Geen megastal maar boerderij Over de toekomst van de veehouderij
De Nederlandse veehouderij maakt een enorme industrialisering door. Een groot deel is ingericht om te produceren tegen een zo laag mogelijke kostprijs: dieren worden als ‘vleesproductie-machines’ behandeld, het milieu wordt vervuild en de volksgezondheid blootgesteld aan gevaren. Ook de boerensector lijdt onder de vergaande intensivering. Ieder jaar verdwijnen er 830 boerenbedrijven en komen er gemiddeld 30 megastallen bij.
GREENPEACE/BELTRA
BRENDA POPPENK
De politiek beslist: megastal of boerderij?
Dit najaar beslissen regering en parlement over de toekomst van de intensieve veehouderij in Nederland. Wordt de veehouderij een duurzame sector of gaan we door op de weg van de schaalvergroting? Willen we dat vlees, zuivel en eieren worden geproduceerd op boerderijen of in megastallen?
Grote delen van het Amazone-regenwoud worden in brand gestoken om ruimte te maken voor soja-plantages.
Waarom geen megastallen? Milieuproblemen • De mondiale veehouderijsector levert een grote bijdrage aan de totale uitstoot van broeikas- gassen en dus aan klimaatver- andering: maar liefst 18 procent volgens de meest voorzichtige schatting. Bij intensivering neemt deze bijdrage toe. • Het grootste deel van het veevoer voor de intensieve veehouderij wordt geteeld in Zuid-Amerika. De gigantische productie van veevoer-soja daar gaat gepaard met groot- schalige ontbossing van het tropisch regenwoud, gedwongen landonteigening en een overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen.
Beeld vrijstaande koe
DAMIANPALUS/DREAMSTIME.COM
2
• Door het grootschalig invoeren van veevoer wordt de kring- loop van grond-veevoer-dier- mest-grond doorbroken. In Zuid-Amerika raakt de grond uitgeput; in Nederland ontstaat
een mestoverschot met als gevolg vervuiling van het oppervlaktewater en aantasting van de natuur door fosfaat, nitraat en ammoniak.
“De integrale aanpak van duurzaamheid is belangrijk. Dan denk ik vooral aan het sluitend maken van de energie –, water– en grondstofkringlopen. De kringloopeconomie in de praktijk betekent dat afval dient als grondstof voor nieuwe producten.”
• Het overgrote deel van de dieren ziet de buitenlucht alleen op weg naar het slacht- huis. Megastallen zijn moeilijk geschikt te maken voor vrije uitloop door de grote aantallen dieren en het gebrek aan land rondom de stal.
Jacqueline Cramer, hoogleraar Duurzaam Innoveren aan de Universiteit Utrecht, directeur van het Utrecht Centrum voor Aarde en Duurzaamheid en voormalig minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Problemen met dierenwelzijn • Dieren kunnen door de kleine oppervlaktes waarop ze
gehuisvest zijn hun soorteigen gedrag niet vertonen. Scharre- len, in een groep leven en spelen is er voor de meeste dieren niet bij.
“FrieslandCampina en haar melkveehouders zelf ervaren dat weidegang van groot belang is voor de beeldvorming en acceptatie van het product melk en van de melkveehouderij als sector.” Kees Wantenaar, voorzitter van het bestuur van zuivelcoöperatie FrieslandCampina
3
“De risico’s voor de volksgezondheid van grootschalig antibioticagebruik in de intensieve veehouderij zijn momenteel niet te overzien. Resistente bacteriën worden frequent bij mensen aangetroffen. Vanwege dit risico is er nu alle reden om een pas op de plaats te maken met betrekking tot megastallen.”
“In een situatie van toenemende vrijhandel zijn er aanvullende maatregelen van de overheid nodig, zowel om de vitaliteit van de agrarische sector als essentiële waarden als dierenwelzijn en een gezond milieu te waarborgen.”
Jos van de Sande, Arts Maatschappij en Gezondheid, Hoofd Infectieziektenbestrijding GGD Hart voor Brabant
Slecht voor de volksgezondheid
Maatschappelijke weerstand
• Doordat er teveel dieren onnatuurlijk dicht op elkaar leven en niet buiten komen zijn ze extra bevattelijk voor dierziekten. Een aantal dierziekten is overdraagbaar op mensen.
Er bestaat een brede maatschappelijke weerstand tegen megastallen. Begin 2011 voerde TNS-NIPO, in opdracht van Milieudefensie, een opinieonderzoek uit waaruit bleek dat een meerderheid van de Nederlanders (56%) geen megastallen wil. Slechts 11% is voor de nieuwbouw van megastallen. De rest heeft geen uitgesproken mening.
• In de intensieve veehouderij wordt preventief veel antibio- tica gebruikt. Dit leidt tot het resistent worden van ziektever- wekkende bacteriën. De be strijding van deze bacteriën bij dieren en mensen wordt daardoor ernstig belemmerd. • Megastallen stoten grote hoeveelheden fijnstof uit. Fijnstof kan leiden tot longziek - ten of het verergeren van deze ziekten en kan bovendien fungeren als drager van ziekteverwekkende bacteriën.
Een publieksonderzoek van bureau Veldkamp, uitgevoerd in opdracht van staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, liet in mei 2011 ook zien dat de meerderheid van de Nederlanders tegen megastallen is. Dit onderzoek vormde het startpunt van de maatschappelijke dialoog over de toekomst van de sector. Ook de wetenschap maakt zich
Cees Veerman, hoogleraar Duurzame Plattelandsontwikkeling bij de Universiteit van Tilburg en Wageningen UR en voormalig minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit
ernstige zorgen over de intensieve veehouderij. In 2010 tekenden honderden hoogleraren een manifest met een pleidooi om de intensieve veehouderij om te vormen tot een dier-, mens- en milieuvriendelijke sector. Onze landelijke volksvertegenwoordigers vertaalden deze maatschappelijke weerstand in twee moties die in februari 2011 werden aangenomen in de Tweede Kamer. Deze moties bepaalden dat er tijdens de maatschappelijke dialoog geen nieuwe megastallen bijgebouwd mogen worden.
Dat kan anders! De problemen rond megastallen laten zien dat de huidige situatie onhoudbaar is. Daarbij opgeteld: boeren krijgen een steeds lagere prijs voor hun producten. Zij moeten stoppen met hun bedrijf of voelen zich gedwongen om mee te gaan in de schaalvergroting. Hoe meer megastallen er bij komen hoe groter de problemen worden. En: op den duur zal Nederland de slag met goedkopere productielanden hoe dan ook verliezen.
De politiek kan nú de koers wijzigen Dit najaar nemen de regering en het parlement een beslissing over de toekomst van de veehouderij in Nederland. Milieudefensie roept hen op om te kiezen voor een duurzame veehouderij zonder dierenleed én zonder schade aan het milieu.
MICHIEL WIJNBERGH
4
5
Wat wil Milieudefensie? Milieudefensie vraagt de politiek om zich hard te maken voor: 1. een landelijk verbod op megastallen, 2. een vrije uitloop voor dieren, 3. de productie van vlees, zuivel en eieren in een gesloten voer-mest-kringloop.
Milieudefensie pleit voor een trendbreuk in de ontwikkeling van de veehouderij. Voor een duurzame veehouderij waarbij boeren een toekomst kunnen opbouwen met een eerlijke prijs voor hun producten. Als klein land kunnen we ons onderscheiden met kwalitatief hoogwaardige producten waarbij dierenwelzijn en een schoon milieu hoog in het vaandel staan.
Hoe ziet een duurzame veehouderij eruit? Een duurzame veehouderij richt zich op de productie van dier- en milieuvriendelijke kwaliteitsproducten. In de praktijk gebeurt dat op boerderijen die de draagkracht van de aarde als uitgangspunt nemen, met meer ruimte
6
voor dieren en minder milieuschade.
gebruikt voor het vruchtbaar maken van de eigen grond.
Boerderijen zijn de spil van de duurzame plattelandskringloop. Met behulp van geavanceerde technieken produceren zij groente, fruit, graan, vlees, zuivel en eieren van hoge kwaliteit voor zowel de Nederlandse als de Europese markt. De dieren leven van gewassen geteeld op de eigen boerderij of uit de omgeving; de mest wordt
Weilanden en akkers vormen een gezonde natuurlijke omgeving voor planten en dieren. Gewassen groeien zonder gebruik van chemische toevoegingen, dieren lopen vrij in de wei of hebben een vrije uitloop. Dankzij hun milieuvriendelijke productiemethoden voorkomen boeren dat bodem, lucht en water vervuilen.
De duurzame veehouderij van de toekomst: • produceert in een gesloten kringloop van voer en mest. Dieren worden gevoed met gewassen van nabij gelegen akkers. Deze akkers worden op hun beurt bewerkt met de mest van deze dieren. Hierdoor blijft de bodem gezond en is er geen import van veevoer-soja nodig. • biedt volop ruimte aan dieren. Kippen, varkens en koeien krijgen voldoende ruimte om hun soorteigen gedrag te vertonen en hebben vrije uitloop naar buiten. Daarbij wordt de lichamelijke
integriteit van dieren gerespec - teerd: er worden geen snavels en staarten gekapt.
van producten die niet aan de Nederlandse duurzaamheids normen voldoen.
• is gezond voor mens en dier. Vanwege de goede huisvesting en de vrije uitloop zijn de dieren gezond en bouwen ze zelf weerstand op. Zieke dieren krijgen de noodzakelijke zorg.
• laat bovenal een gezond boerenverstand zien. De boer is de schakel tussen de natuur, de mens en haar voedselvoorziening. Onder druk van globalisering, schaalvergroting en kostenef- ficiëntie is hij deze rol kwijtge- raakt aan multinationals en retailers. In een duurzame landbouw herneemt de boer zijn spilfunctie in de keten. Boeren zijn trots op hun dieren, land en bedrijf.
• is een gezond bedrijf met een eerlijke prijs voor de geleverde producten. Door de huidige productie in Nederland ont- staan er overschotten en dalen de prijzen. Door regule- ring kan de productie worden beperkt en gaan de prijzen omhoog. Een voorwaarde hierbij is dat de markt be- schermd wordt tegen import
7
Colofon Tekst: Hugo Hooijer Redactie: Brenda Poppenk Vormgeving: www.ditishetechtewerk.nl Drukwerk: Macula Foto boven omslag: Bart Eijgenhuijsen/HH Milieudefensie Nieuwe Looiersstraat 31 1017 VA Amsterdam Postbus 19199 1000 GD Amsterdam Servicelijn: 020 6262 620
[email protected] www.milieudefensie.nl © Milieudefensie, september 2011
Een wereld waarin kwaliteit en duurzaamheid voorop staan als het om ons eten gaat. Waarin streekproducten een grote rol spelen en gesleep met voedsel en dieren tot het verleden behoort. Dat is de wereld waar Milieudefensie voor gaat. Doe je mee?
www.milieudefensie.nl