Gebruikershandleiding en instructies
Verwarmers van agrarische gebouwen voor dieren
MODELLEN ONTSTEKINGSTYPE
UITGANG
17,6 kW 1450
Waakvlam 65,9 kW
BRANDSTOF Alle modellen zijn verkrijgbaar in configuraties voor propaangas of aardgas.
Gefeliciteerd! U heeft de beste verwarmer aangeschaft voor agrarische gebouwen. Uw nieuwe verwarmer van PSI heeft de voordelen van de meest ervaren fabrikant van verwarmingsprodukten met de allernieuwste technologie. De firma PSI dankt u voor uw vertrouwen in onze produkten. Wij nodigen u uit om ons suggesties en commentaar te geven .... belt u alstublieft met +1 608 781 8500.
ALLE GEBRUIKERS OPGELET Deze verwarmer is specifiek ontworpen en gebouwd voor gebruik als een directe verwarmer met circulatie voor agrarische gebouwen met dieren. De verwarmer is door Advantica geëvalueerd en voldoet aan de belangrijke gezondheids- en veiligheidseisen van de voorschriften voor gas-, laagspanningsen elektromagnetische apparatuur. De verwarmer is slechts goedgekeurd voor binnengebruik. Indien u dit produkt voor een andere toepassing dan het bedoelde gebruik wilt gebruiken, dient u contact op te nemen met uw brandstofleverancier of PSI.
W6636 East Avenue North, Onalaska, WI USA ■ (608) 781-8500 ■ Fax: (608) 783-6115 F150-80789-C-06
WAARSCHUWING VOOR ALGEMEEN GEVAAR ■ Het niet opvolgen van de voorzorgsmaatregelen en instructies die bij deze verwarmer zijn bijgeleverd kan resulteren in: — dood — ernstig lichamelijk letsel of verbrandingen — materiële schade of verlies door brand of explosie — verstikkingsdood door gebrek aan voldoende lucht of koolstofmonoxide-vergiftiging — elektrische schok ■ Lees deze gebruikershandleiding voordat dit produkt installeert of gebruikt. ■ Alleen goed opgeleid onderhoudspersoneel mag deze verwarmer installeren of repareren. ■ Bewaar deze gebruikershandleiding voor toekomstig gebruik en naslag. ■ Gebruikershandleidingen en vervangingsetiketten zijn gratis verkrijgbaar. Neem voor hulp contact op met PSI (+1 608 781 8500). WAARSCHUWING ■ De juiste ingangsdruk dient aan de ingang van de verwarmer te worden geleverd. ■ Zie het machineplaatje voor de juiste gasinvoerdruk. ■ Een gasdruk hoger dan de opgegeven maximum invoerdruk kan brand of explosies tot gevolg hebben. ■ Brand of explosies kunnen leiden tot ernstig letsel, dood, materiële schade of verlies van dieren. ■ Een gasdruk lager dan de minimum invoerdruk kan een onvolledige verbranding tot gevolg hebben. ■ Een onvolledige verbranding kan leiden tot verstikkingsdood of koolstofmonoxidevergiftiging en dus ernstig letsel of de dood van mensen of dieren. WAARSCHUWING WAARSCHUWING Brand- en explosiegevaar Branden explosiegevaar ■ Niet voor gebruik in woonruimten of ■ Houd vaste brandstoffen op veilige afstand campers/caravans. van de verwarmer. ■ Installatie van deze verwarmer in een huis of camper/caravan kan leiden tot brand of ■ Vaste brandstoffen zijn o.a. produkten van een explosie. hout of papier, veren, stro en stof. ■ Brand of explosies kunnen materiële schade of slachtoffers veroorzaken. ■ Gebruik de verwarmer niet in ruimten die vluchtige of gasvormige brandbare stoffen (kunnen) bevatten. VOOR UW VEILIGHEID Bewaar geen benzine of andere ontvlambare ■ Vluchtige of gasvormige brandbare stoffen dampen of vloeistoffen in de buurt van dit zijn o.a. benzine, oplosmiddelen, apparaat of elk ander apparaat. verfverdunner, stofdeeltjes of onbekende chemicaliën. VOOR UW VEILIGHEID Als u gas ruikt: ■ Als u deze instructies niet opvolgt, kan dit 1. Open ramen. brand of explosie tot gevolg hebben. 2. Raak geen elektrische schakelaars aan. ■ Brand of explosie kan materiële schade, 3. Open vuur blussen. persoonlijk letsel of dood veroorzaken. 4. Neem onmiddellijk contact op met uw gasleverancier.
2
Inhoudsopgave HOOFDSTUK PAGINA Algemene informatie ...................................................................................................................................3 Technische specificaties van de verwarmer..............................................................................................4 Brandstofinformatie per land ..............................................................................................................5 Veiligheidsmaatregelen ...............................................................................................................................6 Installatie instructies Algemeen ..............................................................................................................................................8 Luchtomleider installatie instructies...................................................................................................9 Instructies voor ophangen .................................................................................................................10 Sedimentopvang assemblage ...........................................................................................................10 Thermostaat installatie ......................................................................................................................11 Handmatige afsluitklep, leiding en regelklep assemblage .............................................................11 Instructies voor het aanzetten..................................................................................................................12 Instructies voor het uitzetten....................................................................................................................12 Instructies voor reiniging...........................................................................................................................13 Instructies voor onderhoud.......................................................................................................................13 Instructies voor reparatie Motor en ventilator.............................................................................................................................14 Luchtstroomverklikschakelaar...........................................................................................................14 Waakvlam ...........................................................................................................................................15 Thermokoppel.....................................................................................................................................16 Gasregelklep .......................................................................................................................................17 Testen van de temperatuurbegrenzingsschakelaar met handmatige reset..................................18 Probleemoplossen.....................................................................................................................................19 Elektrisch verbindings- en schakeldiagram.............................................................................................28 Functie van de verwarmercomponenten .................................................................................................29 Identificatie van onderdelen Onderdelenschema............................................................................................................................30 Onderdelenlijst....................................................................................................................................31 Identificatie van etiketten .........................................................................................................................33 Bevestigingskeuzetabel ............................................................................................................................34 Garantie .....................................................................................................................................................35 Reserveonderdelen en Klantenservice....................................................................................................35
Algemene informatie Deze gebruikershandleiding bevat alle opties en accessoires die gewoonlijk bij deze verwarmer worden gebruikt. Sommige opties en accessoires kunnen echter niet zijn bijgeleverd afhankelijk van de door u aangeschafte configuratie. Wanneer u belt voor technische assistentie of voor andere informatie dient u het model-, configuratie- en serienummer bij de hand te hebben. Deze informatie vindt u op het machineplaatje. Dit plaatje bevindt zich aan de buitenkant van de achterste branderdeur. Deze handleiding geeft u uitleg over de bediening en het onderhoud van uw apparaat. Neem deze handleiding samen met uw gekwalificeerde installateur door zodat u de werking van de verwarmer volledig begrijpt.
De installatie van de gasleiding en verwarmer alsmede reparatie en onderhoud daarvan vereist een grondige kennis en training van gasverwarmers en dient niet te worden uitgevoerd door een persoon die daarvoor niet is gekwalificeerd. Op pagina 6 worden de benodigde kwalificaties beschreven. Neem contact op met uw lokale PSI distributeur of direct met PSI voor hulp of wanneer u vragen heeft over het gebruik of toepassing van het apparaat. PSI heeft een beleid van voortdurende produktverbetering. Alle rechten om de specificaties of het ontwerp zonder kennisgeving te veranderen worden voorbehouden.
3
Technische Specificaties van de Verwarmer
Model 60
225
Maximale invoer (kW)
17,6
65,9
Benodigde luchtcirculatie voor verbranding (m3/uur)
428
1543
SPECIFICATIES
Verdeeldruk brander afhankelijk van het type gas voor apparaten met gasregelkleppen (mbar)
PROPANGAS BUTANGAS/ PROPAANGAS
25
I 3P
20
I 3B/P
10 I 2H, I 2E, und I 2E(S)B, 12 I 2L 10/12 I 2Er
ERDGAS
Kogellager Motor kenmerken
49,7 Watt 1450 TPM
Elektriciteit (V/Hz/fase)
249 Watt 1100 TPM 220-240/50/1
OPSTARTEN
1,2
5,0
CONTINU BEDRIJF
0,4
1,7
74 x 32 x 29
98 x 47 x 42
Stroomverbruik (A)
Afmetingen l x b x h (cm)
Minimum vrije afstand tot nabije brandbare materialen
BOVENKANT ZIJKANTEN ACHTERKANT
0,3 m 0,3 m 0,3 m
VENTILATORUITGANG
0,3 m
GASTOEVOER
4
propaangas — 1,83 m aardgas — n.v.t.
BRANDSTOFINFORMATIE PER LAND
Propaangas Landen van bestemming
DE Categorie en de Druk Van Het Gas (mbar)
HU & NL
I 3P (30)
PL
I 3P (36)
BE, CH, CZ, ES, GB, IE, PT, SI & SK BE, CH, DE, ES & NL CY, CZ, DK, EE, FI, GR, HU, IT, LT, LV, MT, NO & SE
I 3P (37)
Verbruik (Kg/uur) 60
225
1.26
4.73
I 3P (50) I 3B/P (30)
(Butan) 1.28
(Butan) 4.80
(Propaangas) (Propaangas) 1.26 4.73
Aardgas Landen van bestemming
DE Categorie en de Druk Van Het Gas (mbar)
AT, CH, CZ, DK, EE, ES, FI, GB, GR, IE, IT, LT, LV, NO, PT SE, SI, SK & TR
I 2H (20)
DE, LU & PL
I 2E (20)
BE
I 2E(S)B (20)
NL
I 2L (25)
Verbruik (m3/uur) 60
225
1.74
6.43
2.02
7.44
5
Veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING ■ ■ ■ ■ ■
Verstikkingsgevaar ventilatievereisten voor de verbranding in de verwarmer Gebruik deze verwarmer niet in woonruimten. te bepalen. Niet gebruiken ruimte zonder ventilatie. ■ Onvoldoende ventilatie leidt tot onvolledige verbranding. De verbrandings- en ventilatieluchtstroom mag niet ■ Een onvolledige verbranding kan leiden tot worden belemmerd. koolstofmonoxide-vergiftiging bij mensen hetgeen Er dient voldoende ventilatie te zijn voor de verbranding ernstig letsel of de dood tot gevolg kan hebben. in de gebruikte verwarmer. Symptomen van koolstofmonoxide-vergiftiging zijn o.a. hoofdpijn, duizeligheid en moeilijk ademhalen. Zie het hoofdstuk technische specificaties in de gebruikershandleiding van de verwarmer, het ■ Symptomen van onvolledige verbranding voor de dieren machineplaatje of neem contact op met de PSI om de zijn o.a. ziektes, verminderde voedselconversie of sterfte.
BRANDSTOFGEUR
Propaangas en aardgas hebben een kunstmatige geurstof voor de detectie van gaslekkages. Als er een lek ontstaat, dient het gas ruikbaar te zijn. DIT IS EEN TEKEN DAT U ONMIDDELLIJK DE ONDERSTAANDE MAATREGELEN MOET NEMEN!
■ Alles vermijden dat het gas kan ontsteken. Geen elektrische schakelaar bedienen. Niet aan stekkers in stopcontacten of verlengsnoeren trekken. Geen lucifer aansteken of ander vuur maken. De telefoon niet gebruiken. ■ Alle personen meteen uit het gebouw en uit de buurt halen. ■ Sluit alle kleppen op propaangastanks of cilinders, of de hoofdkraan bij de meter indien u aardgas gebruikt. ■ Propaangas is zwaarder dan lucht en kan zich in lagere gebieden ophopen. Indien u een propaangaslek vermoedt, dient u uit alle lagere gebieden vandaan te blijven.
■ Aardgas is lichter dan lucht en kan zich bij het plafond of daksparren ophopen. ■ Gebruik de telefoon van de buren en bel met uw gasleverancier en brandweer. Ga niet naar terug naar het gebouw of gebied. ■ Blijf uit het gebouw en uit de buurt totdat de brandweer en uw gasleverancier het veilig verklaard hebben. ■ ALS LAATSTE de servicedienst van de gasleverancier en de brandweer op ontsnapt gas laten controleren en het gebouw en de ruimte goed te laten doorluchten voordat u deze weer betreedt. Vakkundig opgeleid personeel dient het lek te repareren, controleren op andere lekkages en vervolgens het apparaat weer voor u aan te zetten.
AFNEMENDE GEUR -- GEEN GEUR WAARGENOMEN ■ Sommige mensen kunnen niet goed ruiken. Sommige mensen kunnen de geur van de aan propaangas of aardgas kunstmatig toegevoegde stof niet waarnemen. U dient vast te stellen of u de geurstof in deze brandstofgassen kunt ruiken. ■ Maak u vertrouwd met de geur van propaan- en aardgas. Uw gasleverancier zal u graag een reukmonster met uitleg geven. Test het om te leren. ■ Roken kan het reukvermogen verminderen. Langer verblijf in een bepaalde geur kan uw gevoeligheid voor die geur verminderen. De geur van brandstofgas kan worden gemaskeerd door geuren die normaliter in gebouwen met dieren voorkomen.
■ De geurstof in propaan en aardgas is kleurloos en de intensiteit van de geur kan onder bepaalde omstandigheden afnemen. ■ Bij een ondergrondse lekkage kan door het transport van gas door de aarde de geurstof door filtratie verdwijnen. ■ De propaangasgeur kan op verschillende plaatsen afwijken. Omdat propaan zwaarder dan lucht is, kan er een sterkere geur in lagere gebieden optreden. ■ Wees altijd gevoelig voor de geringste gasgeur. Als u een gasgeur blijft ruiken, hoe zwak dan ook, dient u het als een groot gaslek te beschouwen. Neem onmiddellijk de bovenstaande maatregelen.
ATTENTIE -- KRITISCHE PUNTEN ■ Propaangas en aardgas hebben een bepaalde geur. Maak u vertrouwd met deze geur. (Zie het hoofdstuk "Brandstofgeur" en "Afnemende geur" hierboven)
■ Ook al bent u voldoende getraind in de reparatie en onderhoud van de verwarmer, dient u ALTIJD te achtzaam te zijn op de geur van propaan- en aardgas.
■ Indien u niet getraind bent in de reparatie en onderhoud van verwarmer op propaan- en aardgas dient u niet te proberen de verwarmer te ontsteken, repareren, onderhouden of wijzigingen aan te brengen aan het brandstofsysteem.
■ Een periodieke "geurtest" rondom de verwarmer of bij verbindingen zoals buizen en naden is een goed veiligheidsgebruik onder alle omstandigheden. Indien u ook maar een beetje gas ruikt, ONMIDDELLIJK CONTACT OPNEMEN MET UW GASLEVERANCIER. NIET WACHTEN!
6
1. Installatie, reparatie of onderhoud van deze verwarmer of de gastoevoerleidingen mag slechts door personen worden verricht die vakkennis over gasapparatuur bezitten en die zich voortdurend laten scholen. Bevoegdheden voor reparatie en installatie van dit apparaat zijn: a. Als bevoegd onderhoudspersoon van gasverwarmers dient u voldoende opleiding en ervaring te hebben om met alle aspecten van installatie, onderhoud en reparatie van gasverwarmers om te gaan. Dit omvat de taak van installatie, probleemoplossen, vervanging van defecte onderdelen en testen van de verwarmer. U dient in staat te zijn om de verwarmer in een continue bedrijfsveilige en normale toestand te krijgen. U dient u volledig met elk model verwarmer vertrouwd te maken en u te houden aan de veiligheidsinstructies, etiketten, gebruikershandleiding, etc. die bij de verwarmer worden geleverd. b. Als bevoegd installateur dient u voldoende opleiding en ervaring te hebben om met alle aspecten van installatie, reparatie en modificatie van gasleidingen om te gaan waaronder de selectie en installatie van de juiste apparatuur en selectie van de juiste afmetingen van leidingen en tank. Dit dient in overeenstemming te zijn met alle lokale, provinciale en nationale voorschriften en de eisen van de fabrikant. 2. Alle installaties en toepassingen van PSI verwarmers dienen aan alle toepasselijke lokale, provinciale en nationale voorschriften te voldoen, waaronder voorschriften voor propaangas, aardgas, elektriciteit en veiligheid. Uw lokale gasleverancier, bevoegd elektricien, lokale brandweer of vergelijkbare overheidsinstantie of uw verzekeringsagent kunnen u bij de bepaling van de voorschriften helpen. 3. De verwarmer niet verplaatsen, aanraken of onderhouden als deze in bedrijf is of aangesloten is op het elektriciteitsnet of brandstoftoevoer. 4. Deze verwarmer kan in gebieden worden geplaatst die afgespoten worden. De verwarmer mag alleen aan de buitenkant worden gewassen; zie de instructies voor reiniging. Was de binnenkant van de verwarmer niet. Reinig de verwarmer en de interne componenten alleen met perslucht, een zachte borstel of droge doek. Na het afspoelen van de buitenkant niet aanzetten totdat het volledig droog is. In ieder geval minstens een uur na afspoelen wachten voordat u de verwarmer weer gebruikt. 5. Voor veiligheid is deze verwarmer uitgerust met een temperatuurbegrenzingsschakelaar met handmatige reset en een luchtstroomverklikschakelaar. Gebruik deze verwarmer nooit wanneer een veiligheidsvoorziening is kortgesloten. Gebruik deze verwarmer nooit tenzij al deze voorzieningen werken. 6. Gebruik geen verwarmer waarvan een deur open is of een paneel verwijderd.
7.
Vind niet brandstof gasverpakkingen of brandstof aanbod slangen binnen 6,10 meter van het aanjager afzetgebied van het hitte.
8. Blokkeer de luchtinvoer en luchtafvoer van dit apparaat niet. Bij blokkering kan er onvolledige verbranding optreden of schade aan verwarmingscomponenten hetgeen materiële schade of dierverlies kan veroorzaken. 9. De slangenassemblage (indien bijgeleverd) dient jaarlijks te worden gecontroleerd. Dit dient te worden vervangen voordat u de verwarmer weer gebruikt als er aanwijzingen zijn van overmatige schuring of slijtage of als de slang gescheurd is. De slangassemblage dient tijdens gebruik afgeschermd te worden van verkeer, bouwmaterialen en contact met hete oppervlakken. De assemblage wordt door de fabrikant voorgeschreven. Raadpleeg de onderdelenlijst. 10. Controleer op gaslekkages en een goede werking tijdens de installatie van de verwarming, voordat u het gebouw weer betrekt of wanneer u verhuist. 11. De werking van verwarmer dient door een vakkundig onderhoudspersoon te worden gecontroleerd voordat u het gebouw weer betrekt en minstens één keer per jaar. 12. Sluit altijd de gaskraan naar het apparaat af wanneer het niet zal worden gebruikt voor de verwarming van vee. 13. De verwarming heeft bedrading voor een elektrisch systeem met drie draden. Er is een draad onder spanning, neutraal draad en een aardleiding. De verwarmer kan worden geleverd met of zonder stekker in het snoer en de stekker kan wel of geen aarding hebben. In elk geval dient de verwarmer op de juiste manier met een geaard stopcontact via de aardleiding in het snoer te worden verbonden. Als u geen geaard stopcontact gebruikt, kan dit resulteren in een elektrische schok, persoonlijk letsel of de dood. 14. Indien de gastoevoer wordt onderbroken en de vlam uitgaat, dient u het niet opnieuw aan te steken totdat u ervan overtuigd bent dat al het opgehoopte gas verdwenen is. Wacht in elk geval minstens 5 minuten voordat u het opnieuw aansteekt. 15. Bij een hangbevestiging kunnen onbuigzame pijpen of koperen leidingen die direct aan de verwarmer zijn vastgemaakt tijdens beweging gaslekkage veroorzaken en dienen derhalve niet te worden gebruikt. Gebruik alleen gasslangen die zijn bestemd en goedgekeurd voor propaangas en aardgas bij een hangbevestiging. 16. Bij een installatie zonder de bijgeleverde gasslang dient een passende verbinding met BS1387 middelsterk gegalvaniseerd ijzeren buis te worden gemaakt. (Aluminium leidingen of slangen mogen niet worden gebruikt.) Koperleidingen voor het transport van aardgas dienen van binnen vertind te zijn of een gelijkwaardige behandeling tegen zwavel te zijn ondergaan.
7
Installatie instructies ALGEMEEN verbonden, dient voorzien te zijn van een toegankelijke, goedgekeurde handmatige afsluitklep binnen een straal van 1,83 meter van de verwarmer.
WAARSCHUWING
Brand- of explosiegevaar Kan materiële schade, ernstig letsel of de dood veroorzaken. 1. Haal de stekker uit het stopcontact voor het bedraden om elektrische schokken of schade aan de apparatuur te voorkomen. 2. Om een gevaarlijke ophoping van brandstof te voorkomen dient u de gasinvoer bij het onderhoudskraan van het apparaat af te sluiten voordat u met de installatie begint en op gaslekkage te controleren voordat de installatie compleet is. 3. Forceer de gasregelknop niet. Gebruik alleen uw hand om aan de gasregelknop te draaien. Gebruik nooit gereedschap. Als de knop niet met de hand draait dient de regelknop door een bevoegd onderhoudsmonteur te worden vervangen. Brute kracht of reparatiepogingen kunnen tot brand of explosies leiden.
7.
1. Lees alle veiligheidsvoorschriften en volg de aanwijzingen van PSI bij de installatie van deze verwarming. Als u tijdens de installatie of verplaatsing van de verwarmer denkt dat een onderdeel beschadigd of defect is, dient u contact op te nemen met een bevoegd onderhoudsbedrijf voor reparatie of vervanging. 2. Zorg ervoor dat de verwarmer voor gebruik juist en horizontaal gehangen is. Let op en houd u aan de minimale veilige afstanden tussen de verwarmer en brandbare materialen. Deze minimale afstand wordt gegeven op het machineplaatje van de verwarmer en op pagina 4 van deze handleiding. 3. De gasregelklep (met overdrukklep) van dit apparaat dient buiten het gebouw te worden geïnstalleerd. Elke regelklep binnen het gebouw dient op de juiste manier naar de buitenlucht te worden ontlucht. Bij de installatie van de regelklep zijn de lokale, provinciale en nationale voorschriften altijd van toepassing. Aardgaskleppen zonder ontluchtingsbegrenzer kunnen binnenin zonder ontluchting naar buiten worden geïnstalleerd. 4. Zorg ervoor dat alle accessoires die zich tijdens transport binnenin de verwarmer bevinden, zijn verwijderd en geïnstalleerd. Dit geldt voor luchtomleiders, slang, kleppen etc. 5. Zorg ervoor dat er een sedimentopvang bij de gasinlaatklep wordt geïnstalleerd om vreemde materialen (zoals pijpdraadmiddel, schilfers en aanslag) uit de gasklep te houden. Vuil dat de gasklep binnendringt kan ervoor zorgen dat deze klep niet meer functioneert hetgeen een groot gaslek kan opleveren met als mogelijk resultaat brand of explosie met verlies van produkt, gebouw of zelfs leven. Een juist geïnstalleerde sedimentopvang houdt vreemd materiaal uit de gasklep en waarborgt de veilige werking van deze belangrijke veiligheidsvoorziening. 6. Elke verwarmer die met een leidingsysteem is 8
Controleer alle verbindingen op gaslekkages met goedgekeurde gaslekdetectoren. Controle op gaslekken wordt als volgt uitgevoerd: Controleer alle pijpverbindingen, slangverbindingen, fittingen en adapters voor de gasregelaar met goedgekeurde gaslekdetectoren. Wanneer een gaslek is ontdekt, dienen de betrokken componenten op verontreinigingen en de juiste aanbrenging van pijpdraadmiddel te worden gecontroleerd voordat u deze verder aandraait. Maak deze zo vast mogelijk om het lek te stoppen. Na het controleren van alle verbindingen en stoppen van alle lekkages kan de hoofdbrander worden ontstoken. Houd afstand bij het opstarten om letsel als gevolg van vuurterugslag door verborgen lekkages te voorkomen. Controleer terwijl de hoofdbrander aan is alle verbindingen, slangverbindingen, fittingen, lassen alsmede de gasregelklep in- en uitvoerverbindingen met goedgekeurde detectoren. Als een lek is gedetecteerd de betrokken componenten controleren op stofvrijheid in het schroefdraad en de juiste aanbrenging van pijpdraadmiddel voordat u het verder aandraait. Maak deze zo vast mogelijk om het lek te stoppen. Vervang zo nodig de betrokken onderdelen of componenten als het lek niet kan worden gedicht. Zorg ervoor dat alle gaslekken geïdentificeerd en gerepareerd zijn voordat u verder gaat.
WAARSCHUWING
■ ■ ■ ■
Brand- en explosiegevaar Gebruik geen open vuur (lucifers, aanstekers, kaarsen, etc.) bij het controleren op gaslekkages. Gebruik slechts goedgekeurde gasdetectoren. Als u deze waarschuwing niet navolgt, kan dit brand of explosies veroorzaken. Brand of explosies kunnen materiële schade, persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben.
8. Een bevoegd onderhoudsbedrijf dient tijdens de installatie van de verwarmer de juiste bedrijfsdruk van het gas controleren. 9. De verwarmer aansteken volgens de instructies op de verwarmer of in de gebruikershandleiding. 10. Het is van groot belang om de juiste afmeting en type gasinvoerleiding te gebruiken voor een goede werking van de verwarmer. Neem contact op met uw gasleverancier voor de juiste afmetingen en installatie. 11. Zorg ervoor dat de verwarmer de juiste gasdrukregelaar heeft voor uw toepassing. Een drukregelaar dient zodanig aan de gasinvoer worden verbonden dat de ingangsdruk naar de gasklep altijd wordt gehouden binnen het op het machineplaatje
vermelde bereik. Als u vragen heeft, neem dan contact op met uw gasleverancier of PSI.
worden beschermd dat hoge en lage temperaturen beperkten en ook een gepast alarmsignaal afgeeft.
12. Deze verwarmer kan worden gebruikt voor gebruik met propaan- of aardgas. Kijk op het machineplaatje aan de binnenkant van het brandereinde of motordeur voor de gasconfiguratie van deze verwarmer. Gebruik de verwarmer niet bij een systeem of toepassing met vloeibaar propaangas. Neem in geval van twijfel contact op met PSI.
14. Neem de tijd om te leren hoe deze verwarmer te bedienen en te onderhouden met behulp van deze gebruikershandleiding. Zorg ervoor dat u weet hoe de gastoevoer naar het gebouw en naar de verwarmer zelf uit te schakelen. Neem contact op met uw gasleverancier indien u vragen heeft.
13. Net zoals bij alle elektrische/mechanische apparatuur kan de thermostaat het op den duur begeven. Een defecte thermostaat kan een situatie opleveren met onder- of oververhitting die kritische produkten kan beschadigen en/of letsel of de dood van dieren kan veroorzaken. Kritische produkten en/of dieren dienen door een onafhankelijk back-up regelsysteem te
15. Elk defect dat tijdens deze reparatie- of onderhoudsprocedure wordt gevonden, dient te worden geëlimineerd en defecte onderdelen dienen onmiddellijk te worden vervangen. De verwarmer dient opnieuw te worden getest door goed opgeleid onderhoudspersoneel voordat de verwarmer weer in gebruik wordt genomen.
LUCHTOMLEIDER INSTALLATIE INSTRUCTIES (Aanblik van de uitgang van de verwarmer kan per model verschillen.)
1. Optionele luchtomleiders kunnen in de verwarmersuitgang worden geplaatst om de hete lucht bij de uitgang te richten. Een installatiemogelijkheid omvat plaatsing zodanig dat de lucht over twee banen van 45 graden wordt verdeeld of bundeling van de luchtstroom in één 45º richting.
FIG. 1 (Typische installatie met luchtstroom in twee richtingen.) INKEPINGEN IN UITSPARINGEN NOTCHES IN MOUNTING TABS VOOR BEVESTIGING TABS UITSPARINGEN SCHROEVEN OUTLET VAN DE SCREWS UITGANG
2. De uitsparingen op elke helft van de luchtomleider "klikt" in de ventilatoruitgang tussen de binnenkant van de behuizing en de ventilatoruitgang. Als de uitsparingen met inkepingen niet in de uitgang van de ventilatorbehuizing "klikken", dienen de ventilatoruitgangschroeven te worden losgedraaid (niet verwijderen). Dit verschaft een opening waarin u de uitsparingen kunt steken. Draai de schroeven na installatie weer vast.
VOORGEVORMDE FORMED UITGANGSBESCH OUTLET ERMINGGUARD
DIVERTER OMLEIDERHELFT HALVES
Andere installaties van de luchtomleider
9
INSTRUCTIES VOOR OPHANGEN 1. Volgens de illustratie assembleren en alle oogmoeren goed vastdraaien.
FIG. 2 EYE BOLT OOGMOER
CHAIN KETTING
NUT MOER
FIG. 3 OPMERKING: REGELKLEPPEN DIENEN BUITEN TE WORDEN NOTE: REGULATORS SHOULD ALWAYS BEALTIJD MOUNTED OUTDOORS. IF GEÏNSTALLEERD. ALS DOORTHE OMSTANDIGHEDEN DE REGELKLEP CIRCUMSTANCES FORCE INSTALLING REGULATOR INDOORS, BINNEN DIENT WORDEN GEÏNSTALLEERD, DIENTVENT DE REGELKLEP THE REGULATOR'S VENTTE MUST BE VENTED OUTDOORS USING DE BUITENLUCHT TE WORDEN ONTLUCHT MET EEN LEIDING LINE NO NAAR SMALLER THAN VENT OPENING. DIE NIET SMALLER IS DAN DE ONTLUCHTINGSOPENING. VENT OF VAN REGULATOR MUST ONTLUCHTING DE REGELKLEP POINT BENEDEN DOWN ANDTE REGULATOR DIENT NAAR RICHTEN EN DE MUST REGELKLEP DIENT NAAR BE VENTED OUTDOORS BUITEN TE WORDEN ONTLUCHT
HANDMATIGE AFSLUITKLEP MANUAL SHUT-OFF VALVE KAN BE VOOR DE GASKLEP CAN INSTALLED BEFORE WORDEN GEÏNSTALLEERD THE REGULATOR, UNDER ONDER VAN THE EAVEDEOFDAKRAND THE BUILDING, HETAFTER GEBOUW OF ACHTER OR THE REGULATOR DE REGELKLEP BINNENIN INSIDE THE BUILDING.
FLAT WASHER PLATTE DRUKRING KCET TIIN HA NGOR O
NUT MOER
FCAKBA LBEEL
BOVENKANT HEATER TOP BEHUIZING
2. Zorg ervoor dat de verwarmer goed is vastgemaakt en horizontaal hangt (controleer in de lengte en breedte). 3. Zie figuur 3 voor een typische installatie binnen. In elk gebouw met dieren dient ervoor worden ezorgd dat de verwarmer uit de buurt van vee wordt geïnstalleerd zodat de verwarmer of gasleiding niet wordt aangestoten, van de fundering wordt getrokken of wordt beschadigd. Zorg ervoor dat u de minimum afstand aanhoudt van brandbare materialen zoals aangegeven in het hoofdstuk Specificaties en op de verwarmer zelf.
OPTIONAL INDOOR OPTIONELE LOCATIE OM DE REGELKLEP REGULATOR TE MOUNTINGBINNEN LOCATION
MONTEREN
ZWARTE PIJP DOOR BLACK PIPE DE MUUR WALL THROUGH
GASSLANG 1,25GAS CM XHOSE 3M
ONTLUCHTINGSPIJP
THERMOSTAT THERMOSTAATKOORD
VENT LINE
CORD
STOPCONTACT WALL OUTLET IN
WALL
FLATDRUKRING WASHER PLATTE
HEATER VERWARMER
YOKE LUCHTOMLEIDER
DE MUUR
STROOMSNOER POWER CORD
30.5CM cm min. THERMOSTAT 30,5 THERMOSTAAT
SEDIMENT SEDIMENTOPVANG 30.5CM 30,5 cm min.
TRAP
SEDIMENTOPVANG ASSEMBLAGE Assembleer het T-stuk, nippels en de stop tot één geheel en draai het goed vast. De sedimentopvang dient altijd verticaal te worden geïnstalleerd. Zorg ervoor dat het gebruikte pijpdraadmiddel bestand is tegen zowel propaan- als aardgas bij het aanleggen van alle verbindingen. Controleer alle verbindingen op gaslekkage met goedgekeurde gasdetectoren.
FIG. 4 NIPPLE NIPPEL HO
TO GAS CONTROL NAAR GASREGELKLEP VALVE INLET
T-STUK TE
NIPPL NIPPEL
CA STOP
10
THERMOSTAAT INSTALLATIE WAARSCHUWING
Elektrisch schokgevaar
■ Verbreek de elektrische toevoer voordat u de ■
thermostaat met de verwarmer verbindt. Als u dit niet doet, kan dit een elektrische schok veroorzaken met als gevolg persoonlijk letsel of de dood.
b. Het thermostaatsnoer dient een minimale dikte van maat 18 te hebben met een draad onder spanning, neutraal draad en een aardleiding. c. Volg alle instructies die bij de thermostaatkit zijn bijgeleverd. d. De verwarmer dient op de juiste werking te worden gecontroleerd nadat deze is aangesloten.
Voor de aansluiting van een direct aangesloten thermostaatkit: a. De installatie en bedrading van een thermostaat dient door een elektricien of een ander bevoegd persoon te worden verricht.
HANDMATIGE AFSLUITKLEP, LEIDING EN REGELKLEP ASSEMBLAGE 1. Gebruik op schroefdraad altijd een goedgekeurd pijpdraadmiddel dat geschikt is voor gebruik met propaan- en aardgas.
FIG. 5
PIPING ADAPTER ADAPTER, LEIDING VALVE, MANUAL HANDMATIGE KLEP SHUT-OFF
2. Assembleer de componenten volgens de figuur. Dit aanzicht dient slechts voor de weergave van een algemene assemblage. De regelklep dient zodanig te worden geïnstalleerd dat de ontluchting altijd naar beneden is gericht onafhankelijk van de plaats van de regelklep.
NIPPLE 1/2" NIPPEL
REGULATOR REGELKLEP
3. Maak alle verbindingen goed vast. GASKLEP REGULATOR VENT ONTLUCHTING
PIPING ADAPTER ADAPTER, LEIDING ADAPTER ADAPTER
GAS FLOW GASSTROOM
4. Controleer alle verbindingen op gas lekkage met goedgekeurde gaslekdetectoren.
GAS HOSE GASLEIDING
ADAPTER ADAPTER TO GAS CONTROL NAAR INGANG VAN
SEDIMENT TRAP SEDIMENTOPVANG
DE REGELKLEP VALVE INLET
11
Instructies Voor Het Aanzetten Volg stappen 1-5 voor de eerste keer aanzetten na installatie door een bevoegde gasinstallateur. Draai de thermostaat boven de omgevingstemperatuur om de verwarmer normaal aan te zetten. De verwarmer start. 1.
Open alle handmatige invoerkleppen en controleer op gaslekkage met goedgekeurde gasdetectoren.
2.
Druk de witte knop op de gasregelklep helemaal in wanneer u vuur aanbrengt om de waakvlam aan te steken. Houd de knop 30 seconden ingedrukt om het thermokoppel te laten opwarmen zodat de waakvlam blijft branden nadat de knop is losgelaten.
5.
Ga niet over het invoermaximum dat op het machineplaatje van de verwarmer is gedrukt. Overschrijd de spruitstukdruk in de brander niet die op het machineplaatje is weergegeven. Gebruik geen opening met een andere afmeting dan opgegeven voor de specifieke invoerwaarde van deze verwarmer, brandstoftype configuratie en hoogte.
FIG. 6 GAS SHUT OFF KNOB GASAFSLUITKNOP
OPGELET Bij een nieuwe installatie kan het even duren voordat lucht uit de gasleiding is verdreven en de waakvlam blijft branden. 3.
Steek het elektrische snoer in een goedgekeurd stopcontact.
4.
Stel de thermostaat in op een temperatuur boven de omgevingstemperatuur. De verwarmer wordt aangezet. Stel de thermostaat in op de gewenste stand.
OFF UIT PILOT BUTTON WAAKVLAMKNOP
ON AAN PILOT WAAKVLAM
Instructies Voor Het Uitzetten Volg stappen 1-4 als de verwarmer uitgezet moet worden voor reiniging, onderhoud of reparatie. Draai in andere gevallen gewoon de thermostaat in de "UIT" of "GEEN WARMTE" stand voor een normale uitzetting. 1. Sluit alle handmatige brandstofinvoerkleppen. 2. Laat de verwarmer de overtollige brandstof in de gastoevoerslang opbranden.
12
3. Draai de thermostaat in de "UIT" of "GEEN WARMTE" stand. 4. Verbreek contact door de verwarmer met het stopcontact.
Instructies voor reiniging WAARSCHUWING
Brand-,, verbrandings- en explosiegevaar
■ Deze verwarmer bevat elektrische en mechanische componenten in de gasregelings-, veiligheid- en gasstroomsystemen.
■ Deze componenten kunnen niet meer werken of defect raken door vuil, slijtage, veroudering of de corrosieve omgeving in het gebouw met dieren.
■ Periodieke reiniging en inspectie alsmede juist onderhoud zijn zeer belangrijk om ernstig letsel of materiële schade te voorkomen.
1. Voordat u met schoonmaken begint, alle gasinvoerkleppen dichtdoen en de stekker uit het stopcontact halen. 2. Vuil en stof dient periodiek van de verwarmer te worden verwijderd: a. Na elke kudde of wanneer het gebouw weer wordt gevuld, geef de verwarmer een algemene reinigingsbeurt met perslucht of een zachte borstel aan de binnen- en buitenkant. Stof de motorbehuizing af om oververhitting van de motor en uitschakeling van de verwarmer te voorkomen. b. Geef de verwarmer minstens één keer per jaar een grote reinigingsbeurt. Verwijder de ventilator en motorassemblage en veeg of blaas het ventilatorwiel af. Let op de individuele ventilatorschoepen. Zorg er tevens voor dat de branderluchtinlaat venturipoort en de "keel" van de behuizing geen stof hebben. Het gebied tussen de bovenkant van de verbrandingskamer en de binnenkant van de behuizing dient ook geen stof te bevatten. c. Wanneer u met water wast, dient u de Waarschuwingen in dit hoofdstuk te lezen en na te volgen. Dezelfde waarschuwingen zijn ook op de verwarmer afgedrukt.
WAARSCHUWING Deze verwarmer mag slechts aan de buitenkant gewassen worden indien: A.
De verwarmer is niet meer op het stopcontact aangesloten.
B.
Alle toegangspanelen zijn goed afgesloten.
C. De watersproeikop kan niet binnen een bereik van 180 cm sproeien. D. De waterdruk is lager dan 3,1 bar (310 kPa) aan elke kant van de verwarmer gedurende 10 sekonden. E.
De verwarmer wordt pas na 1 uur weer aangesloten op het stopcontact of wanneer de verwarmer helemaal droog is.
Onjuiste reiniging van de verwarmer kan ernstig persoonlijk letsel of materiële schade veroorzaken als gevolg van water en/of het schoonmaakmiddel: 1.
Bij elektrische componenten, verbindingen en draden hetgeen elektrische schokken of doorbranden veroorzaakt.
2.
Bij gasregelcomponenten hetgeen corrosie veroorzaakt dat kan leiden tot gaslekkage, brand of explosies door het lek.
Reinig interne componenten van de verwarmer met een zachte, droge borstel of doekje, of met perslucht.
Instructies voor onderhoud 1. Laat uw gasleverancier alle gasleidingen jaarlijks controleren op lekkages of restricties in de leidingen. Laat uw gasleverancier ook op dat moment verzameld vuil in de sedimentopvang verwijderen. 2. Het gebied rondom dit apparaat dient vrij te zijn van brandbare materialen, benzine of andere ontvlambare dampen en vloeistoffen. 3. Regelkleppen kunnen slijten en onjuist functioneren. Laat uw gasleverancier de datumcodes op alle
geïnstalleerde kleppen controleren en ook de uitgangsdruk naar het apparaat om ervoor te zorgen dat de regelklep betrouwbaar is. 4. Regelkleppen dienen periodiek te worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat de ontluchtingskleppen niet zijn geblokkeerd. Vuil, insecten, insectnesten, sneeuw, ijs op een regelklep kunnen de ontluchtingsklep blokkeren en een te hoge druk op het apparaat veroorzaken.
13
Instructies voor reparatie MOTOR EN VENTILATOR 1. Sluit de gastoevoer naar de verwarmer af. 2. Haal de stekker van de verwarmer uit het stopcontact. 3. Open het toegangspaneel aan de kant van het bedieningspaneel.
OPMERKINGEN: a. De tussenruimte tussen het ventilatorwiel en de motormontageplaat dient te worden ingesteld op de in de tabel hieronder vermelde waarden voordat het ventilatorwiel op de motoras wordt vastgedraaid.
4. Verwijder de motordraden.
b. Zorg ervoor dat de stelschroef/ stelschroeven van de ventilator bij het vastdraaien op het "vlakke" gedeelte van de motoras is/zijn.
5. Verwijder de schroeven die de motormontageplaat aan de ventilatorbehuizing vastmaken. 6. Haal de ventilator en motor uit de behuizing. 7.
Maak de vierkante stelschroef/stelschroeven op het ventilatorwiel met een moersleutel los.
8. Haal het ventilatorwiel van de motoras. Gebruik een wieltang indien nodig.
17,6 kW 65,9 kW
6,4 mm 3,2 mm
FIG. 9 MOTOR MOUNT PLATE MOTOR MONTAGEPLAAT
FAN WHE VENTILATORWIEL
9. Verwijder de vier (4) schroeven die de motor aan de montageplaat vastmaken. 10. Doe de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde voor de montage van de motor en ventilator. MOTOR MOTOR
CLEARANCE TUSSENRUIMTE
LUCHTSTROOMVERKLIKSCHAKELAAR 1. Sluit de gastoevoer naar de verwarmer af.
BELANGRIJK
2. Haal de stekker van de verwarmer uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat u de arm van de schakelaar bij vervanging niet buigt. Buiging kan later ontstekingsproblemen veroorzaken.
3. Open het toegangspaneel aan de kant van het bedieningspaneel.
4. Verwijder de twee (2) schroeven van metaalblik die de FIG. 10 schakelaar met een beugel aan de ventilatorbehuizing vastmaken. Verwijder de assemblage door de schakelaar 90 graden te draaien zodat de vleugel op Z de arm van de schakelaar door het rechthoekige gat IJPAN EE LHV aan de zijkant van de ventilatorbehuizing kan worden OAUN getrokken. SID NE 5. Verwijder de draden luchtstroomverklikschakelaar.
van
de
6. Doe de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde voor de montage van de schakelaar. De vervangingsschakelaar is al in de bevestigingsbeugel gemonteerd.
NUTS MOEREN
VLEUGEL PADD
G BSE IDHEU PIZAINN EGL SCHAKELAAR SWITCH METW/PADDLE VLEUGEL
DRADEN LEADS RECHTHOEKIG OBLONG HOLE GAT
14
WAAKVLAM Zie Fig. 12
1. Sluit de gastoevoer naar de verwarmer af.
BELANGRIJK
2. Haal de stekker van de verwarmer uit het stopcontact.
■ De afmetingen van de waakvlamopening zijn met
3. Laat het apparaat afkoelen zodat de waakvlam assemblage met de hand kan worden aangeraakt. 4. Maak de vleugelmoer bij de waakvlam los door deze tegen de klok in te draaien. Het is niet nodig om de schroef helemaal uit de assemblage te verwijderen. U hoeft het maar los te draaien totdat u het waakvlamscherm kunt verwijderen. 5. Na losmaken het scherm omhoog halen zodat de beugel, opening en thermokoppel zichtbaar zijn. 6. Maak de waakonderdelen (met popnagels aan de binnenkant van het scherm vastgemaakt) met een zachte borstel of perslucht schoon. Let vooral op de keel en de vlamverspreider bovenaan. 7.
Neem de bovenkant van het waakvlamgat met een borstel af en zorg ervoor dat er geen zand of vuil is in de opening. Als de opening verwijderd dient te worden, de juiste maat moersleutel gebruiken om de compressiefitting en waakvlambuis van de ingang van de waakvlamopening los te maken en te verwijderen. Gebruik een moersleutel of de waakvlamopening van de beugel los te maken en te verwijderen. Houd de opening tegen het licht om te zien of de opening vrij is. Blaas de opening door met perslucht als deze is verstopt.
8. Doe de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde om het scherm en de waakvlamopening te vervangen.
precisie geboord in overeenstemming met de gebruikte brandstof en gasdruk. Druk of prik geen scherpe voorwerpen in het gat. Als u dit doet, kan dit het gat vergroten hetgeen waakvlamstoringen kan veroorzaken. Maak het gat alleen met perslucht, een zachte borstel of een droge doek schoon. Vervang de opening indien noodzakelijk.
■ Gebruik geen tang om de opening te verwijderen. Een
tang zorgt voor "afronding" van de hexagonale moer aan de basis van de opening hetgeen onderhoud later moeilijker maakt. Gebruik slechts een moersleutel in de juiste maat.
FIG. 12 BEHUIZING VAN CASTING DEBURNER BRANDER
SCHERM SHIELD
BEUGEL BRACKET SPACING RIBS*
WING SCREW VLEUGELMOER
OPENING ORIFICE
GASKET*
NAGEL STUD
BUIS MET MOEREN
* NOT ON ALL HEATERS
TUBE W/NUTS
THERMOKOPPEL THERMOCOUPLE
9. Controleer op gaslekken.
15
THERMOKOPPEL 1. Sluit de gastoevoer naar de verwarmer af.
BELANGRIJK
2. Haal de stekker van de verwarmer uit het stopcontact.
■ Het thermokoppel is een belangrijk veiligheidsinstrument die direct met de waakvlamveiligheidsregelklep werkt. Het dient slechts te worden vervangen door een thermokoppel met hetzelfde onderdeelnummer als in de onderdelenlijst voor hetzelfde model.
3. Laat het apparaat afkoelen zodat de waakvlam assemblage met de hand kan worden aangeraakt. 4. Maak de vleugelmoer bij de waakvlam los door deze tegen de klok in te draaien. Het is niet nodig om de schroef helemaal uit de assemblage te verwijderen. U hoeft het maar los te draaien totdat u het waakvlamscherm kunt verwijderen. 5. Na losmaken het scherm omhoog halen zodat de beugel, opening en thermokoppel zichtbaar zijn. 6. Voor verwijdering van het thermokoppel de bevestigingsschroef losmaken (tegen de klok in draaien) totdat de schroef helemaal uit de beugel is. Haal het thermokoppel uit de beugel. 7.
Verwijder de aansluitdraadmoer die in de stroombron op de gasregelklep is gedraaid.
■ Bij het indraaien van de connector van het thermokoppelschroef in de stroombron op de gasregelklep de schroef "vingervast" draaien en met een moersleutel "lichtjes" aandraaien. NIET TE VAST AANDRAAIEN OF ONNODIGE KRACHT OP DE SCHROEF UITOEFENEN. Als u dit doet, kan dit de stroombron in de gasregelklep beschadigen. ■ Gebruik geen tang wanneer u de thermokoppelbevestigingsschroef (optioneel) of connectorschroef verwijdert of vervangt. Als u dit doet, kan dit de hexagonale moeren afronden hetgeen onderhoud later moeilijker maakt. Gebruik altijd een moersleutel in de juiste maat.
8. Doe de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde om het weer in elkaar te zetten.
FIG. 13
UITEINDE VAN HET THERMOKOPPEL THERMOCOUPLE TIP
THERMOCOUPLE LEAD AANSLUITDRAADMOER CONNECTOR NUT VAN HET THERMOKOPPEL
POWERCONNECTORCONTACT UNIT CONNECTOR CONTACT VAN DE STROOMBRON
PILOT ASSEMBLY WAAKVLAM
THERMOCOUPLE LEAD THERMOKOPPELDRAAD
POWER UNIT STROOMBRON OPTIONAL ATTACHMENT NUT BEVESTIGINGSMOER
16
GASREGELKLEP WAARSCHUWING
Brand- en explosiegevaar
■ Haal de gasregelklep niet uit elkaar. ■ Probeer geen componenten van de gasregelklep te vervangen.
■ De gasregelklep dient te worden vervangen indien de regelklep beschadigd is.
■ Als u deze waarschuwing niet navolgt, kan dit brand of
explosies veroorzaken die letsel of de dood kunnen veroorzaken voor mensen en dieren, en materiële schade.
1. Verwijder elke ophoping van stof die u kunt vinden. 2. Controleer de spruitstukdruk met een gasmeter voor lage drukken: a. Sluit de gastoevoer naar de verwarmer af. b. Haal de stekker van de verwarmer uit het stopcontact.
g. Wanneer de verwarmer aan is, zal de meter 25 mbar voor propaangas en 10 mbar voor aardgas aangeven. Deze druk is de stroomdruk die nodig is voor de verwarmer om de maximale warmte-afgifte te leveren. Als de meter niet de juiste spruitstukdruk aangeeft, controleer dan de ingangsdruk naar de gasregelklep. De maximale en minimale gasinvoerdruk die acceptabel is voor de gasregelklep worden in de specificatietabel van de verwarmer en ook op het machineplaatje weergegeven. De invoerdruk kan moeten worden bijgesteld om de juiste uitvoerdruk te verkrijgen. De invoerdruk wordt op dezelfde manier als de uitvoerdruk gecontroleerd. h. Sluit de gastoevoer en haal de stekker uit het stopcontact nadat alle drukken zijn gecontroleerd. Verwijder de meter en draai de drukkraan goed vast. Open de gastoevoer en steek de stekker weer in het stopcontact.
FIG. 14 UITGANGSKRAAN OUTLET PRESSURE TAP
c. Draai de drukschroef aan de uitgang van de klep minimaal een hele slag tegen de klok in.
GASMETER VOOR LAGE DRUKKEN LOW PRESSURE GAUGE
15
5 10 0
35
f. Zet de verwarmer aan.
30
e. Open de gastoevoer en stop de stekker weer in het stopcontact.
25
d. Verbind een gasmeter voor lage drukken met de drukkraan.
20
INLET PRESSURE TAP INGANGSKRAAN
17
TESTEN VAN DE TEMPERATUURBEGRENZINGSSCHAKELAAR MET HANDMATIGE RESET WAARSCHUWING Brandgevaar
■ Gebruik dit apparaat niet wanneer de
temperatuurbegrenzingsschakelaar is kortgesloten.
■ Gebruik van de verwarmer met een kortgesloten
temperatuurbegrenzingsschakelaar kan leiden tot oververhitting dat mogelijk brand kan veroorzaken dat de verwarmer beschadigt, materiële schade veroorzaakt of verlies van dieren.
1. Haal de stekker van de verwarmer uit het stopcontact. 2. Verwijder de temperatuurbegrenzingsschakelaar uit de verbrandingskamer.
5. Laat de schakelaar ongeveer één minuut afkoelen voordat u de resetknop op de schakelaar goed indrukt. 6. Controleer op elektrische geleiding door de schakelaaruiteinden om er zeker van te zijn dat de contacten in de schakelaar gesloten zijn. 7.
Installeer de schakelaar weer in de verwarmer. Steek de stekker weer in het stopcontact. Zet de verwarmer weer aan en controleer op de juiste werking.
FIG. 15 RESET BUTTON RESETKNOP
3. Houd de schakelaar vast bij een van de montagepoten en breng een kleine vlam aan bij het sensorgedeelte aan de achterkant van de schakelaar. Zorg ervoor dat de plastic behuizing tijdens deze test niet smelt. 4. Binnen een minuut dient u bij de schakelaar een "klik" te horen dat het geluid is van een geopende schakelaar.
TERMINAL UITEINDE MOUNTING MONTAGEPOOT LEG
18
SENSING SENSORGEDEELTE SURFACE
VLAM FLAME
Probleemoplossen LEES DIT HELE HOOFDSTUK VOORDAT U MET Om deze stroomdiagrammen effectief te gebruiken, dient u eerst het probleem te identificeren. De problemen zijn PROBLEEMOPLOSSEN BEGINT. De probleemoplossingsgids geeft systematische procedures om problemen met de apparatuur te isoleren. Deze gids is bedoeld voor gebruik door EEN BEVOEGDE PERSOON VOOR GASREPARATIE. PROBEER DEZE VERWARMERS NIET TE REPAREREN TENZIJ U HIERVOOR BENT GETRAIND. BENODIGDE TESTAPPARATUUR De volgende apparatuur is nodig om bij dit systeem met minimale tijd en moeite problemen op te lossen. • Digitale multimeter - voor het meten van gelijk-, wisselstroom en weerstand.
opeenvolgend genummerd en er is een korte beschrijving van elk probleem. Begin bij de ruit die het dichtste bij uw probleem is en ga verder met elke stap terwijl u de gesuggereerd tests uitvoert. Na elke stap of test geeft de gids de reparateur de volgende logische stap op basis van het resultaat van de vorige controle. Componenten dienen pas te worden vervangen nadat elke stap is doorlopen en vervanging wordt aanbevolen in het stroomdiagram. De problemen zijn genummerd en het paginanummer geeft aan waar u het stroomdiagram voor dat specifieke probleem kunt vinden.
• Thermokoppel diagnostische kit - (PSI onderdeelno. 55008506). Bij gebruik met een standaard digitale multimeter zorgt deze kit voor tests voor het thermokoppel en de elektromagnetische stroomsterkte van de waakvlam gaskleppen.
Beschrijving Pagina Probleem 1 De waakvlam brandt niet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
• Meter voor lage drukken - voor het controleren van de ingangs- en spruitstukdruk bij de gasklep met de waarden op het machineplaatje.
3 Motor draait. Brander brandt niet terwijl de waakvlam aan is. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
2 Waakvlam blijft niet aan wanneer de waakvlamknop wordt losgelaten . . . . . . . . . . . . . . 21
4
Motor draait niet. Verwarmer kan niet worden ingeschakeld met een brandende waakvlam . . . . 23
5
De hoofdbrander gaat vaak aan en uit. De waakvlam blijft branden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
WAARSCHUWING
Gevaar voor elektrische schokken en verbranding
■ Bij het probleemoplossen kan het voorkomen dat u het
■
apparaat bedient met een aanwezig laag voltage en het gas aangesloten. Ga uiterst voorzichtig met de verwarmer te werk. Als u deze waarschuwing niet navolgt, kan dit materiële schade, persoonlijk letsel of de dood veroorzaken.
■ Controleer de apparatuur op zichtbare schade. ■ Controleer alle slangen op slijtage en schuring. ■ Zorg ervoor dat de verwarmer goed is geïnstalleerd en voldoet aan de eisen van minimale afstand tot brandbare materialen. (zie machineplaatje op de verwarmer)
■ Controleer alle bedrading op losse verbindingen en
6 De waakvlam blijft niet branden wanneer de hoofdbrander en de ventilator werken . . . . . . . 24 7
De temperatuurbegrenzingsschakelaar is open . . 25
8 De brander gaat niet uit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 9
De vlam vliegt van de brander . . . . . . . . . . . . . . . . 26
10 Het vuur in de brander gaat na 10-15 minuten uit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 11
De gasregelklep "ratelt". . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
12
De motor "bromt" . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
versleten insulatie.
19
20
Waakvlam brandt niet.
Probleem 1
Vul de container als deze leeg is.
nee
Is de propaangascontainer vol? ja
Open alle toevoerkleppen.
nee
Zijn alle gastoevoerkleppen open?
ja
Druk de knop volledig in.
nee
Is de waakvlamregelknop volledig ingedrukt?
nee
Is er een belemmering in de gastoevoerslang, waakvlambuis of opening?
ja
ja
Vervang de opening.
nee
Is de juiste opening geïnstalleerd voor de gebruikte opening?
Verwijder deze componenten en blaas deze door met perslucht.
ja
ja
Controleer op de juiste invoerdruk aan de ingang van de verwarmer. Stel bij indien nodig.
nee
Is er lucht in de gasleiding?
Druk op de waakvlamregelk nop om de lucht te laten afvoeren totdat de waakvlam weer brandt (normaliter in 30-45 seconden).
21
Waakvlam blijft niet aan wanneer de waakvlamknop wordt losgelaten.
Probleem 2 ja
Controleer op de juiste drukingang. Controleer het machineplaatje van de verwarmer.
nee
Wordt de juiste gasdruk geleverd aan de verwarmer?
nee
nee
Gaf u het thermokoppel voldoende tijd om op te warmen?
ja
ja
ja
Vervang door een juiste waakvlamopening.
nee
Is de juiste opening geïnstalleerd?
ja
ja
Controleer de uitgang in millivolt. 10 mV of meer is acceptabel. Vervang het thermokoppel indien minder dan 10 mV.
nee
nee
Is het thermokoppel op de juiste manier in de beugel bevestigd?
ja
ja
Uit elkaar halen en met perslucht schoonmaken. Gebruik geen instrumenten met scherpe randen. Vervang de opening indien noodzakelijk.
nee
Is de waakvlamassemblage, waaronder de opening, schoon?
Controleer het verval in millivolt. 4 mV of minder is juist. Over 4 mV is een zwakke klep. Vervang de gehele klep.
nee
Is de val uit de elektromagneet naar waakvlamveiligheidsc ontrole gecontroleerd?
Waakvlam dient 9,5-12,7 mm boven de thermokoppeltuit uit te steken.
Is de stroomsterkte van het thermokoppel gecontroleerd?
Moer lichtjes aandraaien (niet te vast draaien). Controleer op vuil tussen de contacten van het thermokoppel en de elektromagneet van de klep.
nee
Zit de contactmoer van het thermokoppel goed vast?
Verwijder en reinig met perslucht.
Wacht 30-60 seconden voordat u de knop loslaat zodat het thermokoppel kan opwarmen.
Is de waakvlam- of de gastoevoerleiding gedeeltelijk verstopt?
Vul de container als deze leeg is.
nee
Is de propaangascontainer vol? ja
22 ja
ja
nee
Wordt de juiste spanning geleverd van de luchtstroomverklikschakelaar naar de gasklep?
nee
Zijn de brander, opening, brandstuk of spruitstuk verstopt?
nee
Is de temperatuurbegrenzingsschakelaar geactiveerd?
ja
Controleer op de juiste druk met de meter voor lage gasdruk. Zie het machineplaatje van de verwarmer.
nee
Heeft u gecontroleerd op de juiste druk bij de gasregelklep voor de ingang en spruitstuk van de brander?
Verwijder het vuil.
ja
nee
Sluit en opent de luchtstroomverklikschakelaar goed? (Doe een geleidingstest)
ja
nee
Activeert de arm van de flap (indien van toepassing) de arm van de schakelaar op de juiste manier?
nee
Zijn de luchtstroomcomponenten aan elkaar geplakt?
ja
Stel de arm van de flap bij om de schakelaar van de arm te activeren, of verwijder vuil rondom de flap en de luchtstroomverklikschakelaar.
ja
Als de juiste druk wordt geleverd aan de ingang van de gasregelklep, maar er is geen druk bij het spruitstuk van de brander, dan dient de regelklep te worden vervangen.
Vervang de luchtstroomverklikschakelaar of vervang de motor bij apparaten met een centrifugale schakelaar.
Reset de schakelaar. Stel de oorzaak vast van de activering. (Zie probleem 7).
Controleer ingangsspanning naar transformator en zekering. Controleer ingangsspanning, elektrische verbindingen naar de schakelaar en bedrading op geleiding. Repareer indien nodig.
nee
Wordt de juiste spanning geleverd aan de luchtstroomverklikschakelaar?
Controleer de elektrische verbindingen naar de temperatuurbegrenzingsschakelaar en naar de regelklep en controleer de bedrading op geleiding.
Motor draait. Brander brandt niet terwijl de waakvlam aan is.
Probleem 3
ja
Draai de stelschroeven op de motoras vast.
nee
Is de ventilator goed aan de motoras bevestigd?
Repareer of vervang.
ja
Motor draait niet. Verwarmer kan niet worden ingeschakeld met een brandende waakvlam
Probleem 4
23
Zorg voor de juiste spanning. Zie het machineplaatje van de verwarmer. Controleer de zekeringen in het elektrische circuit.
nee
Wordt de juiste spanning geleverd aan het stroomsnoer van de verwarmer?
ja
ja
Stel de thermostaat in op een hogere temperatuur boven die van de omgeving.
nee
Is de thermostaat ingesteld boven de temperatuur van de omgeving?
ja
Controleer de elektrische verbindingen naar de thermostaat en het stroomsnoer.
nee
Wordt de juiste spanning geleverd aan de thermostaat?
Vervang de defecte thermostaat.
nee
Werken de thermostaatcontacten ("openen en sluiten")? Doe een geleidingstest.
ja
Repareer of vervang de bedrading en verbindingen.
nee
Zijn de elektrische verbindingen naar de motor goed aangelegd?
nee
Wordt de juiste spanning geleverd aan de motor?
ja
Repareer of vervang het ventilatorwiel.
Vervang de defecte motor.
nee
Blijft het ventilatorwiel steken?
ja
24
De waakvlam blijft niet branden wanneer de hoofdbrander en de ventilator werken.
Probleem 6
De hoofdbrander gaat vaak aan en uit. De waakvlam blijft branden.
Probleem 5
Controleer op de juiste druk. Zorg ervoor dat de juiste brandstof voor het geïnstalleerde apparaat wordt gebruikt.
nee
Heeft u gecontroleerd op gebruik van de juiste brandstof en de juiste ingangsdruk?
De arm van de luchtstroomverklikschakelaar is verbogen.
ja
Draai de schermschroeven vast om het gat tussen het scherm en de opening te dichten. Zorg ervoor dat de pakking (indien van toepassing) op de juiste plaats zit.
nee
Is het scherm (en pakking, indien van toepassing) op de juiste plaats en goed vastgemaakt aan de brander?
Stel de arm bij. Druk de arm een beetje omhoog met een kleine tang.
nee
Heeft u gecontroleerd op het juiste type brandstof, juiste druk of vloeibaar propaan in de leiding? ja
nee
Is de verwarmer redelijk schoon?
nee
Is de ventilator los of vuil?
Maak de verwarmer goed schoon met een zachte borstel of met perslucht. GEBRUIK GEEN WATER OF ANDERE VLOEIBARE SCHOONMAAKMIDDELEN.
Kijk op het machineplaatje voor de juiste brandstof en druk. Corrigeer indien nodig.
De temperatuurbegrenzingsschakelaar is open.
Probleem 7
25
ja
ja
ja
Controleer het elektrische systeem van het gebouw. Repareer indien nodig. Kijk op het machineplaatje voor het juiste voltage.
nee
Wordt de juiste spanning aan de motor geleverd?
nee
Zijn er belemmeringen bij de luchtinvoer of -uitvoer (zoals niet goedgekeurde leidingen)?
Draai de stelschroeven van de ventilator vast op de motoras. Spuit de ventilator met perslucht af om maak deze met een zachte borstel schoon.
Vervang de defecte motor.
nee
Heeft de motor oliepoorten?
nee
ja
ja
Verwijder de belemmeringen.
Is de motor vuil?
ja
Breng olie aan op elke poort (SAE 20).
Reinig de behuizing van de motor.
26 ja
ja
nee
Hebben de gasinvoerleidingen en de tank de juiste afmetingen?
ja
Controleer op de juiste druk naar de ingang van de verwarmer en bij het spruitstuk van de brander.
nee
Heeft u de druk gecontroleerd?
Vervang de thermostaat.
nee
Stopt de thermostaat binnen 1,6 ºC van het instelpunt?
Leg nieuwe leidingen aan en kies een grotere tank indien nodig.
Het vuur in de brander gaat na 1015 minuten uit.
Probleem 10
De vlam vliegt van de brander.
Probleem 9
De brander gaat niet uit wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt.
Probleem 8
Zie probleem 3 en 6.
Zijn er verstoppingen in het brandstuk, opening of primaire ingang van de brander? ja
Er is vuil in de zitting van de gasregelklep. Vervang de hele klep.
Met perslucht schoonmaken.
27
ja
Vervang de defecte motor of condensator.
nee
Zijn de draden tussen de motor en de condensator verbroken?
Controleer op de juiste spanning. Kijk op het machineplaatje. Laat een bevoegde elektricien dit corrigeren indien nodig.
nee
Wordt de juiste spanning aan de gasregelklep geleverd?
ja
ja De solenoïde van de gasregelklep is defect. Vervang de hele klep.
Sluit de draden weer aan. Controleer op de juiste werking.
Controleer op de juiste ingangsdruk en druk bij het spruitstuk van de brander.
nee
Heeft u gecontroleerd op de juiste gasdruk?
(4) De temperatuurbegrenzingsschakelaar opent of wordt geactiveerd door een aantal oorzaken waaronder hoge brandstofdruk (zie het machineplaatje of de gebruikershandleiding voor de juiste druk) of verminderde luchtcirculatie. Een verminderde luchtcirculatie heeft meestal als oorzaak belemmeringen in de luchtinvoer, lage spanning of vuile ventilatorwielen, etc.
(3) Om vast te stellen of een onderdeel defect is, kunt u een draadbrug over de twee aansluitingen plaatsen waaraan de draden zijn verbonden. Gebruik de draadbrug alleen om vast te stellen of een onderdeel defect is. Vervang het onderdeel ONMIDDELLIJK of gebruik de verwarmer niet totdat het op juiste wijze is gerepareerd. Gebruik de verwarmer NOOIT wanneer een veiligheidsvoorziening is kortgesloten.
(2) Bij elk elektrisch probleem dient alle bedrading te worden gecontroleerd op goede verbindingen en de juiste spanning. Reparaties dienen te worden uitgevoerd als er een probleem is gevonden.
(1) Sommige thermokoppels hebben een vergrendelingsclip om dit in de waakvlambeugel te vergrendelen. Zorg ervoor dat het thermokoppel volledig omhooggedrukt is in het gat zodat de clip het thermokoppel binnen de beugel goed vasthoudt. Andere thermokoppels hebben een vergrendelmoer om het op zijn plaats te houden. Zorg ervoor dat deze moer goed is vastgedraaid.
De motor "bromt".
Probleem 12
De gasregelklep "ratelt".
Probleem 11
Elektrisch verbindings- en schakeldiagram WAARSCHUWING
Raadpleeg altijd het elektrische verbindingsdiagram bij onderhoud van de verwarmer om vergissingen en storingen te voorkomen. Controleer de juiste werking na het onderhoud.
WAARSCHUWING: VERWARMER ELK MOMENT WARNING:DETHIS HEATER KAN MAYOP START AT ANY AANSLAAN. TIME ZEKERING FUSE
BRUIN BROWN TRANSFORMATOR TRANSFORMER
BRUIN BROWN
BLUE BLAUW
BRUIN BROWN
BLAUW BLUE
GEEL YELLOW
GREEN/ YELLOW GEEL AARDE GROUND THERMOSTAAT THERMOSTAT (OPTIONEEL) (OPTIONAL)
GEEL YELLOW
TEMPERATUURHIGH LIMIT BEGRENZINGSSWITCH(ES) SCHAKELAAR(S)
BLAUW BLUE GEEL YELLOW
GREEN
GEEL YELLOW
GREEN/ YELLOW AARDE GROUND
GAS CONTROL GASREGELKLEP VALVE
JUMPER DRAADBRUG (VERWIJDEREN OMADD (REMOVE TO THERMOSTAAT TOE TE VOEGEN) THERMOSTAT) GEEL YELLOW
LUCHTSTROOMVERKLIKSCHAKELAAR AIR PROVING SWITCH
GREEN/ YELLOW GEEL
MOTOR
BRUIN BROWN BLAUW BLUE GREEN/YELLOW
BRUIN BROWN BLAUW BLUE
POWER STROOMDRAAD CORD
BEHUIZING, MOTOR, GASREGELKLEP EN CABINET, CONTROL VALVE, MOTOR, THERMOSTAAT AARDE & THERMOSTAT GROUND
GROUND AARDE
ELEKTRISCH VERBINDINGSDIAGRAM ELECTRICAL CONNECTION DIAGRAM NEUTRAL NEUTRAAL
L1 CABINET,MOTOR, CONTROL VALVE,EN BEHUIZING, GASREGELKLEP MOTOR, &THERMOSTAAT THERMOSTAT GROUND AARDE
THERMOSTAT THERMOSTAAT
MOTOR 240V TRANSFORMATOR TRANSFORMER
FUSE ZEKERING
24V
HIGH LIMIT TEMPERATUURBEGRENZINGSSCHAKELAAR(S) SWITCH(ES) LUCHTSTROOMVERKLIKSCHAKELAAR AIR PROVING SWITCH
SOLENOÏDE(S) GAS CONTROL VALVE
ELEKTRISCH SCHAKELDIAGRAM ELECTRICAL LADDER DIAGRAM IFBIJ ANY OF THE ORIGINAL WIRE SUPPLIED WITH THE APPLIANCE VERVANGING VAN EEN BIJ HETAS APPARAAT GELEVERD DRAAD DIENT MUSTGELET BE REPLACED, MUST BE REPLACED WITH WIRING HAVING EROP TE WORDENITDAT DE BEDRADING EEN TEMPERATUURWAARDE A TEMPERATURE OF150°C AT LEAST VAN RATING MINSTENS HEEFT. 302º F (150º C).
28
Functie Van De Verwarmercomponenten Brander Component van gietijzer dat het gas stuurt en de plaats waar de brandstof mag branden. Branderopening Doseerapparaat van brons dat gas in een bepaalde hoeveelheid naar de brander stuurt. Gasslang Flexibele connector om gas van de invoerleiding in het gebouw naar de verwarmer te transporteren. Hittekamer Metalen "vuurbox" binnenin het apparaat waar de vlam met zuurstof mengt en hitte afgeeft. Luchtstroomverklikschakelaar Veiligheidsvoorziening ter verzekering dat er genoeg luchtstroom is voordat de gasklep wordt geopend. Motor Elektrisch apparaat die voorverwarmde lucht door de verwarmer drukt en de warmte in een bepaald gebied laat circuleren. Zet elektrische energie om in mechanische energie. Regelklep Het hart van elke gastoevoerinstallatie. Levert een werkdruk aan het apparaat bij verschillende drukken in de tank. Temperatuurbegrenzingsschakelaar Veiligheidsvoorziening dat verbonden is met het regelsysteem die het elektrische circuit naar de gasregelklep verbreekt als er oververhitting optreedt. Thermokoppel Een thermo-elektrisch apparaat dat warmte-energie direct omzet in elektrische energie. Werkt met de elektromagneet in de gasregelklep om gas aan de waakvlam te leveren.
Transformator Elektrische regeling om een hogere binnenkomende spanning om te zetten in een lagere uitgangsspanning om bepaalde besturingssystemen te laten functioneren. Ventilatorbehuizing Kamer voor samendrukken van lucht voor een efficiënte verplaatsing van lucht. Ventilatorwiel Component die samen met de motor en ventilatorbehuizing wordt gebruikt om de hete lucht uit de verwarmer te halen en in de ruimte te blazen (ook wel "kooirotor" genoemd). Waakvlambuis Koperen buis die gas van de veiligheidsregelklep naar de waakvlamopening transporteert. De buis is van binnen "vertind" bij gebruik van aardgas als bescherming tegen zwavel in de brandstof. Waakvlamopening Een doseerapparaat voor afgifte van gas met twee functies: de hoofdbrander ontsteken en het thermokoppel opwarmen. Waakvlamscherm Een gebogen stuk plaatmetaal dat rondom de waakvlam past ter bescherming tegen wind. Waakvlam veiligheidsregelklep Een gasregelklep die open gehouden wordt door elektrische stroom van een waakvlam generator en die automatisch de gastoevoer naar de hoofdbrander afsluit wanneer de waakvlam uitgaat of te klein is om de hoofdbrander aan te steken. Zekering Veiligheidsvoorziening voor bescherming tegen een te hoge stroomsterkte als gevolg van kortsluiting.
Thermostaat Elektrisch apparaat dat automatisch "aan/uit" schakelt en reageert op veranderingen in temperatuur in een bepaalde ruimte. Kan opgezet worden zodat de contacten in de thermostaat open of dichtgaan bij een temperatuur verhoging/verlaging.
29
Identificatie Van Onderdelen
15 17
16 11
12
10
1 14 29 28
33 34
13
26 25
35
24 31 27
2
48
40 22
19
7
49
20
43 36
18
41
37 38 42 8 5
45
39
4 6 47
30
23
21
46
32
ONDERDELENLIJST No. 1 2 4 5 6 7 8 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 45
Beschrijving Hittekamer Roestvrij staal Gegalvaniseerd staal Beugel, branderbevestiging Regelaarassemblage Roestvrij staal Gegalvaniseerd staal Eindblok Pakking Stroomdraad Transformator Motor- en ventilatorassemblage Roestvrij staal Gegalvaniseerd staal Motor Motorplaat Ventilatorwiel Luchstroomverklikschakelaar Behuizing Roestvrij staal Gegalvaniseerd staal Paneel, brandereinde, behuizing Paneel, motoreinde, behuizing Klep assemblage Propaangas Aardgas Beugel Klep, gasregel Propaangas Aardgas Opening, brander Propaangas Aardgas Leidingen, waakvlam met moeren Thermokoppel Opening, waakvlam Propaangas Aardgas Beugel, waakvlam Scherm, waakvlam assemblage Plaat Temperatuurbegrenzingschakelaar (bevindt zich op de hittekamer) Temperatuurbegrenzingschakelaar (bevindt bij de ventilator) Beugel Beugel Moer, vleugel Brander Afstandstuk Schroef bevestiging van de brander Voestuk, bovenkant Voestuk, onderkant Doorvoertule Veergendelkit, regelaar (niet afgebeeld) Bochtpijp Nippel Nippel T-Stuk Beugel
60
225
81040 81041 80251
81043 81042 80404 81427 81426 08253 80456 20359 23145
80797 80798 80971 80298 80972
80324
80504 80492 80491 80294 80973
80980 80800 80892 80893
80953 80790 80618 80490
81393 81394
81395 81396
80443 81389 81390
81017 81018 81391
81433 05566 84144 --80218 80662 84677 80671
21196 07829 06968 07831 80495
86327 83428 02687 02688 85875 80762 01359 81054 80853 80243
81062 81149 81392
81397 03933 81108 80770 80219 80445 80446 01426
(Vervolg op pagina 32) 31
No. 46 47 48 49
32
Beschrijving Zekering Zekeringshouder Loopbus Propaangas Aardgas Nippel
60
225 21654 21681
----81140
81055 01519 80518
Identificatie Van Etiketten
20453 85870 ETIKET, PSI LABEL PSI 80763 CE LABEL 85870 ETIKET, CE
20384 WAARSCHUWING 20384 DANGER HIGH VOLTAGE HOGE (OUTSIDE) SPANNING 20385ISOLEREN ISOLATE 20385
TECH DATA MACHINEPLAATJE
(OUTSIDE)
21012 21012 WARNING WAARSCHUWING
60 LP 80818 60 NG 80819 225 LP 80816 225 NG 80817
21008 21008 WAARSCHUWING WARNING 20453 20453 HOT SURFACE HETE OPPERVLAKKEN
20453 20453 HOT SURFACE HETE OPPERVLAKKEN
20158 20158 INSTRUCTIONS INSTRUCTIES
21270 21270 ELECTRICAL GROUNDING ELEKTRISCHE AARDING (OUTSIDE) 20384 20384 DANGER HIGH VOLTAGE WAARSCHUWING HOGE SPANNING
21241 NEUTRAL 21241 NEUTRAAL 20385 ISOLATE 20385 ISOLEREN
21238 21238 EARTH GROUND AARDE
22027 WIRING DIAGRAM 22027 BEDRADINGSDIAGRAM (INSIDE COVER) (BINNENIN HET DEKSEL)
DETAIL VAN DE REGELAAR 33
BEVESTIGINGSKEUZETABEL Beschrijving Oogbout Ketting Nagel Schroef
34
Toepassing Hangen van de verwarming Hangen van de verwarming Bevestiging van de waakvlam Alle andere toepassingen
Onderdeelnummer 07715 07716 07827 83065
Garantie APPARATUUR PSI garandeert dat de componenten van haar apparatuur vrij zijn van defecten in materialen en werkmanschap bij een juiste installatie, bediening en onderhoud volgens de Installatie en Onderhoudsinstructies, veiligheidsrichtlijnen en etiketten bij elk apparaat. Indien, binnen 12 maanden na aanschaf door de eindgebruiker, een component defect blijkt te zijn, zal PSI, naar haar keuze, het defecte onderdeel of apparaat repareren of vervangen door een nieuw onderdeel of apparaat, af magazijn Onalaska, Wisconsin.
Een ingevulde garantiekaart in de administratie van PSI, zorgt automatisch voor garantiedekking van het apparaat en de onderdelen. Indien geen garantiekaart is ingevuld, is een kopie van de verkoopbon nodig om voor de garantie in aanmerking te komen. Indien beide niet beschikbaar zijn, zal de garantieduur 12 maanden zijn na verzending door PSI.
ONDERDELEN PSI garandeert dat reserveonderdelen die bij ons zijn gekocht en gebruikt op geschikte apparatuur van PSI vrij zijn van defecten in materialen en werkmanschap gedurende 12 maanden na aanschaf door de eindgebruiker. De garantie is automatisch wanneer een onderdeel defect blijkt te zijn binnen 12 maanden na de datumcode op het onderdeel. Als er een defect optreedt na 12 maanden van de datumcode maar binnen 12 maanden na aankoop door de eindgebruiker, is een kopie van de verkoopbon nodig om voor de garantie in aanmerking te komen. De hierboven beschreven garantie is de enigste garantie die door PSI wordt gegeven. Alle andere garanties, waaronder enige impliciete garantie of verhandelbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel worden hierbij uitdrukkelijk uitgesloten. In het geval dat een impliciete garantie hierdoor niet uitdrukkelijk is uitgesloten vanwege lokale wetgeving, is deze impliciete garantie beperkt tot de tijdsduur van de hierboven beschreven garantie. De
hierboven vermelde rechtsmiddelen zijn de enige en exclusief beschikbare middelen hier. PSI zal niet aansprakelijk zijn voor enige incidentele of gevolgschade, direct of indirect in verband met de verkoop, transport of gebruik van de apparatuur, en in elk geval is de aansprakelijkheid van PSI met betrekking tot het apparaat, waaronder claims voor nalatigheid of strikte aansprakelijkheid, beperkt tot de aanschafprijs van het apparaat. In sommige regio's zijn er geen beperkingen op de duur van een impliciete garantie; de hierboven beschreven beperking kan dus op u niet van toepassing zijn. Sommige regio's staan de uitzondering of beperking van incidentele of gevolgschade niet toe; de hierboven beschreven beperking of uitzondering kan dus op u niet van toepassing zijn. Deze garantie geeft u specifieke rechten en u kunt ook nog andere rechten hebben afhankelijk van uw regio.
Reserveonderdelen en Klantenservice Neem contact op met uw PSI dealer voor reserveonderdelen en service of neem contact op met de PSI op +1 608 781 8500 voor informatie. Zorg dat u uw model- en configuratienummer van de verwarmer bij de hand heeft.
35