School voor Chr. Basisonderwijs Rembrandt Frans Halsstraat 6, 2162 CM Lisse. T: 0252-415358 E:
[email protected] W: www.derembrandtschool.nl
Gedragsprotocol CBS Rembrandt Op de Rembrandtschool werken we met de Kanjertraining. Dit protocol is daarom met het oog op de kanjertraining opgesteld. Elk jaar wordt dit protocol geëvalueerd en eventueel aangepast. Februari 2014
1
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Inleiding Doel van het protocol Wat verstaan we onder en pesten grensoverschrijdend gedrag Hoe gaan we op de Rembrandtschool om met dit gedrag Gedragsregels en afspraken Aanpak en stappenplan Procedure schorsing of verwijdering De begeleiding
3 4 4 6 8 10 12 13
2
1. Inleiding De Rembrandtschool wil leerlingen een veilig pedagogisch klimaat bieden, een omgeving waarin zij zich op een prettige en positieve manier kunnen ontwikkelen. De leerkrachten willen dit bevorderen door het scheppen van een veilig klimaat in en om school en een prettige werksfeer in de klas. Alleen dan kunnen goede leerprestaties worden bereikt en gaan leerlingen en leerkrachten met plezier naar school. Het zich houden aan ongeschreven algemeen geaccepteerde regels van ‘hoe met elkaar om te gaan’ vinden wij belangrijk. Meestal lukt dit, maar soms is het nodig om duidelijker afspraken met elkaar te maken. Eén van die regels is dat kinderen en volwassenen met respect met elkaar omgaan. Dat dit niet altijd vanzelfsprekend gebeurt, geeft aan dat wij het de kinderen moeten leren. Dat leerproces verloopt meestal vanzelf goed, maar helaas kan het vóórkomen dat kinderen grensoverschrijdend gedrag vertonen naar de leerkracht of pestgedrag naar andere kinderen. In een klimaat waarin dit wordt gedoogd, wordt de veiligheid en prettige werksfeer ernstig aangetast. Dit betekent dat wij pesten en grensoverschrijdend gedrag als ongewenst gedrag moeten beschouwen en bereid moeten zijn om dit aan te pakken. In dit protocol is vastgelegd hoe wij pest- en grensoverschrijdend gedrag benaderen en welke afspraken wij hierover hebben gemaakt. Door dit protocol willen wij leerkrachten, ouders en kinderen wijzen op de ernst van pesten. Wij willen hiermee handreikingen geven om met elkaar te werken aan een veilige en prettige school, en ook een stappenplan bij systematisch pest- of grensoverschrijdend gedrag. Het voorbeeld van leerkrachten en ouders is hierbij van groot belang. In een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar zal ongewenst gedrag minder voorkomen.
3
2. Doel van het protocol Dit gedragsprotocol is opgesteld om te laten zien wat wij op de Rembrandtschool doen om gewenst gedrag te bevorderen en hoe leerkrachten, kinderen en ouders gezamenlijk een veilige en positieve leeromgeving kunnen bewerkstelligen. Dit protocol sluit aan bij de Kanjertraining die op school wordt gegeven. De Kanjertraining werkt wat betreft pesten ook preventief. Het protocol is bedoeld voor alle betrokken partijen. Dit zijn alle kinderen, het gepeste kind, de pester of het kind dat grensoverschrijdend gedrag vertoont, de ouders en de leerkrachten. Wij proberen op twee manieren dit doel te bereiken: a. Het geven van Kanjertraining. Dit programma leert kinderen gedrag van zichzelf te herkennen, aan te passen en andere kinderen op hun gedrag aan te spreken. b. Naast een programma dat is gericht op voorkoming van pest- of ongewenst gedrag is het ook belangrijk dat het duidelijk is hoe we hiermee omgaan. Hiervoor zijn regels en gedragsafspraken gemaakt, die omschreven zijn in dit protocol. Door het opstellen van een plan van aanpak en adviezen aan alle betrokken partijen krijgen wij een duidelijke doorgaande lijn in de school over het aanpakken van pest- en grensoverschrijdend gedrag.
3. Wat verstaan we onder pesten en grensoverschrijdend gedrag Onder pesten op school verstaan we het volgende: “Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en/of fysieke mishandeling door één leerling of een groep leerlingen van één of meer andere leerlingen, die niet (meer) in staat zijn zichzelf te verdedigen. Voorbeelden van specifiek pestgedrag : Verbaal Vernederen, schelden, dreigen, belachelijk maken en uitlachen. Fysiek Spugen, schoppen, laten struikelen, haren trekken, enz. Intimidatie Achterna lopen of opwachten, doorgang versperren of klem zetten, dwingen tot bepaalde handelingen. Isolatie Uitsluiten, niet mee laten doen, andere kinderen opjutten om niet met hem of haar om te gaan. Stelen of vernielen van bezittingen 4
Afpakken van schoolspullen, beschadigen en kapotmaken van bijvoorbeeld boeken, fiets, tas. Digitaal pesten Online pesten via MSN, What’s app, Facebook, Twitter, Snapchat en Instagram. Leerkrachten hebben geen zicht op het gebruik van de computer buiten schooltijd, maar worden wel geconfronteerd met de gevolgen. Het is daarom belangrijk dat ouders toezicht houden op online gedrag van hun kinderen. Wanneer ouders ongewenst gedrag constateren is het belangrijk om contact te leggen met de leerkracht om gezamenlijk het probleem aan te kunnen pakken. Het verschil tussen pesten en plagen Pesten is niet hetzelfde als plagen. Iemand op het schoolplein een duw geven kan plagen zijn, maar het kan net zo goed gaan om pestgedrag. We spreken over plagen wanneer de kinderen ongeveer aan elkaar gewaagd zijn en het vertoonde gedrag een uitnodigend karakter heeft in een veilige sfeer. Het gaat dan om een prikkelend spelletje, dat door geen van de betrokkenen als bedreigend of echt vervelend wordt ervaren. Dit gedrag heeft zelfs pedagogische waarde: door elkaar uit te dagen, leren kinderen om te gaan met conflicten. Een vaardigheid die later goed van pas kan komen. We spreken van pestgedrag als een kind zich ongelukkig voelt omdat hij of zij stelselmatig geconfronteerd wordt met vervelend of agressief gedrag of wordt uitgesloten van de groep. De inzet van pestgedrag is macht door intimidatie. Er is altijd sprake van een vaste rolverdeling bij de betrokkenen. Pesten heeft duidelijke kenmerken: Het gebeurt opzettelijk. Het is bedoeld om fysieke, materiele of mentale schade toe te brengen. Er is altijd sprake van ongelijke machtsverhoudingen. Het gebeurt systematisch. Het lost niet vanzelf op, er moet altijd worden ingegrepen.
5
4. Hoe gaan we op de Rembrandtschool met grensoverschrijdend- en pestgedrag om? Op school werken we met de Kanjertraining. Alle leerkrachten zijn hiervoor gecertificieerd. In alle groepen wordt gedurende het hele schooljaar kanjerles gegeven. Het is de bedoeling dat leerkrachten die 2 of meer dagen les geven op onze school, de Kanjertraining volgen. Is dit niet mogelijk, dan neemt de duopartner de lessen voor haar/zijn rekening. De leerkrachten spreken kinderen op hun gedrag aan in “kanjertaal”. In alle groepen hangt een poster met de Kanjer regels: We vertrouwen elkaar. We helpen elkaar. Niemand lacht uit. Niemand speelt de baas. Niemand is zielig. Daarnaast hebben we schoolregels die regelmatig in de groep besproken worden. Deze regels zijn bekend bij alle leerkrachten, leerlingen en ouders. Zo blijft de doorgaande lijn gewaarborgd. We vinden het belangrijk om de kinderen positief te benaderen en werken daarom liever met complimenten dan met straf. Verder wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling (welbevinden) van de kinderen bijgehouden met het programma Zien (leerlingvolgsysteem voor sociale emotionele ontwikkeling). Het voorbeeldgedrag van de leerkrachten en ouders thuis en op school is van groot belang. Er zal minder ongewenst gedrag voorkomen in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar meningsverschillen niet met geweld worden opgelost, maar worden uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en leerlingen wordt niet geaccepteerd. Bij het oplossen van conflicten gaan we uit van een “win-win” situatie. We accepteren dat conflicten vóórkomen en je de mogelijkheid geven om je verder te ontwikkelen. Dit betekent dat we kinderen een kans geven om conflicten zelf op te lossen. De leerkracht neemt in eerste instantie een neutrale positie in. De oplossing moet voor alle partijen acceptabel zijn. In dat geval spreken we van een “win-win” situatie. Wanneer er sprake is van ongewenst gedrag, hanteren we de volgende uitgangspunten: 6
Het is belangrijk dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt beschouwd als klikken. De leerlingen leren vanaf groep 1 ruzies zelf op te lossen met de “stopmethode”. (Ik wil dat je stopt met…………, want dat vind ik niet leuk.) Maar als het niet lukt om er zelf uit te komen, mag je naar de leerkacht toe stappen voor hulp. Dit wordt niet gezien als klikken. Verder vinden wij dat medeleerlingen ook verantwoordelijk zijn om ongewenst gedrag te melden bij de leerkracht. Alle leerlingen zijn verantwoordelijk voor de goede sfeer in de groep. Als laatste is een goede samenwerking en communicatie tussen school en gezin cruciaal. Ook ouders hebben de verantwoordelijkheid voor de goede sfeer in de school. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind te komen oplossen. Bij problemen met ongewenst gedrag zullen de leerkrachten en directie hun verantwoordelijkheid nemen en overleg voeren met de betrokken ouders. De inbreng van de ouders blijft bij voorkeur beperkt tot het geven van informatie en suggesties en het ondersteunen van de aanpak van de school.
7
5. Gedragsregels en afspraken Gedragsregels voor de leerlingen We blijven van een ander af, als hij/zij dat wil. We lossen ruzies op door erover te praten met elkaar. Lukt dit niet ga dan naar de juf of meester. We komen alleen met toestemming aan de spullen van een ander We proberen elkaar te helpen, samen te spelen en te werken zonder een ander buiten te sluiten. We lachen niemand uit en spreken iedereen met hun naam aan. (dus geen bijnaam) We roddelen niet over elkaar. We accepteren elkaar zoals we zijn. We helpen bij het oplossen van een ruzie, maar kiezen geen partij. We spreken netjes met elkaar en gebruiken geen schuttingtaal. Afspraken in en om school • We spreken de leerkrachten aan met juf of meester en tonen respect. • We proberen ons werk zo goed mogelijk te maken. • We lopen in de gangen en praten rustig. • We houden de spullen van school netjes en maken ze niet kapot. • Om tien voor half negen gaat de deur open en gaat iedereen naar binnen. • We hangen onze jassen en tassen netjes aan de kapstok. • We lopen met de fiets aan de hand op het plein. • We voetballen alleen tussen de goaltjes op het plein. • Groep 4 t/m 8 gebruikt de ingang aan het grote plein tegenover de gymzaal. • Groep 1 t/m 3 gebruikt de kleuteringang.
Gedragsregels voor de leerkrachten We respecteren iedere leerling en tonen belangstelling. We respecteren en handelen naar de gedragsregels voor de leerlingen. We zijn verantwoordelijk voor het welzijn van alle kinderen. We hanteren goede omgangsvormen naar de ouders. Afspraken in en om school We begroeten leerlingen bij binnenkomen en weggaan. 8
We lopen t/m groep 2 mee met de groep als we naar buiten en weer naar binnen gaan. We zorgen voor een opgeruimde klas. We zorgen voor toezicht bij het buitenspelen. (volgens rooster) We spreken kinderen aan op ongewenst gedrag. Gangen en gezamenlijke ruimtes worden netjes gehouden. We volgen bij hardnekkig problematisch gedrag consequent het stappenplan wat in gang wordt gezet bij ‘grensoverschrijdend gedrag’. We maken duidelijke afspraken met de leerlingen. We bespreken de afspraken regelmatig, we komen ze na en evalueren ze met de groep. Gedragsregels voor ouders Ouders respecteren en handelen naar de gedragsregels van de leerlingen. Ouders respecteren de leerkrachten en hanteren goede omgangsvormen in gesprekken. Afspraken in en om school Ouders zorgen ervoor dat hun kinderen niet eerder dan een kwartier voor aanvang van de school op het speelplein zijn, vanaf dat moment is er toezicht en is de school medeverantwoordelijk. In de groepen 1, 2 en 3/4 mogen ouders in de groep afscheid nemen van hun kinderen. Vanaf groep 4/5 nemen ouders zoveel mogelijk afscheid van hun kinderen op het plein. Ouders parkeren hun auto in de daarvoor bestemde parkeervakken bij het afzetten van de kinderen. Bij het belsignaal verlaten ouders de groep, zodat de leerkracht op tijd kan beginnen. Een ziek kind wordt tussen 8.00 en 8:30 uur ‘s ochtends telefonisch afgemeld of ’s middags tussen 13.00 uur en 13.15 uur. Voor schooltijd worden alleen belangrijke zaken gemeld of een afspraak gemaakt voor een gesprek met de leerkracht. Ouders houden zich aan de afspraken zoals die bestaan m.b.t. schoolverzuim. Deze afspraken staan vermeld in de schoolgids.
9
6. Aanpak en stappenplan Wanneer leerlingen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten hanteren wij de volgende aanpak: De leerlingen proberen er eerst zelf (en samen) uit te komen door “houd er mee op” of “ik vind dit niet leuk” te zeggen. Het omschrijven van het gedrag dat als ongewenst wordt ervaren is belangrijk. Op het moment dat een van de leerlingen er niet uitkomt kan deze het aan de leerkracht voorleggen of er voor kiezen het te negeren. De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderend gesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en nieuwe afspraken te maken ( win-win methode). Bij herhaald ruzie of pestgedrag tussen dezelfde leerlingen volgen maatregelen zoals die in onderstaand stappenplan bij grensoverschrijdend gedrag worden beschreven. De leerkracht maakt een aantekening van het voorval in het leerlingvolgsysteem van de betrokken leerlingen. De ouders van alle betrokken leerlingen worden op de hoogte gebracht. Leerkracht(en) en ouders komen in goed overleg tot samenwerking en werken aan een oplossing. De leerkracht biedt hulp aan en begeleidt alle betrokken kinderen, indien nodig in overleg met intern begeleider (zie bijlage).
Stappenplan De leerkracht constateert dat een leerling pest of herhaaldelijk grensoverschrijdend gedrag vertoont ( of dit wordt bij hem/haar gemeld). De hierboven genoemde aanpak heeft niet geleid tot veranderd gedrag. Er is dan sprake van het systematisch vertonen van ongewenst gedrag. De school tolereert dit niet en gaat over tot het onderstaande stappenplan. Dit bestaat uit 5 verschillende fases. Afhankelijk van hoe lang een leerling blijft doorgaan met het ongewenste gedrag en wel of geen verbetering vertoont, zal één of meerdere fases van dit plan doorlopen worden. Fase 1 -
-
De ouders van het kind dat het ongewenste gedrag vertoont, worden door de leerkracht en hun kind op de hoogte gesteld van de gebeurtenissen in een gesprek op school. Een verslag van dit gesprek met de gemaakte afspraken wordt opgenomen in het LVS van de betreffende leerling. De ouders en intern begeleider krijgen een kopie 10
-
-
-
van dit verslag. Ook de consequenties bij het niet nakomen van de afspraken worden daar in vastgelegd. Er wordt een vervolgafspraak door de leerkracht met de ouders gemaakt ter evaluatie. Er volgt een pedagogisch gesprek met de desbetreffende leerling ter bewustwording van wat zijn gedrag teweeg brengt en/of een schriftelijke opdracht over zijn/haar rol in het pestprobleem. De ouders van het gepeste kind worden uitgenodigd voor een gesprek, waarin afspraken worden gemaakt over de begeleiding. Dit wordt vastgelegd in het LVS van de betreffende leerling. De ouders van de rest van de leerlingen uit de groep worden, als er meerdere kinderen bij betrokken zijn, op de hoogte gebracht door de leerkracht. De situatie wordt gemeld aan het team en de directie.
Fase 2 -
-
De ouders worden voor een gesprek uitgenodigd op school als eerdere gesprekken en afspraken niet hebben geleid tot verbetering van het gedrag. Dit gesprek is in het bijzijn van de intern begeleider of de directie. De ouders wordt nadrukkelijk om hun medewerking gevraagd om een eind aan het probleem te maken. Van het gesprek wordt door de leerkracht een verslag in het LVS gemaakt. Bij niet nakomen van de afspraken t.o.v. zijn/haar gedrag kan de leerling: - in een andere groep worden geplaatst met zijn/haar eigen werk - één of meerdere pauzes binnen blijven. - nablijven tot alle leerlingen vertrokken zijn. - extra taken na schooltijd verrichten.
Fase 3 -
Er wordt hulp gezocht bij externe deskundigen door de intern begeleider in samenwerking met de leerkracht en ouders. In deze fase coördineert de intern begeleider het proces in overleg met de leerkracht en directie. Alles wordt vastgelegd in het LVS door de intern begeleider.
Fase 4 -
In deze fase kiest de directie in overleg met de intern begeleider voor één van de volgende maatregelen : o tijdelijke plaatsing in een andere groep in de school. o tijdelijke schorsing uit de groep. De leerling is wel op school, maar maakt zijn werk in een andere ruimte onder toezicht. De leerling heeft geen buitenpauze en mag niet overblijven in de overblijfruimte. 11
-
de ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld van de maatregelen door de directie. alles wordt vastgelegd in het LVS door de directie.
Fase 5 -
in dit extreme geval gaat de directie over op de procedure tot schorsing of verwijdering. er wordt een verslag gemaakt in het LVS.
7. Procedure schorsing of verwijdering Schorsing Dit is aan de orde wanneer de directie bij ernstig wangedrag van een leerling onmiddellijk moet optreden en een time-out nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Dit mag maximaal 5 schooldagen en moet schriftelijk gemeld worden bij ouders, inspectie en leerplichtambtenaar van de gemeente waar de leerling woonachtig en/of schoolgaand is. Na afloop worden er schriftelijke afspraken gemaakt met de leerling en ouders. Regelmatige evaluatie is noodzakelijk. Verwijdering Verwijdering gebeurt bij dusdanig ernstig wangedrag dat het bevoegd gezag concludeert dat de relatie tussen school en leerling onherstelbaar is verstoord. Verwijdering kan ook plaatsvinden volgend op een eerdere schorsing waarna geen verbetering is opgetreden. Gedurende 8 weken moet de directie zich inspannen om een andere school voor de leerling te zoeken. De leerling moet thuis schoolwerk aangeleverd krijgen. Als er na 8 weken geen school is gevonden, wordt de leerling uitgeschreven en overgedragen aan de leerplichtambtenaar van de gemeente waar de leerling woonachtig en/of schoolgaand is. Ook de inspectie van het onderwijs wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.
12
8. De begeleiding De begeleiding krijgt op onze school vorm door: -
Begeleiding van het gepeste kind. Begeleiding van de pester/leerling met grensoverschrijdend gedrag. Begeleiding van de andere kinderen van de groep.
Begeleiding van het gepeste kind -
Medeleven tonen en luisteren en vragen; hoe en door wie wordt er gepest? Nagaan hoe de leerling zelf reageert voor, tijdens en na het pesten. Via kanjer regels laten zien dat je op een andere manier kunt reageren. Oefenen van een andere reactie. (zie de Kanjertraining) Nagaan welke oplossing de leerling wil. Sterke kanten van de leerling benadrukken. Complimenteren als de leerling zich anders opstelt. Praten met de ouders van het kind. Het niet “over”beschermen van de leerling en het zo in een uitzonderingspositie plaatsen. Indien nodig met behulp van en in overleg met ouders hulp inschakelen, bijvoorbeeld sociale vaardigheidstraining.
Begeleiding van de pester/leerling met grensoverschrijdend gedrag -
In gesprek gaan over de reden van het gedrag. Laten inzien wat het effect is van zijn/haar gedrag. Excuses laten aanbieden. Eventueel een contract afsluiten waarin hij/zij aangeeft hoe zijn gedrag te veranderen. Consequenties als hij/zij ongewenst gedrag vertoont. Complimenteren en belonen bij verbetering van gedrag. Ander gedrag laten zien en aanleren met de kanjertraining. Gesprek met de ouders en de leerling over het gedrag. Zoeken naar de eventuele oorzaak van het gedrag. In overleg met intern begeleider en ouders externe hulp inschakelen, bijvoorbeeld sociale vaardigheidstraining, maatschappelijk werk, enz.
Begeleiding van de andere leerlingen in de groep -
Door gesprekken bewust maken van de invloed die ze (kunnen) hebben t.a.v. het voorbestaan of het stoppen van het ongewenste gedrag. Leerlingen stimuleren om voor zichzelf op te komen. Leerlingen stimuleren om voor een ander op te komen. 13
-
De sterke kanten van de gepeste leerling benadrukken. Samenspelen en samenwerken met het gepeste kind stimuleren. Leerlingen aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor de goede sfeer in de groep. Regelmatig kringgesprekken houden en de afspraken bespreken en evalueren.
14