Gebruikershandleiding Versie 3.0
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
1
Colofon © April 2008, derde versie De CONTENTcorner maakt deel uit van een set gereedschap om elektronisch lesmateriaal te ontwikkelen, te voorzien van standaard metadata, te zoeken en te vinden, te arrangeren tot maatwerk voor leerlingen en gebruiksrapportages te genereren. Het is tot stand gekomen door een samenwerking van intraQuest en School voor de Toekomst, met subsidiegeld van Kennisnet. De CONTENTcorner wordt gratis ter beschikking gesteld, mits gebruikt voor niet-commerciële educatieve doeleinden. Toepassing van dit product gebeurt voor eigen risico van de gebruiker. Het product is met grote zorgvuldigheid samengesteld en volgt de metadatastandaard van het Contentzoekprofiel van de vereniging Edustandaard (CZP PO-VO-BVE 1.3). IntraQuest en School voor de Toekomst aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade ontstaan uit het gebruik van dit product of voor enige schade ontstaan uit verleende diensten. Evenmin kunnen aan de inhoud van dit product rechten worden ontleend. Het product maakt gebruik van de webservices van EduRep. Deze bevat verwijzingen of hyperlinks naar sites die buiten het domein van het product liggen. IntraQuest en School voor de Toekomst zijn niet verantwoordelijk, geven geen garantie en aanvaarden geen aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud, data, adviezen, verklaringen, software, producten of ander materiaal op dergelijke sites of bronnen. De CONTENTcorner biedt de mogelijkheid om materialen te uploaden. Gebruik alleen elementen die vrij zijn van rechten, of waarvan u zelf de rechten bezit. U bent verantwoordelijk en aansprakelijk voor eventuele schendingen van rechten van derden. Gebruikers met toegang tot de Educatieve Contentcatalogus kunnen dit product gebruiken om arrangementen te maken en te publiceren. De rechten op het leermateriaal uit de Educatieve Contentcatalogus berusten bij het Ontwikkelcentrum.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
2
1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave................................................................................................................... 3 2 Inleiding.............................................................................................................................. 4 2.1 Educatieve contentketen.......................................................................................... 4 2.2 Metadata.................................................................................................................. 4 2.3 Contentzoekprofiel................................................................................................... 5 2.4 De CONTENTcorner................................................................................................ 5 2.5 IntraQuest Developer en de J4-toolkit...................................................................... 5 3 Starten en aanmelden ........................................................................................................ 6 4 Tabblad 'Zoeken' ................................................................................................................ 8 5 Tabblad ‘Favorieten’ ..........................................................................................................12 6 Tabblad ‘Arrangeren’ .........................................................................................................15 6.1 Tabblad ‘Arrangeren’ – Nieuw arrangement maken....................................................16 6.2 Tabblad ‘Arrangeren’ – Arrangement maken/veranderen ...........................................17 6.2.1 Subtabblad ‘Algemeen’ ........................................................................................17 6.2.2 Subtabblad ‘Inhoud’ .............................................................................................18 6.2.3 Subtabblad ‘Metadata’ .........................................................................................22 6.2.4 Subtabblad ‘Statistieken’......................................................................................23 6.3 Tabblad ‘Arrangeren’ – Preview..................................................................................24 6.4 Tabblad ‘Arrangeren’ – Arrangement verwijderen.......................................................24 6.5 Tabblad ‘Arrangeren’ – Arrangement kopiëren ...........................................................24 6.6 Tabblad ‘Arrangeren’ – Arrangement importeren ........................................................24 6.7 Tabblad ‘Arrangeren’ – Publiceren..............................................................................27 7 Tabblad ‘Instellingen’.........................................................................................................29 8 Bijlage: Toelichting op de invulvelden ................................................................................30 9 Verklarende woordenlijst ...................................................................................................35
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
3
2 Inleiding 2.1 Educatieve contentketen Door het gebruik van interactieve leermiddelen kunnen ingewikkelde onderwijsinnovaties, zoals competentieontwikkelend leren, worden gerealiseerd. Door leerlingen individuele leertrajecten aan te bieden, ontstaat er een betere aansluiting bij hun leervragen, interesses en verschillende leerstijlen. Het bevordert actief en zelfstandig leren. Als een leermiddel (content) op het internet (webbased) staat, moet het snel kunnen worden gevonden en daarna gemakkelijk in gebruik kunnen worden genomen. Om dit te bevorderen zijn op initiatief van Kennisnet diverse programma’s opgezet door onderwijsinstellingen, onderwijs-organisaties, (branche-)uitgevers en softwareleveranciers. Eén van deze programma’s is de educatieve contentketen. Dit programma heeft tot doel om het gebruik van webbased leermateriaal tot een succes te maken. De contentketen is de 'route' die webbased leermateriaal aflegt, van ontwikkeling tot gebruik bij een leersituatie. De vijf stappen zijn: educatieve content ontwikkelen, beschikbaar stellen, vindbaar maken, arrangeren en gebruiken.
Figuur 1: Weergave van de keten met de verschillende stappen en de ondersteunende systemen
De keten is cyclisch, om te benadrukken dat content na gebruik en evaluatie vaak nog wordt aangepast. Vervolgens kan het worden hergebruikt en uitgewisseld.
2.2 Metadata Om digitale informatiebronnen vindbaar te maken via internet, wordt aan de inhoud een beschrijving gekoppeld. Deze beschrijving bevat informatie die belangrijk is om de digitale informatiebron terug te vinden. Het gaat om gegevens zoals: Wat voor informatie betreft het? Welk type bestand? Wie is de auteur? Voor wie is de informatie bedoeld? Dergelijke ‘informatie over de inhoud’ wordt metadata genoemd. Dankzij metadata is het voor gebruikers mogelijk om gericht en gestructureerd informatie te verzamelen op internet, bijvoorbeeld op onderwerp, doelgroep of type informatie.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
4
2.3 Contentzoekprofiel Om informatie snel te kunnen ordenen en dus ook makkelijk te kunnen vinden, is het van belang dat alle bronnen op consistente wijze worden beschreven en de metadata een vaste structuur hebben. Deze structuur wordt het 'contentzoekprofiel' genoemd. Het is een reeks afspraken over wat en hoe gemetadateerd moet worden. Deze afspraken zijn gebaseerd op de praktijk van het Nederlandse onderwijsveld en, meer in het algemeen, berusten ze op internationale conventies voor het metadateren van educatieve content, met name de IEEE-LOM specificatie (Institute of Electrical and Electronics Engineers - Learning Object Metadata).
2.4 De CONTENTcorner De CONTENTcorner is een instrument om bestaande content te zoeken en samen te voegen tot een arrangement. Binnen de CONTENTcorner kunt u zoeken naar bestaand materiaal. Uw zoekopdracht wordt uitgevoerd in EduRep, de overkoepelende educatieve database van Kennisnet die toegang biedt tot een zeer uitgebreide collectie van geselecteerd leermateriaal. Op basis van metadata van het contentzoekprofiel kunt u uw zoekopdracht verfijnen. Het is ook mogelijk om in arrangementen hyperlinks naar materiaal op te nemen die met een andere zoekmachine (bijvoorbeeld Google) zijn gevonden. En uiteraard kan verwezen worden naar leermaterialen die zijn ontwikkeld met de IntraQuest Developer, de ontwikkeltool voor dit project. U kunt het arrangement voorzien van eigen teksten, afbeeldingen en geluidsfragmenten. Ook de vormgeving kunt u zelf bepalen. Als het arrangement af is kunt u het beschikbaar stellen aan anderen. Dat kan via een Learning Management Systeem (LMS) of via het internet (uw arrangement krijgt dan een eigen webadres en is voor iedereen toegankelijk). De gemaakte arrangementen kunnen op hun beurt van nieuwe metadata worden voorzien: zo wordt elk arrangement zelf ook weer opzoekbaar. ECC: Gebruikers van de Educatieve Contentcatalogus voor het Groene Onderwijs kunnen de CONTENTcorner gebruiken als 'arrangeertool'. Zijn beschikken via afzonderlijke zoekfuncties over toegang tot extra leermateriaal uit de ECC. In deze handleiding is de informatie die alleen bedoeld is voor gebruikers met toegang tot de Educatieve Contentcatalogus aangeduid met de afkorting ECC aan het begin van de alinea.
2.5 IntraQuest Developer en de J4-toolkit De J4-toolkit is onderdeel van de IntraQuest Developer. Deze is gratis beschikbaar (www.intraquest.nl) en is zeer geschikt voor docenten BVE die ook leermiddelen ontwikkelen. De IntraQuest Developer genereert gedidactiseerde content (zogenaamde J4leerobjecten) en bezit dezelfde metadatafunctionaliteiten als de CONTENTcorner. J4-leerobjecten worden ontwikkeld met software waarmee zonder programmeerkennis krachtige leersituaties kunnen worden ontwikkeld. De 4 J’s staan voor Just in time, Just enough, Just for you en Just fun. J4-Leerobjecten zijn de redelijkerwijs kleinst mogelijke afgeronde eenheden van samenhangende leerstof. Hiermee is het mogelijk om een competentie te voorzien van alle ondersteunende leerstof. Op basis van EVC wordt eenvoudig een arrangement op maat gemaakt. Een arrangement bestaat dan uit een selectie van J4-leerobjecten. Het J4-concept faciliteert bij uitstek het competentieontwikkelend leren. Technische informatie De CONTENTcorner werkt geheel online. Een recente internetbrowser is alles wat u nodig heeft. U hoeft dus niets te installeren.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
5
3 Starten en aanmelden De CONTENTcorner werkt geheel online. Als u naar www.contentcorner.nl om het programma te starten, krijgt het volgende venster te zien.
Figuur 2: Het tabblad Aanmelden
In dit venster zijn drie acties mogelijk: 1. een account aanmaken; 2. aanmelden; 3. vergeten wachtwoord opvragen. 4. zoeken zonder aanmelding Mogelijkheid 1: Account aanmaken Klik op de link ‘Ik wil een account aanmaken’ en volg de instructies op het venster. U ontvangt een email met uw gebruikersgegevens. Met deze gegevens kunt u zich voortaan aanmelden. De persoonlijke gegevens worden alleen gebruikt voor dataopslag. Ze worden niet gebruikt of doorverkocht voor marketingdoeleinden. Mogelijkheid 2: Aanmelden Typ uw gebruikersnaam en wachtwoord en klik op ‘aanmelden’. U komt in het tabblad ‘zoeken’. Bovenin beeld ziet u dat er nu vier tabbladen beschikbaar zijn; rechtsboven ziet u uw naam. Mogelijkheid 3: Vergeten wachtwoord opvragen Weet u niet meer wat uw wachtwoord is? Klik op de link ‘Ik ben mijn wachtwoord vergeten’. Typ uw gebruikersnaam of uw emailadres in, en u krijgt de gebruikersgegevens direct per email toegestuurd. Mogelijkheid 4: Zoeken zonder aanmelding Men kan de CONTENTcorner ook gebruiken zonder zich aan te melden. Dan heeft men enkel toegang tot de zoekfunctionaliteit, en kan dus geen zoekresultaten opslaan of
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
6
arrangeren. Deze optie kan wel zinvol zijn voor leerlingen die alleen leermateriaal willen opzoeken in EduRep of de CONTENTcorner. ECC: Gebruikers van de Educatieve Contentcatalogus kunnen het programma openen vanuit Livelink. Aanmelding is dan niet nodig. En het systeem toont dus direct het zoekvenster. Zie voor het gebruik daarvan het volgende hoofdstuk.
Figuur 3: Openingsscherm vanuit ECC
Tabs In de CONTENTcorner is elke afgeronde stap (zoeken, favorieten, arrangeren) een tabblad. In deze handleiding zullen we de activiteiten per tabblad toelichten. Soms zijn er onder de tab, nog kleinere subtabs voor 'tussenstappen'. TIP: In de CONTENTcorner is op ieder scherm ook een Help-knop beschikbaar, die specifieke informatie geeft over het betreffende scherm.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
7
4 Tabblad 'Zoeken' Collecties De zoekfuncties van de CONTENTcorner bieden toegang tot verschillende collecties van leermateriaal. U maakt de keuze door de juiste subtab te kiezen. In de eerste plaats kunt u zoeken in EduRep, de openbare database van leermateriaal van Kennisnet en Surfnet met massa's materiaal. Ook de collectie van Davindi (beter bekend in het onderwijs) is doorzoekbaar via EduRep. Een andere collectie is de CONTENTcorner zelf, de catalogus van arrangementen van u en uw collega-CONTENTcorner-gebruikers. ECC: Gebruikers van de Educatieve Contentcatalogus hebben een extra tab, om ook in deze collectie te kunnen zoeken.
Figuur 2: Openingsscherm CONTENTcorner
Zoeken Het zoeken in de CONTENTcorner werkt hetzelfde als u gewend bent van andere zoekmachines op internet. Door één of meerdere zoektermen in te voeren, krijgt u zoekresultaten gepresenteerd. Hoe meer zoektermen u invoert, hoe specifieker het zoeken wordt gemaakt en hoe minder resultaten worden gevonden. TIP: U kunt het sterretje als jokerteken gebruiken: rome* geeft dus de resultaten voor bijvoorbeeld 'rome', 'romein', 'romeinen' en 'romeinse'. Hieronder ziet u de resultaten voor de zoekterm ‘zakelijke brief’. Er zijn 26 resultaten gevonden.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
8
Figuur 5: Zoekresultaten
Selecteren op metadata Alle webpagina's die de CONTENTcorner doorzoekt bevatten metadata. Dat zijn gegevens over de webpagina zelf: in welke taal is deze geschreven, voor welke doelgroep, enzovoort. U kunt uw zoekresultaten filteren op deze metadata. Rechts van de zoekresultaten ziet u de tekst 'Selecteren op' met daaronder een aantal mogelijke filters. Als u klikt op het +-symbool vóór de filternaam, klapt een venster uit. Achter elk van de mogelijke filterinstellingen ziet u een getal: dat is het aantal resultaten dat overblijft als u deze filterinstelling zou kiezen. Zoekresultaten bekijken of opslaan In het overzicht van zoekresultaten zijn drie acties mogelijk: 1. metadata bekijken. 2. opslaan als favoriet. 3. gevonden pagina(‘s) bekijken. Mogelijkheid 1: metadata bekijken Als u klikt op het icoontje (‘Geef metadata’), dan krijgt u een overzicht van de metadata van het zoekresultaat.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
9
Figuur 6: Overzicht van de metadata
Sluit het scherm (met het kruisje rechtsboven of met de knop ‘OK’) om terug te keren naar de zoekresultaten. Mogelijkheid 2: Opslaan als favoriet Als u een zoekresultaat wilt gaan gebruiken in een arrangement, slaat u het op als favoriet. Dit doet u door op het icoontje (‘Voeg toe als favoriet’) te klikken, dat rechts naast de titel van elk zoekresultaat verschijnt. In het dialoogvenster dat dan verschijnt (zie figuur 7) kunt u de titel en omschrijving aanpassen (indien gewenst) en de map kiezen waarin de favoriet opgeslagen moet worden. (Meer over het toevoegen en beheren van mappen vindt u elders in deze handleiding.) In het tabblad Favorieten kunt u uw favorieten beheren, in het tabblad Arrangeren gaat u de favorieten gebruiken als ‘bouwstenen’ van uw arrangement.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
10
Figuur 7: Toevoegen als favoriet
ECC: In de Educatieve Contentcatalogus zijn documenten vaak beschikbaar in verschillende formaten (Word, HTML of PDF). Het is mogelijk om bij de favoriet aan te geven in welke vorm de leerling het document kan downloaden. Als u leerlingen de keuze uit twee of drie formaten wilt bieden, moet u de Favoriet meer dan eens opslaan onder een aangepaste naam. Mogelijkheid 3: Gevonden pagina bekijken U kunt een gevonden pagina bekijken door op de hyperlink te klikken. De pagina wordt dan in een nieuw scherm geopend.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
11
5 Tabblad ‘Favorieten’ Opgeslagen zoekresultaten (zie ‘Tabblad Zoeken’) worden in de CONTENTcorner ‘Favorieten’ genoemd, naar analogie van Internet Explorer. Om te kunnen zien welke zoekresultaten u heeft toegevoegd aan uw ‘favorieten’, klikt u op het tabblad ‘Favorieten’.
Figuur 8: Overzicht van uw favorieten
Aan de icoontjes in de kolom Type is te zien welk soort van favoriet het betreft. Als u de cursor boven het icoontje houdt, verschijnt een verklarend tekstje. In dit scherm zijn vijf acties mogelijk: 1. gegevens favoriet bekijken. 2. nieuwe favoriet toevoegen 3. favoriet verwijderen 4. nieuwe map maken 5. weergave filteren op mapnaam. Mogelijkheid 1: Gegevens favoriet bekijken Klik op de titel van de favoriet en u krijgt het volgende venster:
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
12
Figuur 9: Gegevens van een favoriet bekijken
Dit scherm bestaat uit twee subtabbladen: Algemeen en Metadata. In het subtabblad Algemeen kunt u: • de titel of omschrijving aanpassen. • de favoriet in een andere map plaatsen. • de inhoud van uw favoriet bekijken (door op het pijltje naast het webadres te klikken). Op het subtabblad ‘Metadata’ ziet u een overzicht van de metadata. Dit is afkomstig uit de database van EduRep. U kunt deze data hier dus niet bewerken. Mogelijkheid 2: Nieuwe favoriet toevoegen Als u rechtboven op het icoontje (‘Nieuwe favoriet’), kunt u handmatig een favoriet toevoegen. Dit gebruikt u als u een website wilt toevoegen zonder deze eerst op te zoeken. Bijvoorbeeld de site van uw school, of een website die u op een andere manier gevonden hebt. Vul de gegevens in, klik op ‘OK’ en u keert terug in het overzicht van de favorieten. Uw handmatig toegevoegde favoriet is nu opgenomen in de lijst. Mogelijkheid 3: Favoriet verwijderen Als u een favoriet wilt verwijderen uit de lijst met favorieten, klik dan op het icoontje (‘Favoriet verwijderen’), dat voor de titel van de favoriet staat. N.B. Als hier favorieten worden verwijderd, dan heeft het geen gevolgen voor de eventuele arrangementen waarin u deze favoriet gebruikt. Favorieten benoemen is gewoon een handige tussenstap. Mogelijkheid 4: Nieuwe map maken Als u de CONTENTcorner regelmatig gebruikt, dan zult u waarschijnlijk een lange lijst met favorieten hebben. Om deze lijst overzichtelijk te houden, kunt u de favorieten in verschillende mappen onderbrengen. Om een map te maken klikt u op het icoontje (‘Nieuwe map maken’), rechts naast het pull-down-menu. In het dialoogscherm typt u naam van de map en klikt op ‘OK’. U keert vervolgens automatisch terug naar het vorige scherm.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
13
U plaatst favorieten in de nieuwe map door te klikken op de titel van de favoriet. U kiest vervolgens de gewenste map door op de pulldown pijl achter ‘In map:’ te klikken. Mogelijkheid 5: Weergave filteren op mapnaam Als u veel favorieten heeft is het handig om deze per onderwerp te verdelen over mappen (zie ‘mogelijkheid 4’.) Met de pulldownpijl rechtsboven kunt u de weergave beperken tot één map. Standaard staat deze op ‘- alle mappen- ‘ en worden dus de favorieten uit alle mappen weergegeven.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
14
6 Tabblad ‘Arrangeren’ Een arrangement is een verzameling van favorieten, aangevuld met eigen teksten (bijvoorbeeld instructies), afbeeldingen en geluidsfragmenten. Als u klikt op het tabblad ‘Arrangeren’ ziet u een overzicht van al uw arrangementen (zie figuur 10). Er wordt onderscheid gemaakt tussen gepubliceerde en ongepubliceerde arrangementen. Ongepubliceerde arrangementen zijn arrangementen die (nog) niet zichtbaar zijn voor anderen. In de kolom 'Gepubliceerd' staat een rood kruisje. Gepubliceerde arrangementen hebben een eigen webadres en kunnen dus door iedereen bekeken en gebruikt worden. Een gepubliceerd arrangement kan niet meer onbeperkt gewijzigd worden: u kunt geen favorieten meer toevoegen of verwijderen. Wel kunt u de teksten wijzigen en ander 'klein onderhoud' doorvoeren.
Figuur 10: Gepubliceerde en ongepubliceerde arrangementen
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een nieuw arrangement maakt en hoe u bestaande arrangementen aanpast. Op het tabblad ‘Arrangeren’ heeft u de volgende mogelijkheden: • Nieuw arrangement maken (zie paragraaf 6.1) • Arrangement maken/veranderen (zie paragraaf 6.2) • Preview (zie paragraaf 6.3) • Arrangement verwijderen (zie paragraaf 6.4) • Arrangement kopiëren (zie paragraaf 6.5) • Arrangement importeren (zie paragraaf 6.6) • Arrangement publiceren (zie paragraaf 6.7)
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
15
6.1 Tabblad ‘Arrangeren’ – Nieuw arrangement maken Om een arrangement te maken, klikt u op het icoontje blauwe balk. U krijgt het volgende venster:
(‘Nieuw arrangement’) in de
Figuur 11: Een nieuw arrangement maken
Typ de titel van het nieuwe arrangement en geef een omschrijving ervan. Zo is voor u en anderen duidelijk hoe het arrangement heet en waar het over gaat. Vergelijk het met een korte samenvatting van een boek. Het is handig om bijvoorbeeld aan te geven wat de leerlingen hiermee kunnen (opdracht, presentatie, filmpje). Klik op ‘OK’ en het nieuwe arrangement is in de lijst met arrangementen verschenen. Nu kunt u inhoud gaan toevoegen en het arrangement bewerken zoals staat beschreven in paragraaf 6.2.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
16
6.2 Tabblad ‘Arrangeren’ – Arrangement maken/veranderen Als u op de titel van een arrangement klikt ziet u de inhoud van het arrangement.
Figuur 12: De inhoud van een arrangement
In dit scherm kunt u het arrangement vullen of veranderen. De informatie van het arrangement is verdeeld over vier subtabbladen: Algemeen, Inhoud, Metadata en Statistieken.
6.2.1 Subtabblad ‘Algemeen’ URL Bij URL ziet u het webadres dat het arrangement krijgt als u het publiceert. In map U kunt uw arrangementen overzichtelijk ordenen in verschillende mappen. Klik op ‘Mappen beheren’ om mappen toe te voegen of te verwijderen. Model De model-keuze bepaalt hoe het arrangement eruit zal zien. Er zijn drie modellen: • 'Webpagina zonder menu' laat alle koppen, teksten en hyperlinks als één doorlopende pagina zien. • 'Webpagina met menu links' maakt van de kop-teksten menu-knoppen, die aan de linkerkant verschijnen. De tekst die bij de betreffende kop hoort verschijnt aan de rechterkant. • 'Webpagina met tabbladen bovenaan' maakt van de kop-teksten tabbladen. De bijbehorende tekst verschijnt binnen dit tabblad. Achtergrond Selecteer eventueel een eigen achtergrond voor uw arrangement. De modellen omvatten steeds transparante opmaakelementen, waardoor de achtergrond de totale layout bepaalt.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
17
Een effen achtergrondkleur krijgt u door een kleine afbeelding met een egale kleur te maken en die te kiezen. Uiteraard is het dan weinig extra moeite om iets boeienders dan een effen kleur te kiezen.
6.2.2 Subtabblad ‘Inhoud’ Een arrangement is een verzameling van favorieten, afbeeldingen, geluidsfragmenten en verwijzingen naar bestanden , die tot een geheel worden samengevoegd met verbindende teksten. Een arrangement kan ook de verwijzing naar een ander arrangement bevatten en zo kunnen een omvangrijke educatieve toepassingen worden opgebouwd. Het daadwerkelijke samenstellen van het arrangement doet u in het subtabblad ‘Inhoud’.
Figuur 13: Het subtabblad ‘Inhoud’
In de pull-downlijst 'Voeg toe:' kunt u selecteren welk type element u wilt toevoegen, bijvoorbeeld een tekst, een favoriet, een afbeelding of een geluidsfragment. Let op: gebruik alleen elementen die vrij zijn van auteursrechten, of waarvan u zelf de auteursrechten bezit. U bent zelf aansprakelijk voor schending van auteursrecht! Teksten en afbeeldingen die u op internet vindt, zijn niet altijd vrij van auteursrecht. Kop/menu toevoegen Het element ‘kop/menu’ heeft een bijzondere status. De model-keuze (op het subtabblad Algemeen) bepaalt namelijk hoe het arrangement eruit zal zien. Er zijn drie modellen: • 'Webpagina zonder menu' laat alle koppen, teksten en hyperlinks als één doorlopende pagina zien. • 'Webpagina met menu links' maakt van de teksten met het kenmerk Kop 1 menuknoppen, die aan de linkerkant verschijnen. De tekst die bij de betreffende kop hoort verschijnt aan de rechterkant. • 'Webpagina met tabbladen bovenaan' maakt van de teksten met het kenmerk Kop 1 tabbladen. De bijbehorende tekst verschijnt binnen dit tabblad.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
18
Bij het invoeren van de tekst van de koppen moet u uiteraard rekening houden met de grootte van de knop of tab waar de tekst in moet passen. Tekst toevoegen U kunt tekst toevoegen door in de pull-downlijst 'Voeg toe:' de optie ‘tekst’ te kiezen. Het volgende venster verschijnt dan:
Figuur 14: Ruimte om zelf teksten toe te voegen tussen de favorieten.
In het scherm kunt u een tekst typen. De lay-out van de tekst is aan te passen door de rolmenu’s ‘style’, ‘size’, of ‘font’ te gebruiken. Bij ‘style’ is H1 de grootste en H6 de kleinste opmaakmogelijkheid. Bij ‘size’ is 1 de kleinste en 7 de grootste opmaakmogelijkheid. Tevens kunt u een tekstkleuren kiezen of andere opmaakelementen toepassen. Vervolgens klikt u op ‘OK’. U komt weer terug in het venster van arrangement bewerken en de toegevoegde tekst is op een nieuwe regel geplaatst. Deze regel kunt u verplaatsen door ‘m te slepen. Het blijft mogelijk om deze tekst aan te passen; gebruik daarvoor het icoontje (‘Aanpassen’). Tip: Gebruik [Shift] + [Enter] om geen harde return (witregel) te krijgen. Favoriet/arrangement toevoegen Als u kiest voor het toevoegen van favorieten, krijgt u het volgende scherm te zien:
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
19
Figuur 15: Kies geselecteerde favorieten
Vink hier een favoriet of arrangement aan. Favoriet invoegen: Als u op ‘OK’ klikt, wordt een geselecteerde favoriet onmiddellijk toegevoegd onderaan uw arrangement. Bij het weergeven van het arrangement is dit een hyperlink naar een pagina die in een nieuw venster wordt geopend. Arrangement invoegen: Als u op ‘OK’ klikt, wordt de inhoud van het gekozen arrangement getoond. [scherm] Nu zijn er twee mogelijkheden: • Als het arrangement als hyperlink wordt toegevoegd, werkt alles precies zo als bij een favoriet. Bij het weergeven van het arrangement is dit dus een hyperlink naar een pagina die in een nieuw venster wordt geopend. • Als het arrangement niet als hyperlink wordt toegevoegd (vinkje weghalen), kunt u afzonderlijke onderdelen van het arrangement kiezen om te importeren. Alle elementen (ook de teksten) die u importeert zijn hyperlinks naar de informatie in het ingevoegde arrangement. Als de oorspronkelijke maker van het ingevoegde arrangement iets aanpast, is de verandering dus ook de inhoud van uw arrangement zichtbaar. De teksten (die na het importeren verschijnen met een hyperlink-symbooltje) kunt u echter wel aanpassen. U verbreekt dan uiteraard de verbinding met het origineel uit het toegevoegd arrangement.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
20
Figuur 16: Inhoud van het arrangement
Toegevoegde favorieten en arrangementen kunt u aanpassen door op het potlood-icoontje te klikken of verwijderen met het prullenbakje-icoontje. De volgorde kunt u veranderen door te slepen. Afbeelding toevoegen Als u in de pull-downlijst 'Voeg toe:' kiest voor het toevoegen van een afbeelding, verschijnt een dialoogvenster waarin u een bestand kunt kiezen op uw eigen computer of netwerk. De afbeelding in jpg-, gif- of png-formaat mag maximaal 1,5 MB groot zijn en wordt automatisch ge-upload naar de server van de CONTENTcorner. Ook als uw eigen computer uit staat, is de afbeelding dus beschikbaar voor de leerlingen. De tekst die verschijnt, als men de afbeelding aanwijst, de breedte van de rand en de plaatsing van de afbeelding kunnen verder worden aangepast. Geluid toevoegen Als u in de pull-downlijst 'Voeg toe:' kiest voor het toevoegen van geluid, verschijnt een dialoogvenster waarin u een bestand kunt kiezen op uw eigen computer of netwerk. Het geluidsfragement in mp3-, of ogc-fomaat mag maximaal 3,0 MB groot zijn en wordt automatisch ge-upload naar de server van de CONTENTcorner. Ook als uw eigen computer uit staat, is het geluid dus beschikbaar voor de leerlingen. De titel is de tekst van de hyperlink in het arrangement. Bestand toevoegen Als u in de pull-downlijst 'Voeg toe:' kiest voor het toevoegen van een bestand, verschijnt een dialoogvenster waarin u een bestand kunt kiezen op uw eigen computer of netwerk. Het bestand mag maximaal 3,0 MB groot zijn en wordt automatisch ge-upload naar de server van de CONTENTcorner. Ook als uw eigen computer uit staat, is het bestand dus beschikbaar voor de leerlingen. De titel is de tekst van de hyperlink in het arrangement. Als hierop wordt geklikt, wordt het bestand geopend met de toepassing die daarvoor op de computer van de leerling beschikbaar is (de extensie zoals .pdf, .ppt of .txt bepaalt welke toepassing wordt gestart). Voeg dus geen 'bijzondere' bestandstypes toe, want dan is de kans groot dat de leerling die niet kan openen.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
21
Blijf onderdelen toevoegen totdat het gehele arrangement is samengesteld. Mocht u nog wijzigingen in de toegevoegde teksten willen aanbrengen, klik dan op het icoontje ‘potlood’ dat voor de titel van de favoriet of tekst staat.
6.2.3 Subtabblad ‘Metadata’ Het toevoegen van metadata aan arrangementen is belangrijk als u het arrangement later beschikbaar wilt stellen aan anderen, bv. door aanmelding bij Davindi. Dankzij metadata is het arrangement herkenbaar en vindbaar. De wijze van metadateren binnen de CONTENTcorner stemt overeen met de norm CZP POVO-BVE 1.3 van EduStandaard'. Als u wilt weten wat er bij elk van de velden moet worden ingevoerd, houdt u de muiscursor boven de naam van het veld: dan verschijnt vanzelf de nodige uitleg. De velden kunnen vaak gemakkelijk worden ingevuld vanuit lijstjes met mogelijkheden. Als er een plus-icoontje achter de regel staat, kunt u meer dan één veld aan dezelfde rubriek toekennen. Het correct metadateren van een arrangement kost met dit systeem hoogstens een paar minuten.
Figuur 17: Invulvelden van de metadata
Als alle metadata zijn ingevuld, klikt u op ‘OK’ om de wijzigingen te bevestigen.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
22
6.2.4 Subtabblad ‘Statistieken’ Op het subtabblad ‘Statistieken’ (zie figuur 18) verschijnen de statistieken van gepubliceerde arrangementen. (In ongepubliceerde arrangementen is dit subtabblad niet beschikbaar.) In de bovenste helft van het venster ziet u de statistieken voor het gehele arrangement. U ziet het totaal aantal sessies, het aantal opgevraagde pagina's en staafdiagrammen met bezoekersaantallen. In de onderste helft ziet u de details van de afzonderlijke favorieten. Achter iedere favoriet ziet u in hoeveel sessies deze opengeklikt is, en hoe vaak deze totaal is opengeklikt. Ook ziet u hoe lang de favoriet totaal is opengeweest. Met deze statistieken krijgt u inzicht in de manier waarop uw arrangement gebruikt wordt. (De teksten die u heeft toegevoegd zijn hier zichtbaar, maar hebben geen aparte statistieken.) Terminologie Als een gebruiker uw arrangement openklikt dan telt dat als één sessie, tot het moment waarop hij de pagina sluit. Als hij een favoriet aanklikt, zal achter die favoriet zowel het getal bij 'sessies' als bij 'pagina's' groter worden. Opent de gebruiker in dezelfde sessie nogmaals dezelfde favoriet, dan telt deze niet mee als nieuwe sessie, maar wel als nieuwe pagina.
Figuur 18: Tabblad statistieken
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
23
6.3 Tabblad ‘Arrangeren’ – Preview Met de knop (‘Preview’) kunt u kijken hoe uw arrangement eruit ziet. Het arrangement wordt geopend in een nieuwe pagina. Het wordt nog niet gepubliceerd.
6.4 Tabblad ‘Arrangeren’ – Arrangement verwijderen U kunt arrangementen verwijderen door op het prullenbak-icoontje te klikken. Als u een gepubliceerd arrangement verwijdert, zullen ook anderen dit niet meer kunnen bekijken.
6.5 Tabblad ‘Arrangeren’ – Arrangement kopiëren De CONTENTcorner maakt het mogelijk om leertrajecten op maat te maken. Het is mogelijk om voor de ene groep leerlingen een arrangement samen te stellen met slechts enkele favorieten en voor een andere groep leerlingen, die wat meer ondersteuning nodig heeft, een arrangement samen te stellen met meerdere favorieten. Om dit voor de arrangeur zo eenvoudig mogelijk te maken, is het mogelijk om een arrangement te kopiëren. Gebruik daarvoor het icoontje (‘Kopiëer arrangement’), dat tussen het icoontje van de prullenbak en de titel van het arrangement en staat. Deze kopie krijgt automatisch dezelfde naam als het arrangement, aangevuld met ‘kopie 1' (2, 3...). Vervolgens kunnen de aanpassingen in het arrangement worden gemaakt door op de (nieuwe) titel te klikken.
6.6 Tabblad ‘Arrangeren’ – Arrangement importeren Als u ergens een arrangement heeft gezien, dat voor een groot deel bruikbaar is voor uw doelgroep, dan is het tijdverspilling om alles opnieuw te maken. In dat geval is het handig om een arrangement te importeren en op bepaalde delen aan te passen. Let op: het kan zijn dat er auteursrechten rusten op (delen van) arrangementen. Maak hierover afspraken met de eigenaar. Klik op het icoontje (‘Arrangement importeren’), rechtsboven in het scherm Arrangeren. Onderstaand scherm verschijnt:
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
24
Figuur 19: Arrangement importeren om te kunnen bewerken
Voer hier in welk arrangement u wilt importeren. Dat kan op twee manieren: - het volledige webadres (incl. het vijfcijferige arrangementnummer), bijvoorbeeld: http://www.contentcorner.nl/14174 of: - alleen het vijfcijferige arrangementnummer, bijvoorbeeld: 14174. Klik vervolgens op de knop ‘importeer’. Een bevestigingsscherm toont de inhoud van het arrangement dat u gaat importeren (zie figuur 20).
Figuur 20: bevestigingsscherm arrangement importeren
Als u nogmaals op de knop ‘importeer’ klikt, worden de favorieten uit het arrangement toegevoegd aan uw eigen lijst van favorieten en het complete arrangement (inclusief de
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
25
verbindende teksten) is toegevoegd aan de lijst van arrangementen. Gebruik het tabblad ‘Arrangeren’ om wijzigingen aan te brengen en het arrangement naar uw smaak aan te passen. Dit is beschreven in paragraaf 6.2. Alternatief voor importeren Als u een arrangement slechts gedeeltelijk wilt overnemen (sommige verbindende tekst van origineel als hyperlink en ander stukken zelf gemaakt), is de volgende procedure een handige oplossing. • Zoek het arrangement op onder de tab 'Zoeken' en de subtab 'CONTENTcorner'. • Maakt er een favoriet van. • Ga naar de tab Arrangementen. • Maak een nieuw arrangement. • Ga naar de subtab Inhoud. • Kies 'Voeg toe - Favoriet/arrangement' en kies de juist gemaakte favoriet. Nu kunt u afzonderlijke onderdelen kiezen en al dan niet bewerken. Zie 6.2.2 Subtabblad ‘Inhoud’
Figuur 21: Arrangement elementen toevoegen
ECC: Gebruikers die vroeger de 'gewone' CONTENTcorner gebruikten nu de versie met de zoekfuncties voor de Educatieve Contentcatalogus, kunnen hun oude arrangementen importeren op nummer en opnieuw publiceren. De oude arrangementen blijven uiteraard wel beschikbaar tot ze ev. worden verwijderd na aanmelding onder de 'gewone' gebruikersnaam.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
26
6.7 Tabblad ‘Arrangeren’ – Publiceren Het uiteindelijke doel van een arrangement is om het beschikbaar stellen aan anderen. Er zijn twee manieren om arrangementen te publiceren: • Maak het beschikbaar op internet. Het arrangement krijgt een eigen webadres en is dus voor iedereen beschikbaar. • Binnen uw eigen elektronische leeromgeving (Learning Management System, LMS): sla het arrangement op als contentpackage en importeer het in een elektronische leeromgeving. Klik op het icoontje (‘Publiceren’) op één van de subtabbladen van uw arrangement. U krijgt dan het volgende venster:
Figuur 22: Arrangement publiceren
Publiceren in de CONTENTcorner Het arrangement wordt voorzien van een webadres, wordt opgeslagen op de server van de CONTENTcorner en is toegankelijk voor iedereen. De url heeft de vorm: http://contentcorner.nl/12345. Ook kunt nu u volgen hoe uw arrangement wordt gebruikt via het subtabblad 'Statistieken'. Dat wil zeggen: u kunt zien hoe vaak en hoe lang een bepaalde pagina is geopend. Mail gegevens arrangement naar … U ontvangt een e-mail met de gegevens van het arrangement. U kunt het webadres en/of het e-mailbericht heel gemakkelijk doorzenden aan uw doelgroep. Openbaar voor andere CONTENTcorner-gebruikers Als u deze vink laat staan, kan een arrangement worden gevonden door collegaCONTENTcorner-gebruikers via de zoekfunctie in de tab 'Zoeken' en de subtab 'CONTENTcorner'. Uiteraard bent u niet verplicht om uw werk openbaar beschikbaar te stellen. Zeker voor arrangementen die alleen voor een kleine doelgroep (hun klas 2a voor donderdag a.s.), is het niet zinvol om die voor iedereen opzoekbaar te maken. Anderzijds,
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
27
uw werk berust vaak op het werk van anderen en als u waardevolle informatie hebt toegevoegd, is dat wellicht weer van groot nut voor derden. De CONTENTcorner berust volledig op het 'Creative Commons'-concept: informatie kan worden gedeeld, zonder dat die 'gestolen' of 'geëxploiteerd' wordt. Overigens is een gepubliceerd arrangement is vindbaar voor iedereen (het grote publiek) als het is gemetadateerd en aangemeld bij Davindi. Ga daarvoor naar www.davindi.nl.Onderin het venster staat ‘site aanmelden’. Exporteren als contentpackage voor ELO Om een arrangement zelf op een website, een netwerkserver te plaatsen of om het op te nemen in een Learning Management Systeem (LMS), kunt u het arrangement exporteren als een zogenaamde content package. Dat is een ZIP-bestand gemaakt met daarin alle benodigde onderdelen. Dit ZIP-bestand bevat overigens niet de inhoud van de webpagina's waarnaar u verwijst in uw arrangement; het bevat enkel de verwijzingen. Alleen XML-metadatabestand maken Een metadatabestand bevat alleen een 'elektronische' beschrijving van uw arrangement; wat de inhoud is en waar het gevonden kan worden. In sommige gevallen is zo'n metadatabestand nodig om het correct aan te melden bij een toepassing of website. Mits de metadata correct is ingevuld (zie: 6.2.3 Subtabblad ‘Metadata’), kunt u een dergelijk bestand dus gemakkelijk maken met de CONTENTcorner. Akkoord met bovenstaande overeenkomst Om een arrangement te kunnen publiceren, moet u zich akkoord verklaren met een overeenkomst betreffende de aansprakelijkheid. Deze overeenkomst stemt overeen met de impliciete voorwaarden voor websites als YouTube e.d. Er staat ook in vermeld dat de u als MAKER eigenaar blijft van alle rechten en aan de CONTENTcorner alleen het recht verleent om het arrangement op deze wijze te publiceren. Wijzigingen publiceren Een arrangement dat gepubliceerd is, kan in principe door iedereen worden geraadpleegd. Als de optie ' Openbaar voor andere CONTENTcorner-gebruikers' is aangevinkt, kan het door collega's worden gevonden en als het is aangemeld bij Davindi, is het zelfs vindbaar voor iedereen. Dit betekent enerzijds dat het zinvol is om noodzakelijke verbeteringen en bv. aanpassingen aan de actualiteit door te voeren. Anderzijds is het geen goed idee om een arrangement volledig om te bouwen en de inhoud bv. aan te passen voor een nieuwe doelgroep. Mogelijk wordt het bestaand arrangement dan onbruikbaar wordt voor anderen. Als men drastische veranderingen wil doorvoeren is het zinvol om te overwegen het arrangement te kopiëren (zie paragraaf 6.5). Zo'n kopie wordt dan een ongepubliceerd arrangement, dat u naar wens kunt aanpassen (zie paragraaf 6.2) en opnieuw publiceren onder een nieuwe titel.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
28
7 Tabblad ‘Instellingen’ Het tabblad ‘Instellingen’ heeft twee subtabbladen: • Gegevens • Mappen beheren Gegevens Hier kunt u uw persoonlijke gegevens aanpassen en eventueel een nieuw wachtwoord kiezen. Klik op ‘OK’ om wijzigingen te bevestigen. Klik op ‘Annuleren’ om wijzigingen ongedaan te maken. Uw persoonlijke gegevens worden alleen gebruikt ten behoeve van dataopslag. Ze worden niet gebruikt of doorverkocht voor marketingdoeleinden.
Figuur 23: Tabblad voor het wijzigen van persoonlijke gegevens
Mappen beheren Op dit tabblad heeft u drie mogelijkheden: 1. Map toevoegen 2. Map verwijderen 3. Naam wijzigen Mogelijkheid 1: Map toevoegen Met het icoontje (‘nieuwe map maken’) maakt u een nieuwe map aan. In het scherm dat dan geopend wordt, geeft u de map een naam. Mogelijkheid 2: Map verwijderen Om een map te verwijderen klikt u op het icoontje (‘Map verwijderen’). De inhoud van de verwijderde map wordt naar de map ‘algemeen’ verplaatst. De map ‘algemeen’ kunt u niet verwijderen. Mogelijkheid 3: Naam wijzigen Als u op een map in de lijst klikt, verschijnt er een scherm waarin u de naam kunt aanpassen.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
29
8 Bijlage: Toelichting op de invulvelden In deze bijlage wordt beschreven hoe de metadatavelden ingevuld kunnen worden. Tevens zit er een ‘mouse over-functie’ in de CONTENTcorner. Schuif de muis over de rubrieken van het contentzoekprofiel en u krijgt een korte uitleg over dat veld. 1.5 Trefwoorden Bij het benoemen van trefwoorden, is het belangrijk om je te verplaatsen in de persoon die deze favoriet of arrangement zou willen vinden. Op welke woorden zou hij gaan zoeken? Tips: • • • • • • •
Zoekmachies gebruiken sowieso de woorden in de titel en de beschrijving van een arrangement. Het heeft dus weinig zin om die ook als trefwoord op te nemen. Gebruik indien mogelijk onderscheidende trefwoorden. Gebruik zelfstandige naamwoorden en infinitieven van werkwoorden als trefwoord; vermijd bijvoeglijke naamwoorden e.d. Maak gebruik van variaties zoals enkelvoud, meervoud en synoniemen (ook ten opzichte van woorden in de titel en de beschrijving). Trefwoorden zijn uiteraard losse woorden, neem geen zinnen op onder de trefwoorden. Gebruik een bestaande algemene of vakspecifieke trefwoordenlijst als hulpmiddel om de trefwoorden te kiezen. Gebruik geen trefwoorden met teveel reikwijdte (bv. 'onderwijs', 'leerling', 'economie'). Als iemand daarmee zoekt vindt hij zoveel, dat uw arrangement toch nooit opvalt in de massa.
1.8 Aggregatieniveaus Bij het benoemen van het aggregatieniveau, ofwel de reikwijdte van het leermateriaal, kan gebruik worden gemaakt van onderstaand hulpmiddel. Beoordeel het leermateriaal op de volgende vijf criteria (componenten, vormaspecten, inhoudelijke context, didactische context en certificaat) en dan kan eenvoudig worden bepaald welk aggregatieniveau het betreft. Fragment
Leereenheid
Nee
Informatieeenheid Meerdere Eén of meerdere Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Ja
Component(en) Eén Vormaspect(en) Eén Inhoudelijke context Didactische context Certificaat
Meerdere Eén of meerdere Ja
Certificeerbare eenheid Meerdere Meerdere Ja
Component: Bestanddeel (samenstelling) van het leermateriaal. Vormaspect: Soort bestand, bijvoorbeeld audio, tekst, bewegend beeld, plaatje. Inhoudelijke context: Er wordt aangegeven in welke inhoudelijke context het leermateriaal moet worden geplaatst. Didactische context: Er wordt aangegeven wat de lerende met de verschillende componenten gaat doen om bepaalde doelen te bereiken.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
30
Voorbeelden van een fragment: Afbeelding van de Eiffeltoren; Beschrijvende alinea over de Eiffeltoren. Wat is het niet? Bestanden die bestaan uit een combinatie van componenten zoals een tekstbestand met een afbeelding. Of een internetpagina met daarin opgenomen een animatie. Interactieve programma’s waarbinnen de gebruiker reacties krijgt op de eigen handelingen. Een presentatie die bestaat uit verschillende dia’s waarin een onderwerp wordt besproken. Voorbeelden van een informatie-eenheid: Een tekstdocument waarin een plaatje van de Eiffeltoren is opgenomen en waarin de Eiffeltoren wordt gezien als een voorbeeld van een staalconstructie. Een gesproken tekst in het Frans over de Eiffeltoren (zowel tekst als geluid) Wat is het niet? Interactieve programma’s waarbinnen de gebruiker reacties krijgt op de eigen handelingen om een bepaald leerdoel te bereiken. Leermateriaal waarbinnen meerdere componenten zijn opgenomen met als doel het bereiken van een of meerdere doelen. Voorbeelden van een leereenheid: Een combinatie van een instaptoets over staalconstructies, een tekst met afbeeldingen van verschillende typen staalconstructies met opdrachten hoe de informatie hierover verwerkt moet worden, uitmondend in voortgangstoetsen en een afsluitende verwerkingsopdracht. Wat is het niet? Een volledige leergang over een afgerond onderwerp dat leidt tot een (erkend) certificaat. Voorbeeld van een certificeerbare eenheid: Een combinatie van meerdere instaptoetsen over constructie, met onder andere een module over staalconstructies leidend tot een deelcertificaat constructie na het afronden van een certificeerbare toets in de vorm van een proeve van bekwaamheid. Als dat nodig mocht zijn voor de docent, aantal studiebelastingsuren, een afsluitende zelftoets waarmee de lerende zijn kennis kan testen, informatie over de benodigde voorzieningen. Wat is het niet: Een volledige opleiding die leidt tot een eindkwalificatie. 2.1 Life cycle version Het betreft hier een aanduiding van het versienummer van de favoriet(en) of van het arrangement.De keuze van de nummering is vrij: bijvoorbeeld 06032005, 1.0 of 1.1.1. De nummering met drie cijfers gescheiden door een punt is het meest gebruikelijk. Als er geen versienummer is, gebruik dan 0.0.0. 2.2 Life cycle status Het betreft hier een benoeming van de ontwikkelstatus van de favoriet of van het arrangement. U kiest een van de benamingen uit het rolmenu: Prototype; Definitief; Revisie; Nniet beschikbaar. 4.1 Format Het betreft hier een benoeming van het bestandsformaat van de favoriet of van het arrangement. Aan de hand hiervan kan worden bepaald welke software toegang geeft tot de content. Voor een arrangement zonder toevoegingen geldt als format: text/html. In principe zou men alle bestanden waaruit een website is opgebouwd moeten beschrijven, maar voor de gevonden favorieten is dat in de praktijk onmogelijk.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
31
5.2 Learning resource type Geef net zoveel omschrijvingen, totdat u het arrangement zo volledig mogelijk hebt ‘beschreven’. Soort Evaluatie/ Toetsmateriaal
Omschrijving Zelfstandig te doorlopen leermateriaal, vaak binnen gestelde tijd. Heeft als doel om te evalueren van en reflecteren op kennis, vaardigheden en/of attitudes. Er is geen sprake van controle en beoordeling en er is geen directe feedback. Hooguit bij de afsluiting
Gesloten opdracht
Afgebakende didactische aanwijzingen om de opdracht al dan niet zelfstandig uit te voeren. Heeft als doel het leren van specifieke kennis en/of vaardigheden. Het is duidelijk wat de lerende moet doen: een uitgestippeld pad of een voorbeeld. Met een gedefinieerd antwoord en hooguit enkele uitvoeringsmogelijkheden. Mogelijk met feedback tijdens het uitvoeren van de opdracht. Open opdracht Didactische aanwijzing voor het zelfstandig uitvoeren van de opdracht, met de nadruk op het proces, waarbij het resultaat niet vastligt van tevoren. Met als doel het jeeigen-maken van kennis, vaardigheden en/of attitudes. Een substantieel aantal antwoorden of manieren van uitvoeren moeten mogelijk zijn. Het resultaat ligt van tevoren niet vast. Richting kan eventueel wel worden aangegeven. Per definitie is er geen interactie vanuit het leermateriaal, wel menselijke interactie, bijvoorbeeld docent – lerende. Verkennings/ Leermateriaal waarbij een aantal variabelen Onderzoeksmateriaal kan worden ingesteld of gewijzigd, waardoor een bepaald effect optreedt waar de lerende van leert. Met als doel de gebruiker te stimuleren om te verkennen, m.a.w. het overwegend onbekende te ontdekken. Het leermateriaal is gericht op acties die worden ondernomen:Op onbekend terrein om iets te ontdekken, om een hypothese te testen, of om bekende waarheden aan te tonen. Op onbekend terrein om kennis, vaardigheden en/of attitudes uit te breiden. Te verwachten interacties is gericht op het stimuleren van nieuwsgierigheid en begeleiding van het proces. Handleiding Afgebakende aanwijzingen voor het meestal stapsgewijs uitvoeren van een Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
Voorbeelden Examen, Citotoets, tentamen, schriftelijk onderzoek, evaluaties, diagnostische toets. Gesloten / open vragen, vragenlijst, vraagstuk, test. Oefenstof, herhaling, deeltaakoefening, examenvoorbereiding. Taak, gesloten vraag, vragenlijst, webquest, tafeltrainer
Project, (schaak-)spel. Taak, open vraag, vraagstuk, webquest, prestatie (natuurlijk leren), werkstuk, spreekbeurt.
Adventure, experiment, simulatie, practicummateriaal, oriëntatie en onderzoek. Taak, webquest, website
Helpprogramma, user guide, stappenplan, 32
Informatiebron
Gereedschap
opdracht of gebruik van een programma. Met als doel het begeleiden van een (leer)proces. Dit leermateriaal zal altijd in relatie met iets anders worden gebruikt (applicatie, proef of ander leermateriaal). Mogelijke interactie hoeft primair niet gericht te zijn op didactische grondslagen. Informatief-, illustratief, presentatie- of instructiemateriaal wat geschikt is om te gebruiken bij het leren. Met als doel de begripsvorming te bevorderen. Deze informatie moet een bepaalde structuur bevatten, mogelijk vanuit een didactisch oogpunt. Het is dus de bedoeling dat dit materiaal gebruikt wordt in samenhang met ander leermateriaal. Interactie, didactisch of anderszins mogelijk, maar niet verplicht. Hulpmiddel ter ondersteuning van het primaire onderwijsproces. Met als doel het faciliteren / ondersteunen van het onderwijs. Doelgroep kan de lerende (tekstverwerker) zijn, de docent (auteursomgeving) of directie / administratie (schooladministratie). Interactie, didactisch of anderszins mogelijk, maar niet verplicht.
handleiding, tip.
Beeld, video, presentatie, (lied)bundel, gegevensbestand, artikel, atlas, bronnenboek, naslagmateriaal, samenvatting, tijdschrift, vakliteratuur, woordenboek, encarta, flora. Tekstverwerker, tekenprogramma, muziekprogramma, schooladministratie, elektronische leeromgeving, auteurssysteem, leerlingvolgsysteem, portfolio, hulpprogramma handicap, site die gericht is op samenwerking en communicatie.
5.5 Intended End User Role Rolmenu met daarin de keuze voor: coach, docent, praktijkbegeleider, deelnemer, auteur, beheerder, overig. 5.6 Context Rolmenu /Vocabulaire erg uitgebreid voor VO, BVE kent slechts 1 context (BVE). De vocabulaire voor deze rubriek is nog niet definitief vastgesteld. 5.7 Typical age range Intypen voor welke leeftijdsgroep het arrangement geschikt is. Mogelijke invoer: bijvoorbeeld 12 (twaalfjarigen) 12- (twaalf en ouder), 12-18 (van twaalf tot achttien jaar). 5.9 Typical learning time Studiebelastingsuren in uren en minuten. 6.1 Cost Yes: aan het gebruik van de educatieve content zijn kosten verbonden No: aan het gebruik van de educatieve content zijn geen kosten verbonden. 6.2 Copyrights and other restrictions Yes: het gebruik van de educatieve content is auteursrechtelijk beschermd of andere beperkingen zijn van toepassing.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
33
Als u 'Yes' kiest, moet u ook het veld 6.3 Description invullen. No: De educatieve content is vrij te gebruiken. 6.3 Description Intypen onder welke voorwaarden het arrangement mag worden gebruikt. Als u bij 6.2 'Yes' hebt gekozen, moet u ook dit veld invullen. 9 Classification De invulling van deze rubriek moet nog worden vastgesteld.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
34
9 Verklarende woordenlijst ADL
Aggregatieniveau
AICC
Arrangeren Asset Authenticatie
Auteurssysteem Autorisatie
BVE sector Certificeerbare eenheid
Content Content package
Contentzoekprofiel
De facto standaarden De jure standaarden Educatieve content Educatieve Repositories Netwerk (Edurep) EduExchange
ELO
Advanced Distributed Learning. Internationale organisatie van producten en gebruikers van e-learning. Ondersteunt de SCORM-standaard voor metadatering van educatieve informatie. Aanduiding van de ‘reikwijdte’ van een onderdeel van het leermateriaal, gaande van een fragment, via een informatieeenheid tot een volledige cursus. Aviation Industry CBT Committee. Amerikaanse organisatie op het terrein van computerondersteunend onderwijs voor de luchtvaartindustrie die als eerste een standaard voor e-learning heeft vastgesteld. Deze standaard vormt de grondslag voor de SCORM-standaard. Het samenstellen van les/cursusmateriaal met behulp van leerobjecten. Een object, zoals tekst, plaatje, geluid. Controlemechanisme (meestal met een gebruikersnaam en een wachtwoord) om er zeker van te zijn dat het systeem en/of de persoon waarmee wordt gecommuniceerd inderdaad degene is die hij beweert te zijn. Een programmapakket (tool) waarmee (educatieve) content ontwikkeld wordt. Een controlemechanisme om te bepalen welke rechten een persoon heeft bijvoorbeeld het lezen of veranderen van bepaalde documenten. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. De opleidingen binnen deze sector zijn op MBO-niveau. Het vierde aggregatieniveau. Kenmerkend is een inhoudelijke en didactische context en het toekennen van een certificaat na afronding van deze leermaterialen. Zie ook educatieve content. Groep documenten en bestanden die samen een leerstofonderdeel vormen en voorzien zijn van een manifest waarin de inhoud wordt omschreven. Dankzij dit manifest kan het package gemakkelijk worden geopend en geïmporteerd. Afspraken over de metadatering van leermateriaal voor een specifieke situatie (bijvoorbeeld voor de BVE-sector), die zijn gebaseerd op een algemeen geldende standaard (SCORM). Standaarden die niet vastgesteld worden door een officieel lichaam maar wel veel worden gebruikt. Standaarden die vastgesteld worden door een officieel lichaam, zoals de ITU (non-treaty agency van de VN). Leermiddelen, zoals plaatjes, tekst, geluidsfragmenten, presentaties, vragen, opdrachten, etcetera. Database (opgebouwd uit andere databases) van beschikbaar e-learning leermateriaal. Een jaarlijks terugkerend kennisuitwisselingsevenement op het gebied van onderwijs waarbij theorie en praktijk elkaar versterken. Een ELO of Elektronische Leer Omgeving is de Nederlandse benaming voor een Learning Management Systeem (LMS).
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
35
E-portfolio
Exporteren Favoriet Filter Fragment IEEE
Informatie-eenheid IMS Metadata XML binding
J4-leerobject
Learning Content Management System (LCMS) Learning Management System (LMS)
Learning Object Metadata (LOM) Leerobject (learning object) Leereenheid Manifest
Metadata MPEG
Een electronische leeromgeving waarmee het leerproces wordt ondersteund door het aanbod van lesmateriaal, cursusadministratie, registratie van leerresultaten, communicatie tussen docenten en lerenden, etcetera. Een e-portfolio is een verzameling doelgericht bij elkaar gebracht digitaal materiaal waarmee inspanning, ontwikkeling en prestaties van een lerende zichtbaar worden. Een portfolio wordt gebruikt om aan anderen de verworven kennis, vaardigheden en persoonlijke eigenschappen aan te tonen. Een gearrangeerd werk wordt geëxporteerd naar een LMS om het voor een selecte groep te gebruiken. Een gevonden zoekresultaat dat je wilt bewaren om het te kunnen gebruiken in een arrangement. Een selectiemiddel om sneller het gewenste zoekresultaat te verkrijgen. Zie ook asset. Het laagste aggregatieniveau. Geen inhoudelijke en didactische context aanwezig. Institute of Electrical and Electronics Engineers. Amerikaanse organisatie op het terrein van de electronica die o.a. standaarden voor e-learning vaststelt en beheert. Het tweede aggregatieniveau. Er is alleen sprake van een inhoudelijke context, geen didactische context. Een vastgestelde standaard die beschrijft uit welke velden de IMS Metadata bestaat. Per veld is aangegeven wat de kenmerken van dat veld zijn. Denk hier bijvoorbeeld aan verplicht J/N, maximale lengte etc. De kleinst mogelijke samenhangende hoeveelheid informatie, in een vaste didactische structuur, die gericht is op het ontsluiten van die informatie voor een specifieke doelgroep, ten behoeve van het zo zelfstandig mogelijk kunnen verwerven van de benodigde kennis en vaardigheden om competent te kunnen handelen. Een J4-leerobject is in het contentzoekprofiel een leereenheid (aggregatieniveau 3), omdat er doelstellingen zijn beschreven. Een leeromgeving met (versterkte) mogelijkheden om leermateriaal te beheren en gestructureerd aan te bieden aan de lerenden. Een elektronische leeromgeving, waarmee het leerproces wordt ondersteund door het aanbod van lesmateriaal, cursusadministratie, registratie van leerresultaten, communicatie tussen docenten en lerenden, etcetera. Een gestructureerde beschrijving van leerobjecten. LOMv1.0 is een wereldwijd geaccepteerde standaard en vormt als zodanig tevens de basis voor het contentzoekprofiel. Eenheid van leermateriaal, vaak omschreven als leerstofonderdeel dat afzonderlijk verwerkt kan worden. Het derde aggregatieniveau. Kenmerkend voor dit niveau is de didactische context. ‘Bijsluiter’ bij een document of groep van documenten met een omschrijving van de inhoud (metadata en eventueel informatie over de structuur). Informatie over (educatieve) content, zoals titel, auteur, onderwerp, datum, type documentatie. Moving Picture Experts Group. Aantal standaarden voor
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
36
Open Standaarden
Publiceren SCORM Specificatie
Use case Vocabulaire
Vraaggestuurd leren
Webbased educatieve content
XML
multimedia (MPEG-1), bijvoorbeeld voor videocompressie (MPEG-1), multimedia-metadata (MPEG-7) en auteursrecht (MPEG-21). Standaarden die voldoen aan de door OSOSS gestelde definitie op www.ososs.nl. In het kort standaarden die via een open beslissingsprocedure tot stand komen en in beheer zijn bij een not-for-profit organisatie die een vrij toetredingsbeleid kent. De standaard moet gepubliceerd zijn en er zijn geen beperkende voorwaarden voor gebruik. Een voorbeeld hiervan is XML. Het gearrangeerde werk is voor iedereen toegankelijk op internet. Sharable Content Object Reference Model. Standaarden voor herbruikbare en uitwisselbare educatieve content. Afspraak die nog niet door een officieel instituut zoals ISO, NEN, CEN of IEEE goedgekeurd is en daarom nog geen standaard genoemd mag worden. Voorbeeld van praktische gebruiksmogelijkheden. Een vastgestelde lijst met termen die als waarde dienen voor een element uit de metadatastandaard. Een vocabulaire kan optioneel dan wel verplicht zijn. Onderwijsvorm waarbij de lerende in grote mate zelf het leerpad uitstippelt en waarbij het onderwijs inspeelt op de vraag vanuit de individuele trajecten. Tegenhanger van het traditionele aanbodgerichte onderwijs. Informatie die bestemd is voor educatie, zoals les- en toetsmateriaal, aangeboden via het internet of gebruikmakend van internettechnologie, waardoor informatie plaats- en tijdonafhankelijk beschikbaar is. Extensible Markup Language is een standaard voor de representatie van gestructureerde gegevens in platte tekst.
Gebruikershandleiding CONTENTcorner, versie 2.8
37