Element4 B.V. Postbus 22 8530 AA Lemmer Nederland
GASHAARDEN MET GESLOTEN VERBRANDINGSSYSTEEM
GEBRUIKS-, INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
LET OP: DE VERBRANDINGSKAMER VAN DEZE GASHAARD MAG UITSLUITEND WORDEN GEOPEND EN ONDERHOUDEN DOOR EEN BEKWAAM GASINSTALLATEUR
Laat deze instructies als handleiding achter bij het toestel
Deze handleiding betreft de volgende toestellen: In deze handleiding worden de modellen aangeduid met E4-1 t/m E4-7 E4-1 (Cupido 50,Vulcano,Freia,Imperial,Mondriaan) E4-5 (Bidore, Trisore) E4-2 (Vesuvius 100) E4-6 (Vesuvius 140) E4-4 (Optica,Bioptica) E4-7 (Cupido 70)
Inhoud
ALGEMENE INFORMATIE...................................................................................................3 Belangrijke veiligheidsinformatie....................................................................................................3 Algemene aansluitinformatie..................................................................................................4 Soort batterij (Uitsluitend op afstand bedienbare modellen).................................................4 INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER................................................................................5 Handmatige bediening...................................................................................................................5 Afstandsbediening met timer en thermostaat (RCE4)....................................................................6 Afstandsbediening met volledig electronische ontsteking (RCE4 GV60).......................................8 INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR.........................................................................10 Ventilatie..............................................................................................................................10 Algemene informatie gesloten verbrandingssystemen........................................................10 Locatie afvoer uiteinden bij wandmontage...........................................................................12 Locatie afvoer uiteinden bij dakuitmonding..........................................................................13 Onderdelen concentrisch rookkanaal..................................................................................14 Aansluitmogelijkheden gesloten systeem............................................................................20 Horizontale geveldoorvoer...................................................................................................21 Verticale dakuitmondingen...................................................................................................22 Installatie van de afstandsbedieningen........................................................................................25 Installatie van de motor........................................................................................................25 Afstandsbediening timer en thermostaat (RCE4)................................................................25 Installatie van de microschakelaar.......................................................................................26 Afstandsbediening met volledig electronische ontsteking (RCE4 GV60)............................26 Inrichting van het keramische vuurbed.........................................................................................27 Plaatsing van de haardblokken............................................................................................27 Plaatsing van de witte steentjes...........................................................................................35 INGEBRUIKNAME...............................................................................................................35 Inbouwtips............................................................................................................................36 Plaatsen van de glasplaat bij haarden zonder frame...........................................................38 Plaatsen van de glasplaat bij E4-5 haarden Trisore en Bidore............................................41 Plaatsen van het frame........................................................................................................42 Onderhoudsinstructies.................................................................................................................43 Probleemoplossing.......................................................................................................................43 Afvoeren verpakking en toestel....................................................................................................47 TECHNISCHE INFORMATIE..............................................................................................47 Technische tekeningen.................................................................................................................47 Technische informatie...................................................................................................................53 GARANTIE..........................................................................................................................58
ALGEMENE INFORMATIE Belangrijke veiligheidsinformatie
conform de geldende normen voor het gebruik, de prestaties en de veiligheid van het product. De installatie van uw toestel moet voldoen aan de huidige bouwvoorschriften. Wij adviseren daarom om voor de installatie een erkende gasinstallateur in te schakelen. Deze kan u van alle informatie over de veiligheidsbeperkingen van de installatie voorzien en moet achteraf op een goed zichtbare plaats een informatielabel bevestigen.
Dit toestel is voorzien van een keramisch vuurbed met hittebestendige keramische vezels, ofwel kunstmatige glasachtige silicaatvezels. Overmatige blootstelling aan dit materiaal kan irritatie aan de ogen, huid en luchtwegen veroorzaken. Wij adviseren daarom om bij het omgaan met deze materialen de stofuitstoot zo veel mogelijk te beperken. Gedurende de installatie en het onderhoud adviseren wij om een stofzuiger met HEPA-filter te gebruiken om stof en roet in en rond de haard te verwijderen. Indien enig onderdeel van het keramische vuurbed moet worden vervangen, adviseren wij om de verwijderde onderdelen in een afgesloten stevige polyethyleentas te verpakken en te labellen als hittebestendige keramische vezels. Dit soort afval is geen ‘gevaarlijk afval’ en mag worden weggegooid op een locatie met een vergunning voor het lozen van industrieel afval.
Dit toestel is ontwikkeld als verwarmingsinrichting en alle onderdelen, inclusief het glas worden daarom zeer heet tijdens het gebruik. (hoger dan 100 graden) Met uitzondering van de regelknop en de onderzijde van de toegangsdeur, die koud blijven, zijn alle andere onderdelen werkende oppervlakken die niet mogen worden aangeraakt. Vloeren, wanden en afdekkingen (plafonds) moeten ter plaatse waar door hittestraling van het toestel en/of afvoervoorziening, brandgevaar aanwezig is doordat de temperatuur hoger zou worden dan 90 graden, onbrandbaar zijn (NEN 6064)
Het toestel is voorzien van een permanente waakvlam. Deze bevindt zich voor in de brander en mag niet door de installateur worden aangepast. Dit systeem mag niet worden uitgezet, en de onderdelen mogen indien nodig uitsluitend worden vervangen door originele onderdelen van de fabrikant.
De warmte die van dit toestel afkomt, kan van invloed zijn op artikelen die in de buurt staan. Hang gordijnen op minimaal dertig centimeter afstand.
Dit toestel is ontworpen voor gebruik met aardgas of LPG. Elk toestel is echter alleen geschikt voor het soort gas dat ten tijde van de aanschaf is gespecificeerd. Let op: zodra er een soort gas is gespecificeerd, kan de haard niet op een ander gas branden. Het soort gas waarop uw haard brandt, staat aangegeven op het informatielabel.
Het toestel is niet bedoeld als droger. Wij raden u daarom af om het toestel op die manier te gebruiken. Plaats geen artikelen binnen dertig centimeter van dit toestel, aangezien ze hierdoor kunnen beschadigen. De installatie moet worden uitgevoerd conform de volgende voorschriften:
Dit toestel is ontwikkeld, getest en goedgekeurd 3
ALGEMENE INFORMATIE Voor Nederland geldt dat de installatie moet voldoen aan de voorwaarden zoals in het bouwbesluit en de relevante NEN normen NEN 1078 en NEN 2757 zijn vastgelegd. De plaats en wijze van uitmonden moet voldoen aan NPR 3378-60 (hinder voor omgeving en verdunning van rookgassen) en NPR 3378-61 (voor de goede werking)
Voorafgaand aan de installatie moet op het oppervlak waar de haard wordt geplaatst alle puin (inclusief stof), met name brandbaar materiaal, worden verwijderd. Het toestel moet op een stookplaats (of grondoppervlak) staan dat het gewicht van de haard kan dragen. Het toestel moet vervolgens in een onbrandbare nis worden vastgezet. Hiervoor zijn aanpasbare beugels op de vuurkist aangebracht.
Voor België geldt dat het toestel geïnstalleerd moet worden volgens de Belgische installatie norm NBN D51-003
LET OP: VERKLEURING VAN WANDEN EN PLAFONDS Bruinverkleuring is een vervelend probleem en is moeilijk op te lossen. Doordat een haard een warmte bron is ontstaat luchtcirculatie. Door de natuurlijke luchtcirculatie worden vocht, sigarettenrook en nog niet uitgeharde vluchtige bestanddelen uit verf, bouwmaterialen en vloerbedekking en dergelijke aangezogen. Deze bestanddelen kunnen zich op koude oppervlakten als roet afzetten. Deze problemen kunnen worden voorkomen door het vertrek waar het toestel zich bevindt goed te ventileren. Een goede richtlijn is: 3,24 m3/uur per m2 vloeroppervlak van een vertrek. Bij een nieuw gemetselde schouw of na een verbouwing wordt aanbevolen minimaal 6 weken te wachten voordat men gaat stoken. Het bouwvocht moet namelijk geheel ver dwenen zijn uit wanden, vloer en plafond.
Dit toestel moet worden geïnstalleerd conform de geldende voorschriften. Het mag uitsluitend in een voldoende geventileerde ruimte worden gebruikt en is bedoeld voor gebruik op een gasinstallatie met een gereguleerde meter. Controleer vóór de installatie of de lokale distributieomstandigheden (identificatie van het soort gas en de gasdruk) en de aanpassing van het toestel compatibel zijn. Dit apparaat mag niet worden gebruikt indien het venster is gebroken en mag nooit worden gebruikt zonder glas aan de voorzijde.
Algemene aansluitinformatie De haard is een gastoestel welke is bedoeld om te worden aangesloten op een gesloten afvoersysteem. (Type C-toestel)
Soort batterij (uitsluitend op afstand bedienbare modellen) Ontvanger: 4x AA, R6. Zender timer/thermostaat: 2x AAA (uitsluitend alkaline). Zender volledig electronische ontsteking: 9V blok (uitsluitend alkaline).
De haard heeft een geïntegreerde piëzo ontsteking, een permanente waakvlam, en is voorzien van een ODS beveiliging die zorg draagt voor uitschakeling bij zuurstoftekort.
4
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Als de vlambeveiliging met opzet of onbedoeld wordt gedoofd, wacht dan minimaal drie minuten voordat u het gas opnieuw probeert aan te steken.
in naar het gedeelte waarop de grotere vlam staat. Draai de linker regelknop (B) tegen de richting in naar de hoogste stand (grote vlam). Het toestel brandt nu op de hoogste stand.
Handmatige bediening Ontsteking van de waakvlam
Het toestel op lagere stand laten branden
Draai de rechter knop iets tegen de richting in naar de ontstekingspositie totdat u stop bereikt. Druk de knop in en houd vijf seconden ingedrukt (alleen gasstroom voor waakvlam). Houd de knop ingedrukt en draai verder tegen de richting in om de piëzo te activeren. U hoort een tik. De waakvlam ontsteekt. Indien de waakvlam niet aangaat: direct herhalen. Houd de knop nog eens tien seconden ingedrukt nadat de vlam al brandt. Zodra u de knop loslaat, blijft de permanente waakvlam branden. Zo niet: draai de knop op ‘OFF’ en herhaal de bovenstaande stappen.
Ontsteek de permanente waakvlam en laat het toestel minimaal tien minuten op de hoogste stand branden - zie bovenstaande paragraaf. Draai met de linker regelknop (B) op de hoogste stand met de klok mee naar de lagere gewenste stand.
Het toestel brandt nu op een lagere stand.
Het toestel op de permanente waakvlam zetten Draai de rechter knop (A) vanaf elke stand met de klok mee naar de ‘Pilot’-stand (de kleinere vlam).
Het toestel op hoge stand laten branden Ontsteek de permanente waakvlam – zie onderdeel ‘Ontsteking van de waakvlam’. Draai de rechter regelknop (A) tegen de richting
5
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Het toestel helemaal uitzetten
Om de afstandsbediening te laten werken moet de ontvanger gemonteerd zijn. Zie de installatie instructies elders in deze handleiding. Ontsteek de waakvlam zoals omschreven voor de handbediening. Draai knop (A)tegen de klok in tot hij op de grote vlam stand staat. U kunt nu de afstandsbediening gebruiken. Om de vlammen te verhogen druk op de rechterknop. De linker knop zal de vlammen verlagen.
Draai vanaf elke stand naar ‘Pilot’ - zie onderdeel ‘Het toestel op de permanente waakvlam zetten’. Druk deze knop iets in en draai met de klok mee naar de ‘Off’-stand (dichte cirkel).
Afstandsbediening met timer en thermostaat (RCE4)
Het is ook mogelijk de hoofdbrander helemaal uit te zetten, waardoor alleen de waakvlam nog brandt.
Inleren zender met ontvanger U heeft een radiografische afstandsbediening welke voor gebruik moet worden ingeleerd. Dit doet u als volgt: 1) Plaats de batterijen in de zender 2) Plaats de batterijen in de ontvanger (LED knippert) 3) Zodra LED knippert, druk op willekeurige knop zender 4) De code is ingesteld wanneer de ontvanger niet meer knippert De afstandsbediening start in de Manual stand
De haard is naast de afstandsbediening ook nog steeds handmatig te bedienen. Gebruik echter niet te veel kracht bij het draaien aan de handbediening.
6
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER gasmoter te draaien, wat de vlamhoogte zal aanpassen.
Instellen display
Timer stand
Zodra u de batterij aansluit of gelijktijdig 8 seconden op (▼) en (▲)drukt, bent u in het instelmenu. In die stand, druk (▼) om door het menu te gaan. Druk (▲) om de menu items aan te passen, zoals van °F naar °C en 12 uur klok naar 24 uur klok en vice versa. Verderop in het menu kunt u de tijd en het kinderslot instellen. Na 15 seconden van inactiviteit zal de afstandsbediening weer in de normale stand gaan.
Timers 1 en 2: Elke timer kan worden ingesteld op een specifieke temperatuur en ON en OFF gaan op specifieke tijden. De tijden instellen: 8 seconden gelijktijdiging op (▼) en (▲) drukken brengt u in het instelmenu. In die stand, druk 5 keer op (▼) om naar Timers ON temperatuur instellen te gaan. Druk op (▲) om het aan te passen. Ga verder in het menu door op (▼) te drukken naar Timer 1 ON Tijd . Druk op (▲) om de tijd aan te passen, in stappen van 15 minuten. Ga verder in het menu door op (▼) te drukken naar Timer 1 OFF Tijd . Druk op (▲) om de tijd aan te passen, in stappen van 15 minuten.Ga verder in het menu door op (▼) te drukken naar Timer 2 ON Tijd . Druk op (▲) om de tijd aan te passen, in stappen van 15 minuten. Ga verder in het menu door op (▼) te drukken naar Timer 2 OFF Tijd . Druk op (▲) om de tijd aan te passen, in stappen van 15 minuten. Ga verder in het menu door op (▼) te drukken naar Timers OFF instellen temperatuur. Druk op (▲) om het aan te passen.
Wijzigen van de bediening
Gelijktijdig op (▼) en (▲) drukken wijzigt de wijze van bediening in de volgende volgorde: Handbediening - Thermostaat - Timer - en terug naar handbediening.
Handbediening om de vlamhoogte aan te passen
Druk op (▲) om de vlammen te verhogen. Druk op (▼ ) om de vlammen te verlagen.
Na 15 seconden van inactiviteit zal de afstandsbediening weer in de normale stand gaan.
Thermostaat stand voor instellen gewenste temperatuur Druk op (▲) of (▼) om de gewenste temperatuur in te stellen. Elke druk zal de temperatuur met 1°F/C verhogen of verlagen. Een sensor in de zender meet de kamer temperatuur. De controller vergelijkt de kamertemperatuur met de ingestelde temperatuur en zendt een signaal naar de ontvanger om de
7
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Afstandsbediening met volledig electronische ontsteking (RCE4 GV60)
Ontsteken van de gashaard. Druk gelijktijdig op de “OFF” en “▲ ” knoppen van de zender om de haard te ontsteken. Een acoustisch signaal geeft aan dat de ontsteking opstart. Het electronisch systeem controleert dan dat het gas wordt toegevoerd en ontsteekt de hoofdbrander; dit kan tot 20 seconden duren (LET OP: Tijdens het opstarten mag de knop op het gasblok niet in stand “manual” staan.)
Inleren zender met ontvanger U heeft een radiografische afstandsbediening welke voor gebruik moet worden ingeleerd. Dit doet u als volgt: 1) Plaats de batterijen in de zender 2) Plaats de batterijen in de ontvanger 3) Resetknop op de ontvanger indrukken tot lange piep 4) Op “vlam hoog” of “vlam laag” knop drukken tot korte piep. 5) De haard is nu te ontsteken
Wijzigen verschillende standen. Kort op de SET knop drukken wijzigt de stand in de volgende volgorde: Man - Temp - Temp - Timer - terug naar Man Man - Handmatig aanpassen vlam-
hoogte
U kunt nu de afstandsbediening gebruiken. Om de vlammen te verhogen, druk op de bovenste knop (▲) . De zender zal de vlammen verlagen als de onderste knop wordt ingedrukt. (▼) Het is ook mogelijk de hoofdbrander volledig dicht te draaien, waarbij alleen de waakvlam blijft branden.
De gashaard volledig uitschakelen Druk vanuit elke stand een paar seconden op de “OFF” knop. Dit zal de brander volledig uitschakelen.Het systeem heeft een veiligheidsmodus waardoor de haard niet weer direct kan ontsteken (dit kan een paar minuten duren).
Instellen °C/24 Uur of °F/12 Uur klok. Druk OFF en (▼) tot het display wijzigt van °F/12 hr naar °/24/hr klok of visa versa.
Instellen tijd.
Temp - Temperatuurstand dag (gashaard moet op standby staan; waakvlam brandt): De kamertemperatuur wordt gemeten en vergeleken met de ingestelde temperatuur. De vlamhoogte wordt dan automatisch aangepast aan de ingestelde dagtemperatuur.
Druk gelijktijdig de (▼) en (▲) knoppen, het display gaat knipperen. Druk (▲) om de uren in te stellen en (▼) om de minuten in te stellen. Druk OFF om terug te keren naar manual.
8
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Temp - Temperatuurstand nacht (gashaard moet op standby staan; waakvlam brandt): De kamertemperatuur wordt gemeten en vergeleken met de ingestelde temperatuur. De vlamhoogte wordt dan automatisch aangepast aan de ingestelde nacht temperatuur.
Timer stand. (gashaard moet op standby staan; waakvlam brandt): De Timer instelling geeft de mogelijkheid om 2 Temp tijden en 2 Temp tijden voor elke 24 uur in te stellen.Om Temp als thermostaat te laten werken, moet de temperatuur ingesteld zijn op 4°C of hoger. Als de temperatuur instelling is verlaagd tot - -, zal de moter de gasklep naar standby draaien in de nacht en wachten op de volgende temperatuur cyclus.
De temperatuur instellen. Selecteer de Temperatuur stand of de Temperatuur stand door kort op de SET knop te drukken. Hou de SET knop ingedrukt tot de temperatuur display knippert. Stel de gewenste temperatuur in met (▲) of (▼) . Druk OFF om het programmeren af te sluiten.
De timer instellen. Selecteer de Timer stand door kort op de SET knop te drukken. Hou de SET knop ingedrukt tot P1 verschijnt, en de tijd knippert. Stel de uren in door op (▲) te drukken en stelde minuten in door op (▼) te drukken. Druk kort op de SET knop voor de volgende tijd cyclus.Wanneer de 4 tijden zijn ingesteld, druk op OFF om het programmeren af te sluiten.
9
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR INSTALLATIE
dan moet er overleg met de installatiemonteur plaatsvinden. Als de schoorsteen al eerder is gebruikt, moet deze professioneel worden gereinigd en goedgekeurd als degelijk en voor dit gebruik geschikt.
Controleer voordat u met installeren begint of de gegevens op de informatielabel overeenkomen met het soort gas en de druk waarop het toestel wordt aangesloten.
Het Europese CE-keurmerk voor dit toestel geldt uitsluitend voor de door de leverancier gespecificeerde rookkanaalsystemen. Het toestel mag daarom uitsluitend met het originele rookkanaalsysteem worden geïnstalleerd. Het gebruik van andere systemen is niet toegestaan. De gashaard is in combinatie met het concentrische rookkanaalsysteem (onbuigbaar en/of flexibel) goedgekeurd conform de Europese CE-norm voor gastoestellen en mag daarom uitsluitend met dit systeem worden gebruikt. De garantie vervalt indien het toestel (volledig of gedeeltelijk) met een ander systeem wordt geïnstalleerd.
Ventilatie Dit toestel kan worden geïnstalleerd in een volledig afgesloten of mechanisch geventileerde ruimte zonder extra ventilatie.
Algemene informatie gesloten verbrandingssystemen Er zijn veel mogelijkheden voor de installatie van dit concentrische gesloten verbrandingssysteem in een gebouw. Uitmonding via het dak en de wand zijn mogelijk. Het rookkanaal kan ofwel in een bestaande schoorsteen worden ingebouwd of er kan een geheel nieuw rookkanaalsysteem worden aangelegd.
Concentrische rookkanalen kunnen met zowel nieuwe - als bestaande schoorstenen worden geïnstalleerd.
Het systeem is gebaseerd op een concentrisch rookkanaalsysteem dat gebruikmaakt van een binnenrookkanaal van 100 mm doorsnee dat door een buitenrookkanaal van 150 mm doorsnee loopt. De rookgassen die bij de verbranding ontstaan, lopen door het binnenrookkanaal en worden veilig in de buitenlucht uitgestoten. De ruimte tussen het binnen- en buitenrookkanaal is het kanaal waardoor de haard lucht aanzuigt voor de verbranding.
De ‘vuurkist’ van de toestellen bevindt zich boven grondniveau door de ingebouwde ‘voetconstructie’. De toestellen vereisen daarom geen speciale haardplaten aangezien de vloer niet heet wordt en wordt beschermd door de stalen voetconstructie. Het toestel mag niet tegen een achterwand van brandbaar materiaal worden geplaatst. Er mag alleen brandbaar materiaal in de wandconstructie worden verwerkt indien zich rondom de haard een ruimte van 300 mm bevindt.
Deze concentrische rookkanalen eindigen buiten het gebouw in een terminal die de rookgassen en de verse verbrandingslucht gescheiden houdt. Het is van belang dat de terminal niet wordt geblokkeerd. Er kan een geschikte afscherming zijn vereist als de terminal zich op een ‘laag’ niveau bevindt (gewoonlijk binnen twee meter boven de grond).
Indien het toestel in een opening moet worden geplaatst, moet er tussen het toestel en nietbrandbare materialen minimaal 50 mm ruimte zitten. Indien het toestel in een koof wordt geplaatst, dan moet deze voldoende zijn geventileerd. Wij adviseren een minimaal totaal ventilatieoppervlak van 130 cm². Dit kunnen 2 stuks ventilatieroosters CVRE4 van Element4 zijn.
De gashaard met gesloten verbrandingssysteem kan in een bestaande - of nieuwe schouw worden ingebouwd. Indien er een bestaand rookkanaal of schoorsteen wordt gebruikt, 10
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Zorg ervoor dat het gasregelblok en de gasaansluiting na installatie te allen tijde bereikbaar zijn. Hiervoor is een speciaal bedieningsluikje verkrijgbaar bij Element4 (BDLE4).
veilig kunnen afdrijven. De uiteinden van rookkanalen moeten zodanig worden geplaatst dat er totale uitstoot van de rookgassen mogelijk is, conform de informatie in deze handleiding.
De haard moet minstens 300 mm van brandbare materialen zijn verwijderd.
De uitgestoten rookgassen mogen niet hinderlijk zijn voor naastgelegen percelen/gebouwen en moeten zodanig worden geplaatst dat er geen andere delen van het gebouw worden beschadigd. Indien het oppervlak van de buitenmuur uit brandbaar materiaal bestaat, moet er achter het uiteinde een nietbrandbare plaat worden bevestigd die tot 25 mm buiten de buitenranden van het uiteinde loopt.
Inbouwen in koof en schouw: Indien de inbouw koof van plaatmateriaal wordt opgebouwd: - de ruimte in de koof goed laten ventileren door plaatsing van convectieroosters. Hierdoor blijft de oppervlakte temperatuur voldoende laag. - De afwerklaag aan de buitenkant moet voldoende temperatuurbestendig zijn, teneinde verkleuring te voorkomen. Wij raden aan om gebruik te maken van speciaal daarvoor bestemd pleistermateriaal. Het toestel is van het type C11/C31. De gecombineerde aan- en afvoer kan zowel door de gevel met een muurdoorvoer als door het dak met een dakdoorvoer worden aangebracht.
Carport of uitbouw Indien het uiteinde van een rookkanaal zich binnen een carport of uitbouw bevindt, moet de carport of uitbouw minimaal twee volledig open, onbelemmerde zijden hebben. De afstand tussen het laagste deel van het dak en de bovenkant van het uiteinde moet minstens 600 mm bedragen. Let op: Een overdekte doorloop mag niet als carport worden behandeld. De rookkanalen mogen niet in een overdekte doorloop tussen twee gebouwen worden geplaatst.
Souterrains, luchtkokers en steunmuren Het uiteinde van een rookkanaal mag niet binnen een souterrain, luchtkoker of buitenruimte die wordt gevormd door een steunmuur worden geplaatst, tenzij er stappen worden ondernomen om te zorgen dat de rookgassen te allen tijde
11
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Locatie afvoer bij wandmontage
Afmeting
Positie uiteinde
Afstand (mm)
A*
Direct onder een opening, ventilatiesteen, openslaand raam enz.
600
B
Boven een opening, ventilatiesteen, openslaand raam enz.
300
C
Naast een opening, ventilatiesteen, openslaand raam enz.
400
D
Onder goten of afvoerpijpen
300
E
Onder dakranden
300
F
Onder balkons of daken van open garages
600
G
Vanaf een verticale afvoerpijp
300
H
Vanaf een binnen- of buitenhoek
600
I
Bovengronds dak- of balkonniveau
300
J
Vanaf een oppervlak tegenover het uiteinde
600
K
Vanaf een uiteinde tegenover het uiteinde
600
L
Vanuit een opening in de open garage (bijv. deur, raam in de woning)
1200
M
Verticaal vanuit een uiteinde aan dezelfde wand
1500
N
Horizontaal vanuit een uiteinde aan dezelfde wand
300
P
Vanaf een verticale structuur op het dak
600
Q
Boven het snijpunt met het dak
150
* Het uiteinde mag daarnaast niet dichter dan 300 mm bij een opening in het gebouw worden geplaatst dat is aangebracht voor het plaatsen van een inbouwelement, zoals een raamkozijn. 12
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Locatie uiteinden bij dakuitmonding “Afstand” = minimale afstand die nodig is om de uitlaat te positioneren om nadelige effecten te voorkomen ten aanzien van: A.
Een ventilatieopening van een gebruikte kamer, toilet of badkamer
B.
Aanvoer van verwarmde lucht, als de aanvoer door een gebruikte kamer stroomt.
C.
Een raam dat kan worden geopend en zich in de buurt van een gebruikte kamer, toilet of badkamer bevindt.
Om nadelige effecten te voorkomen
Afstand: uitlaat
Op hetzelfde dakniveau
>6 m (*)
Op een ander dakniveau
>3 m (*) (**)
A,B of C
Op een lager geplaatste muur
>2 m (**)
Op een hoger schuin oppervlak
>6 m (***)
(*) Indien de vereiste afstand niet haalbaar is, hebben de regels ten aanzien van de uitlaatpositie voorrang. (**) Indien de uitlaat minimaal een meter hoger wordt geplaatst dan de inlaatopening, of een raam dat kan worden geopend. (***) Indien de vereiste afstand niet haalbaar is, moet de uitlaat minimaal een meter boven de hoogste gevel/het hoogste dak worden geplaatst.
Belangrijke informatie voor dakuitmondingen (C31). Indien het toestel met een dakuitmonding (classificatie C31) wordt geïnstalleerd, is het belangrijk om een begrenzer op de uitlaat van het rookkanaal in de haard aan te brengen. Zie de onderstaande informatie.
Minimale verticale lengte Dakuitmondingen mogen vanaf een minimale hoogte van 0,5 meter (E4-1) of 1,0 meter (E4-2, E4-4, E4-5, E4-6 en E4-7) worden geïnstalleerd. Zie ook de volgende pagina’s.
13
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Onderdelen concentrisch rookkanaal Op de volgende pagina’s volgt een omschrijving van de onderdelen die kunnen worden gebruikt bij de installatie met gesloten verbrandingssysteem van dit toestel. Het onderdeelnummer in de tabel verwijst naar het nummer van het onderdeel op de volgende pagina’s. Dit nummer is ook het nummer dat wordt gebruikt om onderdelen aan te wijzen in de voorgestelde installatieschema’s.
A B C D E F G 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Omschrijving Apparaat Aansluiting apparaat Adapter rookkanaal Schoorsteen of rookkanaal, gasdicht Ø150 minimaal Schoorsteen of rookkanaal, gasdicht Ø160 minimum RVS flexibele schoorsteenvoering Ø100 RVS flexibele schoorsteenvoering Ø150 Leiding concentrisch rookkanaal lengte 250mm Leiding concentrisch rookkanaal lengte 500mm Leiding concentrisch rookkanaal lengte 1000mm Klemband Afdekband Paspijp inkortbaar 50 - 300mm Dakdoorvoer Geveldoorvoer Ø100 Montagebeugel Muurbeugel aanpasbaar Concentrische bocht 90° Concentrische bocht 45° Concentrische bocht 15° Stormkraag Dakplaat plat dak (aluminium) Dakplaat plat dak (aluminium)
US 25 100 US 50 100 US 100 100 USKB 100 USAB 100 USPP 100 USDVC2 100 USDHCE 100 USEB 100 USMB 100 USB 90 100 USB 45 100 USB 15 100 USSR 100 USDPAL 100 USDP 100
US 25 130 US 50 130 US 100 130 USKB 130 USAB 130 USPP 130
18 19 20 21 22 23
Dakplaat hellend 5° - 30° Dakplaat hellend loden slabpan 20° - 45° Aanpasbare dakplaat (als paar geleverd) Muurplaat Verkleiner Ø130 - Ø100 Muurdoorvoer Ø130
USDH 100 USLS 100 USCP 100 USMPG 100
USDH 130 USLS 130 USCP 130 USMPG 130 USVK 10 130 USDHC 130
14
Type Nr. Ø100
Ø130
USEB 130 USMB 130 USB 90 130 USB 45 130 USB 15 130 USSR 130 USDPAL 130 USDP 130
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR
15
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR
16
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR
17
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR
18
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR
22 USVK 100 130 REDUCER Ø130 - Ø100
23 USDHC 130 HORIZONTAL TERMINALØ130
19
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Aansluitmogelijkheden gesloten systeem Gevel- of dakdoorvoer Aansluiten door middel van concentrisch afvoermateriaal. - Boor een gat van 153 mm ten behoeve van de gevel of dakdoorvoer. - Bouw het systeem op vanaf de haard - Let op dat u de buizen in de juiste richting plaatst. De verjonging naar de haard toe. - Zorg ervoor dat de buizen voldoende gebeugeld worden, zodat het gewicht van de buizen niet op de haard komt te rusten. - Houd een afstand van minstens 5 cm aan tussen de buitenkant van de concentrische pijpen en de wand of plafond. - De buitenkant van de buis kan 140 ºC worden. Zorg bij doorvoer door de wand of plafond voor bescherming door voldoende brandwerend materiaal te gebruiken. - Door uitzetting en afkoeling kunnen de concentrische pijpen los raken. Het verdient aanbeveling om, op plaatsen die na installatie onbereikbaar zijn, de klemband vast te zetten met een parker. - U kunt inkortbare concentrische pijp, geveldoorvoer of dakdoorvoer gebruiken. Om een rookgasdichte verbinding te krijgen moet de binnenpijp na het inkorten 2 cm onder de buitenpijp uitsteken. - De horizontale pijpen moeten op afschot naar de haard toe geïnstalleerd worden.
20
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Aansluitmogelijkheden gesloten systeem Horizontale geveldoorvoer
Afstand “H” = 0.5-5m (min - max) Afstand “V” = 0.5*-3m (min - max) Let op “V” = 1m min for E4-2, E4-4, en E4-7 Let op voor E4-5 en E4-6 gebruik 200/130
V (METRES) 3.0 2.5 2.0 1.5 1.0
Maximale pijplengte voor horizontale doorvoer. Gebruik het gearceerde gedeelte om de maximale lengte (H) te berekenen met de corresponderende hoogte (V).
0.5
H (METRES)
0
0.5
1.0
1.5
2.0 21
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Verticale dakdoorvoer Bij dakdoorvoer moet er een rookkanaalbegrenzer worden aangebracht. Deze bevindt zich aan de binnenkant van de haard nabij de rookgas uitlaat. Maak een van de schroeven los, en draai de rookgas begrenzer dwars over de rookgas uitlaat.
Verticale dakdoorvoer (geen bochten) voor concentrisch rookkanaal
Afstand “V” = 1m– 11m (min – max) Aanbevolen wordt om bij de E4-5 en E4-6 eerst de verkleiner USVK naar afvoermateriaal 150/100 te gebruiken.
22
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Verticale dakdoorvoer met kniestuk voor concentrisch rookkanaal
Aanbevolen wordt om bij de E4-5 en E4-6 eerst de verkleiner USVK naar afvoermateriaal 150/100 te gebruiken.
23
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Verticale dakdoorvoer met aflopend kniestuk voor concentrisch rookkanaal
Aanbevolen wordt om bij de E4-5 en E4-6 eerst de verkleiner USVK naar afvoermateriaal 150/100 te gebruiken.
24
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Installatie van de afstandsbediening (indien van toepassing) Afstandsbediening timer en thermostaat (RCE4) Installatie van de motor
Battery Cover
Volg deze procedure bij de installatie van de motor. De motor moet worden gemonteerd voor het gebruik van alle opties op de afstandsbediening. Bij de volledig electronische afstandsbediening is de motor al ingebouwd (RCE GV60)
Lead Receiver
Installatie microschakelaar Volg deze procedure voor de installatie van de
Figuur 1
Figuur 2
Verwijder de borgschroef (Figuur 1) en wrik met de punt van een kleine schroevendraaier de kap los (andere kant van de kap, tegenover de schroef) (Figuur 2).Draai de tandwielknop volledig Figuur 3 tegen de klok in totdat hij niet verder kan. Plaats de motor op zijn plek (zie Figuur 3). Het tandwiel moet in de tanden van de tandwielknop grijpen. Plaats de kunststof kap terug en draai de borgschroef weer vast (zonder het metalen buisje rond de schroef). De schroef houdt de kap en de motor op hun plaats.
microschakelaar. benodigd voor de afstandsbediening met timer en thermostaat. De microschakelaar past op de kunststof kap van de klep. In een uitsparing op de kap zit een zelftappende schroef die de schakelaar op zijn plek houdt.
Installatie ontvanger Hiervoor is geen externe stroombron nodig. De ontvanger heeft slechts één invoerkabel met vier pluggen (twee grotere van verschillende omvang 25
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR en twee van dezelfde omvang). De twee grotere pluggen passen op de twee pluggen boven op de gasregeling. De richting van deze pluggen is belangrijk. De twee kleinere pluggen passen op de kleine connectors aan de zijkant van de gasregeling.
vervangen van de batterijen. Controleer het systeem.
Afstandsbediening met volledig electronische ontsteking (RCE GV60) Hiervoor is geen externe stroombron nodig. De ontvanger heeft slechts één invoerkabel Deze kabel heeft een enkele plug. Deze plug past in het aansluitblok aan de voorkant van het gasblok. Plaats de batterijen eerst in de zender en dan in de ontvanger. U heeft hiervoor respectievelijk 4 x 1,5V AA alkaline en 1 x 9V blok alkaline nodig. Druk op de reset knop van de ontvanger totdat u een lange piep hoort. Druk dan op de kleine of grote vlam tot u een korte piep hoort. De afstandsbediening is nu klaar voor gebruik. Zie mogelijkheden bij Handleiding voor de gebruiker.
Plaats de batterijen eerst in de zender en dan in de ontvanger. U heeft hiervoor respectievelijk 4 x 1,5V AA alkaline en 2 x AAA alkaline nodig. Zender en ontvanger moeten worden ingeleerd. Volg de beschrijving op pagina 6. Deze afstandsbediening werkt met radiogolven. Daarom hoeven de ontvanger en zender niet in elkaars zicht geplaatst te worden. Als de afstand tussen de ontvanger en zender niet meer dan 10 meter bedraagt zal het werken. De ontvanger kan onder de haard of in de koof geplaatst worden, mits de temperatuur daar niet hoger is dan 60ºC. Vertel de gebruiker waar de ontvanger zich bevindt in verband met het
Ontvanger
De ontvanger kan onder de haard of in de koof geplaatst worden, mits de temperatuur daar niet hoger is dan 60ºC. Vertel de gebruiker waar de ontvanger zich bevindt in verband met het Micro Switch Pluggen vervangen van de batterijen. Motor Pluggen Controleer het systeem. 26
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Inrichting van het keramische vuurbed Gebruik alleen de bijgeleverde keramische onderdelen. Leg de onderdelen neer zoals op de volgende pagina’s weergegeven. Vervangende onderdelen, zijn via uw dealer verkrijgbaar maar mogen uitsluitend door een vakbekwame installatiemonteur worden geïnstalleerd.
Plaats haardblok (1) volgens de aanwijzing in Figuur 2, d.w.z. op de achterkant van het rooster met een van de takken tegen de achterkant van de vuurkist. De chips kunnen indien nodig worden verplaatst zodat ze beter rond het blok liggen.
Plaatsing houtblokken E4-1 Cupido 50/Vulcano/Freia/Imperial/ Mondriaan
Controleer of het rooster (A) stevig onder in de vuurkist ligt en dat de lange gleuf in het midden van het rooster op één lijn ligt met het midden van de branderbuis. De waakvlam moet door het rooster en de uitsparing in de vlambeveiliging zichtbaar zijn. Verspreid de zwarte chips (B) over het rooster (zie Figuur 1). Wij adviseren om acht grotere chips dwars op de gleuf in het rooster te plaatsen.
2
3
Figuur 3. Plaats de haardblokken (2) en (3) volgens de aanwijzing in Figuur 8, d.w.z. aan beide kanten van het vuurbed, met het ene uiteinde op het achterste blok en het andere boven op de chips vooraan in het vuurbed. 4
A B
Figuur 4. Plaats haardblok (4) volgens de aanwijzing in Let op: Bij LPG versie geen chips op brander Figuur 4, d.w.z. in het midden van de haard en leggen met het ene uiteinde op het achterste blok en het Let hierbij op dat het achterste gedeelte van het andere ietsje scheef boven op de voorste chips. rooster open blijft en dat er geen chips in de waakvlambeveiliging vallen. De waakvlam komt in dit geval niet goed in contact met de brander. Hierdoor kan 5 6 het toestel niet goed ontsteken. Dit kan een “plof” veroorzaken.U mag het kapje van de waakvlam gedeeltelijk bedekken. U moet wel nog altijd kunnen zien dat de waakvlam brandt. Figuur 5. Figuur1.
1
Figuur 2.
Plaats de laatste haardblokken (5) en (6) volgens de aanwijzing in Figuur 5, d.w.z. in de ruimten tussen het middelste haardblok en de haardblokken aan de zijkant, één aan elke kant met één kant op de haardblokken aan de zijkant. Let op: controleer of de waakvlam nog zichtbaar is. 27
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Plaatsing houtblokken E4-2 Vesuvius 100 Controleer of het rooster stevig onder in de vuurkist ligt en dat de lange gleuf in het midden van het rooster op één lijn ligt met het midden van de branderbuis. De waakvlam moet door het rooster en de uitsparing in de vlambeveiliging zichtbaar zijn. Verspreid de chips over het rooster (zie Figuur 11). Figuur 11.
Let hierbij op dat het achterste gedeelte van het rooster open blijft (2 rijen gaatjes) en dat er geen chips in de waakvlambeveiliging vallen. De waakvlam komt in dit geval niet goed in contact met de brander. Hierdoor kan het toestel niet goed ontsteken. Dit kan een “plof” veroorzaken. Plaats de 2 grote haardblokken volgens de aanwijzing in Figuur 12. Zorg er hierbij voor dat de waakvlam zichtbaar blijft. De chips kunnen indien nodig worden verplaatst zodat ze beter rond het blok liggen.
Figuur 12. Plaats de overgebleven 2 haardblokken volgens de aanwijzing in Figuur 13, d.w.z. aan beide voorkanten van het vuurbed.
Figuur 13. Controleer uiteindelijk of de waakvlam vrij is en de ontsteking werkt voor de glasplaat geplaatst wordt.
28
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Inrichting van het keramische vuurbed E4-4 Optica
Gebruik alleen de bijgeleverde keramische onderdelen. Leg de onderdelen neer zoals op de volgende pagina’s weergegeven. Vervangende onderdelen, zijn via uw dealer verkrijgbaar maar mogen uitsluitend door een vakbekwame installatiemonteur worden geïnstalleerd Inrichting van het keramische vuurbed met houtblokken
Aardgas en LPG
Controleer of het rooster stevig onder in de vuurkist ligt en dat de lange gleuf in het midden van het rooster op één lijn ligt met het midden van de branderbuis. De waakvlam moet door het rooster en de uitsparing in de vlambeveiliging zichtbaar zijn. Leg de stammen zoals op de foto’s en verspreid de chips over het rooster .
Let hierbij op dat er op verschillende plaatsen van het rooster gaatjes open blijven en dat er geen chips in de waakvlam vallen. De waakvlam komt in dit geval niet goed in contact met de brander. Hierdoor kan het toestel niet goed ontsteken. Dit kan een “plof” veroorzaken. Plaats de haardblokken volgens de aanwijzing van figuur 1 t/m 8 . Waakvlam moet zichtbaar blijven. Strooi wat meegeleverde as over de houtblokken en zwarte chips. Controleer uiteindelijk of de waakvlam vrij is en de ontsteking werkt voor de ruit terug geplaatst wordt
29
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Inrichting van het keramische vuurbed E4-4 Bioptica
Gebruik alleen de bijgeleverde keramische onderdelen. Leg de onderdelen neer zoals op de volgende pagina’s weergegeven. Vervangende onderdelen, zijn via uw dealer verkrijgbaar maar mogen uitsluitend door een vakbekwame installatiemonteur worden geïnstalleerd Inrichting van het keramische vuurbed met houtblokken
Aardgas en LPG
Controleer of het rooster stevig onder in de vuurkist ligt en dat de lange gleuf in het midden van het rooster op één lijn ligt met het midden van de branderbuis. De waakvlam moet door het rooster en de uitsparing in de vlambeveiliging zichtbaar zijn. Leg de stammen zoals op de foto’s en verspreid de chips over het rooster .
1
2
3
4
5
6
7
8
Let hierbij op dat er op verschillende plaatsen van het rooster gaatjes open blijven en dat er geen chips in de waakvlam vallen. De waakvlam komt in dit geval niet goed in contact met de brander. Hierdoor kan het toestel niet goed ontsteken. Dit kan een “plof” veroorzaken. Plaats de haardblokken volgens de aanwijzing van figuur 1 t/m 8. Waakvlam moet zichtbaar blijven. Strooi wat meegeleverde as over de houtblokken en zwarte chips. Controleer uiteindelijk of de waakvlam vrij is en de ontsteking werkt voor de ruit terug geplaatst wordt
30
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Inrichting van het keramische vuurbed E4-5 Bidore en Trisore
Gebruik alleen de bijgeleverde keramische onderdelen. Leg de onderdelen neer zoals op de volgende pagina’s weergegeven. Vervangende onderdelen, zijn via uw dealer verkrijgbaar maar mogen uitsluitend door een vakbekwame installatiemonteur worden geïnstalleerd Inrichting van het keramische vuurbed met houtblokken
Aardgas en LPG
Controleer of het rooster stevig onder in de vuurkist ligt en dat de lange gleuf in het midden van het rooster op één lijn ligt met het midden van de branderbuis. De waakvlam moet door het rooster en de uitsparing in de vlambeveiliging zichtbaar zijn. Leg de stammen zoals op de foto’s en verspreid de chips over het rooster .
1
2
3
4
5
6
7
8
Let hierbij op dat er op verschillende plaatsen van het rooster gaatjes open blijven en dat er geen chips in de waakvlam vallen. De waakvlam komt in dit geval niet goed in contact met de brander. Hierdoor kan het toestel niet goed ontsteken. Dit kan een “plof” veroorzaken. Plaats de haardblokken volgens de aanwijzing van figuur 1 t/m 8. Waakvlam moet zichtbaar blijven. Strooi wat meegeleverde as over de houtblokken en zwarte chips. Controleer uiteindelijk of de waakvlam vrij is en de ontsteking werkt voor de ruit terug geplaatst wordt 31
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Inrichting van het keramische vuurbed E4-6 Vesuvius 140
Gebruik alleen de bijgeleverde keramische onderdelen. Leg de onderdelen neer zoals op de volgende pagina’s weergegeven. Vervangende onderdelen, zijn via uw dealer verkrijgbaar maar mogen uitsluitend door een vakbekwame installatiemonteur worden geïnstalleerd Inrichting van het keramische vuurbed met houtblokken
Aardgas en LPG
Controleer of het rooster stevig onder in de vuurkist ligt en dat de lange gleuf in het midden van het rooster op één lijn ligt met het midden van de branderbuis. De waakvlam moet door het rooster en de uitsparing in de vlambeveiliging zichtbaar zijn. Verspreid het vermiculiet over de brander. Leg de stammen zoals op de foto’s en verspreid de chips over het rooster .
32
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR
Let hierbij op dat er op verschillende plaatsen van het rooster gaatjes open blijven en dat er geen chips in de waakvlam vallen. De waakvlam komt in dit geval niet goed in contact met de brander. Hierdoor kan het toestel niet goed ontsteken. Dit kan een “plof” veroorzaken. Plaats de haardblokken volgens de aanwijzing van figuur . Waakvlam moet zichtbaar blijven. Strooi wat meegeleverde as over de houtblokken en zwarte chips. Controleer uiteindelijk of de waakvlam vrij is en de ontsteking werkt voor de ruit terug geplaatst wordt 33
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Inrichting van het keramische vuurbed E4-7 Cupido 70 (en houtset Deluxe voor E4-1 haarden)
Gebruik alleen de bijgeleverde keramische onderdelen. Leg de onderdelen neer zoals op de volgende pagina’s weergegeven. Vervangende onderdelen, zijn via uw dealer verkrijgbaar maar mogen uitsluitend door een vakbekwame installatiemonteur worden geïnstalleerd Inrichting van het keramische vuurbed met houtblokken
Aardgas en LPG
Controleer of het rooster stevig onder in de vuurkist ligt en dat de lange gleuf in het midden van het rooster op één lijn ligt met het midden van de branderbuis. De waakvlam moet door het rooster en de uitsparing in de vlambeveiliging zichtbaar zijn. Leg de stammen zoals op de foto’s en verspreid de chips over het rooster .
Let hierbij op dat er op verschillende plaatsen van het rooster gaatjes open blijven en dat er geen chips in de waakvlam vallen. De waakvlam komt in dit geval niet goed in contact met de brander. Hierdoor kan het toestel niet goed ontsteken. Dit kan een “plof” veroorzaken. Plaats de haardblokken volgens de aanwijzing van figuur . Waakvlam moet zichtbaar blijven. Plaats bij de Cupido 70 de 2 denneappels op een gewenste plek, waarbij de waakvlam vrij dient te blijven. Strooi de meegeleverde as over de houtblokken en zwarte chips. Controleer uiteindelijk of de waakvlam vrij is en de ontsteking werkt voor de ruit terug geplaatst wordt 34
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Plaatsing witte Carrara kiezels - Alle modellen Controleer of het rooster stevig onder in de vuurkist ligt en dat de lange gleuf in het midden van het rooster op één lijn ligt met het midden van de branderbuis. De waakvlam moet door het rooster en de uitsparing in de vlambeveiliging zichtbaar zijn. Verspreid de steentjes over het rooster en de brander. Let op dat er geen steentjes in de waakvlambrander liggen. Controleer uiteindelijk of de waakvlam vrij is en de ontsteking werkt voor de glasplaat geplaatst wordt.
Geen steentjes op de waakvlambrander Plaatsen witte steentjes
Plaatsen witte steentjes
Ingebruikname Voordat de geïnstalleerde haard bij de klant wordt achtergelaten, MOET er een deugdelijkheidstest worden uitgevoerd. Laat de haard minimaal vijf minuten op de hoogste stand branden om het rookkanaal te verwarmen. Kijk het rookkanaal na indien er zich problemen voordoen. De haard geeft de eerste uren na de ingebruikname een geur en/of rook af. Ventileer de ruimte goed tijdens die periode. Ook vormt zich tijdens de eerste uren een grijze stof aan de binnenkant van het venster. Reinig dit voordat u het toestel achterlaat.
35
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Inbouwtips: Lees eerst de algemene informatie over gesloten haarden, welke u voor in deze gebruiksaanwijzing kunt vinden. Zorg ervoor dat het gasregelblok en de gasaansluiting na installatie te allen tijde goed te bereiken zijn. Voor dit doel is een speciaal bedieningsluikje te verkrijgen bij Element4 (BDLE4). De haard produceert warmte in de koof, welke goed moet kunnen worden afgevoerd. Indien het toestel in een koof wordt geplaatst dan moet deze voldoende zijn geventileerd. Wij adviseren om 2 ventilatieroosters te plaatsen met een minimale ventilatie van 130 cm2 (2 x CVRE4). Wij adviseren om de koof uitsluitend te bouwen met niet brandbare, vuurvaste materialen zoals bijvoorbeeld Promatect 12mm. De haarden zonder frame zijn aan de voorkant uitgerust met een metalen frame waartegen de koof kan worden gebouwd. Let er bij het inbouwen op dat dit frame niet te strak vast zit aan de haard, maar creëer wat speelruimte. Hierdoor is het later gemakkelijker om de sierstrips rondom de glasplaat te plaatsen. Voor service doeleinden moet men altijd bij de brander kunnen komen. Vandaar dat de haarden van Element4 zonder frame zijn uitgerust met een van voren te verwijderen glasplaat.
Let op bij E4-1 Cupido 50, E4-2 Vesuvius 100, E4-4 Optica/Bioptica, E4-6 Vesuvius 140 en E4-7 Cupido 70 Voordat u de haard inbouwt altijd controleren dat het metalen frame niet te strak op het haard chassis zit vast geschroefd. Om het glas aan de voorkant te kunnen demonteren als de haard straks is ingebouwd, moeten de sierlijstjes soepel weg te nemen zijn. Ze hebben daar iets ruimte voor nodig. U dient daartoe de 8 moeren zoals hiernaast aangegeven (2 x boven, 2 x onder, 2 x links, 2 x rechts) iets losser te draaien. In verband met het transport is het glasframe (te) strak vast geschroefd.
36
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR
Let op bij E4-5 Trisore/Bidore Voordat u de haard inbouwt altijd controleren dat het metalen frame recht en niet te strak op het haard chassis zit vast geschroefd. Om het glas aan de voorkant te kunnen demonteren als de haard straks is ingebouwd, moeten de sierlijstjes soepel weg te nemen zijn. Ze hebben daar iets ruimte voor nodig. U dient daartoe de 4 bouten zoals hieronder aangegeven iets losser te draaien. In verband met het transport is het glasframe (te) strak vast geschroefd.
37
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR
Plaatsen van de glasplaat bij haarden zonder frame: (E4-1 Cupido 50, E4-2 Vesuvius 100, E4-4 Optica en Bioptica, E4-6 Vesuvius 140 en E4-7 Cupido 70)
1. Zie tekening schema 5 1.1 Plaats de glasplaat (onderdeel 12) op de juiste plaats, zodat de koordafdichting tegen de voorkant van de vuurkast rust. Let op de juiste positie van de glasplaat. De 4 openingen moeten op een lijn liggen met de schroefmoeren in de bevestigingsbeugels. Plaats de glasplaat door de bovenkant in de frameopening te steken en zo ver mogelijk naar boven te schuiven. Zo kan de onderkant door de opening naar binnen worden gedraaid, waarna de plaat omlaag geschoven kan worden en op de het metaal rust. 2 Zie tekening schema 6 Bevestig de glasplaat met de 4 klemmen (onderdeel 13) en 4 stuks M5x25 borgschroeven met kruiskop (onderdeel 6); raadpleeg detailweergave E voor de juiste richting.
38
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR
Schema 5
Schema 6
39
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Schema 7
3 Zie tekening schema 7 Plaats de raamrand onder (onderdeel 14) midden voor het raam; let op de juiste richting zoals aangegeven in detailweergave F. Tip: als deze rand (en later de randen aan de zijkant) te strak of te los zit, pas dat dan aan door de flensbouten van de bevestigingshoeken te stellen (onderdeel 9).
Schema 8
4 Zie tekening schema 8 Breng de raamranden aan de zijkanten aan; let op de juiste richting zoals aangegeven in detailweergave G en H. Breng de randen aan door de bovenkant naar binnen te steken en zo ver mogelijk naar boven te schuiven. Dan kan de onderkant naar binnen worden gedraaid en in de openingen in de onderrand van het raam worden geplaatst. De installatie is nu afgerond en de wandconstructie kan worden aangebracht. De vuurkast is toegankelijk door stap 1 t/m 4 in omgekeerde volgorde uit te voeren. 40
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Plaatsen van de glasplaat bij haarden zonder frame: E4-5 Trisore en Bidore 1) Verwijder de sierlijsten links, rechts en onder zoals aangegeven in foto 1, 2 en 3.
Foto 1
Foto 2
Foto 3
2) Draai de kruiskop schroeven los en verwijder de metalen klemmen welke de glasplaat op zijn plaats houden (onder en bovenkant glas). Zie foto 4 Foto 4
3) Verwijder nu de glasplaat door deze iets op te tillen en dan naar voren te halen. Zie foto 5.
Bij het terugplaatsen van het glas de schroeven van de metalen klemmen NIET te vast draaien. Het glas komt dan onder spanning te staan en kan ruitbreuk veroorzaken. Foto 5
41
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR Plaatsen van het frame Modellen E4-1: (Vulcano/ Kronos, Mondriaan, Imperial) Wanneer de haard is ingebouwd kan het frame worden bevestigd. Aan de voorkant van de haard bevindt zich op ieder hoekpunt een beugel met daarop een bevestigingspunt. (zie foto). Aan de achterzijde van het frame bevindt zich op ieder hoekpunt een uitsparing. (zie foto)
Hang het frame met de uitsparingen gelijktijdig aan de 4 bevestigingspunten.
Model E4-1: Freia Wanneer de haard is ingebouwd kan het frame worden bevestigd. Plaats daartoe de bovenste magneten van het frame bovenop de richel waarmee het glas zit vastgeschroefd. (zie foto) Laat vervolgens ook de onderste magneten contact maken met de haard.
Bij het model Freia is het bijzonder belangrijk om de positie en maatvoering van het zaaggat in de voorkant van de koof te controleren. De maximale maat van het zaaggat is 71,5 x 54,5 cm.
42
onderhoudsinformatie Onderhoudsinstructies
speciale glasreiniger of een speciale reiniger voor keramische kookplaten.
Hieronder volgt een overzicht van het minimale onderhoud dat jaarlijks moet plaatsvinden. Net als alle overige werkzaamheden aan het toestel mag dit onderhoud uitsluitend door een bekwame installateur worden uitgevoerd. Wij adviseren u om daartoe een onderhoudscontract bij een erkende installateur af te sluiten.
Probleemoplossing De waakvlam gaat niet aan of blijft niet branden Controleer of de gaskraan open staat bij het toestel en de gasmeter/gasfles. Houd de regelknop minimaal twintig seconden ingedrukt zodra de vlam brandt om te zorgen dat de veiligheidsklep van het thermokoppel goed werkt.
Verwijder de glasplaat en verwijder alle keramische onderdelen. Verwijder mogelijke puin boven op de brander met behulp van een stofzuiger en borstel. Inspecteer de brander. Voer een ontstekingscontrole uit. Voer een vlamstoringscontrole uit Onderhoud aan de brander zou niet nodig moeten zijn. Is dit wel het geval, controleer dan de ingestelde druk bij de inlaat naar de brander. De juiste druk staat achter in deze handleiding vermeld. Borstel de keramische onderdelen af en vervang eventuele gebroken of beschadigde onderdelen (zie eerder in deze handleiding). Controleer het keramische koord op de glasplaat en plaats de glasplaat terug. Controleer de installatie op gaslekken. Controleer de afvoer van de rookgassen via het rookkanaal.
Controleer of de injectie naar de waakvlam niet is geblokkeerd en of er geen stof of vuil in zit. Controleer of het thermokoppel tijdens het vervoer niet is beschadigd. Dit is een zeer kwetsbaar elektromagnetisch instrument. Indien propaangas wordt gebruikt, kan de fles leeg zijn. De waakvlam brandt niet of brandt niet goed Controleer of de waakvlam de juiste afmeting heeft voor het soort gas. De vlam moet op de meter van het thermokoppel zijn gericht. De vlam is in de fabriek goed afgesteld. De hoofdbrander lijkt niet goed te branden Controleer of de gasdruk naar het toestel voldoende is. Test de druk door de drukproefschroef los te draaien en een manometer te gebruiken. Controleer of er voldoende gas wordt gebruikt. Zet de haard op de hoogste stand en zet alle overige gastoestellen in het huis uit. Bereken de hoeveelheid gas die wordt verbruikt via de gasmeter. Zorg dat de brander goed brandt. De vlam moet boven op de brander zijn verspreid voordat er keramische elementen op worden gelegd.
Indien er onderdelen moeten worden vervangen, gebruik dan alleen originele onderdelen van de fabrikant. Bij het gebruik van niet-standaard onderdelen vervalt de garantie. Bovendien kunnen ze gevaar opleveren. Reinigen van glas: Afhankelijk van de gebruiksintensiteit kan zich in de loop der tijd een aanslag vormen op het glas. Deze aanslag kunt u verwijderen met een 43
PROBLEEMOPLOSSING
Onderstaand vindt u een overzicht van storingen die kunnen optreden bij haarden met electronische ontsteking RCE GV60, de mogelijke oorzaak en de oplossing.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
A. Geen transmissie 1. De (nieuwe) communicatie 1. Houd het resetknopje van de ontvanger (motor draait niet) code tussen ontvanger en ingedrukt totdat u 2 geluidssignalen hoort. afstandsbediening moet nog Laat na het tweede, langere geluidssignaal de bevestigd worden. resetknop los en druk binnen 20 sec. op knop (kleine vlam) of knop (grote vlam) op de afstands bediening, totdat u een extra lang geluidssignaal hoort, dat de instelling van de nieuwe code bevestigt. 2. Lege batterijen. 2. Vervang de batterijen. 3. Ontvanger beschadigd. 3. Vervang de ontvanger en bevestig de code 4. Afstandsbediening beschadigd. 4. Vervang de afstandsbediening en bevestig de code 5. Motorkabel bij de klep / ontvanger 5. Vervang de motorkabel. gebroken. 6. Kromme pennen van de 8-draads 6. Zorg dat de pennen van de 8-draadsconnector recht connector. staan 7. Wanneer de ontvanger is omgeven 7. Verander de stand van de antenne. door metaal, kan dit het zendbereik verminderen. B. Geen ontsteking(vonk)
1. Knop A in MAN stand.
2.
1. Zet knop A op gasregelblok op ON
Ontstekingskabel ligt over en/ 2 Leg de ontstekingskabel niet over en/of langs metalen of langs metalen delen. delen. Dit verzwakt de vonk Vervang zonodig de ontstekingskabel.
3. Ontstekingspen gecorrodeerd. 4. Wachttijd van 60 seconden voor volledige herstart nog niet voorbij.
3. Vervang de ontstekingspen. 4. Neem de benodigde wachttijd in acht.
C. Geen geluidssignaal
1. Ontvanger beschadigd. 2. Wachttijd van 60 seconden voor volledige herstart nog niet voorbij.
1. Vervang de ontvanger en bevestig de code 2. Neem de benodigde wachttijd in acht.
D. Eén doorlopend geluids- 1. Losse bedrading tussen ontvanger 1. Sluit de bedrading goed aan. signaal van 5 sec. (Mogelijk zijn en gasregelblok. er 7 korte piepen vóór het 5 sec. 2. Ontvanger beschadigd. 2. Vervang de ontvanger en bevestig de code geluidssignaal) 3. Kromme pennen van de 3. Zorg dat de pennen van de 8-draads connector recht 8-draadsconnector. staan. 4. Magneetklep beschadigd 4. Vervang het gasregelblok. E. Geen waakvlam 1. Lucht in de waakvlamleiding. 1. Spoel de leiding of start het ontstekingsproces meer dere keren. 2. Thermokoppeldraden van thermo- 2. Controleer de polariteit van de thermokoppelbedrading. koppel verwisseld. Sluit de thermokoppeldraden zonodig goed aan. 3. Geen vonk bij de waakvlambrander. 3.1 Controleer of de onstekingskabel (vrij ligt van metalen delen; Leg deze zonodig vrij. 3.2 Vervang zonodig de ontstekingskabel. 3.3 Vervang zonodig de ontstekingspen. 4. Spuitstuk verstopt. 4.1 Reinig het spuitstuk. 4.2 Vervang zonodig het spuitstuk.
44
PROBLEEMOPLOSSING Onderstaand vindt u een overzicht van storingen die kunnen optreden, de mogelijke oorzaak en de oplossing. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing F. Elektronica blijft vonken terwijl de waakvlam brandt
1. Ontvanger beschadigd.
1. Vervang de ontvanger en bevestig de code
G. Waakvlam brandt wel maar 1. Thermokoppel functioneert niet. 1.1 Meet de spanning, m.b.v. een digitale multi- meter magneetklep sluit na ca. 10 ingesteld op mV bereik, door de kabels aan te seconden of wanneer het toestel sluiten op de kabelschoen. De kabelschoen bevindt zich heet wordt aan de buitenkant, direct naast de magneetmoer aan de achter kant van het gasregelblok; De spanning moet binnen 20 seconden tenminste 5mV zijn. Deze mag niet lager zijn wanneer het toestel warm is. Is de spanning te laag, dan moet: - het thermokoppel beter in de vlam geplaatst worden of - het thermokoppel vervangen worden. 1.2 Controleer de grootte van de waakvlam. Corrigeer een te kleine waakvlam. 1.3 Controleer de bedrading van het thermokop- pel naar de ontvanger. Vervang zo nodig de bedrading. 2. Batterijen (bijna) leeg. 2. Vervang de batterijen in de ontvanger. H Er zijn wel korte geluids- 1. Batterijen (bijna) leeg. signalen maar geen vonken en er is geen geluid / getik hoorbaar van de magneet die de klep opent
1. Vervang de batterijen in de ontvanger.
I. Waakvlam brandt maar er is 1. Knop A in MAN stand. 1. Draai knop A op gasregelblok naar ON geen gasstroom naar de 2. Toestel op waakvlam stand. 2. Verhoog de vlamhoogte door op de knop (grote vlam) hoofdbrander van de afstandsbediening te drukken. 3. Voordruk van het gas te laag. 3. Controleer voordruk. Schakel zonodig het energiebedrijf in. 4. Beschadigde magneetklep. 4. Beschadigde magneetklep. J. Hoofdbrander ontsteekt, 1. Losse bedrading thermokoppel. 1. Sluit de bedrading goed aan. maar dooft na ca. 22 seconden 2. Bedrading thermokoppel verkeerd 2. Sluit de bedrading goed aan. aangesloten. 3. Kortsluiting in bedrading van thermo- 3. Vervang de bedrading. koppel. 4. Draadbreuk in bedrading van thermo- 4. Vervang de bedrading. koppel. 5. Thermokoppel is vervuild. 5. Reinig het thermokoppel. 6. Thermokoppel is niet goed in vlam 6. Plaats het thermokoppel goed in de vlam. geplaatst 7. Thermokoppel is defect. 7. Controleer de spanning van thermokoppel net voor de hoofdbrander uitgaat. Is de spanning lager dan 1,8 mV, vervang dan thermokoppel. 8. Ontvanger defect. 8. Controleer de spanning van thermokoppel net voor de hoofdbrander uitgaat. Is de spanning hoger dan 1,8 mV, vervang dan de ontvanger.
45
onderhoudsinformatie AFVOEREN VERPAKKING EN TOESTEL De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn: - Karton - CFK-vrij schuim (zacht) - Hout - Kunststof - Papier Deze materialen moeten op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen worden afgevoerd. Batterijen gelden als chemisch afval. De batterijen moeten op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen afgevoerd worden. Verwijder eerst de batterijen voordat u de afstandsbediening afdankt. De overheid kan u ook informatie verschaffen over het op verantwoorde wijze afvoeren van afgedankte apparaten.
46
technische informatie Technische tekeningen
E4-1 Cupido 50
E4-1 Vulcano
47
technische informatie Technische tekeningen
E4-1 Freia
E4-1 Imperial
48
technische informatie Technische tekeningen
E4-1 Mondriaan
E4-2 Vesuvius 100
49
technische informatie Technische tekeningen
E4-4 Optica
E4-4 Bioptica
50
technische informatie Technische tekeningen
E4-5 Trisore
E4-5 Bidore
51
technische informatie Technische tekeningen
E4-6 Vesuvius 140
E4-7 Cupido 70
52
technische informatie Landen van bestemming De onderstaande tabel bevat informatie over de landen waar deze toestellen voor gebruik zijn goedgekeurd. In de tabellen direct daaronder vindt u de technische eigenschappen van de toestellen. Vergelijk uw informatielabel op de haard voor uw uitvoering
AT BE CH CZ
Austria Belgium Switzerland Czech Republic
DE DK EE ES FI FR GB GR HR HU IE IT LT LU LV NL NO PL PT RO SE SL SK TR
Germany Denmark Estonia Spain Finland France United Kingdom Greece Croatia Hungary Ireland Italy Lithuania Luxembourg Latvia The Netherlands Norway Poland Portugal Romania Sweden Slovenia Slovakia Turkey
Aardgas ü I2H G20@20mbar ü I2E+ G20/G25@20/25mbar ü I2H G20@20mbar ü I2H G20@20mbar ü ü ü ü ü ü ü ü ü
I2E G20@20mbar; I2ELL G20/G25@20mbar I2H G20@20mbar I2H G20@20mbar I2H G20@20mbar I2H G20@20mbar I2E+ G20/G25@20/25mbar I2H G20@20mbar I2H G20@20mbar I2H G20@20mbar
ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü
I2H G20@20mbar I2H G20@20mbar I2H G20@20mbar I2E G20@20mbar I2H G20@20mbar I2L G25@25mbar I2H G20@20mbar I2E G20@20mbar I2H G20@20mbar I2H G20@20mbar I2H G20@20mbar I2H G20@20mbar I2H G20@20mbar I2H G20@20mbar
53
technische informatie
AT BE CH CY CZ DE DK EE ES FI FR GB GR HR HU IE IT LT LU LV MT NL NO PL PT RO SE SL SK TR
Austria Belgium Switzerland Cyprus Czech Republic Germany Denmark Estonia Spain Finland France United Kingdom Greece Croatia Hungary Ireland Italy Lithuania Luxembourg Latvia Malta The Netherlands Norway Poland Portugal Romania Sweden Slovenia Slovakia Turkey
LPG ü I3B/P G30/G31@50mbar ü I3+ G30/G31@28-30/37mbar ü I3B/P G30/G31@50mbar, I3+ G30/G31@28-30/37mbar ü I3B/P G30/G31@30mbar ü I3B/P G30/G31@50mbar, I3+ G30/G31@28-30/37mbar ü I3B/P G30/G31@50mbar ü I3B/P G30/G31@30mbar ü I3B/P G30/G31@30mbar ü I3+ G30/G31@28-30/37mbar ü I3B/P G30/G31@30mbar ü I3B/P G30/G31@30mbar, I3+ G30/G31@28-30/37mbar ü I3B/P G30/G31@30mbar, I3+ G30/G31@28-30/37mbar ü I3B/P G30/G31@30mbar, I3+ G30/G31@28-30/37mbar ü I3B/P G30/G31@30mbar ü I3B/P G30/G31@30mbar ü I3+ G30/G31@28-30/37mbar ü I3+ G30/G31@28-30/37mbar ü I3B/P G30/G31@30mbar
ü I3B/P G30/G31@30mbar ü I3B/P G30/G31@30mbar ü I3B/P G30/G31@30mbar ü ü ü ü ü ü
I3+ G30/G31@28-30/37mbar I3B/P G30/G31@30mbar I3B/P G30/G31@30mbar I3B/P G30/G31@30mbar I3B/P G30/G31@30,50mbar, I3+ G30/G31@28-30/37mbar I3B/P G30/G31@30mbar
54
technische informatie Aardgas
LPG
Gascategorie
I2H
I2E
I2E+
I2ELL
Gas
G20
G20
G20/G25
G20/G25
20
20
20/25
20
Aanvoerdruk (mbar) Efficiencyklasse Waakvlambrander
vermogen(bruto kW) Gasverbruik (max. m³/uur) Branderdruk (mbar - hot)
(max. m³/uur) Branderdruk (mbar - hot)
8.5
8.5/8.0
8.5/7.0
(max. m³/uur) Branderdruk (mbar - hot) Branderinjectie Nox klasse
8.0
6.9
15.4 15.4
28.8
15.4/19.8
15.4
19.8
650
220
2
1 PIN: 0063BT5007
9.2
9.2
9.2/8.6
9.2/7.6
8.6
7.9
0.876 0.876 0.876/0.952 0.876/0.841 0.952
0.226
19.1 19.1
28.7
19.1/23.9
19.1
23.9
650
220
4
5
E4-4
Gasverbruik
50
0.197
Nox klasse
vermogen(bruto kW)
30
0.809 0.809 0.809/0.886 0.809/0.775 0.886
Branderinjectie
Nominaal ingangs-
25
5
PIN: 0063BT5007 12.5 12.5
28-30/37
446.1330.07
E4-2
Gasverbruik
G25 G30/G31 G30/G31 G30/G31
PIN: 0063BR5821 8.5
I3+
446.1330.14
Nox klasse
vermogen(bruto kW)
I3B/P
2
Branderinjectie
Nominaal ingangs-
I3B/P
2
E4-1 Nominaal ingangs-
I2L
12.5/11.5
12.5/10.2
11.5
10.0
1.190 1.190 1.190/1.273 1.190/1.129 1.273
0.286
12.7 12.7
28.6
12.7/15.5
12.7
15.5
1200
280
4
5
55
technische informatie Aardgas
LPG
Gascategorie
I2H
I2E
I2E+
I2ELL
Gas
G20
G20
G20/G25
G20/G25
20
20
20/25
20
Aanvoerdruk (mbar) Efficiencyklasse Waakvlambrander
vermogen (bruto kW) Gasverbruik (max. m³/uur) Branderdruk (mbar - hot)
(max. m³/uur) Branderdruk (mbar - hot)
13
13/12
13/10.5
(max. m³/uur) Branderdruk (mbar - hot)
8.5
28.5
12.3/15.2
12.3
15.2
1200
240
2
2 PIN: 0558CL1202
14
14
14/8.6
14/11.5
13
10
1.333 1.333 1.333/1.439 1.333/1.273 1.439
0.286
13.8 13.8
28.7
13.8/17.1
13.8
17.1
1200
260
4
4
5
PIN: 0558CL1202 10.6 10.6
10.6/9.8
10.6/8.7
9.8
7.7
1.009 1.009 1.009/1.085 1.009/0.963 1.085
0.220
12.6 12.6
28.8
12.6/15.5
Branderinjectie Nox Klasse
12
12.3 12.3
E4-7
Gasverbruik
50
0.243
Nox Klasse
vermogen (bruto kW)
30
1.238 1.238 1.238/1.329 1.238/1.163 1.329
Branderinjectie
Nominaal ingangs-
25
28-30/37
446.1330.07
E4-6
Gasverbruik
G25 G30/G31 G30/G31 G30/G31
PIN: 0558CL1202 13
I3+
446.1330.14
Nox Klasse
vermogen (bruto kW)
I3B/P
2
Branderinjectie
Nominaal ingangs-
I3B/P
2
E4-5 Nominaal ingangs-
I2L
12.6
15.5
1200 3
220 4
56
4
Garantie 7) Bij eventuele aan huis service door Element4 BV (enkel binnen de Benelux) tijdens de garantieperiode moeten steeds de garantiedocumenten (dit blad samen met het gedateerde aankoopbewijs) worden voorgelegd. 8) Bij service verlening aan huis buiten de garantie periode worden de volgende kosten in rekening gebracht: materiaalkosten, werkuren en voorrijkosten.
Garantiebepalingen: Mochten er storingen zijn die u zelf niet kunt oplossen met behulp van de tips, dan wordt u verzocht om contact op te nemen met uw installateur of uw dealer. De E4 producten waarop deze garantiekaart van toepassing is zijn nauwkeurig vervaardigd uit hoogwaardige materialen. Mochten er desondanks toch fouten of gebreken optreden, dan zijn onderstaande garantie bepalingen van toepassing:
De garantie is niet van toepassing in de volgende gevallen: 1) Indien niet of slechts gedeeltelijk aan bovenstaande punten voldaan is. 2) Indien er buiten het weten van E4 om, eender welke wijzigingen aan het toestel zijn aangebracht. 3) Indien het toestel niet volgens de installatievoorschriften werd ingebouwd, c.q. niet volgens de bedieningshandleiding werd gebruikt. 4) Indien er andere dan de voorgeschreven kunsthouten stammetjes, keramisch materiaal of steentjes op het branderbed liggen. 5) Als dit garantiebewijs samen met het originele en gedateerde aankoopbewijs niet kan worden voorgelegd.
1) De installateur zal zich vooraleer tot plaatsing over te gaan zich eerst vergewissen van de goede kwaliteit en de goede werking van het rookgasafvoerkanaal. De gastoestellen dienen steeds door een bekwame installateur volgens de landelijke en eventuele regionaal geldende normen en volgens de bij het toestel geleverde installatievoorschriften te worden ingebouwd. 2) Op de E4 gastoestellen bedraagt de garantie periode 1 jaar, ingaand vanaf de datum van aankoop die duidelijk op de koopfactuur moet zijn vermeld. 3) Niet onder de garantie vallen het keramische glas evenals fysieke en chemische inwerking van buitenaf tijdens transport, opslag of montage. 4) Als er binnen de garantieperiode toch een storing zou optreden die het gevolg is van een fabricagefout of materiaalgebrek dan zal Element4 gratis een vervangstuk opsturen naar de installateur ter vervanging van het defecte onderdeel, zonder vergoeding voor het monteren en demonteren 5) Mocht de installateur zelf de storing niet kunnen verhelpen, kan hij Element4 BV verzoeken dit te doen, indien dit binnen de grenzen van de Benelux is. 6) Enkel na voorafgaand overleg kan het gehele toestel of onderdelen ervan ter controle of herstelling verstuurd worden. Deze goederen dienen wel vergezeld te zijn van dit ingevulde garantiedocument samen met het gedateerde aankoopbewijs. 57
Garantie GARANTIEBEWIJS Dit document is slechts geldig indien het samen met het gedateerde aankoopbewijs kan voorgelegd worden. Bewaar het daarom zorgvuldig
Naam en adres van de klant: Naam
:__________________________________________
Straat en huisnummer :__________________________________________ Postcode en Plaats
:__________________________________________
Toesteltype E4 :___________________________________________
Fabricagenummer :___________________________________________
Aankoopdatum _____________- _____________-___________
Naam en adres installateur-verkoper Naam
:__________________________________________
Straat en huisnummer
: __________________________________________
Postcode en Plaats
: __________________________________________
58
NOTITIES
59
NOTITIES
60