E.0. Gegevens en informatiebronnen
Gebouwschil
Aantal gevels 2 gevels 3 gevels 4 gevels Site Stad Geürbaniseerde zone Andere
Landelijke zone Kust
Bouwjaar 1978 Opmerking(en)
Beschikbare informatie Plannen Lastenboek Aannemingscontract Facturen K-waardeberekening
Opmerking(en)
Adres van het gebouw : bruggelanden 20, 2570 Duffel
Datum : 04/02/2010
Auditeur (naam, voornaam) : GEENS, PETER
Versie (software) : 1.0.4
E.1. Evaluatie
Gebouwschil Evaluatie
Opp.
Verlies
Um
Opmerking
[m²]
[%]
[W/m²K]
[*]
483,99
100
0,76
87,62 84,60
18,1 17,5
0,42 0,42
1 1
172,22
35,6
GEVEL ACHTERGEVEL WASPLAATS
126,18 3,90
26,1 0,8
0,55 2,70
1
Totaal muren
130,08
26,9
VLOER_PARKET VLOER_TEGELS
71,78 71,78
14,8 14,8
1,10 1,18
1 1
Totaal vloeren
143,55
29,7
3,24 3,24 1,36 3,24 0,90 0,90 4,03 2,60 2,60 3,69 0,74 1,98 1,82 0,30 1,52
0,7 0,7 0,3 0,7 0,2 0,2 0,8 0,5 0,5 0,8 0,2 0,4 0,4 0,1 0,3
1,61 1,61 2,12 1,61 2,95 2,95 3,81 2,95 2,95 4,65 2,12 2,12 3,47 2,95 2,95
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Gebouw in zijn geheel Degelijke isolatie
Dak of plafond – alle types DAK_LINKS DAK_RECHTS
Totaal dak of plafond Muur in contact met buitenlucht
Vloer(en) buiten het bereik van vorst
Deuren en vensters VG VENSTER1 VG VENSTER2 VG VENSTER3 LG VENSTER4 LG VENSTER5 LG VENSTER6 LG DEUR1 LG VENSTER7 LG VENSTER8 AG VENSTER9 AG VENSTER10 AG VENSTER11 RG DEUR2 RG VENSTER12 RG VENSTER13
Adres van het gebouw : bruggelanden 20, 2570 Duffel
Datum : 04/02/2010
Auditeur (naam, voornaam) : GEENS, PETER
Versie (software) : 1.0.4
E.1. Evaluatie RG VENSTER14 RG DEUR3 DAKV1 DAKV2
Totaal deuren en vensters
Gebouwschil 1,14 1,82 3,02 0,00
0,2 0,4 0,6 0,0
38,14
7,9
2,95 3,47 2,95 2,95
Opmerking(en) (*) De aard en de dikte van de materialen waaruit de wanden bestaan, zijn niet altijd precies bekend. Bij elke wand staat een indexcijfer dat de bron van de informatie aangeeft : 1. Ter plaatse gecontroleerd 2. Niet gecontroleerde informatie van de eigenaar 3. Standaardwaarde - ongunstige hypothese
Adres van het gebouw : bruggelanden 20, 2570 Duffel
Datum : 04/02/2010
Auditeur (naam, voornaam) : GEENS, PETER
Versie (software) : 1.0.4
1 1 1 1
E.2. Voorstellen tot verbetering
Gebouwschil
De hieronder vermelde voorstellen tot verbetering zijn gerangschikt op grond van de energiebesparing die ze genereren. Daarnaast worden evenwel ook andere elementen in aanmerking genomen met betrekking tot de context van het gebouw, dit met de bedoeling om de aanvrager op een zo realistisch mogelijke wijze de meest geschikte maatregelen voor te stellen. Zo bestudeert de auditeur ook de kostprijs van de uit te voeren werkzaamheden, de moeilijkheid daarvan, de staat van het gebouw, van het dak en van het schrijnwerk, de projecten van de opdrachtgever en de onbekende variabelen die zwaar doorwegen op sommige ramingen. Op grond van al die aspecten wijst de auditeur de meest geschikte projecten aan. De hierna volgende berekeningen zijn gebaseerd op gestandaardiseerde hypotheses qua temperatuur en klimaatgegevens. Er wordt evenwel rekening gehouden met het reële verbruik van het gebouw om de omvang van de besparingen te schatten. Die besparingen moeten gezien worden als richtcijfers, aangezien de reële waarden in grote mate afhangen van het gedrag van de bewoners. De hier voorgestelde energiebesparingen zijn geldig voor elke afzonderlijke maatregel. In het bijzonder geldt dat voor deze besparingen uitgegaan wordt van de veronderstelling dat het huidige verwarmingssysteem geen aanpassingen ondergaat. Op fiche G1 vindt u de synthese van de hier voorgestelde waarden alsook een schatting van de besparingen die gerealiseerd kunnen worden als alle maatregelen met betrekking tot de gebouwschil en tot de verwarmingsinstallatie worden gecombineerd. Raadpleeg fiche G1.2 voor de interpretatie van de hieronder opgegeven waarden.
Advies nr
Met betrekking tot
1 2 3 4 5 6
VLOER_TEGELS VLOER_PARKET DAK_LINKS DAK_RECHTS AG VENSTER9 ACHTERGEVEL WASPLAATS
U-waarde gerenoveerd [W/m²K]
Energiebesparing [kWh]
Energiebesparing [%]
Geschatte besparingen [€]
Terugverdientijd [jaren]
0,35 0,34 0,18 0,18 1,61 0,55
2.021 1.836 1.048 1.011 534 427
8,3 7,5 4,3 4,1 2,2 1,8
101 92 52 51 27 21
7,4 8,2 0,0 0,0 11,2 0,0
Evaluatie van de gebouwschil in gerenoveerde toestand Bespaarde energie [%]
Terugverdientijd [jaren]
28,1
5,3
Adres van het gebouw : bruggelanden 20, 2570 Duffel
Datum : 04/02/2010
Auditeur (naam, voornaam) : GEENS, PETER
Versie (software) : 1.0.4
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Inleiding
Inleiding De “technische fiches gebouwschil” bevatten informatie over de uitvoering van de voorstellen tot verbetering die werden gedaan om de energiekwaliteit van de gebouwschil van uw gebouw te verhogen. Het is belangrijk dat u voor ogen houdt dat deze fiches werden uitgewerkt volgens een gestandaardiseerde methode en dat de definitieve uitvoering van de oplossingen in elk geval steeds in samenspraak met vakmensen moet worden bepaald. We raden u aan om de opmerkingen van uw auditeur te raadplegen. (FICHE G2).
Algemene opmerkingen De ventilatie van het gebouw Om het vereiste ademcomfort te kunnen garanderen, moet een gebouw voldoende geventileerd worden. De ventilatie is eveneens noodzakelijk om de waterdamp af te voeren die wordt geproduceerd in het gebouw. Daartegenover staat dan weer dat een overmatige ventilatie een nutteloos energieverlies met zich meebrengt. Bovendien is het zo dat te snel circulerende lucht een factor van thermisch ongemak is voor de bewoners. Het komt er dus op aan de ventilatie onder controle te houden. Daarom moet de nodige aandacht worden geschonken aan de luchtdichtheid van het gebouw, en moet tevens voorzien worden in een controleerbaar ventilatiesysteem, dat ofwel in de ramen is geïntegreerd, ofwel los daarvan staat (zie optionele module Ventilatie). De gecontroleerde ventilatiesystemen moeten voldoen aan de ventilatienorm NBN D 50- 001.
Oppervlaktecondensatie Wanneer vochtige lucht afkoelt, gaat een deel van de waterdamp die deze bevat, condenseren wanneer een voldoende lage temperatuur wordt bereikt. Dat gebeurt wanneer zeer vochtige lucht in contact komt met een koud oppervlak. Als in de winter een element van de gebouwschil slecht geïsoleerd is, zal de temperatuur aan de binnenkant relatief laag liggen en zal de vochtige lucht in het lokaal condensatie veroorzaken
op het oppervlak ervan. Dait verschijnsel noemt men oppervlaktecondensatie (omdat het zich voordoet aan de oppervlakte van het materiaal). Om deze vorm van ongemak te voorkomen, moet men koude zones (koudebruggen) vermijden, door ervoor te zorgen dat de isolatie continu doorloopt over de hele oppervlakte en door te vermijden dat de lucht binnenin te vochtig is, door de lokalen voldoende te verwarmen en te ventileren.
Interne condensatie In bepaalde omstandigheden dringt de waterdamp die in de vochtige lucht zit, door tot in de wanden en gaat die daar binnenin condenseren. Dat verschijnsel noemt men interne of inwendige condensatie (omdat het zich voordoet binnenin de materialen). Interne condensatie leidt in de meeste gevallen tot een aantasting van het materiaal, een verlies van zijn isolerende eigenschappen en de ontwikkeling van schimmels aan de oppervlakte. Om interne condensatie te vermijden wordt in bepaalde gevallen een dampscherm geplaatst aan de warme kant (binnenzijde) van de wand. De efficiëntie van dat scherm zal afhangen van het type wand, de materialen waaruit het bestaat en de relatieve vochtigheidsgraad van de beschermde lokalen. Het dampscherm bestaat uit een materiaal dat relatief goed bestand is tegen damp en belet dat de waterdamp doordringt in de wand. Dit dampscherm dient eveneens als luchtbarrière in constructies die weinig luchtdicht zijn. De voegen tussen de dampschermfoliebladen en er omheen moeten luchtdicht en stevig zijn (verlijming van de voegen). Wanneer lucht binnendringt in een wand, kan dit aanzienlijke interne condensatie veroorzaken.
Vocht in bestaande wanden Vochtproblemen in bestaande wanden (indringing, opstijgend vocht, …) moeten opgelost worden voordat men werkzaamhedenen uitvoert om de thermische eigenschappen van de gebouwschil te verbeteren.
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Algemene opmerkingen
Gedrag bij brand
Theoretische efficiëntie
Isolatiematerialen vertonen niet allemaal hetzelfde gedrag bij brand. Ze moeten gekozen worden met kennis van zaken, rekening houdend met de risico’s, nadat men van de fabrikant de nodige informatie heeft ingewonnen over hoe ze reageren op vuur. Bovendien moeten ze degelijk geplaatst worden,nadat eventueel enkele voorzorgen genomen werden.
De isolatie moet perfect droog en continu zijn. Ze mag niet geplet zijn of aangetast door ongedierte. Ze moet stabiel zijn qua afmetingen, correct bevestigd zijn en haar kwaliteiten in de tijd behouden. Isolatie kan slechts efficiënt zijn als ze van degelijke kwaliteit is en geplaatst wordt volgens de regels van de kunst. Men moet vermijden dat er een luchtlaag zit tussen de isolatie en de te isoleren wand.
Overbelasting De verbetering van de thermische isolatie van de gebouwschil kan een toename van de belasting van die gebouwschil met zich meebrengen. Dit kan voortvloeien uit het gewicht van de isolatie, maar ook van de beschermings- en afwerkingselementen. In dat geval moet men nagaan of de structuur de extra last kan dragen.
De bekwaamheid van de uitvoerder Een fout of onzorgvuldigheid bij de plaatsing van de isolatie, een dampscherm of een andere dichtingsvoorziening kan ernstige gevolgen hebben, niet alleen voor de doeltreffendheid, maar ook voor de stabiliteit van het gebouw. Het is dan ook belangrijk om dit werk toe te vertrouwen aan een bekwaam persoon of op zijn minst zich te laten adviseren of een controle te laten uitvoeren.
De keuze van een isolatie en de gecertificeerde producten De gebruikte materialen moeten onderworpen zijn aan een technische keuring die hun kwaliteiten bevestigt en hun compatibiliteit met het gebruik dat ervan wordt gemaakt. De isolatie moet geplaatst worden overeenkomstig de voorschriften van de technische keuring.
Rolluiken De aanwezigheid van rolluiken verbetert de kwaliteiten van de thermische isolatie van een gebouw. Rolluiken zijn vooral nuttig als de prestaties van de vensters maar matig zijn. De efficiëntie van rolluiken zal des te groter zijn als ze hermetisch en isolerend zijn en weldoordacht gebruikt worden. Bovendien verbeteren rolluiken het zomercomfort en de geluidsisolatie van het gebouw. Een verstandig gebruik van rolluiken van degelijke kwaliteit wordt aanbevolen, vooral als de vensters niet zo goed isoleren.
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Renovatie Vergelijking van de isolatietechnieken Om de onderstaande tabellen degelijk te kunnen gebruiken, moet rekening worden gehouden met de volgende opmerkingen : • Vergelijk nooit de kosten, efficiëntiegraden en moeilijkheidsgraden van verschillende tabellen. • De kosten, moeilijkheidsgraden en efficiëntiegraden zijn niet recht evenredig met het aantal symbolen (€,X,+) in de tabellen. • De technieken zijn niet allemaal toepasbaar op alle gebouwen. • De technieken hebben niet allemaal dezelfde efficiëntie in alle gebouwen. • De soorten isolaties hebben verschillende kwaliteiten. • Niet alle soorten isolatie zijn bruikbaar voor alle technieken.
Tabel 1 : Buitenmuren kostprijs Buitenisolatie (buitenafwerking meegerekend) Binnenisolatie (binnenafwerking meegerekend)
moeilijkheid
efficiëntie
- met voorafgaande demontage
€€€€€
XX
+++
- zonder voorafgaande demontage
€€€€
XX
+++
- met voorafgaande demontage
€€€
X
+
- zonder voorafgaande demontage
€€
X
+
€
XXX
++
Spouwisolatie
Tabel 2 : Platte daken kostprijs
moeilijkheid
efficiëntie
Warm dak (nieuwe dichtingslaag meegerekend)
€€€
XXX
+++
Omgekeerd dak (behoud van de bestaande dichtingslaag)
€€
XX
++
Gecombineerd dak (behoud van de bestaande dichtingslaag en isolatie)
€
XX
+++
Tabel 3 : Hellende daken kostprijs Binnenisolatie (zonder binnenafwerking) Binnenisolatie (binnenafwerking meegerekend)
moeilijkheid
efficiëntie
€€
X
+++
- met voorafgaande demontage
€€€€€
XX
+++
- zonder voorafgaande demontage
€€€
XX
+++
“Sarking”-dak (bedekking gedemonteerd en gerecupereerd)
€€€€
XXX
+++
Isolatie van de zoldervloer (nietbeloopbare vloer)
€
X
+++
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Renovatie Vergelijking van de isolatietechnieken
Tabel 4 : Vloeren kostprijs Isolatie aan de bovenzijde, vloerafwerking meegerekend
moeilijkheid
efficiëntie
- met voorafgaande demontage
€€€€
XX
++
- zonder voorafgaande demontage
€€€
XX
++
Isolatie aan de onderzijde, afwerking onderaan meegerekend
€€
XX
+++
Isolatie aan de onderzijde zonder afwerking onderaan
€
X
+++
Tabel 5 : Openingen (afwerking meegerekend) kostprijs
moeilijkheid
efficiëntie
Vervanging van beglaasd raamprofiel
(Met inbegrip van ventilatie-accessoires)
€€€€€
XXX
+++
Vervanging van beglazing en panelen
(Met inbegrip van ventilatie-accessoires)
€€€
XX
++
Voorzetraam
€€
X
+
Verbetering van de dichtheid
€
X
+
Voorzet- of achterzetraam-profiel
€€€€
XXX
+++
Tabel 6 : Kostprijs van de meest courante isolatiematerialen, bij gelijke thermische prestaties * kostprijs Glaswol
λ = 0,045 W/mK
€
Rotswol
λ = 0,045 W/mK
€€€
Cellulair glas
λ = 0,055 W/mK
€€€€€€€
Geëxpandeerd polystyreenschuim
λ = 0,045 W/mK
€€
Geëxtrudeerd polystyreenschuim
λ = 0,040 W/mK
€€€€
Polyurethaanschuim
λ = 0,035 W/mK
€€€€€
Kurk
λ = 0,050 W/mK
€€€€€€
* m.a.w. wanneer men de dikte aanpast om een gelijkwaardige prestatie te verkrijgen
moeilijkheid
efficiëntie
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Buitenmuren Buitenisolatie
Beschrijving van de techniek Buitenisolatie bestaat erin om de thermische isolatie aan te brengen op de buitenzijde van de gevelmuur. Die moet dan beschermd worden tegen weersinvloeden door middel van een afwerking die geen regen doorlaat maar wel damp.
In welke gevallen is deze techniek aan te bevelen? Deze methode zal zo veel mogelijk gebruikt worden omdat ze de meest efficiënte is vanuit thermisch oogpunt.
Gebruikte materialen Isolatiematerialen : • Mineraalwol; • Kunststofschuim; • Cellulair glas. Buitenafwerking : • Geventileerde beplanking in metaal of kunststof, natuurlijke leien of kunstleien op een structuur in hout of metaal, • Gewapende minerale of synthetische bepleistering • Parementmetselwerk (er wordt een dubbele muur gevormd) • Steenstrips uit natuursteen of baksteen
Voordelen • De continuïteit van de isolatie is mogelijk. • Eventuele problemen met koudebruggen kunnen opgelost worden. • De correcte plaatsing van de isolatie is makkelijk te controleren. • Er is geen plaatsverlies binnen het gebouw. • De gevel wordt beschermd tegen thermische schommelingen (de muur bevindt zich aan de warme kant van de isolatie). • De werkzaamheden tasten de binnenafwerking niet aan. • De methode maakt het mogelijk om tegelijkertijd de regendichtheid van de gevel te verbeteren.
• De thermische massa van het gebouw wordt behouden.
Nadelen • In de gevallen waar de buitenafwerking gedemonteerd moet worden, zal de gevel tijdens de werkzaamheden blootgesteld worden aan de weersinvloeden. • In sommige gevallen zal het buitenuitzicht van het gebouw gewijzigd worden. Dan moet er eventueel een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd worden. • De buitenafmetingen van het gebouw worden vergroot. • Sommige buitenafwerkingen (beplanking, bepleistering op isolatie) zijn nogal kwetsbaar. • Buitenpleisters op isolatie kunnen scheuren. • Men moet de vensteropeningen of raamprofielen aanpassen om koudebruggen te vermijden. • Sommige regenafvoerpijpen zullen aangepast moeten worden. • Het is moeilijk om koudebruggen te vermijden aan balkons, aan kroonlijsten en aan de verbindingen met de grond en de daken.
Voorzorgsmaatregelen Men moet de volgende voorzorgsmaatregelen nemen : • de buitenafwerking beschermen nabij de circulatiezones of de toegankelijke zones, als deze kwetsbaar is; • de drainering en correcte ventilatie van de buitenbekleding controleren; • de randafwerking verzorgen, met inbegrip van de omtrek van muuropeningen; • de bekleding van de balkons bestuderen om koudebruggen te neutraliseren; • de nodige stedenbouwkundige vergunningen aanvragen en verkrijgen in geval het buitenuitzicht van het gebouw wordt gewijzigd.
VOOR
MEER INFORMATIE VERWIJZEN WE NAAR DE LIJST VAN DE
BESCHIKBARE DOCUMENTEN IN FICHE
G.3.
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Hellende daken Binnenisolatie
Beschrijving van de techniek Deze methode bestaat erin om de isolatie te plaatsen onder de dakbedekking. Als de kepers voldoende dik en regelmatig zijn, wordt de isolatie tussen de kepers geplaatst. Zo niet wordt de isolatie onder de kepers. Onder de isolatie wordt een continu dampscherm aangebracht waarvan de prestaties afhangen van het type bedekking, het type onderdak en de vochtigheidsgraad in het gebouw. De plaatsing van het dampscherm is steeds aan te bevelen om veiligheidsredenen. Vervolgens wordt het hellend plafond afgewerkt.
In welke gevallen is deze techniek aan te bevelen ? Deze methode wordt gebruikt als men de zolder wil inrichten als bewoonbaar vertrek en de bestaande dakbedekking niet wilt demonteren om de werkzaamheden uit te voeren.
Gebruikte materialen Isolatie : • Mineraalwol, • Kunststofschuim • Cellulair glas (moeilijk tussen de kepers te plaatsen) • Kurk • Dampscherm • Polyethyleenfilm • Aluminiumfolie Binnenafwerking : • Gipsplaten, • Bepleistering op wapening, • Planchetten. Complexe materialen : • Gipsplaten + isolatie (mineraalwol of kunststofschuim).
Voordelen • De werkzaamheden worden niet blootgesteld aan de weersinvloeden. • De buitenafmetingen van het gebouw worden niet verhoogd (probleem in verband met de aansluiting van het dak op de aangrenzende gebouwen).
Nadelen • Er is plaatsverlies binnen in het gebouw als de isolatie niet tussen de kepers geplaatst kan worden.
• U moet de binnenafwerking vernieuwen. • De uitvoering is eerder delicaat, ook al lijkt ze makkelijk. • Bij het gebruik van complexe materialen is het onmogelijk om aan de binnenzijde van het dak ingebouwde leidingen aan te brengen zonder het dampscherm of de isolatielaag te onderbreken. • Het is moeilijk om de koudebruggen te vermijden aan de verbindingen van de dakbedekking met de steunmuren, de opkanten en de doorboringen.
Voorzorgsmaatregelen • Om koudebruggen te vermijden, moet de isolatie doorlopen ter hoogte van de bovenkant van de binnenmuren. Ze moet eveneens continu aansluiten op de isolatie van de gevels. • De houten structuur van het dak moet u behandelden tegen insecten en schimmels voor u ze onbereikbaar maakt. Indien nodig moet u die structuur herstellen. • De ventilatie onder de dakbedekking moet u verminderen, zonder dat u ze evenwel volledig verhindert. Er mag geen ventilatie zijn tussen het onderdak en de isolatie. In de ruimte tussen de dakbedekking en het onderdak moet u zeer licht ventileren. • U moet een voldoende efficiënt en continu dampscherm aanbrengen om condensatie te voorkomen aan de binnenzijde van het onderdak of van de dakbedekking. • Er mag geen tocht zijn tussen de binnenzijde van het gebouw en de dakstructuur. • De zijdelingse bevestiging van de isolatiepanelen moet u zeer goed verzorgen. Dat is makkelijker met soepele panelen (mineraalwol). Anderzijds is het zo dat hoe onbuigzamer de isolatiepanelen zijn, hoe makkelijker ze te bevestigen zijn. • Het dampscherm mag niet doorboord worden. Er moet een ruimte tussen de binnenafwerking en het dampscherm worden voorzien voor de plaatsing van eventuele leidingen. • Het onderdak moet efficiënt zijn, anders moet u het vervangen. • Het onderdak moet idealiter capillair en onbuigzaam zijn. • U moet de vorstbestendigheid van de dakbedekking controleren.
VOOR
MEER INFORMATIE VERWIJZEN WE NAAR DE LIJST VAN DE
BESCHIKBARE DOCUMENTEN IN FICHE
G.3.
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Vloeren Isolatie aan de onderkant
Beschrijving van de techniek
Nadelen
Isolatie aan de onderkant houdt in dat de thermische isolatie wordt geplaatst tegen de onderkant van de vloer. Die thermische isolatie wordt vervolgens afgewerkt met een buitenafwerking als de onderzijde van de vloer zichtbaar is (plafond).
• Deze techniek kan het buitenuitzicht van het gebouw wijzigen als de vloer boven een ruimte ligt die toegankelijk is voor mensen. • De buitenafwerking die op de isolatie wordt aangebracht, is eerder kwetsbaar en kan scheuren als het om bepleistering gaat. • Het is moeilijk om koudebruggen te vermijden boven de steunmuren die zich onder de vloer bevinden. • De aanwezigheid van leidingen (elektriciteit, afvoer of aanvoer van water, gas, verwarming, …) kan de plaatsing bemoeilijken.
In welke gevallen is deze techniek aan te bevelen ? Deze methode wordt steeds gebruikt als de onderkant van de vloer toegankelijk is (holle ruimte, geventileerd of niet, onverwarmd lokaal, overhangend gedeelte buiten enz.).
Gebruikte materialen Isolatie : • Mineraalwol, • Kunststofschuim • Cellulair glas. Buitenafwerking (eventueel) : • Geventileerd plafond met metalen of kunststoflamellen, of houten planchetten, op een structuur in hout of metaal, • Gipsplaten of cementvezelplaten, • Gewapende bepleistering.
Voordelen • Er is geen plaatsverlies binnen in het gebouw. • De vloer is beschermd tegen thermische invloeden aangzien de vloer zich aan de warme kant van de isolatie bevindt. • De werkzaamheden tasten de binnenafwerking niet aan.
Voorzorgsmaatregelen • De isolatie moet continu zijn en aaneensluitend geplaatst worden. • De buitenafwerking moet beschermd worden nabij de zones die makkelijk toegankelijk zijn voor personen of voertuigen. • Bij afwerking onderaan met een houten plafond, moet gecontroleerd worden het plafond correct geventileerd wordt. • De randafwerkingen moeten correct uitgevoerd worden om elke afvloeiing op het plafond te vermijden (druiplijst). • Koudebruggen ter hoogte van de steunelementen van de vloer moeten zo veel mogelijk beperkt worden.
VOOR
MEER INFORMATIE VERWIJZEN WE NAAR DE LIJST VAN DE
BESCHIKBARE DOCUMENTEN IN FICHE
G.3.
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Openingen Vervanging van ramen
Beschrijving van de techniek
Nadelen
De methode bestaat erin het bestaande raam te verwijderen en het te vervangen door een nieuw raam met goede isolatie-eigenschappen dat voorzien is van een degelijke dubbele beglazing.
• De complete vervanging van het raam is duurder dan louter vervanging van de beglazing of een verbetering van de afdichting. • Er zijn herstellingswerkzaamheden nodig aan de verbindingen met de muurafwerkingen. • Tijdens de werkzaamheden is het gebouw blootgesteld aan weersinvloeden. De duur van de werkzaamheden kan echter zeer kort zijn. De raamopeningen worden doorgaans op dezelfde dag geopend en opnieuw toegemaakt.
In welke gevallen is deze techniek aan te bevelen ? Deze methode wordt gebruikt als de bestaande houten ramen met enkele beglazing versleten zijn. Ze zal ook toegepast worden als bestaande metalen raamprofielen met enkele beglazing versleten zijn of niet voorzien zijn van een thermische onderbreking.
Gebruikte materialen Raamprofielen : • Hout • PVC • Metaal met thermische onderbreking Beglazing : • Dubbele beglazing met verhoogd thermisch isolatievermogen of hoogrendementsbeglazing ( k < 1,3 W/m²K ).
Voordelen • Het nieuwe raam is bijzonder doeltreffend wat betreft thermische eigenschappen, luchtdichtheid en regendichtheid. • Het nieuwe raam is luchtdicht en er kunnen regelbare ventilatie-openingen aangebracht worden. • Ramen in pvc en aluminium zijn onderhoudsvriendelijker. • Ramen in hout isoleren beter.
Voorzorgsmaatregelen • De plaatsing moet de vrije uitzetting toelaten van ramen in pvc en aluminium. • Houten ramen moeten beschermd worden met verf of een speciale behandeling van zodra ze geplaatst worden, en nadien regelmatig opnieuw. • De ramen moeten voorzien zijn van regelbare ventilatiesystemen, waarvan de afmetingen voldoen aan de normen. • Er moeten randdichtingen worden voorzien in stopverf om infiltratie en tocht te vermijden. • Als de openingsrichting van de ramen wordt veranderd, moet men openingssystemen installeren die het schoonmaken van de buitenkanten makkelijk maken en toezien op voldoende beschermhoogte van de vensterbank om veiligheidsredenen. • Men dient na te gaan of de vervanging van de ramen niet kan leiden tot condensatie elders in de lokalen. • Als er geen ventilatieroosters in het schrijnwerk zijn verwerkt, moeten die in de gevel worden aangebracht.
VOOR
ALLE BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZEN WE NAAR DE LIJST
VAN DE BESCHIKBARE DOCUMENTEN IN FICHE
G.3.
E. Bijlage Wandstructuren
Gebouwschil
VLOER_TEGELS Huidige toestand Materiaal
Gewapend Halfzware deklaag Tegels in gebakken aarde
Lambda [W/mK]
d [m]
1,700 0,250 0,810
Ri [m²K/W]
0,150 0,100 0,015
0,088 0,400 0,019
Toestand na renovatie Materiaal
Polyurethaanschuim Gewapend Halfzware deklaag Tegels in gebakken aarde
Lambda [W/mK]
d [m]
0,035 1,700 0,250 0,810
Ri [m²K/W]
0,070 0,150 0,100 0,015
2,000 0,088 0,400 0,019
VLOER_PARKET Huidige toestand Materiaal
Gewapend Halfzware deklaag Zwaar hout
Lambda [W/mK]
d [m]
1,700 0,250 0,180
Ri [m²K/W]
0,150 0,100 0,015
0,088 0,400 0,083
Toestand na renovatie Materiaal
Polyurethaanschuim Gewapend Halfzware deklaag Zwaar hout
Lambda [W/mK]
0,035 1,700 0,250 0,180
d [m]
Ri [m²K/W]
0,070 0,150 0,100 0,015
DAK_LINKS Huidige toestand
Adres van het gebouw : bruggelanden 20, 2570 Duffel
Datum : 04/02/2010
Auditeur (naam, voornaam) : GEENS, PETER
Versie (software) : 1.0.4
2,000 0,088 0,400 0,083
E. Bijlage Wandstructuren Materiaal
Gebouwschil Lambda [W/mK]
d [m]
Ri [m²K/W]
Leien Triplex Minerale wol Niet geventileerd Halfzwaar spaanplaten Halfzwaar hout
0,000 0,000 0,118 1,778 0,160 0,071 0,077
0,020 0,020 0,080 0,050 0,010 0,010
0,170 0,045 0,140 0,130
Toestand na renovatie Materiaal
Lambda [W/mK]
d [m]
Ri [m²K/W]
Leien Triplex Minerale wol Niet geventileerd Halfzwaar spaanplaten Halfzwaar hout
0,000 0,000 0,118 4,889 0,160 0,071 0,077
0,020 0,020 0,220 0,020 0,010 0,010
0,170 0,045 0,140 0,130
DAK_RECHTS Huidige toestand Materiaal
Lambda [W/mK]
d [m]
Ri [m²K/W]
Leien Triplex Minerale wol Niet geventileerd Halfzwaar spaanplaten Halfzwaar hout
0,170 0,045 0,140 0,130
0,020 0,020 0,080 0,050 0,010 0,010
Toestand na renovatie
Adres van het gebouw : bruggelanden 20, 2570 Duffel
Datum : 04/02/2010
Auditeur (naam, voornaam) : GEENS, PETER
Versie (software) : 1.0.4
0,000 0,000 0,118 1,778 0,160 0,071 0,077
E. Bijlage Wandstructuren Materiaal
Gebouwschil Lambda [W/mK]
d [m]
Ri [m²K/W]
Leien Triplex Minerale wol Niet geventileerd Halfzwaar spaanplaten Halfzwaar hout
0,000 0,000 0,118 4,889 0,160 0,071 0,077
0,020 0,020 0,220 0,020 0,010 0,010
0,170 0,045 0,140 0,130
AG VENSTER9 Huidige toestand U [W/m²K] Raamwerk
Hout
2,20
Beglazing
Enkelvoudige beglazing
5,70
Paneel
Toestand na renovatie U [W/m²K] Raamwerk
Hout
2,20
Beglazing
Dubbele beglazing low-e – gasvulling
1,10
Paneel
ACHTERGEVEL WASPLAATS Huidige toestand Materiaal
Halfzwaar metselwerk Kalkmortel
Lambda [W/mK]
0,750 0,700
d [m]
Ri [m²K/W]
0,140 0,010
Toestand na renovatie
Adres van het gebouw : bruggelanden 20, 2570 Duffel
Datum : 04/02/2010
Auditeur (naam, voornaam) : GEENS, PETER
Versie (software) : 1.0.4
0,187 0,014
E. Bijlage Wandstructuren Materiaal
Zwaar metselwerk Niet geventileerd Minerale wol Halfzwaar metselwerk Kalkmortel
Gebouwschil Lambda [W/mK]
1,100 0,045 0,540 0,700
d [m]
Ri [m²K/W]
0,100 0,020 0,050 0,140 0,010
Adres van het gebouw : bruggelanden 20, 2570 Duffel
Datum : 04/02/2010
Auditeur (naam, voornaam) : GEENS, PETER
Versie (software) : 1.0.4
0,091 0,175 1,111 0,259 0,014