- CONCEPT – versie 6 januari 2009
Geestelijke Begeleiding Opmerking: Beoogd is om de functie te ontwikkelen tot Raads- en Vertrouwenspersoon.
niet bij brood alleen …..
bespreking Directieraad: 9 september2008 voorgenomen besluit Bestuur: 16 december 2008 advies Cliëntenraad: 5 maart 2008 besluit Bestuur: (dag, maand) 2008 uiterste evaluatietermijn: november 2011 documenteigenaar: Annet Westerink, geestelijk begeleider archiefcode: C 5.7
- CONCEPT – versie 6 januari 2009
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5
6 7 8 9
Inleiding ......................................................................................................................... 2 Doel en plaats................................................................................................................ 3 Juridisch kader .............................................................................................................. 4 3.1 Kwaliteitswet Zorginstellingen ................................................................................ 4 3.2 Medezeggenschap cliënten ................................................................................... 5 Geestelijke begeleiding binnen Wilgaerden ................................................................... 6 Werkzaamheden ........................................................................................................... 7 5.1 Scholing ................................................................................................................. 7 5.2 Individuele ondersteuning van medewerkers ......................................................... 8 5.3 Ondersteuning van teams ...................................................................................... 8 5.4 Individuele gesprekken .......................................................................................... 8 5.5 Gespreksgroepen .................................................................................................. 9 5.6 Doorverwijzen ........................................................................................................ 9 5.7 Rapportage ............................................................................................................ 9 Werkwijze ...................................................................................................................... 9 Financiering ..................................................................................................................10 Formatie .......................................................................................................................10 Uitleiding.......................................................................................................................10
1
- CONCEPT – versie 6 januari 2009
1 Inleiding In zijn meerjarenbeleidsplan ‘Beleidshorizon 2004 – 2009’ heeft de Stichting Woonzorggroep Wilgaerden (verder te noemen: Wilgaerden) als zijn missie gekozen: door uitstekende ouderenzorg een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het leven. Nederland is een goed land om in te leven. En we moeten eraan werken om dat zo te houden en om het nog beter te maken. Ouderen vormen een wezenlijke en belangrijke component in het weefsel van onze samenleving. Met het ouder worden komt de kwaliteit van leven van de oudere zelf gemakkelijk onder druk te staan. Wilgaerden wil er alles aan doen om een aanbod te doen dat tegemoet komt aan wensen die ouderen hebben op het gebied van zorgverlening. Wilgaerden is daarbij gericht op de mens als totaliteit: lichamelijk, psychisch en sociaal. Dit staat bekend als een holistische mensvisie. In de holistische mensvisie is het uitgangspunt dat je in alle levensfasen het lichamelijke, psychische en sociale aspect in de mens wel kunt onderscheiden maar dat je ze nooit kan en mag scheiden. Voor de praktijk van de zorgverlening betekent dit dat wij onze cliënten steeds tegemoet zullen treden vanuit dat besef van totaliteit. We zullen onze cliënten met respect tegemoet treden, we zullen ze een zo groot mogelijke vrijheid en autonomie laten, we zullen gericht zijn op ontplooiing en het bevorderen van het geluksgevoel. Het (zeer) oud worden gaat gepaard met een verandering in de visie op het leven. Verstandelijke, rationele en materialistische benaderingen van het leven maken meer en meer plaats voor een meer beschouwende kijk op het leven. De oudere mens is veelal bezig met het ‘opmaken van de balans’ van het eigen leven in het zicht van het naderende einde. De behoefte om hier met iemand over te spreken is groot. Soms dienen zich situaties (herinneringen) uit het verleden aan waar men iets mee moet, er moet iets afgemaakt worden, gebeurtenissen moeten alsnog een plaats krijgen in het grote verhaal van het leven. Een manier om dit voor elkaar te krijgen is door er met iemand over te spreken. Aan de veranderingen in de beschouwing van het leven en de ermee gepaard gaande zingevingsvragen willen we in ons dagelijkse zorgaanbod aandacht besteden: geestelijke begeleiding. Die geestelijke begeleiding – ingebed in het totaal van de verzorging – beoogt een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het leven van onze cliënten. De Cliëntenraad acht geestelijke begeleiding eveneens zeer belangrijk. De Cliëntenraad heeft al in zijn ‘Werkplan 2002’ een hoofdstuk 'Geestelijke Verzorging' opgenomen. Hierin wordt gesteld dat een mens blijkbaar 'niet van/bij brood alleen' kan leven. De Cliëntenraad van Wilgaerden vindt dat geestelijke begeleiding thuis hoort in het pakket van de totale zorg dat wordt aangeboden door de zorgaanbieder. Mede naar aanleiding van dit standpunt van de Cliëntenraad heeft de Directieraad van Wilgaerden besloten ter zake beleid te ontwikkelen. Dat wordt in deze notitie beschreven. In de besprekingen van conceptversies van deze notitie ‘Geestelijke begeleiding’ heeft de Ondernemingsraad erop geattendeerd dat ook medewerkers behoefte kunnen hebben aan raad en bijstand – in groepsverband of zelfs individueel – in verband met de psychische belasting van het werken in de ouderenzorg. Immers: ook medewerkers worden geconfronteerd met levensbeschouwelijke vraagstukken en zingevingsvraagstukken die samenhangen met het (zeer) oud worden van onze cliënten. In aansluiting op de gedachtewisseling met de Ondernemingsraad is daarom besloten om de functie geestelijke begeleiding zodanig in te richten dat deze in staat is om
2
- CONCEPT – versie 6 januari 2009
medewerkers te ondersteunen bij levensbeschouwelijke vraagstukken en zingevingsvragen. Vanwege de schaalgrootte van de Wilgaerden is het mogelijk om de functie ‘geestelijke begeleiding’ voor alle cliënten en alle medewerkers in de verzorgingshuizen, de woonzorgcomplexen en de woonzorgzônes in samenhang en samenwerking te realiseren. In het vervolg van de onderhavige notitie ‘geestelijke begeleiding’ wordt verder ingegaan op: doel en plaats van de geestelijke begeleiding; de wettelijk verplichtingen tot geestelijke begeleiding in verzorgingshuizen; de inventarisatie van geestelijke begeleiding binnen de locaties van Wilgaerden; het Wilgaerdenbrede aanbod geestelijke begeleiding in algemene termen; de werkzaamheden van de geestelijke begeleider(s); de randvoorwaarden (financiering, formatie); doorverwijzen; werkwijze; financiering.
2 Doel en plaats Het is een misverstand dat geestelijke begeleiding alleen bedoeld is voor mensen die gelovig zijn. De zorglocaties van Wilgaerden kennen een pluriforme populatie in de zin dat er geen locaties binnen Wilgaerden zijn die alleen cliënten met een bepaalde achtergrond of levensovertuiging opnemen. Iedere cliënt – ongeacht geloof of levensovertuiging - is bij Wilgaerden welkom en wordt met respect verzorgd en begeleid. Definitie geestelijke begeleiding: Geestelijke begeleiding is het op professionele wijze ondersteunen en begeleiden van cliënten en medewerkers op het gebied van zingevingsvragen, levensbeschouwelijke vragen en ethische vragen die samenhangen met het (zeer) oud worden. Wilgaerden kiest in de definitie en de functieaanduiding bewust voor de term ‘begeleiding’/’begeleider’ en niet voor de term ‘verzorging’/’verzorger’. De term ‘begeleiding’ geeft beter het karakter en de praktijk van de functie weer. Immers cliënten en medewerkers worden niet ‘geestelijk verzorgd’ maar veeleer ‘begeleid op het mentale vlak’ teneinde beter te kunnen omgaan met de psychische stressfactoren die samenhangen met het zeer oud worden. Het woord ‘begeleiding’ geeft weer dat cliënten en medewerkers het uiteindelijk zélf moeten doen; ze zijn en worden nooit lijdend voorwerp. Als in deze notitie de term ‘verzorging’ of ‘verzorger’ wel gebruikt wordt, komt dat doordat verwezen wordt naar het woordgebruik elders. Zingeving is het betekenis geven aan het leven. Levensbeschouwing is de opvatting omtrent het leven, zijn waarde en wezen; levensvisie. Ethische vragen zijn vragen ten aanzien van dat wat goed en dat wat kwaad is; zedenleer of moraalfilosofie.
3
- CONCEPT – versie 6 januari 2009
In de zorgvisie van Wilgaerden is geestelijke begeleiding allereerst integraal onderdeel van het dagelijkse zorgaanbod. Dat houdt dus ook in dat geestelijke begeleiding deel uitmaakt van het werk van de medewerkers die rechtstreeks cliëntcontact hebben: vooral de verzorgende(n) en met name ook de Eerst Verantwoordelijke Verzorgende (verder aangeduid als EVV'er) van de betreffende cliënt. Om die reden wordt de functionaris geestelijke begeleiding allereerst ingeschakeld voor de deskundigheidsbevordering, de professionele advisering en de begeleiding van medewerkers op het punt van geestelijke begeleiding in de dagelijkse zorgverlening. Voorts wordt de functionaris geestelijke begeleiding desgewenst door de teamleider ingeschakeld wanneer op basis van signalering door de EVV'er duidelijk is dat een cliënt specifieke ondersteuning behoeft op het gebied van zingeving, levensbeschouwing/levensvragen en ethische vragen. Individuele en groepsgerichte geestelijke begeleiding is gebaseerd op onvoorwaardelijke eerbied voor de eigenheid van de cliënt. Dit impliceert dat er een vertrouwensband tussen geestelijk begeleider en cliënt dient te zijn of te komen om zoveel mogelijk samen te kunnen delen. Maar de cliënt, de geestelijk begeleider of de medewerker kunnen soms duidelijk verschillen in achtergrond en levensbeschouwelijke visie. Verschil in achtergrond mag het doel en de inhoud van de geestelijke begeleiding niet in de weg staan. Gelijkgezindheid kan een voordeel zijn, anders gezind-zijn mag geen nadeel zijn. Vaak wordt geestelijke begeleiding in één adem genoemd met pastorale zorg. Het verschil tussen geestelijke begeleiding en pastorale zorg is dat een pastor/dominee een helpende relatie met iemand aangaat om samen, in het licht van het evangelie, met hem of haar een weg te zoeken in geloofs- en daarmee samenhangende levensvragen. Pastorale zorg is dus het specifieke religieuze aspect van de geestelijke begeleiding. Pastorale zorg is geestelijke verzorging vanuit de kerken die wordt verleend aan de leden van hun parochie of gemeente. Derhalve kan pastorale zorg gezien worden als een specifiek onderdeel van het totale terrein van de geestelijke begeleiding. Dit specifieke onderdeel is principieel voorbehouden aan vertegenwoordigers van de kerken. Als de geestelijk begeleider geconfronteerd wordt met de vraag naar pastorale zorg, is het de taak van de geestelijk begeleider om de cliënt aan te bieden een contact tot stand te brengen met de betreffende kerkelijke ambtsdrager. Wilgaerden stelt zich op het standpunt dat professionele geestelijke begeleiding in de locaties niet exclusief gebonden dient te zijn aan een bepaalde levensbeschouwelijke traditie. Wilgaerden wil vanzelfsprekend medewerking verlenen zodat bevorderd wordt dat cliënten die dat willen zelf de pastorale zorg van hun keuze kunnen inschakelen.
3 Juridisch kader 3.1 Kwaliteitswet Zorginstellingen Voor de regelgeving rond geestelijke begeleiding in zorginstellingen is de Kwaliteitswet Zorginstellingen van 1996 van belang. Artikel 3 van deze wet luidt: 'De zorgaanbieder organiseert de zorgverlening op zodanige wijze, voorziet de instelling zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel,
4
- CONCEPT – versie 6 januari 2009
en draagt zorg voor een zodanige eindverantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot een verantwoorde zorg. Hierbij betrekt hij de resultaten van overleg tussen zorgaanbieders, zorgverzekeraars en (…) consumentenorganisaties. Voor zover het betreft zorgverlening die verblijf van de (…) cliënt in de instelling gedurende tenminste een etmaal met zich meebrengt, draagt de zorgaanbieder er tevens zorg voor dat in de instelling geestelijke verzorging beschikbaar is, die zoveel mogelijk aansluit bij de godsdienst of levensovertuiging van de (…) cliënten'. De Kwaliteitswet Zorginstellingen stelt dus regels voor cliënten die in een intramurale setting verblijven. Er wordt immers aangegeven dat het gaat om cliënten die tenminste een etmaal in een instelling verblijven. De huidige inzichten ten aanzien van de plaats waar verzorgingshuiszorg kan worden verleend – de grens tussen intramuraal en extramuraal is immers aan het vervagen – noopt Wilgaerden er toe om de regelgeving in dezen naar de geest op te vatten. Dat houdt in dat functie geestelijke begeleiding voor álle cliënten (intramurale én extramurale) van Wilgaerden ingericht wordt en beschikbaar zal zijn. Wilgaerden moet en wil aan beleid werken waarin voor onze cliënten de beschikbaarheid van geestelijke begeleiding geregeld is. Strikt genomen zijn instellingen op basis van de Kwaliteitswet niet verplicht om geestelijk begeleiders in dienst te nemen. Wilgaerden wil daadwerkelijke integratie van de functie geestelijke begeleiding realiseren door middel van het aangaan van een dienstverband. Artikel 3 uit de Kwaliteitswet houdt ook een (relatieve) pluriformiteitseis in; de geestelijke begeleiding moet immers zoveel mogelijk aansluiten bij de godsdienst of levensovertuiging van cliënten. Bij de uitvoering van de beschikbaarheidseis moet rekening gehouden worden met de levensbeschouwelijke pluriformiteit van de cliëntenpopulatie. Voor een instelling is het ondoenlijk om voor elke geloofsrichting een geestelijk begeleider beschikbaar te hebben. Dat heeft niet alleen te maken met de schaalgrootte van de instelling maar ook met de feitelijke beschikbaarheid van geestelijke begeleiders van verhoudingsgewijs 'schaarse' denominaties. Voor het operationaliseren van de pluriformiteitseis is een bepaalde schaalgrootte nodig. Vanwege de schaalgrootte van Wilgaerden is de organisatorische en financiële haalbaarheid van een gedegen en pluriforme functie geestelijke begeleiding mogelijk geworden. 3.2 Medezeggenschap cliënten Voor wat betreft de naleving van de beschikbaarheidsnorm hebben cliënten een belangrijke stem. Door middel van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) hebben cliënten van zorginstellingen de mogelijkheid om te klagen indien er onvoldoende geestelijke verzorging beschikbaar zou zijn. Verder bepaalt de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) dat de zorgaanbieder voor elk voorgenomen besluit inzake het algemeen beleid op het gebied van de geestelijke verzorging de Cliëntenraad in de gelegenheid moet stellen om advies uit te brengen. Het gaat hier om een verzwaard adviesrecht, dat wil zeggen dat de zorgaanbieder in beginsel niet van het advies van de Cliëntenraad mag afwijken tenzij een Commissie van Vertrouwenslieden bepaalt dat de zorgaanbieder bij afweging van de betrokken belangen tot zijn voorgenomen besluit heeft kunnen komen.
5
- CONCEPT – versie 6 januari 2009
4 Geestelijke begeleiding binnen Wilgaerden Onze cliënten hebben al een heel leven achter de rug, waarin zij in meer of mindere mate zin en voldoening hebben ervaren door hetgeen zij meemaakten en/of ondernamen. Het kan zijn dat zij zin ontleenden aan hun werk, aan hun gezin, hun hobby’s, hun status, hun huis, aan hun geloof, hun politieke activiteiten, hun tuin, hun vakanties enzovoort. Aangewezen zijn op zorg in het algemeen en wonen in een woonzorgvoorziening in het bijzonder kan voor mensen een harde confrontatie betekenen met hun ouderdom en het daarbij behorende verlies van mogelijkheden om deze zingevende kanten van het leven nog langer op de vroegere manier te beleven of te ondernemen. Voor veel mensen is het dan ook vaak moeilijk om in een dergelijke situatie op de lange duur nog zin in hun leven te ervaren. Dat kunnen cliënten op verschillende manieren uiten. Sommigen spreken hun gedachten uit en vragen zich af waarom hen dit moet overkomen, wat het allemaal nog voor zin heeft, hoe ze verder moeten. Dergelijke vragen zijn zin(gevings)vragen of levensvragen. Ze gaan over de zin, de waarde van het leven voor de betrokkene in het licht van oud en kwetsbaar zijn, veel zaken die zin geven los moeten laten en uiteindelijk zelf sterven. Andere mensen houden hun zinvragen voor zich maar reageren bijvoorbeeld geprikkeld of vragen veel aandacht voor ogenschijnlijk onbelangrijke zaken. Ook daarbij kunnen gevoelens omtrent de zin van het leven een rol spelen. Vragen van individuele cliënten kunnen van zeer uiteenlopende aard zijn. Zo kunnen er vragen zijn zoals: 'Ik mis mijn kinderen, ze komen niet zo vaak.' En: 'Wat is de zin van zo oud worden?' Maar ook vragen op het gebied van rouwverwerking, euthanasievraagstukken, stervensbegeleiding, oorlogstrauma’s en kampsyndromen enzovoort. Vaak is moeilijk om op uitgesproken en onuitgesproken zingevingsuitingen zodanig te reageren dat de cliënt zich weer wat beter voelt. Medewerkers kunnen hierdoor onmacht ervaren en reageren soms vanuit deze onmacht zodanig, dat de cliënt zich afgewezen en gekwetst voelt omtrent hetgeen haar of hem bezighoudt. Ethische aspecten van de zorgverlening doen zich voelen als situaties rondom cliënten waarbij de medewerkers het gevoel hebben dat er iets niet klopt in de zorgverlening. Deze situaties zijn onder te verdelen in kwesties die ontstaan, doordat algemeen geaccepteerde waarden als aandacht, respect, zorgvuldigheid en vakbekwaamheid in de zorgverlening niet waargemaakt worden of kunnen worden. Bijvoorbeeld door de werkdruk, door gebrek aan tijd, door routine, door gebrek aan aandacht, door gebrek aan inleving, door gebrek aan kennis. Wat goede zorg is, is in dergelijke situaties vaak wel duidelijk, maar er zijn belemmeringen om het goede te doen. Dit kunnen belemmeringen zijn die gelegen zijn in de medewerker zelf, belemmeringen in de relatie tussen medewerker en cliënt, belemmeringen in de organisatorische omstandigheden of de maatschappij. Daarnaast zijn er ethische kwesties die ontstaan doordat twee tegengestelde waarden in het geding zijn bijvoorbeeld de autonomie van de cliënt versus de plicht de client te behoeden voor gevaar. Er ontstaat een dilemma, een vraagstuk over wat in deze specifieke omstandigheid nu het goede is om te doen. Dit alles overziend worden binnen Wilgaerden aan de functie geestelijke begeleiding drie hoofdaspecten onderscheiden: 1. in de directe zorg die medewerkers in hun dagelijkse werk leveren aan onze cliënten;
6
- CONCEPT – versie 6 januari 2009
2. in de advisering van Bestuur, directeuren, managers, teamleiders en teams wanneer zingevingsvraagstukken, levensbeschouwelijke vragen, ethische thema’s of morele dilemma’s in het zorgproces aan de orde zijn; 3. beschikbaar zijn voor persoonlijke contacten met de Cliëntenraad, met cliëntgroepen en met individuele cliënten. Het is in de ‘Inleiding’ al aangegeven: Wilgaerden wil de geestelijke begeleiding inbedden in het totaal van de verzorging om daarmee een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het leven van onze cliënten. Dit uitgangspunt leidt ertoe dat geestelijke begeleiding binnen Wilgaerden allereerst erop gericht is om onze medewerkers beter toe te rusten in dit aspect van hun dagelijks werk met name door middel van systematische deskundigheidsbevordering, in groepsverband en/of individueel. Dit is de hoofdtaak van de functionaris(sen) geestelijke begeleiding. Aldus wordt een belangrijke impuls gegeven aan de kwaliteit van de beroepsuitoefening van medewerkers. Indien medewerkers beter zijn toegerust om zorgvragen op het gebied van de geestelijke begeleiding in een vroegtijdig stadium te signaleren en te onderkennen, en bovendien over de vaardigheden beschikken om verschillende zorgvragen op te lossen dan wel snel en afdoende via de teamleider door te spelen aan de geestelijk begeleider is dit een voor de cliënt uiterst adequate en gepaste situatie. Hiermee is geestelijke begeleiding, net als lichamelijke verzorging, structureel onderdeel van de dagelijkse zorg. Een zeer belangrijke taak van de geestelijk begeleider is dus het begeleiden, adviseren en scholen van medewerkers in het primaire proces. Indien gewenst, adviseert en begeleidt de geestelijk begeleider medewerkers ten aanzien van geestelijke zorg voor een individuele cliënt. Maar de geestelijk begeleider levert ook een essentiële bijdrage aan scholing (bijvoorbeeld door middel van 'klinische' lessen) van medewerkers vanuit het eigen professionele perspectief en de plaats daarvan in het algemene zorgverleningsbeleid van Wilgaerden. De geestelijk begeleider kan zo worden aangemerkt als docent of trainer van medewerkers. In veel gevallen zal de inzet van de geestelijk begeleider in een directe cliëntrelatie achterwege kunnen blijven indien de medewerker zelf een oplossing kan bieden. Natuurlijk is de geestelijk begeleider de specifiek deskundige maar omdat geestelijke begeleiding breder gezien kan worden dan de specifieke/specialistische zorg die de geestelijk begeleider levert, kiest Wilgaerden ervoor om de kennis en kunde van geestelijke zorg, die medewerkers – ook nu al – dagelijks leveren, te vergroten en te verdiepen.
5 Werkzaamheden 5.1 Scholing De medewerkers kunnen zich inschrijven voor een scholing door de geestelijk begeleider. Er is een scholingsprogramma waaruit gekozen kan worden, de scholing kan ook aangepast worden aan het team van de betreffende locatie zo nodig. Afhankelijk van het onderwerp wordt de scholing samen met een andere medewerker (bijvoorbeeld psycholoog of specialist ouderengeneeskunde van de dienst Zorgadvies en Behandeling gegeven. Er zal op termijn naar worden gestreefd dat iedere medewerker jaarlijks een scholing zal volgen van de dienst Zorgadvies en Behandeling. Er is een top drie van scholingen vastgesteld waarvan de dienst vindt dat deze prioriteit hebben binnen de organisatie.
7
- CONCEPT – versie 6 januari 2009
5.2 Individuele ondersteuning van medewerkers Een enkele keer komt het voor dat een medewerker individueel wordt ondersteund door de geestelijk begeleider. Dit komt voor als de problematiek van het werk raakt aan eigen ervaringen, bijvoorbeeld in het geval van zelfdoding van een cliënt. Afgesproken is dat vragen voor begeleiding door de geestelijk begeleider eerst naar de bedrijfsarts gaan, die beslist wie deze ondersteuning het beste kan bieden. 5.3 Ondersteuning van teams De geestelijk begeleider ondersteunt teams naar aanleiding van een calamiteit bijvoorbeeld in geval van euthanasie, een wel of niet geslaagde zelfdoding van een client, het sterven van een collega en dergelijke. Daarnaast wordt de geestelijk begeleider ingeschakeld voor het behandelen van actuele casus op locatie. 5.4 Individuele gesprekken Het is geenszins de bedoeling dat medewerkers de specialistische taken van de geestelijk begeleider gaan overnemen. Wanneer een specialistische inzet vereist is kan en zal de medewerker dit signaleren en via de eigen teamleider of de EVV'er de hulp inroepen van de geestelijk begeleider. Dit kan in sommige gevallen ertoe leiden dat de geestelijke begeleider zelf één of meerdere gesprekken heeft met de cliënt. Hierbij kan het incidenteel nodig zijn dat direct betrokken familieleden in het begeleidingstraject van de geestelijk begeleider participeren, mits de cliënt daar toestemming voor geeft. Indien op enig moment blijkt dat de hulpvraag van de cliënt de competentie van de geestelijk begeleider te boven gaat (naar oordeel van de cliënt of de geestelijk begeleider), om welke reden dan ook, zal de geestelijk begeleider direct alles in het werk stellen om de cliënt te verwijzen naar degene die de cliënt op adequate en professionele wijze kan helpen. De criteria voor de aanvraag van een individueel gesprek door de geestelijk begeleider met een cliënt luiden als navolgt. Bij de cliënt is sprake van tenminste één van de volgende factoren: • ernstig lichamelijk of geestelijk lijden; • gevaar voor depressie; • depressiviteit; • levensmoeheid; • grote verandering lichamelijk of geestelijk; • verlies van naaste: partner, kind of kleinkind; • voortschrijdende afhankelijkheid; • (beginnende) dementie bij cliënt of partner; • ernstige gevoelens van eenzaamheid; • ernstige ziekte of plotselinge opname van cliënt of partner. Voor de volgende situaties kan indien gewenst altijd de geestelijk begeleider ingeschakeld worden: • vraag naar euthanasie; • stervensbegeleiding. Tussen management en geestelijk begeleiders is afgesproken dat de individuele gesprekken met cliënten niet meer dan 4 uur per week van de totale uren van de geestelijk begeleider in beslag nemen. 8
- CONCEPT – versie 6 januari 2009
De geestelijk begeleider rapporteert in het zorgdossier zodat de medewerkers op de hoogte zijn van het verloop van de gesprekken, één en ander afhankelijk van de toestemming van de cliënt en het ambtsgeheim van de geestelijk begeleider. Zo nodig neemt de geestelijk begeleider deel aan het Multidisciplinair Overleg (MDO). 5.5 Gespreksgroepen De geestelijk begeleider zet de zogenaamde netwerkgroepen op in de locaties van Wilgaerden volgens het ‘ train de trainer’ concept. Tijdens het traject worden twee medewerkers getraind, zodat na acht keer deze groepen zelfstandig doorgaan in de locaties onder begeleiding van deze medewerkers. Daarnaast is het de bedoeling om een gespreksgroep voor beginnend dementerenden te starten. Indien daar behoefte aan is zal de geestelijk begeleider groepsbijeenkomsten organiseren. Men moet hierbij denken aan gespreksgroepen, bezinnings- en eventueel herdenkingsbijeenkomsten. 5.6 Doorverwijzen Zowel bij de ondersteuning van de individuele medewerkers als bij de individuele gesprekken met cliënten wordt er gesproken over doorverwijzen. De ondersteuning van individuele medewerkers wordt geïndiceerd door de bedrijfsarts en bij overige ondersteuning door de geestelijk begeleider wordt steeds zorgvuldig gekeken welke discipline of welke verantwoordelijkheid/deskundigheid in de actuele casus het meest adequaat en/of gewenst is. Omdat de lijnen binnen de dienst Zorgadvies en Behandeling kort zijn, wordt er zeer regelmatig doorverwezen, overlegd of samengewerkt ten behoeve van de cliënten. Binnen de dienst Zorgadvies en Behandeling leeft het idee om hier te zijner tijd een protocol voor te ontwikkelen zodat men in de locaties snel kan zien welke discipline het meest geschikt is voor een bepaalde bijdrage. 5.7 Rapportage De geestelijke begeleiders houden een registratie bij van de urenverdeling van de werkzaamheden die in dit hoofdstuk genoemd zijn. Hierover wordt jaarlijks gerapporteerd aan het hoofd Zorgadvies en Behandeling en het Bestuur.
6 Werkwijze De geestelijk begeleider is Wilgaerdenbreed werkzaam in en voor alle locaties. De geestelijke begeleider heeft vooral een stevige taak in het adviseren, begeleiden en scholen van medewerkers. Met name vanwege deze medewerkersgerichte insteek (adviseren, scholen, begeleiden) heeft de functie dus primair een tweedelijns aspect. Een voordeel van het Wilgaerdenbreed werkzaam zijn is de eenduidigheid in beleid en aanpak. Als nadeel zou kunnen worden genoemd dat de betrokkenheid bij een locatie minder is aangezien er relatief veel locaties binnen Wilgaerden zijn. De geestelijk begeleider heeft als thuisbasis het Centraal Bureau maar gezien de werkzaamheden is de geestelijk begeleider weinig op deze thuisbasis aanwezig. In de praktijk zal blijken dat de geestelijk begeleider veel in de zorglocaties zal verblijven. In verband met het mobiele karakter van de functie zal deze functionaris een eigen auto moeten hebben; dienstreizen worden vergoed. De geestelijk begeleiders werken territoriaal dat wil zeggen dat zij ieder de verantwoordelijkheid hebben voor hun ‘eigen’ locaties op het gebied van de geestelijke begeleiding. Zij nemen voor elkaar waar tijdens afwezigheid of in noodgevallen.
9
- CONCEPT – versie 6 januari 2009
De geestelijk begeleider maakt deel uit van de dienst Zorgadvies en Behandeling. Hiërarchisch is de aansturing van de geestelijk begeleider de verantwoordelijkheid van het hoofd Zorgadvies en Behandeling.
7 Financiering In het intramurale budget zijn de kosten voor de functie geestelijke begeleiding begrepen. Omdat de extramurale zorg, anders dan de budgetten voor intramurale zorg, op basis van geïndiceerde en gerealiseerde zorgproductie wordt gefinancierd, komt de mogelijkheid tot financiering van geestelijke begeleiding hier aan de orde. De functionele indicatiestelling in de AWBZ gaat voor extramurale cliënten uit van de volgende functies: Persoonlijke verzorging, Verpleging, Ondersteunende begeleiding, Activerende begeleiding, Behandeling en Verblijf. Wilgaerden levert al deze functies. Extramurale cliënten ontvangen Huishoudelijke Verzorging (in dit geval Hulp bij het Huishouden genoemd) op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Een AWBZ-indicatie geeft aan hoeveel uren en van welke functie ingezet en derhalve gedeclareerd mogen worden. Geestelijke begeleiding wordt opgevoerd onder de functie Ondersteunende begeleiding. Deze functie is gericht op het bevorderen en behouden van integratie in de samenleving en zelfredzaamheid en kan verband houden met diverse problematiek (somatische, psychische, psychiatrische en psychosociale zorgbehoeften).
8 Formatie Op basis van de bijgevoegde functiebeschrijving ‘Geestelijke begeleider’ is de functie ingedeeld in functiegroep 60 FWG 3.0. De Directieraad gaat voor de formatieberekening vooralsnog uit van 4 uur geestelijke begeleiding per week per 120 intramurale plaatsen en van 2 uur per 100 extramurale plaatsen. De praktijk zal moeten uitwijzen of het aantal uren adequaat is. Voor de geestelijke begeleiding van de cliënten van Wilgaerden wordt per 2009 1,18fte ingezet. Deze formatie wordt gerealiseerd door twee functionarissen in deeltijd. Beiden werken voor Wilgaerden als geheel. Door te kiezen voor twee deeltijdfunctionarissen kan beter tegemoet worden gekomen aan de pluriformiteitseis uit de Kwaliteitswet Zorginstellingen. De twee functionarissen kunnen elkaar aanvullen op het gebied van deskundigheid, karakter, sekse of anderszins. Bovendien kan de continuïteit van de beschikbaarheid beter gegarandeerd worden bij een meervoudige bezetting van de functie. Daarnaast worden al onze locaties bezocht door de voorgangers of pastoraal werkers uit de lokale parochies, die ook de diensten of vieringen verzorgen.
9 Uitleiding De opdracht die Wilgaerden aan zichzelf stelt door middel van zijn slogan 'Specialisten in Ouderenzorg!' wordt mede waargemaakt door het inrichten van betekenisvolle geestelijke begeleiding als onderdeel van de dagelijkse zorg. Wij willen medewerkers adequaat toerusten en cliënten uitstekend begeleiden. 10