Informatiemaatschappij en internet. 1. Noem vier verschillende soorten informatie die we kunnen vinden op het internet. 2. Waarvoor staat “www” in een url. (idem voor “edu”, “org”, “com”, “ac”, “net”…)? 3. Noem vier extensies (geen landextensies) en zeg waarvoor ze gebruikt worden. 4. Verklaar op een duidelijke manier het onderscheid tussen een zoekrobot en een webindex. 5. Waaraan herken je o.a. een website van een privépersoon? 8. Op welke vier hoofdcriteria kan je een website kritisch beoordelen? woordenschat thema 1 : Maak een correcte, originele Nederlandse zin met de volgende woorden zodat de betekenis duidelijk wordt: o Catalogi o url o tilde o phrase searching o indicatie o propaganda o index o navigeren o snail mail o attachment o file (in computertaal) o uploaden o irc o www o browser
woordenschat thema 2 : Maak een correcte, originele Nederlandse zin met de volgende woorden zodat de betekenis duidelijk wordt: o Reiki o Onomatopee o Veganist o Rave o Trippen o Anticiperen o Straight edger o Privilige o Authentiek o Recupereren o Vervaarlijk o Klef o Getto o Distilleren o Mokerslag o Label o Bricoleren o Poneren o Babyboomer o Statussymbool o Democratisering o Stijlattribuut o Loungen o Spotten (in de betekenis van trenspotters)
o o o o o o o o o o o o o
Database Glossy Coolhunter Anabolen Hype Entertainment Plausible Reflectie Het emeritaat In zwang zijn Persuasief Emotief Diverterend
Vragen bij thema 2. Jongerenculturen. 1. Geef in een 5-tal zinnen en eigen bewoordingen een omschrijving van gothics, reli’s, nerds, hiphoppers en straight edgers. 2. Noem drie aspecten uit de maatschappij waarmee de jongeren uit de reportage niet hoog oplopen. 3. Maak een originele zin met de volgende woorden zodat hun betekenis duidelijk wordt. Elk woord uit dit hoofdstuk maar in het bijzonder de woorden in oefening 2.4. en 2.6. (zie ook hierboven) 4. Beschrijf in een tiental zinnen de relatie tussen jongeren en de bedrijfswereld. (tekst coolhunters). 5. Beschrijf het begrip “coolhunters” in een 5-tal zinnen. 7. de vragen bij de tekst “Straattaal lonkt naar het Groene Boekje”. Grondig lezen pa. 34,35.
8. Bij pa. 223 tot 225 van je werkboek: a. Wat is het doel van tekststructuren ? b. Noem twee tekststructuren en geef er de hoofdvragen bij. c. Signaalwoorden en relaties of verbanden kunnen illustreren met voorbeelden. d. Hoe herken je duidelijk een nevenschikkende/onderschikkende zin? e. Maak een samengestelde nevenschikkende/onderschikkende zin met een signaalwoord dat een tegenstelling/overeenkomst/oorzaak of reden/ doel/ voorwaarde/conclusie uitdrukt.
Vragen bij de leesstrategie. Welke vier stappen kunnen we onderscheiden in de leesstrategie? Wat bepaalt welke stap in de leesstrategie (of welke leesstrategie) we gaan gebruiken? Geef vier leesdoelen en illustreer met een tekstsoort. Welke opdracht moet ik krijgen om een tekst verkennend of globaal te lezen (zelfde vraag voor andere stappen). Geef een voorbeeld van een tekststructuur en geef de bijhorende subvragen.
Geef het meervoud van: lelie ski auto Jantje … Geef de bezitsvorm van volgende woorden : o Gezelle o Max o Roger o … Verklaar je werkwijze aan de hand van de regel. M.a.w. hoe luidt de regel voor het schrijven van het weglatingsteken in de meervoudsvorm en de genitiefuitgang?
Vul de juiste letter(s) in en verantwoord je keuze door het schema te overlopen. Wees volledig in je uitleg. 1. Je zou wel willen dat je het verkwis-e geld terug kreeg. 2. Ze werden beroof- van hun kostbaarheden. 3. Er werd meer dan drie uur beraadslaag-. 4. Je hebt ons heel wat schade berokken5. De gids leidde ons binnen in de spaarzaam verlich-e grot. 6. Het lijkt me noodzakelijk, dat men deze weg verbree--. 7. De hond kwispelstaar-e van genoegen. 8. Vroeger lus-e ik geen aardbeien. 9. Met die geroes-e sleutel kon ik de deur niet open krijgen. 10. Het bevreem- me dat hij zijn studie heeft opgegeven. 11. Als je een kip braa--, moet je voorzichtig zijn. 12. Het is beter, dat je schuld beken-. 13. Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaal- haar wel. 14. Weet je ook, wie zijn studie bekostig-? 15. De geur bedwelm- me bijna. 16. Vroeger en-e men alle kinderen in tegen pokken. 17. Tot ver in oktober baa- hij in zee. 18. Het verontrus-e de ouders, dat hun kind huilde. 19. Je maakt minder fouten, als je je aanwen- langzamer te schrijven. 20. Hij spel—e je wat op de mouw. Uiteraard kunnen hier nog andere zinnen komen. Let er wel op dat je de volledige uitleg geeft zoals aangeleerd. Hoe je dat moet doen vind je ook op de website. Letterkunde 1ste jaar van de derde graad TSO. Volgende vragen vormen een leidraad bij de toetsen en de examens over dit deel van de leerstof. Als je deze vragen begrijpt én juist kan beantwoorden in je eigen woorden, geef je voldoende blijk van kennis van de leerstof. Gebruik deze vragen bij het studeren van de leerstof. Zijn er onduidelijkheden, vraag dan zo snel mogelijk meer uitleg aan de leerkracht. Probeer begrijpend te antwoorden en niet letterlijk van buiten te leren. De vragen kunnen immers in een andere vorm gesteld worden terwijl het antwoord toch hetzelfde is. Goed lezen en de vraag begrijpen is dus wel belangrijk. Het is tevens een oefening in begrijpend lezen. Daar de vragen in volledige zinnen dienen beantwoord te worden is het tevens een schrijfoefening. 1. In welke tijdsperiode situeert zich de letterkunde in de Middeleeuwen? 2. De sociale structuur tijdens de Middeleeuwen uit zich ook in de literatuuronderdelen. Verklaar. 3. “Beatrijs” behoort tot een bepaalde soort verhalen. Welke soort? 4. Met het verhaal van Beatrijs wilde de Kerk iets aantonen. Wat? 5. Welk is het onderscheid tussen lyriek en epiek?
6. “Karel ende Elegast” is een voorhoofse roman. Uit welke kenmerken blijkt dit? Illustreer met voorbeelden. 7. Welke zijn de drie soorten religieuze epiek? 8. Geef een voorbeeld van een Marialegende. 9. De religieuze epiek is een reactie van de kerk op de hoofse epiek. Waaruit blijkt dit in het verhaal van Beatrijs? 10. Verklaar het verband tussen dierenverhalen en handelaars in de Middeleeuwen. 11. Met wie wordt er gespot in de dierenverhalen? 12. Waarom is de datering van balladen en romancen zo moeilijk te maken? 13. Welke zijn de raakpunten tussen een ballade en een romance. Welk is het grote verschil? 14. Waarom kiest de koningsdochter het zwaard als executiemiddel? 15. Wat zijn historieliederen? Oorsprong en inhoud vermelden. 16. Situeer Hendrik Van Veldeke in onze literatuurgeschiedenis en zeg waarom hij zo belangrijk is voor deze geschiedenis. 17. Welk soort literatuur schreef Hadewijch? Wat werd erin vertolkt? 18. De literatuur van Van Maerlant was belangrijker op cultuur-historisch dan op esthetisch vlak. Bewijs deze stelling. Remediëring dierenverhaal: De volgende zinnen werden verbeterd, maar kunnen soms ook op andere manieren juist worden gemaakt. Je moet de fouten herkennen en kunnen verbeteren. 1. Josefin was altijd druk bezig: met het schoonmaken van het huis of tot het opruimen van de brokstukken rommel op te rapen van die haar kleinkinderen maakten. (brokstukken van kleinkinderen is nogal luguber!) 2. Tot op een paar dagen geleden, toen ging het mis (contaminatie: tot voor een paar dagen, tot op een dag…) 3. Tot PLOTS , ze er inschuift (tot ze er plots inschuift) 4. Met alle geluk was de uitbaatster van het rivierclubhuis naar buiten gerent (gelukkig was ….gerenD) 5. Men kleindochter, ga ze helpen… (men Æ MIJN) 6. Sta is recht… (is Æ eens) 7. De uitbaatster had de ambulance gebeld, en iedereen ging mee in de ambulance naar het ziekenhuis., Nog voor eer dat ze er waren , had de dokter was Josefin al klaar bij de dokter natuurlijkkunnen helpen. 8. Elke dag was ze slecht gezinder en slecht gezinder. (werd ze humeuriger) 9. Lieselotje komt elke dag langs, ze voelt haar zich zo schuldig. 10. Toen de vogel wegvloog, renden ze er achterna. Achteraan of ‘renden ze hem achterna’ 11. Ze kwamen aan bij een kattenhuisje dat helemaal allemaal bedekt was met wortels en groen . , smullen dat de twee konijntjes deden maar toen hoorden ze de kat van het huisje, en nam hun mee naar binnen. De twee konijntjes begonnen ervan te smullen, maar werden ontdekt door de kat van het huisje en die nam hen mee naar binnen. 12. De dag was aangebroken maar Grietje had al gauw een plannetje bedacht en duwde de kat in de oven waardat de twee arme konijntjes normaal in gebraden moesten worden. Toen de dag aanbrak, had Grietje een plannetje bedacht. Ze duwde de kat in de oven waarin normaal gezien de twee ….
13. Nog voor ze naar huis gingen hadden plukten ze een grote hoop wortels en groen geplukt van het kattenhuisje. , parels Parels en edelstenen vonden ze ook! Toen ze thuis waren aangekomen aankwamen, vernamen ze dat was de gemene stiefmoeder gestorven was maar de het papakonijn gelukkig niet. 14. Een groep luipaarden trokken verder in de jungle… 15. … en streven naar een klasseloze leven klasseloze maatschappij 16. Tot zij getroffen werd door een zwaar ongeval op haar werk, werd heel haar mooie leven werd verwoest. 17. Haar mooie uiterlijk was verminkt. Uiterlijk wordt niet verminkt, gelaat b.v. wel 18. Maar de tijgerin was zeer sterk en richtte een plaats op huis in waar iedereen die hetzelfde als haar had meegemaakt zich kon laten verzorgen. Vvele tijgers,leeuwen,welpen en andere dieren uit de dierenwereld kwamen naar haar toe en zij bracht gaf veel steun aan de dieren. 19. Iedereen luisterden naar hem en deden deed wat ze hij hem opdroegen. 20. De leeuw en leeuwin leefden in een grote grot in de jungle .die omringd was door grote rotsen in de jungle . 21. Door dit grote geheim Zo kwam k werd er over de leeuwenkoning tot schande gesproken en keekr de hele jungle neer op hem door dit grote geheim . 22. Ze was heel fier en had ook al een vriendje. , natuurlijk Natuurlijk moet de koningin voor van allesvele zaken zorgen: Zoals; dat in het oog houden of er honing genoeg was,is, zorgen dat het proper was is in de bijenkorf en veel meer andere dingen. 23. Voor de koningenbij is het allemaal heel hard aangekomen en na alle twijfels van de koninginnenbij had ze haar relatie met haar vriendje dan toch stop gezet dat kon ze niet meer aan. (wat wordt hier bedoeld?) 24. …Ook niet de mama vossen en papa vossen.mama’s vos en papa’s vos (cfr. Processen verbaal en niet proces verbalen) 25. … en haar humeur begon hierop door te wegen. Ze begon humeurig te worden. 26. Maar ze werden het beu zich telkens te moeten verstoppen achter de struikgewassen (struikgewas heeft geen meervoud) 27. De ouders waren niet akkoord met zijn dierenstraf. (akkoord gaan) 28. De strijd naar voor rechtvaardigheid in deze zaak zal nog wel een tijdje blijven duren. 29. De otter spande zich op. (spande zijn spieren) 30. maar er schuilde een groot mysterie rond de beer (er schuilt iets in, hing iets rond) 31. hij krijgt een harde straf.(strenge straf) 32. Ze proberen hun leven weer zo normaal mogelijk op te nemen. (de draad van het leven opnemen, hun leven weer zo normaal mogelijk in te richten) 33. De vossen hun haren schoten zich recht en schoten als een pijl weg (???) 34. Na vele concurrentie en kritiek werd uiteindelijk de kat met de lichtste haren gekozen Na een spannende strijd die nogal wat kritiek uitlokte, … 35. Op een dag zit Miss pauw in haar hok wachtend op haar kater tot ze hoort dat een zwarte kat zonder blikken of blozen ligt te vertellen tegen haar vriendinnen over haar latrelatie waar ze nu zwanger van is. Dit moet helemaal anders. 36. Ze heeft haar zich daar zeer goed geamuseerd… 37. Hij deed de deur goed op slot en dit met redeN! Want Maar het trio slaagde er toch in om de staldeur het slot te kraken. 38. … was dit immers een extase van geluk.(bestaat niet) 39. Na lange bedenking konden de bewoners konden er geen verklaring aan geven. 40. Maar zij zeiden dat ze maar voor hun eigen problemen moesten zorgen. (problemen oplossen, niet ervoor zorgen)
41. De vogelfamilie besloten besloot om op vakantie te vliegen voor om een keertje te ontspannen.