GEBRUIKERSHANDLEIDING TOERNOOIMANAGER
Versie 7.34 © Jan Masselink, Vorden
1.
Inleiding
1.1
Algemeen
Toernooimanager is een programma voor het bijhouden van uitslagen van toernooien, het bepalen van roosters volgens Zwitsers systeem en het maken van ranglijsten en overzichten. Het programma is de opvolger van de DOS-versie “Kompitie”. Toernooimanager is ontwikkeld door Jan Masselink, Vorden (c) 1993, 1998, 2009. Dit programma is uitgebreid getest. Er bestaat echter geen enkel programma dat geheel feilloos werkt. Wij kunnen daarom niet garanderen dat dit programma op uw systeem foutloos zal werken. Het gebruik van het programma is geheel voor uw eigen risico. De maker noch de distributeur aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van dit programma. Voor (schriftelijke) mededelingen over eventuele fouten is de auteur altijd dankbaar. Ten opzichte van de DOS-versie is o.a. de volgende functionaliteit toegevoegd. •
• • • •
• • •
Het is nu mogelijk om binnen een competitie spelers meerdere keren tegen elkaar te laten spelen (hierdoor is ook de optie "Konsolideren" in Kompitie overbodig geworden - deze optie is daarom geschrapt). Het is nu mogelijk een ratingsysteem te volgen echter met maximaal 255 spelers. Viertallencompetitie Zwitsers wordt nu ook ondersteund (bijv. voor schooldammen). Zwitsers systeem op basis van rating (in plaats van weerstandspunten) is nu mogelijk. Ranglijsten kunnen behalve als “platte tekst” nu ook in RTF-formaat (Rich Text Format) ten behoeve van tekstverwerking en in HTML-formaat ten behoeve van Internettoepassingen worden opgeslagen ter verdere verwerking. De Delftse tellling (voor- en nadeelremises) wordt ondersteund. Algemene gegevens over uw toernooi kunnen worden ingevoerd en worden afgedrukt boven de overzichten. Voor door de FMJD gehomologeerde toernooien kunnen de berekeningen worden afgedrukt inzake de behaalde normen.
Het programma vereist minimaal Windows ’95 en maakt zoveel mogelijk gebruik van de standaard werkomgeving van dit besturingssysteem. Dit houdt in dat het programma algemene wijzigingen van bijvoorbeeld lettertypes en kleurstellingen volgt. Voor een aantal schermen is de gehanteerde taal afhankelijk van de Windowsversie.
1.2
Updates
Af en toe verschijnen er nieuwe versies. De wijzigingen kunnen beperkt zijn (oplossen van kleine foutjes) maar soms wordt ook nieuwe functionaliteit toegevoegd. Updates worden geplaatst op de KNDB website.
1.3
Installatie
Het programma wordt geleverd op een CD-Rom. U installeert het programma door het programma “Setup.Exe” op te starten van de CD-ROM. Vervolgens volgt u de aanwijzingen op het scherm. Het programma wordt geïnstalleerd in de directory C:\PROGRAM FILES\DAMMEN\TOERNOOIMANAGER tenzij u bij de installatie een andere directory opgeeft. Het programma vraagt bij de eerste keer opstarten om een licentienaam. Als licentienaam voert u uw eigen naam of die van uw damclub of organisatie in. De naam is achteraf niet meer door u te wijzigen! De licentienaam wordt weggeschreven in een bestandje op de harde schijf. Het invoeren van een licentienaam houdt in dat u de licentiebepalingen accepteert. De CD-Rom is na installatie niet meer nodig om op te starten. Het is wel van belang deze te bewaren voor eventuele herinstallatie.
1.4
Licentiebepalingen
U koopt het gebruiksrecht van het programma. U mag het dus voor eigen gebruik kopiëren zo vaak u wilt; wat niet mag is kopiëren voor anderen. Het gebruik van het programma is voor eigen risico. Programmeur en distributeur zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgen dan ook die voortvloeien uit het gebruik van het programma.
2.
Hoofdmenu
Het hoofdmenu bestaat uit: 1. Menustructuur (bovenaan het scherm) 2. Een aantal “snelknoppen”, waarmee u veelgebruikte menu-opties snel kunt aanklikken. 3. Informatie over het geladen toernooi. Het programma onthoudt de laatst geopende bestanden. Het laatst geopende bestand wordt als een snelknop opgenomen. De laatste vier geopende bestanden staan in het menu onder “Bestand”. Als u nog geen bestand geladen hebt, zijn slechts een beperkt aantal menu-opties beschikbaar, namelijk uitsluitend het openen van een bestand, het aanmaken van een nieuw bestand en het afsluiten van het programma. Pas na het openen of aanmaken van een bestand worden de overige menu-opties geactiveerd.
3.
Bestand
3.1
Openen
U krijgt een scherm met daarin de huidige directory en de daarin aanwezige Toernooimanagerbestanden. Het programma onthoudt de laatst gebruikte directory. Het importeren van Kompitie 6-bestanden doet u ook in dit scherm; deze kunt u vinden door in de onderste box “Kompitie 6” te selecteren. Als u een Kompitie 6 bestand opent, wordt u direct gevraagd onder welke naam het Toernooimanager-bestand moet worden weggeschreven.
3.2
Opslaan
De huidige competitie wordt weggeschreven op schijf.
3.3
Nieuw
Met “Nieuw” maakt u een nieuw bestand aan. U wordt gevraagd onder welke naam en in welke directory u het bestand wil wegschrijven. Een bestand kan meerdere competities omvatten. Deze worden afzonderlijk op de schijf opgeslagen. Bij de keuze “nieuw” worden twee bestanden aangemaakt, te weten een bestand met extensie KW7 en een bestand met dezelfde naam en met extensie 100. U kunt meerdere competities aanmaken (menuoptie Competitie); deze krijgen dezelfde naam en een oplopend extensienummer.
3.4
Printer
Met deze optie kunt u de printer instellen die u wilt gebruiken voor het afdrukken van ranglijsten en overzichten.
3.5
Taal wijzigen
Met deze optie kan worden overgeschakeld naar Franse en Engelse programmateksten.
3.6
Export
De optie “export” is bedoeld voor het uitwisselen van namen en uitslagen met andere programma’s in een standaardformaat (extensie: WDS). Voor programmeurs, die gebruik willen maken van dit bestand voor het importeren van data in hun eigen programma’s, is de recordlay-out aan te vragen op het emailadres
[email protected].
3.7
Afsluiten
Bij het afsluiten wordt automatisch de huidige competitie weggeschreven.
4.
Datafile
4.1
FMJD-rating
Toernooimanager geeft de mogelijkheid om een datafile aan te maken en automatisch te verzenden naar de FMJD-ratingofficial. De datafile bevat alle noodzakelijke informatie om de resultaten te verwerken in de FMJD-rating. Ander gebruik van deze datafile, zoals de opzet van een Europese toernooidatabase wordt nog onderzocht. De volgende stappen moeten worden gevolgd om de datafile te kunnen aanmaken. a. Spelersgegevens Selecteer vanuit het hoofdmenu: “Gegevens” en “Spelers”. De lijst met alle ingevoerde spelers wordt nu getoond, selecteer ‘Nieuw’ voor nieuw in te voeren spelers. • Het is noodzakelijk om alle spelers in te voeren met de speciale functie “Gebruik FMJD-ratingbestand voor invoer” en alle spelers daaruit te selecteren. Hiervoor is het nodig om de meest recente ratingfile (FMJD2TM.DAT) op de computer te hebben. Deze kan worden gedownload van de FMJD en de KNDB website. De ratingfile moet worden opgenomen in dezelfde folder als het programma TM.EXE (meestal: C:\program files\dammen\toernooimanager).
• Als een speler wordt geselecteerd in de keuzelijst onderin het scherm, dan worden alle relevante data (ratings, titels, land) gekopieerd uit de ratingfile. Als een speler moet worden toegevoegd die niet in de keuzelijst staat, gebruik dan de F12-toets (of klik op de “Wis alles (F12)” toets) om alle data in het
invoerscherm te wissen. FMJD-codes worden gebruikt.
Dit voorkomt dat onjuiste
• De KNDB-ratingfile (KNDBRAT4.DAT) mag ook worden gebruikt, omdat hierin een koppeling zit met de FMJD-gegevens. Controleer altijd even of de getoonde naam na het veld ‘FMJD-ID’ overeenkomt met de getoonde naam, anders s.v.p. handmatig wijzigen. • Voor spelers zonder FMJD-rating of ID is het noodzakelijk om aanvullende gegevens in te voeren: land en geboortedatum of jaar (speciaal voor jeugdspelers). De naam kan volledig worden ingevoerd, bijvoorbeeld ‘Nederland’ en wordt automatisch omgezet in de ISO-landcode. Om te
controleren of het land wordt herkend en goed wordt omgezet kun je op de Ftoets drukken. De ISO-landcode (bijvoorbeeld ‘nl’) wordt dan getoond in het invoerveld en de volledige landnaam wordt getoond.
b. Toernooigegevens Selecteer uit het hoofdmenu: “Gegevens” en dan “Toernooigegevens”. Er wordt een scherm getoond waarin het volgende ingevuld kan worden: - naam van het toernooi - periode waarbinnen het toernooi is of wordt gespeeld - plaats en land - NAW-gegevens van het organisatiecomité - NAW-gegevens van de hoofdarbiter - namen van de eventuele overige arbiters - informatie over de speeltijd, dit is om de ratingofficial te kunnen laten checken of de speeltijd overeenkomst met homologatiecriteria. c. Aanmaken datafile Selecteer uit het hoofdmenu: “Datafile” en dan “FMJD-rating”. Het programma probeert een datafile aan te maken en te tonen op het scherm. Als er spelers zijn zonder FMJD-ID en zonder dat de aanvullende gegevens (land en geboortejaar) zijn ingevoerd, wordt een foutboodschap getoond in het scherm.
Deze gegevens moeten eerst aangevuld worden (zie a.), voordat de datafile aangemaakt kan worden. Een correcte datafile begint met:
Mocht het nodig zijn om toernooigegevens te wijzigen, dan kan dat snel via de toets “Toernooigegevens”, vervolgens wordt het invoerscherm getoond als beschreven onder b .
Controleer of de velden aangevinkt moeten worden voor respectievelijk een nationaal kampioenschap (Final national championship) of een vrouwenkampioenschap (‘Women championship’). De datafile zelf kan niet aangepast worden. Eventuele opmerkingen voor de ratingofficial kunnen worden opgenomen in het invoerveld “Remarks”. Deze worden dan bij het aanmaken van de definitieve datafile toegevoegd. Verzocht wordt om deze tekst in het Engels op te nemen. Als je klaar bent om de datafile te verzenden, klik dan op de toets “Send E-mail”. Daarna word je eerst gevraagd om bevestiging dat het toernooi is beëindigd en alle data correct en volledig is ingevoerd. Als de toets per ongeluk is aangeklikt, dan kun je terug door op “Nee” te klikken. Na een klik op de “Ja” toets wordt de datafile opnieuw opgebouwd, inclusief de toegevoegde ‘remarks’. Vervolgens zal het e-mailprogramma een waarschuwing geven dat een programma probeert een e-mail te zenden, bijvoorbeeld zoals onderstaand weergegeven. Klik op ‘Allow’ of ‘Toestaan’, afhankelijk van de taal waaronder Windows is geïnstalleerd.
Mocht er iets fout gaan, dan krijg je een foutmelding, bijvoorbeeld:
Dit betekent dat de datafile is opgeslagen op je computer en waar. De datafile dient vervolgens handmatig te worden verzonden naar het e-mailadres
[email protected].
Alhoewel de datafile zelf een tekstfile is, mag deze niet handmatig worden gewijzigd om te voorkomen dat deze niet meer leesbaar is door de ratingprogrammatuur.
4.2
Toernooibase
Toernooibase is een up-to-date database van toernooigegevens met uitslagen en partijen, te vinden op de website http://toernooibase.kndb.nl. Toernooimanager geeft de mogelijkheid een uploadbestand samen te stellen, waarmee de gegevens uit Toernooimanager snel kunnen worden ingelezen in Toernooibase. Hiervoor is wel een inlogcode nodig, nadere informatie hierover kan worden verkregen bij de moderator van de website. Instructies over de upload in Toernooibase is eveneens te vinden op de website of bij de moderator. Net als bij de FMJD-ratingfile is het van belang om de spelers te selecteren met behulp van de ratingfiles. Toernooibase herkent zowel de ID’s van de FMJD-rating als van de KNDB-rating, hetgeen de upload aanzienlijk vergemakkelijkt en de kans op fouten vermindert. Het uploadbestand is als volgt aan te maken: Selecteer “Datafile” en vervolgens “Toernooibase”. Op het scherm wordt zichtbaar hoe de datafile eruit ziet. Standaard worden alle ronden geselecteerd voor de upload, maar dit is te wijzigen in het venster rechtsboven:
Klik op “Laatst” en alleen de laatst ingevoerde ronde wordt opgenomen. Ook is het mogelijk om bijvoorbeeld alleen de laatste twee rondes op te nemen door ‘9’ in het invoerveld ‘Van ronde’ op te nemen en ‘10’ in het invoervoeld ‘Tot en met ronde’. Het uploadbestand wordt aangemaakt door op ‘Disk’ te klikken. Hierna wordt gevraagd om een bestandsnaam waaronder het wordt weggeschreven. Dit bestand kan dan vervolgens worden ingelezen in Toernooibase. Gelieve ook hier niets zelf handmatig aan het uploadbestand te wijzigen, aangezien dit de upload kan belemmeren of kan leiden tot foute gegevens in Toernooibase.
5.
Gegevens
5.1
Spelers
Het scherm toont: 1. lijst met ingevoerde spelers 2. drukknoppen : Nieuw, Wijzig, Verwijder, Deelnemerslijst, Ok en Help 3. keuzeknop voor toekenning lotingnummers 4. invoerveld hoogst toe te kennen lotingnummer 5. invoerveld en drukknop “automatisch nummeren” 5.1.1 Lijst met ingevoerde spelers De oplichtende balk geeft de “geselecteerde” speler aan. Als het scherm verschijnt, is het automatisch de eerste speler in de lijst. Het kiezen van een speler om de gegevens te wijzigen kan door dubbelklikken op een speler of door middel van het indrukken van de spatiebalk, of het klikken op de drukknop “Wijzig”. 5.1.2 Drukknoppen De drukknoppen hebben de volgende werking: Nieuw: er wordt een leeg invoerscherm aangemaakt, waarmee een nieuwe speler kan worden toegevoegd. In plaats van Nieuw kan ook de
toets gebruikt worden. Wijzig: voor de geselecteerde speler (zie 1) wordt een invoerscherm geopend, waarin de gegevens van de betreffende speler gewijzigd kunnen worden. Verwijder: de geselecteerde speler wordt verwijderd. Voor verwijdering vindt nog een bevestiging plaats om vergissing te voorkomen. In plaats van Verwijder kan ook de toets gebruikt worden. Let op: Alle wedstrijden die de betrokken speler heeft gespeeld worden verwijderd. Deelnemerslijst: Een deelnemerslijst, gesorteerd op alfabet, wordt getoond en kan worden afgedrukt. Er kan ook worden gesorteerd op lotingnummer of rating. Ok: het programma keert terug naar het hoofdmenu en de wijzigingen worden opgeslagen. In plaats van Terug kan ook de <ESC> en de <ENTER> toets gebruikt worden. 5.1.3 Toekenning lotingnummers Deze staat standaard op “volgorde”, wat betekent dat de lotingnummers automatisch op volgorde van invoer worden toegekend. Dit is echter niet noodzakelijk. Andere opties zijn: • Ingeven: in het invoerscherm verschijnt een invoerveld “lotingnummer”. • Willekeurig: het programma wijst een willekeurig bepaald lotingnummer toe aan een ingevoerde speler; hiermee kunt u de loting dus aan de computer over laten. Het programma trekt een willekeurig nummer van 1 tot het getal dat aangegeven wordt in het veld “maximum”. Lotingnummers worden uniek uitgegeven. Het maximumlotingnummer wordt zonodig automatisch opgehoogd. Het is toegestaan hetzelfde lotingnummer meerdere keren toe te kennen of nummers niet doorlopend genummerd toe te kennen.
5.1.4 Automatisch nummeren Deze optie is alleen mogelijk bij Zwitserse toernooien. In de eerste en tweede ronde wordt de paring beïnvloed door de lotingnummers. Door het toekennen van de lotingnummers kan een geleide loting worden bereikt. Door een geleide loting kan zoveel mogelijk worden voorkomen dat twee favorieten of twee spelers met sterk uiteenlopende speelsterkte elkaar in de eerste en tweede ronde treffen.
Het programma kan de toekenning van de lotingnummers dusdanig verzorgen dat een geleide loting wordt bereikt. Het is hiervoor wel essentieel dat het veld rating wordt ingevuld bij elke speler. Het automatisch nummeren werkt als volgt. Het programma sorteert alle spelers op rating. Vervolgens wordt het veld in twee helften gesplitst (als er één lotinggroep is). De beste van de eerste helft krijgt lotingnummer 1, de beste van de tweede helft lotingnummer 2. Vervolgens de op een na beste van de eerste helft lotingnummer 3 en van de tweede helft nummer 4. Enzovoort. Als er meerdere lotinggroepen zijn, dan wordt eerst het totale veld in subgroepen verdeeld en wordt vervolgens per subgroep de nummering als boven doorgevoerd. Een voorbeeld zal dit verduidelijken. Stel er zijn 20 spelers, op rating gesorteerd R1 (beste rating) tot R20 (slechtste rating). Als er sprake is van 1 lotinggroep dan zijn de lotingnummers als volgt: 1 = R1 2 = R11 3 = R2 4 = R12 5 = R3 6 = R13 7 = R4 8 = R14 9 = R5 10 = R15 De paring voor de eerste ronde is dan als volgt: 1-2 = R1 – R11 3-4 = R2 – R12 5-6 = R3 – R13 etc.
Als er sprake is van 2 lotinggroepen is de indeling als volgt: a. lotinggroep 1-10: 1 = R1 2 = R6 3 = R2 4 = R7 5 = R3 6 = R8 7 = R4 8 = R9 9 = R5 10 = R10 b. lotinggroep 11-20 11 = R11 12 = R16 13 = R12 14 = R17 etc. De paring voor de eerste ronde wordt: 1-2 = R1 – R6 3-4 = R2 – R7 5-6 = R3 – R8 7-8 = R4 – R9 9-10 = R5 - R10 11-12 = R11 - R16 13-14 = R12 - R17 etcetera. 5.1.5 Invoeren spelers In dit invoerscherm worden de bekende gegevens van de speler gepresenteerd en kunnen deze gewijzigd worden. Bij het invoeren van een nieuwe speler is het scherm geheel leeg. Indien gekozen is voor het handmatig invoeren van lotingnummers, dan moet het lotingnummer worden ingegeven. De lotingnummers hoeven niet uniek te zijn. De spelers hoeven niet in volgorde van lotingnummer te worden ingegeven. Ook is het niet nodig om opeenvolgende lotingnummers te gebruiken, er mogen tussenliggende lotingnummers ongebruikt blijven. Lotingnummers kunnen later gewijzigd worden, ook als er al wedstrijden zijn ingevoerd. De korte naam bestaat uit 3 posities. Deze zijn handig bij het invoeren van wedstrijden en uitslagen. Te adviseren is om voor deze korte naam kleine letters te gebruiken en geen hoofdletters. Vaak blijkt dat de eerste letter van de voornaam en de eerste twee letters van de achternaam in kleine groepen vrijwel uniek is.
Bij categorie geeft u met een letter aan in welke categorie de speler thuishoort. De categorieen kunnen nader worden gedefinieerd, doch dit is niet verplicht (zie 4.3). Bij de ranglijsten is het mogelijk om een ranglijst per categorie uit te draaien. Een speler kan in meerdere categorieen zitten. Bijvoorbeeld: een vrouwelijk jeugdspeler krijgt de categorieletters D en J (Dames Jeugd). Bij het uitdraaien van de categorieranglijsten komt zij dan op zowel de dameslijst als de jeugdlijst voor. Met het veld “barrage” kan bij ex aequo eindigen een volgorde worden ingegeven. Hoe HOGER het nummer, hoe hoger de plaats op de ranglijst. U geeft bijvoorbeeld in het aantal punten dat in de barrage wordt gehaald. Normaliter hoeft dit veld niet gebruikt te worden en kunt u de standaardwaarde 0 laten staan. Het veld “rating” wordt alleen gebruikt als u een rekensysteem gebaseerd op de rating wilt hanteren. Door het veld Ranglijst en/of Rooster aan te vinken, kan worden aangegeven of een speler opgenomen moet worden in de ranglijst cq meegenomen moet worden bij het aanmaken van het rooster. Een speler die het toernooi verlaat kunt u op deze wijze uit de ranglijst en uit het rooster verwijderen, zonder dat de door hem gespeelde wedstrijden komen te vervallen (dit is het verschil met het geheel verwijderen van de speler).
5.2
Instellingen
In het instellingenscherm kunt u het rekensysteem kiezen. Verder kunt u afhankelijk van het rekensysteem specifieke instellingen wijzigen, zoals bijvoorbeeld het aantal punten voor een winstpartij, het al dan niet gebruiken van voor- en nadeelremises etcetera. De gekozen rekenmethode en bijbehorende parameters heeft geen enkele invloed op de opslag van de resultaten. U kunt dus met een bestand experimenteren! De verschillende systemen worden apart in het helpbestand toegelicht. Standaard zijn gebruikelijke waarden ingevuld, zoals bijvoorbeeld 2 punten voor een overwinning, 1 voor remise en 0 voor een nederlaag. Indien u in het invoerveld “winst” 3 invult, dan geeft het programma 3 punten voor een overwinning in plaats van 2. Als u het veld “plus- en minremises” aanklikt kunt u aparte punten toekennen aan voor- en nadeelremises (bijv. de Delftse telling). De standaardinstelling is dat zowel aan voor- als aan nadeelremises één punt wordt toegekend, maar dat die wel van invloed zijn op de sorteervolgorde. Afhankelijk van het gekozen rekensysteem worden specifieke instellingen getoond, die zonodig kunnen worden aangepast. Verwezen wordt naar de toelichting op de rekensystemen. Met het invoerveld “sorteervolgorde” (beschikbaar bij de rekensystemen waarbij dit van belang is) kan de sorteervolgorde worden ingesteld die moet worden gehanteerd als het aantal punten en gespeelde wedstrijden gelijk is.
Ook hier zijn de meest gebruikelijke waarden vooraf ingevuld. De mogelijkheden zijn: 1. eigen rating 2. gemiddelde rating van de tegenstanders (ts-rating) 3. aantal winstpartijen 4. aantal weerstandspunten 5. weerstandspunten minus laagste score 6. weerstandspunten minus laagste en minus hoogste score. 7. SB 8. Onderling resultaat 9. Hoogst afwijkende resultaat De volgorde van de nummers bepaalt de sorteervolgorde. Dus 47 houdt in dat (bij gelijke punten en wedstrijden) eerst op het aantal weerstandspunten wordt gesorteerd en bij gelijke weerstandspunten op het SB. Het is niet verplicht om een sorteervolgorde in te voeren. De standaardinstelling voor normale toernooien is 389. FMJD-rating hanteren: bij het invoeren van spelersgegevens kunnen twee ratings worden ingegeven, nl. een nationale rating en een FMJD-rating. Standaard werkt het programma met de nationale rating (met uitzondering uiteraard van de FMJDhomologatiecriteria). Indien u het veld “FMJD-rating hanteren” aanklikt dan wordt voor al het rekenwerk de FMJD-rating gehanteerd. Bij Zwitserse toernooien is het aantal toegestane mogelijkheden beperkt, omdat de sorteervolgorde niet strijdig mag zijn met de regels die voor het Zwitsers paren gelden.
5.3
Categorieën
U kunt hier aan de categorieletters een volledige naam koppelen. Bij een ranglijst per categorie wordt de volledige naam van de categorie afgedrukt. Als u geen naam invoert, verschijnt de eenletterige code. De invoer van de categorie gebeurt als volgt: eerste invoervakje: de lettercode (bijvoorbeeld “d”) tweede invoervak: de naam van de categorie voluit (bijvoorbeeld “Dames”) Na het invullen van de invoervakken op de knop “Invoegen” klikken. Op de categorieranglijsten wordt nu de juiste benaming boven de ranglijst afgedrukt, dus “Ranglijst dames” in plaats van “Ranglijst categorie d”. Het is overigens niet verplicht om de categorieën op deze wijze te definiëren. Wanneer u dit achterwege laat wordt de lettercode boven de ranglijst afgedrukt.
5.4
Toernooigegevens
Dit scherm geeft de mogelijkheid om aanvullende gegevens in te voeren, zoals plaats en land, speeltempo, wedstrijdleider, arbiters, etcetera. Deze gegevens kunnen naar wens worden afgedrukt op de overzichten. Ook zijn deze van belang voor de datafiles.
6.
Wedstrijden
6.1
Rooster maken
Via deze menuoptie kunt u het programma een rooster laten aanmaken. Afhankelijk van het rekensysteem is dit het rooster voor één ronde (zwitsers systeem) dan wel voor een volledige competitie (normaal systeem). 6.1.1 Normaal systeem U krijgt de volgende velden: - invoerveld: vanaf ronde - keuzeknop Kleuren (standaard / gewisseld) - Knop: rooster samenstellen - Knop: annuleren. Als standaardwaarde voor het veld Rooster vanaf wordt gehanteerd de eerste ronde zonder uitslagen. Als er al wedstrijden in een ronde zijn ingevoerd maar nog geen uitslagen, worden bij het roosteren deze wedstrijden gewist. Wilt u een volledige competitie inroosteren, waarbij iedere speler zowel wit als zwart speelt, moet u het volgende doen. Stel u heeft 14 spelers en er zijn dus 26 rondes (2 x 13) te spelen. 1. U roostert eerst de eerste 13 ronden, waarbij de keuzeknop Kleuren op “standaard” moet staan. 2. Aanklikken van de knop Rooster samenstellen. Vervolgens roostert u het tweede deel van de competitie als volgt. 3. Als standaardwaarde geeft het programma wederom 1, omdat in geen van de ronden nog uitslagen zijn ingevoerd. Dit moet u veranderen in 14, anders worden alle reeds aangemaakte roosters in de ronden 1 tot en met 13 overschreven. 4. De keuzeknop Kleuren zet u op “gewisseld”, waardoor hetzelfde rooster ontstaat maar dan met verwisselde kleuren. 5. Aanklikken van de knop “Rooster samenstellen”. Er wordt nu voor de ronden 14 t/m 26 een rooster samengesteld met verwisselde kleuren. 6.1.2 Zwitsers systeem Als u een rooster maakt volgens het Zwitsers systeem, dan wordt telkens ronde voor ronde een rooster samengesteld. Ten opzichte van het roosteren volgens het normale systeem is er in het scherm een spelersselectielijst bijgekomen en is uiteraard de mogelijkheid om de kleuren om te wisselen vervallen.
De waarde in het invoerveld “Vanaf ronde” geeft standaard aan de eerste ronde waarvoor nog geen wedstrijden zijn gespeeld. Het is mogelijk om deze waarde te overschrijven, maar dit zal doorgaans niet nodig zijn. Bij het roosteren worden automatisch alle wedstrijden in de betreffende ronde, die nog niet zijn gespeeld verwijderd. Het per ongeluk dubbel aanmaken van een rooster voor een ronde heeft daarmee geen consequenties, alle wedstrijden staan eenmaal in het rooster. Met de spelerslijst kunt u handmatig spelers uit het rooster halen of juist toevoegen. Het teken >> (“vink”) geeft aan of spelers in het rooster worden opgenomen. Met de knop “iedereen selecteren” worden alle spelers aangevinkt; met de knop “niemand selecteren” worden geen spelers aangevinkt en zou er dus niemand in het rooster worden opgenomen. Door het met de muis dubbel aanklikken van een speler wordt de vink aan of afgezet. Let op: alle wijzigingen in het wel of niet opnemen van spelers in het rooster worden opgeslagen. Er kan uitsluitend worden geroosterd als er een even aantal spelers moeten worden aangevinkt! Het programma telt zelf het aantal spelers mee; de knop “rooster samenstellen” verschijnt alleen bij een even aantal spelers. Na het maken van een rooster verschijnt een scherm, van waaruit u het rooster kunt afdrukken naar printer en/of schijf. Wedstrijdnummers (doorlopende nummering van de wedstrijden) en tafelnummers (wedstrijdnummering per ronde) kan naar wens worden afgedrukt door de betreffende checkbox aan te klikken. De velden “van ronde” en “tot ronde” staan standaard ingesteld op de zojuist ingeroosterde ronde. Wijzigt u deze getallen, dan worden er ook wedstrijden van andere ronden afgedrukt. Het handmatig wijzigen van het rooster kan (alleen) via de menuoptie Wedstrijden Uitslagen invoeren. Geleide lotingen 1. Als u bepaalde spelers tegen elkaar wilt laten spelen, selecteert u eerst dat deze spelers niet in het rooster moet worden opgenomen (geen checkvink voor de naam). 2. Aanklikken “Samenstellen Rooster” 3. Daarna kiest u Wedstrijden Uitslagen invoeren, selecteert de zojuist aangemaakte ronde 4. De automatisch aangemaakte wedstrijden staan nu in deze ronde, maar de “vooraf geselecteerde” wedstrijd natuurlijk nog niet. Deze voegt u handmatig toe. Daarna niet meer gaan roosteren in deze ronde, want dan worden deze wedstrijden weer verwijderd! 5. Daarna moeten de betreffende spelers uiteraard wel weer aangemeld worden voor opname in het rooster van de volgende ronde. Dit kan weer via Samenstellen Rooster of via invoer spelersgegevens. Wilt u een volledige uitdraai van de te spelen wedstrijden in een ronde, dan kiest u Uitvoer Uitslagen en vult in het veld “van ronde” niet 1 in (de standaardwaarde) maar de betreffende ronde. Dit geldt ook voor het veld “tot ronde”, maar meestal zal de standaardwaarde (de laatste ronde) wel voldoen.
6.2
Uitslagen invoeren
Via de menu-optie en de sneltoets “Ronde” komt u in het overzicht van de gespeelde rondes. Er is echter een sneltoets aanwezig (“Uitslagen”) komt u direct ofwel in de laatste ronde met nog ontbrekende uitslagen, ofwel er wordt automatisch een nieuwe ronde aangemaakt. 6.2.1 Rondeoverzicht Indien u vooraf een rooster hebt aangemaakt, kunt u de betreffende ronde aanklikken en selecteren, waarna de wedstrijden uit deze ronde in beeld komen. Indien u geen rooster hebt aangemaakt, moet u zelf een nieuwe ronde aanmaken (knop: Nieuw). Het programma koppelt aan de ronde een datum. Deze datum is standaard de systeemdatum (dag van vandaag). Deze is te wijzigen in het invoerscherm “wedstrijdenoverzicht” (knop Keuze indrukken). U kunt een ronde verwijderen door op de knop “Verwijderen” te drukken. Eventueel aanwezige wedstrijden worden verplaatst naar de voorafgaande ronde, zodat u op deze wijze nooit uitslagen kunt kwijtraken. Wilt u de ronde inclusief de wedstrijden verwijderen, moet u eerst in de betreffende ronde de wedstrijden en uitslagen verwijderen, waarna u de ronde kunt verwijderen.
6.2.2 Invoeren uitslagen De wedstrijden kunnen een voor een worden ingevoerd, dan wel zijn door de roostermodule (Zwitsers / Keizer / standaardrooster) aangemaakt. Een door de roostermodule aangemaakte set wedstrijden kan probleemloos worden aangepast. Het is mogelijk dat spelers meer wedstrijden in dezelfde ronde spelen (zelfs tegen dezelfde tegenstander). Uitslagen invoeren: - selecteer de wedstrijdregel; - typ vervolgens de score voor de witspeler (dit zal normaliter 0,1 of 2 zijn, maar is afhankelijk van wat er is ingesteld bij de Instellingen), - danwel R voor een reglementaire 0-0 uitslag, een A voor een afgebroken partij en een V voor een virtuele partij. Als u bij een wedstrijd op de knop “Regl.uitslag” klikt dan wordt deze uitslag als reglementaire uitslag behandeld. Dit houdt het volgende in: - op uitslagenlijstjes wordt een R afgedrukt achter de uitslag - in de ranglijstmatrix wordt in plaats van 2,1 en 0 de tekens + = en – gebruikt ter indicatie. Als u bij een wedstrijd op de knop ‘Virtueel” klikt, dan wordt deze uitslag als ‘virtuele uitslag’ behandeld. Een virtuele uitslag is een uitslag van een partij die wel is gespeeld tijdens het toernooi, mee moet tellen bij de ratinglijsten, maar niet in de toernooiuitslag mag worden opgenomen. Dit houdt het volgende in: - de uitslag wordt niet opgenomen in de ranglijsten - de uitslag wordt wel opgenomen in de ratingfiles - de uitslag wordt getoond in de uitslagenlijstjes met een ‘V’ Voorbeeld: tijdens een open Zwitsers toernooi wordt speler A gedurende de 6e ronde vervangen door speler C. In de 6e ronde staat de wedstrijd A-B op het programma. De partij eindigt in remise. In de toernooiuitslag moet worden verwerkt: A-B 1-1 als reglementaire uitslag. Daarnaast moet worden verwerkt C-B 1-1 als virtuele uitslag. Hiermee wordt bereikt dat de remise voor speler A wordt verwerkt in de toernooistand, maar voor speler C in de ratinglijsten. Invoeren van nieuwe wedstrijden kan door de knop “Nieuw” of de toets . Wijzigen van een wedstrijd: selecteren van de wedstrijd, dubbelklikken met de muis of indrukken van de spatiebalk. Nieuw ingebrachte wedstrijden worden altijd onderaan de lijst geplaatst. Dit is door de hernummeroptie (knop Nummer) te wijzigen. Aangezien de wedstrijden standaard oplopend met 10 worden opgenomen, kan een wedstrijd gemakkelijk worden tussengevoegd door een wedstrijdnummer er tussen in te kiezen. Verwijderen van wedstrijden kan door de -knop. Met de knop Ronde is het mogelijk een wedstrijd te verplaatsen naar een andere ronde.
Bovenin het scherm staat in een invoerveld de datum waarop de betreffende ronde is gespeeld. Daaronder staat een selectiebox met de verschillende competities. Als u hier een andere klasse selecteert dan de huidige, dan wordt automatisch van die klasse de ronde geselecteerd waarin nog openstaande uitslagen staan. Hierdoor kunt u heel snel in diverse competities de uitslagen per ronde invoeren. Bij Zwitserse toernooien is er een knop “Rooster” die het mogelijk maakt onmiddellijk na invoeren van de uitslagen een nieuw rooster te laten maken. Als u de knop “Annuleren” kiest, dan worden (na bevestiging) alle wijzigingen in de betreffende ronde ongedaan gemaakt. 6.2.3 Invoeren nieuwe wedstrijden Geef in dit scherm de spelers in. U kunt • (een deel van) de volledige naam invoeren; • een naam aanklikken (dubbelklikken) uit het venster rechts; • de korte naam invoeren; • het lotingnummer invoeren. Het programma toont de gevonden speler onder het invoerveld. Verschijnt geen naam dan is de invoer onjuist geweest en heeft het programma de bedoelde speler niet gevonden. Indien u werkt met een ratingsysteem en uitslagen wilt invoeren tegen spelers met een rating die niet in de competitie deelnemen (bijvoorbeeld een tegenstander in de bondscompetitie van een andere club) kunt u in plaats van een spelersnaam de rating ingeven in het invoerveld onder de naam. Op de uitslagenlijsten wordt dan aangegeven “Rating: xxxx (volgt de betreffende rating)”
7.
Uitvoer
De opties onder uitvoer betreffen diverse mogelijke ranglijsten en overzichten. Indien u meerdere ranglijsten van een of meerdere competities wilt uitdraaien, dan kunt u het beste de optie “Alle ranglijsten” kiezen; deze is het meest flexibel. De schermen zijn vrijwel gelijk. Als er wijzigingen zijn doorgevoerd in de uitslagen of in de instellingen, wordt eerst gesorteerd. U kunt dit sorteerproces beïnvloeden door een invoerscherm, dat u doorgaans direct kunt door-enteren. De standaardwaarden zijn de meest gebruikte. • Standaard worden alle ronden opgenomen in de sortering. Het is mogelijk om slechts een beperkt aantal (aansluitende) ronden op te nemen in de stand (handig voor periodestanden!). De "sorteervlag" wordt in dat geval niet aangezet, zodat de volgende keer dat er een ranglijst wordt opgevraagd, eerst dit scherm weer opkomt.Als alle ronden opgenomen worden in de ranglijst, dan wordt de sorteervlag wel aangezet. • Als u een minimum aantal wedstrijden ingeeft, dan worden bij de sortering eerst die spelers opgenomen die voldoen aan dit minimum aantal wedstrijden. De overige spelers worden opgenomen na de "geplaatste" spelers. Let op: dit kan bij sommige keizervarianten tot foutieve resultaten leiden! Het is daarom alleen aanbevolen om bij eindstanden te gebruiken en niet tussentijds. • Vorige notering aanpassen: normaal wordt de positie op de vorige ranglijst als “vorige notering” opgenomen op de nieuwe ranglijst. Wilt u dit niet (bijv. omdat u een geen nieuwe ronde hebt ingevoerd maar alleen een correctie hebt uitgevoerd) dan haalt u door te klikken het checkteken weg en wordt de vorige notering niet aangepast. De ranglijsten zelf kunnen worden afgedrukt op de printer of in een bestand (tekst, HTML, RTF). Via keuzeknoppen kunt u instellen welke gegevens u af wilt drukken. Als u wijzigingen aanbrengt, dan klikt u op de knop “Beeldscherm” om de wijzigingen op het scherm te zien. De ranglijsten worden opgemaakt in Rich Text Format (RTF). Het font kunt u zelf kiezen; de grootte van het lettertype is afhankelijk van de breedte van het papier en kunt u niet zelf kiezen. Als de normale weergave te klein, kan ook liggend (landscape) afgedrukt worden. Helaas levert RTF niet altijd een goed beeld op. Het is ook mogelijk om in RTFformaat weg te schrijven, en het bestand vervolgens in een tekstverwerkingsprogramma in te lezen. Alternatief is de keuze “RTF-opmaak” niet aan te klikken; dan wordt een zgn. fixed lettertype gebruikt voor zowel scherm als printeruitvoer (bijv. Courier).
De tekst in het veld “kop vast” wordt onthouden door het programma en standaard afgedrukt boven de overzichten. Variabele tekst wordt dit keer afgedrukt, maar niet onthouden door het programma. Het veld “Maximum per regel” geeft aan hoeveel posities in de resultatenmatrix worden opgenomen; maximaal zijn dit er 30. Als er dan meer posities nodig zijn, dan wordt dit op de volgende regel afgedrukt. Welke overzichten zijn beschikbaar: • normale ranglijst • voortschrijdingstabel: een tabel met per speler de behaalde punten na elke ronde. • “per speler”: tabel met per speler de tegenstander en de uitslag; indien een speler meerdere partijen per ronde speelt, wordt slechts een wedstrijd afgedrukt. Wilt u van deze optie gebruik maken, dan is het dus aan te bevelen een speler maar een wedstrijd per ronde te laten spelen, hetgeen overigens normaliter ook het geval zal zijn. • categorieranglijsten: ranglijsten met de spelers van een bepaalde categorie. Hierbij is het niet mogelijk een “vorige notering” af te drukken. • uitslagen: hierbij kunt u kiezen van welke ronde(s) u de uitslagen wilt afdrukken. • deelnemerslijst: alle deelnemers in alfabetische volgorde. Het programma houdt er zo goed mogelijk rekening mee dat voornamen en voorletters buiten beschouwing gelaten worden.
8.
Competitie
8.1
Wisselen
U kunt via deze menuoptie wisselen tussen de diverse competities. In het scherm hebt u voorts de mogelijkheid de naam van de competitie in te geven (die dan ook als “vaste tekst” boven de uitvoer komt te staan), de nummers van de competities te wijzigen, competities te kopiëren en te wissen. Iedere keer dat van competitie gewisseld wordt, dan wordt de afgesloten competitie weggeschreven op schijf.
8.2
Heropenen
Deze optie betekent dat de betreffende competitie opnieuw wordt ingelezen van de schijf. De vanaf de laatste keer inlezen aangebrachte mutaties worden daarmee automatisch gewist.
9.
Rekensystemen
9.1
Normaal
Dit is het standaard rekensysteem: wedstrijdpunten beslissen, vervolgens aantal gespeelde wedstrijden, eventueel aantal SB-punten (alhoewel dit systeem min of meer in onbruik is geraakt). U kunt het aantal punten voor een winst-, remise of verliespartij aanpassen aan eigen wensen (bijvoorbeeld 3 punten voor een overwinning i.p.v. 2). U kunt ook aangeven dat u met voor- en nadeelremises wilt werken (Delftse telling).
9.2
Keizersysteem
9.2.1 Originele systeem Het originele keizersysteem werkt in het kort als volgt. 1. De spelers worden wekelijks gewaardeerd met een aflopende keizerwaardering. 2. Als aanbeveling geldt het volgende: de waardering voor nummer 1 is 1 ½ x het aantal spelers; de waardering voor de volgende nummers loopt telkens met 1 af. 3. Vervolgens worden wekelijks de keizerpunten per speler als volgt bepaald: 1x de waarderingspunten van de spelers van wie gewonnen is (100%) en 1/2 x de waarderingspunten van de spelers tegen wie gelijk gespeeld is (50%). 4. Hierbij wordt opgeteld de eigen keizerwaardering, alsmede een compensatie voor niet gespeelde wedstrijden: per wedstrijd 1/3 van de eigen keizerwaardering. 5. De ranglijst wordt opgesteld aan de hand van de keizerpunten, die dan weer leidt tot een nieuwe keizerwaardering; te gebruiken voor de eerstvolgende ranglijst. De standaard instellingen zijn conform het originele systeem. 9.2.2 Opmerkingen bij origineel systeem Alhoewel dit systeem met de hand valt uit te rekenen (tenslotte stamt het al van voor de oorlog!) is er met name tegen het eind van de competitie veel rekenwerk nodig, wat het weer vrij foutengevoelig maakt. Het programma maakt dit handmatige rekenwerk overbodig. Er zijn wel enkele beperkingen: • het programma kent maar één waardering voor niet gespeelde wedstrijden; er is geen afzonderlijke waardering voor met of zonder bericht afwezig, ziek o.i.d. • het is niet mogelijk om "enkelvoudige" uitslagen mee te nemen, zoals bondscompetitiewedstrijden. Het volgende effekt is verder ook te constateren: wanneer een speler wint, krijgt hij veel punten erbij, die leiden tot een winst op de ranglijst. Door de stijging van de waardering die erbij hoort, zal hij ook op de ranglijst van de week erop weer wat winst boeken. M.a.w. er is een na-ijleffekt. Destijds werd er ook al een aanbeveling gegeven om de slotranglijst een aantal keren achter elkaar (iteratief) uit te rekenen. Voor de tussentijdse ranglijsten was dit handmatig niet te doen. Met behulp van de computer is deze verfijning uiteraard geen probleem. 9.2.3 Variant
Een variant van het keizersysteem, dat rekening houdt met de bovengenoemde opmerkingen is hieronder weergegeven. • bij een overwinning wordt niet 1x de punten geteld van de overwonnen tegenstander, doch 90%; bij een nederlaag wordt 10% van de waardering van de tegenstander geteld. Hierdoor komt beter de zwaarte van het gespeelde programma tot uiting; • de premie voor niet spelen is aangepast tot 40%; • bij een gelijk aantal keizerpunten hoort een gelijke keizerwaardering. Daarnaast is de mogelijkheid het bovengenoemd naijleffekt uit te schakelen. Wanneer u de afloopfactor op 1 stelt, rekent het programma de ranglijsten uit conform standaard. Wanneer u de keuzebox optimaliseren aanklikt, dan start het programma de ranglijstbepaling door iedereen dezelfde waardering te geven, en vervolgens net zo lang door te rekenen totdat de ranglijst niet meer wijzigt (dus "optimaal" is). Hierdoor is er geen sprake meer van een na-ijleffekt. Tevens levert een bepaalde serie uitslagen altijd dezelfde ranglijst op, wat bij het originele keizersysteem niet het geval is, daar is nl. de vorige ranglijst in meer of mindere mate bepalend. Als u het aantal keren rekenen niet op 1 (de standaardwaarde) maar op een hogere waarde stelt, dan rekent het programma automatisch dat aantal keren door alvorens de ranglijst te bepalen. De afloopfaktor geeft aan met hoeveel punten de keizerwaardering afloopt. Standaard staat deze op 1, maar een hogere waarde kan natuurlijk ook. Er valt echter wat voor te zeggen om ook deze waardering te relateren aan het verschil in keizerpunten. Bij een competitie van 40 spelers is het verschil tussen nr. 1 en 2 veel groter dan tussen 20 en 21. Wanneer u als afloopfaktor 0 ingeeft, dan wordt de keizerwaardering gerelateerd aan de verschillen in de keizerpunten.
9.3
Zwitsers systeem
9.3.1 Zwitsers systeem op weerstand De ranglijstvolgorde wordt normaliter bepaald door de volgorde punten, weerstandspunten, SB, lotingnummer. Deze volgorde is in het veld “sorteervolgorde” te wijzigen. De standaardwaarde is 42 (Weerstandspunten SB). Het belangrijkste aspekt van het Zwitserse systeem is de paring. Deze is standaard conform het gestelde in het Handboek KNDB en kan als volgt worden samengevat. In de eerste ronde vindt de paring als volgt plaats: 1-2, 3-4, 5-6 etc. In de tweede ronde spelen winnaars tegen winnaars, remisespelers tegen remisespelers en verliezers tegen verliezers. Hierbij speelt in beginsel het hoogste even nummer (heeft in de eerste ronde nl. zwart gehad) met wit tegen het hoogste oneven nummer met zwart (heeft dus in de eerste ronde wit gehad).
Vanaf de derde ronde wordt de paring per groep spelers met eenzelfde aantal punten gedaan. Bij een even aantal spelers speelt de speler met het hoogste aantal weerstandspunten/SB/lotingnr tegen de speler met het laagste aantal weerstandspunten/SB/lotingnr. Bij een oneven aantal spelers schuift de speler met de hoogste weerstand naar de volgende groep spelers, waarbij hij uitkomt tegen de speler in die groep met de minste weerstand. Spelers kunnen echter maar eenmaal tegen elkaar spelen. Mocht een logische toepassing van de regels een dergelijke paring tot gevolg hebben, wordt de paring opengebroken en wordt de speler doorgeschoven naar de volgende tegenstander. Met name als een toernooi een eind gevorderd is zal dit meermalen voorkomen en kan het paren een langere tijd in beslag nemen. Het programma moet er in beginsel altijd uitkomen. Standaard houdt het programma geen rekening met de kleurverhoudingen bij het bepalen van de paring; alleen als een paring vaststaat wordt bij de bepaling wie wit of zwart moet hebben wel gekeken naar gelijktrekken van de kleuren. Hierdoor zullen de meeste spelers een ongeveer gelijke kleurverhouding houden. Het is mogelijk om (zoals bij schaken gebruikelijk) de kleurverhouding een belangrijker rol te geven bij de paring. Bij de parameters kan ingegeven worden of de kleurverhouding een rol moet spelen en wat het maximaal aanvaardbaar kleursaldo is. Het programma houdt hier dan rekening mee bij de paring binnen een puntengroep en bij de bepaling van de spelers die in de "wachtkamer" komen. De "wachtkamer" wordt echter nooit groter dan noodzakelijk zou zijn als er geen rekening gehouden zou worden met kleurverhoudingen. Voorbeeld: 4 spelers zitten in 1 puntengroep: A - kleurverhouding +1 B - kleurverhouding -1 C - kleurverhouding -1 D - kleurverhouding +1. Zonder rekening te houden met kleuren (of met maximaal aanvaardbaar saldo 2) zou de paring luiden: A-D, B-C. Met maximaal kleursaldo 1 wordt de paring C-A en B-D. Indien A echter al tegen B en C gespeeld zou hebben en nog niet tegen D; en de paring B-C is wel mogelijk dan wordt de paring alsnog A-D en B-C: er worden geen spelers toegevoegd aan de volgende puntengroep. Indien er nog een 5e speler E in de puntengroep zit met een saldo -1 is de paring zonder rekening te houden met kleurverhouding: A - volgende puntengroep; E - B; C-D. Met rekening houden met puntengroep gaat niet A naar de volgende groep maar B, zodat de paring wordt E-A en C-D. 9.3.2 Zwitsers systeem op rating Een nieuwe ontwikkeling is het Zwitsers systeem op rating. De indelingsprincipes zijn opgenomen in de bijlage bij de handleiding. In principe wordt de paring bepaald door de eigen ratings van de spelers; de zwaarte van het programma speelt dus geen rol bij de paring.
In hoofdlijnen wordt een puntengroep in 2 delen gesplitst, waarbij de sterkste van de ene groep speelt tegen de sterkste van de andere puntengroep. Bij een puntengroep van 6 spelers speelt de speler met de beste rating tegen de speler met de 4e rating; de speler met de tweede rating speelt tegen de speler met de 5e rating etcetera. Bij een oneven aantal spelers in de puntengroep schuift de speler met de laagste rating door naar de volgende puntengroep. Als spelers uit een hogere puntengroep komen, spelen deze tegen de spelers met de hoogste ratings; als deze spelers ingedeeld zijn dan wordt het restant van de groep weer in tweeën verdeeld voor de verdere indeling. Er is in de damwereld nog weinig ervaring met dit systeem. De indelingsprogrammatuur is derhalve nauwelijks in de praktijk getest. Mogelijk geeft deze niet in alle gevallen een correcte paring. Indien u meent dat in een bepaald geval hiervan sprake is, dan wordt u vriendelijk verzocht dit te melden bij het bondsbureau KNDB onder overlegging van de stand, de paring en de aanmerkingen daarbij.
9.4
Moyennesysteem
Het moyennesysteem werkt met eigen gemiddeldes en tegenstandergemiddeldes. Die kunt u eventueel wegen (bijv. 2* eigen + 1* tegenstandergemiddelde). U kunt het tegenstander gemiddelde uit laten rekenen door het totaal gemiddelde van de tegenstanders op te tellen en te delen door het aantal wedstrijden of door de tegenstandersgemiddelden te wegen met het door de betreffende speler aantal gespeelde wedstrijden. Bij wegen telt bijv. 24 uit 12 als tegenstander gemiddelde 2* mee t.o.v. een tegenstander die 12 uit 6 heeft. Bij niet wegen tellen zij gelijk mee.
9.5
Ratingsysteem
Voor de werking van het Elorating systeem wordt verwezen naar een artikel in Het Damspel van augustus 1997. Dit artikel is als bijlage in deze handleiding opgenomen. In dit programma zijn de volgende mogelijkheden aanwezig. Deze zijn te selecteren in het scherm Instellingen als u het rekenysteem op Ratingsysteem zet. 9.5.1 Het uitrekenen van de prestatierating Het programma kan een rangschikking maken op basis van de prestatierating (zie het artikel). Kies hiervoor bij de instellingen van het ratingsysteem: Prestatierating. Spelers die geen rating hebben, krijgen voor de berekening de fictieve rating, die u hebt ingesteld bij "Aanvangsrating". 9.5.2 Het uitrekenen van een voortschrijdende rating Het programma maakt een rangschikking, op basis van de voortschrijdende rating. Kies hiervoor bij de instellingen van het ratingsysteem: Eigen startpunt. Hierbij wordt als startpunt genomen de eigen ratingwaarde. Deze kan worden ingesteld bij het invoeren van de spelers. De factor waarmee de rating per wedstrijd wordt aangepast wordt ingesteld bij "Correctiefactor". De correctiefactoren zijn op
percentagebasis. Een correctiefactor van 25 betekent dat bij een verwachte uitslag van 0,2 punten (10%) en een werkelijke uitslag van 1 punt (remise), dus 50% een correctie plaatsvindt van (50-10) = 40% van 25 = 10 punten. Het is ook mogelijk om uitslagen in te geven tegen een speler die niet is ingevoerd, maar wel een rating heeft. In dat geval wordt bij de invoer van uitslagen in plaats van de speler de rating van de tegenstander ingevoerd met een minnetje ervoor. Voor de wel opgenomen speler wordt dan de uitslag verwerkt in de rating. Hierdoor is het dus mogelijk de rating van de eigen spelers in de bondscompetitie te volgen gedurende het seizoen. De eigen spelers worden normaal ingevoerd (Gegevens Spelers). Voor elke wedstrijd in de bondscompetitie wordt de eigen speler ingevoerd en de tegenstander dus alleen met een ratingwaarde. Het minteken moet er wel voor geplaatst worden, anders herkent het programma niet dat het een rating betreft. Ook is het zo mogelijk een eigen ratingsysteem te onderhouden voor de club of voor provincie c.q. district, met die restrictie dat het om maximaal 255 spelers mag gaan. 9.5.3 Het uitrekenen van een voortschrijdende rating vanaf een vast startpunt Het programma maakt een rangschikking, op basis van de voortschrijdende rating. Kies hiervoor bij de instellingen van het ratingsysteem: Eigen startpunt. Hierbij wordt als startpunt genomen een vaste waarde, die wordt ingesteld bij "Aanvangsrating". Dit systeem kan worden gehanteerd bij een onderlinge competitie: alle spelers starten op hetzelfde uitgangspunt. Alle uitslagen worden echter gewaardeerd op basis van de werkelijke sterkte van de tegenstander (ingevoerde rating). Het is wel wenselijk een grote correctiefactor te hanteren, bijvoorbeeld 25.
10.
Bijlagen
10.1
Artikel “Damspel” over KNDB-rating
(Jan Masselink) 10.1.1
Inleiding
Na de introductie in juli 1991 heeft de KNDB-rating langzamerhand een plaats gekregen binnen de damwereld. De KNDB-rating wordt gebruikt om groepen in te delen bij officiële en overige toernooien; spelers blijven doorvechten voor ratingpunten ook al is de competitiewedstrijd of het kampioenschap allang beslist. Ik heb zelfs wel eens begrepen dat spelers worden betaald naar rato van de rating en dat derhalve hun besteedbaar inkomen daarvan in meer of mindere mate afhankelijk is. Wat dat betreft is mijn rol dus vergelijkbaar met de belastinginspecteur. De redactie van “Het Damspel” heeft mij daarom gevraagd om in een artikel de werking van de KNDB-rating en het bijbehorende progressieve schijventarief uit de doeken te doen. Bezwaar en hoger beroep blijft echter niet mogelijk, al worden verzoeken om ambtshalve correctie van fouten uiteraard terdege onderzocht. De statistische onderbouwing heb ik hierbij bewust achterwege gelaten, omdat dit voor het begrijpen van de werking van het systeem niet noodzakelijk is en het artikel daarmee nodeloos ingewikkeld zou worden. 10.1.2
Klasseringssystemen
Het ontwerpen van een systeem om de speelsterktes van dammers in kaart te brengen is geen makkelijk opgave. De prestaties van dammers zijn namelijk niet objectief meetbaar, zoals bijvoorbeeld bij atletiek wel mogelijk is. Van een hardloper kunnen we tot op de honderste seconde opmeten hoe snel die een bepaalde afstand aflegt. Bij een dammer kunnen we de wedstrijdpunten tellen en zonodig in verband brengen met het aantal gespeelde wedstrijden. Objectief is dit echter niet. Iemand die eerste wordt in het Nederlands kampioenschap voor senioren zal wel een sterke dammer zijn. De kampioen van Damclub Ruurlo heeft misschien wel een betere score behaald in de onderlinge competitie dan de Nederlands kampioen in het NK. Toch is het niet waarschijnlijk dat de kampioen van Ruurlo daarom sterker is dan de Nederlands kampioen. Er is tenslotte altijd wel een speler die bovenaan eindigt, ook al is de competitie nog zo zwak. Uit dit voorbeeld wordt duidelijk dat wedstrijdpunten alleen niet zaligmakend zijn, maar de tegenstand ook een belangrijke rol speelt. De vraag is vervolgens: hoe bepaal je nu de tegenstand? Hoe bepaal je dat de onderlinge competitie van Ruurlo minder sterk is bezet dan het Nederlands kampioenschap. In andere sporten met een vergelijkbaar probleem (neem wielrennen of tennis) heeft men dit opgelost door alle toernooien vooraf te kwalificeren. Er zijn bijvoorbeeld meer FICP-punten te verdienen bij de Tour de France dan bij de Ronde van Nederland. Waarom? Omdat de internationale wielerorganisatie vooraf bedenkt dat de
Tour beter bezet is dan de Ronde van Nederland en daarmee dat een overwinning in de Tour hoger aangeslagen moet worden. Dit leidt dan overigens tot een hoogst interessant kip-en-ei-probleem, want omdat er meer punten te verdienen zijn, komen er meer sterke wielrenners op de Tour af. Maar dit terzijde. Een dergelijk systeem is in de damwereld moeilijker toepasbaar. In tegenstelling tot tennis en wielrennen is er slechts beperkt sprake van een vaste toernooikalender. Een inschatting vooraf op basis van ervaringscijfers van toernooien is derhalve niet (goed) mogelijk. Kwalificatie van een toernooi moet daarom plaatsvinden op basis van de in het betreffende jaar deelnemende spelers. Een puntensysteem vergelijkbaar met tennis of wielrennen heeft ook andere nadelen. Als Krajicek door wat voor oorzaak dan ook een jaar niet speelt, vervallen alle behaalde punten en staat hij weer onderaan de ATP-lijst. Dit geeft uiteraard geen goed beeld van de tenniscapaciteiten van de voormalig Wimbledon-winnaar. In de damwereld is daarom een anderssoortig waarderingssysteem in gebruik dat bovengenoemde nadelen niet kent, namelijk het ratingsysteem zoals dat is ontwikkeld door professor Arpad Elo. De schaakwereld ging ons hierin al in de 70-er jaren voor en de werelddambond FMJD heeft in de tachtiger jaren de Volmac-rating ontwikkeld op basis van dezelfde uitgangspunten. Professor Elo hield in de 60-er jaren een onderzoek naar het verband tussen enerzijds de speelsterkte en anderzijds de leeftijd van een schaker. Om dit verband te kunnen leggen moest hij de speelsterktes van spelers kunnen vaststellen. In het licht van dit onderzoek heeft hij daarom het waarderingssysteem ontworpen dat nu bekend staat als de Elorating. De conclusie van hem was overigens dat een schaker zo rond zijn 35e levensjaar aan zijn top staat. De teruggang nadien verloopt zeer geleidelijk, omdat het ervaringseffect een belangrijke rol gaat spelen. Wie de heren Kortsnoj en Koeperman ziet schaken c.q. dammen weet wat ik bedoel. Op basis van dezelfde techniek heeft G.Bakker in “Het Nieuwe Damspel” de Nederlandse kampioenschappen vanaf begin 1900 in historisch perspectief gezet. Geïnteresseerden kunnen misschien nog wel aan het boekje komen dat hij hierover heeft uitgegeven. Grondslagen van het systeem Uitgangspunt van de berekeningen is dat er een vaste relatie bestaat tussen het verschil in speelsterkte en de daarbij behorende score. Als twee spelers tegen elkaar spelen met exact dezelfde speelsterkte (rating), dan is de kans op een remise het grootst. Dat wil uiteraard niet zeggen dat een winst- of een verliespartij niet mogelijk is; de kans is alleen kleiner. Dit wordt beter zichtbaar als we uitgaan van een match over zeg 50 partijen: verwacht mag worden dat de totaalscore zo rond de 50-50 zal liggen of daar niet veel van af zal wijken. De ene keer heeft men pech en de andere keer geluk; over het geheel genomen heft dat elkaar wel op door de wet van de grote aantallen. Zo kun je aan ieder verschil in rating een verwachte score toekennen. Een afwijkende score kan de volgende oorzaken hebben:
• pech of geluk; • de rating van een of van beide spelers is onjuist; • een der spelers is sterker of zwakker geworden dan de andere speler ten opzichte van het moment waarop de rating is bepaald. Met uitzondering van de eerste oorzaak, moeten de beide andere oorzaken leiden tot aanpassing van de rating. De rating geeft namelijk niet meer het juiste krachtsverschil tussen de spelers weer. De speler die beter gepresteerd heeft dan de verwachting moet een hogere rating krijgen; de andere speler echter een lagere rating. De mate waarin deze aanpassing plaatsvindt is echter verschillend, afhankelijk van de mogelijke oorzaak van het verschil. Een rating op slechts enkele tientallen wedstrijden is gebaseerd, is per definitie onbetrouwbaarder dan een rating van een speler die honderden wedstrijden heeft gespeeld. Als van zo’n ervaren speler de verwachting afwijkt van de werkelijke score, is er grotendeels sprake van pech of geluk (de eerst genoemde oorzaak dus) en hoeft er geen grote aanpassing van de rating plaats te vinden. Als bij een jeugdspeler de verwachting (meestal in positieve zin) afwijkt, dan is er doorgaans sprake van een sterke groei van de speelsterkte. De rating moet derhalve ook krachtig aangepast worden, om te voorkomen dat deze te ver uit de pas gaat lopen met de werkelijke speelsterkte. De bij de KNDB-rating toegepaste correctiefactoren zijn in overeenstemming met bovenstaande principes en bedragen 5 tot 10. 10.1.3
Ratingtabel
De basis voor de berekeningen is de onderstaande tabel, die de relatie aangeeft tussen een behaalde score en het puntenverschil in de ranglijst. Deze tabel luidt als volgt: A 0 7 14 21 29 36 43 50 57 65 72
B 0-3 4-10 11-17 18-25 26-32 33-39 40-46 47-53 54-61 62-68 69-76
C 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
D 50 49 48 47 46 45 44 43 42 41 40
80 87 95 102 110 117 125 133 141 149 158 166 175 184 193 202 211 220 230 240 251 262 273 284 296 309 322 336 351 366 383 401 422 444 470 501 538 589 677
77-83 84-91 92-98 99-106 107-113 114-121 122-129 130-137 138-145 146-153 154-162 163-170 171-179 180-188 189-197 198-206 207-215 216-225 226-235 236-245 246-256 257-267 268-278 279-290 291-302 303-315 316-328 329-344 345-357 358-374 375-391 392-411 412-432 433-456 457-484 485-517 518-559 560-619 620-735 736-meer
61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100
39 38 37 36 35 34 33 32 31 30 29 28 27 26 25 24 23 22 21 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Kolom: A:
het puntenverschil (positief of negatief) dat overeenkomt met het feitelijk behaalde percentage, genoemd in kolom C of D.
B:
de klasse van puntenverschillen, waarvoor de kolommen C en D de normresultaten geven.
C:
de verwachting (norm) voor de hoger geplaatste speler
D:
de verwachting (norm) voor de lager geplaatste speler.
De tabel kan op twee verschillende manieren gehanteerd worden. 1.
Op basis van het verschil tussen de eigen rating en de (gemiddelde) rating van de tegenstander(s) wordt een verwachte score (de norm) berekend. Wordt deze norm precies gehaald, dan wordt de rating niet aangepast. Wordt beter gescoord, dan wordt de rating naar boven bijgesteld en wordt slechter gescoord dan wordt de rating naar beneden bijgesteld. De mate waarin deze bijstelling plaatsvindt is de correctiefactor.
2.
10.1.4
Op basis van het gehaalde percentage en het gemiddelde van de ratings van de tegenstanders kan de eigen rating worden berekend. Dit wordt ook wel de (toernooi)prestatierating genoemd. Rekenvoorbeelden
a. Wij laten Harm Wiersma en Nikhila een match spelen over 20 partijen. Zij hebben in hun functie als bondstrainers tenslotte een voorbeeldfunctie en een voorlichtende rol. Allereerst berekenen wij de verwachte score. De rating van Wiersma is per 30 juni 1996 1606 en van Nikhila 1415. Het verschil bedraagt (1606 - 1415) = 191. Volgens de bovenstaande tabel valt dit in het bereik 189-197 (kolom B), waarbij een score hoort van 75% (kolom C) voor de hoogst genoteerde speler (Wiersma) en 25% (kolom D) voor de laagst genoteerde speler (Nikhila). De verwachte einduitslag is derhalve 30 punten (nl. 75% van het totaal van 40 wedstrijdpunten) voor Wiersma en 10 punten voor Nikhila. Als de werkelijke einduitslag 26-14 in het voordeel van Wiersma is, dan heeft Nikhila beter gescoord dan van hem verwacht mocht worden, nl. 4 wedstrijdpunten (10 verwacht; 14 werkelijk). Uitgaande van een correctiefactor van 5 wordt de rating van Nikhila met 5*4 = 20 punten naar boven bijgesteld en van Wiersma met 20 punten naar beneden bijgesteld. De rating van Nikhila wordt alsdan 1435 en van Wiersma 1586.
b. Als wij wel de rating van Wiersma kennen en de einduitslag van de match, maar niet de rating van Nikhila, kunnen we deze laatste rating op basis van het resultaat in de match berekenen. De behaalde score van Nikhila is 14/40 ofwel 30%.
Uit de tabel kunnen wij bij 30% (kolom D) aflezen dat hierbij een ratingverschil hoort van 149 (kolom A) . Uitgaande van de bekende rating van Wiersma, namelijk 1606, kunnen we de rating van Nikhila berekenen op 1606 - 149 = 1457. Dit is dus de rating die behoort bij het resultaat in deze match. c. Op dezelfde wijze als bij a kunnen we per speler van alle gespeelde wedstrijden in een jaar de verwachte score en de werkelijke score naast elkaar zetten via het verschil uitrekenen of de rating naar boven of beneden bijgesteld moet worden. Omdat het vaak niet gaat om een match met meerdere partijen maar om slechts een partij met een bepaalde tegenstander, wordt ten behoeve van de nauwkeurigheid met cijfers achter de komma gewerkt. Onderstaand heb ik van een willekeurige speler, namelijk Arjan van Leeuwen, de uitslagen uit de KNDB-bekercompetitie weergegeven, zoals deze zijn verwerkt in de KNDB-rating. De rating van Arjan van Leeuwen per 30 juni 1996 bedroeg 1453.
Tegenstander
Resul -taat
Rating van de tegenstander
Verschil met eigen rating
Norm score in percentage en punten (kolom C resp. D van de tabel)
H.J.v.d.Zee
1-1
1510
- 57
42% = 0,84
P.J. Hoogteijling
1-2
1138
+ 315
86% = 1,72
A.Tjon A Ong
1-2
1332
+ 121
66% = 1,32
T.Sijbrands
1-1
1630
- 177
27% = 0,54
P.J.N. Karregat
1-2
1244
+ 209
77% = 1,54
Totaal
5-8
5,96
Arjan van Leeuwen heeft dus 8 wedstrijdpunten behaald, terwijl op grond van zijn rating en op grond van zijn tegenstanders 5,96 punten mocht worden verwacht. Zijn rating wordt dus naar boven bijgesteld, rekening houdend met correctiefactor 5: oude rating 1453 + (8 - 5,96) * 5 = nieuwe rating 1463. De KNDB-beker levert dus in dit geval 10 ratingpunten op. Minder gelukkig zijn overigens de tegenstanders van Arjan van Leeuwen geweest, die gezamenlijk zo’n 10 punten hebben ingeleverd.
10.1.5
KNDB-rating
Bij de KNDB-rating wordt als uitgangspunt bovengenoemde methode gebruikt. Aanpassing van de rating vindt niet plaats na elk toernooi maar eenmaal per jaar en wel op 30 juni. Dan worden de ratingaanpassingen van het hele jaar opgeteld en afgetrokken en wordt de nieuwe rating bepaald. Deze rating geldt dan weer voor het hele volgende seizoen. Voor spelers die nog geen rating hebben of aan het begin van het seizoen minder dan 25 wedstrijden hebben gespeeld wordt de rating anders bepaald. Alle afzonderlijke uitslagen worden verzameld evenals de rating van de tegenstanders. Op basis van methode b. wordt uit de gemiddelde tegenstanderrating en het behaalde resultaat de eigen rating berekend. Dit kunnen resultaten zijn uit het lopende seizoen maar ook uit vorige seizoenen. De correctiefactor bedraagt 5 voor spelers die meer dan 125 wedstrijden in totaal hebben gespeeld. Voor spelers die minder dan 125 wedstrijden hebben gespeeld geldt een correctiefactor van 7,5. Indien de in een jaar behaalde prestatie echter sterk afwijkt van de oude rating (meer dan 100 punten) wordt een correctiefactor van 10 gehanteerd. Hierdoor wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de rating van zich snel ontwikkelende jeugdspelers uit de pas loopt met de werkelijke speelsterkte. Het effect is al direct zichtbaar in de ratinglijst per 30 juni 1997, waarin deze turbofactor voor het eerst is toegepast. De KNDB-ratinglijst bestaat uit een ranglijst en een alfabetische lijst. Op de ranglijst worden opgenomen alle spelers die voldoen aan de volgende criteria: a. KNDB-lid zijn én b. in totaal 25 of meer wedstrijden gespeeld én c. waarvan 6 wedstrijden gespeeld in het lopende en/of in het voorgaande seizoen. Dit laatste criterium is toegevoegd teneinde zo mogelijk uitsluitend actief spelende dammers op de ranglijst op te nemen. In de alfabetische lijst worden alle spelers met een rating opgenomen, ook die niet voldoen aan de criteria b en/of c.
De volgende wedstrijden worden verwerkt in de KNDB-rating: • halve finale en nederlands kampioenschap senioren, dames en junioren; • landelijke en provinciale bondscompetitie • KNDB-beker • provinciale kampioenschappen
• (inter)nationale toernooien en kampioenschappen, voor zover het wedstrijden betreft tussen spelers met een KNDB-rating 10.1.6
FMJD-rating
De FMJD-rating werkt vrijwel vergelijkbaar met de KNDB-rating. Het uitgangspunt is dezelfde tabel. De hoogte van de FMJD-ratings is echter veel hoger dan de KNDBratings. Dit heeft echter geen bijzondere betekenis, anders dan dat direct aan de rating kan worden afgelezen of het de FMJD of de KNDB-rating betreft. De absolute verschillen tussen de ratings hebben wel dezelfde betekenis omdat dezelfde tabel gehanteerd wordt. Dit geldt ook voor het ratingsysteem bij de schakers.
10.2
Reglement Zwitsers op rating
10.2.1
Inleidende opmerkingen en definities Onderstaand wordt weergegeven op welke wijze het Zwitsers op rating is geïmplementeerd in Kompitie. De regels zijn gebaseerd op een reglement van de Schaakbond. Opgemerkt wordt dat om de paringen te berekenen het programma niet de stappen hoeft te volgen die hieronder worden weergegeven. De uitkomsten moeten wel hetzelfde zijn, als zouden onderstaande regels zijn gevolgd. Uitgevoerde testen kunnen echter niet voor 100% garanderen dat dit ook inderdaad het geval is. Het kan blijken dat in een bepaalde situatie onjuiste paringen ontstaan bij toepassing van de onderstaande regels. Gevraagd wordt in zo’n geval uitsluitend schriftelijk contact op te nemen met de KNDB, met bijsluiting van de betreffende databestanden en de geconstateerde inbreuk op de paringsregels. Indien dit leidt tot een aangepast programma zal dit aan de inzender kosteloos worden toegezonden.
10.2.2
Rating Het verdient aanbeveling opgegeven ratings te controleren. Als van iemand geen betrouwbare rating bekend is, dient de wedstrijdleider deze voor het begin zo nauwkeurig mogelijk te schatten. Voor de omrekening tussen KNDB en FMJD-ratings geldt de formule: KNDB-rating = FMJD-rating - 837
10.2.3
Rangorde Voor de indeling worden de spelers geordend achtereenvolgens op: 1. score 2. rating 3. lotingsnummer (van laag nummer naar hoog nummer) Op grond hiervan kan bij de toekenning van de lotingnummers rekening gehouden worden met andere factoren, die van invloed zijn op de speelsterkte: bijvoorbeeld eerst de internationale grootmeesters, dan de meesters etc.
10.2.4
Puntengroep Spelers met evenveel punten vormen een homogene puntengroep. Spelers die na het indelen van een puntengroep overblijven, schuiven door naar de volgende groep, die daardoor heterogeen wordt.
Bij het indelen van een heterogene groep worden eerst zoveel mogelijk doorgeschoven spelers ingedeeld, waarna een restgroep overblijft die altijd als homogeen wordt behandeld. N.B. Ook een heterogene groep, die voor de helft of meer uit doorgeschoven spelers bestaat, wordt als homogeen behandeld. 10.2.5
Floats Door het indelen van een heterogene puntengroep komen er spelers tegen elkaar met verschillende scores. Om ervoor te zorgen dat dit dezelfde speler in de eerstvolgende ronde niet weer gebeurt, wordt dit vastgelegd: de hoogste in score krijgt een zgn. downfloat, de lagere een upfloat.
10.2.6
Dummy Het programma kan alleen indelen bij een even aantal spelers. Als het aantal spelers oneven is, moet een zgn. dummy worden ingevoerd als speler. Wie tegen de dummy loot, heeft daardoor een vrije ronde.
10.2.7
Subgroepen Bij het indelen wordt elke puntengroep verdeeld in twee subgroepen, te noemen S1 en S2. S1 bestaat uit: 1. bij een heterogene puntengroep: alle doorgeschoven spelers; 2. bij een homogene (rest)groep: de hoogstgeklasseerde helft van de spelers (naar beneden afgerond). Het aantal spelers in S1 wordt verder aangeduid met de letter p; deze letter staat (mede) voor het aantal te realiseren paringen. In S2 zitten alle overige spelers uit deze puntengroep. Zowel in S1 als in S2 staan de spelers geordend conform A2.
10.2.8
Kleursaldo en kleurvoorkeur Het kleursaldo van een speler is het aantal malen dat hij met wit speelde, verminderd met het aantal keren dat hij zwart had. Na een ronde kan ieders kleurvoorkeur worden vastgesteld: 1. van een absolute kleurvoorkeur is sprake als het kleursaldo groter is dan +1 of kleiner dan -1, of als iemand de laatste twee partijen dezelfde kleur had. Dit geldt niet voor de laatste ronde bij spelers met een score van meer dan 50%; 2. van een sterke kleurvoorkeur is sprake als het kleursaldo ongelijk aan 0 is; 3. is iemands kleursaldo 0, dan is er een lichte voorkeur voor alterneren ten opzichte van de vorige partij. Voor de 1e ronde geldt dat de oneven geklasseerde spelers uit S1 een identieke kleurvoorkeur krijgen, willekeurig bepaald door het computerprogramma. De even geklasseerden uit S1 krijgen de tegengestelde voorkeur.
10.2.9
Definitie van x x staat voor het aantal paringen in een puntengroep (zowel homogeen als heterogeen), waarbij niet aan ieders kleurvoorkeur kan worden voldaan. x kan als volgt berekend worden: w = aantal spelers in die puntengroep met kleurvoorkeur wit;
z = aantal spelers in die puntengroep met kleurvoorkeur zwart; q = aantal spelers in die puntengroep gedeeld door 2 (naar boven afgerond). Als z groter is dan w dan geldt: x = z - q anders geldt: x = w - q. 10.2.10 Verschuiving en verwisseling 1. Om een goede indeling tot stand te brengen is het veelal nodig in subgroep S2 de volgorde te veranderen. De regels voor dergelijke verschuivingen staan in D1. 2. Bij een homogene (rest)groep is het soms nodig spelers van S1 te verwisselen met spelers van S2. Deze regels staan in D2. Na elke verwisseling moeten zowel S1 als S2 weer conform A2 geordend worden. 10.2.11 Indelingsnormen Absolute normen Hieraan moet worden voldaan; zonodig schuiven hiertoe spelers door naar een volgende puntengroep. A1 Twee spelers mogen hoogstens eenmaal tegen elkaar spelen A2 1. Niemands kleursaldo wordt groter dan +2 of kleiner dan -2; 2. Niemand krijgt driemaal achtereen dezelfde kleur. Relatieve normen met afnemende prioriteit Hieraan moet zoveel mogelijk worden voldaan; hiertoe wordt zonodig verschoven en zelfs verwisseld, maar geen spelers extra doorgeschoven naar een volgende puntengroep. B1 Het scoreverschil tussen twee tegen elkaar ingedeelde spelers dient zo klein mogelijk te zijn (ideaal: 0) B2
Zoveel mogelijk spelers krijgen de kleur van hun voorkeur. (Zolang binnen een puntengroep x geen 0 is, zal deze regel genegeerd moeten worden; x wordt telkens als u niet aan beider kleurvoorkeur kunt voldoen met 1 worden verlaagd.)
B3
Zo weinig mogelijk spelers krijgen eenzelfde float als in de vorige ronde.
B4
Zo weinig mogelijk spelers krijgen eenzelfde float als in de voor- vorige ronde.
MAAR: B2, B5 en B6 gelden niet bij het indelen van de laatste ronde bij spelers met een score van meer dan 50%.
10.2.12 Indelingsprocedures Werk voor iedere puntengroep, beginnend met de hoogste, onderstaande procedure door, tot u een aanvaardbare indeling hebt. Daarna bepalen de kleurregels (E) wie welke kleur krijgt. C1.
Zijn er spelers in deze puntengroep, waarvoor geen enkele tegenstander te vinden is die aan B1 en B2 voldoet: - betreft dit een doorgeschoven speler, handel dan eerst volgens C12; - betreft dit de laatste puntengroep, gan dan naar C13 - in andere gevallen: verwijder die speler uit deze groep en voeg hem toe aan de volgende puntengroep.
C2.
Stel x vast (zie A8)
C3.
Stel p vast (zie A6)
C4.
Plaats de hoogste p spelers in S1, de overige in S2
C5.
Orden de spelers in S1 en S2 volgens klassering (zie A2)
C6.
Deel de eerste van S1 in tegen de eerste van S2, de tweede van S1 tegen de tweede van S2, de derde van S1 tegen de derde van S2 etc. Indien u p paringen hebt die voldoen aan alle in B vermelde criteria, dan is deze puntengroep af. - Homogene groep: eventueel nog niet ingedeelden schuiven door naar de volgende puntengroep. Begin daarmee weer bij C1. - Heterogene groep: u heeft slechts doorgeschoven spelers ingedeeld. Er is een homogene restgroep over. Start daarmee weer bij C2.
C7.
Zolang u nog binnen S2 kunt verschuiven (conform D1) doe dat dan. Herhaal telkens C6.
C8.
Homogen (rest)groep: zolang u nog kunt verwisselen tussen S1 en S2 volgens D2, doe dat dan. Start telkens weer bij C5.
C9.
Laat regel B5 vervallen voor wat betreft de downfloats en begin opnieuw met C4.
C10.
Homogene restgroep: neem de indeling van de laatste doorgeschoven speler terug en tracht voor deze een andere tegenstander te vinden door met hem bij C7 verder te gaan. Is er geen tegenstander meer voor een doorgeschoven speler, laat dan regel B5 voor wat betreft upfloats vervallen en begin weer bij C2.
C11.
Zolang x kleiner dan p is, verhoog x met 1 (bent u met een restgroep bezig maak dan ook de paringen van doorgeschoven spelers ongedaan) en begin telkens weer met C3.
C12.
Heterogene groep: maak de indeling van de vorige puntengroep voorlopig ongedaan. Is daar wel een indeling mogelijk, waarbij iemand anders doorschuift waardoor in de daaropvolgende groep wel p paringen zijn te realiseren, dan wordt die vastgesteld.
C13.
Laatste puntengroep: de indeling van de voorlaatste groep blijkt dus onjuist; neem die terug en ga met de voorlaatste groep verder met het indelingsproces waar u toen gebleven was. Bereikt u in deze voorlaatste groep het moment dat p=0 (d.w.z. geen indeling mogelijk waarbij ook de laatste groep indeelbaar is), dan vormen laatste en voorlaatste groep tesamen een nieuwe laatste puntengroep. Omdat er dan ook weer sprake is van een andere voorlaatste groep kunt u C13 herhalen totdat iedereen is ingedeeld.
C14.
Verlaag p met 1 (en als de oorspronkelijke x groter is dan 0, verlaag deze dan ook met 1). Start - zolang p geen 0 is - weer bij C4. (Bij p=0 schuift de gehele groep door naar de volgende, waarmee u weer bij C1 kunt beginnen.)
10.2.13 Procedures van verschuiving en verwisseling Voorbeeld: S1 bevat de spelers 1,2,3 en 4 (in deze volgorde). S2 bevat de spelers 5,6,7,8 (in deze volgorde). D1
Begin verschuivingen binnen S2 met de laagstgeklasseerde en wel als volgt (met afnemende prioriteit: a) 5,6,8,7; b) 5,7,6,8; c) 5,7,8,6; d) 5,8,6,7; e) 6,5,7,8; g) 6,5,8,7 etc. Truc: plaats alle getallen die u met de cijfers 5,6,7 en 8 kunt maken in opklimmende volgorde.
D2
Bij verwisseling tussen S1 en S2 dient het verschil in rangnummers zo klein mogelijk te zijn. Neem bij gelijk verschil de laagstgeklasseerde van S1. Dus in bovengenoemd voorbeeld: (een speler verwisselen) a) 4 met 5; b) 4 met 6; c) 3 met 5 etc. (twee spelers verwisselen) a) 3+4 met 5+6; b) 3+4 met 5+7; c) 2+4 met 5+6 etc. Na elke verwisseling dient u zowel S1 als S2 weer conform A2 te ordenen. Opmerking: bij een oneven aantal spelers bevat S1 er een minder dan S2. Dus bij 7 spelers bestaat S1 uit 1,2,3 en S2 uit 4,5,6,7.
10.2.14 Kleurregels Voor elke paring geldt (met afnemende prioriteit): E1
Honoreer beider kleurvoorkeur
E2
Honoreer de sterkste kleurvoorkeur
E3
Alterneer ten opzichte van die ronde, waarin beiden het laatst met verschillende kleuren speelden
E4
Honoreer de kleurvoorkeur van de hoger geklasseerde speler.
In de eerste ronde krijgen de even geklasseerde spelers van S1 een kleur tegengesteld aan die van de oneven geklasseerden.
10.2.15 Slotopmerkingen Voor de eindklassering geldt achtereenvolgens: 1)
het aantal behaalde punten; is dit voor meerdere spelers gelijk, dan worden eventuele geldprijzen gedeeld.
2)
de gemiddelde rating van de tegenstanders