Gebruiksaanwijzing
G 7781 TD Reinigings- en desinfectieautomaat
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt hiermee onnodige schade aan het apparaat.
T M.-Nr. 03 882 882
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen (uitneembaar) . . . . . middenpagina’s Functiebeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Waterontharder instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Deur openen en sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Toepassingsmogelijkheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Naspoelmiddel doseren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 – Het instellen van de dosering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Neutralisatiemiddel doseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Doseersystemen ontluchten / onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Reinigingsmiddel doseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Programma kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 In- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 – Programma kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 – Aanvullend programma kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 – Programmaverloop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 – Programma onderbreken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Extra functies programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Waterontharder regenereren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Wateraansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Een bijdrage aan de bescherming van het milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
2
Algemeen
°C
DOS
12 3 4
• min • • •
5
DESIN
•• •• ••
DESIN vario TD
I-O
DESIN 93°C-3’ DESIN 93°C-10’
6
7
1 Controlelampje "Storing watertoevoer/waterafvoer" 2 Controlelampje "Waterontharder regenereren" 3 Controlelampje "(vloeibaar) reinigingsmiddel bijvullen" (DOS-module C 60) (uitsluitend bij extern aangesloten DOS-module -speciaal toebehoor-)
• • • •
8
• • • •
9
5 Programmaverloop 6 Display 7 Deuropener 8 Aan/Uit-toets (I-0) 9 Programmatoetsen
4 Controlelampje "Neutralisatiemiddel bijvullen"
3
Algemeen
10
11
12
13
14
15
10 Aansluiting voor DOS-module (achterzijde)
13 Aansluiting voor zoutreservoir (waterontharder)
11 Zeefcombinatie
14 Reservoir voor vloeibare naspoelmiddelen met doseerinstelling
12 Doseervakje voor poedervormige reinigingsmiddelen
4
15 Niveau-indicator
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Door onjuist gebruik echter kunnen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt hiermee onnodige schade aan het apparaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig! Verantwoord gebruik Deze reinigingsautomaat is uitsluitend bestemd voor het gebruik dat is aangegeven in deze gebruiksaanwijzing. Ander gebruik is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn. De reinigings- en desinfectieprogramma’s zijn uitsluitend bedoeld voor medische hulpmiddelen die daarvoor door de desbetreffende fabrikant zijn vrijgegeven. De fabrikant van de reinigingsautomaat kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door onjuist gebruik of foutieve bediening. Dit apparaat mag uitsluitend door een vakman op een niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld een boot of camper) worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden voldaan. Neem de volgende veiligheidsinstructies in acht, zodat uw eigen veiligheid en die van anderen niet in gevaar komt!
Dit apparaat mag alleen door de Technische Dienst van Miele in gebruik worden genomen en onderhouden. Volgens het Besluit Medische Hulpmiddelen is regelmatig onderhoud aan te bevelen. In dit verband is een Miele-onderhoudscontract aan te raden. Het apparaat mag niet worden opgesteld in een explosiegevaarlijke ruimte. De ruimte dient tevens vorstvrij te zijn. De elektrische veiligheid van dit apparaat is alleen gewaarborgd wanneer het is aangesloten op een aardingssysteem dat geïnstalleerd is volgens de geldende veiligheidsvoorschriften. Het is belangrijk dat u dit controleert en in geval van twijfel laat inspecteren door een vakman. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok). Een apparaat dat beschadigd is, kan uw veiligheid in gevaar brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking en neem contact op met de Technische Dienst van Miele. Reparaties mogen uitsluitend door de Technische Dienst van Miele worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico’s lopen. Personeel dat het apparaat bedient, moet regelmatig worden geïnstrueerd. Laat het apparaat niet bedienen door personeel dat niet is geïnstrueerd.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Pas op bij het gebruik van vloeibare hulpmiddelen en additieven! Veel vloeibare middelen zijn bijtende stoffen. Gebruik in geen geval organische oplosmiddelen in verband met explosiegevaar. Neem de geldende veiligheidsvoorschriften in acht. Draag een veiligheidsbril en handschoenen. Houdt u zich bij chemische hulpmiddelen aan de veiligheidsvoorschriften van de desbetreffende fabrikant! Vermijd het inhaleren van stofdeeltjes van poedervormige middelen. Bij inwendig gebruik kunnen reinigingsmiddelen ernstige brandwonden in mond en keel veroorzaken of tot verstikking leiden! Het water in de spoelruimte is geen drinkwater! Ga nooit op de geopende deur zitten of staan. Het apparaat kan kantelen en beschadigd raken. Zorg dat scherpe voorwerpen zo in de automaat worden geplaatst, dat dit geen risico’s oplevert. Wees extra voorzichtig als dergelijke voorwerpen rechtop in de automaat worden gezet. Pas op als u een hoge temperatuur instelt (70 °C - 95 °C). Er bestaat dan een groot gevaar voor verbrandingen! Laat de rekken en inzetten eerst afkoelen. Na afloop van het programma kan er heet water in bakjes en dergelijke zijn achtergebleven. Giet deze leeg in de spoelruimte.
6
Raak de verwarmingselementen niet meteen na het openen van de deur aan. U kunt zich eraan branden, ook nog minuten na afloop van een programma. De reinigingsautomaat en de directe omgeving ervan mogen niet met water (waterslang of hogedrukreiniger) worden afgespoten. Haal voor onderhoudswerkzaamheden altijd de spanning van het apparaat. Schakel het apparaat eerst uit en trek vervolgens de stekker uit het stopcontact, of schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit. Neem de volgende aanwijzingen in acht voor een optimale behandeling en om schade aan apparaat en spoelgoed te voorkomen! Tijdens een desinfectieprogramma mag de deur van de automaat niet worden geopend! Een desinfectieprogramma mag niet worden onderbroken, omdat het desinfectieresultaat anders niet is gewaarborgd. Moet een desinfectieprogramma toch worden onderbroken, dan moet het volledig worden herhaald! Zie ook de instructies in de rubriek "Programma onderbreken" van de gebruiksaanwijzing. Let op! Het spoelgoed kan heet zijn. U kunt zich eraan branden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De desinfectiestandaard van het desinfectieproces moet worden bewaakt. Daarom moet het desinfectieproces regelmatig meettechnisch worden gecontroleerd.
voor toepassingen die door de fabrikant worden aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en eventuele heftige chemische reacties (bijvoorbeeld een gasexplosie).
Het desinfectieprogramma "Thermische desinfectie" (DESIN 93 °C-3’) - met 3 minuten inwerktijd - is alleen in bepaalde gevallen geschikt voor infectie-profylaxe. Let hierbij per geval op de vereisten.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor gebruik met water en additieve reinigingsmiddelen. Het mag niet met organische oplosmiddelen worden gebruikt, omdat er dan explosiegevaar bestaat. Er bestaan overigens ook veel organische oplosmiddelen waarbij geen explosiegevaar bestaat, maar waarbij andere problemen kunnen optreden, zoals aantasting van rubber en/of kunststof.
Gebruik alleen reinigingsmiddelen voor professionele reinigingsautomaten die door Miele zijn getest en aanbevolen. Gebruik van andere reinigingsmiddelen kan schade aan de automaat en het spoelgoed veroorzaken. Voorbehandeling (bijvoorbeeld met reinigings- of desinfectiemiddelen), maar ook bepaalde vervuilingen en sommige reinigingsmiddelen kunnen schuim veroorzaken. Schuim kan het resultaat van de reiniging of desinfectie verminderen. Wanneer voor een bepaalde toepassing een chemisch hulpmiddel (bijvoorbeeld een reinigingsmiddel) wordt aanbevolen, betekent dit niet dat de fabrikant van het apparaat ook aansprakelijk is voor het effect van het chemische middel op het spoelgoed. Houd er rekening mee dat veranderingen in formules en opslagvoorschriften die niet afkomstig zijn van de fabrikant van de chemische middelen het resultaat kunnen beïnvloeden.
Bij toepassingen waarbij zeer strenge eisen aan het resultaat worden gesteld, moet u de voorwaarden voor het reinigingsproces (reinigingsmiddel, waterkwaliteit, etc.) van te voren afstemmen met Miele. Als er bijzonder hoge eisen worden gesteld aan het reinigings- en naspoelproces (bijvoorbeeld bij chemische analyse of speciale industriële producten) moet de kwaliteit regelmatig door de gebruiker worden gecontroleerd. De speciale inzetten mogen uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden die in de gebruiksaanwijzing worden aangegeven. Alle schalen, bakjes en dergelijke moeten geleegd worden vóórdat ze in de automaat worden geplaatst.
Let bij gebruik van reinigingsmiddelen en speciale producten altijd op de aanwijzingen van de fabrikant. Gebruik het reinigingsmiddel alleen 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verwijder resten van oplosmiddelen en zuren, met name zoutzuur en chloridehoudende oplossingen, van het spoelgoed vóórdat u het in de automaat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen die corrosie kunnen veroorzaken. Oplosmiddelen in verbinding met vuil mogen slechts in sporenhoeveelheid aanwezig zijn. Dit geldt met name voor gevarenklasse A1. Om schade door corrosie te vermijden, mag de roestvrijstalen ommanteling niet in contact komen met zoutzuurhoudende oplossingen en dampen. Neem de installatie-instructies in de gebruiksaanwijzing en de installatiehandleiding in acht. Gebruik van toebehoren Voor speciale toepassingen mogen alleen Miele-toebehoren worden aangesloten. Informeer bij de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. naar de typenummers.
8
Het afdanken van het apparaat Maak afgedankte apparaten onbruikbaar. Trek de stekker uit de contactdoos en knip de kabel door. Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten reinigingsmiddel. Neem hierbij de veiligheidsinstructies in acht. Draag een veiligheidsbril en handschoenen! Maak het slot van de deur onbruikbaar, zodat kinderen zich niet in het apparaat kunnen opsluiten. Verwijder hiertoe de vergrendelingspin (2 kruiskopschroeven boven de deur). Informeer bij de gemeentelijke reinigingsdienst naar de verdere verwerkingsprocedures voor afgedankte apparaten. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door het niet opvolgen van deze veiligheidsinstructies en waarschuwingen.
Functiebeschrijving De G 7781 TD is een desinfector en reinigingsautomaat bestemd voor het automatisch reinigen van tandheelkundig instrumentarium, afdruklepels, halve cassettetrays, mondspoelbekers, niervormige schalen, etc. De tandheelkundige untensiliën kunnen thermisch gedesinfecteerd en gereinigd worden op 93 °C. Het Robert Koch-Instituut (RKI) in Berlijn (instituut voor infectieziekten en niet overdraagbare ziekten) heeft voor Duitsland de "Desinfectie van instrumenten in reinigingsautomaten" met de desinfectieparameters 93 °C, inwerktijd 10 minuten (werkingsgebieden A en B) geregistreerd onder rubriek 3.2.4, §10c BSeuchG. Deze parameters komen overeen met een reductie van ~107 respectievelijk een reductiefactor 7. De desinfectieparameters 93 °C, inwerktijd 3 minuten, komen overeen met een reductie van ~105 respectievelijk reductiefactor 5. Met betrekking tot het werkingsgebied wordt bij deze automaat het volgende onderscheid gemaakt: A = geschikt voor het doden van vegetatieve bacteriële kiemen inclusief mycobacteriën, alsmede schimmels inclusief sporen daarvan. B = geschikt voor de inactivering van virussen (inclusief HBV en HIV). De automaat is standaard voorzien van een dampcondensator (DC) en een waterontharder.
9
Waterontharder instellen Wanneer de waterhardheid hoger is dan 6 °d moet het water worden onthard om kalkafzetting op de instrumenten en in het apparaat te vermijden. De ingebouwde waterontharder kan alleen optimaal functioneren als deze: 1. op de juiste wijze is ingesteld 2. direct met zout geregenereerd wordt zodra het controlelampje k oplicht. Als u het apparaat voor het eerst gebruikt, moet de waterontharder worden ingesteld op de hardheid van het water. Informeer bij het waterleidingbedrijf naar de waterhardheid in uw omgeving.
Waterontharder instellen De waterontharder heeft 18 tijdseenheden en een 0-stand. De standaardinstelling is 8, wat overeenkomt met 19 °d. Als uw leidingwater harder of zachter is dan 19 °d: verandert u de tijdseenheid (zie tabel) met de toetsen op het bedieningspaneel.
Tijdseenheid
°d
mmol/ l
°f
°e
ppm CaCO3
18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
6 7 8 9 10 11 12 13 15 17 19 22 24 28 32 38 48 71
1,07 1,25 1,42 1,60 1,78 1,96 2,14 2,31 2,67 3,03 3,38 3,92 4,27 4,98 5,70 6,76 8,54 12,64
10,7 12,5 14,3 16,0 17,9 19,6 21,4 23,2 26,8 30,4 33,9 39,3 42,8 50,0 57,1 67,8 85,7 126,7
7,5 8,8 10,0 11,3 12,5 13,8 15,0 16,3 18,8 21,3 23,8 27,5 30,0 35,0 40,0 47,6 60,1 88,9
107 125 143 160 179 196 214 232 268 304 339 393 428 500 571 678 857 1267
Druk de toetsen q en c tegelijkertijd in, houd ze ingedrukt en schakel daarbij de automaat in met de Aan/Uit-toets "I-0". In het display verschijnt dan "P...". Druk op de toets k. De "P" verdwijnt. Op het display verschijnt tijdseenheid "0". Deze kan nu worden aangepast. Dit gebeurt als volgt. Druk zo vaak op toets c totdat de gewenste waarde in het display verschijnt. Druk op toets h. In het display verschijnt "SP". Druk nogmaals op toets h. De tijdseenheid wordt in het geheugen opgeslagen. Op het display wordt niets meer aangegeven. De automaat is klaar voor gebruik.
10
Waterontharder instellen Als de hardheid van uw leidingwater constant onder 6 °d ligt: stelt u tijdseenheid "0" in. Het controlelampje k gaat dan niet branden en de waterontharder hoeft niet te worden geregenereerd. Waterontharder regenereren: zie bladzijde 30.
11
Deur openen en sluiten Deur openen a Druk op de deuropener totdat u weerstand voelt, pak tegelijk de greep vast en open de deur. Tijdens een programma mag de deur alleen in noodgevallen worden geopend, bijvoorbeeld als de inhoud rammelt (zie "Programma onderbreken"). Raak de verwarmingselementen niet meteen na het openen van de deur aan. U kunt zich eraan branden, ook nog minuten na afloop van een programma.
Deur sluiten Klap de deur omhoog en druk deze dicht totdat de deur vastklikt. Druk daarbij niet op de deuropener.
12
Toepassingsmogelijkheden De automaat kan worden voorzien van twee rekken (bovenrek en onderrek). Al naar gelang het te reinigen spoelgoed kunnen deze worden voorzien van verschillende inzetten of worden vervangen door speciale rekken. Er zijn zoveel mogelijkheden dat deze hier niet allemaal afgebeeld kunnen worden. Er zal slechts op enkele toepassingen worden ingegaan. Instrumentarium met lange en/of smalle holle ruimten moet van binnen goed doorspoeld kunnen worden. Wasbare hand- en hoekstukken kunnen in de automaat worden gedesinfecteerd. Instrumenten met lichtgeleiders kunnen eveneens machinaal worden gereinigd. Zie in dit verband ook de aparte gebruiksaanwijzing bij deze hulpmiddelen.
Spoelgoed inruimen Voorbereiden Maak alle voorwerpen leeg voordat u ze in het apparaat plaatst (neem hierbij de geldende voorschriften in acht). Er mogen geen zuurresten of oplosmiddelen, vooral geen zoutzuur en chloride, in de spoelruimte terechtkomen. Let op Zet het spoelgoed altijd zo in de rekken, dat het aan alle kanten door het water kan worden bereikt. Alleen dan kan het goed schoon worden.
Plaats holle instrumenten met de openingen naar beneden in de bijbehorende inzetten, zodat het water er goed bij kan. Plaats spoelgoed met een diepe bodem zo veel mogelijk schuin in het rek, zodat het water eraf kan lopen. Plaats hoog, smal spoelgoed in het midden van de rekken, zodat het goed door het water kan worden bereikt. De sproeiarmen mogen niet door te hoog of naar beneden uitstekend spoelgoed worden geblokkeerd. Controleer dit door de sproeiarmen handmatig een keer rond te draaien. Om corrosie te voorkomen, wordt aanbevolen uitsluitend degelijk instrumentarium van roestvrij staal te gebruiken. Zorg dat al bij de behandeling van de patiënt zo weinig mogelijk tandcement en/of amalgaan op de instrumenten achterblijft. Anderzijds kan na de thermische desinfectie, zonder gevaar voor infectie, handmatig worden nagereinigd. Gebruik uitsluitend hittebestendige kunststof voorwerpen. Direct na het einde van het programma moet de deur van de automaat gedurende 10 - 15 minuten circa 10 cm worden geopend. Alleen zo bereikt u door de nog aanwezige warmte een goed droogresultaat en voorkomt u corrosie.
Plaats de te reinigen instrumenten zo dat de delen elkaar niet afdekken. 13
Toepassingsmogelijkheden Aluminium trays mogen over het algemeen niet in een machine thermisch worden behandeld.
Indelingsvoorbeelden:
Wanneer na verloop van tijd verkleuringen en corrosievlekken op de instrumenten verschijnen (met name op de scharnierende delen), kunt u een extra dosering neutralisatiemiddel (refresh) programmeren (zie de hoofdstukken "Neutralisatiemiddel doseren" en "Extra functies programmeren"). Als dit niet het gewenste resultaat oplevert, neem dan contact op met de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. Belangrijk
O 177-03 Bovenrek/injector
De verende watertoevoer-adapter van de rekken en injectorwagens moet bij het inschuiven in het apparaat goed aansluiten. Daarom moet de adapter 45 mm hoger zijn ingesteld dan de watertoevoer in de machine. Is dat niet het geval, dan kunt u de adapter als volgt verstellen:
De linker kant van het rek is bijvoorbeeld geschikt voor inzet E 337-03 2/5, voor het rechtop plaatsen van instrumenten. Vanwege het gevaar voor verwondingen bij dubbelzijdig scherpe instrumenten moet het beladen van de E 337 van achteren naar voren en het leeghalen andersom plaatsvinden.
Draai de klemring los. Schuif de adapter omhoog (4-5 mm hoger dan de watertoevoer in de automaat) en draai de klemring weer vast. Rekken en inzetten moeten overeenkomstig de toepassing worden uitgezocht.
14
De rechter kant van het rek heeft 28 inspuiters/trechters voor de directe inspuiting van holle instrumenten. Deze worden met heet water (93 °C) doorspoeld. Zo worden de binnen- en de buitenzijde gereinigd. Er is tevens ruimte voor zeefschalen. Let op! Mondspiegels met een opgedampte rhodiumlaag moeten vanwege het kwetsbare oppervlak zo worden geplaatst dat ze niet beschadigd kunnen raken. Niet alle mondspiegels kunnen machinaal worden gereinigd.
Toepassingsmogelijkheden U 874-03 Onderrek/lafette Linker kant: inzet E 130-03 1/2 voor 10 trays. Rechter kant: zeefinzet E 379-03 1/2.
O 177-03 Bovenrek/injector Voor thermisch desinfecteerbare afzuigslangen wordt inzet E 413-03 1/1 voor 6 afzuigslangen in de O 177 geplaatst. De reiniging geschiedt door inspuiting. Voor het plaatsen van slangen zijn speciale adapters vereist. Wordt ook het filterblok gereinigd, verwijder dan eerst het amalgaan.
U 874-03 Onderrek/lafette Linker kant: inzet E 131-03 1/2 voor 5 zeefschalen type E 146-03 1/6 met inlegstrippen E 328 voor dubbelzijdige instrumenten. Rechter kant: inzet E 130-03 1/2 voor 10 trays.
15
Toepassingsmogelijkheden
Inzet E 147/1-03 1/2 Halfinzet voor 10 tot 12 mondspoelbekers. Reinig mondspoelbekers bij voorkeur in het bovenrek. In het onderrek kunnen de grotere mechanische werking en de grotere temperatuurwisselingen spanningscorrosie veroorzaken.
16
Toepassingsmogelijkheden Bovenrek verstellen Deze automaat kan worden voorzien van verstelbare bovenrekken (instelbaar op 3 standen met telkens 2 cm hoogteverschil). De standaardinstelling van het bovenrek is de middelste stand. In het bovenrek passen dan bijvoorbeeld: voorwerpen tot circa 19 cm hoogte, in het onderrek: voorwerpen tot circa 25 cm hoogte. Voor de andere standen kunt u onderstaande tabel raadplegen. Stand bovenrek Boven
Hoogte bovenrek in cm 17
Hoogte onderrek in cm 27
Midden
19
25
Onder
21
23
Verstellen van het bovenrek Trek het bovenrek tot de aanslag naar voren en til het van de rails. Schroef de rolhouders aan weerszijden van het rek los met sleutel 7 en verplaats ze.
17
Naspoelmiddel doseren In de deur bevindt zich een reservoir voor vloeibare middelen met een inhoud van ca. 200 ml. Met dit reservoir kunt u automatisch een geschikt vloeibaar naspoelmiddel doseren (bijvoorbeeld Mielclear).
Naspoelmiddelreservoir vullen
Vul het naspoelmiddel bij totdat de niveau-indicator (zie pijl) donker van kleur is. Gebruik eventueel een trechter. Schroef de afsluitdop dicht en verwijder wat u eventueel gemorst heeft. Naspoelmiddel bijvullen De niveau-indicator voor het naspoelmiddel geeft de stand van het reservoir aan. Wanneer de donkere kleur van de niveau-indicator verdwijnt, moet het reservoir worden bijgevuld.
Het instellen van de dosering
Schroef de afsluitdop los.
Het schuifje in de opening van het reservoir kan worden ingesteld op een stand tussen 1 en 6 (1-6 ml). De standaardinstelling is 3 (3 ml). Als het instrumentarium vlekken vertoont, zet u het schuifje op een hogere stand, zie afbeelding. Als er strepen en sluiers verschijnen, kiest u een lagere stand. 18
Neutralisatiemiddel doseren Neutralisatiemiddel doseren Wanneer verkleuringen en corrosievlekken op het instrumentarium verschijnen, vooral bij de scharnierende delen, kunt u deze in programmafase 3 met speciale zuren verwijderen (neem indien nodig contact op met Miele Nederland B.V.).
Omdat het reservoir niet helemaal leeg mag raken, moet het op tijd worden bijgevuld.
Belangrijk: Via "Extra functies programmeren" moet u het programma op "Tussenspoelen I met neutralisatiemiddeldosering" instellen. Plaats het reservoir met neutralisatiemiddel naast de reinigingsautomaat op de grond. Zodra op het bedieningspaneel het controlelampje w gaat branden: vult u het reservoir met neutralisatiemiddel of u vervangt het reservoir.
Daarna steekt u de sonde stevig in de opening van het reservoir (zie de afbeelding en let op de kleuraanduiding). 19
Doseersystemen ontluchten / onderhoud Doseersystemen ontluchten Voor het eerste gebruik of wanneer een reservoir niet tijdig is bijgevuld, moet het doseersysteem voor vloeibare middelen (behalve "Naspoelmiddel") worden ontlucht. Druk op de toets I-0. Zet de doseerschakelaar van de DOS-module op "10" (alleen als u schakelaar "B" gebruikt).
Na elke keer ontluchten, moet u controleren of de spoelruimte nog restanten van het betreffende middel bevat. Verwijder deze als volgt: Kies het programma D "VOORSPOELEN". Als het doseersysteem voor het reinigingsmiddel (DOS-module C 60) is ontlucht, gaat u als volgt te werk: Stel de te doseren hoeveelheid voor het normale reinigingsprocédé in. Zie hiervoor de gebruiksaanwijzing van de DOS-module. Hierna is het doseersysteem met het desbetreffende middel gevuld en klaar voor gebruik.
Onderhoud aan de doseersystemen Voor een optimale werking is regelmatig onderhoud noodzakelijk. De onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door de Technische Dienst van Miele worden verricht. Schakelaar "A": doseersysteem voor neutralisatiemiddel (zie afbeelding). Schakelaar "B": doseersysteem voor reinigingsmiddel (speciaal toebehoor DOS-module C 60). De schakelaars "A" en/of "B" moeten gedurende 31/2 minuut worden ingedrukt. Doe dit met een spits voorwerp.
20
Eens per jaar/anderhalf jaar – dient u de slangen in de reservoirs c.q. DOS-modules te vervangen.
Reinigingsmiddel doseren Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen voor speciale reinigingsautomaten. Gebruik nooit middelen voor huishoudelijke afwasautomaten! Wij raden u aan om vloeibaar reinigingsmiddel te doseren met de DOSmodule C 60 (speciaal toebehoor). Wanneer u niet met een vloeibaar reinigingsmiddel werkt, doe dan voor het programma "DESIN vario TD" poedervormig reinigingsmiddel in het daarvoor bestemde reservoir (uitzonderingen zie "Programma’s DESIN..." op de volgende bladzijde).
Doseer het reinigingsmiddel in het vakje. Dosering: ca. 3 g/l, dat wil zeggen ca. 30 g per lading. Let op de aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel! Sluit het klepje weer.
Druk de afsluitknop van het klepje naar voren (in de richting van de pijl). Het klepje springt open (na een spoelprogramma is het klepje al open).
21
Reinigingsmiddel doseren Programma’s "DESIN 93 °C-3’ en DESIN 93 °C-10’":
Bij bepaalde verontreinigingen moet u soms andere samenstellingen van reinigings- en hulpmiddelen gebruiken. Neem in een dergelijk geval contact op met Miele Nederland B.V. te Vianen. Let op! De automaat kan desgewenst ook van een doseersysteem voor vloeibare reinigingsmiddelen worden voorzien (DOSmodule C 60). Deze wordt extern aangebracht. Bij de DOS-module is een aparte gebruiksaanwijzing en montagehandleiding gevoegd.
Wanneer u niet met een vloeibaar reinigingsmiddel werkt, doseer dan poedervormig reinigingsmiddel op de binnenkant van de deur. Bij de keuze van het reinigingsmiddel moet, ook uit milieu-overwegingen, met de volgende criteria rekening worden gehouden: Welke alkaliteit is voor het oplossen van het reinigingsprobleem nodig? Is er actieve chloor nodig voor desinfectie of oxidatie (pigmentverwijdering)? Zijn tensiden speciaal voor dispersie en emulgatie nodig? Voor de thermische desinfectieprogramma’s moet een geschikt mild-alkalisch en chloorvrij reinigingsmiddel worden gebruikt.
22
Wees voorzichtig met vloeibare hulpmiddelen en additieven! Dit kunnen bijtende of irriterende stoffen zijn. Neem de veiligheidsvoorschriften in acht! Draag een bril en handschoenen!
G 7781
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voor de gebruiker: Haal deze pagina’s uit de gebruiksaanwijzing en bevestig ze duidelijk zichtbaar voor het bedienend personeel in de directe omgeving van het apparaat. Zorg ervoor dat het bedienend personeel op de hoogte is van deze veiligheidsinstructies en waarschuwingen en deze ook in acht neemt. Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Door onjuist gebruik echter kunnen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt hiermee onnodige schade aan het apparaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig! Verantwoord gebruik Deze reinigingsautomaat is uitsluitend bestemd voor het gebruik dat is aangegeven in deze gebruiksaanwijzing. Ander gebruik is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn. De reinigings- en desinfectieprogramma’s zijn uitsluitend bedoeld voor medische hulpmiddelen die daarvoor door de desbetreffende fabrikant zijn vrijgegeven. De fabrikant van de reinigingsautomaat kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door onjuist gebruik of foutieve bediening. Dit apparaat mag uitsluitend door een vakman op een niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld een boot of camper) worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden voldaan.
Neem de volgende veiligheidsinstructies in acht, zodat uw eigen veiligheid en die van anderen niet in gevaar komt! Dit apparaat mag alleen door de Technische Dienst van Miele in gebruik worden genomen en onderhouden. Volgens het Besluit Medische Hulpmiddelen is regelmatig onderhoud aan te bevelen. In dit verband is een Miele-onderhoudscontract aan te raden. Het apparaat mag niet worden opgesteld in een explosiegevaarlijke ruimte. De ruimte dient tevens vorstvrij te zijn. De elektrische veiligheid van dit apparaat is alleen gewaarborgd wanneer het is aangesloten op een aardingssysteem dat geïnstalleerd is volgens de geldende veiligheidsvoorschriften. Het is belangrijk dat u dit controleert en in geval van twijfel laat inspecteren door een vakman. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok). Een apparaat dat beschadigd is, kan uw veiligheid in gevaar brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking en neem contact op met de Technische Dienst van Miele.
1
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Reparaties mogen uitsluitend door de Technische Dienst van Miele worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico’s lopen. Personeel dat het apparaat bedient, moet regelmatig worden geïnstrueerd. Laat het apparaat niet bedienen door personeel dat niet is geïnstrueerd. Pas op bij het gebruik van vloeibare hulpmiddelen en additieven! Veel vloeibare middelen zijn bijtende stoffen. Gebruik in geen geval organische oplosmiddelen in verband met explosiegevaar. Neem de geldende veiligheidsvoorschriften in acht. Draag een veiligheidsbril en handschoenen. Houdt u zich bij chemische hulpmiddelen aan de veiligheidsvoorschriften van de desbetreffende fabrikant! Vermijd het inhaleren van stofdeeltjes van poedervormige middelen. Bij inwendig gebruik kunnen reinigingsmiddelen ernstige brandwonden in mond en keel veroorzaken of tot verstikking leiden! Het water in de spoelruimte is geen drinkwater! Ga nooit op de geopende deur zitten of staan. Het apparaat kan kantelen en beschadigd raken. Zorg dat scherpe voorwerpen zo in de automaat worden geplaatst, dat dit geen risico’s oplevert. Wees extra voorzichtig als dergelijke voorwerpen rechtop in de automaat worden gezet.
2
Pas op als u een hoge temperatuur instelt (70 °C - 95 °C). Er bestaat dan een groot gevaar voor verbrandingen! Laat de rekken en inzetten eerst afkoelen. Na afloop van het programma kan er heet water in bakjes en dergelijke zijn achtergebleven. Giet deze leeg in de spoelruimte. Raak de verwarmingselementen niet meteen na het openen van de deur aan. U kunt zich eraan branden, ook nog minuten na afloop van een programma. De reinigingsautomaat en de directe omgeving ervan mogen niet met water (waterslang of hogedrukreiniger) worden afgespoten. Haal voor onderhoudswerkzaamheden altijd de spanning van het apparaat. Schakel het apparaat eerst uit en trek vervolgens de stekker uit het stopcontact, of schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit. Neem de volgende aanwijzingen in acht voor een optimale behandeling en om schade aan apparaat en spoelgoed te voorkomen! Tijdens een desinfectieprogramma mag de deur van de automaat niet worden geopend! Een desinfectieprogramma mag niet worden onderbroken, omdat het desinfectieresultaat anders niet is gewaarborgd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Moet een desinfectieprogramma toch worden onderbroken, dan moet het volledig worden herhaald! Zie ook de instructies in de rubriek "Programma onderbreken" van de gebruiksaanwijzing. Let op! Het spoelgoed kan heet zijn. U kunt zich eraan branden. De desinfectiestandaard van het desinfectieproces moet worden bewaakt. Daarom moet het desinfectieproces regelmatig meettechnisch worden gecontroleerd. Het desinfectieprogramma "Thermische desinfectie" (DESIN 93 °C-3’) - met 3 minuten inwerktijd - is alleen in bepaalde gevallen geschikt voor infectie-profylaxe. Let hierbij per geval op de vereisten. Gebruik alleen reinigingsmiddelen voor professionele reinigingsautomaten die door Miele zijn getest en aanbevolen. Gebruik van andere reinigingsmiddelen kan schade aan de automaat en het spoelgoed veroorzaken. Voorbehandeling (bijvoorbeeld met reinigings- of desinfectiemiddelen), maar ook bepaalde vervuilingen en sommige reinigingsmiddelen kunnen schuim veroorzaken. Schuim kan het resultaat van de reiniging of desinfectie verminderen. Wanneer voor een bepaalde toepassing een chemisch hulpmiddel (bijvoorbeeld een reinigingsmiddel) wordt aanbevolen, betekent dit niet dat de fabrikant van het apparaat ook aansprakelijk is voor het effect van het che-
mische middel op het spoelgoed. Houd er rekening mee dat veranderingen in formules en opslagvoorschriften die niet afkomstig zijn van de fabrikant van de chemische middelen het resultaat kunnen beïnvloeden. Let bij gebruik van reinigingsmiddelen en speciale producten altijd op de aanwijzingen van de fabrikant. Gebruik het reinigingsmiddel alleen voor toepassingen die door de fabrikant worden aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en eventuele heftige chemische reacties (bijvoorbeeld een gasexplosie). Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor gebruik met water en additieve reinigingsmiddelen. Het mag niet met organische oplosmiddelen worden gebruikt, omdat er dan explosiegevaar bestaat. Er bestaan overigens ook veel organische oplosmiddelen waarbij geen explosiegevaar bestaat, maar waarbij andere problemen kunnen optreden, zoals aantasting van rubber en/of kunststof. Bij toepassingen waarbij zeer strenge eisen aan het resultaat worden gesteld, moet u de voorwaarden voor het reinigingsproces (reinigingsmiddel, waterkwaliteit, etc.) van te voren afstemmen met Miele. Als er bijzonder hoge eisen worden gesteld aan het reinigings- en naspoelproces (bijvoorbeeld bij chemische analyse of speciale industriële producten) moet de kwaliteit regelmatig door de gebruiker worden gecontroleerd.
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De speciale inzetten mogen uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden die in de gebruiksaanwijzing worden aangegeven. Alle schalen, bakjes en dergelijke moeten geleegd worden vóórdat ze in de automaat worden geplaatst. Verwijder resten van oplosmiddelen en zuren, met name zoutzuur en chloridehoudende oplossingen, van het spoelgoed vóórdat u het in de automaat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen die corrosie kunnen veroorzaken. Oplosmiddelen in verbinding met vuil mogen slechts in sporenhoeveelheid aanwezig zijn. Dit geldt met name voor gevarenklasse A1. Om schade door corrosie te vermijden, mag de roestvrijstalen ommanteling niet in contact komen met zoutzuurhoudende oplossingen en dampen. Neem de installatie-instructies in de gebruiksaanwijzing en de installatiehandleiding in acht. Gebruik van toebehoren Voor speciale toepassingen mogen alleen Miele-toebehoren worden aangesloten. Informeer bij de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. naar de typenummers.
4
Het afdanken van het apparaat Maak afgedankte apparaten onbruikbaar. Trek de stekker uit de contactdoos en knip de kabel door. Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten reinigingsmiddel. Neem hierbij de veiligheidsinstructies in acht. Draag een veiligheidsbril en handschoenen! Maak het slot van de deur onbruikbaar, zodat kinderen zich niet in het apparaat kunnen opsluiten. Verwijder hiertoe de vergrendelingspin (2 kruiskopschroeven boven de deur). Informeer bij de gemeentelijke reinigingsdienst naar de verdere verwerkingsprocedures voor afgedankte apparaten. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door het niet opvolgen van deze veiligheidsinstructies en waarschuwingen.
Programma kiezen Laat de keuze van het programma altijd afhangen van het soort spoelgoed en de mate van verontreiniging. In het programma-overzicht op de volgende pagina worden de verschillende programma’s en de toepassingsmogelijkheden daarvan beschreven.
23
Programma-overzicht Programma
Toepassing
Reinigingsmiddel (indien geen vloeibaar middel) Let op de aanwijzingen van de fabrikant!
D
VOORSPOELEN
DESIN vario TD
DESIN 93 °C-3’ DESIN 93 °C-10’
24
Voor sterk vervuild instrumentarium dat bijvoorbeeld in desinfectieoplossingen heeft gelegen (gaat schuimvorming tegen). Voor het verwijderen van vervuilingen met proteïnen (bloed, secretie) en thermisch desinfecteren op 93 °C met 10 minuten temperatuurstop. Ook voor instrumentarium dat gevoelig is voor chemische middelen en temperatuurschommelingen, zoals hand- en hoekstukken. Voor reiniging en thermische desinfectie op een temperatuur van 93 °C met 3 minuten temperatuurstop. Reductiefactor ca. 5. Voor het reinigen en thermisch desinfecteren op 93 °C met 10 minuten temperatuurstop. Desinfectiewerking AB volgens het RKI. Reductiefactor ca. 7.
30 gram in het vakje voor poedervormige reinigingsmiddelen. Doseer bij voorkeur vloeibaar reinigingsmiddel (mild alkalisch) met DOSmodule C 60. 30 gram rechts op de binnenkant van de deur. 30 gram rechts op de binnenkant van de deur.
Programmaverloop 1. Voorspoelen
Opmerking 6. Drogen *) zie "Extra functies programmeren" (aanvullend programma)
4. 3. 2. TussenTussenTherm. desinfec- spoelen I spoelen II tie en/of met neutralisatie reiniging *)
5. Naspoelen
X 45°C**)
X
X
X 93°C**)
(X)
X 93°C
X
X
X 80°C
(X)
X 93°C
X
X
X 80°C
(X)
X X
**) Temperatuurverandering zie "Extra functies programmeren"
X = in het programma opgenomen onderdelen
25
In- en uitschakelen
DOS
• • • •
°C min
DESIN
•• ••• •
I-O
1. Inschakelen Druk op de I-0 toets.
2. Programma kiezen Na het inschakelen van de automaat lichten de controlelampjes op. U kunt nu een programma kiezen. Druk op de toets van het gewenste programma. Het display geeft nu de reinigingstemperatuur van het gekozen programma aan. Eventueel kunt u ook het aanvullende programma c "DROGEN" kiezen (zie hiernaast). Druk op de starttoets h. Het display geeft nu de duur van het gekozen programma in minuten weer (oplopend). Tijdens het opwarmen in de programmafase "reiniging/desinfectie" en "naspoelen/desinfectie" ziet u in het display de vereiste temperatuur. Alle andere programma’s worden automatisch geblokkeerd en de controlelampjes ervan gaan uit.
DESIN vario TD DESIN 93°C-3’ DESIN 93°C-10’
• • • •
• • • •
Programma wijzigen Als u een verkeerd programma heeft gekozen, kunt u dat als volgt veranderen, maar alleen als de starttoets nog niet is ingedrukt (zie anders: "Programma onderbreken"). Druk op de toets van het gewenste programma. Druk op de starttoets h.
3. Aanvullend programma kiezen U kunt de volgende aanvullende programma’s kiezen: - c DROGEN Onmiddellijk na het kiezen van een programma (behalve D "VOORSPOELEN") kan dit aanvullende programma worden gekozen. Het droogproces geschiedt gedurende 10 minuten in fasen. De totale programmaduur neemt dienovereenkomstig toe. - k REGENEREREN (zie "Waterontharder regenereren"). - q AFPOMPEN Als het programma bijvoorbeeld is onderbroken. Let op de voorschriften inzake besmettingsgevaar. – Druk op toets I-0. – Druk op toets q. – Druk op toets h.
26
In- en uitschakelen Programmaverloop Na het kiezen van een programma tonen de controlelampjes op het bedieningspaneel het programmaverloop. I
Voorspoelen
l
Reinigen en eventueel desinfecteren
m
Tussenspoelen
H
Naspoelen
c
Drogen (aanvullend programma)
De volgende handelingen zijn alleen nodig wanneer er besmettingsgevaar is vastgesteld door een bevoegd arts. In andere gevallen is "AFPOMPEN" en het opnieuw instellen van een programma voldoende. Open de deur a. Hierdoor wordt het programma onderbroken. Druk niet op de I-0 toets (Aan/Uit), omdat het programma anders gewist wordt. Let op! Het spoelgoed kan heet zijn. U kunt zich eraan branden.
DESIN Desinfectie (alleen bij programma DESIN vario TD en DESIN 93 °C-10’ met inachtneming van de parameters 93 °C-10’).
Zet de voorwerpen stabiel neer. Draag daarbij handschoenen in verband met infectiegevaar.
Als een programmafase is afgelopen, gaat het bijbehorende controlelampje uit. Als er geen controlelampjes meer branden (behalve "DESIN") en het start-controlelampje h uitgaat, is het programma beëindigd. Het display geeft dan de totale duur van het programma aan.
Sluit de deur.
Uitschakelen Druk op de toets I-0 zodat deze terugspringt. U kunt nu de automaat openen en de instrumenten eruit halen.
Programma onderbreken
Vul het reservoir voor poeder eventueel opnieuw.
Na afloop van de wachttijd (als de automaat weer op temperatuur is) gaat het programma verder op het punt waar het is onderbroken. Het display geeft de wachttijd aftellend aan. Na een stroomstoring wordt automatisch dezelfde procedure doorlopen. Belangrijk: Als u een DESIN-programma onderbreekt, let dan op het controlelampje "DESIN" na afloop van het programma. Brandt dit niet, dan is niet aan de DESIN-parameters voldaan. U dient in dat geval het programma te herhalen.
Een programma dat eenmaal gestart is, mag alleen worden onderbroken als dat beslist noodzakelijk is, bijvoorbeeld als de voorwerpen erg rammelen. 27
Extra functies programmeren De volgende extra functies kunt u op elk moment programmeren:
2. Tussenspoelen I met neutralisatiemiddeldosering (refresh)
1. Koudwatertoevoer: veranderen van tijdgestuurd (60 seconden) in "niveaugeregeld met tijdcontrole"
Deze extra functie dient te worden geprogrammeerd als in de loop van de tijd verkleuringen en corrosievlekken op de instrumenten ontstaan, in het bijzonder op de scharnierende gedeelten.
Wanneer de waterdruk bij het aftappunt lager is dan 2,5 bar loopt er te weinig water in de spoelruimte. Bij een waterdruk van 1 bar tot 2,5 bar kunt u de watertoevoer op "niveaugeregeld met tijdcontrole" instellen. Daarvoor gaat u als volgt te werk: Schakel de automaat uit. Druk tegelijkertijd op de toetsen q en c, houd ze ingedrukt en schakel de automaat in met de toets I-0. In het display verschijnt de actuele programmastatus "P...". Druk op de toets DESIN 93 °C-10’. In het display verschijnt dan "10" of "11". "10" = tijdgestuurde toevoer van koud water (60 seconden). "11" = niveaugeregelde toevoer van koud water met tijdcontrole. Druk op toets c. "10" wordt "11" of omgekeerd. Druk op toets h. In het display verschijnt "SP". Druk nogmaals op toets h. De verandering wordt nu in het geheugen opgeslagen. Het display geeft niets meer aan.
28
Schakel de automaat uit. Druk tegelijkertijd op de toetsen q en c, houd ze ingedrukt en schakel de automaat in met de toets I-0. In het display verschijnt de actuele programmastatus "P...". Druk op de toets DESIN 93 °C-3’. In het display verschijnt dan "20" of "21". "20" = zonder tussenspoelen I. "21" = tussenspoelen I met neutralisatiemiddeldosering. Druk op toets c. "20" wordt "21" of omgekeerd. Druk op toets h. In het display verschijnt "SP". Druk nogmaals op toets h. De verandering wordt nu in het geheugen opgeslagen. Het display geeft niets meer aan.
Extra functies programmeren 3. Temperatuurverandering T1 (reinigingstemperatuur) en T2 (naspoeltemperatuur) in het programma "DESIN vario TD" Standaard is de reinigingstemperatuur op 45 °C en de naspoel-/desinfectietemperatuur op 93 °C ingesteld. De reinigingstemperatuur kan ook op 60 °C, en de naspoeltemperatuur op 80 °C worden ingesteld.
Druk op toets h. In het display verschijnt "SP". Druk nogmaals op toets h. De verandering wordt nu in het geheugen opgeslagen. Het display geeft niets meer aan.
Schakel de automaat uit. Druk tegelijkertijd op de toetsen q en c, houd ze ingedrukt en schakel de automaat in met de toets I-0. In het display verschijnt de actuele programmastatus "P...". Druk op de toets DESIN vario TD. In het display verschijnt dan "30" of "31". Om de instelling te veranderen (zie tabel) drukt u op toets c. "30" wordt "31" of omgekeerd. Druk op toets D. In het display verschijnt dan "40" of "41". Om de instelling te veranderen (zie tabel) drukt u op toets c. "40" wordt "41" of omgekeerd. Instelling
30 / 40 *) 30 / 41 31 / 40 31 / 41
Reinigingstemperatuur 45 °C 45 °C 60 °C 60 °C
Naspoeltemperatuur 93 °C 80 °C 93 °C 80 °C
*) standaardinstelling
29
Waterontharder regenereren Na een aantal reinigingsbeurten gaat het controlelampje k links op het bedieningspaneel branden. De ingebouwde waterontharder is dan verzadigd en kan geen onthard water meer leveren. De ontharder moet nu meteen na beëindiging van het programma met zout worden geregenereerd. Als dit om praktische redenen niet mogelijk is en u alweer een aantal programma’s gedraaid heeft, moet u twee keer achter elkaar regenereren. Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout met een korrelgrootte van 1-4 mm, zoals Broxomatic of Sunzout. Gebruik in geen geval andere soorten zout zoals keukenzout of strooizout! Deze zouten kunnen niet in water oplosbare deeltjes bevatten die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Vul nooit reinigingsmiddel of iets dergelijks in het zoutreservoir! Hierdoor kan: - de waterontharder defect en - de zeefsluiting verstopt raken. Gevolg: er ontstaat druk in het zoutreservoir. Wordt het verwijderd, dan bestaat gevaar voor letsel onder meer door de bijtende alkalische stoffen in de oplossing. Controleer vóór het vullen van het zoutreservoir of u een pak regenereerzout in de hand heeft.
Zoutreservoir vullen
Het zoutreservoir kan ca. 2 kg zout bevatten. Belangrijk Als u alleen regenereerzout kunt krijgen met een fijnere korrel dan hierboven vermeld, neem dan contact op met de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. Regenereerzout met een korrelgrootte van > 4 mm is niet geschikt.
Schroef de zeefsluiting los en verwijder deze. Vul het zoutreservoir met regenereerzout en maak het weer dicht.
Zoutreservoir monteren Verwijder het onderrek.
30
Waterontharder regenereren Druk op toets k. Druk op starttoets h . Het regenereerprogramma wordt nu automatisch afgewerkt en is afgelopen als het controlelampje k links op het bedieningspaneel en het controlelampje h uitgaan.
Draai de dop op de bodem los.
Schakel de automaat vervolgens uit. Schroef het reservoir voorzichtig los, zodat een eventueel ontstane waterdruk kan worden afgebouwd. Ga daarbij niet hardhandig te werk. Neem contact op met de Technische Dienst van Miele als u het reservoir niet met de hand kunt losdraaien. Schroef de dop van de ontharder er weer op. Plaats het onderrek terug. Spoel het zoutreservoir en de zeefsluiting onder stromend water af. Sluit de waterkranen. Belangrijk De waterdruk bij het aansluitpunt moet minstens 2,5 bar zijn. Ligt de waterdruk onder 2,5 bar, zie dan het hoofdstuk "Extra functies programmeren".
Zet het zoutreservoir op het aansluitstuk en draai het vast.
Automaat inschakelen Draai de waterkranen open. Sluit de deur. Druk op toets I-0.
De waterontharder kan niet goed regenereren als de waterdruk onder 2,5 bar ligt of sterk wisselt. Er kunnen dan zoutresten in het zoutreservoir achterblijven. Om al het zout te benutten en de ontharder uit te spoelen, moet u in dat geval het programma "Waterontharder regenereren" nog eens kiezen.
31
Reiniging en onderhoud Zeefcombinatie reinigen De zeefcombinatie op de bodem van de spoelruimte moet regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig gereinigd. Pas op voor glassplinters! Grove zeef reinigen
Pak het microfilter aan beide lipjes vast en draai het los door het twee keer linksom te draaien.
Druk de opstaande lipjes iets samen, haal de zeef uit de uitsparing en reinig de zeef. Plaats de zeef weer terug en druk hem aan tot hij vastklikt. Fijne zeef, microfilter en vlakke zeef reinigen Verwijder de grove zeef. Indien aanwezig verwijdert u ook de fijne zeef (tussen de grove zeef en het microfilter).
32
Haal het microfilter nu tegelijk met de vlakke zeef uit de automaat. Reinig de zeven. Plaats de zeefcombinatie in omgekeerde volgorde weer terug. Zonder zeefcombinatie mag de automaat niet worden gebruikt!
Reiniging en onderhoud Zeefjes in de watertoevoer reinigen In de watertoevoer zijn ter bescherming van het magneetventiel zeefjes ingebouwd (zie afbeelding). Als deze zeefjes vuil zijn, moeten ze worden gereinigd, omdat er anders te weinig water in de automaat stroomt. Draai de waterkranen dicht. Draai de toevoerslangen eraf.
1
2
Reinig de pilaarzeef (1) en de fijne zeef (2). Vervang ze als dat nodig is. Draai de slangen weer vast en zet de waterkranen een stukje open om te controleren of de verbindingen waterdicht zijn. Er bevindt zich nog een zeefje vlak voor het ventiel van de kraan. Dat mag uitsluitend door de Technische Dienst van Miele worden gereinigd of vervangen.
33
Nuttige tips Mocht er een storing optreden, dan kunt u deze vaak zelf verhelpen. Laat werkzaamheden aan elektrische onderdelen altijd door een vakman van Miele verrichten!
Storingen / mogelijke oorzaken De automaat start niet – De deur zit niet goed dicht. – De stekker zit niet in de contactdoos. – Er is een zekering doorgeslagen.
Het water in de spoelruimte wordt niet warm, het programma duurt te lang Deze automaat is voorzien van een thermische beveiliging die de verwarming bij oververhitting uitschakelt. Oververhitting kan ontstaan als er voorwerpen op de verwarmingselementen liggen of als de zeven in de spoelruimte verstopt zijn. Haal de voorwerpen weg of maak de zeven schoon. Verwijder het inspectiepaneel (zie "Elektrische aansluiting").
Enkele minuten nadat u het programma heeft gestart, knippert het controlelampje p q – De watertoevoerkranen zijn gesloten. – De zeefjes in de watertoevoerslang zijn verstopt. Schakel de automaat uit. Draai de kranen open of reinig de zeefjes (zie "Reiniging en onderhoud"). Schakel de automaat weer in en start het programma opnieuw. Het programma is voortijdig gestopt, het controlelampje p q knippert – Er zit een knik in de afvoerslang. Haal de knik eruit. Pomp het water af en start het programma opnieuw (zie het aanvullende programma "AFPOMPEN" en de rubriek "Inschakelen").
34
Druk het blauwe knopje van de thermische beveiliging in. Als de thermische beveiliging daarna weer in werking treedt, moet u de Technische Dienst waarschuwen. Als u ondanks bovenstaande aanwijzingen een storing niet zelf kunt verhelpen, waarschuw dan de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
Plaatsing Gebruik bij het opstellen het bijgevoegde installatieschema!
Open de deur.
De automaat moet stabiel en waterpas worden opgesteld. Oneffenheden in de vloer kunt u met de stelvoeten corrigeren. Het apparaat is geschikt voor de volgende installatiemogelijkheden: vrijstaand inbouw Als de automaat naast andere apparaten of meubels of in een nis wordt geplaatst, moet de nis minstens 60 cm breed en 60 cm diep zijn. onderbouw Als de desinfector onder een doorlopend werkblad of het afloopvlak van een aanrecht wordt geplaatst, moet de nis minstens 60 cm breed, 60 cm diep en 82 cm hoog zijn. Hiervoor dient het machinedeksel te worden verwijderd:
Draai de linker en rechter schroef met een kruiskopschroevendraaier los. Trek het machinedeksel ca. 5 mm naar voren en til het naar boven toe van het apparaat af. Zonder machinedeksel kan de automaat in een 82 cm hoge nis worden ingebouwd. Bij een nishoogte van 87 cm is een ombouwset noodzakelijk. Belangrijk voor apparaten met dampcondensator: Om te voorkomen dat het werkblad door waterdamp beschadigd raakt, moet de bijgevoegde beschermfolie (25 x 58 cm, zelfklevend) bij de dampcondensator onder het werkblad worden geplakt.
35
Plaatsing Automaat stellen en vastschroeven Om de stabiliteit te waarborgen, moet de automaat aan het werkblad worden vastgeschroefd nadat hij is gesteld. Open de deur en schroef de machine links en rechts door de gaten van de voorste lijst aan het doorlopende werkblad vast. Om de beluchting van de circulatiepomp ongehinderd te laten plaatsvinden, mogen de spleten tussen de reinigingsautomaat en ernaast staande kasten of apparaten niet met siliconenkit worden volgespoten. Afhankelijk van de inbouwsituatie kunnen de volgende onderdelen-sets worden besteld bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.: 87 cm nishoogte De ombouwset bestaat uit hogere machinevoeten en een sokkelpaneel. Beschermplaat voor het werkblad De onderkant van het werkblad wordt door een roestvrijstalen beschermplaat beschermd tegen beschadigingen door waterdamp.
36
Elektrische aansluiting Alle werkzaamheden met betrekking tot de elektrische aansluiting mogen alleen door een erkend elektricien worden uitgevoerd. De elektrische installatie moet volgens NEN 1010 zijn geïnstalleerd. Aansluiting op een stopcontact dient te geschieden volgens alle daarvoor geldende voorschriften. Het stopcontact moet ook na de installatie van het apparaat toegankelijk zijn. Wordt voor een vaste aansluiting gekozen, dan moet ter plaatse een hoofdschakelaar worden aangebracht, waarmee het apparaat met alle polen van de netspanning kan worden losgehaald. De contactopening dient minimaal 3 mm te zijn. De elektrische installatie waarop het apparaat wordt aangesloten, moet zijn voorzien van een aardlekschakelaar (richtlijnen van de EU voor Nederland).
Het schakelschema bevindt zich achter het sokkelpaneel, links aan de onderkant van de automaat. Het typeplaatje met de keurmerken bevindt zich achterop het apparaat en op het sokkelpaneel (achter het inspectiepaneel). Inspectie- en sokkelpaneel verwijderen
b
b a b
a b
Het apparaat moet worden geaard. Moet de aansluitkabel worden vervangen, gebruik dan een originele Miele-kabel of een vergelijkbare kabel met kabelhulzen. De technische gegevens vindt u op het typeplaatje en het bijgevoegde schakelschema. Deze automaat mag slechts worden gebruikt met de spanning, frequentie en zekering die op het typeplaatje staan aangegeven.
Haal de spanning van het apparaat! Draai de schroeven "a" eruit. Pak het inspectiepaneel aan beide kanten vast en haak het naar voren toe uit de houders. Schroef het sokkelpaneel los (schroeven "b"). Verwijder eventueel de aarddraad.
Omschakeling van deze automaat is niet mogelijk.
37
Elektrische aansluiting Verwijder het kunststof beschermkapje. Daarna: Plaats het kunststof beschermkapje, het sokkelpaneel en het inspectiepaneel in omgekeerde volgorde terug. Let op de aansluiting van de aarddraad! Zie ook de bijgevoegde installatiehandleiding! Aarddraad aansluiten Voor de aansluiting van de aarddraad bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat een speciale aansluitschroef (8).
38
Wateraansluiting Watertoevoer aansluiten De automaat moet volgens de voorschriften van het waterleidingbedrijf worden aangesloten. Een terugslagklep of beluchter in de leiding is niet nodig vanwege een standaardvoorziening hiervoor in de automaat. De waterdruk moet tussen 250 en 1000 kPa (2,5 en 10 bar) overdruk liggen. Bij een andere waterdruk kunt u contact opnemen met Miele in Vianen. Zie ook "Extra functies programmeren".
Installeer de pilaarzeven (deze bevinden zich in de verpakking) tussen de afsluitkraan en de toevoerslang (voor een afbeelding zie "Reiniging en onderhoud"). Zie ook de bijgevoegde installatiehandleiding! Het water in de automaat is geen drinkwater!
Deze automaat is bedoeld voor aansluiting op koud water. De toevoerslangen (watertoevoer en dampcondensator) moeten aan de kranen voor koud water worden aangesloten. Voor de aansluiting zijn kranen met een 3/4" schroefkoppeling vereist. U moet gemakkelijk bij de kranen kunnen, omdat u de watertoevoer moet afsluiten als de automaat niet wordt gebruikt. De toevoerslangen zijn ca. 1,7 m lang (DN 10) en hebben een 3/4" schroefkoppeling. De zeefjes in de schroefkoppeling mogen niet worden verwijderd.
39
Wateraansluiting Waterafvoer aansluiten De afvoer van de automaat is voorzien van een terugslagklep die het terugstromen van vuil water verhindert. Sluit de automaat bij voorkeur aan op een gescheiden, ter plaatse te installeren afvoer. Als geen gescheiden aansluiting aanwezig is, adviseren wij aansluiting op een dubbelsifon (verkrijgbaar bij Miele Nederland B.V. te Vianen). Deze automaat wordt standaard geleverd met flexibele afvoerslangen van ca. 1,5 m lang (binnendiameter 22 mm). De afvoerslangen mogen niet worden ingekort. Voor de aansluiting zijn slangklemmen bijgevoegd. Langere afvoerslangen zijn leverbaar, maximale lengte 4 m. De afvoerleidingen mogen maximaal 4 m lang zijn en de opvoerhoogte niet hoger dan 1 m! Zie ook de bijgevoegde installatiehandleiding!
40
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat Van een afgedankt apparaat kunnen de onderdelen vaak nog waardevol zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude apparaat via de leverancier of de gemeente gerecycled kan worden. Zorgt u ervoor dat het afgedankte apparaat tot die tijd buiten het bereik van kinderen wordt opgeslagen.
Maak afgedankte apparaten onbruikbaar. Trek de stekker uit de contactdoos en knip de kabel door. Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten reinigingsmiddel. Neem hierbij de veiligheidsinstructies in acht. Draag een veiligheidsbril en handschoenen! Maak het slot van de deur onbruikbaar, zodat kinderen zich niet in het apparaat kunnen opsluiten. Verwijder hiertoe de vergrendelingspin (2 kruiskopschroeven boven de deur). Daarna kunt u het apparaat met inachtneming van het bovenstaande wegdoen. Bij machines met een watertank moet eerst het water uit de tank worden verwijderd.
41
Technische gegevens Geluidsemissiewaarde in dB (A): Geluidsniveau !-aanduiding:
42
67 overeenkomstig Richtlijn Medische Hulpmiddelen 93/42/EEG, klasse IIa
43
Wijzigingen voorbehouden / 000
4600
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder schadelijk voor het milieu.