Gebruikershandleiding Puma
Gebruikershandleiding Puma Allereerst willen wij u van harte feliciteren met uw keuze voor onze Jonge Poerink Conveyors transportinstallatie. De transportinstallatie is het resultaat van meer dan 75 jaar ervaring, hoge standaard technieken en een brede praktijkkennis. Belangrijk: Lees voor u werkzaamheden aan/met de Jonge Poerink Conveyors transportinstallatie verricht eerst nauwgezet deze gebruikshandleiding door. Jonge Poerink Conveyors, noch zijn wettige vertegenwoordigers, kunnen op enigerlei wijze verantwoordelijk gesteld worden voor schade aan en/of ontstaan door de Jonge Poerink transportinstallatie als gevolg van het niet of onzorgvuldig naleven van de bepalingen gesteld in deze gebruikshandleiding.
Alle Jonge Poerink Conveyors installaties zijn ontworpen en geproduceerd volgens de richtlijnen voor machineveiligheid van de EG. (2006/42/EG).
Disclaimer De informatie in deze handleiding is alleen bedoeld als een hulp- en dienstverlening aan onze klanten. Jonge Poerink Conveyors BV geeft geen garantie voor de nauwkeurigheid of de toepasselijkheid van dergelijke informatie. Jonge Poerink Conveyors BV is uitdrukkelijk niet verantwoordelijk voor schade aan eigendommen en/of persoonlijke schade, direct of indirect voor schade en / of storingen veroorzaakt door onjuist ontwerp, de toepassing, de installatie, de gebruik, misbruik en / of onjuist gebruik van haar producten al dan niet gebaseerd op informatie hierin. Jonge Poerink Conveyors BV garandeert niet dat het ontwerp en / of operationele functie van machines die in verbinding staan met en/of bedoeld zijn om mee in verbinding te staan met Jonge Poerink Conveyors BV producten, overeenstemt met de lokale, provinciale en / of federale regelgeving en normen met betrekking tot de openbare veiligheid, de veiligheid van de werknemers, de veiligheid bewakers, sanitaire veiligheid, brandveiligheid, of enige andere veiligheidsvoorschriften. ALLE KOPERS EN GEBRUIKERS MOETEN DE GELDENDE LOKALE, PROVINCIALE EN FEDERALE REGELS EN NORMEN RAADPLEGEN. © Jonge Poerink Conveyors b.v. 03-03-2010
Inhoudsopgave 1. Do’s and don’ts 2. In bedrijf stellen 2.1 Plaatsen 2.2 Afstellen hoogte en stabiliteit. 2.3 Aansluiting elektromotor 2.4 Afscherming 3. Gebruik 4. Transportinstallatie 4.1 Demontage 4.2 Monteren van de transportinstallatie 5. Transportband 5.1 Demontage 5.2 Montage 6. Onderhoud 6.1 Ketting en kettingtandwiel 6.2 Kogellagers en looprollen 6.3 Onderhoudsvoorschriften band 6.4 Schoonmaken installatie 7. Garantie 8. Reserveonderdelentekening 8.1 JP Puma reserve onderdelen lijst 8.2 Onderdelen bestellen
1. Do’s and don’ts Do not
Do
Start de transportinstallatie niet op een instabiele ondergrond.
Wees er zeker van dat de transportinstallatie stabiel staat. Corrigeer het hoogteverschil d.m.v. de stelpoten.
Werk niet aan het elektrisch systeem als de elektrische voeding is ingeschakeld.
Schakel de elektrische voeding uit voordat u aan de installatie werkt.
Laat de transportinstallatie niet draaien als de insteken niet juist gemonteerd zijn.
Controleer of alle insteken juist gemonteerd zitten (vooral na bevestigen/onderhoud van de band).
Laat de transportinstallatie niet draaien als de band beschadigd is.
Controleer of de band in goede conditie is/geen beschadigingen heeft.
Gebruik de transportinstallatie niet voor transport van mensen of dieren.
Gebruik de transportinstallatie alleen voor de producten. De Puma is de ideale transportinstallatie voor de voedingverwerkende industrie.
Start de transportinstallatie niet voordat alle kritieke punten gecontroleerd zijn.
-
-
Zorg ervoor dat de band gelijkmatig loopt. Zorg ervoor dat de trommel goed in de installatie zit. Controleer of de ondersteuningsrollen naar behoren werken. Controleer de correcte hoogte van de bandondersteuning. Voorkom dat band ergens achter kan blijven haken. Voorkom aanlopen van de band tegen het frame.
Do not
Do
Belaad de band niet meer dan toegestaan.
Wees er zeker van dat de lading de verkoopspecificatie niet overschrijdt.
Gebruik geen chemicaliën zoals chloriden, zuren enz. om de band te reinigen.
Reinig de band volgens de instructies zoals beschreven in deze handleiding in hoofdstuk 6.4.
Stel de band niet aan extreme temperaturen of open vuur bloot.
Houd brandende bronnen weg van de band (zie ook ‘brandveiligheidsmaatregelen’). Zorg voor een goed geaarde installatie.
Stel de band niet bloot aan producten met een temperatuur hoger dan 60°C
Maximale producttemperatuur volgens de garantievoorwaarden niet overschrijden.
Loop niet op de transportinstallatie.
Houd de band schoon en voorkom band beschadiging.
Gebruik de transportinstallatie niet voordat alle beveiligingen gemonteerd zijn.
Monteer eerst de beveiligingen voordat de installatie gestart wordt.
2. In bedrijf stellen 2.1 Plaatsen Gebruik een heftruck met verlengde lepels. Uw transportinstallatie kunt u het beste onder het frame oppakken. 2.2 Afstellen hoogte en stabiliteit. Zet de transportinstallatie op de gewenste plaats neer. Oneffenheden in de vloer en kleine hoogteverschillen kunnen gecorrigeerd worden door middel van het verdraaien van de verstelbare poten. Draai eerst de borgmoer los en draai daarna de steunpoot in de gewenste positie. Als de transportinstallatie op hoogte en ook stabiel staat, moet de borgmoer worden vastgedraaid. 2.3 Aansluiting elektromotor De transportinstallatie is gebruiksklaar afgeleverd. Alleen de motor dient aangesloten te worden. Voor het aansluiten van de motor dient u de aansluitkap op het motorhuis te verwijderen. Het aansluitschema vindt u bijgesloten. Deze aanwijzingen zijn opgesteld door de leverancier van de motor. Het aansluiten van de motor dient door een elektricien gedaan te worden. Let op de draairichting van de motor: de motor mag de band alleen trekken, niet duwen. Belangrijk: Als de motor direct op een spanningsbron wordt aangesloten dient deze spanningsbron eerst spanningsloos gemaakt te worden. Houd er rekening mee, dat voor dat er onderhouds- of reparatiewerkzaamheden plaatsvinden, de motor spanningsloos dient te zijn, dus zorg voor ontkoppelmogelijkheden.
2.4 Afscherming De transportinstallatie is uitgerust met afschermingen voor uw veiligheid (tenzij door de klant uitdrukkelijk verboden). Om echter te voorkomen dat door te veel afschermingen de functie van de transportinstallatie belemmerd wordt, zijn er geen afschermingen aangebracht bij de in- en uitvoer. Wij raden u aan om hier een passende afscherming te monteren. Uw Jonge Poerink Conveyors transportinstallatie is nu klaar voor gebruik.
3. Gebruik De door u gekochte Jonge Poerink Conveyors transportinstallatie is bedoeld voor het transporteren van vooraf bepaalde producten. Als u de transportinstallatie wilt gaan gebruiken voor andere producten, neemt u dan gerust contact op met Jonge Poerink Conveyors. Telefoon +31-(0) 74 255 7430 of uw agent. We willen graag de toepassing met u doorspreken. Waarschuwing De installatie is beslist niet bedoeld voor het vervoer van personen en/of huisdieren. Tijdens het gebruik is het niet toegestaan zich op of onder de installatie te begeven. De transportinstallatie mag alleen in gebruik genomen worden indien alle beschermkappen gemonteerd zijn.
Het A-gewogen geluidsemissiedruk op de werkplekken is minder dan 70 dB(A). De maximale waarde van de C-gewogen momentane geluidsemissiedruk op de werkplekken is minder dan 63 Pa. Het A-gewogen niveau van het door de machine uitgestraalde geluidsvermogen is minder dan 80 dB(A).
4. Transportinstallatie 4.1 Demontage Neem de transportinstallatie uit bedrijf en zorg ervoor dat de installatie tijdens de werkzaamheden niet plotseling weer in bedrijf gesteld kan worden (isoleren stroomtoevoer). Verwijderen van de aandrijving De transportinstallatie heeft een kettingaandrijving. Verwijder de beschermingskappen en verwijder de ketting. Draai inbusschroeven op de kettingwiel(en) los en verwijder het kettingwiel. De transportinstallatie heeft een motorreductor die op de aandrijfas is gemonteerd. Als eerste moeten de aansluitdraden van de elektrische voeding gedemonteerd te worden (alleen laten doen door een elektricien). Verwijder de bescherming op de motorreductor, verwijder vervolgens de verbindingsbout aan het einde van de as. Demonteer de momentarm van de momentarmsteun door de bout te verwijderen die de momentarm met het frame verbind. Pas op dat de motor door zijn eigen gewicht kan draaien. De motorreductor kan nu van de as geschoven worden. Verwijderen transportband Draai de bouten van de lagers van de verstelbare trommels los en zet de trommels terug zodat de band meer speelruimte krijgt. Verwijder de band volgens de instructies in hoofdstuk 5. Verwijderen trommels Verwijder de kunststof beschermkappen op de lagers d.m.v. een schroevendraaier. Draai de inbusschroeven in de stelringen los en verwijder de stelringen
door gebruik te maken van een hamer en een drijver. Verwijder de bouten waarmee de lagers gemonteerd zijn. De lagerhuizen kunnen nu verwijderd worden van de as. Voorzichtig gebruik van een hamer met plastic kop is toegestaan als het nodig is. De trommels kunnen nu verwijderd worden uit de transportinstallatie.
Er zijn twee typen trommels: A) Stalen zeshoekige assen met kunststof tandwielen en afstandsbussen. B) Ronde stalen as met gietijzeren tandwielen.
Onthoud hoe en waar de tandwielen op de as zijn bevestigd. Maak bij voorkeur een schets van de trommel en vermeldt de afmetingen. Stalen zeshoekige assen met kunststof tandwielen en afstandsbussen: verwijder de zegelringen om de kunststof tandwielen en afstandsbussen te verwijderen. Ronde stalen as met gietijzeren tandwielen: Na het verwijderen van de inbusschroeven in de tandwielen, kunnen de tandwielen van de as verschoven worden. Als de trommels weer opnieuw worden gebruikt, mogen de trommels niet gedemonteerd worden, wegens de sterkte van de as deze maar één keer per tandwiel doorboord mag worden.
Demonteren ondersteuning Er zijn twee typen ondersteuningen. A) Stalen ondersteuningsstrippen in het bovengedeelte en lagers in het onderdeel. B) Conische rollen in het bovendeel en conische rollen of lagers in het ondergedeelte.
De stalen ondersteuningsstrippen kunnen niet verwijderd worden. Alleen zeer abrasieve omstandigheden kunnen complete slijtage veroorzaken. Mochten de stalen ondersteuningsstrippen echter toch aan vervanging toe zijn, neem u dan contact op met Jonge Poerink Conveyors of uw agent voor advies. De lagers in het ondergedeelte kunnen eenvoudig worden vervangen door de moer los te draaien. Als de as, waar het lager op gemonteerd is, onbeschadigd is, kan deze weer opnieuw gebruikt worden voor de montage van de nieuwe lagers. Onthoud/noteer hoe de lagers bevestigd zitten. De conische rollen in het bovengedeelte zijn uitgerust met assen waarin draad getapt is. Deze zijn d.m.v. bouten gemonteerd aan de buiten- en binnenplaat van het frame. Door de bouten te demonteren, kunnen de conische rollen worden verwijderd. Onthoud/noteer hoe de holle en bolle ringen gemonteerd zijn. De conische rollen in het ondergedeelte hebben draad aan beide aseinden. Aan de buitenradius zijn de conische rollen gemonteerd met holle en bolle ringen. Aan de binnenradius is de as verlengd met een extra as die in het sleufgat in het frame valt. Demonteer de bouten in de binnen- en buitenradius van de transportinstallatie om de conische rollen te verwijderen. Onthoud/noteer hoe het geheel bevestigd zit.
Bandzijgeleiding Er zijn twee typen bandzijgeleiding.: A) De bandzijgeleiding is gemaakt van lagers gemonteerd in een kunststof huis.
B) De bandzijgeleiding is gemaakt van lagers gemonteerd in een stalen huis.
De kunststof lagerhuizen zijn inbusbouten en blindklink-moeren gemonteerd aan het frame en kunnen worden verwijderd zonder beschadiging. Het kunststof lagerhuis wordt aan de onderkant tegen het frame aangehouden door een lip. Na het verwijderen van de inbusbout, moet het bovenste gedeelte van het lagerhuis van het frame worden verplaatst. Til het lagerhuis vervolgens op, zodat de lip uit het frame komt. De geleidingslagers zijn op speciale lagerplaten gemonteerd en moeten als complete eenheid verwisseld worden. Voordat u de lagereenheid uit de kunststof behuizing haalt, moet u de plaats markeren, zodat u de nieuwe lagereenheid niet verkeerd monteert.
Er zijn twee typen stalen lagerhuizen A) Lagers in een stalen lagerhuis in het bovengedeelte.
B) Lagers in een stalen lagerhuis in het ondergedeelte.
De stalen lagerhuizen zijn met slotbouten gemonteerd. Verwijder de slotbouten in de binnenradius om de stalen lagerhuizen te verwijderen. Lagers in stalen lagerhuizen kunnen alleen als geheel worden vervangen. 4.2 Monteren van de transportinstallatie Voorbereiding Controleer eerst alle onderdelen die opnieuw gebruikt worden op slijtage. Zie hiervoor hoofdstuk 6 “Onderhoud”. Nieuwe onderdelen kunnen besteld worden aan de hand van de reservedelentekeningen, zie hoofdstuk 8 “Reservedelentekening”. Alle onderdelen en bevestigingsvlakken moeten schoon gemaakt worden voordat er aan de montage wordt begonnen.
Bandzijgeleiding De bandzijgeleiding is gemaakt van lagers bevestigd in een kunststof huis: Assembleer de bandzijgeleiding door de lagerplaten met de lagers in de kunststof lagerhuizen op de gemarkeerde plekken te schuiven. De rechte lagerplaten met lager worden bovenin het lagerhuis gemonteerd. De gebogen lagerplaten met lager worden onderin het lagerhuis gemonteerd en geleiding de band in het retourpad. Monteer de lagerhuizen in het frame door de lip in het daarvoor bestemde gat van het frame te schuiven. Zet het lagerhuis vast met inbusbouten. De bandzijgeleiding is gemaakt van lagers bevestigd in een stalen lagerhuis: Monteer de lagerhuizen in het frame door de lagerhuizen in de daarvoor bestemde gaten te schuiven en met bouten vast te zetten. Het huis met de gebogen plaat moet in het ondergedeelte van het frame gemonteerd worden. Deze moet de band in het retourpad geleiden. Ondersteuning Voor transportinstallaties met ondersteuningslager in het ondergedeelte van het frame, monteer de lagers met assen op de lippen in de dwarsverbindingen. Monteer het op dezelfde manier als de originele situatie. Voor transportinstallaties met conische rollen zijn de rollen gemonteerd aan de binnen- en buitenplaat van het frame. De conische rollen moeten gemonteerd worden met de grote diameter aan de buitenradius. Monteer de rollen d.m.v. bouten aan het frame.
Monteren van de trommels Trommels met kunststof tandwielen: Schuif de (nieuwe) tandwielen en afstandsbussen op de as op exact dezelfde positie als origineel. Borg de tandwielen d.m.v. zegelringen. Controleer de positie van de tandwielen met de band. De tanden van het tandwiel moeten precies in het midden tussen de ribben van de band vallen. Plaats de trommel in het frame en monteer de lagers. Zet de lagers in de achterste positie en draai de lagers tijdelijk vast. Trommels met stalen tandwielen: Schuif de (nieuwe) tandwielen op de as op exact dezelfde positie als origineel. Borg de tandwielen nog niet. Plaats de trommel in het frame en zet de lagers vast. Met sommige frameontwerpen is het nodig om de tandwielen over de as te verschuiven om de trommel in het frame te plaatsen. Zet de lagers in de achterste positie en draai de lagers tijdelijk vast. Leg de nieuwe band in de transportinstallatie en controleer de positie van de tandwielen t.o.v. de band. De tanden moeten precies in het midden tussen de ribben van de band vallen. Als de positie van de tandwielen correct is, borg dan de tandwielen door gebruik te maken van inbusschroeven. Verwijder de band en controleer door een “controle as” tussen de tanden te leggen of de tanden van de tandwielen in één lijn liggen met elkaar. Deze “controle as” moet in lijn liggen met de as van de trommel. Controleer nogmaals de positie van de tanden met de band. Boor een gat in de tandwielen en as met diameter die bestemd is voor de spanstift. Monteer vervolgens de spanstift. Let op: I.v.m. de sterkte van de as mag deze maar één keer per tandwiel doorboord worden. Als een tandwiel niet correct doorboord is, moet een nieuwe as gebruikt worden.
Transportband Zie hiervoor hoofdstuk 5 “Transportband”. Afstellen van de band Positief aangedreven banden (= d.m.v. getande trommels aangedreven) hebben geen voorspanning nodig. Een kleine “zak” achter de aandrijftrommel is in de meeste gevallen zelfs wenselijk, omdat hierdoor de slijtage verminderd. Controleer of de band correct en recht in het frame ligt. Controleer nogmaals of de positie van de vertanding van de trommels goed is t.o.v. de band. Indien nodig kan dit gecorrigeerd worden door de assen van de trommels in de lagers te verschuiven. Zet daarna de assen vast in de lagers door het aanbrengen van de excentrische ring. Sla deze ring vast d.m.v. een hamer en een doorn en draai de stelschroef vast. De tanden van de tandwielen moeten nog steeds in het midden tussen de ribben van de band blijven vallen. Breng de band op spanning door de aandrijfen keertrommel te verschuiven. Is de band op spanning, zet dan de keertrommel vast. De spanning moet aan beide zijkanten van de band hetzelfde zijn. Zet de lagers definitief vast als de band voldoende op spanning is. Controleer of de band correct en vlak in het frame ligt en nergens kan blijven haken. Bij langzaam lopende installaties of installaties met regelbare snelheid kan nu de aandrijving gemonteerd worden. Monteer ook direct de bijbehorende beschermkappen om letsel te voorkomen. Bij snellopende installaties m (vband ≥ 5 /min) moet er een slinger met voldoende hefboomlengte op de aandrijfastap gemonteerd worden. Laat de transportinstallatie langzaam lopen of verdraai de slinger. Bij installaties met regelbare snelheid moet de laagste snelheid gekozen worden. Controleer of de band soepel loopt en nergens blijft haken of aanloopt.
Contoleer of er dakvorming bij de inloop optreedt. Als dit gebeurt, moet er een paneel verwijderd worden zoals eerder in dit hoofdstuk beschreven. Controleer nogmaals de positie van de vertanding van de trommels t.o.v. de band en corrigeer indien nodig.
Afmonteren Monteer verder alles wat bij het demonteren is verwijderd. Zorg ervoor dat alle beschermkappen of andere beschermingsmiddelen aanwezig zijn en goed vast zitten.
5. Transportband De Puma is uitgerust met de JP kunststof panelen band. 5.1 Demontage Zet de transportinstallatie stop en zorg ervoor dat de installatie tijdens de werkzaamheden niet plotseling weer in bedrijf gesteld kan worden (isoleren elektrische voeding). Om de bestaande band te vervangen dient deze eerst volledig ontspannen te worden. Dit is mogelijk door de lagerblokken in de sleufgaten naar binnen te schuiven, zie hoofdstuk 4 “Transportinstallatie”. Om de band los te halen, moet een insteek verwijderd worden. Bij transportinstallaties met zijgeleiding zit er een sleufgat in de buitenplaten, waardoor de insteek uit de band kan worden verwijderd. Bij transportinstallaties met geen of lage zijgeleiding is het aan te raden om een stalen plaat of dunne houten plank onder de band te leggen. Dit vergemakkelijkt de demontage. De meeste binnenpanelen zijn aan de binnenradius versterkt en hebben opsluiting voor de insteek aan deze kant van het paneel, waardoor het paneel sterker en slijtvaster is. Er zijn ook binnenpanelen zonder versterkte binnenradius. In deze gevallen zorgt een inbusschroef M6x6 voor het opsluiten van de insteek. Op dezelfde plek op de buitenradius is een kunststof prop aan de onderkant in het paneel gedrukt. Verwijder de borgprop in het buitenste paneel d.m.v. een smalle schroevendraaier. Druk de insteek voorzichtig vanuit het binnenpaneel naar buiten. Gebruik hiervoor een 3 mm dikke pen. Als de insteek buiten de band steekt, kan deze eenvoudig verder uit de band worden getrokken d.m.v. een grijptang. Voordat de insteek verwijderd wordt moet er voor
gezorgd worden dat de bandeinden niet weg kunnen glijden. De band kan nu verwijderd worden.
5.2 Montage Leg de band met de bovenkant naar beneden en trek de band door het ondergedeelte naar de andere kant. Trek beide uiteinden van de band door naar het bovenpart en koppel deze hier met een insteek. Gebruik alleen rechte insteken. Kromme of vervormde insteken kunnen moeilijkheden geven bij de bandloop. Bij binnenpanelen met versterkt binnenpaneel, kan de insteek in de band worden geschoven. Bij banden zonder versterkt binnenpaneel moet aan de binnenradius een inbusschroef M6x6 worden ingedraaid. De kop moet minimaal 1 mm in het paneel verzonken worden. Schuif de insteek vanaf de buitenradius in de band, totdat de insteek de inbusschroef raakt. Controleer of de insteek niet voor het gat van de borging in het buitenste paneel zit. Als de insteek dit echter wel doet, moet deze een klein stukje worden ingekort. Borg de insteek door met een hamer aan beide zijden een nieuwe kunststof borgprop te slaan. De borgproppen zijn voorzien van een zoekkant om het borgen te vergemakkelijken. De band kan nu gespannen worden, zie hoofdstuk 4 “Transportinstallatie”.
Waarschuwing – Brand veiligheidsmaatregelen voor hybride en plastic transportbanden RTSKD (Polyamide) transportbanden bevatten thermoplastische componenten en kunnen branden. Als de band wordt blootgesteld aan open vuur of temperaturen boven RTSKD (Polyamide) specificaties, kan de transportband vervormen en giftige stoffen kunnen vrijkomen. Sta RTSKD (Polyamide) transportbanden dus niet bloot aan extreme temperaturen of open vuur. Om deze reden mag de transportband niet worden gebruikt bij processen, bijvoorbeeld een oven, waarbij de producten aangestoken/gebakken worden voordat deze op de band terecht komen. U kunt de MSDS (Material Safety Data Sheet) raadplegen voor meer voorzorgsmaatregelen en noodreactie informatie.
6. Onderhoud 6.1 Ketting en kettingtandwiel Na de eerste 40 werkuren moeten alle kettingaandrijvingen gecontroleerd en afgesteld worden. Na elke 100 werkuren dient dit herhaald te worden. Tevens moet de kettingaandrijving dan gesmeerd worden. Bij duidelijke zichtbare slijtage dienen de ketting en kettingtandwiel vervangen te worden.
6.2 Kogellagers en looprollen Alle kogellagers en looprollen zijn volledig afgedicht en op levensduur gesmeerd. Wanneer de lagers speling vertonen dienen ze vervangen te worden. Wanneer de vertanding van de trommels slijtage vertonen dienen de getande schijven vervangen te worden. Ondersteuning- en geleidingsstrippen moeten vervangen worden wanneer er duidelijke zichtbare slijtage optreedt en altijd wanneer de band vernieuwd wordt.
6.4 Schoonmaken installatie Normaal schoonhouden van de installatie is voldoende. De installatie kan zonder moeilijkheden met water onder hoge druk worden schoongespoten en met (niet agressieve) schoonmaakmiddelen gereinigd worden. Ook schoonstomen is toegestaan bij transportinstallaties zonder gespoten (geverfd) frame. Spuit echter niet op lagers, overbrengingen en motoren, omdat kans bestaat dat het smeermiddel weggespoten wordt (roestvorming en/of gebrekkige werking) of kortsluiting ontstaat in de motor.
6.3 Onderhoudsvoorschriften band Gebruik alleen rechte insteken. Gebogen of vervormde insteken kunnen de overmatige slijtage veroorzaken en de functie van de band negatief beïnvloeden. Gebruik alleen nieuwe borgproppen om de insteken te borgen. Als ze eenmaal gebruikt zijn, kunnen ze zich niet meer vastzetten in de panelen. Normaal schoonhouden van de band is voldoende. De band kan zonder moeilijkheden met water en (niet agressieve) schoonmaakmiddelen onder hoge druk schoongespoten worden. Ook stoomreiniging is toegestaan mits voor korte tijd. (Alleen materiaal PPO blauw kan lange tijd worden schoongemaakt met water of stoom zonder limiet.)
Na het schoonmaken van de band/installatie moet altijd worden nagespoeld met water. Na elke 1.000 uur moet de band op dakvorming gecontroleerd worden bij de invoer van de installatie. Als dakvorming optreedt, moet er een paneel worden verwijderd zoals beschreven in hoofdstuk 4.
7. Garantie Transportschade dient binnen 1 werkdag gemeld te worden aan de Jonge Poerink Conveyors B.V. Borne - The Netherlands Tel. +31-(0)74 255 7430 E-mail:
[email protected] Van toepassing zijn onze algemene verkoop-, leverings- en betalingsvoorwaarden zoals gedeponeerd ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Almelo, Nederland. Indien gewenst, wordt u kosteloos een exemplaar toegezonden.
8. Reserveonderdelentekening 8.1 JP Puma reserve onderdelen lijst 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Kunststofpanelenband Keertrommel, compleet Tandwielen Flenslager Tandwielen Aandrijftrommel, compleet Bandzijgeleiding binnenradius Bandondersteuning: rollen of lagers Kettingwiel aandrijfas Ketting Kettingwiel motoras Motorreductor (standaard SEW) of Opsteekmotorreductor (standaard SEW)
8.2 Onderdelen bestellen Onderdelen kunnen worden besteld bij: Jonge Poerink Conveyors BV Industriestraat 6b Postbus 4, 7620 AA Borne Nederland Tel. +31 (0)74 255 7430 www.jpcconveyors.com of uw agent. Houd u a.u.b. gereed bij u bestelling: Type, serienummer, benaming, tekening positie nummer of productcode van het gewenste onderdeel. Deze data zijn te vinden op het type plaatje.