Gedragscode en integriteitsbeleid Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot
Versie: 25-09-2014
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 1/15
Gedragscode en integriteitsbeleid Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot
INHOUDSOPGAVE
Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6. Artikel 7. Artikel 8. Artikel 9. Artikel 10. Artikel 11. Artikel 12. Artikel 13. Artikel 14. Artikel 15.
Definities ...........................................................................................................3 Doel van de gedragscode..................................................................................4 Normen .............................................................................................................4 Vertrouwelijkheid ...............................................................................................5 Relatiegeschenken, nevenfuncties, financiële belangen in zakelijke relaties en pensioenfondseigendommen ............................................................................5 Meldingsplicht ...................................................................................................6 Regeling Voorwetenschap.................................................................................7 Algemene uitgangspunten Persoonlijke Transacties (Regeling Persoonlijke Transacties) ......................................................................................................7 Toezicht op Persoonlijke Transacties (Regeling PersoonlijkeTransacties) ........8 Compliance Officer ............................................................................................9 Overeenkomst en jaarlijkse verklaring .............................................................10 Sancties ..........................................................................................................10 Advies en bezwaar ..........................................................................................10 Onvoorziene omstandigheden .........................................................................11 Slotbepalingen ................................................................................................11
Bijlage: Gedragscode en integriteitsbeleid: ...........................................................................12 1. Inleiding.........................................................................................................................12 2. Wetgeving (Pensioenwet)..............................................................................................13 3. Integriteitsrisico´s ..........................................................................................................13 4. Huidige situatie ..............................................................................................................14 5. Integriteitsbeleid bij AZL, KCM, ING IM en KAS BANK ..................................................15
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 2/15
Gedragscode Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot
Artikel 1. Definities 1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
Verbonden Personen zijn: a. Bestuurs- en commissieleden van het Pensioenfonds; b. Leden van het Verantwoordingsorgaan van het Pensioenfonds; c. alle medewerkers van het Pensioenfonds en medewerkers van het Bestuursbureau, onafhankelijk van de duur waarvoor of de juridische basis waarop zij werkzaam zijn; d. andere (categorieën) personen aangewezen door het Bestuur van het Pensioenfonds. Relevante personen zijn: Verbonden Personen, die direct of indirect bij transacties van het Pensioenfonds in Financiële Instrumenten zijn betrokken, dan wel anderszins uit hoofde van hun werkzaamheden, beroep of functie over Voorwetenschap beschikken of kunnen beschikken. Een Relevante Persoon is ook de Verbonden Persoon die kan beschikken over andere vertrouwelijke (markt)informatie. Gelieerde Derden zijn: a. echtgenoot, echtgenote of partner van de Relevante Persoon; b. bloed- en aanverwanten tot de tweede graad van de Relevante Persoon; c. (andere) personen die tot het huishouden van de Relevante Persoon behoren; d. lasthebbers en vermogensbeheerders (niet zijnde vrije hand beheerders), voorzover handelend ten behoeve van de Relevante Persoon; e. rechts- of natuurlijke personen met de Relevante Persoon een relatie heeft welke van dien aard is dat de Relevante Persoon, een direct of indirect wezenlijk belang heeft bij het resultaat van een transactie in een Financieel Instrument. Persoonlijke Transactie is: a. een transactie in een Financieel Instrument, door of in naam van een Relevante Persoon, waarbij: 1. de Relevante Persoon handelt anders dan in de normale uitoefening van zijn beroep of functie; 2. een transactie wordt verricht voor rekening van de Relevante Persoon; of 3. een transactie wordt verricht voor rekening van Gelieerde Derden; dan wel b. een andersoortige (financiële) transactie, inclusief het anders dan in de uitoefening van zijn beroep of functie verrichten, doen verrichten of bewerkstelligen van enige handeling, ten voordele van de Relevante Persoon of Gelieerde Derden. Onder Financieel Instrument wordt begrepen: a. effect; b. geldmarktinstrument; c. recht van deelneming in een beleggingsinstelling, niet zijnde een effect; d. derivatencontract, waaronder begrepen maar daartoe niet beperkt een optie, future, swap, valuta- en rentetermijncontract; e. overige Financiële Instrumenten in de zin van de Wet op het financieel toezicht, en voorts al hetgeen naar de opvattingen in het maatschappelijk verkeer als zodanig wordt beschouwd.
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 3/15
Gedragscode Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot 1.6
Integriteitsrisico is: gevaar voor de aantasting van de reputatie, alsmede de bestaande en toekomstige bedreiging van het vermogen of resultaat van het Pensioenfonds. 1.7 Voorwetenschap is: de bekendheid met informatie die concreet is en die rechtstreeks of middellijk betrekking heeft op een uitgevende instelling, waarop de Financiële Instrumenten betrekking hebben, of omtrent de handel in deze Financiële Instrumenten, welke informatie niet openbaar is gemaakt en waarvan openbaarmaking significante invloed zou kunnen hebben op de koers van de Financiële Instrumenten of op de koers van daarvan afgeleide Financiële Instrumenten.1 1.8 Compliance is: het toezien op de naleving van wettelijke regels en regels die het Pensioenfonds zelf heeft opgesteld met het oogmerk reputatieschade te voorkomen. 1.9 Waar in deze gedragscode wordt geschreven over het Pensioenfonds, wordt de Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot bedoeld. 1.10 Waar in deze gedragscode staat geschreven ‘hij’ of ‘zijn’ moet tevens worden gelezen ‘zij’ of ‘haar’.
Artikel 2. Doel van de gedragscode 2.1
2.2
2.3
Het doel van de gedragscode is het waarborgen en handhaven van het vertrouwen in het Pensioenfonds door belanghebbenden, alsmede het voorkomen van Integriteitsrisico’s. De gedragscode kent daartoe algemene gedragsregels voor Verbonden Personen en aanvullende gedragsregels voor Relevante Personen. De gedragscode bevordert de transparantie rondom gedragsregels en maakt duidelijk aan alle bij het Pensioenfonds betrokken personen – ook voor de bescherming van hun eigen belangen – wat wel en wat niet is geoorloofd. De gedragscode is tevens bedoeld ter bescherming van de bij het Pensioenfonds betrokken personen in hun contacten met zakelijke relaties. De gedragscode draagt mede bij aan het integer functioneren van het Pensioenfonds ten behoeve van al diegenen die bij het Pensioenfonds belang hebben en het waarborgen van de goede naam en reputatie van het Pensioenfonds en de pensioensector in het algemeen.
Artikel 3. Normen 3.1
1
Van iedere Verbonden Persoon wordt verwacht dat hij zich onder alle omstandigheden zal gedragen volgens de hoogste normen van de bedrijfsethiek: a. ter voorkoming van verstrengeling van belangen van het Pensioenfonds en zijn privébelangen;
Zie voor de volledige definitie van Voorwetenschap art. 5:53 Wet op het financieel toezicht.
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 4/15
Gedragscode Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot
3.2 3.3
3.4
b. ter vermijding van het gebruik van Voorwetenschap of andere vertrouwelijke (markt)informatie c.q. van misbruik en oneigenlijk gebruik van bij het Pensioenfonds voorhanden zijnde vertrouwelijke informatie; c. ter voorkoming van koersmanipulatie en andere misleidende handelingen. Alle Verbonden Personen moeten voorkomen dat hun privé-belangen in conflict komen c.q. verstrengeld raken met de belangen van het Pensioenfonds, dan wel dat de schijn hiervan wordt opgewekt. Het is niet toegestaan Gelieerde Derden te betrekken bij handelingen die in strijd zijn met de gedragscode. De organisatie waaraan het Pensioenfonds werkzaamheden heeft uitbesteed moet beschikken over een gedragscode, die ten minste gelijkwaardig is aan die van het Pensioenfonds. Het pensioenfondsbestuur moet zich daarvan vergewissen en voert een operationele due diligence uit op de naleving. De hoogste leiding van het Pensioenfonds is verantwoordelijk voor het naleven van de verplichtingen die voortvloeien uit enige wettelijke bepaling of de gedragscode.
Artikel 4. Vertrouwelijkheid 4.1. Verbonden Personen mogen geen informatie over zaken – inclusief individuele pensioengegevens en beleggingen – van het Pensioenfonds, waarvan hij weet of redelijkerwijs behoort te weten dat die informatie vertrouwelijk is, aan derden bekend maken of ten eigen voordele of ten behoeve van anderen dan het Pensioenfonds gebruiken.
Artikel 5. Relatiegeschenken, nevenfuncties, financiële belangen in zakelijke relaties en pensioenfondseigendommen Aanvaarden van relatiegeschenken, uitnodigingen e.d. 5.1 Verbonden Personen dienen terughoudend en transparant om te gaan met de aanvaarding van een relatiegeschenk of uitnodiging van een zakelijke relatie of aspirant relatie, ten einde te voorkomen dat ze in een situatie geraken waarin het accepteren van een relatiegeschenk of uitnodiging hun beslissingen kan beïnvloeden. Kleine attenties (ter waarde van minder dan € 50) zijn toegestaan. 5.2 Een aanbod in geld, goederen of diensten met een waarde boven de € 50, moet ter toetsing worden voorgelegd aan de Compliance Officer. Van de aanvaarding van een relatiegeschenk of uitnodiging, die de in artikel 5.1 bedoelde norm te boven gaat, moet onmiddellijk melding worden gemaakt. Geven van relatiegeschenken 5.3 Er worden geen relatiegeschenken gegeven die de waarde van € 50 te boven gaan.
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 5/15
Gedragscode Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Nevenfuncties 5.4 Het aanvaarden of continueren van een nevenfunctie bij bedrijven en instellingen waarmee het Pensioenfonds zakelijke contacten onderhoudt, is toegestaan mits vooraf toestemming is verleend. Als leidraad geldt dat een nevenfunctie, welke de schijn heeft of kan opwekken van een conflicterend belang, niet wordt aanvaard. Nevenfuncties, ook die waarvoor op grond van de eerste zin geen toestemming is vereist, worden vastgelegd. Financiële belangen in zakelijke relaties 5.5 Indien een Verbonden Persoon financiële belangen heeft in een bedrijf of instelling, waarmee het Pensioenfonds een zakelijke relatie onderhoudt, of mogelijk zaken zal gaan doen, kan sprake zijn van een (potentieel) belangenconflict. Deze belangen dienen onmiddellijk te worden gemeld. Dergelijke financiële belangen worden vastgelegd. Leveranciers en dienstverleners 5.6 Het is Verbonden Personen niet toegestaan privé-transacties aan te gaan of privégebruik te maken van diensten van leveranciers en zakelijk dienstverleners, waarmee het Pensioenfonds direct of indirect zakelijke contacten onderhoudt, behoudens als dit algemeen gebruikelijk is, de diensten tegen marktconforme voorwaarden worden uitgevoerd en geldelijk privé-voordeel is uitgesloten. Pensioenfondseigendommen 5.7 Zonder voorafgaande toestemming van het Pensioenfondsbestuur is het gebruik van eigendommen van het Pensioenfonds voor privé-doeleinden niet toegestaan. Voor het intellectuele eigendom van specifieke, door het Pensioenfonds ontwikkelde en niet openbaar gemaakte beleggingsinstrumenten of analysemodellen geldt hetzelfde, inclusief het openbaar maken daarvan. Goedkeuring 5.8 Indien een bepaling toestemming of goedkeuring verlangt, dan is dat oordeel voorbehouden aan de Voorzitter, dan wel de Compliance Officer namens hem. Indien de Voorzitter toestemming of goedkeuring nodig heeft, dan wordt toestemming gevraagd aan de Ambtelijk secretaris, dan wel de Compliance Officer namens hem.
Artikel 6. Meldingsplicht 6.1 6.2 6.3
Iedere Verbonden Persoon is verplicht elk (potentieel) eigen belangenconflict te melden aan de compliance officer. Pogingen van een (aspirant-)relatie tot beïnvloeding dienen onmiddellijk te worden gemeld aan de Compliance Officer. De Relevante Persoon is verplicht om onverwijld Persoonlijke Transacties aan de Compliance Officer te melden, voor zover bij deze transacties op enigerlei wijze een verband kan worden gelegd met transacties of relaties van het Pensioenfonds.
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 6/15
Gedragscode Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot
Artikel 7. Regeling Voorwetenschap 7.1
7.2
7.3
7.4
7.5
De Verbonden Persoon mag geen gebruik maken van Voorwetenschap. De Verbonden Persoon dient verder uiterste zorgvuldigheid te betrachten bij de behandeling van informatie waarvan hij weet of redelijkerwijs behoort te weten dat deze informatie moet worden aangemerkt als vertrouwelijke (markt)informatie. Het gebruik van Voorwetenschap en het verspreiden van andere vertrouwelijk informatie is slechts toegestaan indien een zorgvuldige uitoefening van zijn functie dat vereist. De Verbonden Persoon die met betrekking tot Financiële Instrumenten over informatie beschikt als bedoeld in artikel 7.1, onthoudt zich van het verrichten van transacties of het aanzetten tot het verrichten van transacties, zowel rechtstreeks al middellijk, in die Financiële Instrumenten, dan wel van het daarover te adviseren, anders dan van hem bij een zorgvuldige uitoefening van zijn functie mag worden verwacht. Het is de Verbonden Persoon verboden om binnen vierentwintig uur opdracht te geven tot zowel een aan- als verkooporder voor transactie in een Financieel Instrument van dezelfde uitgevende instelling, rechtspersoon of vennootschap. Het is de Verbonden Persoon tevens verboden om transacties in een Financieel Instrument te (laten) verrichten naar aanleiding van of vooruitlopend op effectenorders van het Pensioenfonds. De Verbonden Persoon, anders dan de Relevante Persoon, die beschikt over informatie als bedoeld in artikel 7.1, rapporteert dit aan de Compliance Officer. De Compliance Officer deelt onverwijld aan de betrokken Verbonden Persoon mee of hij als Relevante Persoon wordt aangemerkt, en stelt hem op de hoogte van de gevolgen van de aanwijzing als Relevante Persoon. Iedere Verbonden Persoon is desgevraagd gehouden alle informatie aan de Compliance Officer te verschaffen in het kader van de strikte naleving van de gedragscode.
Artikel 8. Algemene uitgangspunten Persoonlijke Transacties (Regeling Persoonlijke Transacties) 8.1
8.2
8.3
Er mag nooit een verband bestaan tussen de transacties in Financiële Instrumenten die het Pensioenfonds tot stand brengt of doet komen en een persoonlijke transactie van de Relevante Persoon of een Gelieerde Derde. De Relevante Persoon dient zich te onthouden van elk handelen met gebruik van Voorwetenschap of met anderszins vertrouwelijke informatie. Hij dient voorts iedere vermenging van zakelijke en privé-belangen respectievelijk de redelijkerwijs voorzienbare schijn daarvan, te vermijden. De Relevante Persoon, die anders dan in de normale uitoefening van zijn functie andere personen adviseert over transacties in Financiële Instrumenten, dient er voor zorg te dragen dat die personen niet handelen in strijd met en het verbod op het gebruik van Voorwetenschap of enige andere wettelijke bepaling.
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 7/15
Gedragscode Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot
8.4
Tevens is de Relevante Persoon gehouden naar beste vermogen te bevorderen dat Gelieerde Derden geen transacties (laten) verrichten die strijdig zijn met het bepaalde in de gedragscode. Iedere Verbonden Persoon die als Relevante Persoon wordt aangemerkt, wordt daarvan onverwijld door de Compliance Officer op de hoogte gebracht. De betreffende Verbonden Persoon wordt tevens geïnformeerd over de gevolgen van de aanwijzing als Relevante Persoon. De Relevante Persoon wordt verder in kennis gesteld van de procedures en maatregelen gericht op het toezicht op de Persoonlijke Transacties.
Artikel 9. Toezicht op Persoonlijke Transacties (Regeling PersoonlijkeTransacties) 9.1
9.2
9.3
9.4
9.5
9.6
2
De Compliance Officer houdt gegevens bij van aan haar gemelde2 of door haar onderkende Persoonlijke Transacties en vermeldt daarbij in voorkomend geval tevens of de desbetreffende transactie is goedgekeurd of verboden is. De Relevante Persoon onderschrijft dat de Compliance Officer bevoegd is een onderzoek in te (doen) stellen naar enige beleggingstransactie verricht door, in opdracht van of ten behoeve van de Relevante Persoon. De Relevante Persoon is verplicht jaarlijks te bevestigen aan de Compliance Officer, dat hij de uitgangspunten van de Regeling Persoonlijke Transacties onderschrijft en heeft nageleefd. De Relevante Persoon is in het kader van een strikte naleving van de gedragscode gehouden desgevraagd alle informatie met betrekking tot een door hem of ten behoeve van hem verrichte Persoonlijke Transactie aan de Compliance Officer te verstrekken. De Relevante Persoon is verplicht desgevraagd opdracht te geven aan het Pensioenfonds, een ander instelling, lasthebber, beleggingsinstelling of andere derde, om de Compliance Officer alle informatie te verstrekken over enige ten behoeve van hem of in zijn opdracht verrichte Persoonlijke Transactie. De Compliance Officer is bevoegd over de uitkomst van dit onderzoek schriftelijk te rapporteren aan de voorzitter van het Bestuur. Alvorens de Compliance Officer daarover rapporteert, wordt de Relevante Persoon in de gelegenheid gesteld om te reageren op de bevindingen van het onderzoek. De Relevante Persoon wordt door de voorzitter van het Bestuur van de definitieve uitkomst van het onderzoek in kennis gesteld. Van het toezicht op de Persoonlijke Transacties van de Relevante Persoon zijn vrijgesteld: a. transacties in obligaties uitgegeven door de Staat, andere overheden; b. transacties in Financiële Instrumenten waarvan het beheer is overgedragen aan een professionele vermogensbeheerder, op zodanige voorwaarden dat de Relevante Persoon geen invloed heeft op de fondsselectie of op afzonderlijke transacties; c. transacties in indexfondsen of in ter beurze genoteerde rechten van deelneming in (semi)open-ended-beleggingsinstellingen, mits de Relevante Persoon binnen die instelling geen functie vervult.
Zie paragraaf 6.2.
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 8/15
Gedragscode Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Desgewenst overlegt de Relevante Persoon aan de Compliance Officer de overeenkomst welke ten grondslag ligt aan de overdracht van het beheer van zijn vermogensbestanddelen.
Artikel 10.
Compliance Officer
10.1 Het Pensioenfonds wijst een Compliance Officer aan. De Compliance Officer vervult een onafhankelijke rol binnen het Pensioenfonds. De Compliance Officer wordt benoemd door het Bestuur van het Pensioenfonds. De Compliance Officer rapporteert aan de voorzitter van het Bestuur, zowel voor de dagelijkse gang van zaken, als in het geval zich een bijzondere omstandigheid heeft voorgedaan. 10.2 Het pensioenfondsbestuur legt de taken van de Compliance Officer schriftelijk vast. Het Bestuur waarborgt dat de Compliance Officer over voldoende bevoegdheden beschikt voor het uitoefenen van toezicht op de naleving van relevante wettelijke bepalingen en de gedragscode en diens onafhankelijke positie ten opzichte van degenen die zijn onderworpen aan zijn toezicht. De Compliance Officer houdt toezicht op de deugdelijkheid en effectiviteit van interne regels en procedures. Hij rapporteert ten minste jaarlijks over zijn werkzaamheden en doet aanbevelingen op basis van de resultaten van zijn werkzaamheden. De externe accountant ziet toe op de in het kader van de naleving van de gedragscode door de Compliance Officer uitgevoerde werkzaamheden. 10.3 Het Bestuur legt vast welke acties zijn ondernomen naar aanleiding van de bevindingen van de Compliance Officer. 10.4 Indien de Compliance Officer daartoe aanleiding ziet, kan hij Relevante Personen verplicht op eerste verzoek alle informatie te (laten) verstrekken omtrent enige door of ten behoeve van hen verrichte Persoonlijke Transacties. De Compliance Officer controleert of die transacties aan de toepasselijke regels, voorschriften en aanwijzingen voldoen. 10.5 De Compliance Officer adviseert en informeert, gevraagd én ongevraagd, Verbonden Personen over de uitleg en toepassing van de gedragscode. 10.6 De Compliance Officer documenteert zijn werkmethoden en werkzaamheden en administreert en archiveert alle informatie die hem door Verbonden Personen (de meldingen van Persoonlijke Transacties inbegrepen) of derden is verstrekt. Hij bewaart afschriften van alle overeenkomsten en de jaarlijkse verklaringen die Verbonden Personen hem moeten verstrekken. Tevens administreert en archiveert de Compliance Officer alle door hem verrichte controles, onderzoeken en de genomen acties, alsmede overige van belang zijnde informatie, memoranda en correspondentie. De gegevens worden tenminste zeven jaar bewaard. 10.7 De Compliance Officer legt een lijst aan van alle Verbonden Personen die als Relevante Persoon worden aangemerkt. De Compliance Officer deelt onverwijld aan de op de lijst opgenomen Verbonden Personen mee dat zij als Relevante Persoon zijn aangemerkt en hij stelt hen op de hoogte van de gevolgen van de aanwijzing als Relevante Persoon.
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 9/15
Gedragscode Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot
Artikel 11.
Overeenkomst en jaarlijkse verklaring
11.1 Iedere Verbonden Persoon moet een aanstellingsovereenkomst met het Pensioenfonds aangaan, waarin hij zich verbindt alle voor hem relevante regels uit deze gedragscode strikt na te leven. De overeenkomst geldt tot zes maanden nadat de betrokkene niet meer aan het Pensioenfonds is verbonden. De gedragsregel zoals vastgelegd in artikel 4 blijft voor Verbonden Personen blijft voor onbepaalde tijd gelden. 11.2 Aan het einde van ieder kalenderjaar, bij tussentijds vertrek of bij het niet langer verbonden zijn aan het Pensioenfonds, moet iedere Verbonden Persoon een verklaring ondertekenen over de juiste naleving van de geldende bepalingen in de gedragscode over het afgelopen jaar.
Artikel 12.
Sancties
12.1 Het handelen door de Verbonden Persoon in strijd met de gedragscode wordt beschouwd als een ernstige inbreuk op het vertrouwen dat het Pensioenfonds als werkgever of anderszins in de betrokkene moet kunnen stellen. Een dergelijk handelen kan reden zijn tot het opleggen van een sanctie, waaronder – afhankelijk van de ernst van de overtreding – een waarschuwing, het ongedaan maken van het door de Verbonden Persoon behaalde voordeel, overplaatsing, schorsing, of andere disciplinaire of arbeidsrechtelijke maatregel, ontslag op staande voet niet uitgezonderd. Een overtreding kan worden gemeld aan de toezichthouder(s) en – indien van toepassing – bij het Dutch Securities Institute. Het voorgaande laat onverlet een vordering tot schadevergoeding en/of aangifte bij de justitiële autoriteiten.
Artikel 13.
Advies en bezwaar
13.1 Indien de Verbonden Persoon twijfelt over de uitleg van de op hem van toepassing zijnde gedragsregels, is hij verplicht het advies van de Compliance Officer in te winnen. De Compliance Officer is bevoegd een voor de Verbonden Persoon bindende uitspraak te doen. Tegen de uitspraak van de Compliance Officer kan de Verbonden Persoon bezwaar maken tegen de voorzitter van het bestuur. Het maken van bezwaar heeft geen schorsende werking ten aanzien van de uitspraak van de Compliance Officer.
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 10/15
Gedragscode Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot
Artikel 14.
Onvoorziene omstandigheden
14.1 Voor kwesties waarin deze gedragscode niet voorziet, beslist de Voorzitter van het Bestuur.
Artikel 15.
Slotbepalingen
15.1 Het Pensioenfonds kan de gedragscode wijzigen. 15.2 De onderhavige gedragscode vervangt met ingang van 25 september 2014 alle vorige gedragscodes.
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 11/15
Integriteitsbeleid Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot
Bijlage 1.
Inleiding
In de financiële toezichtwetgeving, in het bijzonder in de Wet op het Financieel Toezicht en de Pensioenwet, inclusief onderliggende besluiten en regelingen is integriteit als een expliciete voorwaarde van het financiële toezicht opgenomen. Artikel 19 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen” (Besluit FTK) stelt onder meer dat een pensioenfonds zorg moet dragen voor een systematische analyse van integriteitrisico's en aan de hand van deze analyse een integriteitbeleid vast moet stellen en dat beleid moet uitvoeren. Het wettelijk aangrijpingspunt vanuit het toezicht is een integere bedrijfsvoering, waardoor de soliditeit van de instelling duidelijk op de voorgrond staat. Daarnaast staat de prudent person regel, een open norm, waarvan de invulling in de praktijk door de spelers zelf geschiedt op basis van gezond boeren verstand, ethiek en moraliteitsprincipes. Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot (hierna ook te noemen “het Pensioenfonds”) beschikt over een Gedragscode. In deze Gedragscode is opgenomen dat alle verbonden personen van het Pensioenfonds jaarlijks de naleving van de Gedragscode bevestigen door ondertekening van de Verklaring Gedragscode Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot. Zowel het Pensioenfonds als de uitvoeringsorganisaties voor de pensioenadministratie en het vermogensbeheer (AZL, KCM en ING IM) kennen al diverse waarborgen en beheersmaatregelen, echter De Nederlandsche Bank (DNB) heeft ook een aantal integriteitrisico’s benoemd, die als maatstaf gebruikt worden om vast te stellen of een pensioenfonds een afdoende integriteitbeleid kent. Hierna onder 2 staat informatie over de wet en regelgeving op dit gebied en over de deelgebieden die DNB benoemt. Onder 4 staan de beheersmaatregelen en waarborgen bij het Pensioenfonds opgenomen. Onder 5 komen de beheersmaatregelen bij de uitvoeringsorganisaties aan de orde. Vergelijkbare beheersmaatregelen en waarborgen worden ook gehanteerd door de overige externe partijen, die het Bestuur ondersteunen, t.w. het Bestuursbureau, de Custodian, die tevens optreedt als onafhankelijke partij voor risicomonitoring, de adviserend actuaris, de certificerend actuaris en de accountant. Het integriteitsbeleid wordt gekoppeld aan de Gedragscode. Hierdoor ontstaat één set regels, die jaarlijks door bestuurs- en commissieleden en externe adviseurs wordt onderschreven. Daarmede draagt het Bestuur van Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot op grond van artikel 19 Besluit FTK “niet alleen zorg voor een systematische analyse van integriteitrisico’s, maar heeft het aan de hand van deze analyse, haar kernwaarden, mission statement en de Compliance Charter een samenhangend en integraal integriteitbeleid ontwikkeld, vastgelegd en vastgesteld.
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 12/15
Integriteitsbeleid Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot
2.
Wetgeving (Pensioenwet)
Artikel 143 van de Pensioenwet (PW) schrijft voor dat een pensioenfonds de organisatie zodanig inricht dat deze een beheerste en integere bedrijfsvoering waarborgt. Artikel 143 wordt uitgewerkt in een aantal artikelen het Besluit FTK. In essentie gaat het erom dat het Pensioenfonds voorkomt dat het betrokken raakt bij handelingen die in strijd zijn met de wet of die maatschappelijk onbetamelijk zijn. Artikel 18 van het Besluit FTK schrijft voor dat het fonds over goede administratieve en boekhoudkundige procedures beschikt. Artikel 19 Besluit FTK bevat het volgende voorschrift: ‘een fonds draagt zorg voor een systematische analyse van integriteitrisico’s en stelt aan de hand van deze analyse een integriteitbeleid vast en draagt zorg voor de uitvoering van dat beleid’. Artikel 20 Besluit FTK schrijft voor dat het fonds beschikt over procedures en maatregelen om verstrengeling van belangen te voorkomen. Hierin spelen de Gedragscode en het Compliance Charter een belangrijke rol. Artikel 19 Besluit FTK vormt de basis voor het integriteitsbeleid. Onder integriteitrisico wordt in dit kader verstaan: het risico dat de integriteit van het Pensioenfonds wordt beïnvloed als gevolg van niet integere of onethische gedragingen van de organisatie, de medewerkers of de leiding van het Pensioenfonds. Het Pensioenfonds zelf heeft geen medewerkers in dienst. De medewerkers van het externe Bestuursbureau zijn met het oog op dit risico gescreend en nieuwe medewerkers van het Bestuursbureau worden in lijn met de regels binnen de financiële sector voorafgaand aan hun aanstelling gescreend en dienen zij een verklaring van omtrent gedrag te overleggen. Daarbij heeft het Bestuursbureau adequate functiescheidingen aangebracht en wordt het vier-ogenprincipe toegepast. De Gedragscode van het Pensioenfonds is van toepassing is op alle leden van het bestuur, de commissieleden en de medewerkers van het Bestuursbureau. Door alle betrokkenen wordt naleving van de gedragscode jaarlijks expliciet schriftelijk bevestigd.
3.
Integriteitsrisico´s
Het Pensioenfonds gaat er vanuit dat voorkomen wordt, dat het Pensioenfonds betrokken raakt bij handelingen die tegen de wet ingaan en/of handelingen die maatschappelijk onbetamelijk zijn. De ratio hiervan is vertrouwen: voor het goed kunnen functioneren als pensioenfonds is vertrouwen van de direct betrokken stakeholders maar ook van het publiek een randvoorwaarde. Integriteit vormt een van de pijlers van dat vertrouwen. Naast de integere bedrijfsvoering is de betrouwbaarheid van bestuurders en andere beleidsbepalers van groot belang voor de integriteit van een pensioenfonds. Artikel 105 van de Pensioenwet bevat een uitgebreide bepaling hieromtrent. Financiële ondernemingen moeten immers geleid worden door betrouwbare en integere bestuurders. Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 13/15
Integriteitsbeleid Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Bestuurders en andere (mede)beleidsbepalende personen worden derhalve door de financiële toezichthouders bij aanvang, en wanneer dat verder noodzakelijk wordt geacht, getoetst op onder meer hun betrouwbaarheid. Integriteit is een wezenlijk kenmerk van een professionele en betrouwbare organisatie. Het bevordert niet alleen de efficiëntie, de interne transparantie en samenwerking, maar ook het vertrouwen. Integriteit kan beschouwd worden als een kwaliteitskenmerk.
4.
Huidige situatie
Het Pensioenfonds beschikt over de nodige beheersingsmaatregelen en waarborgen. Het Pensioenfonds heeft een Gedragscode met algemene gedragsregels voor de verbonden personen ter voorkoming van het integriteitrisico. De bestaande maatregelen naar de verschillende deelgebieden: Belangenverstrengeling - Maatregelen ter voorkoming van belangenverstrengeling zijn vastgelegd in artikel 3, 4, 5 en 7 van de Gedragscode van het Pensioenfonds. In een aantal artikelen is een meldingsplicht richting de Compliance Officer van het Pensioenfonds opgenomen. Voorwetenschap - Artikel 7 van de Gedragscode van het Pensioenfonds bevat een verbod om gebruik te maken van voorwetenschap, strikt verbod en melding aan Compliance Officer. Onoorbaar handelen - De artikelen 3, 4, 5, 7 en 8 van de Gedragscode van het Pensioenfonds geven aan wat ontoelaatbaar/onbetamelijk is en geven aan dat handelen in strijd met de waarden en normen, niet is toegestaan; - Normen en waarden van de aan het Pensioenfonds verbonden personen: elk bestuurslid heeft een eigen verantwoordelijkheid; - Het Pensioenfonds beschikt over een beleid maatschappelijk verantwoord beleggen. Benadeling derden - Artikel 7, 8, en 9 van de Gedragscode van het Pensioenfonds hebben elementen in zich die gericht zijn op het voorkomen van opzettelijke en aantoonbare benadeling van derden (bijv. door zelfverrijking); - Het Pensioenfonds kent een klachten- en geschillenregeling, waarop deelnemers en pensioengerechtigden een beroep kunnen doen wanneer zij van mening zijn dat sprake is van onjuiste behandeling en/of benadeling. Klachten en geschillen worden mede doorgegeven aan de Compliance Officer.
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 14/15
Integriteitsbeleid Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot
Fraude - De artikelen 3, 5, 6, 7 en 8 van de Gedragscode van het Pensioenfonds beperken dit integriteitrisico. Witwassen en Terrorismefinanciering - Het deelnemersbestand van het Pensioenfonds wordt door de pensioenadministrateur (AZL) getoetst aan de door DNB periodiek gepubliceerde ‘zwarte en grijze lijsten’ op het gebied van terrorismefinanciering.
5.
Integriteitsbeleid bij AZL, KCM, ING IM en KAS BANK
AZL als pensioenadministrateur, KCM als Fiduciair Manager en ING IM als Vermogensbeheerder van de premieregeling, kennen de nodige waarborgen voor een beheerste en integere bedrijfsvoering en hanteren tevens een eigen gedragscode. Daarnaast fungeert KAS BANK (Custodian) als een onafhankelijke partij voor risicomonitoring voor het Pensioenfonds. De Compliance Officer van het Pensioenfonds vergewist zich van de gedragscodes en het integriteitsbeleid van AZL, KCM, ING IM en KAS BANK. Genoemde partijen verplichten zich wijzigingen in haar gedragscode en integriteitsbeleid te melden aan de Compliance Officer van het Pensioenfonds. Datzelfde geldt ook voor het Bestuursbureau, de Adviserend Actuaris, de Certificerend Actuaris en de externe accountant.
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot PVL_Gedragscode_En_Integriteitsbeleid_Def
Pagina 15/15