Geestelijke Verzorging en de DBC GGz Beroepentabel Verslag projectgroep en aanvraag bij NZA Taco Bos, Marijn Gilhuis, Stefien Jansen juli 2016
Projectgroep Geestelijke Verzorging en declarabele zorg Januari 2014 begon een door de werkveldraad psychiatrie (besluit 21 nov. 2013) ingestelde projectgroep ‘Geestelijke verzorging en declarabele zorg’. Opdracht van de projectgroep was de wenselijkheid en mogelijkheden te verkennen naar declarabel werken door geestelijk verzorgers in de GGZ. Het ging om die situaties waarin geestelijk verzorgers in een GGZ-instelling een behandeling in de DBC-zorg ondersteunen, maar waarvoor de instelling geen rechtstreekse declaratie bij de zorgverzekeraar kan indienen. De projectgroep werd gevraagd in haar onderzoek de verhouding tot het werken volgens de bestaande financieringsgrond mee te nemen en te waken voor een ondermijning van het wettelijke cliëntenrecht op beschikbaarheid van geestelijke verzorging in de 24-uurs zorg. Tevens werd de projectgroep gevraagd recht te doen aan geestelijke verzorging als eigen vak, dus bij voorkeur geen genoegen te nemen met een constructie zoals bijscholing tot een ander vak. Dit document biedt verslag van zowel de projectgroep als de follow-up door de werkveldraad. Aanleiding De aanleiding tot het instellen van de projectgroep was tweeledig: Een groeiend aantal instellingen had aangegeven geestelijk verzorgers niet (meer) ambulant in te willen zetten voor ondersteuning van een bepaalde behandeling, omdat deze contacten momenteel niet rechtstreeks declarabel zijn. Dit ondanks behandelinhoudelijke wenselijkheid en effecten als behandelduurverkorting, suïcidepreventie of voorkomen van opname. De werkveldraad had geconstateerd dat de toekomstige beschikbaarheid van de zingevingsexpertise van geestelijk verzorgers voor de (sinds het bestuurlijk akkoord 2012 in aantal toenemende) ambulante cliënten onder druk komt te staan. De huidige financiering is vooral geënt op de klinische zorg en biedt geen vanzelfsprekend aanknopingspunt voor ambulante inzet van geestelijke verzorgers in het kader van herstel of anderszins. Leden De projectgroep bestond uit de volgende leden: Taco Bos (geestelijk verzorger bij Pro Persona GGZ, coördinator) Marijn Gilhuis (geestelijk verzorger bij Parnassia-Bavo, tevens linking pin met werkveldraad) Ralf Smeets (stafbureau VGVZ en linking pin naar VGVZ-bestuur) Ulbe Tjallingi (vanuit SKGV; verliet eind 2014 de projectgroep wegens afscheid SKGV) Oriëntatiefase Van januari 2014 tot zomer 2015 voerde de projectgroep informele oriënterende gesprekken met een aantal deskundigen. Onder meer is gesproken met: Giel Hutschemaekers (hoogleraar geestelijke gezondheidszorg in Nijmegen en hoofd onderzoek Pro Persona GGZ; heeft veel onderzoek gedaan naar de beroepenstructuur in de GGZ en leidde in de jaren 90 een Trimbos-onderzoek naar geestelijke verzorging); Cees van der Staak (emeritus hoogleraar klinische psychologie te Nijmegen, in de jaren 90 een aantal jaren voorzitter van het CONO; werkte o.a. mee aan totstandkoming van de wet BIG); Rob de Jong (tot 2015 algemeen directeur Willem Arntsz divisie, Altrecht); Marthijn Laterveer (coördinator LOC Zeggenschap In Zorg, landelijke koepel van cliëntenraden); contactpersonen bij DBC-onderhoud en het Ministerie van VWS; Wybe Dijk (commissie CIO-G; behartigt namen de kerken contact met de rijksoverheid t.a.v. geestelijke verzorging). Gespreksnotitie Bij een aantal van deze gesprekken werd gebruik gemaakt van een gespreksnotitie samengesteld door Taco Bos, met geanonimiseerde voorbeelden van behandelgerelateerd werken van geestelijk verzorgers. Bij de voorbeelden werden effecten vermeld als afname van symptomen en klachten (angst, wantrouwen, slapeloosheid, somberte, suïcidale gedachten) rouwverwerking en verwerking van verliesgevoelens verbonden met de aandoening, suïcidepreventie, versterking van de herstelmotivatie en therapietrouw, verkorting van de behandelduur, voorkomen van opname, toeleiding naar plaatselijke voorzieningen, inperking van een oneigenlijk appel op de hulpverlening, vermindering of voorkoming van onnodige zorgkosten en verhoging van het welbevinden en grotere algehele tevredenheid over de hulpverlening. De CONO-beroepenlijst Uit de gesprekken bleek dat de term CONO-beroepenlijst inmiddels verouderd is. Het CONO (Coördinerend Orgaan Nascholing en Opleiding in de GGZ), opgericht in 1990, is per 1 jan. 2014 opgeheven. Doel van het CONO was om de verschillende beroepen in de GGZ goed tegen elkaar af te
grenzen en hun kwaliteit op orde te krijgen. Het CONO was verantwoordelijk voor het vaststellen van deskundigheidsgebieden, bijhouden van een opleidingsregister en beheer van de CONO-beroepenlijst. In de jaren 90 is in het CONO-bestuur de vraag aan de orde geweest of het beroep geestelijk verzorger een artikel 34 beroep in de Wet BIG zou kunnen worden. Deze vraag is toen ontkennend beantwoord, enerzijds omdat men de evaluatie van de Wet BIG wilde afwachten, anderzijds omdat dit de afgrenzing van ‘individuele gezondheidszorg’ te zeer zou oprekken. DBC-Onderhoud Het beheer van de oude CONO-beroepenlijst was al voor de opheffing van het CONO overgegaan naar DBC-onderhoud, landelijk expertise- en servicecentrum i.v.m. de DBC-systematiek. De beroepenlijst kreeg de naam DBC-GGZ-beroepentabel (zie bijlage 1). Een paar jaar geleden werd een belangrijke wijziging ingevoerd, namelijk het hoofdbehandelaarschap. De hoofdbehandelaar mag een DBC openen; 14 beroepen komen hiervoor in aanmerking. Beroepen die geen hoofdbehandelaar zijn heten ‘adiuvante’ beroepen. Zij werken onder eindverantwoordelijkheid van de hoofdbehandelaar. Voor informatie over de beroepenlijst en kostprijsmodellen sprak de projectgroep informeel met een contactpersoon bij DBC-onderhoud. Per 1 mei 2015 ging DBC-onderhoud op in de NZa. Aanvraagprocedure bij NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) Na opheffing van DBC-onderhoud zocht de projectgroep contact met de NZa. De NZa is toezichthouder voor de zorg en een zelfstandig bestuursorgaan onder verantwoordelijkheid van het ministerie van VWS. De NZa heeft bemoeienis met behandeltarieven, controleert of zorgaanbieders en -verzekeraars zich aan de wet- en regelgeving houden en adviseert het ministerie van VWS gevraagd en ongevraagd over o.a. mogelijke verbeteringen in de wetten en regels in de zorg. Zomer 2015 maakte de NZa bekend een procedure te hebben ontworpen voor aanvragen van wijzigingen in de beroepentabel. Deze aanvragen zouden beoordeeld worden door het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz, Zorginstituut Nederland en het Ministerie van VWS, in samenspraak met brancheorganisaties zoals GGZ Nederland. Aanvragen voor de DBC-GGZ beroepentabel per 1 jan. 2017 dienden uiterlijk september 2015 te worden ingediend. Daarop heeft de werkveldraad psychiatrie op 17 september 2015 de pro’s en contra’s van een aanvraag besproken en gewogen (zie bijlage 2) en besloten een aanvraag in te dienen. Aanvraag september 2015 In nauw overleg met de werkveldraad heeft de projectgroep, namens de VGVZ, in september de aanvraag bij de NZa ingediend. Leidraad was, dat het bij deze aanvraag ging om de eerste van de drie functies van GV zoals ooit beschreven door het CvZ, namelijk: Begeleiding bij coping en zingeving Bieden van een vrijplaats Begeleiding bij eigen religie en spiritualiteit Alleen van de eerste functie vonden projectgroep en werkveldraad dat deze duidelijk onderdeel kan uitmaken van een behandelgerichte inzet van geestelijk verzorgers. De aanvraag of GV een tijdschrijvend, declarabel beroep zou kunnen worden betrof dus alleen deze functie. Wat de andere twee functies betreft werd geconstateerd dat deze, in de klinische setting, vallen onder de huidige kwaliteitswet en financiering via de overhead. In de ambulante setting horen, zo werd gesteld, deze functies primair thuis bij lokale kerken of levensbeschouwelijke groeperingen. Wel werd in dit verband gesteld dat, wanneer een cliënt ondersteuning nodig heeft om op deze terreinen volwaardig mee te doen, geprobeerd kan worden geestelijke verzorging gefinancierd te krijgen door WMO-gelden. Verdere procedure en besluit NZa Na de schriftelijke aanvraag is deze op 13 okt. 2015 mondeling toegelicht door Taco Bos en Stefien Jansen (voorzitter werkveldraad) in een gesprek met René Borkus (extern adviseur, adviesgroep Terts, die de aanvraag aan de NZa voorbereidde namens het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz). In dit gesprek zijn de aanleiding en urgentie van de aanvraag benadrukt, alsook dat de beroepsvereniging hecht aan het wettelijke cliëntenrecht op beschikbaarheid van geestelijke verzorging in de 24-uurs zorg. Er werd geconstateerd dat de aanvraag zou kunnen leiden tot geestelijke verzorging volgens twee financieringsstromen. Ook werd benoemd dat het vak geestelijke verzorging door zijn eigen aard en karakter niet eenvoudig is in te passen in een systematiek die hier niet voor ontworpen is. Verzocht werd om de aanvraag te beschouwen als een gezamenlijk zoeken naar de meest passende plaats en inbedding van geestelijke verzorging binnen organisatie en financiering van de huidige GGz. Op 31 december 2015 bracht het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz over de aanvraag, met gebruikmaking van de rapportage door dhr. Borkus, een advies uit. Het advies betrof acht gedane aanvragen, waaronder bijvoorbeeld ook ervaringsdeskundigen en psychodiagnostisch werkers. Het gedeelte over geestelijke verzorging is opgenomen in bijlage 3. In januari werd dit advies besproken door de NZa. Op 4 mei 2016 liet de NZa de VGVZ weten, het advies van het Netwerk te volgen.
Weging van het besluit van de NZa door projectgroep en werkveldraad De projectgroep en de werkveldraad kunnen zich goed vinden in het besluit van de NZa. De aanvraag was gedaan vanuit de behoefte samen met belangrijke stakeholders te zoeken naar de beste plaats van geestelijke verzorging binnen de huidige beroepen- en financieringssystematiek. Onze gedachten en overwegingen over al dan niet plaatsing in de DBC beroepentabel hebben wij in deze procedure ter toetsing voorgelegd. De procedure heeft een duidelijk en voor ons positief antwoord opgeleverd. Om de volgende redenen waarderen wij het besluit positief: Door het doen van de aanvraag is het beroep geestelijke verzorging en onze bijdrage aan de behandeling van GGz-cliënten op het vlak van coping en zingeving sterker dan voorheen voor het voetlicht gekomen. Onze bijdrage aan de kwaliteit en effectiviteit van zorg is erkend en benoemd. Door plaatsing in de categorie ondersteunend personeel (zie bijlage 4) neemt de zichtbaarheid van het beroep geestelijke verzorging toe. Zo wordt onze expertise minder snel over het hoofd gezien. Door plaatsing in de categorie ondersteunend personeel worden GGz-aanbieders en (hoofd)behandelaren uitdrukkelijker gestimuleerd de inzet van geestelijke verzorging in een bepaald behandeltraject, ook ambulant, te overwegen. Het besluit maakt duidelijk dat er de komende jaren één financieringswijze is voor het beroep geestelijke verzorging. Na een periode van onzekerheid kan hierop nu verder beleid gemaakt worden. De ene financieringswijze benadrukt de eenheid van het vak en voorkomt extra administratieve belasting. De financiering uit de hulpkostenplaatsen zorgt zowel voor goede borging van het beroep in de intramurale zorg, als voor, door correcte toepassing van de DBC-regels (bij geestelijke verzorging als ondersteunend beroep), voldoende mogelijkheid tot inzet in de extramurale zorg.
Bijlage1: Beroepentabel DBC GGz (2015) MB Medische beroepen Medische beroepen MB.BG Basisberoep Gezondheidszorg (BG) Basis beroep Gezondheidszorg (BG) MB.BG.basis MB - Arts Arts (waaronder Agio/ Agnio) MB.SF Specialisatie/ functiedifferentiatie (SF) Specialisatie / functiedifferentiatie MB.SF.vslarts MB . Arts versl Arts verslavingszorg MB.SF.sger MB . Soc. geriater Sociaal geriater MB.SF.overig MB . SF overig Overig medisch SF MB.SP Specialisme ( SP) Specialisme ( SP) MB.Sp.Psych MB - Psychiater Psychiater PT Psychotherapeutische beroepen Psychotherapeutische beroepen PT.BG Basisberoep Gezondheidszorg (BG) Basis beroep Gezondheidszorg (BG) PT.BG.psth PT - psychoth Psychotherapeut AG Agogische beroepen Agogische beroepen AG.BI Basisberoep initieel (BI) Basis beroep gezondheidszorg (BG) AG.BI.mwd AG . MWD Maatschappelijk werkende (MWD) AG.BI.sph AG - SPH Sociaal Pedagogisch Hulpverlener (SPH) AG.BG Basisberoep Gezondheidszorg (BG) Basis beroep Gezondheidszorg (BG) AG.BG.agoog AG - agoog Ggz-agoog AG.SF Specialisatie/ functiedifferentiatie (SF) Specialisatie / functiedifferentiatie AG.SF.vrstgeh AG . verst.gehand. Ggz-agoog AG.SF.kjpsych AG .kj. psychiatrie Agoog K&J psychiatrie AG.SF.overig PB . SF overig Overig agogisch SF PB Psychologische beroepen Psychologische beroepen PB.BI Basisberoep initieel (BI) Basisberoep initieel (BI) PB.BI.ped PB - Pedagoog Pedagoog (waaronder orthopedagoog) Spelregels „ v20120907 c DBC-Onderhoud 74 „ 88 Functiecode Korte functie beschrijving Uitgebreide functiebeschrijving PB.BI.gzkd PB - Gezondheidskundige Ggz gezondheidskundige PB.BI.psy PB - Psycholoog Psycholoog (geen verdere specialisatie) PB.BG Basisberoep Gezondheidszorg (BG) Basis beroep Gezondheidszorg (BG) PB.BG.gzpsy PB . Gz-psycholoog Gz-psycholoog PB.SF Specialisatie/ functiedifferentiatie (SF) Specialisatie / functiedifferentiatie PB.SF.gedrth PB . gedragsth Gedragstherapeut PB.SF.kjth PB . kj.therap K&J therapeut PB.SF.overig PB . SF overig Overige psychologische SF PB.SP Specialisme (SP) Specialisme (SP) PB.SP.klinps PB . klinpsych Klinisch psycholoog PB.SP.klinneuropsych PB - klin.neuropsych Klinisch neuropsycholoog VK Vaktherapeutische beroepen Vaktherapeutische beroepen VK.BI Basisberoep initieel (BI) Basisberoep initieel (BI) VK.BI.pmt VK - PMT Vaktherapeut psychomotorisch (PMT) VK.BI.ct VK - CT Vaktherapeut creatief (CT) VK.BG Basisberoep Gezondheidszorg (BG) Basis beroep Gezondheidszorg (BG) VK.BG.gzpsy VK . Gz-vakth Gz-vaktherapeut VK.SF Specialisatie/ functiedifferentiatie (SF) Specialisatie / functiedifferentiatie VK.SF.vakth VK . Ggz vakth Ggz-vaktherapeut VK.SF.kjth VK . SF overig Overig vaktherapeutisch SF VB Verpleegkundige beroepen Verpleegkundige beroepen VB.BG Basisberoep Gezondheidszorg (BG) Basisberoep Gezondheidszorg (BG) VB.BG-vrplk VB - verplk Verpleegkundige (art.3) VB.F Specialisatie/ functiedifferentiatie (SF) Specialisatie / functiedifferentiatie VB.SF.spv VB - SPV Sociaal Psych. Verpleegkundige (SPV) VB.SF.cpv VB - CPV Consultatief Psych. Verpleegkundige (CPV) VB.SF.fvp VB - FVP Forensisch Psychiatrisch Verpleegkundige (FVP) VB.SF.overig VB . SF overig Overig VB.SP Specialisme (SP) Specialisatie / functiedifferentiatie VB.SP.vrplsp VB . verplk.spec Ggz verpleegkundig specialist OV Somatische beroepen (wet BIG) Somatische beroepen OV.BG Basisberoep Gezondheidszorg (BG) Basisberoep Gezondheidszorg (BG) OV.BG.fysio OV - Fysioth Fysiotherapeut OV.BG.ergo OV - Ergoth Ergotherapeut OV.BG.diet OV . Dietist Dietist OV.BG.logo OV - Logopedist Logopedist OV.SP Specialisme (SP) Specialisatie / functiedifferentiatie OV.SP.neur OV . neuroloog Neuroloog OV.SP.harts OV . Huisarts Huisarts OV.SP.karts OV . Kinderarts Kinderarts OV.SP.kger OV . Klin.geriater Klinisch geriater OV.SP.artsmg OV . Arts maatsch.gzh Arts maatschappij en gezondheid
Bijlage 2: Overwegingen werkveldraad 17 september 2015 In de projectgroep, de werkveldraad en de gesprekken met deskundigen kwamen verschillende overwegingen en argumenten met betrekking tot een aanvraag voor plaatsing in de beroepentabel naar voren. Deze zijn in de vergadering van 17 september 2015 besproken. Argumentatie pro aanvraag voor plaats in beroepentabel Sinds het bestuurlijk akkoord van 2012 richt de GGZ zich op meer ambulante en minder klinische zorg. Omdat de huidige bekostiging van geestelijke verzorging vooral gekoppeld is aan de kliniek, roept dit de vraag op of behandelaren voor hun ambulante cliënten nog een beroep kunnen blijven doen op het zingevingsspecialisme van de geestelijke verzorging. Vanuit de herstelbenadering wordt steeds duidelijker hoe belangrijk zingeving is voor mensen met een korter of langer durende psychiatrische aandoening. Hiervoor bestaat brede erkenning, door cliëntenbeweging, behandelaren alsook bestuurders van GGZ-instellingen. Veel cliënten noemen zingeving als één van de minst vervulde zorgbehoeften (onderzoek Trimbos). Veel behandelteams lijken zoekend en voelen zich onvoldoende toegerust, om het domein zingeving recht te kunnen doen in de behandeling van de cliënt. Zorgverzekeraars klagen over de toenemende medicalisering en het groeiende onterechte gebruik van zorg. Inzet van geestelijk verzorgers kan opnamevoorkomend en behandelduurverkortend uitwerken, alsook behandelondersteunend of suïcidepreventief. De laatste jaren bereiken de VGVZ geluiden, dat bestuurders van een aantal GGZ-instellingen zouden willen dat geestelijke verzorging een tijdschrijvend beroep wordt, omdat dit de financiering zou vergemakkelijken. Sommige bestuurders voeren bezuinigingen op geestelijke verzorging door, omdat de beroepsgroep ‘geen geld in het laatje brengt’ en men weinig idee heeft van mogelijke kostenbesparende uitwerking van inzet van geestelijke verzorging. De professionalisering van de beroepsgroep enerzijds en opname in het DBC-stelsel anderzijds kunnen een kans bieden om de behandelondersteunende bijdrage van geestelijk verzorgers te verhelderen en te borgen. Opname in de DBC-GGz beroepentabel kan de professionele samenwerking van geestelijk verzorgers met andere GGZ-professionals verbeteren. Vereisten of voorwaarden voor een succesvolle aanvraag voor plaats in beroepentabel Een aantal gesprekspartners wezen ons op de voorwaarden die naar verwachting gesteld zullen worden voor opname in de beroepentabel: Beschrijving van noodzaak Voor een volwaardige plaats in de beroepentabel moet overtuigend worden aangetoond dat de zorg als organisatie geestelijke verzorging daadwerkelijk nodig heeft en worden beschreven wat het vak toevoegt binnen de zorg en de behandeling. Beschrijving van object, methode en evidence Het is noodzakelijk het vak goed te beschrijven, bij voorkeur met voldoende evidence over de werkzaamheid van de interventies. Object en methode moeten helder en wetenschappelijk verantwoord beschreven staan. De projectgroep werd gewaarschuwd niet te onderschatten wat dit voor het vak geestelijke verzorging zou betekenen. Mogelijke besparingen op zorgkosten Het zou helpen als kan worden aangetoond dat GV niet zozeer een kostenpost is, maar een besparing kan opleveren en zorgkosten en onnodig zorggebruik kan verminderen. Kwaliteit Het zou helpen als geestelijke verzorging genoemd staat in meerdere kwaliteitsstandaarden. Ook kan het SKGV genoemd worden als ons eigen kwaliteitskeurmerk. Argumentatie contra aanvraag voor plaats in beroepentabel In de financiering van GV in de DBC zorg is reeds voorzien Verschillende gesprekspartners vroegen zich af, of een verzoek niet overbodig is. In de financiering van GV in de DBC-zorg is reeds voorzien, ook al ligt dat voor klinische zorg wat helderder dan voor ambulante zorg. De bijdrage van GV is nl. reeds verwerkt in de kosten van de wel tijdschrijvende beroepen, net als huisvesting of maaltijden. Geen besparing voor instelling Een gesprekspartner wees erop dat GV nu betaald wordt uit de overhead, en wel via Hulpkostenplaats I. Wordt GV uit de overhead gehaald, dan daalt de kostprijs van behandelingen. Echter, dit is geen besparing, want vervolgens wordt GV ingezet als (mede)behandelaar en wordt die inzet weer verrekend in de kostprijs van de behandeling. De totaalkosten blijven dan gelijk. Wel wordt de plek van GV in de behandeling hierdoor zichtbaarder.
Risico: wegbezuinigd? Enkele gesprekspartners stelden: als je in de beroepentabel staat wordt het voor een verzekeraar of bestuurder makkelijker om te zeggen: daarvoor verzekeren wij niet. Dan kun je uit het verzekerbare pakket gehaald worden en raak je verder van huis dan je al was. Risico m.b.t. hoge eisen Als GV deel wordt van het zorgsysteem, zal de beroepsgroep aan een serie strenge eisen moeten voldoen: beschrijving van product, input-output, methode en evidence based werken met aantoonbare effectiviteit van de interventies. Ook opleiding, bij- en nascholing zouden aan strikte vereisten onderworpen worden. De geestelijk verzorger, zelf geesteswetenschappelijk geschoold, wordt dan gemeten aan medisch wetenschappelijke of sociaal wetenschappelijke criteria. Het is de vraag of GV dit waar kan maken én of dit wel bij het vak past. Bij vaktherapeuten hebben de gestelde eisen tot problemen geleid en het vak tot een makkelijke prooi voor bezuinigingen gemaakt. Past het bij de aard van het vak? De autonomie van het beroep en de vrije positie ervaren velen als een groot goed. Werken onder verantwoordelijkheid van een hoofdbehandelaar kan daarmee op gespannen voet staan. Het CIO-G geeft aan, principiële bezwaren te hebben tegen een behandelrol van GV. Volgens een aantal andere gesprekspartners ligt de kracht en eigenheid van GV meestal niet zozeer in behandelondersteuning, maar is die vooral relationeel: van belang voor levenskwaliteit, welbevinden en herstelprocessen, en dan met name voor mensen met een langdurige EPA. Niet proportioneel. Het is onduidelijk hoe vaak behandelgerelateerde GV binnen de DBC-structuur precies voorkomt en dus of een aanvraag voor opname in de beroepentabel proportioneel is. Risico’s m.b.t. niet declarabel werken Verzoek om te werken volgens een andere dan de huidige financieringsgrond kan risico’s met zich meebrengen voor dat deel van het werk waar de huidige financieringsgrond goed bij past (vrijplaatsfunctie, niet declarabel werken in de klinische zorg). Zo is er op termijn het risico van toekomstige beperking van GV tot alleen geïndiceerde contacten. Risico i.v.m. vastleggen wat nu open ligt. Als de aanvraag nu tot een bepaalde uitkomst leidt, ligt deze uitkomst voor langere periode vast en kan dit mogelijkheden die nu open liggen inperken. Er zijn alternatieven, m.n. de WMO. Enkele gesprekspartners wezen op een in hun ogen reëel alternatief voor financiering van ambulante GV, nl. via de WMO. Doel van de WMO is om kwetsbare burgers, mensen in achterstandssituaties met problemen op meerdere levensgebieden, te ondersteunen in het toegang krijgen tot voorzieningen die ze nodig hebben. Mensen met een psychiatrische aandoening kunnen (juist ook) op het gebied zingeving, spiritualiteit, religie en mentaal welbevinden een achterstand of belemmering ervaren en gespecialiseerde ondersteuning nodig hebben. Terwijl het in de beroepentabel gaat om medische behandeling, gaat het bij de WMO om het voorzien in een zorg- en ondersteuningsbehoefte gericht op zo volwaardig mogelijk burgerschap en normalisering van het dagelijks leven. Juist op dit vlak zou GV, met haar eigen werkwijze en invalshoek, iets kunnen betekenen. Als nadeel hiervan geldt wel, dat financiering via de WMO niet landelijk kan worden geregeld maar alleen plaatselijk of in overleg met koepels van gemeenten.
Bijlage 3: Advies over verzoek tot opname DBC-beroepentabel door Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz, 31 dec. 2015 Pagina 17-18: Advies per verzoek: paragraaf 5.7 Geestelijk Verzorger Pagina 19-20: Samenvatting advies
Vragen aan het Netwerk (pagina 17) Is het in de gespecialiseerde GGz gebruikelijk dat dit beroep wordt ingezet in de diagnostiek en behandeling van of zorg aan patiënten of is de verwachting dat dit binnen afzienbare tijd het geval zal zijn? In de praktijk bij 20-30% van de patiënten voor ‘begeleiding bij coping en zingeving’. In de ambulante zorg aanzienlijk minder door behandelaren aangevraagd (minder dan 20% van de patiënten). Heeft de patiënt in de gespecialiseerde GGz aantoonbaar baat bij de specifieke behandeling en/of zorg die door deze beroepsgroep wordt geleverd? De aanvragers lichten dit als volgt toe: ervaringen zijn positief en gebaseerd op feedback van patiënten en van behandelaren. Dat behandelaren blijven verzoeken om specifieke inzet binnen een behandeltraject wijst hierop. Is het beroep BIG-geregistreerd en van minimaal HBO-niveau? Het beroep is niet BIG-geregistreerd, maar beroepsbeoefenaren hebben een afgeronde HBOopleiding. Er is naast de algemene basisopleiding voor geestelijk verzorger een Kwaliteitsregister. Hebben degenen die dit beroep uitoefenen een eigen beroepsvereniging? Er zijn zo’n 150 GV’s, de meeste parttime werkzaam, waarvan er 113 zijn aangesloten bij de VGVZ met een goede landelijke spreiding. Overwegingen (pagina 17-18): De beroepsgroep levert in de intramurale én extramurale GGz een erkende bijdrage aan de behandeling van een substantieel deel van de GGz-patiënten op het vlak van coping en zingeving en draagt in die zin bij aan de kwaliteit en effectiviteit van zorg. In de intramurale GGz is de beschikbaarheid van de GV wettelijk geregeld en de beroepsgroep wordt in die setting ook patiëntgebonden ingezet binnen het kader van een uitgezette behandeling. In de extramurale setting is die wettelijke verplichting er niet. De vraag naar de inzet van de GV binnen het kader van de behandeling is echter niet minder relevant vanuit kwaliteitsoogpunt. Ook daar beschikt de GV over specifieke GGz-expertise om zijn/haar diensten in te zetten in de behandeling op verzoek van een van de behandelaren. De beroepsgroep wordt specifiek ingeroepen of door de patiënt gevraagd rond coping en zingeving binnen het kader van een bredere behandeling, zoals bij paranoïde en depressieve patiënten. In die zin is GV geen beroep dat zelfstandig patiëntgebonden activiteiten en verrichtingen uitvoert, maar behoort tot de ‘ondersteunende beroepen’. De vraag van de beroepsgroep om te worden opgenomen in de beroepentabel komt voort uit het verschil in financiering tussen intra- en extramuraal en de toepassing van de DBC-regels. Volgens de indieners wordt door instellingen het argument gebruikt dat de kosten van het beroep (als niettijdschrijvend) niet worden vergoed. De vraag is of dit een valide argument is. Het feit dat de GV valt onder een andere ‘hulpkostenplaats’ dan ‘ondersteunend personeel’, zoals (psychologisch testassistent, psychodiagnostisch werkende of preventie-medewerker) kan hierin een rol spelen. De kosten van de GV zijn echter evengoed verdisconteerd in de opslag op de vergoeding voor de tijdschrijvende beroepen. Het Netwerk is het niet eens met de aanvragers en is van mening dat het beroep Geestelijk Verzorger valt onder de categorie ondersteunende beroepen. Het Netwerk adviseert om het beroep niet op de DBCberoepentabel op te nemen. Het Netwerk beveelt aan als oplossing voor het gerezen probleem het beroep te verplaatsen van de categorie ‘overige ondersteuning en producten’ naar de categorie ‘ondersteunend personeel’. Daarmee neemt de zichtbaarheid binnen de beroepenindeling toe en kan de erkende inzet van de beroepsgroep gehandhaafd worden. Het is aan de instellingen zelf om te besluiten over de inzet van deze beroepsgroep. Advies geestelijk verzorger (pagina 19) en algemene aanbeveling (pagina 20) Het Netwerk adviseert om het beroep Geestelijk verzorger niet te plaatsen op de DBC-beroepentabel, omdat het past onder de categorie ondersteunende beroepen. Als oplossing voor het probleem rond de bekostiging van de ambulante inzet beveelt het Netwerk aan het beroep Geestelijk verzorger te verplaatsen van de categorie ‘overige ondersteuning en producten’ naar de categorie ‘ondersteunend personeel’. Het is van belang dat de NZa duidelijker zichtbaar maakt voor professionals, instellingen en zorgverzekeraars dat voor alle beroepen, op de DBC-beroepentabel en de tabel van ondersteunend personeel, een vergoeding is opgenomen in de DBC’s. Het is belangrijk dat er in het veld duidelijkheid is over de correcte toepassing van de DBC-regels.
Bijlage 4: Lijst met ondersteunende beroepen (site NZa) Assisterende ggzfuncties
Activiteitenbegeleiders
Gezinsbegeleiding
VOV/verpleegkundig personeel Overige ondersteuners ggz
psychologisch assistent psychodiagnostisch werkende zorgassistent testassistent activiteitenbegeleider sport(bege)leider sport/speltherapeut groepsbegeleider gezinstherapeut gezinshulpverlener gezinsbegeleider systeemtherapeut verpleger2 nurse practitioner ambulant werkende verzorger maatschappelijk werkende3 psychomotorisch therapeut28 Preventiemedewerker medewerker rehabilitatie Counselor Casemanager Trajectbegeleider ondersteuner spec. fz4 Ervaringsdeskundige
In een onderhoud op 4 juli 2016 zegde de NZa toe, binnenkort Geestelijke Verzorging toe te voegen aan deze lijst, en wel bij de categorie ‘Overige ondersteuners ggz’.