de centra van de Prelatuur van het Opus Dei, maar ook op andere plaatsen die daarvoor geschikt zijn. Een kring kan bijvoorbeeld plaatsvinden bij een van de deelnemers thuis; een bezinning in een kerk die een parochie een paar uur voor dit doel ter beschikking stelt, etc.
24
Muller4.p65
6 Zie hoofdstuk 4.
24
19-11-2004, 21:09
2
GELOVIGEN VAN DE PRELATUUR
2.4. Manier van handelen in beroep en samenleving Door het lidmaatschap van de Prelatuur van het Opus Dei verandert men niet van staat. De rechten en plichten als lid van de samenleving en van de Kerk blijven identiek. “De leken die bij de prelatuur zijn aangesloten behouden de persoonlijke, theologische of canonieke status van gewone lekengelovigen en gedragen zich als zodanig in heel hun optreden.”7 Omdat de taak van de prelatuur een louter geestelijk karakter heeft, mengt deze zich niet in de tijdelijke aangelegenheden waarmee de leden geconfronteerd worden. Ieder werkt met volledige vrijheid en persoonlijke verantwoordelijkheid. Het Opus Dei eigent zich de beslissingen van de leden niet toe. Over de manier van handelen in het beroep, over de visie op de maatschappij, op de politiek, etc. bepalen de statuten dat iedere gelovige van de prelatuur, binnen de grenzen van de katholieke leer inzake geloof en zeden, dezelfde volledige vrijheid geniet als de overige katholieke burgers. Het bevoegd gezag van de prelatuur dient zich zelfs volledig te onthouden van het geven van adviezen ter zake.8 2.5. Enkele cijfers Ruim 84.000 personen maken deel uit van de prelatuur, rond 1900 van hen zijn priester. Van het totaal aantal gelovigen bestaat ongeveer de helft uit vrouwen en de helft uit mannen. De spreiding over de werelddelen is bij benadering als volgt: Afrika Azië en Oceanië Amerika Europa
1.600 4.700 29.000 48.700
7 Congregatie voor de bisschoppen. Verklaring van 23-8-1982, in de Osservatore Romano, 28-11-1982, en in Acta Apostolicae Sedis 75, 1983, 464-468. 8 Vgl. Statuten, art. 88 § 3.
Muller4.p65
25
19-11-2004, 21:09
25
26
Muller4.p65
26
19-11-2004, 21:09
3
HET PRIESTERGENOOTSCHAP VAN HET HEILIG KRUIS
Het Priestergenootschap van het Heilig Kruis is een vereniging van geestelijken die wezenlijk met het Opus Dei verbonden is.1 De prelaat van het Opus Dei is de voorzitter van het genootschap, dat wordt gevormd door de priesters van de prelatuur –die als zodanig lid zijn2 – en door diocesane priesters en diakens. De diocesane geestelijken die lid worden van het genootschap krijgen geestelijke begeleiding om de heiligheid te bereiken in de uitoefening van hun werk als priester, volgens de ascese die het Opus Dei eigen is. Hun lidmaatschap van het Priestergenootschap van het Heilig Kruis betekent niet dat zij priester van de prelatuur worden. Ieder blijft geïncardineerd in zijn eigen diocees en ressorteert alleen onder zijn eigen bisschop, en alleen aan hem legt hij rekenschap af van zijn werk. Net zoals bij het lidmaatschap van de lekengelovigen van de Prelatuur van het Opus Dei, dient een priester die toegelaten wordt tot het Priestergenootschap van het Heilig Kruis zich ervan bewust te zijn dat God hem de roeping gegeven heeft om de heiligheid na te streven in de geest van het Opus Dei. Hieraan zijn enkele voorwaarden verbonden: liefde voor het diocees en eenheid met alle leden van de diocesane geestelijkheid; gehoorzaamheid en respect ten aanzien van de eigen bisschop; vroomheid, bijhouden van kerkelijke studies, ijver voor de zielen en offergeest; inspanning om roepingen te verkrijgen; maximale inzet om de taken als priester zo goed mogelijk uit te voeren.3
1 Vgl. Statuten, artt. 57-78. 2 Zie 2.1. 3 Vgl. Statuten, artt. 59 § 1 en 61.
Muller4.p65
27
27
19-11-2004, 21:10
3
HET PRIESTERGENOOTSCHAP VAN HET HEILIG KRUIS
De geestelijke hulp van het genootschap wil de leden aansporen om hun plichten als priester trouw te vervullen, verenigd te zijn met de eigen bisschop en de broederlijkheid met de andere priesters te verzorgen. Het kerkelijk gezag heeft in verschillende documenten, bijvoorbeeld in diverse teksten van het Tweede Vaticaans Concilie4 en in het Wetboek van Canoniek Recht5 , dergelijke priesterverenigingen aanbevolen. De specifieke vorming die de diocesane priesters van het Priestergenootschap van het Heilig Kruis ontvangen is gelijk aan de vormingsmiddelen die de lekengelovigen van de prelatuur ontvangen: leerstellige of ascetische thema’s, maandelijkse bezinning, etc.6 Bovendien neemt ieder deel aan de gemeenschappelijke vormingsactiviteiten die volgens het kerkelijk recht voor priesters zijn voorgeschreven, of door de eigen bisschop zijn opgedragen of aanbevolen. De geestelijke en vormende activiteiten van de leden van het Priestergenootschap van het Heilig Kruis vormen geen belemmering voor de taken die hen door hun bisschop zijn toevertrouwd. De coördinatie van deze activiteiten valt onder de bevoegdheid van de geestelijk leidsman van de Prelatuur van het Opus Dei, die binnen de prelatuur geen bestuursmacht bezit. Tot het Priestergenootschap van het Heilig Kruis behoren, naast de priesters van de prelatuur, zo’n 2.000 geestelijken, en ook enkele diakens, werkzaam in verschillende bisdommen wereldwijd.
28
Muller4.p65
4 “Grote waarde moet ook worden gehecht aan en met ijver dienen te worden bevorderd die verenigingen die met statuten die door het bevoegde kerkelijk gezag zijn erkend de heiligheid van de priesters in de uitoefening van hun dienstwerk bevorderen door een aangepast en eenstemmig goedgekeurd levensplan en door broederlijke hulpverlening en die aldus de gehele priesterstand van dienst willen zijn” (Tweede Vaticaans Concilie, Decreet Presbyterorum ordinis, nr. 8). 5 Vgl. can. 278. 6 Zie 2.3.
28
19-11-2004, 21:10
4
DE MEDEWERKERS VAN HET OPUS DEI Medewerkers van het Opus Dei zijn mannen en vrouwen die, zonder dat ze lid zijn van de Prelatuur van het Opus Dei, behulpzaam zijn bij de educatieve en maatschappelijke activiteiten, de culturele en sociale projecten, etc., en daarbij samenwerken met de gelovigen van de prelatuur. Medewerkers van het Opus Dei zijn vaak niet katholiek (protestanten, orthodoxen, anglicanen) en zelfs geen christen (joden, moslims, boeddhisten, etc.), en ook mannen en vrouwen die geen enkel geloof belijden. Wat hen verenigt is de wens om mee te werken, of deel te nemen aan initiatieven die een positieve bijdrage leveren aan de maatschappij en voor iedereen open staan. De medewerkers kunnen op de allereerste plaats met hun gebed aan deze initiatieven bijdragen, maar ook met hun werk of met financiële steun. Zij ontvangen de geestelijke goederen die de Kerk heeft toegekend aan degenen die met het Opus Dei meewerken: de medewerkers kunnen aflaten verkrijgen op enkele vastgestelde dagen in het jaar. Zij moeten dan aan de voorwaarden voldoen die door de Kerk zijn vastgesteld. Zij kunnen ook aflaten verkrijgen als zij uit devotie hun verplichtingen als medewerker vernieuwen. Zij ontvangen van de Prelatuur van het Opus Dei bovendien de geestelijke steun van het gebed van alle gelovigen van het Opus Dei en de mogelijkheid om, als zij dat willen, deel te nemen aan de vormingsactiviteiten: bezinningsdagen, kring, etc.1 Over het algemeen zijn medewerkers familie, vrienden, collega’s en buren van de gelovigen van het Opus Dei, of personen 29
1 Zie 2.3.
Muller4.p65
29
19-11-2004, 21:10
4
DE MEDEWERKERS VAN HET OPUS DEI
die devotie tot de heilige Jozefmaria hebben. De medewerkers nemen deel aan het apostolaat van de prelatuur, of zij interesseren zich voor de menselijke en sociale vooruitgang die gerealiseerd wordt door de apostolische initiatieven van de gelovigen van het Opus Dei. Op voordracht van een lid van het Opus Dei wordt iemand door de vicaris van de prelaat in het betreffende land, tot medewerker of medewerkster benoemd. De medewerkers die dat wensen, kunnen deelnemen aan de vormingsmiddelen van de Prelatuur van het Opus Dei. Deze vorming is een stimulans om hun geestelijk leven verder te verdiepen, om met daden hun liefde voor de paus en de bisschoppen te betuigen en, persoonlijk, zonder een groep te vormen, consequent te getuigen van hun christelijke roeping. Velen ontdekken tevens de mogelijkheid om daar waar hun leven van gewone christen zich afspeelt, een van de fundamentele trekken van de geest van het Opus Dei in praktijk te brengen en te verbreiden: de heiliging van het gewone werk en van de plichten ten aanzien van het gezin en de samenleving. Ook religieuze communiteiten kunnen tot medewerkers van het Opus Dei benoemd worden. De medewerking van deze communiteiten –momenteel enkele honderden– bestaat in het dagelijks gebed voor het werk van de prelatuur.
30
Muller4.p65
30
19-11-2004, 21:10
5
APOSTOLISCHE INITIATIEVEN
“De belangrijkste activiteit van het Opus Dei is zijn leden en ieder ander die dit wenst de noodzakelijke geestelijke middelen te verschaffen om als goede christenen midden in de wereld te kunnen leven”, zette de stichter uiteen.1 Met deze vorming als uitgangspunt zal iedereen apostolisch actief kunnen zijn door in de eigen omgeving een getuige van Christus te zijn. “De liefde eist rechtvaardigheid, solidariteit, verantwoordelijkheid voor gezin en samenleving, soberheid, vreugde, zuiverheid, vriendschap…”2 De persoonlijke inzet is het belangrijkste apostolaat van het Opus Dei. Naast het dagelijkse werk en naast de gewone omstandigheden waarin het leven van ieder zich afspeelt, is dit een apostolaat van getuigenis en van concrete en doeltreffende hulp: een persoonlijk apostolaat dat het woord met de daad verenigt. Voor de gelovigen van het Opus Dei is het apostolisch werk met de jeugd –zowel met studenten als met werkende jongeren– van groot belang. Naar gelang de mogelijkheden steekt ieder daar behoorlijk veel tijd en energie in. Bij de vorming aan de jeugd ligt het accent op de groei in het geestelijk leven en in de menselijke deugden, op het werk en op diensten aan anderen. Deze vorming is gericht op een evenwichtige ontwikkeling van de persoonlijkheid van ieder. Voorts, naast enkele instellingen met een kerkelijk karakter die aan de prelatuur zijn toevertrouwd of door haar begonnen zijn, zoals de Pauselijke Universiteit van het Heilig Kruis in Rome, brengen de gelovigen en de medewerkers van de prelatuur in de hele wereld –in samenwerking met vele anderen, katholie1 2
Muller4.p65
Gesprekken met mgr. Escrivá, nr. 27. Ibid., nr. 62.
31
31
19-11-2004, 21:10
5
APOSTOLISCHE INITIATIEVEN
ken en niet-katholieken– educatieve, hulpverlenende en culturele projecten vooruit. Deze niet-kerkelijke, maar burgerlijke initiatieven hebben een duidelijk dienstverlenend doel: scholen, ziekenhuizen, universiteiten, centra voor beroepsvorming, etc. De leden van het Opus Dei bevorderen activiteiten die aan de reële noden van hun eigen land of regio tegemoet komen, die ze daarna, ook financieel, met volledige verantwoordelijkheid blijven steunen. “God roept ons ook door de grote problemen, conflicten en taken die een stempel drukken op de geschiedenis, die de hoop en de inspanning van een groot deel van de mensheid gevangen houden. Hoe begrijpelijk zijn het ongeduld, de beklemming en de onstuimige wensen van hen die zich met hun van nature christelijke ziel niet willen neerleggen bij de ongerechtigheid.”3 De prelatuur kan zich erop richten initiatieven met maatschappelijk belang een christelijke oriëntatie te geven, waarbij zij de leerstellige vorming en priesterlijke zorg voor haar rekening neemt. Dit gebeurt altijd met respect voor de vrijheid van het geweten en zonder discriminatie vanwege ras, geloof of sociale positie. Het moet in ieder geval gaan om initiatieven met een duidelijk maatschappelijk belang: de prelatuur houdt zich niet bezig met activiteiten die winst beogen, met commerciële, politieke ondernemingen, etc. De Prelatuur van het Opus Dei kan verschillende soorten overeenkomsten sluiten: a) Bij de gemeenschappelijke apostolaatswerken geeft het Opus Dei de morele garantie voor een christelijke oriëntatie van de activiteit die ontplooid wordt. b) In andere gevallen verleent het Opus Dei in meerdere of mindere mate geestelijke ondersteuning, zonder dat de 32
Muller4.p65
3 Als Christus nu langskomt, nrs. 110-111.
32
19-11-2004, 21:10
5
APOSTOLISCHE INITIATIEVEN
prelatuur officieel een morele garantie biedt voor de vormingsactiviteiten die plaatsvinden. Deze geestelijke ondersteuning kan zeer uiteenlopende vormen aannemen: priesterlijke zorg, godsdienstlessen, etc. Als gevolg hiervan hebben de overeenkomsten met de prelatuur geen enkele invloed op de burgerlijke status van de betreffende onderneming. Dat wil zeggen dat de volle verantwoordelijkheid voor het beleid en de leiding altijd bij het bestuur ligt –dat zullen natuurlijke of rechtspersonen zijn– en niet bij de Prelatuur van het Opus Dei. Onder de coöperatieve werken bevinden zich scholen, universiteiten, centra voor de ontwikkeling van de vrouw, medische hulpposten in ontwikkelingslanden of achtergebleven gebieden, landbouwscholen, instellingen voor beroepsonderwijs, studentenhuizen, culturele centra, etc. Enkele voorbeelden: - De Universiteit van Navarra, in 1952 gesticht in Pamplona (Spanje). Op dit moment zijn er 20 faculteiten. Het academisch ziekenhuis ligt ook op de campus. In Barcelona is het Instituto de Estudios Superiores de la Empresa (IESE) gevestigd, dat onder de koepel van de universiteit valt. Andere instellingen voor hoger onderwijs waarvan gelovigen van het Opus Dei in samenwerking met anderen de drijvende krachten vormen, zijn de Universiteit van Piura (Peru), de Universiteit van La Sabana (Colombia) en de University of Asia and the Pacific (Filippijnen). - Monkole, in Kinshasa, is een ziekenhuis waar jaarlijks duizenden personen komen die in extreme nood verkeren. Het heeft twee dependances (Eliba en Kimbondo) in de buitenwijken van de hoofdstad om poliklinische hulp te verlenen. Bovendien leidt het Hoger Instituut voor Verpleegkunde, dat 33
Muller4.p65
33
19-11-2004, 21:10
5
APOSTOLISCHE INITIATIEVEN
bij Monkole ligt, jonge Kongolezen op voor een beroep in de gezondheidszorg. - Punlaan, in Manila, is een beroepsopleiding die gespecialiseerd is in het hotelwezen en het toerisme. De onderwijsformule omvat het directe contact van de leerlingen met ondernemingen (hotels, restaurants, etc.). Dankzij dit systeem heeft 100 procent van de jongeren die in de afgelopen jaren het programma van Punlaan hebben gevolgd, aansluitend aan hun opleiding een baan gekregen. - Midtown Sports and Cultural Center, in Chicago, ligt in een multiraciale zone waar veel jongeren wonen. Door programma’s voor wetenschappelijke, menselijke, geestelijke en sportieve vorming probeert Midtown de nadelige invloed van de sociale omgeving te compenseren. Zo is bereikt dat 95 procent van de leerlingen het middelbaar onderwijs afmaakt en dat 60 procent naar de universiteit gaat. Dit percentage ligt veel hoger dan bij de andere jongeren in dit deel van de stad. - Toshi, ten westen van Mexico-Stad, ligt in een ruraal gebied dat bewoond wordt door de inheemse Otomi- en Mazahuabevolking. Er is onder andere een administratieve opleiding die vrouwen van dat gebied de mogelijkheid biedt een baan te krijgen bij de overheid en in ondernemingen van de nabijgelegen steden.
34
Muller4.p65
34
19-11-2004, 21:10
ORGANISATIE
6
6.1. Personele prelaturen A. Oorsprong: In het kerkelijk recht van de katholieke Kerk is de juridische figuur die personele prelatuur wordt genoemd, door het Tweede Vaticaans Concilie voorzien. Het conciliair decreet Presbyterorum ordinis (7-12-1965), nr. 10, bepaalde dat voor “het bevorderen van bijzondere pastorale taken ten bate van verschillende sociale groeperingen in bepaalde regio’s of landen, of zelfs over de hele wereld” er in de toekomst onder andere “bijzondere bisdommen of personele prelaturen” gesticht kunnen worden. Het Concilie wilde vorm geven aan een nieuwe juridische structuur die, gekenmerkt door een grote flexibiliteit, bij zou kunnen dragen aan de effectieve verbreiding van de christelijke boodschap en het christelijk leven: de organisatie van de Kerk beantwoordde op deze manier aan haar zending, die voldoet aan de eisen van de tijd. Het canoniek recht voorzag er in dat elke personele prelatuur geregeld wordt door het algemeen recht van de Kerk en door de eigen statuten. B. Begrip: De meeste kerkelijke jurisdicties zijn territoriaal bepaald omdat de band van de gelovigen met hun woonplaats en omliggend gebied de basis van de organisatie vormt. Dit is typerend voor 35
Muller4.p65
35
19-11-2004, 21:10
6
ORGANISATIE
bisdommen. Of gelovigen bij een kerkelijke jurisdictie horen is echter niet altijd gebaseerd op de woonplaats, maar op andere criteria zoals beroep, ritus, immigrantenstatus, een overeenkomst met een jurisdictionele eenheid, etc. Dit is bijvoorbeeld het geval met militaire ordinariaten en met personele prelaturen. Personele prelaturen zijn structuren –zoals eerder gezegd, onder auspiciën van het Tweede Vaticaans Concilie– met aan het hoofd een prelaat, die bisschop kan zijn, en die door de paus wordt benoemd. Hij oefent de bestuursmacht uit over de prelatuur. De prelatuur bestaat verder uit een presbyterium van seculiere priesters en uit lekengelovigen, mannen en vrouwen. De personele prelaturen zijn dan ook instellingen die deel uitmaken van de hiërarchische inrichting van de Kerk, dat wil zeggen, ze zijn een van de manieren waarop de Kerk zich heeft georganiseerd om de opdracht die Christus haar gaf te verwezenlijken. De gelovigen van de prelatuur blijven behoren bij de lokale kerk of het diocees waar ze wonen. Onder andere door genoemde kenmerken verschillen de personele prelaturen duidelijk van religieuze instituten en van gewijd leven in het algemeen, evenals van lekenbewegingen en lekenverenigingen. C. Historische ontwikkeling: Op 6 augustus 1966 gaf Paulus VI met de “motu proprio” Ecclesiae sanctae uitvoering aan het initiatief van het Concilie dat voorzag in de oprichting van personele prelaturen. In dit document werd de mogelijkheid geconcretiseerd dat de leken zich in de toekomst aan personele prelaturen verbonden door een wederzijdse overeenkomst tussen de lekengelovige en de prelatuur. 36
Muller4.p65
36
19-11-2004, 21:10
6
ORGANISATIE
Een jaar later, op 15 augustus 1967, kwam Paulus VI met een nadere omschrijving in de apostolische constitutie Regimini Ecclesiae universae (nr. 49.1); de personele prelaturen zouden onder de Congregatie voor de bisschoppen vallen en ze zouden door de paus worden opgericht, nadat de mening van de betrokken bisschoppenconferenties gehoord was. Artikel 80 van de constitutie Pastor Bonus uit 1988 bekrachtigde wat in Regimini Ecclesiae universae was vastgesteld. D. De Prelatuur van het Opus Dei: Het Opus Dei was reeds een organische eenheid van leken en priesters die in een pastorale en apostolische taak van internationale omvang samenwerken. Deze bestaat eruit het ideaal te verbreiden van de heiligheid in de wereld, in het beroepswerk en in de overige gewone dagelijkse omstandigheden. Paulus VI en de pausen die na hem kwamen bepaalden dat de mogelijkheid onderzocht moest worden om het Opus Dei een juridische vorm te geven. Deze zou moeten passen bij haar eigenheid. In het licht van de conciliedocumenten ging het om die van de personele prelatuur. In 1969 begonnen de studies naar deze gewenste aanpassing met tussenkomst van zowel de Heilige Stoel als van het Opus Dei. De studies werden in 1981 afgerond. Daarna zond de Heilige Stoel een rapport aan de meer dan 2000 bisschoppen van de diocesen waar het Opus Dei aanwezig was, met het verzoek hun opmerkingen in te zenden. Toen deze fase was afgerond, werd het Opus Dei door Johannes Paulus II met de apostolische constitutie Ut sit van 28 november 1982 opgericht als personele prelatuur met internationale reikwijdte. Deze werd op 19 maart 1983 van kracht. Met dit document vaardigde de paus de statuten uit die de bijzon-
Muller4.p65
37
19-11-2004, 21:10
37
6
ORGANISATIE
dere pauselijke wet van de Prelatuur van het Opus Dei vormen. Dit zijn de statuten zoals ze jaren eerden door de stichter waren voorbereid, met de veranderingen die nodig waren om ze aan de nieuwe wetgeving aan te passen. 6.2. Normen inzake het bestuur van de prelatuur De Prelatuur van het Opus Dei wordt beheerst door de normen van het algemeen recht van de Kerk, door de apostolische constitutie Ut sit en door haar eigen statuten of Codex van particulier recht van het Opus Dei. In het Wetboek van Canoniek Recht van 1983 zijn de normen opgenomen die ten grondslag liggen aan de personele prelatuur (canones 294-297). De priesters die tot het presbyterium van de prelatuur horen staan volledig onder de prelaat. Deze stelt hun pastorale taak vast, die zij nauw verenigd met de diocesane pastoraal vervullen.1 De prelatuur voorziet in hun levensonderhoud. De lekengelovigen staan op dezelfde manier onder de prelaat, in alles wat de specifieke missie van de prelatuur betreft.2 Zij zijn op dezelfde wijze aan de burgerlijke overheid onderworpen als de andere burgers, en aan de andere kerkelijke autoriteiten zoals de andere katholieke gelovigen.3 6.3. Structuur van de Prelatuur van het Opus Dei De prelaat –en zijn vicarissen als zijn plaatsvervangers– is de ordinaris van de prelatuur en oefent binnen het Opus Dei de jurisdictie uit. De manier van werken van de prelatuur is collegiaal; de prelaat en zijn vicarissen oefenen hun taken altijd uit
38
Muller4.p65
1 2 3
Zie 6.4. Vgl. Statuten, art. 125 § 2. Zie 6.4.
38
19-11-2004, 21:10
6
ORGANISATIE
in samenwerking met de betreffende raden, die voornamelijk uit leken bestaan. Bij het besturen van het Opus Dei heeft de prelaat de medewerking van een raad voor vrouwen, de Centrale Assessorie, en een andere voor mannen, de Algemene Raad. Beide hebben hun zetel in Rome. De algemene congressen van de prelatuur worden gewoonlijk om de acht jaar gehouden. Daaraan nemen leden deel uit de verschillende landen waar het Opus Dei aanwezig is.4 Tijdens deze congressen wordt het apostolaat van de prelatuur bestudeerd en worden de beleidslijnen voor toekomstige pastorale activiteiten aan de prelaat voorgelegd. Tijdens het congres gaat de prelaat over tot de vernieuwing van zijn raden. Voor de benoeming van een nieuwe prelaat wordt een algemeen kiescongres bijeengeroepen. De prelaat wordt, volgens de normen van het algemeen en bijzonder recht, gekozen uit degenen die het presbyterium van de prelatuur vormen en aan bepaalde voorwaarden voldoen, waaronder leeftijd, anciënniteit in het Opus Dei en ervaring als priester.5 Zijn verkiezing moet door de paus6 bekrachtigd worden, die op deze wijze het prelaatschap verleent.7 Mgr. Javier Echevarría is de huidige prelaat van het Opus Dei. De prelatuur is onderverdeeld in gebieden of territoria die regio’s worden genoemd. Aan het hoofd van iedere regio – waarvan de begrenzing al dan niet samenvalt met een land– staat een regionaal vicaris met zijn raden: de Regionale Assessorie voor de vrouwen en de Regionale Commissie voor de mannen.
4 5 6 7
Muller4.p65
Vgl. Statuten, art. 133. Vgl. Statuten, art. 131. Vgl. Statuten, art. 130. Vgl. Wetboek van Canoniek Recht, cann. 178-179.
39
39
19-11-2004, 21:10
6
ORGANISATIE
Enkele regio’s zijn onderverdeeld in delegaties van kleinere omvang. In dit geval wordt dezelfde bestuurswijze gehandhaafd: een vicaris van de delegatie met twee raden. Op locaal niveau, tenslotte, zijn er de centra van het Opus Dei die de vorming en de pastorale zorg voor de gelovigen van de prelatuur in hun omgeving organiseren. Er zijn centra voor vrouwen en centra voor mannen. Elk centrum heeft een locale raad van tenminste drie leden van de prelatuur, die wordt voorgezeten door een leek. De ordinaris van de prelatuur stelt een priester uit zijn presbyterium aan voor de specifieke priesterlijke zorg van de leden die bij een centrum horen. Geen enkele bestuursfunctie, behalve die van de prelaat, geldt voor het leven.8 6.4. Betrekkingen met de bisdommen Zoals gezegd is de Prelatuur van het Opus Dei een juridische structuur die deel uitmaakt van de pastorale en hiërarchische inrichting van de Kerk. Net zoals de bisdommen, territoriale prelaturen, vicariaten, militaire ordinariaten, etc. heeft de prelatuur haar eigen autonomie en gewone jurisdictie om haar taak uit te voeren ten dienste van heel de Kerk. Daarom valt zij direct onder de paus9 , middels de Congregatie voor de bisschoppen.10 Het gezag van de prelaat strekt zich uit tot alles wat de specifieke missie van de prelatuur betreft: a) De lekengelovigen van de prelatuur vallen in alles wat betrekking heeft op de vervulling van de bijzondere verplichtingen op het terrein van de ascese, vorming en apostolaat die ze
40
Muller4.p65
8 Vgl. Statuten, artt. 125-129. 9 Vgl. Statuten, art. 171. 1 0 Vgl. Apostolische Constitutie Ut sit, art. V.
40
19-11-2004, 21:10
6
ORGANISATIE
door de officiële verklaring zijn aangegaan toen ze lid werden van de prelatuur.11 Deze verplichtingen interfereren, gezien de materie, niet met de zeggenschap van de diocesane bisschop. Op overeenkomstige wijze blijven de lekengelovigen van het Opus Dei gelovigen van het diocees waarin zij wonen en staan dus onder het gezag van de diocesane bisschop, net zoals de andere gedoopten die hun gelijken zijn.12 b) Volgens de bepalingen van het algemene recht van de Kerk en het bijzondere recht van het Opus Dei, behoren de diakens en priesters die in de prelatuur geïncardineerd zijn tot de seculiere clerus. Zij vallen volledig onder het gezag van de prelaat.13 Zij moeten broederlijke betrekkingen onderhouden met de leden van het diocesane presbyterium14 en de algemene discipline van de clerus zorgvuldig in acht nemen. Zij beschikken over actief en passief stemrecht voor de priesterraad van het bisdom. De diocesane bisschoppen kunnen, met instemming van de prelaat of, namens hem met de vicaris, priesters van de prelatuur belasten met kerkelijke taken of ambten (de zorg voor een parochie, de kerkelijke rechtbank, etc.). Ze volgen hiervoor de richtlijnen van de diocesane bisschop op en zijn alleen aan hem verantwoording verschuldigd. De statuten van het Opus Dei (titel IV, hoofdstuk V) geven de criteria voor een harmonieuze coördinatie tussen de prelatuur en het diocees waarin de prelatuur haar specifieke taak ten uitvoer brengt. Dit betreft bijvoorbeeld het volgende: a) Het werk van het Opus Dei wordt niet begonnen, noch wordt tot de canonieke oprichting van een centrum van de prelatuur overgegaan zonder voorafgaande toestemming van de diocesane bisschop. 11 12 13 14
Muller4.p65
Vgl. Statuten, artt. 27 § 3 en 125 § 2. Vgl. Statuten, art. 172 § 2. Vgl. Statuten, art. 125 § 2. Vgl. Statuten, artt. 41 en 56.
41
41
19-11-2004, 21:10
6
ORGANISATIE
b) Voor het oprichten van kerken van de prelatuur, of wanneer in bisdommen bestaande kerken of parochies aan de prelatuur worden toevertrouwd, wordt er een overeenkomst gesloten tussen de diocesane bisschop en de prelaat of zijn vicaris in de betreffende regio. In deze kerken worden de algemene bepalingen van het diocees voor kerken die onder leiding staan van de seculiere clerus in acht genomen.15 c) De regionale bestuurders van de prelatuur berichten regelmatig en onderhouden betrekkingen met de bisschoppen van de diocesen waar de prelatuur haar pastorale en apostolische taak verricht, met de bisschoppen die bestuurstaken hebben in de bisschoppenconferentie, en met hun respectievelijke organen.16 De apostolische taak van de leden van de prelatuur –zoals die van vele andere katholieken– is erop gericht in de hele wereld een impuls aan het christendom te geven, wat met de hulp van God, ten goede komt aan de parochies en de locale kerken: de vruchten zijn bekeringen, een grotere deelname aan de Eucharistie, het regelmatiger ontvangen van de andere sacramenten, verbreiding van het evangelie in kringen die soms ver van het geloof verwijderd zijn, initiatieven tot solidariteit met de minstbedeelden, samenwerking in de catechese en andere activiteiten van een parochie, samenwerking met diocesane instellingen, etc. Zoals Johannes Paulus II in herinnering bracht, “het feit dat de lekengelovigen zowel bij de eigen particuliere kerk horen als deel uitmaken van de prelatuur, maakt het mogelijk dat de bijzondere taak van de prelatuur samenvloeit met de evangelisatie van iedere particuliere kerk, zoals voorzien door het Tweede Vaticaans Concilie, toen de oprichting van personele prelaturen wenselijk werd geacht”.17 De mensen
42
Muller4.p65
1 5 Vgl. Statuten, art. 180. 1 6 Vgl. Statuten, art. 174 § 2.
42
19-11-2004, 21:10
6
ORGANISATIE
van het Opus Dei zijn apostolisch bezig in het kader van het specifieke charisma van de prelatuur: heilig worden in het werk en in de gewone omstandigheden van het dagelijks leven. Het bevoegd gezag van het Opus Dei wil de eenheid van alle gelovigen van de prelatuur met hun bisschop bevorderen en in het bijzonder de kennis verdiepen van de voorschriften en richtlijnen van de diocesane bisschoppen en van de bisschoppenconferentie, zodat ieder ze, in de context van zijn persoonlijke, gezins- en beroepsomstandigheden in praktijk kan brengen.18 6.5. Financiële aspecten Alle gelovigen voorzien door hun beroepswerk in hun eigen onderhoud en in dat van het gezin.19 Daarnaast helpen de gelovigen van het Opus Dei en de medewerkers de uitgaven te dekken voor de pastorale noden van de prelatuur. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit het onderhoud en de vorming van de priesters van de prelatuur; de kosten verbonden aan de curie van de prelatuur, evenals aan het bestuur van de regio’s of delegaties en de financiële steun die de prelatuur verleent. Vanzelfsprekend steunen de gelovigen van het Opus Dei ook kerken, parochies, etc. Bovendien trachten de gelovigen van de prelatuur met behulp van medewerkers van het Opus Dei en vele andere personen –ten dienste van de zielen– initiatieven met een civiel karakter te bevorderen en economisch te helpen (ondersteu1 7 Rede, 17-3-2001, nr. 1 (L’Osservatore Romano, 18-3-2001, blz. 6). 1 8 Vgl. Statuten, artt. 174 § 2 en 176. 1 9 Vgl. Statuten, art. 94 § 2.
Muller4.p65
43
19-11-2004, 21:10
43
6
ORGANISATIE
nende, educatieve activiteiten, etc., zonder winstoogmerk en met een maatschappelijk doel) waarvan de geestelijke en leerstellige oriëntatie is toevertrouwd aan de prelatuur.20 Deze apostolische initiatieven volgen de wettelijke en fiscale regelingen die er in elk land zijn voor instellingen van deze aard. Zoals reeds gezegd ligt het bestuur bij de personen die ze opgericht hebben en niet bij het Opus Dei. De initiatiefnemers zijn volledig verantwoordelijk voor de organisatorische, economische, en overige aspecten van deze instituten en zij zijn de eigenaars van de gebouwen en de materiële uitrusting ervan.21 Ieder initiatief wordt gefinancierd zoals elk ander initiatief van deze aard, te weten, met bijdragen van weldoeners, donaties, etc. De stichtingen voor gemeenschappelijke apostolaatswerken zijn vaak financieel noodlijdend vanwege het type activiteit dat ontplooid wordt en omdat ze geen winstoogmerk hebben. Daarom ontvangen zij –naast de reeds genoemde giften van de leden van het Opus Dei, de medewerkers en vele andere personen– gewoonlijk overheidssubsidies, conform de voorzieningen die voor activiteiten met een maatschappelijk belang ter beschikking worden gesteld, en giften van particuliere stichtingen en ondernemingen.
44
Muller4.p65
2 0 Zie hoofdstuk 5. 2 1 Vgl. Statuten, art. 122.
44
19-11-2004, 21:10
BIBLIOGRAFIE PUBLICATIES VAN DE STICHTER VAN HET OPUS DEI Consideraciones espirituales, 1934. De Heilige Rozenkrans, 1934: na zijn overlijden in 25 talen gepubliceerd, met een totale verspreiding van 1 miljoen exemplaren; 2e Ned. uitg. 2003. De Weg, 1939: 45 talen, 4,5 miljoen exemplaren; 3e Ned. uitg. 1989. La Abadesa de Las Huelgas, 1944. Gesprekken met mgr. Escrivá, 1968: 10 talen, 350 000 exemplaren; Ned. uitg. 1990. Als Christus nu langs komt, 1973: 15 talen, 500 000 exemplaren; Ned. uitg. 1978. Vrienden van God, 1977: 13 talen, 430 000 exemplaren; Ned. uitg. 1994. De Kruisweg, 1981: 21 talen, 425 000 exemplaren; Ned. uitg. 1983. De liefde tot de Kerk, 1986: 9 talen, 45 000 exemplaren; Ned. uitg. 1994. De Voor, 1986: 20 talen, 500 000 exemplaren; Ned. uitg. 1990. De Smidse, 1987: 14 talen, 415 000 exemplaren; Ned. uitg. 1999. OVER DE STICHTER BADRINAS, Benito (ed.): Un hombre de Dios. Testimonios sobre el Fundador del Opus Dei, Madrid, 1994. BELDA, Manuel; ESCUDERO, José; ILLANES, José Luis; O’CALLAGHAN, Paul (ed.): Santità e mondo. Atti del Convegno teologico di studio sugli insegnamenti del beato Josemaría Escrivá: Roma, 12-14 ottobre 1993, Vaticaanstad, 1994.
Muller4.p65
45
19-11-2004, 21:10
45
BIBLIOGRAFIE
BERGLAR, Peter: Opus Dei, Leben und Werk des Gründers Josemaría Escrivá de Balaguer, Salzburg, 1983. BERNAL, Salvador: Ontmoeting met de stichter van het Opus Dei, Madrid, 1976; Ned. uitg. 1982. COVERDALE, John F.: Uncommon Faith, New York, 2002. ECHEVARRÍA, Javier: Memoria del beato Josemaría Escrivá, Madrid, 2000. FABRO, Cornelio; GAROFALO, Salvatore; RASCHINI, Maria Adelaide: Santi nel mondo, Milaan, 1992. GONDRAND, François: Au pas de Dieu, Parijs, 1982. PORTILLO, Álvaro del: Über den Gründer des Opus Dei (in vraaggesprek met Cesare CAVALLERI), Milaan, 1992. Duitse uitg.1996. SASTRE, Ana: Tiempo de caminar, Madrid, 1989. URBANO, Pilar: El hombre de Villa Tevere, Barcelona, 1995. VÁZQUEZ DE PRADA, Andrés: El fundador del Opus Dei, Madrid, 1997 (deel I), 2002 (deel II), 2003 (deel III); tevens Duitse, Engelse, Franse en Italiaanse uitg. OVER HET OPUS DEI CAPUCCI, Flavio (ed.): Estudios (1985-1996), «Romana» (Bulletin van de Prelatuur van het Opus Dei), Rome, 1997. FUENMAYOR, Amadeo de; GÓMEZ-IGLESIAS, Valentín; ILLANES, José Luis: El itinerario jurídico del Opus Dei, Pamplona, 1989 (waarin opgenomen de integrale Latijnse tekst van de statuten); tevens Duitse, Engelse, Franse en Italiaanse uitg. LE TOURNEAU, Dominique: Het Opus Dei. Spiritualiteit, organisatie en activiteiten, Parijs, 1985; Ned. uitg. 1989. 46
Muller4.p65
MESSORI, Vittorio: Opus Dei. Een onderzoek, Milaan 1994; Ned. uitg.1997.
46
19-11-2004, 21:10
BIBLIOGRAFIE
REQUENA, Federico M.; SESÉ, Javier: Fuentes para la historia del Opus Dei, Barcelona, 2002. RODRÍGUEZ, Pedro; OCÁRIZ, Fernando; ILLANES, José Luis: El Opus Dei en la Iglesia, Madrid, 1993. WEST, William J.: Opus Dei. Exploding a Myth, Crows Nest [Australië], 1987.
Voor nadere gegevens wordt verwezen naar Romana (www.romana.org), het officiële bulletin van de prelatuur dat halfjaarlijks verschijnt. Romana geeft uitgebreid informatie over de stand van zaken van de prelatuur van het Opus Dei in de hele wereld: benoemingen in bestuursorganen, opening van nieuwe centra, activiteiten van de apostolaatswerken, etc. Romana wordt gepubliceerd in het Engels, Italiaans en Spaans en distributie geschiedt via abonnementen. Hiervoor kan men zich wenden tot: Romana - Engels: Bulletin of the Prelature of the Holy Cross and Opus Dei, 524 North Avenue, Suite 200, New Rochelle, NY 10801 (USA). E-mail:
[email protected] - Italiaans: Bollettino della Prelatura della Santa Croce e Opus Dei, Morozzo della Rocca 3, 20123 Rome (Italië). E-mail:
[email protected] - Spaans: Boletín de la Prelatura de la Santa Cruz y Opus Dei, Vitruvio 3, 28006 Madrid (Spanje). E-mail:
[email protected]
47
Muller4.p65
47
19-11-2004, 21:10
BEAT MÜLLER (Zwitserland, 1954) De auteur studeerde germanistiek en tevens geschiedenis aan de Universiteit van Zürich en promoveerde in de theoretische taalwetenschap. Terwijl hij werkzaam was als redacteur van een Zwitserse krant vulde hij zijn vorming aan met de studie filosofie en theologie in Rome. In 1989 werd hij priester gewijd.
Informatiebureau van het OPUS DEI IN NEDERLAND Jan Luijkenstraat 52 1071 CS Amsterdam tel. (020) 6715837 fax (020) 6646212 e-mail
[email protected] www.opusdei.nl
Informatiebureau van het OPUS DEI IN BELGIË Floridalaan 112 1180 Brussel tel. (02) 3742430 fax (02) 3749461 e-mail
[email protected] www.opusdei.be
Muller4.p65
48
19-11-2004, 21:10