Gebruikershandleiding Nederlands
Clematis
®
®Invacare Rea AB Al het mogelijke is gedaan om ervoor te zorgen dat de inhoud van deze uitgave correct is op het moment van printen. Als onderdeel van de continue verbetering van de producten, behoudt Invacare Rea AB zich het recht voor bestaande modellen op ieder gewenst moment te wijzigen. Voor het gebruik van deze uitgave, of delen hiervan, alsmede het kopiëren / gebruik van afbeeldingen moet een schriftelijke goedkeuring van Invacare Rea AB bestaan.
2
CLEMATIS®
Inhoudsopgave Onderdelen van de rolstoel Product omschrijving Rea™ clematis® Toepassing Algemene informatie Algemene waarschuwingen en informatie Optillen van de rolstoel Standaard versie Bekleding en framekleuren Accessoires Technische gegevens – rea™ clematis® Montage Instellingen Beensteunen Voetplaten/kuitsteunen Armsteunen Kantelverstelling met gasveer Hoogteverstelbare duwhandvaten Hoogteverstelling van de rugsteun Naspanbare LAGUNA-rugleuning Ondersteuningsband voor naspanbare rugleuning Duwhandvaten voor naspanbare LAGUNA-rugleuning Antitip afstellen Remmen Begeleidersrem Evenwicht en stabiliteit Zithoogtes Accessories Rompsteunen Rompsteunen wegzwenkbaar Veiligheidsgordel Tafelblad Tafelbladkussen Abductieklos Transport van rolstoelen in een ander voertuig Fixatiemethoden Werkwijze om uw clematis® als baggage te vervoeren Veiligheidsinstructies/aandrijftechnieken Garantie Onderhoudsinstructies Reconditioneren Oppervlakte behandeling
CLEMATIS®
4 5 5 5 6 7 7 8 8 8 9 10 13 13 14 14 15 16 16 17 17
18 19 19 20 21 22 23 23 24 25 26 28 28 29 31 32 34 36 36 37 37
3
Onderdelen van de rolstoel
4 3
9
2 6 5 10
8 1
7
1: Frame, onderste deel 2: Zitframe 3: Rugleuning 4: Duw handvatten 5: Zitting 6: Achterwiel 24” 7: Zwenkwiel 8: Antitip, kantelhulp 9: Armleuningen 10: Beensteunen
4
CLEMATIS®
Product omschrijving REA™ CLEMATIS® De wielen, zittingframe, duwhandvatten en bepaalde andere delen van de Rea™ Clematis® onderhevig aan slijtage zijn gefabriceerd uit duurzaam staal. De beensteunen zijn gefabriceerd uit hoogwaardig aluminium. Zwenkwiel vering en alle verbindingstukken op het frame zijn uitgevoerd in met glasvezel verstevigd polyamide. De versteviging van de rugleuning is vervaardigd uit ABS plastic. Alle plastic onderdelen aan de stoel zijn gemarkeerd voor recycling. De vulling van het zitkussen en de rugleuning is vervaardigd van schuimrubber en de bekleding van wasbare plush of elastische polyurethaan bekleding. De Rea™ Clematis® is een semi-zelfvoortbewogen rolstoel met hoek instelbare zitunit. De hoek van de rugleuning kan onafhankelijk worden ingesteld van de zitunit. De bediening van de hoekinstelling van de zitunit als wel de rugleuning bevinden zich bij de handvatten. De Rea™Clematis® is beschikbaar in drie zitbreedten. De hoogte van de armleuning is onafhankelijk van elkaar op iedere stoel worden in gesteld. De achterwielen zijn verkrijgbaar in 24” en de zwenkwielen in 200 mm. Alle wielen zijn als luchtband of semi-solide verkrijgbaar. De zit- en rugkussens zijn ergonomisch gevormd voor de gebruiker. Ze voorzien de gebruiker maximale steun en stabiliteit maar zijn tevens comfortabel.
Toepassing De Rea™Clematis® is een handbewogen stoel, bedoeld voor laag actieve gebruikers die lange tijd in de stoel door brengen. De hoge mate van comfort geboden door de speciale rugleuning en de optie om de zitunit als wel als de rugleuning van hoek te veranderen bieden de bieden de gebruiker een ontspannen en comfortabele rust.
gedaan door de begeleider. ! " # gebruik en het onderhoud. $! % ™ Clematis® altijd uit te rusten met beensteunen, voetsteunen, een zitkussen en armsteunen!
Voor een uitzondering betreffende de beensteunen raadpleegt u het gedeelte: ”Veiligheidsgordel”, pagina 23
CLEMATIS®
5
Algemene informatie Rea™ Clematis® is een rolstoel met veel verstelmogelijkheden, opties en accessoires. Om ervoor te zorgen dat u maximaal profiteert van uw Rea™ Clematis® en om de stoel tot zijn recht te laten komen, dient de stoel door een deskundige te worden getest en ingesteld te worden. Wij hopen dat u tevens instructies heeft gekregen over het dagelijks gebruik van de Rea™ Clematis®. Deze handleiding omvat een omschrijving van alle onderdelen van de stoel, de eenvoudige instellingen, hoe de Rea™ Clematis® gebruikt dient te worden en hoe deze vervoert dient te worden. Deze handleiding dient grondig te worden door genomen alvorens men de stoel in gebruik neemt. Deze handleiding omvat verder een gedetailleerde beschrijving van de montage van de diverse accessoires en de meer geavanceerde instellingen Omdat de Rea™ Clematis® veel verschillende componenten en accessoires heeft, kan het voorkomen dat er verschil optreed tussen de omschreven accessoires en de werkelijke uitvoering op u stoel.
NB! Op de achterzijde van deze handleiding vindt u verschillende tips en aanwijzingen betreffende uw veiligheid. Wij raden u dan ook deze aandachtig te bestuderen. Invacare® is alleen verantwoordelijk voor product-aanpassingen die door Invacare® geautoriseerd personeel worden uitgevoerd. Wij behouden ons het recht voor productwijzigingen door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afleveringscontrole Iedere transport schade dient direct bij de transporteur gemeld te worden. Bewaar de verpakking totdat de transporteur de goederen heeft gecontroleerd en een overeenkomst is gesloten.
Dagelijkse controle Controleer dagelijks of de volgende onderdelen nog stevig vastzitten op de stoel: '"
6
CLEMATIS®
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN EN INFORMATIE Het niet opvolgen van de gegeven instructies kan leiden tot persoonlijk letsel en/of schade aan het product Controleer de volgende zaken voordat u de rolstoel gaat gebruiken: – zijn alle onderdelen goed aan het frame bevestigd – zijn alle wielen en knoppen correct bevestigd – werken alle remmen en anti-tip voorzieningen Til de rolstoel nooit op aan de afneembare armleuningen, voetsteunen, bekkengordel of aan de afstelbare duwhandvatten. Het veranderen van de zittinghoek veroorzaakt altijd een verhoogd risico op omkiepen. Wanneer de accessoires etc. worden gemonteerd, pas dan op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Er is altijd een risico dat delen van uw lichaam klem komen te zitten wanneer de stoel in de kantelpositie wordt gezet. De breedte van de zitting mag nooit zo worden aangepast dat de binnenkant van de armsteunen tegen het bekken komt. Zet de rem altijd vast voordat u in of uit de rolstoel gaat.
Ga bij het in of uit stappen nooit op de voetsteunen staan, daar de rolstoel dan kan omkiepen Wij adviseren u de stoel uit te rustten met voorwieladapters als de stoel in de messt voorwaartse positie is geplaatst. De hoepels kunnen heet worden als gevolg van frictie, dit kan verwondingen aan uw handen veroorzaken. Houd in gedachten dat de effectiviteit van de door de begeleider bediende remmen beperkt wordt op natte en gladde oppervlakken, evenals tijdens het rijden op een helling ( " ) zijn bevestigd. Delen van de rolstoel, zoals het frame en de bekleding, kunnen warmer worden dan 41° wanneer deze lange tijd worden blootgesteld aan direct zonlicht
Dit symbool betekent een waarschuwing en is door de handleiding heen gebruikt voor informatie die extra aandacht vereist.
OPTILLEN VAN DE ROLSTOEL
Til de rolstoel altijd op aan het frame en pak hem beet aan de punten zoals in de afbeelding aangegeven. Til de stoel nooit op aan de afneembare armleggers of de beensteunen. Zorg ervoor dat de rug en de duwhandvatten veilig op hun plaats zitten. Lees ook het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften en voortbeweging technieken.
CLEMATIS®
7
Standaard versie Zitbreedte
39, 44, 49 cm
Zitdiepte
45 cm
Rug hoogte
55 cm
BEKLEDING EN FRAMEKLEUREN Bekleding
Grey Dartex
Framekleur
Pearl grey
ACCESSOIRES De Rea™ Clematis® heeft een brede reeks van opties en accessoires. Sommige accessoires kunnen mogelijk niet leverbaar zijn in uw land.
8
Zwenkwielen
200 mm Massief
Achterwielen
24”
Overige gegevens
Werkblad Afstandshouder armsteunen Abductiekussen Pelotten Uitbouwset armsteunen Infuus montage klem Hemiplegie armsteun
CLEMATIS®
Technische gegevens – Rea™ Clematis®
390, 440, 490 mm + 20 mm met uitbouwset
420-480 mm
400–450 mm*1
600-710 mm *1,2
230–340 mm *1
400–520 mm
-1°– +19°
SW + 210 mm
960-1120 mm*2
1120–1480 mm
-1° – +32°
Max 125 kg
Transportgewicht 20,5/21/21,5kg.*3
30, 32, 33,5 kg
Transport afmetingen *4
* 1 : Gemeten vanaf de zitplaat * 2 : Exclusief neksteun * 3: Zonder achterwielen, neksteun, armsteunen, beensteunen, rompsteun en zitkussen * 4: Breedte 39 (h 595 x L 840 x 585 mm) Breedte 44 (h 595 x L 840 x 635 mm) Breedte 49 (h 595 x L 840 x 685 mm)
CLEMATIS®
9
Montage Wanneer u uw rolstoel ontvangt dient u de rugleuning te plaatsen en vervolgens de neksteun, de armsteunen en de beensteunen te monteren. Dit is zeer eenvoudig en u heeft hiervoor geen gereedschap nodig.
1a.
1a. Rugleuning Plaats de rugleuning rechtop.
1b. Fixeer de rugleuning aan de zuiger door middel van de veiligheidspin.
1b.
B A 1c. Sluit de veiligheidspin doormiddel van ring.
1c.
Controleer voor uw eigenveiligheid of de veiligheidsring daadwerkelijk goed gesloten is.
C
2.
10
2. Armleuningen De armleuningen kunnen aan de stoel bevestigd worden doormiddel van het plaatsen van de armleuningen in de daarvoor bestemde armsteunhouders die zich aan de zijde van de stoel bevinden.
CLEMATIS®
3a. 3a. Beensteunen Bevestig de beensteunen door de insteekpijp (aan de bovenzijde van de beensteun) in de buizen op de rolstoel te hangen. De beensteunen dienen bij de bevestiging schuin naar buiten te worden gedraaid.
3b.
3b. Vergrendel de beensteunen door ze naar binnen te draaien, op deze manier worden de beensteunen automatisch vergrendeld wat voorkomt dat de beensteunen losraken van de rolstoel. Pas op! Zorg ervoor dat uw vingers niet tussen de beensteunen en het frame beklemd raken.
4.
C
B
A E
D
4. Neksteun Bevestig de neksteun door deze in de daarvoor bestemde houder te plaatsen die zich op de achterzijde van rugleuning bevindt en fixeer deze op de juiste hoogte door middel van knop (B). Pas de positie aan van de hendel (A) en de moeren (C). Pas de hoogte aan door knop (B) los te maken. Deel (E) is de geheugenfunctie voor de hoogte van de neksteun. Wanneer de gewenste hoogte bereikt is, draai dan de schroef los en pas de positie aan. Daarna de schroef weer vastdraaien. Let op hoe hoog de neksteun wordt gezet. Als de rode markering (D) zichtbaar is, staat de neksteun te hoog.
CLEMATIS®
11
5. A C E B
D
5. Hoofdsteun Je bevestigt de hoofdsteun door hem in de buis aan de achterzijde van de rug te steken en vast te maken met knop (B). Pas de positie aan van de hendel (A) en de moeren (C). Pas de hoogte aan door knop (B) los te maken. Deel (E) is de geheugenfunctie voor de hoogte van de hoofdsteun. Wanneer de gewenste hoogte bereikt is, draai dan de schroef los en pas de positie aan. Daarna de schroef weer vastdraaien. Let op hoe hoog de hoofdsteun wordt gezet. Als de rode markering (D) zichtbaar is, staat de hoofdsteun te hoog.
12
CLEMATIS®
Instellingen BEENSTEUNEN 1.
Hoekverstelbare beensteunen ondersteunen de benen en verminderen druk op de benen.De hoekverstelbare beensteunen zijn wel geschikt voor benen die verbonden zijn maar niet voor beensteunen in het gips. De beensteunen moeten altijd uitgevoerd zijn met kuitsteunen, voetplaten en hielbanden. Voor een goede zitpositie is het belangijk om de hoek en de hoogte van de beensteunen af te stellen. 1. Hoogte verstelling Stel de hoogte van de beensteun in door de schroef (A) los te draaien met een inbus sleutel. Trek de beenteun iets omhoog, totdat u de juiste hoogte heeft bereikt en de schroef zich vergrendeld in de beensteunophanging. Draai de schroef nu weer vast.
A
Gereedschap: 5 mm inbus
2.
B
2. Hoek verstelling Trek met 1 hand aan de beensteunhendel en ondersteun met de andere hand de beensteun. Wanneer de juiste hoek is bereikt laat u de hendel los en de beensteun klikt vast op een van de 7 vooringestelde posities (C). Plaats geen zware spullen op de beensteunen en laat kinderen er niet op zitten. Dit kan schade veroorzaken aan het beensteunmechanisme.
C
De afstand tussen het laagste gedeelte van de beensteun en de vloer moet minimaal 40mm bedragen.
CLEMATIS®
13
VOETPLATEN/KUITSTEUNEN 1. A
Plaats niets op de voetplaat als de schroef niet is aangedraaid!
Gereedschap: 5 mm inbus
C D
2.
Gereedschap: 5 mm inbus
1. Hoekverstelbare voetplaten Stel de hoek en diepte van de voetplaat in door schroef(A) aan de voetplaatbevestiging los te draaien met een 5mm inbus sleutel. Plaats de voetplaat in de gewenste positie en draai de schroef weer stevig aan.
B
Andere posities kunnen worden overwogen wanneer de gebruiker zichzelf zou kunnen bezeren. Zet de voetplaat in de gewenste positie. 2. Kuitsteunen De kuitsteunkussens kunnen op vier verschillende dieptes ingesteld worden. Klap de kuitsten voorwaarts en draai de schroef (B) los met een inbus sleutel.Verwijder de grote moer (C) aan de achterzijde en plaats deze in een andere positie. Plaats de kuitsteun op de nieuwe positie en draai de schroef weer vast. De hoogte van de kuitsteun is eenvudig in te stellen met het handwiel (D).
ARMSTEUNEN 1.
A
B
De armsteun heeft een eigen vergrendeling. Druk knop (B) in en trek de armsteunen omhoog uit de armsteunopname. 1. Hoogte van de armsteunen De hoogte van de armsteunen kan worden veranderd door het losdraaien van het inbusboutje wat zich aan de binnenzijde van de armsteun bevindt. Verschuif de armsteun tot deze zich op de gewenste hoogte bevindt en draai het de inbusboutje vervolgens weer vast. Let op dat uw vingers niet beklemd raken tussen de binnenzijde zijde van de armlegger en het spatscherm.
Gereedschap: 5 mm inbus
14
CLEMATIS®
KANTELVERSTELLING MET GASVEER De rolstoel is uitgerust met een kantelmechanisme dat door een begeleider kan worden bediend. De hoek van de rugleuning is verstelbaar en het is ook mogelijk om het hele zitgedeelte compleet met rugleuning achterover te kantelen. Deze twee functies kunnen handmatig of elektrisch worden bediend.
1. Aanpassen rughoek Pas de rughoek aan door de gele hendel aan de linkerzijde (A) naar boven te trekken en deze vast te houden terwijl u de rugleuning van u af duwt of naar u toe trekt tot de leuning in de gewenste positie staat. Laat de hendel (A) los.
1.
A
2.
2. Kantelbereik Kantel de ziteenheid (zitting en rugleuning) door de groene hendel aan de rechterzijde (B) naar boven te trekken en deze vast te houden terwijl u de ziteenheid naar de gewenste positie kantelt. Laat de hendel (B) los.
B Zorg ervoor dat uw vinger niet gekneld raakt tussen de stoel en de armsteunbevestiging (afbeelding 3).
3.
4.
C
4. Kantelvergrendeling Met de kantelvergrendeling (C) kunt u de kantelhoek van de ziteenheid en/of de hoek van de rugleuning in een vaste positie instellen. Kantel de zitting en/of zet de rugleuning in de gewenste hoek en plaats de kantelvergrendeling. De positie staat nu vast en kan niet worden gewijzigd. De kantelvergrendeling kan worden verwijderd door de plastic pen (D) met een klein object in te duwen terwijl u de kantelvergrendeling naar beneden duwt..
D
CLEMATIS®
15
HOOGTEVERSTELBARE DUWHANDVATEN Pas de hoogte van de duwhandvatten (90mm) aan door het losdraaien van de knopwieltjes (B). Zet de duwhandvatten in 1 van de 4 posities en maak de knopwieltjes (B) weer vast. Zorg er na het aanpassen van de duwhandvatten voor dat de knopwieltjes weer correct worden aangedraaid.
B
HOOGTEVERSTELLING VAN DE RUGSTEUN De hoogte van de rug kan variabel worden aangepast. Draai de 4 schroeven (C) los en zet de rug in de gewenste hoogte. Brackets (D) moeten zo hoog mogelijk worden geplaatst. Maak de schroeven weer stevig vast.
C
D Gereedschap: 5 mm inbus
16
CLEMATIS®
NASPANBARE LAGUNA-RUGLEUNING
A
Risico op lichamelijk letsel De positie van het hoofd zou bij de gebruiker kunnen leiden tot nek- en/of ademklachten als de klittenband boven aan de rugleuning loskomt. - Zorg ervoor dat het klittenband een minimale overlappingsafstand van 6 cm heeft. Druk de klittenband stevig vast en controleer of de goed blijft zitten. Pas de vorm van de naspanbare ”Laguna”-rugleuning aan met de klittenband (A). Risico op lichamelijk letsel Te veel speling van de klittenband bij gebruik van de zij- en neksteunbeugel/-stang kan leiden tot drukwonden. – Zorg ervoor dat er ruimte is tussen de rugleuning en de neksteunbeugel/-stang om drukwonden te voorkomen.
ONDERSTEUNINGSBAND VOOR NASPANBARE RUGLEUNING 1.
2-3.
A
1. Verwijder de rugbekleding (A).
2. Bevestig de ondersteuningsband (B) om de duwbeugel (C).
B
3. Steek het uiteinde van de ondersteuningsband (B) door het metalen oogje (D) aan het andere uiteinde van de band.
4.
B
CLEMATIS®
4. Bevestig het losse deel van de ondersteuningsband (B) om de duwbeugel aan de andere kant.
17
5-6.
5. Bevestig de ondersteuningsband (B) aan de duwbeugel (C) en over het reeds bevestigde onderdeel.
B
6. Druk de klittenband stevig vast en controleer of het blijft zitten.
7.
7. Bevestig de rugbekleding (A) opnieuw.
A
Risico op achteroverkantelen Als u een naspanbare rugleuning gebruikt, wordt het zwaartepunt naar achteren verplaatst. – Gebruik altijd eenantitip en zorg ervoor dat de stoel stabiel staat. Risico op drukwonden Als de rugleuning zich in de achterste positie bevindt, is er risico op drukwonden. – Zorg ervoor dat er geen drukgebieden zijn, bewaak de gebruiker en maak aanpassingen om drukwonden te voorkomen. Met ondersteuningsband zal de rugleuning 4,5 cm hoger liggen.
DUWHANDGREPEN VOOR NASPANBARE LAGUNA-RUGLEUNING 1.
A
1. Maak de rugbekleding (A) los om de duwhandvaten omhoog te brengen
2-4.
2. Draai de knoppen (B) los om de hoogte van de duwhandvaten aan te passen. 3. Draai de knoppen weer vast na elke aanpassing.
B
B 4. Bevestig de rugbekleding (A) opnieuw.
De duwhandvaten mogen maximaal 5 cm worden aangepast bij gebruik van de zijbekleding en de extra ondersteuningsband.
18
CLEMATIS®
ANTITIP AFSTELLEN De anti-tip hulpmiddelen fungeren ook als kantelhulp voor begeleiders. Deze zijn op eenvoudige manier in hoogte verstelbaar in zes verscheidende standen. De antitip buizen geleverd bij deze stoel kunt u verstelbaar door middel van het indrukken van het veerknopje op de achterzijde van het buisje. Druk dit naar binnen en verstel de anti-tip naar de door u gewenste hoogte.
1.
Zorg ervoor dat beide anti-tippers zijn afgesteld op dezelfde positie en dat de veerknopjes terug zijn gesprongen in hun nieuwe positie.
A
REMMEN 1. 2. De gebruikersrem dient te worden gebruikt wanneer de rolstoel niet rijdt en is niet bedoeld om snelheid te minderen tijdens het rijden. Om de rem te activeren beweegt u hendel (A) voorwaarts. Om de rem vrij te zetten beweegt u de hendel achterwaarts (naar u toe). Let op dat uw vingers niet bekneld raken tussen de remstaaf en de band.
2. 2. Om een juiste remwerking te garanderen moet het remblok de band “grijpen” wanneer de rem geactiveerd wordt. Het kan nodig zijn om voor een goede remwerking de rem opnieuw af te stellen. Draai inbusbout (A) los en breng de rembevestiging in de juiste positie. De juiste positie is een afstand van 15 mm tussen het remblok (B) en de band (C) wanneer de rem vrij staat. Draai de inbusbout weer vast.
C
B A
Verkeerd gebruik of afstellen van de rem verminderd de remwerking.
Gereedschap: 5 mm inbus
CLEMATIS®
19
BEGELEIDERSREM 1.
1. Het gebruik van de remmen bij verplaatsingen: duw beide handvaten van de rem naar boven, de rem zal functioneren.
2.
2. De vergrendeling van de remmen: duw het handvat van de rem en vervolgens de pal van afhouding (A) naar boven. Vervolgens het handvat loslaten. A 3. De remmen loslaten: duw het handvat van de rem en de afhoudingspal geeft zich automatisch vrij.
3.
Een slechte afstelling of een incorrect gebruik van de rem kunnen de efficiëntie verminderen.
ZITDIEPTE INSTELLING Verstel de zitdiepte van de stoel door middel van het losdraaien van twee schroeven (A). Stel nu de zitdiepte in door de plaat naar binnen te duwen of naar voren te trekken. Draai vervolgens de schroeven weer aan.
A
Gereedschap: 5 mm inbus
20
CLEMATIS®
EVENWICHT EN STABILITEIT Elke bevestiging kan in drie standen worden ingesteld. II = lichtrijdend, minder stabiel III = stabiele stoel, minder lichtrijdend 1–2.
A
A B
D
F
Na het afstellen van de stoel dient u de stabiliteit en de balans te controleren met de uiteindelijke gebruiker. Verander de hoek van de zitunit en die van de rugleuning tot hun maximum en controleer vervolgens de kans op omvallen van de stoel. Waneer de stoel de neiging heeft om te vallen dient de balans en/of de antitip opnieuw af te stellen opdat de stoel stabiel is in alle situaties. Wanneer hoek van de zitunit verandert, zowel voorwaarts als achterwaarts, ten opzichte van het onderframe, verandert ook de manoeuvreerbaarheid en stabiliteit van de stoel. Wanneer de zitunit ingesteld is op de voorste positie III wordt de stoel stabieler maar wordt tegelijkertijd ook iets moeilijker te manoeuvreren. Wanneer de zitunit in de achterste positie ingesteld wordt, wordt de stoel beter de manoeuvreren maar krijgt ook meer de neiging om te tippen. Dit kan opgevangen worden doormiddel van het juist instellen van de anti-tip. Vervolgens heeft u een stabiele goed te manoeuvreren stoel. Wanneer u de balans en de stabiliteit van de stoel wilt instellen dan dient u de twee stoelsteunen en de positie van de gasveer te veranderen. De twee stoelsteunen worden gebruikt om de zitunit naar voren te plaatsen, de gasveer maakt het mogelijk van om de positie van het dynamische zithoek systeem te veranderen.Het is belangrijk dat de stoelsteunen en de gasveer gelijktijdig en in bepaald patroon gewijzigd worden (zie tabel 3).
3. A
E A II
A III
C
B
1. Aanpassen van bovenbevestiging. Verwijder het zitkussen, zitplaat, de beensteunen en de wielen. Zet de stoel zo dat deze op de voorkant staat. Verstel vervolgens iedere steun op de volgende wijze: Draai schroef C, deze bevindt zich aan de boven zijde van de steun, met enkele slagen los. Let op! niet in zijn geheel verwijderen. Draai vervolgens schroef D los en draai de steun totdat de gewenste stand (II of III) zich in lijn bevindt met het gat voor de schroef. Plaats vervolgens schroef D terug en draai deze stevig aan. Als laatste dient u schroef C opnieuw aan te draaien. Zorg er voor dat u nooit schroef E los draait.
B II
B III 2. Aanpassen van de gasveerpositie. Verwijder de veiligheidspin F door deze te openen en plaats de gasveer in de juiste positie. Om de juiste positie te vinden kunt u tabel 3 raadplegen. Zorg ervoor dat de veiligheidspin weer op de juiste manier terug geplaats is. Het risico van voor over vallen neemt toe naarmate de zitunit verder naar voren wordt geplaatst.
CLEMATIS®
21
ZITHOOGTES
1 2 SH
22
3
45
24"
2
1
200
40
22"
1
3
150
45
12"
3
1
200
CLEMATIS®
Accessoires ROMPSTEUNEN 1. Om de rompsteun te installeren maakt u de schroeven (A) los en verwijdert de afdekblokjes (B) en de moeren.
1.
A
B
2. 2. Bevestig stang (C) met de schroeven (A) en de moeren
C
A
3.
3. Maak de houder (D) vast met de schroeven op de gewenste hoogte. D
4. Steek de arm van de rompsteun in houder (D) en maak deze vast met wieltje (E).
4-5.
E
5. Om de diepte van de rompsteun in te stellen, rits je de hoes los om de schroeven vrij te maken. Deze los schroeven en de steun naar voren of naar achteren bewegen. De schroeven vervolgens weer vastmaken en de hoes dichtritsen.
Tools: schroevendraaier
CLEMATIS®
23
ROMPSTEUNEN WEGZWENKBAAR 1.
1. De bevestiging van de wegzwenkbare rompsteun wordt in de houder gestoken aan de achterzijde en vastgemaakt met het schroefwieltje. Voor instructies om de houder te bevestigen, zie pagina 20).
2.
2. Door de bouten en moeren op de leuning van de rompsteun los te draaien kan de hoek worden aangepast. Denk eraan deze weer goed vast te draaien wanneer de gewenste positie is bereikt.
Gereedschap: 5 mm inbus 13 mm moersleutel
3.
24
3. De rompsteun kan worden weg gevouwen zodat deze de gebruiker niet hindert bij het in- en uitstappen.
CLEMATIS®
VEILIGHEIDSGORDEL 1.
1. De veiligheidsgordel wordt gebruikt om het risico van uit de stoel vallen of glijden te verklei nen en om de gebruiker een goede houding te geven. 2. De veiligheidsgordel wordt bevestigd op de rug steunbrackets. Trek de gordel door de bevestiging op de stoel en dan door de twee plastic gespen, zoals aangegeven in de tekening. Het is belangrijk dat beide gespen worden gebruikt. Het gevaar bestaat dat de gordel gaat slippen als er slechts één wordt gebruikt.
2-3.
3. Instellen Zorg ervoor dat de gebruiker helemaal achter in de zitting zit en dat de romp zo recht en symmetrisch mogelijk is - niet zij-, voor- of achterwaarts gebogen. Plaats de schootriem zo dat de heupbotten boven de riem voelbaar zijn. Pas de lengte aan dmv de gespen zodat er voeldoende ruimte is om een hand tussen de riem en het lichaan te steken. Het is aan te raden de sluiting in centrale positie te houden, dus maak wijzigingen aan beide kanten. Deze instellingen moeten worden gecontroleerd en indien nodig aangepast worden bij ieder gebruik van de gordel. De veiligheidsgordel moet dicht tegen het lichaam aan worden aangebracht. Gebruik in onze rolstoelen altijd een zitkussen. Als de veiligheidsgordel is aangepast op de hoogte van een bepaald type zitkussen, moet dat kussen worden gebruikt. Pas de lengte van de riem aan als het zitkussen is vervangen. De zitting moet vlak worden gezet of naar achteren worden gekanteld als de gebruiker zonder toezicht wordt gelaten. Bij een lage zithoogte en/of als de gebruiker de rolstoel beweegt met de voeten, kunnen de beensteunen worden verwijderd. Houd dan wel rekening met het risico op wegglijden uit de rolstoel! Gordels die voor het gebruik ervan op rolstoelen zijn voorzien van een CE-markering, kunnen worden bevestigd op een stoel met een nog geldige CE-markering. De gordel moet worden afgemeten door de verantwoordelijk medisch adviseur en moet worden gemonteerd door een ervaren technicus. Wanneer de rolstoel in een voertuig wordt getransporteerd moet echter de oorspronkelijke bekkengordel van Invacare worden gebruikt als aanvulling op de veiligheidsgordel in het voertuig! (Zie hoofdstuk: ”Transport van rolstoelen in een ander voertuig”).
CLEMATIS®
25
TAFELBLAD Risico op vallen/letsel – De tafel mag nooit worden gebruikt als vervanging van de veiligheidsgordel. Risico op kantelen/letsel – De maximale belasting van de tafel: 8 kg Risico op ongemak/lichte kneuzingen – Tijdens het voortduwen van de rolstoel moeten de ellebogen van de gebruiker op de tafel rusten. Als de ellebogen tijdens het voortduwen van de rolstoel uitsteken, kan de gebruiker ongemak ervaren of lichte kneuzingen oplopen. Het tafelblad is zowel in diepte als in breedte verstelbaar; in de volgende hoofdstukken worden de mogelijkheden beschreven. 1.
Breedteaanpassing 1. Draai de 4 schroeven (A) los.
4x A
2-3.
2. Verstel de bevestigingsstangen (B) zodanig dat de tafel de gewenste breedte krijgt. 3. Draai de schroeven weer vast. B
4.
4. Stel de tafel af op de breedte van de stoel (C).
C
26
CLEMATIS®
5. Bevestig het tafelblad (A) in de bevestigingen voor het tafelblad (B).
5.
A
1.
Diepteaanpassing 1. Ontgrendel de diepteaanpassing (A).
A
2. Verstel de tafelsteunen (B) naar voren of naar achteren en stel ze af op de gewenste diepte.
2.
B
3. Sluit de tafelvergrendeling (A) weer zodat de tafel op de betreffende diepte wordt vergrendeld.
3.
A
Risico op ongemakkelijk/onveilig gevoel De tafel heeft meerdere standen. – Zorg ervoor dat de tafel na het aanpassen van de diepte weer wordt vergrendeld.
CLEMATIS®
27
3.
Risico op ongemak – Zorg ervoor dat de tafel tijdens het aanpassen van de diepte niet tegen de buik van de gebruiker drukt.
TAFELBLADKUSSEN 1.
Op het tafelblad kan een kussen worden geplaatst zodat het oppervlak zachter aanvoelt voor de armen en ellebogen.
A
Plaats het kussen voor het tafelblad (A) op de tafel en bevestig de bevestigingsbanden (B) om de tafel heen. .
ABDUCTIEKLOS De abductieklos bestaat uit een bevestiging die op het frame van de stoel is vastgemaakt. De hoogte en de diepte van het abductieklos kan worden ingesteld. De hoogte kan U instellen doormiddel van het los draaien van knop B. De diepte stelt u doormiddel van het losdraaien van knop C en de steun in de gewenste positie te schuiven. C B
Gereedschap: 5 mm inbus Schroevendraaier
28
A
CLEMATIS®
Transport van rolstoelen in een ander voertuig De Invacare Rea™ rolstoelen zijn ontworpen om de gebruiker het beste comfort en de optimale veiligheid te bieden tijdens allerlei situaties in het dagelijks leven. Dit betekent dat compromissen gemaakt moeten worden om het product bruikbaar te maken. Tijdens het transport in de auto dienen rolstoelgebruikers te allen tijde plaats te nemen op de autostoel en gebruik te maken van de veiligheidsgordel van de auto. Wanneer het, om bepaalde redenen, onmogelijk is om gebruik te maken van de autostoel, kunt u de rolstoel gebruiken als stoel in een voertuig, mits deze speciaal is aangepast voor rolstoeltransport. De rolstoel moet veilig worden vastgezet in het voertuig volgens de methode hieronder beschreven. Wees u ervan bewust dat deze Rea™ producten en aanbevelingen bedoeld zijn om de veiligheid en zekerheid te verhogen. Letsel van autogebruikers kan nog steeds voorkomen in het geval van een aanrijding of een ander ongeval en geen enkele garantie wordt gegeven in dit opzicht. De rolstoel is getest en goedgekeurd volgens de ISO norm 7176-19 bij normale instellingen en in de standaard configuratie. De geteste configuratie vindt u aan het eind van dit hoofdstuk.
3. De bevestigingspunten aan de rolstoel waar het vastzetsysteem geplaatst moet worden, zijn aangegeven met dit symbool 1. De bezette rolstoel moet vastgezet worden in een voorwaarts gerichte positie (reisrichting) met de handremmen aangedrukt. Alle toebehoren (werkblad, zijsteunen, abductiekussens etc.) moeten worden verwijderd en veilig opgeborgen, zodat bij calamiteiten verwondingen worden voorkomen.
2. De rolstoel moet worden vastgezet in het voertuig met een 4-punts vergrendelingssysteem. De gebruiker moet een 3-punts veiligheidsgordel van het voertuig dragen, die vastzit in het voertuig. Zowel het 4-punts vergrendelingssysteem als de 3-punts veiligheidsgordel dient te voldoen aan de norm ISO10542-2. CLEMATIS®
4. Bij gebruik als stoel tijdens transport in een voertuig, moet de rolstoel uitgevoerd zijn met een heupgordel. De oorspronkelijke bekkengordel van Invacare moet worden gebruikt als aanvulling op de veiligheidsgordel in het voertuig!
29
5. De 3-punts veiligheidsgordel van het voertuig hoort zo stevig mogelijk om het lichaam van de gebruiker te zitten, zonder dat dit ongemak veroorzaakt. De bovenkant van de gordel hoort om de schouders van de gebruiker te passen (zie afbeelding). De gordel mag niet gedraaid zijn.
8. Indien mogelijk moet er gebruik gemaakt worden van een hoofdsteun tijdens transport om het risico op nekletsels te verminderen. De hoofdsteun moet worden ingesteld zoals de tekening laat zien.
A
6. Het bekkengedeelte van de 3-punts veiligheidsgordel moet laag om het bekken heen worden gedragen zodat de hoek van de veiligheidsgordel zich binnen het gewenste horizontale gebied (A) van 30° tot 75° bevindt. Een scherpere hoek wordt aangeraden, maar deze mag nooit 75° overschrijden.
Verkeerde bevestiging van de veiligheidsgordel
7. De 3-punts veiligheidsgordel van het voertuig mag niet worden weggehouden van het lichaam door delen van de rolstoel, zoals armsteunen of wielen.
30
CLEMATIS®
FIXATIEMETHODEN
B B
A
A
A. Voorgordels met lus 1. Leg de lus om de bevestiging van het zwenkwiel, zoals op illustratie A. 2. Ontgrendel de remmen en span de voorgordels aan, door de stoel naar achteren te trekken. Zet de remmen terug vast. B. Achtergordels 1. Klik de haken van de achtergordels vast aan de verticale buis bij de achterwielbevestiging. 2. Trek de banden aan. C. Bevestiging van heupgordel en veiligheidsgordel 1. Controleer of de heupgordel correct is vastgemaakt op de rolstoel. 2. Bevestig de 3-punts veiligheidsgordel van het voertuig om de gebruiker. Als er geen heupgordel op de rolstoel aanwezig is, is het raadzaam de gebruiker op een autostoel te laten plaatsnemen. De 3-punts veiligheidsgordel van het voertuig mag niet bij het lichaam van de gebruiker worden weggehouden door onderdelen van de rolstoel. Het harnas en de veiligheidsriem nooit gebruiken als veiligheidsriem in een auto. Daarvoor moet steeds een speciale veiligheidsgordel gebruikt worden.
CLEMATIS®
31
WERKWIJZE OM UW CLEMATIS® ALS BAGGAGE TE VERVOEREN Inleiding: Het is eenvoudig uw Rea™ Clematis® voor te bereiden voor transport. Verwijder beide been en armsteunen. Vouw de rugleuning in zijn geheel naar beneden en verwijder de wielen (wanneer uw stoel is uitgevoerd met quick release wielen).
1.
De Rea Clematis® mag nooit met de gebruiker in de stoel worden getransporteerd in een voertuig! 1. Armsteunen De armsteunen kunnen in totaliteit verwijderd worden door ze uit hun bevestiging te tillen.
A
2. 2. Beensteunen De hoek verstelbare beensteunen kunnen worden gedemonteerd door de hendel (A) in te drukken terwijl u de beensteun naar buiten draait. U kunt de beensteun nu uit de ophanging tillen. B
3. Achterwielen. Verwijder de achterwielen door de knop B in het midden van de as te drukken de wielen uit de as te tillen.
3.
C
4. Neksteun De neksteun kan verwijderd worden door knop C los te draaien en de steun uit zijn bevestiging te tillen.
4.
C
32
CLEMATIS®
5.
5. Rugleuning Vouw de rugleuning in zijn geheel voorover door de veiligheidspen te verwijderen.
D
D
6. Wanneer u de hoogte van stoel wilt reduceren dient u de onderste veiligheidspen uit de gasveer te verwijderen.
6.
Let op dat uw vingers niet beklemd raken tussen de zitunit en het frame.
CLEMATIS®
33
Veiligheidsinstructies/Aandrijftechnieken Wij doen de aanbeveling om de rolstoel te laten testen door een deskundige wanneer de gewenste instellingen en wijzigingen zijn aangebracht waarbij rekening gehouden dient te worden met uw lichaamsbouw en behoeften. Wij hopen dat u tevens hulp heeft gekregen in het omgaan met de rolstoel. Begin altijd met voorzichtig oefenen tot u de mogelijkheden en beperkingen van uw rolstoel kent.
Transfer naar en vanuit de rolstoel Plaats de rolstoel zo dicht mogelijk bij de zitplaats waar u naartoe over wilt schuiven. Zet de rolstoel op de rem. Neem de armsteun af en zwenk de beensteun weg. Ga nooit op de voetplaten staan; de rolstoel kan hierdoor voorover kantelen. Propel the wheelchair as near as possible. When stretching and bending, do always have full contact between the backrest and the back otherwise the wheelchair may tip over. Stretching behind the backrest is not recommended.
Reiken en leunen
Breng de rolstoel zo dichtbij als mogelijk. Wanneer u reikt en strekt, zorg dan altijd voor volledig contact tussen de rugleuning en uw rug om kantelen van de rolstoel te voorkomen. Achter de rug reiken wordt sterk afgeraden.
Heuvels oprijden Veel ervaren rolstoelgebruikers kunnen zichzelf heuvelop rijden. Om niet achterover te kantelen of de controle over de rolstoel te verliezen dient u bij het heuvel oprijden altijd voorover te leunen. Drijf de rolstoel aan met korte, snelle bewegingen om controle en snelheid te houden. In het algemeen is hulp nodig bij het nemen van steile hellingen. Wanneer u stopt op een helling is het belangrijk dat u geen onverwachte of wilde bewegingen maakt indien u de rolstoel weer in beweging zet. Aangezien de rolsotel al achterover staat bij het heuvelopwaarts rijden kan de rolstoel hierdoor achterover kantelen. De maximaal neembare hellingshoek ligt tussen de 3° en de 13.5° en is sterk afhankelijk van gebruikersgewicht en de instellingen van de rolstoel.
Heuvels afrijden
34
Wij bevelen aan om gebruik te maken van een begeleider wanneer u steile of natte heuvels afrijdt. Controleer heuvels op eventueel aanwezige gevaren als gaten in de weg, gladheid of oneffenheden. Gebruik de standaard remmen niet om af te remmen. Dit leidt bij het activeren tot het risico dat de wielen blokkeren en de rolstoel voorover kantelt. Controleer de snelheid altijd door gebruik te maken van de hoepels. Denk eraan dat de hoepels heet kunnen aanvoelen als gevolg van wrijving en u uw handen dus kunt verwonden. Rijd altijd in een zo recht mogelijke lijn wanneer u heuvelafwaarts rijdt.
CLEMATIS®
Stoepen oprijden
Stoepen afrijden
Het volgende advies is voor de begeleider: Tekening 1) Stel de anti-tip hoger in. Zorg ervoor dat de voeten van de gebruiker zich op de voetplaten bevinden en er niet vanaf kunnen glijden. Vervolgens kantelt u de rolstoel en rijdt hem tegen de stoeprand aan. Tekening 2) Laat de voorzijde van de rolstoel op de stoeprand zakken en ga zo dicht mogelijk achter de rolstoel staan voordat u de rolstoel optilt an de achterzijde. Tekening 3) Leun voorover en lift / rol de rolstoel de stoep op. Tekening 4) Laat de rolstoel op de stoep zakken zodat het gewicht weer wordt verdeeld over de vier wielen. Zorg ervoor dat de rolstoel niet achteruit rolt. NB! Als de rolstoel geen trapdop of anti-tip heeft, kantel dan de rugsteun en de zitting naar achteren om het gemakkelijker te maken om de stoel achterover te hellen en tevens eenvoudiger over het obstakel / de stoeprand te komen. Volg de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde. (Stap 4,3, 2,1) om de stoep af te rijden
Deze methode wordt over het algemeen gebruikt door ervaren begeleiders met meer kracht. De methode kan eveneens gebruikt worden als het obstakel slechts minimaal is.
Stoepen – alternatieve methode
De begeleider stapt achteruit de stoep op en trekt de rolstoel de stoep op. Het is hierbij belangrijk dat de begeleider zijn / haar lichaam goed gebruikt om verwonding aan het eigen lichaam te voorkomen. Kantel de rolstoel achterover en rol de rolstoel over de stoeprand op de stoep. Let vooral goed op wanneer de stoep nat of glad is.
Gebruik nooit een roltrap met een rolstoel. Zoek in dit geval naar de dichtstbijzijnde lift. Wij adviseren u waar mogelijk het trap op / af gaan te mijden en een alternatieve route te kiezen.
Roltrappen
Trappen
CLEMATIS®
Wij adviseren het gebruik van trappen zoveel mogelijk te vermijden wanneer u in de rolstoel zit. Kies een alternatieve route. Het verdient de aanbeveling om trappen altijd te nemen met behulp van twee begeleiders. Een begeleider loopt voor de rolstoel en houdt de rolstoel aan het frame vast terwijl de andere begeleider achter de rolstoel loopt en de rolstoel aan de duwhandvatten vasthoudt. Zorg ervoor dat de duwhandvatten / duwbeugel goed vastzitten. Draai de anti-tip weg onder de rolstoel. Kantel de rolstoel achterover op de achterwielen tot de rolstoel in balans is. De rolstoel wordt vervolgens trede voor trede de trap afgerold. Begeleiders moeten de rolstoel nooit aangrijpen aan de armsteunen of beensteunen. De rolstoel mag alleen aangegrepen worden aan de vaste framedelen en de begeleiders moeten eraan denken hun benen te gebruiken en hun rug recht te houden.
35
Garantie Wij garanderen het product tot 2 jaar na de factuurdatum. Normale slijtage is uitgesloten van de garantie. Onderdelen zoals bekleding,banden, hoepels en voorwielen. Beschadigingen ontstaan door fysiek geweld, onachtzaamheid of abnormaal gebruik zijn eveneens uitgesloten, eenals schades ontstaan door een te hoog gebruikersgewicht.
Ongelukken / bijna ongelukken Aangezien alle Invacare producten CE zijn gekeurd dient u bij een ongeluk of bijna ongeluk, welke veroorzaakt werd door de rolstoel waarbij persoonlijk letsel of de mogelijkheid op persoonlijk letsel aanwezig was, direct direct contact op te nemen met Invacare. De betreffende instanties moeten in een dergelijke situatie op de hoogte gesteld worden.
Testen De Rea™ Clematis® is getest door het het zweedse Handicap Instituut en voldoet aan de CErichtlijn conform de MDD.
Onderhoudsinstructies Uw rolstoel is eenvoudig te reinigen
Schoonmaken Reinig metalen delen en de bekleding regelmatig schoon met een vochtige doek. Een milde
zeep kan gebruikt worden. Indien nodig kan de bekleding gewassen worden op 40°. Hierbij kan gebruikt gemaakt worden van een normaal wasmiddel. Wassen en desinfecteren 1. Verwijder alle losse bekleding en was deze in een wasmachine volgens het wasvoorschrift dat op de ingenaaide etiketten staat. 2. Spuit de rolstoel in met een reinigingsmiddel, bijvoorbeeld een autoshampoo met was, en laat dit middel even inwerken. 3. Spuit de rolstoel schoon met een hogedrukspuit of met een gewone waterstraal, afhankelijk van hoe vuil de rolstoel is. Richt de straal nooit op de lagers en de afvoergaten. Als de rolstoel in een speciale machine wordt gewassen, mag het gebruikte water niet heter zijn dan 60 graden Celsius. 4. Spuit de rolstoel in met alcohol om hem te desinfecteren. 5. Droog de stoel in een droogkast. Maak de onderdelen los waar water in kan achterblijven, zoals afsluitdoppen, handvatten, enz. Als de rolstoel in de speciale machine is gewassen, raden we u aan om hem met perslucht droog te blazen.
Wielen en banden De wielassen moeten schoon gehouden met een doek en regelmatig voorzien worden van een
druppel olie De luchtbanden hebben een autoventiel en kunnen opgepompt worden met een pomp voor
autobanden of door gebruik te maken van een verloopnippel. Aanbevolen bandenspanning voor de achterwielen: Standaard banden: 3.5 bar 50 psi Laag profielbanden 7.0 bar 90 psi Aanbevolen bandenspanning voor zwenkwielen: (200 mm) 8” 4,0 bar (150 mm) 6” 2,5 bar
36
CLEMATIS®
Technische service Alleen originele welke overeenstemmen met Invacare’s® specificaties dienen te worden gebruikt Alle technische handelingen dienen uitgevoerd te worden door een erkende leverancier of de technische dienst van Invacare. Het adres en telefoon nummer wordt vermeld op de achterzijde van de handleiding Controleer alle onderdelen eens per week. Indien u schade of gebreken ontdekt neem dan direct contact op met uw leverancier. Levensduur Wij schatten de levensduur van uw Rea™ Clematis® in op 5 jaar. Het is moeilijk om een een exacte levensduur voor het product weer te geven. De verwachtte levensduur is gebaseerd op normaal alledaags gebruik. De levensduur kan langer zijn wanneer de rolstoel slechts gedurende dagdelen wordt gebruikt, goed wordt onderhouden en correct wordt behandeld. De levensduur kan korter zijn wanneer de rolstoel onderhevig is aan zeer intensief gebruik.
Reconditioneren De Rea™ Clematis® kan verdeeld worden in de volgende componenten: Frame Kunststof onderdelen Bekleding Wielen, banden en binnenbanden Verpakking Frame Het frame is gemaakt van staal en is volledig te recyclen. Het recyclen van het staal kost slechts 20-25% aan energie vergeleken met nieuw geproduceerd staal. Rea™ Clematis® heeft twee gasveren en deze bevatten een smeermiddel (olie) en dienen derhalve als chemisch afval te worden aangeboden. De gasveer staat onder grote druk. Let daarom extra op wanneer u de gasveer demonteerd. Kunststof onderdelen De kunststof onderdelen van de rolstoel zijn gemaakt met van materiaal die behoort tot de thermoplasten en zijn voorzien van het recyling symbool (waar mogelijk in verband met de maat van het component). Het hoofdbestanddeel is polyamide. Het materiaal kan gerecycled of verbrand worden in de daartoe goedgekeurde afvalverwerkingsbe-drijven. Bekleding De bekleding is gemaakt van polyester, PUR of PVC. De beste manier om de bekleding te vernietigen is ze verbranden in de daartoe goedgekeurde afvalverwerkingsbedrijven Wielen, banden en binnenbanden " # # " ! # ! componenten gerecycled worden. @' ! Q Verpakking Alle verpakkingsmaterialen welke gebruikt worden door Invacare® Rea™ AB zijn ontwikkeld om het product op een optimale manier te verpakken en te voorkomen dat er onnodig afval wordt gecreëerd. Alle dozen zijn recyclebaar. Neem contact op met uw lokale afvalverwerkingsbedrijf om de juiste informatie te ontvangen omtrent het afvoeren van de bovenstaande materialen.
Oppervlakte behandeling Gelakte oppervlakten zijn polyester gelakt. Sommige stalen onderdelen zijn verzinkt. Niet gelakte aluminium onderdelen zijn geadoniseerd. Zichtbare houten onderdelen zijn gelakt.
CLEMATIS®
37
CLEMATIS®
39
Produsent Invacare Rea AB Växjövägen 303 S-343 71 DIÖ SWEDEN
Danmark: Invacare A/S, Sdr. Ringvej 37, DK-2605 Brøndby Tel: (45) (0)36 90 00 00, Fax: (45) (0)36 90 00 01
[email protected] Deutschland: Invacare Aquatec GmbH, Alemannenstraße 10, D-88316 Isny Tel: (49) (0)75 62 7 00 0, Fax: (49) (0)75 62 7 00 66
[email protected] Ulrich Alber GmbH, Vor dem Weissen Stein 21, D-72461 Albstadt-Tailfingen Tel: (49) (0)7432 2006 0, Fax: (49) (0)7432 2006 299
[email protected] European Distributor Organisation: Invacare, Kleiststraße 49, D-32457 Porta Westfalica Tel: (49) (0)57 31 754 540, Fax: (49) (0)57 31 754 541
[email protected] España: Invacare SA, c/Areny s/n, Polígon Industrial de Celrà, E-17460 Celrà (Girona) Tel: (34) (0)972 49 32 00, Fax: (34) (0)972 49 32 20
[email protected] France: Invacare Poirier SAS, Route de St Roch, F-37230 Fondettes Tel: (33) (0)2 47 62 64 66, Fax: (33) (0)2 47 42 12 24
[email protected] Ireland: Invacare Ireland Ltd, Unit 5 Seatown Business Campus, Seatown Road, Swords, County Dublin - Ireland Tel: (353) 1 810 7084, Fax: (353) 1 810 7085
[email protected] Italia: Invacare Mecc San s.r.l., Via dei Pini 62, I-36016 Thiene (VI) Tel: (39) 0445 38 00 59, Fax: (39) 0445 38 00 34
[email protected] Nederland: Invacare BV, Celsiusstraat 46, NL-6716 BZ Ede Tel: (31) (0)318 695 757, Fax: (31) (0)318 695 758
[email protected] [email protected]
Norge: Invacare AS, Grensesvingen 9, Postboks 6230, Etterstad, N-0603 Oslo Tel: (47) (0)22 57 95 00, Fax: (47) (0)22 57 95 01
[email protected] [email protected] Österreich: Invacare Austria GmbH, Herzog Odilostrasse 101, A-5310 Mondsee Tel: (43) 6232 5535 0, Fax: (43) 6232 5535 4
[email protected] Portugal: Invacare Lda, Rua Estrada Velha, 949, P-4465-784 Leça do Balio Tel: (351) (0)225 1059 46/47, Fax: (351) (0)225 1057 39
[email protected] Sverige & Suomi: Invacare AB, Fagerstagatan 9, S-163 91 Spånga Tel: (46) (0)8 761 70 90, Fax: (46) (0)8 761 81 08
[email protected] [email protected] Switzerland: Invacare AG, Benkenstrasse 260, CH-4108 Witterswil Tel: (41) (0)61 487 70 80, Fax: (41) (0)61 487 70 81
[email protected] United Kingdom: Invacare Limited, Pencoed Technology Park, Pencoed, Bridgend CF35 5HZ Switchboard Tel: (44) (0)1656 776200, Fax: (44) (0)1656 776201 Customer services Tel: (44) (0)1656 776222, Fax: (44) (0)1656 776220
[email protected] Australia Invacare Australia Pty. 1 Lenton Place, North Rocks, NSW 2151 Tel. (61) (0) 2 8839 5300 Fax. (61) (0) 2 8839 5313
[email protected] New Zealand Invacare New Zealand, 4 Westfield Place, Mt. Wellington, Auckland 1644 Tel. (64) (0) 9 917 3939 Fax. (64) (0) 9 917 395Z
[email protected]
Art. No. 1446042-8 2014-05
Sales Units: Belgium & Luxemburg: Invacare nv, Autobaan 22, B-8210 Loppem Tel: (32) (0)50 83 10 10, Fax: (32) (0)50 83 10 11
[email protected]