stuk ingediend op
391 (2009-2010) – Nr. 1 25 februari 2010 (2009-2010)
Gedachtewisseling over het voorkooprecht van de gemeentelijke holdings op aandelen van transportnetbeheerders, met de voorzitters van Publigas en Publi-T Verslag namens de Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie uitgebracht door de heer Dirk de Kort
verzendcode: WON
2
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
Samenstelling van de commissie: Voorzitter: de heer Jan Penris. Vaste leden: mevrouw Griet Coppé, de heer Carl Decaluwe, mevrouw Veerle Heeren, de heer Veli Yüksel; de heren Chris Janssens, Jan Penris, Wim Wienen; de heer Filip Anthuenis, mevrouw Mercedes Van Volcem; mevrouw Michèle Hostekint, de heer Bart Martens; de heer Marc Hendrickx, mevrouw Liesbeth Homans; mevrouw Patricia De Waele; mevrouw Mieke Vogels. Plaatsvervangers: de heren Tom Dehaene, Dirk de Kort, mevrouw Valerie Taeldeman, de heer Koen Van den Heuvel; de heer Frank Creyelman, mevrouw Marleen Van den Eynde, de heer Christian Verougstraete; de dames Irina De Knop, Vera Van der Borght; de heer Patrick Janssens, mevrouw Els Robeyns; de heer Bart De Wever, mevrouw Tine Eerlingen; de heer Peter Reekmans; de heer Hermes Sanctorum.
V l a a m s P a r l e m e n t – 1011 B r u s s e l – 0 2 / 5 5 2 . 11 . 11 – w w w. v l a a m s p a r l e m e n t . b e
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
3 INHOUD
1. Toelichting namens Publi-T...........................................................................
4
2. Toelichting namens Publigas..........................................................................
5
3. Gedachtewisseling..........................................................................................
7
Bijlagen Bijlage 1: Overzichtsnota Publi-T........................................................................
11
Bijlage 2: Overzichtsnota Publigas......................................................................
17
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
4
Op donderdag 4 februari 2010 hield de Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie een gedachtewisseling over het voorkooprecht van de gemeentelijke holdings op de aandelen van de transportnetbeheerders van gas en elektriciteit. De commissie ondervroeg hierover de heer Daniël Termont, voorzitter van Publigas, en de heer Francis Vermeiren, voorzitter van Publi-T. Commissievoorzitter Jan Penris schetst de aanleiding van de gedachtewisseling. Naar aanleiding van een artikel in De Tijd stelden de heren Eric Van Rompuy en Peter Reekmans op 20 januari 2010 in de plenaire vergadering een actuele vraag over het feit dat Suez wettelijk verplicht is aandelen van de transportnetwerkbeheerders Fluxys en Elia op de markt te brengen. De gemeentelijke holdings Publi-T en Publigas genieten voor die aandelen een voorkooprecht. Namens de commissie vraagt de heer Penris aan de heren Daniël Termont en Francis Vermeiren om in hun inleidende uiteenzetting in te gaan op de volgende vragen: 1° is het opportuun dit voorkooprecht aan te wenden? 2° welke middelen staan daarvoor ter beschikking? 3° indien de middelen momenteel ontbreken, welke structuren zijn dan eventueel mogelijk? 1. Toelichting namens Publi-T De heer Francis Vermeiren, voorzitter van Publi-T, preciseert dat wat de elektriciteitssector betreft, Elia de transportnetbeheerder is waarvan Electrabel aandelen zal verkopen. Het gaat om 24,35 percent van de aandelen. Op dit moment beschikt Publi-T nog niet over een officiële aankondiging van een dergelijke verkoop. Uiteraard zijn er wel lekken en zal er een handelswijze moeten worden afgesproken, waarvoor nu ook al voorbereidingen worden getroffen en onderzoek wordt gevoerd. Als voorzitter van de raad van bestuur moet de heer Vermeiren wel de nodige confidentialiteit in acht nemen en oog hebben voor de onderhandelingspositie van Publi-T. In de commissie kan hij alleszins geen zaken openbaren die hij nog niet aan zijn raad van bestuur heeft meegedeeld. De kostprijs van de aandelen is op zich niet zo moeilijk te bepalen: het gaat om de marktwaarde van het aandeel Elia maal het aantal te verkopen aandelen, namelijk 24,35 percent van het totaal. De vraag is veeleer welk nut zo’n aankoop heeft en wie uiteindelijk betaalt. Voor een goed begrip is dan ook een inzicht in de betreffende structuren noodzakelijk. Overigens is de materie op zich federaal, zij het dat door de betrokkenheid van de gemeenten ook de Vlaamse bevoegdheid over lokale besturen een rol speelt. De heer Vermeiren heeft uit de plenaire debatten onthouden dat de vraagstellers bezorgd waren over hoe hun gemeenten de uitoefening van een voorkooprecht zouden moeten financieren, en of zo’n investering wel het risico loont. De negatieve perceptie van de laatste tijd dat deze aandelen geen dividenden meer zouden genereren, relativeert de heer Vermeiren door ze in een ruimer tijdskader te plaatsen. Daartoe bezorgt hij de commissie een overzicht van de dividenden die de laatste zeven jaren zijn uitbetaald als gevolg van de oprichting van Publi-T. Verder wijst hij erop dat de gemeenten in de context van Elia en Publi-T nooit hun beschikbaar belastinggeld hebben moeten investeren. De stichting van Publi-T is door de intercommunales gefinancierd met geleend kapitaal, dat nadien dividend heeft gegenereerd. Bovendien zijn deze leningen geplaatst aan zeer gunstige voorwaarden, waardoor de dividenden hoger lagen dan de rente op de lening. Een andere mogelijke vraag is wat er gebeurt als het voorkooprecht op de aandelen niet wordt uitgeoefend. Wie zal ze dan kopen? Het is belangrijk om het onderscheid tussen de betreffende aandelen te kennen, stelt de heer Vermeiren. De aandelen van Publi-T zijn verdeeld in vier categorieën: V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
5
– de aandelen van categorie A komen exclusief toe aan de Gemeentelijke Holding en vertegenwoordigen 25,00 percent + één aandeel van het totaal van de uitgegeven aandelen; – de aandelen van categorie B komen exclusief toe aan de financieringsverenigingen van het Vlaams Gewest en aan de Vlaamse Energieholding (VEH) en de Brusselse intercommunale voor elektriciteit (IBE). Ze vertegenwoordigen 45,00 percent van het totaal van de uitgegeven aandelen, i.e. 30,00 percent voor de financieringsverenigingen van de gemengde sector (B1), 12,00 percent voor de zuivere sector en 3,00 percent voor VEH (B2); – de aandelen van categorie C komen exclusief toe aan de intercommunales van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ze vertegenwoordigen 7,50 percent van het totaal van de uitgegeven aandelen; – de aandelen van categorie D komen exclusief toe aan Socofe (12,50 percent - D1) en de intercommunales van het Waalse Gewest (10,00 percent - D2). Ze vertegenwoordigen samen 22,50 percent van het totaal van de uitgegeven aandelen. Publi-T beschikt net als Electrabel over drie vertegenwoordigers in de raad van bestuur van Elia en heeft een voorkooprecht op aandelen van Elia als Electrabel deze verkoopt. Het is nu aan Publi-T om te onderzoeken of het dit voorkooprecht zal uitoefenen. Hierover zullen de vertegenwoordigers van de intercommunales in de raad van bestuur van Publi-T advies uitbrengen, op basis van het standpunt van de gemeenten die ze via hun intercommunale vertegenwoordigen. In het plenaire debat werd de Vlaamse Regering ondervraagd of het aan haar was om daarvoor geld ter beschikking te stellen. De heer Vermeiren vindt het logisch dat een parlement daarnaar informeert, maar de bal ligt nu eigenlijk in het kamp van Publi-T en de intercommunales in zijn raad van bestuur. Voor meer specifieke uitleg ter zake verwijst de heer Vermeiren naar de nota die als bijlage bij dit verslag gaat. Van zodra Publi-T officieel op de hoogte wordt gesteld van de verkoop van Elia-aandelen door Electrabel, zal het via de geijkte kanalen de beslissing nemen op basis van een ruime inspraakronde. De financieringswijze zal dan afhangen van de middelen waarover Publi-T op dat moment beschikt. Het gaat om een hele waaier mogelijkheden: het ‘leverage’-systeem, een lening, een kapitaalsverhoging enzovoort. In geval van een kapitaalsverhoging moet Publi-T een beroep doen op de intercommunales, die dan al dan niet bij hun gemeenten zullen aankloppen. De bevoegde minister heeft Publi-T inmiddels gevraagd om op de hoogte te worden gehouden, wat de holding uiteraard ook zal doen, verzekert de heer Vermeiren. Maar op dit moment is geen financiële inbreng van het Vlaams Gewest aan de orde. Een andere vraag is of het volledige pakket moet worden aangekocht, in casu 24,35 percent van de Elia-aandelen, wat neerkomt op een waarde van 340 miljoen euro. Ook die beslissing is aan de raden van bestuur. Binnen de raad van bestuur van Elia geldt een veto recht vanaf 35 percent van de aandelen. Het is nu aan juridische experts om uit te maken of nog meer aandelen wenselijk zijn. Op deze vraag kan de heer Vermeiren niet dieper ingaan gezien de plicht tot vertrouwelijkheid en de strategie ten opzichte van Electrabel. Het zou niet verstandig zijn om al voor de aanvang van verkooponderhandelingen zijn precieze ambities kenbaar te maken. 2. Toelichting namens Publigas De heer Daniël Termont, voorzitter van Publigas, situeert Publigas als de gemeentelijke holding voor de gassector, die in 1996 is opgericht. Voor een nadere omschrijving van de holding verwijst hij naar de nota die in de commissie is verspreid. Hij beperkt zijn toelichting tot het onderwerp van de gedachtewisseling, het voorkooprecht van de aandelen van V L A A M S P A R LEMENT
6
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
Fluxys. Deze aandelen moet Electrabel verkopen aangezien de wet van 10 september 2009 bepaalt dat het bedrijf zijn participatie in Fluxys onder de 25 percent moet brengen. Op dit moment bezit Electrabel nog 38,5 percent van die aandelen. Het zal dus 13,5 percent moeten verkopen. Inmiddels heeft Electrabel officieel per brief meegedeeld dat het zijn Fluxysaandelen geheel of gedeeltelijk zal verkopen. In maart zal de raad van bestuur van Publigas zich daarover buigen. Publigas beschikt over een voorkooprecht. Een mogelijke vraag is waarom het dit zou uitoefenen, meent de heer Termont. Publigas is alvast kandidaat-koper voor 13,5 percent van de Fluxysaandelen omdat Fluxys een enorm investeringsprogramma heeft, wat een toekomstige kapitaalsverhoging impliceert en bijgevolg een verwatering. Daardoor zou Publigas, dat nu over 51 percent van de aandelen beschikt, zijn meerderheid in Fluxys dreigen te verliezen. Deze participatie verhogen is dus aangewezen. Hoeveel aandelen Publigas eventueel zal kopen, zal er onder andere van afhangen of Electrabel zijn volledige aandelenpakket van Fluxys verkoopt. Waarom is het voor Publigas belangrijk om een meerderheid van Fluxys in handen te houden? De heer Termont wijst erop dat Publigas sinds het over die meerderheid beschikt, een en ander heeft kunnen verwezenlijken bij Fluxys. De Publigasvoorzitter en zijn secre taris-generaal Christian Viaene zijn fier dat de terminal voor vloeibaar gas (LNG-terminal) in Zeebrugge daardoor in Belgische handen is gebleven, en niet aan buitenlandse investeerder is verkocht. Dat gevecht is definitief gewonnen. Ten tweede is onder impuls van Publigas en met medewerking van het prima management van Fluxys een akkoord met de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) tot stand gekomen waardoor de tarieven met 30 percent zullen dalen. Op de factuur van de eindgebruiker levert dat 4 percent rechtstreekse korting op. Ten derde zal Publigas hierdoor definitief de noodzakelijke erkenning als netbeheerder verkrijgen. Ten vierde heeft Publigas door zijn goede buitenlandse relaties 10 percent verworven van de Interconnector, de gaspijplijn tussen Zeebrugge en Engeland. Publigas zal voor zijn strategie ten aanzien van Fluxys Europees denken. Op dit moment is nagenoeg de hele productie, levering en verkoop van gas in privéhanden, onder andere omdat Publigas zijn aandelen in Distrigas heeft verkocht. Daarom is het onderhoud en de ontwikkeling van een goed transportnet absoluut noodzakelijk om de Belgische – en Vlaamse – bevoorrading te verzekeren, en om de concurrentie te bevorderen. Alleen door de aanwezigheid van een publieke infrastructuur kunnen de spelers op de markt elkaar met gelijke wapens bestrijden. Op dit moment is België de belangrijkste draaischijf in het Noordwest-Europese gastransport. Het komt erop aan een alerte strategie te blijven voeren. Zo niet zal Nederland zeer snel deze positie inpikken, waarschuwt de heer Termont. Weliswaar is de gasinfrastructuur sterk gereguleerd, maar van de andere kant heeft Publigas goede afspraken met de CREG over een stabiel dividend. Ter zake deelt de heer Termont de volgende cijfers mee. Publigas is opgericht in 1996 met een startkapitaal van 60 miljoen euro, afkomstig van de gemeenten. Tot nu toe heeft Publigas aan die gemeenten uit de reguliere dividenden 300 miljoen euro uitgekeerd. Daar kwam onlangs nog 800 miljoen euro bij uit de verkoop van Distrigasaandelen. De gemeentelijke participatie in Fluxys via de aandelen in het bezit van Publigas, waarvoor ze dus oorspronkelijk 60 miljoen euro hebben betaald, is nu al meer dan 800 miljoen euro waard. V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
7
De heer Termont besluit dat de sector naast haar strategische belang ook zeer lucratief is voor de gemeenten. 3. Gedachtewisseling De heer Peter Reekmans beaamt dat een koper nooit op voorhand zijn strategie mag prijsgeven. Maar intussen heeft de heer Jos Ansoms als voorzitter van Intermixt, de organisatie die onder meer instaat voor het secretariaat van Publigas en Publi-T, in de media verklaard dat de gemeenten niet zijn geïnteresseerd in Elia-aandelen. Daartegenover staat de uitspraak van de heer Termont dat de gemeenten klaar staan om Fluxysaandelen te kopen. Hij vraagt zich af hoe de Publigasvoorzitter al in de media kan aankondigen dat hij klaar is om Fluxysaandelen over te nemen, als nog niet eens bekend is hoeveel er beschikbaar zullen zijn. Zal Electrabel bijvoorbeeld zijn volledige aandelenpakket van 38,5 percent te koop aanbieden of slechts de wettelijk verplichte 13,5 percent? Een partij met voorkooprecht zou toch eerst moeten weten wat er precies te koop is. Daarom vraagt de heer Reekmans in hoeveel aandelen Publigas nu geïnteresseerd is. 38,5 of 13,5 percent? Of is het in beide gevallen kandidaat-koper? Het verschil tussen Publi-T en Publigas, vervolgt de heer Reekmans, is dat Publigas zelf over 200 miljoen euro beschikt. Voor 38,5 percent van de Fluxysaandelen is echter 460 miljoen euro nodig. Met andere woorden moeten de gemeenten in dat geval 260 miljoen euro ophoesten. Wanneer zal de raad van bestuur van Publigas hierover vergaderen, vraagt het commissielid. Wat Elia betreft: voor het beschikbare aandelenpakket is 340 miljoen euro nodig. In tegenstelling tot Publigas beschikt Publi-T niet over aanzienlijke liquida, meent de heer Reekmans, die daarin de aanleiding voor de uitspraken van de heer Ansoms ziet. Het commissielid vraagt de heer Vermeiren welke middelen Publi-T voorhanden heeft. Verder vraagt de heer Reekmans naar het standpunt van Publi-T over de onderhandelingen van Elia met Vattenfall met betrekking tot een mogelijke participatie van Elia in het Duitse transmissienet. Ten slotte merkt het lid op dat het parlement zich er over zou moeten beraden of het beheer van de transportnetten anno 2010 nog een kerntaak van de gemeenten moet zijn. De heer Bart Martens leidt zijn vragen in met de vaststelling dat het hier gaat om gemeentelijke middelen, waarover het Vlaams Parlement eigenlijk weinig zeggenschap heeft. Maar ook voor het parlement is het belangrijk dat de netten zo kostenefficiënt en onafhankelijk mogelijk worden uitgebaat. In het kader van het Vlaamse energiebeleid is het noodzakelijk dat de netten worden omgebouwd met het oog op de overgang naar een duurzamere energievoorziening. Elia moet bijvoorbeeld verbindingen leggen met de offshore parken in de Noordzee en enkele nieuwe hoogspanningsmasten bouwen om clusters van decentrale warmtekrachtkoppelingsinstallaties op het net aan te sluiten. Daarom vraagt het commissielid aan de heer Vermeiren hoe groot het aandeel van de overheid in Elia moet zijn om het daar voor het zeggen te hebben. De heer Francis Vermeiren antwoordt dat 35 percent nodig is voor een vetorecht. De heer Bart Martens meent dat de publieke sector momenteel al over vier van de zes afhankelijke bestuurders van Elia beschikt. Mits een overname van aandelen die Electrabel in Elia bezit – mocht Electrabel die aanbieden – zouden ze alle zes aan de overheid toekomen. Maar is dat wel nodig om het net onafhankelijk te beheren, vraagt de heer Martens zich af. Hij is van oordeel dat aan Elia striktere regels voor ‘corporate governance’ zijn opgelegd dan aan Fluxys. Om Elia te blijven controleren zal een volstrekte meerderheid niet nodig zijn en dus hoeft de gemeentelijke holding ook niet het hele pakket over te V L A A M S P A R LEMENT
8
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
nemen. Bij Fluxys is dat wel nodig. Het commissielid verwijst naar een studie van London Economics waaruit is gebleken dat Fluxys niet op een eerlijke manier is opengesteld voor elke geïnteresseerde partij. De eventuele overname van het net van Vattenfall kan een kapitaalsverhoging nodig maken. Welke gevolgen zou deze hebben voor het blokkeringspercentage van 35 percent, vraagt de heer Martens. Zijn er nog meer kapitaalsverhogingen te verwachten? In de consoliderende Europese markt kan de overname van een stuk van het Duitse transportnet misschien tot nieuwe uitgaven leiden. Heeft voorzitter Vermeiren van Publi-T al weet van nieuwe buitenlandse expansieplannen van Elia? Misschien is het moment nu wel geschikt voor de gemeentelijke holding om zich daartegen te wapenen door het beschikbare pakket van Electrabel over te nemen. Welk percentage daarvan acht de heer Vermeiren een afdoende garantie om die strategische 35 percent ook na een mogelijke verwatering te blijven bezitten? Momenteel is de publieke sector zowel via Publi-T als Publipart in Elia vertegenwoordigd, vervolgt de heer Martens. Zou het niet beter zijn deze twee te fusioneren? Dan zou de overheid met één stem spreken. Ten slotte gaat de heer Martens in op de decretale bepaling dat in 2018 alle gemengde intercommunales moeten zijn omgevormd tot zuivere intercommunales. Met andere woorden zal Electrabel afstand moeten doen van de 30 percent die het nog in de gemengde intercommunales vertegenwoordigt. Het lid pleit ervoor om nog voldoende geld over te houden voor deze uitkoop van Electrabel. Daarom is de nodige voorzichtigheid geboden met betrekking tot engagementen op de internationale gas- en hoogspanningsmarkt. Bestaat er al een stappenplan om de Electrabelparticipatie in de gemengde intercommunales geleidelijk terug te schroeven? En wat zou de verkoop van de aandelen in SPE-Luminus kunnen opbrengen? Op de vraag van de heer Reekmans antwoordt de heer Daniël Termont dat het voorkooprecht van Publigas inhoudt dat Publigas ofwel alle beschikbare Fluxysaandelen overneemt van Electrabel, ofwel helemaal geen. Als Electrabel beslist om al zijn aandelen te verkopen, heeft Publigas dus geen andere mogelijkheid om zijn voorkooprecht toe te passen dan door het hele pakket te kopen. De heer Termont verzekert dat Publigas daarvoor voldoende middelen heeft. Er is inderdaad 200 miljoen euro opzij gezet om de 13,5 percent aan te kopen waarvoor de verkoop door Electrabel wettelijk verplicht is. Verder heeft de algemene vergadering van Publigas beslist dat de raad van bestuur bij eenvoudige beslissing een kapitaalsverhoging met 250 miljoen euro mag doorvoeren. Publigas overweegt sterk om een derde partij te zoeken die alle Fluxysaandelen overneemt die Electrabel bovenop de verplichte 13,5 percent aan Publigas verkoopt. Al deze opties worden momenteel bestudeerd en besproken. Is dit wel een kerntaak van de gemeenten, was een andere vraag van de heer Reekmans. De heer Termont vermoedt dat hij daarover een andere mening is toegedaan dan het commissielid. Hij heeft de voordelen al opgesomd die de gemeenten dankzij de Publigasconstructie genieten en zal zich blijven verzetten tegen een verkoop van de Vlaamse infrastructuur aan buitenlandse investeerders. Vlaanderen moet de basisinfrastructuur voor zijn energievoorziening in eigen handen houden. Uiteraard kan Vlaanderen zich voor 800 miljoen euro uit Publigas uitverkopen, maar dat is dan een eenmalige opbrengst: dan is het ook meteen gedaan met alle toekomstige dividenden. Dat het dividend in 2009 aanzienlijk is gedaald, is trouwens te wijten aan de verkoop van de zeer lucratieve Distrigasaandelen en de daaruit resulterende uitkering van 800 miljoen euro aan de Vlaamse gemeenten. Het is nu aan de gemeenten om te beslissen hoe ze dit geld besteden. Bijna alle gemeenten, behalve Gent, hebben daarmee aandelen gekocht in de gemeentelijke holding. Aan de heer Martens antwoordt de heer Termont dat dit de gemeenten eventueel in staat stelt om de 30 percent van Electrabel in de gemengde intercommunales te kopen. V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
9
In 1996 bezat de federale overheid nog meer dan 50 percent van Distrigas, merkt de heer Termont op. De Belgische staat heeft toen beslist om dit belang te verkopen via de Nationale Investeringsmaatschappij (NIM). Gelukkig hebben de gemeenten toen de alerte reactie gehad om een deel daarvan te kopen, zo niet was nu de hele gasinfrastructuur in privé-handen, dus in de praktijk in buitenlandse handen. In deze sector zijn er geen grote Belgische spelers meer, dus elke privatisering betekent een verkoop aan het buitenland, stelt de heer Termont. De heer Francis Vermeiren ziet geen enkele tegenspraak tussen zijn stellingname en die van de heer Jos Ansoms. Hijzelf kan het zich niet veroorloven in het parlement aan te kondigen op welke basis hij in naam van zijn raad van bestuur de onderhandelingen met Electrabel zal aanvatten. Als de heer Ansoms meedeelt dat er geen behoefte is aan een dergelijke aankoop, is dat zelfs een steuntje in de rug, waarvoor de heer Vermeiren hem dankbaar is. Beiden zijn ze heel voorzichtig en spelen ze niet op voorhand in de kaart van de tegenpartij. Tussen 2003 en 2009 heeft Publi-T afgerond 120 miljoen euro aan dividenden uitbetaald aan de gemeenten: indrukwekkende cijfers, zeker als je weet dat hier geen investeringen aan zijn voorafgegaan. De heer Vermeiren treedt de stelling van de heer Martens bij in verband met het voordeel van een participatie van 35 percent. Ook beaamt hij het gunstige effect dat een fusie van de Publi-T- en Publipartinbreng zou hebben. Daarover zijn ook al gesprekken aan de gang. Dit is geen gemakkelijke operatie, maar de raad van bestuur van Publi-T is er al jarenlang uitdrukkelijk voorstander van. De heer Reekmans had een vraag over Vattenfall, waarop de heer Vermeiren enkel kan antwoorden binnen de perken van de vertrouwelijkheidsnota die hijzelf en de hele directieraad van Publi-T hebben ondertekend. Vattenfall ziet hij als een opportuniteit, die moet worden onderzocht. Voor windenergie biedt de Noordzee immers geen onuitputtelijke mogelijkheden, terwijl de Oostzee op dat vlak een enorm potentieel heeft. Op dit moment is er voor de hoogspanning geen connectie tussen België en Duitsland en zijn we daarvoor op Nederland aangewezen. Nederland heeft maatschappijen verworven in Duitsland. Ook ten opzichte van Franse netten zijn we erg afhankelijk. Om in de toekomst de prijs van het elektriciteitstransport onder controle te houden, moet men dus oog hebben voor zulke opportuniteiten. Hoeveel een dergelijke participatie mag kosten en hoe ze moet worden gefinancierd, daarover kan de heer Vermeiren nog niet uitweiden. Alles moet hoe dan ook in de algemene context worden overwogen. Net als de heer Termont vindt de heer Vermeiren het heel belangrijk om alert te blijven en niet voor voldongen feiten te worden geplaatst. Daarom worden deze zaken in opdracht van Publi-T permanent zeer direct opgevolgd door de allerbeste technici van het land. De heer Vermeiren besluit dat in alle gevallen de doorstroming naar de gemeenten optimaal wordt gegarandeerd. De heer Carl Decaluwe erkent ten volle het belang van de publieke controle op de energie transportinfrastructuur. Wel vraagt hij zich af of gemeentelijke leningen ter financiering van kapitaalsverhogingen wel beantwoorden aan de conformiteitsregels van het Europese Stelsel van Economische Rekeningen (ESER). Ten tweede vraagt hij of er een rol kan weggelegd zijn voor de nog op te richten Vlaamse Energiemaatschappij. De heer Daniël Termont antwoordt dat de ESER-conformiteit van de gemeenten op geen enkele manier in het gedrang kan komen omdat van hen nooit een kapitaalsinbreng zal worden gevraagd. De vennootschap staat zelf financieel sterk genoeg. Over een mogelijke rol voor de Vlaamse Energiemaatschappij heeft de heer Termont al overleg gepleegd met het kabinet-Lieten. Hij wijst er wel op dat de holdings een zuiver V L A A M S P A R LEMENT
10
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
federale structuur hebben. Hij heeft bij de Waalse en Brusselse collega’s al eens voorzichtig gepolst hoe zij tegenover een rol van de Vlaamse Energiemaatschappij zouden staan. Hoe dan ook is in 1996 een delicaat evenwicht bereikt door de raad van bestuur samen te stellen uit 55 percent Vlamingen, 30 percent Walen en 15 percent Brusselaars. Er is altijd gewaakt over de instandhouding van die verhouding. De oefening zal dus niet eenvoudig zijn, maar de heer Termont wil ze zeker niet bij voorbaat uitsluiten, net zo min als hij een eventuele federale investering zou uitsluiten. De voorzitter, Jan PENRIS De verslaggever, Dirk DE KORT
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
11
BIJLAGE 1: Overzichtsnota Publi-T
V L A A M S P A R LEMENT
12
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
13
14
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
15
16
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
17
BIJLAGE 2: Overzichtsnota Publigas
V L A A M S P A R LEMENT
18
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
19
20
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
21
22
Stuk 391 (2009-2010) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT