Gebiedsontwikkeling woonservicegebieden Tubbergen 2011-2015
Woonservice Tubbergen
Naar toekomstbestendige woonservice in de dorpen in de gemeente Tubbergen
In opdracht van:
Colofon Auteurs Ing. R. Engbers en drs. S. de Boer Datum Arnhem, 10 maart 2011 Adres Woonlab Utrechtsestraat 41 6811 LT Arnhem 026 - 707 19 82 www.woonlab.nl
I
n
h
o
u
d
s
o
p
g
a
v
e Pagina
1
2
3
4
5
6
Inleiding
1
1.1 Aanleiding 1.2 Ontwikkelen woonservicegebieden als antwoord op de toekomst 1.3 De uitdaging 1.4 Ambitie woonservice 1.5 Leeswijzer
1 1 2 3 3
Situatieschets
5
2.1 Woonservice voorzieningen in en nabij gemeente Tubbergen 2.2 Landelijk, provinciaal en gemeentelijk beleid
5 6
Analyse ontwikkelingen, visies en beleid belanghouders
13
3.1 Welke kansen en bedreigingen zien de professionele partners? 3.2 Kansen en bedreigingen voor de woonkernen
13 15
Visie op een toekomstbestendige woonservice in Tubbergen
19
4.1 Visie 4.2 Uitgangspunten voor uitwerking van de visie
19 19
Definitie van woonservicegebieden
23
5.1 Definitie en schaalniveaus 5.2 Basisniveau 5.3 Plusniveau 5.4 Regionaal niveau
23 23 24 26
Uitvoeringsprogramma woonservice Tubbergen 2011 - 2015/2020
27
6.1 Uitvoeringsprogramma woonservice Gemeente Tubbergen 2011 – 2015/2020 28 6.2 Toelichting per project 30
Bijlage A Woonservicevoorzieningen in beeld
34
Bijlage B Overzicht interactieve sessies en interviews
35
Bijlage C Factsheet Twents Woningmarkt Onderzoek Regio Twente, 2010
37
1
Inleiding 1.1
Aanleiding
De gemeente Tubbergen heeft in haar Woonvisie 2010-2014 opgenomen dat zij woonservicegebieden wil gaan uitwerken in de kernen Tubbergen, Albergen en Geesteren. In de "Prestatieafspraken Wonen 2010- 2015" tussen provincie en gemeente is afgesproken dat de gemeente de handen ineen slaat met zorgaanbieders en woningcorporaties om een gedragen beleidsvisie op het thema wonen en zorg te ontwikkelen. Aan deze beleidsvisie moet uiterlijk 1 april 2011 een definitie voor woonservicegebieden en een uitvoeringsplan gekoppeld zijn.
1.2
Ontwikkelen woonservicegebieden als antwoord op de toekomst
Succesvol ontwikkelen van woonservicegebieden vereist de integratie van vele inzichten en opvattingen die in verschillende maatschappelijke sectoren bij „professionals‟ leven. In onderstaand schema zijn een aantal belangrijke benoemd.
Waar het in de kern om zou moeten gaan is waar bewoners nu en over tien tot twintig jaar sterk behoefte aan hebben om op een prettige wijze zelfstandig te kunnen blijven wonen. Dit houdt verband met hoe professionele partners er aan kunnen en willen bijdragen dat sterke woonservicegebieden voor inwoners van de gemeente Tubbergen ontstaan.
1
1.3
De uitdaging
Doel van het ontwikkelen van woonservicegebieden is dat mensen op een zo lang mogelijke manier langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen, met voldoende voorzieningen in en om het huis en met voldoende beschikbaarheid van woonservicediensten waar gebruik van kan worden gemaakt. Veel inwoners zijn in staat om dat zelf te regelen maar dat geldt niet voor iedereen. Hoe ondersteun je hen om in de eigen vertrouwde omgeving te kunnen blijven wonen? En als dat niet meer kan, waar kunnen zij dan wel terecht? Daarnaast is het van belang om de WMO-uitgaven ook voor de middellange termijn beheersbaar te houden. De uitdaging voor de gemeente Tubbergen is om er samen met de inwoners en met haar partners voor te zorgen dat de beperkte middelen die beschikbaar zijn, zo duurzaam en effectief mogelijk worden ingezet voor de ontwikkeling van kwalitatief goede woonservicegebieden. De uitdaging is om dat op zodanige wijze met inwoners en partners vorm te geven dat hiermee meer dan 50% van de huishoudens in 2015 in hun woonomgeving, kunnen beschikken over voldoende woonservicevoorzieningen en –diensten. Welk type woonservicegebieden zijn nodig en waar liggen de beste mogelijkheden? Omdat de gemeente Tubbergen uit meerdere dorpen en drie hoofdkernen met sterk uiteenlopende voorzieningen bestaat, is de eerste vraag naar welke typen woonservicegebieden met welk woonserviceniveau gestreefd zou moeten worden? Waar liggen de beste mogelijkheden om voorzieningen te realiseren en duurzaam in stand te houden. Op basis van een verkenning van gesprekken partners en interactieve sessies met de kernraden wordt antwoord gegeven op deze vraag. Hoe behouden en realiseren we woonservicevoorzieningen? Tweede vraag is hoe zijn voldoende woonservicevoorzieningen en -dienstverlening in de woonservicegebieden behouden kunnen blijven of gerealiseerd kunnen worden? Welke opgaven liggen er voor de gemeente, corporaties, zorg- en welzijnsinstellingen, kernraden, mantelzorgers en natuurlijk de inwoners zelf? Wie pakt welke rol? En wie neemt bepaalde verantwoordelijkheden en taken op zich zodat een woonservicegebied ook echt wat aan de inwoners te bieden heeft die ondanks beperkingen, langer zelfstandig thuis willen blijven wonen?
2
1.4
Ambitie woonservice
In de woonvisie heeft de gemeente Tubbergen uitgesproken woonservicegebieden te gaan ontwikkelen in de kernen Tubbergen, Albergen en Geesteren. Aangezien dit beleid met deze visie wordt ontwikkeld is het percentage huishoudens dat woont in woonservicegebieden per 1 januari 2010 0% (0-meting). Met het vaststellen van de visie en de definitie voor 1 april 2011 is vast te stellen wat hoe groot het percentage huishoudens is per 1 april 2011 dat in een woonservicegebied woont. Alle dorpen hebben een basisniveau woonservice, uitgezonderd Fleringen, Langeveen, Manderveen en Reutum, aangezien hier nog geen kinderopvang is gerealiseerd, waardoor circa 80 % van de huishoudens in een woonservicegebied met basisniveau wonen. Het plusniveau wordt alleen in Tubbergen bereikt. Dit houdt in dat slechts 30% van de huishoudens in een woonservicegebied met plusniveau wonen. De uiteindelijke ambitie is dat circa 90% van de huishoudens in een woonservicegebied met basisniveau wonen. Het plusniveau moet in de dorpen Albergen, Geesteren en Tubbergen bereikt worden, zodat ruim 60% van de huishoudens per 1 januari 2015 in een woonservicegebied met plusniveau wonen.
1.5
Leeswijzer
De gemeente Tubbergen heeft in een interactief ontwikkelingstraject een beleidsvisie, definitie en uitvoeringsprogramma voor woonservicegebieden in een beknopte tijd neergezet. In dit rapport wordt allereerst in hoofdstuk 2 met een situatieschets de landelijke, provinciale en gemeentelijke (beleids)ontwikkelingen beschreven op het vlak van woonservicegebieden. In de analyse in hoofdstuk 3 wordt op basis van de interviews met betrokken partijen en de sessies met dorpsraden een beeld geschetst van de specifieke ontwikkelingen in wonen, zorg en welzijn en wat dat betekent voor de verschillende dorpen in de gemeente. In hoofdstuk 4 wordt op basis van de analyse een visie neergezet met de uitgangspunten voor de verdere uitwerking. Bij de definitie in hoofdstuk 5 worden drie niveaus van woonservicegebieden geïntroduceerd. Tot slot is in hoofdstuk 6 het uitvoeringsprogramma opgenomen met daarin opgenomen welke partij deelneemt aan welke onderdelen van het uitvoeringsprogramma.
3
4
2
Situatieschets 2.1
Woonservice voorzieningen in en nabij gemeente Tubbergen
Onderstaande twee kaarten geven de voorzieningen in de gemeente Tubbergen weer. Deze gegevens zijn voor de (buur)gemeente Dinkelland eveneens beschikbaar, vandaar dat deze ook zijn opgenomen.
Voor een vergrote weergave, zie bijlage A.
5
2.2
Landelijk, provinciaal en gemeentelijk beleid
Deze paragraaf bevat een weergave van het beleid dat op het landelijke, provinciale en gemeentelijke niveau wordt gevoerd omtrent wonen, zorg en welzijn. Deze situatieschets heeft niet de intentie om een volledig overzicht van de regelgeving in de genoemde sectoren te geven. Het is bedoeld om een indicatie te geven van belangrijke trends in beleid. Landelijk moet daarbij onder andere gedacht worden aan de AWBZ, Wmo en de ontwikkeling van woonservicegebieden door het vergrijzen van de bevolking en het langer (zelfstandig) thuis blijven wonen. Op provinciaal niveau staat de (actuele) ontwikkeling van woonservicegebieden in de provincie Overijssel centraal. Op gemeentelijk niveau wordt ingegaan op de prestatieafspraken tussen gemeente en provincie en de gemeentelijke woonvisie. 2.2.1
Landelijk beleid
De AWBZ 1 De algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ ), is een volksverzekering voor ziektekosten(risico's) waarvoor mensen zich niet individueel kunnen verzekeren. Vrijwel alle inwoners die in Nederland wonen of werken zijn hiervoor automatisch verzekerd en verzekerden met inkomen betalen hiervoor een premie. De AWBZ dekt langdurige medische kosten die niet gedekt worden door de eigen zorgverzekering en zo hoog zijn dat deze nagenoeg niet individueel zijn op te brengen. Hieronder valt bijvoorbeeld langdurige verpleging thuis of verpleeghuiszorg. Bij AWBZ-zorg moet concreet (niet uitsluitend) gedacht worden aan thuiszorg, verblijf in een verzorgings- of verpleeghuis, psychiatrische hulp (en verblijf), dagbesteding voor gehandicapten, woonbegeleiding, e.d. Het Centrum Indicatiestelling Zorg bepaalt of iemand recht heeft op zorg/begeleiding vanuit de AWBZ. Voor mensen onder de 18 doet Bureau Jeugdzorg dit. In veel gevallen moet een eigen bijdrage worden betaald bij gebruik van AWBZ-zorg. Dit geldt onder andere voor verpleging, persoonlijke verzorging en verblijf in een AWBZ-instelling. AWBZ onder druk Door de vergrijzing blijven de zorgkosten toenemen, waardoor de AWBZ (op termijn) onbetaalbaar dreigt te worden. De kosten zijn de afgelopen tien jaar met driekwart 2 toegenomen tot bijna 23 miljard euro per jaar in 2009. Om dit bedrag in perspectief te plaatsen: de begroting van het ministerie van VWS komt in 2010 neer op 61 mil3 jard euro . Een groot deel van de AWBZ-kosten komen ten laste van deze begroting. 1
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ); Rijksoverheid Stijging AWBZ-kosten dwingen tot ingrijpende keuzen in de zorg (3.7.2010); Trouw, opinie 3 VWS-begroting: Maatregelen nodig om zorg betaalbaar te houden (21.9.2010); Rijksoverheid 2
6
Om de kosten beheersbaar te houden onderzoekt de Rijksoverheid welke vergoedingen aangepast of anders georganiseerd kunnen worden waardoor de vergoedingen voor mensen met een zorgvraag af kunnen nemen. In 2007 ging bijvoorbeeld de huishoudelijke hulp naar de gemeenten. In 2010 werd de kortdurende psychotherapie uit het pakket gehaald en krijgen gehandicapten (met een lichte beperking) geen begeleiding meer vanuit de AWBZ. Daarnaast wordt bekeken welke ingrepen verder mogelijk zijn, zoals het mogelijk volledig schrappen van vormen van begeleiding en persoonlijke verzorging, of het verhogen van de eigen bijdrage. Per 1 januari 2012 zal de begeleiding voor gehandicapten (matig en zwaar) naar de Wmo verschuiven. Hoewel dit niet betekent dat sommige zorgvormen compleet verdwijnen, zullen mensen langer zelfstandig thuis moeten blijven wonen, een groter beroep (moeten) doen op hun omgeving met eventuele ondersteuning door mantelzorgers en professionals en meer kosten zelf dragen door eigen bijdragen of aanvullende verzekeringen. Preventie De Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) vindt dat het hoog tijd wordt om aandacht te besteden aan preventie, om zodoende dure zorg te voorkomen of ten 4 minste uit te stellen . Hierbij gaat het om voorzieningen die het mogelijk maken dat mensen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen (zonder dat ze vereenzamen). Dit kan bijvoorbeeld een supermarkt of buurthuis zijn, maar ook individuele maatregelen zoals het voorkomen van valpartijen. Doel hierbij is dat ouderen en mensen met een beperking zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren en pas in een later stadium een beroep zullen gaan doen op de AWBZ-zorg. Wmo De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) is per 1 januari 2007 ingevoerd. Deze wet vervangt een aantal andere wetten, zoals de Wet Voorzieningen Gehandicapten (Wvg), de Welzijnswet en een deel uit de reeds genoemde AWBZ. Zo wordt de huishoudelijke verzorging niet langer uit de AWBZ betaald maar uit de Wmo. Door de bundeling van wetten kan een integrale sturing eenvoudiger worden. De overheid wil de verantwoordelijkheid om te voorzien in de eigen behoefte weer neerleggen bij de burger, de familie en de gemeenschap waarbinnen diegene leeft. Het maatschappelijke doel van de Wmo is 'meedoen'. Enerzijds moeten mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen, anderzijds moeten zij, eventueel met ondersteuning vanuit hun netwerk (familie, vrienden, bekenden), mee kunnen doen en deel kunnen (blijven) nemen aan de samenleving. Wanneer mensen dit niet langer kunnen is er ondersteuning vanuit de Wmo. Mensen met een beperking door ouderdom of een handicap, mensen met een chronisch psychisch probleem, mantelzorgers en vrijwilligers worden ondersteund. In sommige gevallen moeten mensen een eigen bijdrage betalen voor een voorziening uit de Wmo. De 4
Stijging AWBZ-kosten bewijst noodzaak intensivering preventie (28.7.2010); Vereniging van Nederlandse Gemeenten
7
hoogte hangt af van een aantal factoren, maar wordt bepaald door het gemeentelijk beleid. De gemeenten voeren de Wmo uit. Vandaar dat inwoners de gemeente (via het Wmo-loket) om ondersteuning kunnen vragen wanneer zij zelf niet langer zelfstandig kunnen wonen of kunnen participeren. De Wmo ondersteuning omvat bijvoorbeeld: huishoudelijke hulp (HH1 en HH2) woningaanpassingen (zoals een traplift) vervoersvoorzieningen voor mensen die niet zelfstandig (met het openbaar vervoer) kunnen reizen (zoals een scootmobiel). beschikking tot een rolstoel daarnaast valt ook de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers, sociaal cultureel werk en maatschappelijke opvang onder de Wmo. Het begrip maatschappelijke ondersteuning is in de Wmo verwoord in negen presta5 tievelden . Het ministerie van VWS stelt de kaders, waarin elke gemeente beleid kan maken dat is afgestemd op de lokale samenstelling en wensen van de bevolking. Gemeenten betrekken hun burgers (o.a. de Wmo-raad) bij het ontwikkelen van het Wmo-beleid. Inwoners kunnen daardoor controleren wat de gemeente doet, waardoor de gemeente in feite verantwoording aflegt aan de eigen burgers in plaats van (maar niet uitsluitend) aan het rijk (want de prestatievelden zijn kaderstellend. Samenleving De vergrijzing (en ontgroening) van de bevolking zet door. Hierdoor zullen meer mensen een beroep gaan doen op zorgvoorzieningen, levensloopbestendige woningen en op welzijnsdiensten. Voor alle partijen, waaronder ondernemers, is dit een belangrijk gegeven. Veel (rand)gemeenten in Nederland krijgen te maken met krimp. Voor Tubbergen lijkt, op basis van de bevolkingsprognose van het CBS, hier vooralsnog geen sprake van. Op basis van Primos werd een krimp becijferd, maar de prognose voor 2009 en 2010 lijkt inmiddels achterhaald bij actuele gegevens. Vooralsnog is hier geen goed onderbouwde eenduidige uitspraak over te doen. Bevolking Tubbergen
Aantal
Jaar 2010
2015
2020
2025
2030
2035
20.575
20.404
20.415
20.531
20.837
21.114
Bevolkingsprognose CBS, 2010 De bevolking wordt daarentegen ook mobieler, waardoor men in staat is om voor bepaalde voorzieningen verder te reizen. Daarnaast neemt de schaalvergroting in bijvoorbeeld de winkelbranche toe. Dit kan een bedreiging vormen voor kleine 5
Invoering Wmo: prestatievelden; Invoering WMO (VWS en VNG)
8
ondernemers. Een laatste opvallend punt is dat (ook oudere) mensen door middel van internet bestellingen doen. Ondernemers kunnen hierop inspelen. Woonservicegebieden 6 Een woonservicegebied wordt door Aedes-Actiz (kenniscentrum voor Wonen-Zorg) gedefinieerd als een wijk in een stad of dorp waar kwetsbare mensen als ouderen en gehandicapten zo zelfstandig mogelijk wonen. In een woonservicegebied is wonen, welzijn en zorg zodanig afgestemd en gericht op de inwoners, dat deze ondersteund worden om thuis te kunnen blijven wonen. Deze ondersteuning kan het aanpassen van de woning inhouden of het leveren van 24-uurszorg aan huis. Er zijn verschillende kenmerken van woonservicegebieden te benoemen. Zo zijn dit woongebieden waar zorg beslist niet domineert. Het zijn derhalve geen zorginstellingsterreinen. De zorg- en dienstverlening kan integraal in multifunctionele wijkcentra (of Kulturhusen) georganiseerd worden. Er staan levensloopgeschikte woningen in een woonomgeving met een goed voorzieningenniveau. Aangezien goed een normatief begrip is zal dit per gebied nader gedefinieerd dienen te worden. Voorheen werd uitgegaan van het realiseren van woonzorgzone's. Dit waren losse zone's, maar inmiddels is het idee zover veranderd, dat het realiseren van één enkele zone in een gebied niet volstaat in een gemeente of regio. Door de verdergaande vergrijzing en vermaatschappelijking van de zorg, verdient het de voorkeur dat samenhangende plannen worden opgesteld die voorzien in woonzorgzonering voor de hele gemeente of regio. Daarnaast wordt dit steeds meer gekoppeld aan brede projecten, gericht op wijkontwikkeling, stedelijke vernieuwing of plattelandsontwikkeling. Wonen, zorg en welzijn In het actieplan 'Beter (t)huis in de buurt' (voormalige ministeries WWI & VWS) werd een aantal doelstellingen genoemd op het terrein van wonen, zorg en welzijn. Een aandachtspunt is dat ouderen zo lang mogelijk in hun eigen wijk en huis moeten kunnen blijven wonen. Belangrijk daarbij is dat er een grote(re) variatie in het woonaanbod nodig is en dat er servicepunten moeten komen voor welzijn en zorg. Hierbij spelen vier belangrijke thema's, zoals (1) de samenhangende aanpak en regie op lokaal niveau, (2) aanbod van voldoende geschikte woningen (en variatie in het aanbod), (3) zorg en ondersteuning op maat en (4) het realiseren van generatiebestendige wijken en woonomgeving. Daarnaast wordt opgemerkt dat dit niet alleen een taak is van de rijksoverheid, maar ook van gemeenten (via de Wmo), woningcorporaties, brancheorganisaties, enzovoort.
6
Woonservicegebieden; Aedes-Actiz (kenniscentrum Wonen-Zorg)
9
2.2.2
Provinciaal beleid Provinciale leidraad provincie Overijssel De provincie Overijssel heeft een leidraad (wonen-zorg-welzijn) opgesteld om gemeenten te ondersteunen bij het opstellen van een visie en uitvoeringsplan op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Binnen de Prestatieafspraken Wonen 2010-2014 (tussen provincie en gemeente) is het thema wonen, zorg en welzijn een deelprestatie. De gezamenlijke doelstelling voor dit thema is dat: "voor 1 januari 2015 ten minste 50% van de bewoners van de 7 Overijsselse gemeenten in enigerlei vorm van een woonservicegebied woont" . Om deze doelstelling te realiseren wordt de gemeente gevraagd om een beleidsvisie (tot 2015, met eventueel doorkijk naar 2020) op te stellen. Daarbij wordt een definitie voor woonservicegebieden opgesteld. Deze visie en definitie wordt vervolgens gekoppeld aan een uitvoeringsplan (tot 2015). In de analysefase wordt het aanbod aan voorzieningen binnen de gehele gemeente in beeld gebracht. De thema's wonen, zorg en welzijn zijn per thema nader uiteen te splitsen in verschillende diensten en voorzieningen. De vraag vanuit de afnemers en de resulterende beleidsopgave voor de betrokken partijen wordt hiertegen afgezet. Bij het in kaart brengen van de vraag moeten een aantal factoren worden meegenomen. Zo zijn er de beleidsmatige ontwikkelingen op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Deze ontwikkelingen zijn van invloed op vraag en aanbod. Daarnaast dient de demografische ontwikkeling (en daarmee de vraag naar wonen, zorg en welzijn per kern/wijk/buurtschap) te worden meegenomen. Aangezien de vraag niet overal hetzelfde zal zijn, kunnen (deel)gebieden worden gedefinieerd. Per (deel)gebied zal in overleg met de partners bekeken worden welke diensten en voorzieningen daar aanwezig moeten zijn. Het is hierbij evident dat niet alle voorzieningen overal aanwezig kunnen zijn. Belangrijk element in de provinciale leidraad is dat vraag en aanbod tegen elkaar worden afgezet, waardoor een inzicht ontstaat in hetgeen gerealiseerd dient te worden. In overleg met betrokken partijen zal vervolgens bepaald worden waar geïnvesteerd moet worden en waar mogelijk een overschot zit. Op basis van een goed afwegingskader (in relatie tot de beschikbare middelen en gewenste aanvullingen), kunnen prioriteiten worden gesteld en gewenste ontwikkelingen programmatisch uiteengezet. Belangrijke elementen in de programma's tot 2015-2020 zijn het gewenste ambitieniveau, samenwerking, financiën en regievoering in de gemeente. De provincie reserveert financiële middelen ten behoeve van de realisatiekosten van het concrete uitvoeringsplan.
7
Leidraad visievorming + uitvoeringsplan Wonen-zorg-welzijn; Provincie Overijssel
10
2.2.3
Gemeentelijk beleid
In deze paragraaf worden enkele punten uit de gemeentelijke woonvisie voor de aankomende jaren besproken en de benoemde punten tijdens het interview met de begeleidingscommissie. In de woonvisie ligt de focus op de te ontwikkelen aantallen woningen (voor verschillende doelgroepen), ouderen en starters. Daarnaast zal ingegaan worden op het beleid omtrent wonen en zorg. Woonvisie 2010-2014 gemeente Tubbergen In de woonvisie 2010-2014 heeft de gemeente Tubbergen het beleid en de plannen op het vlak van wonen, mede voor bijzondere doelgroepen, voor de aankomende jaren beschreven. Voor wat betreft de ontwikkeling van het woningbouwprogramma voert de gemeente Tubbergen direct overleg met de provincie Overijssel. De kwaliteit van de woningvoorraad, zowel koop als huur, is in de gemeente Tubbergen goed. Van de huishoudens heeft 17% een huurwoning, maar in de kernen Manderveen (3%) en Reutum (7%) ligt dit percentage laag. In het dorp Tubbergen is de verhouding huur/koop: 30/70%. Voor Geesteren is dit 10/90% en Albergen 11/89%. In Tubbergen is het percentage huurwoningen laag ten opzichte van andere gemeenten. Zo kent Dinkelland een verhouding huur/koop van 19/81%, Wierden 22/78%, Losser 27/73% en Oldenzaal 35/65%. De bevolkingsomvang zal de komende jaren, op basis van CBS-gegegens, toenemen. Hierbij is sprake van enerzijds ontgroening en anderzijds vergrijzing. Het aantal sociale huurwoningen, 860 woningen, lijkt vooralsnog toereikend. De woningbouwopgave voor de aankomende jaren komt neer op 380 woningen tussen 2010-2014 en 320 woningen in de periode 2015-2019. Dit geeft een totaal van 700 te realiseren woningen tot 2020. Voor de drie grote kernen in de gemeente komt de woningvraag neer op 110 woningen in Tubbergen, 130 woningen in Albergen en 170 woningen voor Geesteren. De woningbouw wordt toegespitst op de behoefte in de kernen. In de gemeente vindt men het belangrijk om starters te behouden. Veel starters zoeken een koopwoning (87%) en hebben interesse in een bouwkavel (70%). Door een variatie aan maatregelen wil de gemeente de starters behouden. Ook het vasthouden van mantelzorgers en het behouden van de leefbaarheid wordt van groot belang geacht voor de kernen. Ouderen wonen nu in veelal grote woningen. Zij verhuizen relatief weinig en zijn sterk verbonden met hun dorp. Bij voorkeur passen ze de woning naar eigen behoefte aan. Goed toegankelijke nultreden huurwoningen zijn voor senioren (met lage inkomens) gewenst. Aanpassing van de woning is woontechnisch incidenteel mogelijk, maar nieuwbouw biedt over het algemeen een betere oplossing. Door de vergrijzing, extramuralisering en het langer zelfstandig thuis blijven wonen, groeit de vraag naar woonvormen waar mensen met een zorgvraag kunnen wonen. Zowel bij nieuwbouw als verbouw wil de gemeente ernaar streven dat de woning
11
levensloopbestendig wordt. Senioren of jonge mensen met een zorgvraag kunnen in specifieke woonvormen met zorg gaan wonen. Hierin zijn gradaties met een toenemende zorgintensiteit mogelijk. Tot 2020 bestaat behoefte aan in totaal circa 200 verzorgde woonvormen. Voorlopig wordt in de gemeente Tubbergen ingezet op het realiseren van nieuwe woonzorgcomplexen met elk circa 30 woningen in de kernen Tubbergen, Albergen en Geesteren. De aanvullende behoefte voor beschermde woonvormen bedraagt 70 plaatsen tot 2020. Hoewel hiervoor nog geen concrete aanvragen zijn binnen gekomen, verwacht de gemeente deze aanvragen (voor woonvormen voor dementerende ouderen) op korte termijn. Verdunning Naast de ontwikkelingen als krimp, ontgroening en vergrijzing is er ook sprake van verdunning van de huishoudens. Waar de gemiddelde woningbezetting in de gemeente Tubbergen in 1992 nog 3,39 personen per huishouden was, is die in 2005 al teruggelopen tot 3,08. De verwachting is dat deze trend zich verder zal voortzetten. Visie en ambitie woonservicegebieden De gemeente wil woonservicegebieden realiseren in de grotere kernen Albergen, Geesteren en Tubbergen. De voorzieningen voor wonen-met-zorg zijn in deze kernen aanwezig en daar ligt ook ruimte voor eventuele uitbreiding. In de kleinere kernen moet een basisniveau aan voorzieningen aanwezig blijven. Inwoners moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen voor het ouder worden en de daarbij behorende beperkingen. De gemeente wil samen met haar partners en belanghouders invulling geven aan de ontwikkeling van de woonservicegebieden en de verkrijgbaarheid van voorzieningen. De gemeente heeft de ambitie om gezamenlijk met de belanghouders een helder en duidelijk kader voor de gemeente en haar inwoners over verzorgingskernen en woonkernen en de daar te verwachten voorzieningen te ontwikkelen. Hierbij wordt gedacht aan een gradatie van aanwezige voorzieningen, onder te verdelen naar verzorgingskern, woonkern en buitengebied. In de verzorgingskern zijn veel voorzieningen waar gebruik van kan worden gemaakt, in het buitengebied is men in eerste instantie aangewezen op de eigen leefomgeving en zijn de voorzieningen op afstand beschikbaar.
12
3
Analyse ontwikkelingen, visies en beleid belanghouders 3.1
Welke kansen en bedreigingen zien de professionele partners?
De gemeente Tubbergen kent een groot aantal belanghouders op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Met een deel van de belanghouders zijn in de maanden november en december interviewgesprekken gehouden (zie bijlage B). Er is in het kader van de ontwikkeling van de woonservicegebieden met deze partijen uitgebreid gesproken over de ontwikkelingen op het gebied van wonen, zorg en welzijn en de kansen en mogelijke ontwikkelingen en projecten ter versterking van woonservice in de diverse woonkernen. Vaak is aangegeven dat de ontwikkeling van de woonservicegebiedenop een moment komt dat de organisatie zelf ook op het punt stond om hier actie in te ondernemen. Diverse partijen zijn bereid tot het plegen van investeringen en gaan dat de komende jaren ook zeker doen. 3.1.1
Wonen
Krimp In diverse onderzoeken speelt de op handen zijnde krimp een belangrijke rol, hoewel dit vooralsnog niet aan de orde lijkt voor de gemeente Tubbergen Daarnaast is de verdunning de komende jaren aan de orde gekomen. Het Twents Woningmarktonderzoek 2010 “De Twentse woningmarkt in verandering”, gaat in op de actuele ontwikkelingen. In bijlage B is de factsheet voor de gemeente Tubbergen opgenomen. Belangrijkste genoemde ontwikkelingen zijn de vergrijzing, maar ook 8 het grote aandeel starters dat aangeeft de gemeente te willen verlaten . Woonmilieus In de gemeente bestaan verschillende woonmilieus. Er is een onderscheid tussen de kleinere kernen en de grote kernen. In de kleinere kernen zijn een beperkt aantal basisvoorzieningen, terwijl in de grotere kernen meer voorzieningen voorhanden zijn. Hierbij heeft Tubbergen duidelijk meer voorzieningen dan de andere kernen, hoewel ook Geesteren en Albergen een redelijk aantal voorzieningen kennen. Ondanks het gebrek aan voorzieningen, is er onder een deel van de jongeren een grote verbondenheid met de eigen woonplaats. Diversiteit woonvormen Het percentage huurwoningen in de gemeente is zeer laag. Van de huurwoningen is 30% geschikt voor ouderen of mensen met een zorgvraag. Dichtbij de voorzieningen in de grotere kernen zien de professionele partners nog kansen voor specifieke
8
Twents woningmarktonderzoek, pagina 57
13
woon-zorgprojecten. Hiermee zouden ouderen met een specifiekere zorgvraag, in de gemeente, dichtbij hun sociale netwerk kunnen blijven wonen. 3.1.2
Zorg
Minder middelen, meer keuzes, meer samenwerking Praktisch alle partijen zien de beschikbare (investerings)budgetten slinken terwijl de 9 uitgaven voor de zorg blijven stijgen door de dubbele vergrijzing . Er zullen daarom duidelijke keuzes gemaakt moeten worden waar de beschikbare middelen aan uitgegeven dienen te worden. Dit geldt voor bijvoorbeeld woningaanpassingen of hergebruik van voorzieningen of de opzet van een pool voor scootmobiels. Er zal tevens een groter beroep (moeten) worden gedaan op de toekomstige zorgvrager en haar omgeving. Door de vrijwilligers hierin goed te ondersteunen worden ook kansen gezien door met en voor de inwoners voorzieningen te kunnen behouden of te creëren. De samenwerking tussen de zorgpartijen kan beter. Door alle partijen wordt erkend dat door meer samen te werken ook letterlijk en figuurlijk winst kan worden behaald. Wel zullen de partijen, ook door de marktwerking, hun eigen keuzes blijven maken. Voor een goede samenwerking is meer regie en afstemming nodig. De partijen zien hier een rol weggelegd voor de gemeente. Wijkzorgsteunpunten De zorgpartijen zien kansen in het bundelen van woonzorgvoorzieningen met eerstelijnshulpfuncties. Het creëren van gezamenlijke voorzieningen dicht bij andere bestaande voorzieningen komt vanuit veel partijen naar voren. Hierbij zijn mogelijkheden voor woonzorgcomplexen met bijvoorbeeld huisartsen, fysiotherapeuten, apotheek en mogelijk andere zorgfuncties zoals een mogelijke terugkeer van de wijkverpleegkundige. Verpleeghuisartsen zouden hierin ook een rol kunnen spelen. Er zijn voor alle drie de verzorgingskernen initiatieven in diverse stadia. Het lijkt erop dat de diverse zorgpartijen ook durven te kiezen, waardoor spreiding van de voorzieningen over de verzorgingskernen is te krijgen. Belangrijk is dat coördinatie en afstemming tussen partijen plaats vindt. Aanpasbaarheid woningen Veel mensen willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Niet iedere woning is hiervoor (op dit moment) geschikt. De vraag is of alle aanpassingen wel mogelijk en wenselijk zijn in bepaalde typen woningen of dat een aangepaste bestaande woning in dat geval geen betere optie is.
9
Meer mensen worden oud en worden gemiddeld steeds ouder.
14
Krappe arbeidsmarkt in de zorg Gezien de verwachte groei van de zorgvraag, zien alle zorgpartijen een grote uitdaging in het verkrijgen van voldoende personeel. Voor de toekomst wordt het belangrijk om duidelijk te zijn wat verwacht wordt van de eigen verantwoordelijkheid van de zorgvrager en haar omgeving. Maatschappelijke stages bieden kansen voor het inzetten en interesseren van jongeren voor de zorg. 3.1.3
Welzijn
Actieve en verantwoordelijke samenleving Binnen de gemeente Tubbergen zijn zeer veel inwoners als vrijwilliger betrokken bij de verenigingen. De organisatiekracht en initiatieven vanuit de diverse verenigingen wordt gekenmerkt als zeer groot. Ondersteunen en stimuleren initiatieven uit de samenleving Inwoners van de gemeente Tubbergen kunnen nog een beroep doen op elkaar vanuit het noaberschap. Vanuit de eigen omgeving kan (maar zal ook) veel georganiseerd en geregeld moeten worden. Hier liggen verantwoordelijkheden, maar zeker ook kansen om in de eigen wijk en dorp zaken onderling te organiseren. Hierbij zal ook ondersteuning moeten komen om nieuwe initiatieven van onderop op een goede manier te begeleiden of door te geleiden, zeker omdat nu het beroep op vrijwilligers en mantelzorgers steeds groter wordt en het erop lijkt alsof de beschikbare vrije tijd van mensen steeds minder wordt. Kansen zilveren generatie De vergrijzing klinkt vaak als een bedreiging. Dat hoeft niet aangezien er heel veel actieve ouderen zijn die zich dagelijks inzetten voor de eigen omgeving en de mensen in de eigen omgeving. Deze actieve oudere generatie kan gezien worden als een zilveren generatie die ook heel goed haar inbreng in de woonservicegebieden kan hebben. Vaak hebben zij uiteenlopende ervaringen, waardoor zij met de juiste professionele begeleiding vanuit zorg en welzijn een belangrijke rol kunnen spelen in de woonservicegebieden.
3.2
Kansen en bedreigingen voor de woonkernen 3.2.1
Tubbergen
Kwaliteit woonservice Tubbergen is met ruim 5.500 inwoners de grootste kern van de gemeente Tubbergen en heeft een groot aantal woonservicevoorzieningen. In het gemeentehuis is het gemeentelijke WMO-loket gevestigd. Deze zal vanuit de dependance geïntegreerd gaan worden in het gemeentehuis, zodat alle informatie op één punt is te verkrijgen.
15
In Tubbergen staan diverse woonzorgvoorzieningen, zoals (niet uitsluitend) het verzorgingshuis De Eeshof (Zorggroep Sint Maarten) met aanleunwoningen, zorgwoningen en een dagvoorziening en verpleeg- en verzorgingshuis Meulenbeltzorg, voorts heeft Aveleijn drie locaties voor verstandelijk gehandicapten, zijn er De Kolenbranderhof en De Eendracht als woonvoorziening voor met name senioren en zijn er diverse aangepaste woningen. In Tubbergen zijn twee huisartsenpraktijken en zijn er drie fysiotherapiepraktijken en een apotheek. Daarnaast is er een uitgebreid winkelbestand vooral in het centrum gesitueerd. Tubbergen is het dorp met het meest complete woonservicevoorzieningenaanbod in de gemeente. Belangrijkste uitdagingen: confrontatie vraag/behoefte aanbod Tijdens de gesprekken werd duidelijk dat diverse professionele partners in meer of mindere mate willen werken aan een gezondheidscentrum met diverse voorzieningen. Aandachtspunt is dat één partij de rol van trekker op zich gaat nemen en dat partijen zich hieraan willen committeren. Ook hebben diverse partijen aangegeven mogelijkheden te zien voor gezamenlijke huisvesting in een soort van sociaal dienstencentrum. Vanuit deze gezamenlijke huisvesting zou er ook organisatorisch beter samengewerkt kunnen worden en is er een duidelijk punt waar de wonen, zorg en welzijnspartijen aanspreekbaar zijn. Dit bevindt zich in de ideeënfase, maar kan met een korte inventarisatieronde leiden tot een duidelijkheid over de interesse en de mogelijkheden. Er is behoefte aan vervanging en uitbreiding van één van de locaties voor verstandelijk gehandicapten. Hier zou wellicht een combinatie met het gezondheidscentrum gemaakt kunnen worden. Door de omvang van het dorp lijkt de gemeenschapszin achteruit te lopen. Dit is een aandachtspunt. 3.2.2
Geesteren
Kwaliteit woonservice Geesteren is met ruim 4.300 inwoners het tweede dorp in omvang van de gemeente Tubbergen en heeft een verzorgingsfunctie voor de dorpen Langeveen en Manderveen. Geesteren kent als dorp een redelijk winkelbestand. Er is een huisartsenpraktijk met drie huisartsen, fysiotherapie, een apotheek en een dagvoorziening voor ouderen. Geesteren kent een aantal appartementencomplexen die geschikt zijn voor senioren en bevat een behoorlijk aantal seniorenwoningen. Ook is er een dagvoorziening aanwezig. Op dit moment is er het Centrumplan "De Aanleg" in ontwikkeling, waarin zorgappartementen, een huisarts, fysiotherapie, apotheek en een centrale ontmoetingsruimte komen. Daarnaast zijn er nog concrete plannen voor een complex met 30 verpleegplekken en een hospice.
16
Belangrijkste uitdagingen: confrontatie vraag/aanbod Geesteren heeft een sterke eigen identiteit en gemeenschapszin met veel initiatieven. Het voorzieningenniveau voor woonservice zal door de hierboven genoemde projecten een belangrijke impuls krijgen, waardoor het ook als woonservicegebied een redelijk voorzieningenniveau krijgt en die functie ook redelijk kan invullen. 3.2.3
Albergen
Kwaliteit woonservice Albergen is in omvang het derde dorp van de gemeente Tubbergen met ruim 3.500 inwoners en heeft een verzorgingsfunctie voor Fleringen en Harbrinkhoek/Mariaparochie. Er zijn twee huisartsenpraktijken, fysiotherapie, een apotheek en een dagvoorziening voor ouderen. Albergen heeft een appartementencomplex voor ouderen en diverse seniorenwoningen, maar heeft geen echt centrum en slechts een beperkt winkelaanbod. Belangrijkste uitdagingen: confrontatie vraag/aanbod Ook Albergen kent een actief verenigingsleven. Een aantal partijen zijn bezig met ontwikkelingen in het centrum voor woon-zorgcomplex en een gezondheidscentrum met woningen boven eerstelijnszorgvoorzieningen en winkels. Hier zijn een aantal afspraken over gemaakt, maar er moeten ook nog wel een aantal belangrijke stappen worden gezet. Er is behoefte aan de hierboven genoemde voorzieningen, want op dit moment verhuizen mensen naar Tubbergen wegens het te lage voorzieningenpeil in Albergen. Om de rol van verzorgingskern goed te kunnen vervullen is uitbreiding van de woonservicefuncties daarom dan ook een must. 3.2.4 Woonkernen Fleringen, Manderveen, Reutum en Vasse
Harbrinkhoek/Mariaparochie,
Langeveen,
Kwaliteit woonservice De overige kernen in de gemeente Tubbergen variëren van circa 650 inwoners (Manderveen) tot ruim 1.800 inwoners (Harbrinkhoek/Mariaparochie). Deze dorpen kennen een verschillend voorzieningenniveau. Zo heeft Langeveen nog een huisarts, die praktijk houdt vanuit Kloosterhaar, en een dagvoorziening op een zorgboerderij. Fleringen, Harbrinkhoek/Mariaparochie, Langeveen, Reutum en Vasse hebben nog in ieder geval een aantal dagdelen een fysiotherapeut. Vasse, Langeveen en Harbrinkhoek/Mariaparochie hebben een supermarkt en elke kern heeft een dorpshuis of Kulturhus. Toch staan de voorzieningen in deze dorpen onder druk. De inwoners van deze dorpen vinden het overigens geen bezwaar om voor goede voorzieningen te moeten
17
reizen. Hier zijn ze aan gewend en ze hebben ook realiteitszin dat niet elke voorziening in het eigen dorp aanwezig kan zijn. Wel worden zorgen geuit voor het nog verder afkalven van de voorzieningen in de dorpen, waardoor de vrees bestaat dat er uiteindelijk weinig overblijft. Meer en meer worden deze dorpen enkel woondorpen. Vanuit de bewoners vindt men dat een aantal aangepaste woningen in het dorp aanwezig moet zijn. Het heeft de voorkeur om de eigen woning aan te passen en de inwoners zien daar voor zichzelf, net als in de grotere dorpen, als eerste een eigen verantwoordelijkheid. Wel moeten daar, naar mening van de inwoners, met name in het buitengebied de (ruimtelijke)mogelijkheden voor geboden worden. Het bestemmingsplan-buitengebied is onlangs aangepast om woninguitbreidingen te faciliteren, wanneer mantelzorgers (bij een toegenomen zorgvraag) en zorgvragers bij elkaar willen gaan wonen. Zolang de inwoners van de kleinere dorpen en het buitengebied zich met thuiszorg, eerstelijnszorg en hulp van familie, vrienden of noabers zelfstandig kunnen redden, is het voor hen mogelijk om met kleine woningaanpassing zelfstandig in de eigen vertrouwde omgeving te kunnen blijven wonen. Maar in het geval de zorgvraag sterk toeneemt of er geen netwerk in de omgeving aanwezig is om op terug te vallen, zijn de kleine woonkernen door het ontbreken van goede woonservicevoorzieningen niet geschikt om zelfstandig te blijven wonen. Belangrijkste uitdagingen: confrontatie vraag/behoefte en aanbod Zoals eerder aangegeven staan de inwoners realistisch ten opzichte van de mogelijkheden en voorzieningen die aangeboden (kunnen) worden in de eigen kern. Om te voorzien in de eigen zorg of woonservice bestaat bij de inwoners de bereidheid om daarvoor te reizen. Koopstromen wijzend aarbij uit dat inwoners dat in de dagelijkse praktijk al lang doen. Wel is aangegeven dat er altijd een keuze moet zijn of men naar de voorzieningen toe trekt of genoegen neemt (kan nemen) met minder voorzieningen. Een aantal basisvoorzieningen worden echter wel als noodzakelijk aangemerkt. Als eerste is dat de aanwezigheid van een basisschool en bij voorkeur kinderopvang en buitenschoolse opvang. De aanwezigheid van dit type voorzieningen scheelt de inwoners veel reistijd. Als tweede wordt een kulturhus of dorpshuis als noodzakelijke voorziening gezien. Het kulturhus als ontmoetingsplaats voor het dorp en de mogelijkheid om voorzieningen die anders (dreigen te) verdwijnen misschien onderdak te kunnen bieden of te combineren. Ook zien de inwoners kansen om nieuwe activiteiten zoals een dagopvang te organiseren vanuit het dorp zelf. Afhankelijk van de problematiek zou dan wel professionele ondersteuning nodig zijn. Het beheer van de kulturhusen levert echter nog wel eens problemen op. Hier zou de Woningstichting als technisch beheerder bijvoorbeeld wat in kunnen betekenen.
18
4
Visie op een toekomstbestendige woonservice in Tubbergen 4.1
Visie
De inwoners van de gemeente Tubbergen worden gekenmerkt door een sterke gemeenschapszin. Inwoners zijn gewend verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf en de eigen omgeving en zijn daar ook zeker toe bereid. Hierdoor kunnen mensen ook langer zelfstandig blijven wonen. Vele vrijwilligers zetten zich ook dagelijks in voor talrijke verenigingen. Het is echter niet meer vanzelfsprekend dat dit altijd zo zal blijven omdat mensen het steeds drukker (lijken te) krijgen en omdat door de vergrijzing en toekomstige afname van de actieve beroepsbevolking, meer lasten op minder schouders komen te liggen. Voor professionele ondersteuning door zorg- en welzijnsinstellingen en bedrijven is in de toekomst per cliënt minder geld beschikbaar. In onze visie is het daarom essentieel dat bestaande samenwerking wordt versterkt en dat nieuwe vormen van samenwerking tot stand komen in Tubbergen tussen zorgvragers, mantelzorgers en professionele zorgaanbieders. Daarnaast is het van groot belang dat diepte-investeringen in levensloopbestendige woningen, nieuwe beschermde woonvormen en in gemeenschappelijke voorzieningen zoals kulturhusen, gericht plaatsvinden. Daarbij kunnen gemeente, corporaties, zorginstellingen en particulieren een belangrijke rol spelen. Dit vereist ten eerste focus op een kwalitatief goed voorzieningenniveau in een aantal specifiek te definiëren woonservicegebieden omdat alleen daar het vereiste schaalniveau gerealiseerd kan worden. Zowel belanghouders als inwoners vinden dit logisch. Ten tweede impliceert dit dat voor de haalbaarheid van toekomstige voorzieningen gebruik moet worden gemaakt van schaalvoordelen door ze dichtbij andere woonservicevoorzieningen te situeren. Op de derde plaats vereist het nieuwe vormen van ketensamenwerking tussen genoemde partijen, waaronder de afstemming en stroomlijning van toekomstige investeringen. Betrokkenheid en actieve participatie van de inwoners is daarbij van groot belang. Alleen dan kunnen keuzes worden gemaakt die voor de inwoners van de verschillende woonservicegebieden, resultaat oplevert. Tot slot is het belangrijk dat bij het realiseren van collectieve voorzieningen telkens helder is waar de eigen verantwoordelijkheid van zowel de aanbieder als de vrager van woonservice ligt en waar ieders inzet en risico ligt.
4.2
Uitgangspunten voor uitwerking van de visie
Deze visie levert de volgende uitgangspunten op voor de definitie van woonservicegebieden en opzetten van het uitvoeringsprogramma in de verschillende woonservicegebieden:
19
4.2.1
Eigen verantwoordelijkheid en eigen initiatief
Uitgangspunt is dat inwoners zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor het leven met een beperking en beperkingen die het ouder worden met zich mee kan brengen. Zijzelf of hun naasten nemen in eerste instantie zelf het initiatief om de omgeving in te schakelen voor (professionele) hulp en ondersteuning. 4.2.2
Beweging naar voorzieningen toe
Uitgangspunt is dat er een beweging gemaakt moet worden naar de aanwezige voorzieningen toe als deze thuis niet beschikbaar zijn. Dat kan door de eigen mobiliteit zelf te organiseren, of met behulp van familie, kennissen of noabers. Er kan een beroep worden gedaan op collectieve vervoersvoorzieningen zoals de (buurt)bus of de regiotaxi. 4.2.3
Stimulans en ondersteuning van lokale initiatieven
Vanuit de eigen verantwoordelijkheid voor het ouder worden zullen vanuit de gemeenschap initiatieven worden genomen voor behoud of verkrijgen van voorzieningen naar de kleine kernen toe. De gemeente en professionele belanghouders hebben daar oog voor, stimuleren en ondersteunen dat, onder andere door middel via de inzet van professionele krachten vanuit het wonen, de zorg en het welzijnswerk. 4.2.4
Realiseren en behouden woonservicevoorzieningen kleine kernen
In de kleine woonkernen in het buitengebied ligt de focus op het samen met de gemeenschap realiseren en behouden van woonservice basisvoorzieningen die belangrijk zijn voor de leefbaarheid en die op langere termijn economisch levensvatbaar zijn. 4.2.5
Realiseren en versterken woonservicevoorzieningen hoofdkernen
In de hoofdverzorgingskernen Tubbergen, Geesteren en Albergen ligt de focus op het realiseren en zo mogelijk uitbouwen van woonservice voorzieningen die voor de plaats zelf en de omliggende kleine woonkernen van groot belang zijn om op een prettige manier langer zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. 4.2.6
Vormgeven ketensamenwerking en regie
De concrete uitwerking en realisatie van woonservicegebieden kan alleen succesvol plaatsvinden als dat op interactieve en slagvaardige wijze wordt vormgegeven. Het ontwikkelen van sterke woonservicegebieden in Tubbergen mag daarom niet beperkt
20
blijven tot de overdracht van geld, middelen of tijd van de ene naar de andere partij. Gezamenlijke doelen stellen, duurzame verbindingen aangaan, samen werken en samen leren, zijn essentieel om op langere termijn gezonde woonservicevoorzieningen te kunnen realiseren en exploiteren. Ketensamenwerking maakt het mogelijk om van elkaars expertise en kwaliteiten gebruik te maken. En daar zullen de mensen waar het bij woonservice om gaat, profijt van hebben. Ketensamenwerking is niet zomaar op te zetten. In een omgeving waar steeds meer sprake is van marktwerking en concurrentie vereist dat een heldere regievoering, op zijn minst in ieder woonservicegebied en op belangrijke inhoudelijke thema‟s die spelen. Met belanghouders wil de gemeente afspraken maken om ketensamenwerking verder vorm te geven. 4.2.7
Benutten en participeren in regionale woonservicevoorzieningen
Voor woonservicevoorzieningen die niet in Tubbergen aanwezig zijn, zijn inwoners aangewezen op omliggende gemeenten zoals Almelo, Oldenzaal, Enschede, Hengelo en Hardenberg. De gemeente wil haar steentje bijdragen om de beschikbaarheid en bereikbaarheid van deze voorzieningen verder te ontwikkelen.
21
22
5
Definitie van woonservicegebieden 5.1
Definitie en schaalniveaus
Een woonservicegebied is een gebied waar een samenhangend aanbod van wonen, zorg en welzijn is gerealiseerd van wonen met zorg en welzijn tot en met niet-planbare 24-uurszorg. Daardoor is het goed wonen voor mensen, jong en oud, die met beperkingen moeten leven en voor degenen die mantelzorg kunnen leveren. Bewoners van een woonservicegebied hebben onderling sociale contacten, waardoor men om elkaar geeft, op elkaar let en bereid is om elkaar te helpen. In de leidraad van de provincie Overijssel zijn voorbeelden aangereikt van woonservicevoorzieningen op het gebied van wonen, zorg, welzijn en algemene voorzieningen/openbare ruimte. Met behulp van de hierin genoemde voorzieningen maakt Tubbergen onderscheid in woonservicegebieden op drie schaalniveaus: basisniveau, plusniveau en regionaal niveau.
5.2
Basisniveau
Op het basisniveau bevat een woonservicegebied op zijn minst vier basis woonservicevoorzieningen en ligt op maximaal 20 minuten reistijd van grotere woonservicevoorzieningen. De vier basisvoorzieningen zijn: 1. een gemeenschapshuis/kulturhus met mogelijkheden voor dagbesteding en ontmoeting, jeugd- en jongerenwerk en andere door gemeenschap en partijen in gezamenlijkheid georganiseerde activiteiten 2. een basisschool en kinderdagopvang 3. openbaar vervoer: minstens een buurtbus of regiotaxi 4. basisinzet van en voor mensen met een lichte beperking die langer zelfstandig thuis willen blijven wonen, die bestaat uit: bereidheid om hulp te vragen en te ontvangen familie, vrienden en noabers die beschikbaar zijn voor hulp en ondersteuning beschikbaarheid van thuiszorg (AWBZ) beschikbaarheid van hulp in de huishouding (WMO HH1 en HH2) de mogelijkheid om minstens één maal per week naar een naburige plaats te gaan of te worden vervoerd voor woonservicevoorzieningen op plusniveau die thuis niet (meer) voorhanden zijn. basiswelzijnsdiensten als klussendienst, alarmering en boodschappenservice Het basisniveau moet in de periode 2015 tot 2020 in alle negen woonkernen in Tubbergen gerealiseerd zijn. Dit zijn de woonservicebasisgebieden van de gemeente Tubbergen. Gegeven de economische en demografische ontwikkelingen die op de
23
gemeente afkomen, zal het nog niet vanzelfsprekend zijn dat dit in de toekomst in elke woonkern vast gehouden kan worden. Het vereist een gecombineerde inspanning van de inwoners, belanghouders en de gemeente Tubbergen. Vanzelfsprekend draagt ook het rijke verenigingsleven in belangrijke mate bij aan de leefbaarheid en het zelfstandig oud kunnen worden in het eigen dorp. Volgens de voorgestelde definitie valt dit echter niet primair onder woonservice, maar wordt hier bij verdere beleidsontwikkeling op in gegaan. Het buitengebied wordt niet gerekend tot de woonservicebasisgebieden. De buitengebieden zijn voor de woonservicevoorzieningen aangewezen op de woonservicegebieden in de kernen.
5.3
Plusniveau
Op het plusniveau bevat een woonservicegebied alle basisvoorzieningen op loopafstand, voor mensen met een lichte en zwaardere beperking en mantelzorgers. De gemeente Tubbergen kent de drie verzorgingskernen Tubbergen, Geesteren en Albergen. Deze worden aangewezen als woonserviceplusgebied. Inwoners van Reutum en Vasse zijn aangewezen op Tubbergen. Inwoners van Reutum en Vasse maken soms ook gebruik van de voorzieningen in Ootmarsum. Inwoners van Langeveen en Manderveen zijn aangewezen op Geesteren. Voor de inwoners van Langeveen geldt dat ze ook vanuit Kloosterhaar gebruik maken van bepaalde woonservicediensten. Inwoners van Fleringen en Harbrinkhoek/Mariaparochie zijn aangewezen op Albergen. Er is een licht onderscheid gemaakt tussen Tubbergen enerzijds en Geesteren en Albergen anderzijds. Bovenop het in 5.2 gedefinieerde basisniveau zijn de plusvoorzieningen: Wonen levensloopbestendige woningen aanleunwoningen 1 of meer intramurale verzorgingshuizen 1 intramuraal woonzorgcentrum met intensieve verpleegzorg
24
Zorg 24-uurs zorgsteunpunt met zorg op afroep en op afspraak (ongepland en gepland) Huisarts(en) Apotheek Tandarts(en) Fysiotherapeut(en) Dagbestedingscentrum
Welzijn Restaurant/eettafel Ouderen- en jongerenwerk (voor mensen die moeten leven met een beperking)
Algemene voorzieningen / Openbare ruimte Winkelapparaat voor dagelijkse boodschappen zoals supermarkt, warme bakker, slager Pinautomaat Drempelvrije routes richting supermarkt en Kulturhus/ontmoetingsruimte Weekmarkt Culturele voorziening zoals een podiumzaal Wijkagenten Openbaar vervoer: buurtbus, lijnbus, regiotaxi Spirituele ruimte zoals een kerk
Daarnaast kent Tubbergen als centrale verzorgingskern een aantal woonservicevoorzieningen ten behoeve van alle dorpen in de gemeente Tubbergen. Wonen Beschermde woonvormen
25
Zorg Diëtist Opticien Hoorspecialist Zorgloket
Welzijn Coördinatiepunt vrijwillige zorg
Algemene voorzieningen / Openbare ruimte Postkantoor
5.4
Regionaal niveau
Met de realisatie en het behouden van een plusniveau kan er in Tubbergen voor gezorgd worden dat mensen ook met een lichte of zwaardere beperking, langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. En dat ook graag willen, omdat het mogelijk is in een vertrouwde omgeving dicht bij familie, vrienden en noabers te wonen. Voor mensen met een zware beperking of mensen die hogere eisen stellen aan woonservicevoorzieningen, is dat echter niet mogelijk. Die zijn alleen buiten de gemeente voorhanden. Een regionaal woonservicegebied bevat culturele voorzieningen, onderwijsinstellingen, winkelcentra, ziekenhuizen, specialistische behandelcentra, dagbesteding voor hele specifieke groepen, bepaalde intramurale woonvormen enzovoort, die niet binnen de gemeente gerealiseerd kunnen worden. Voor genoemde voorzieningen maken inwoners van de gemeente Tubbergen gebruik van voorzieningen in omliggende gemeenten als Almelo, Oldenzaal, Hengelo, Enschede en Hardenberg. Aandachtspunt is de bereikbaarheid en beschikbaarheid naar de toekomst toe te waarborgen.
26
6
Uitvoeringsprogramma woonservice Tubbergen 2011 2015/2020 Tijdens de terugkoppelbijeenkomst met alle partijen is een eerste groslijst uitgebouwd tot het onderstaande Uitvoeringsprogramma Woonservice Tubbergen 201112015/2020. In de gemeente Tubbergen zijn zeer veel inwoners actief in verenigingen en vrijwilligersorganisaties. De ondernemers en instellingen zijn constant in beweging en ontwikkelen nieuwe initiatieven en zijn bereid om verantwoordelijkheid te nemen. De komende jaren gaat de gemeente Tubbergen zich inzetten om met al deze betrokken mensen en partijen woonservicegebieden te realiseren en waar mogelijk te versterken, waardoor inwoners langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Hiervoor moet een samenwerkingsmodel opgezet worden om de realisatie van woonservicegebieden in de gemeente Tubbergen daadwerkelijk te laten slagen. De komende jaren zullen partijen in samenwerking integrale keuzes moeten maken op de beleidsvelden wonen, zorg en welzijn. De hiervoor benodigde middelen zullen moeten komen uit de bestaande budgetten van de deelnemende partijen, aangevuld met de door de Provincie Overijssel beschikbare middelen voor het uitvoeringsprogramma woonservicegebieden. Ook moeten worden gekeken naar aanvullende financierings- en subsidiemogelijkheden. De subsidiemiddelen zullen ingezet kunnen worden als smeerolie en om partijen te verleiden. De uiteindelijke exploitatie en betaalbaarheid van de voorzieningen zal vanuit de deelnemende partijen moeten komen en de inzet vanuit de gemeenschap. Voor bovenlokale voorzieningen zal bovenlokale samenwerking gezocht moeten worden.
27
6.1
Uitvoeringsprogramma woonservice Gemeente Tubbergen 2011 – 2015/2020
Prj.nr.
Project/activiteit
Periode
1
Centrumplan “De Aanleg” in Geesteren
Oplevering 2011 Ideefase, realiseerbaar 2011-2012
2 3
Sociaal Dienstencentrum Tubbergen Samenwerkingsverband woonservice gemeente Tubbergen
4
Maatschappelijk Beheer Tubbergen
5
Maximeren bijdrage aanpassingen eigen woning tot € 20.000
6 7 8
Vervanging Wiekhof Verpleeghuis Geesteren Uitbreiden personenalarmering en combineren 24-uurs diensten Tubbergen
Ideefase, 2011-2012 Ideefase, realiseerbaar 2012-2013 Ideefase, realiseerbaar 1-1-2013 Oplevering 2013 Oplevering 2013/2014 Ideefase, realiseerbaar 2012-2020
Trekker(s) en partijen
Middelen
WST, TMZ
Eigen middelen partij(en)
Gemeente, WST, Zorgaccent/TNWT, ZSM, CRG, SWT Gemeente, WST, Zorgaccent/TNWT, ZM, CRG, SWT, TMZ
Bijdrage
Eigen middelen partij(en)
Eigen middelen partij(en)
20.000 opstart
WST, gemeente, Kulturhusen, SWT, WMO-raad
Uit bestaande exploitaties
10.000 opstart 50.000 verbeteringen
Gemeente, WST, WMO-raad
Besparing mogelijk
Aveleijn, WST, ZSM
Eigen middelen partij(en)
TMZ
Eigen middelen partij(en)
SWT, Zorgpartijen, Gemeente, WST
Eigen middelen partijen, besparing combinatie ca. 30.000/jaar
28
40.000 t.b.v. cofinanciering domotica-inv.
9
10
Dorpsopvang in de verzorgingskernen Albergen, Geesteren en Tubbergen Samenwerking verpleeghuisartsenhuisartsen
Ideefase, realiseerbaar 2014 Ideefase, realiseerbaar2014
Dorpsraden, Zorgaccent/TNWT, ZSM, , ouderenraden, SWT
AWBZ, WMO, eigen bij-dragen, mogelijke subsidies
Zorgpartijen, huisartsen, gemeente,
Eigen middelen partij(en)
11 Centrumplan Albergen
Planvorming, realiseerbaar 2014 e.v.
WST, TNWT, MKB, ZSM
Nader te bepalen
Gezondheidscentrum Tubbergen
Planvorming, realiseerbaar 2014 e.v.
WST, ZSM, huisarts, Zorgaccent/TNWT, gemeente
Nader te bepalen
12
50.000 tbv cofinanciering investeringen woonservicevoorzieningen 50.000 tbv cofinanciering investeringen woonservicevoorzieningen
Toelichting: In de tabel zijn de 12 programma‟s en projecten van het uitvoeringsprogramma woonservice gemeente Tubbergen 2011-2015/2020 weergegeven. In de kolom Periode is aangegeven of het een concreet project in concrete planvorming of uitvoering (oplevering), een idee (ideefase) of een planvorming zonder concrete uitvoeringsdatum. Bij de ideefasen is een mogelijke realisatiedatum opgenomen. In de kolom Trekker(s) en partijen staan de deelnemende (uitvoerings)partijen weergegeven. De vetgedrukte partijen zijn de trekker(s) van het programma of project. In de kolom Middelen is aangegeven door welke partijen de middelen in zullen moeten brengen. In de kolom Bijdrage is de bijdrage vanuit de door de provincie Overijssel beschikbare middelen voor het Uitvoeringsprogramma Woonservice gemeente Tubbergen opgenomen.
29
6.2
Toelichting per project
6.2.1
Centrumplan “De aanleg in Geesteren”
Woon-zorgcomplex met 21 huurappartementen, 7 koopappartementen, waarvan 3 penthouses. Begane grond met algemene voorzieningen waaronder een apotheek, bank, psychologe, huisarts, fysiotherapeut en centrale ontmoetingsruimte. TMZ zal de zorg verlenen t.b.v. de appartementen. Samenwerkende partijen: WST, TMZ, huisarts, fysiotherapeut, bank. e
Planning: Start bouw sinds 1-7-2010. Oplevering gepland 4 kwartaal 2011. 6.2.2
Sociaal Dienstencentrum Tubbergen
Samenvoeging huisvesting & mogelijk ook personeel van partijen als Stichting informele zorg, CJG, Zorgloket, SWT, AMW, Schuldhulpverlening, WST en thuiszorgwinkel en omvormen tot een sociaal dienstencentrum. Mogelijke locatie: huidige dependance gemeente (oude Rabobankgebouw). Planning: voor concretisering is een quick-scan nodig. Deze kan uitgevoerd worden in 2011. Eventuele invoering kan in de periode 2011-2013 plaatsvinden. 6.2.3
Samenwerkingsverband woonservice gemeente Tubbergen
De concrete uitwerking en realisatie van woonservicegebieden kan alleen succesvol plaatsvinden als dat op interactieve en slagvaardige wijze wordt vormgegeven. Het ontwikkelen van sterke woonservicegebieden in Tubbergen mag daarom niet beperkt blijven tot de overdracht van geld, middelen of tijd van de ene naar de andere partij. Gezamenlijke doelen stellen, duurzame verbindingen aangaan, samen werken en samen leren, zijn essentieel om op langere termijn gezonde woonservicevoorzieningen te kunnen realiseren en exploiteren. Met de belangrijkste belangrhouders wil de gemeente afspraken maken om deze vorm van ketensamenwerking op te zetten. Dit samenwerkingsverband houdt de regie op de uitvoeringsagenda. Bestuurlijk vinden er jaarlijks bijeenkomsten plaats, op uitvoerend niveau vaker. Planning: invoering per 1 april 2011. Inzet middelen woonservice: Faciliteren procesmatige opstart op coördinatie en regievoering. Garanderen voortgang van de uitvoeringsagenda. 6.2.4
Maatschappelijk Beheer Tubbergen
Het maatschappelijk vastgoed in de gemeente Tubbergen bestaat onder andere uit kulturhusen, dorpshuizen, sporthallen en gymzalen.
30
Dit beheer wordt nu uitgevoerd door stichtingsbesturen van kulturhusen of de gemeente. Door dit beheer onder te brengen bij een professionele beheerspartij zoals de Woningstichting Tubbergen kan iedere partij zich focussen op zijn of haar kerntaken. Vanuit de kulturhusen en dorpshuizen ligt dan de focus programmering van activiteiten vanuit het kulturhus, vanuit de sporthal op een zo goed mogelijke ter beschikking stellen aan de sporters en gebruikers. Om het maatschappelijk beheer een impuls te geven wordt een startkapitaal gevormd voor cofinanciering van verbeteringsinvesteringen. Planning: dit programma bevindt zich in de ideefase en vereist uitwerking die in 2011-2012 kan plaatsvinden, zodat de eventuele invoering per 2012-2013 plaats kan vinden. Inzet middelen woonservice: Een reservering voor verbeteringen en aanpassingen aan maatschappelijk vastgoed ten behoeve van (verbeterde) inzet voor de gemeenschap en een klein deel voor de procesmatige opstart. 6.2.5
Maximeren bijdrage aanpassingen eigen woning tot € 20.000
De maximum bijdrage voor aanpassingen aan de eigen woning wordt vastgesteld op € 20.000,-. Vanuit het uitgangspunt dat iedere inwoner zo lang mogelijk zelfstandig moet kunnen blijven wonen houdt dit in dat er voldoende aangepaste woningen beschikbaar moeten zijn voor mensen die een aangepaste woning hiervoor nodig hebben. Hierbij blijft de keuzevrijheid voorop staan om wel of niet naar een aangepaste woning te verhuizen. Bij niet verhuizen geldt alleen een maximum vergoeding vanuit de WMO. Planning: Vanuit de benodigde uitwerking, afstemming en besluitvorming kan invoering uiterlijk per 1-1-2013 plaatsvinden. 6.2.6
Vervanging Wiekhof
Vervanging locatie Wiekhof, inclusief uitbreiding van 11 naar 24. 24 woningen, 4x6 woongroepen, inclusief ontmoetingsruimte voor zorgintensieve woongroep. Inrichten ten behoeve van ouder wordende verstandelijk gehandicapten. Mogelijke locaties in centrum dicht bij voorzieningen, of bij nieuw gezondheidscentrum. Planning: realisatie uiterlijk 2013. Aveleijn bouw zelf of met partner. 6.2.7
Verpleeghuis Geesteren
Initiatief en uitvoering door TMZ. 36 verpleeghuisplekken ten behoeve van zware verpleegzorg, 12 ten behoeve van lichte verpleeghuiszorg. Totaal 48 personen, scheiden van wonen en zorg.
31
Locatie: Perceel Vriezenveenseweg, in bebouwde kom. Planning: 2011 ruimtelijke procedure, 2012-2013 bouw, 2013/2014 ingebruikname.
6.2.8 Uitbreiden Tubbergen
personenalarmering
en
combineren
24-uursdiensten
Op dit moment wordt er personenalarmering verzorgd vanuit de Stichting Welzijn Tubbergen. Diverse partijen willen dit uitbreiden. Hiervoor zal ook geïnvesteerd moeten worden in (nieuwe vormen van) thuistechnologie voor alarmering en bewaking. De opvolging dient plaats te vinden door de deelnemende partijen. Dit zijn de zorgpartijen in de gemeente Tubbergen. Deze hebben aangegeven nauwer samen te willen werken in de 24-uursdiensten, van waaruit de opvolging van de personenalarmering gestalte moet krijgen. Planning: Ideefase, realiseerbaar 2012-2020. Inzet middelen woonservice: Op de benodigde investeringen in thuistechnologie voor alarmering en bewaking. 6.2.9 Dorpsopvang in de verzorgingskernen Albergen, Geesteren en Tubbergen Vanuit de AWBZ is er al bezuinigd op de dagopvang. In de dorpsopvang wordt een combinaties gemaakt tussen professionele zorgpartijen en initiatieven van inwoners zodat de dagopvang zo dicht mogelijk bij huis plaats kan blijven plaatsvinden. Beoogde locaties: Kulturhusen/dorpshuizen of ontmoetingsruimten van de centrale zorgvoorzieningen. Planning: Ideefase, realiseerbaar 2014. 6.2.10 Samenwerking verpleeghuisartsen-huisartsen De verpleeghuisartsen hebben veel kennis die ten goede kan komen aan de huisartsen voor de vroegsignalering en behandeling van ouderdomsziekten. Hier kunnen partijen onderling afspraken over maken. Planning: ideefase, realiseerbaar 2014. 6.2.11 Centrumplan Albergen Het Centrumplan voor Albergen is in eerste instantie gestart als een winkelplan, nu zijn ook de Stichting ZorgAccent & Thuiszorg Noord West Twente en de Woningstichting Tubbergen aangesloten. Dat betekent het inzetten op een „zorgcomplex‟, bestaande uit faciliteiten voor een huisartsenpraktijk, een fysiotherapie en de apotheek, gecombineerd met een woonzorgcomplex. Dit woonzorgcomplex zou de
32
mogelijkheid dienen te bieden voor de realisatie van ca. 30 zorgappartementen alsmede een zorgcomplex met ca. 15 verpleegkamers. Het winkelprogramma van eisen (PvE) betreft voorlopig een oppervlakte van ca. 3.000 m² b.v.o., gecombineerd met ca. 3.500 m² b.v.o. voor het winkelparkeren, expeditie en openbare verblijfsruimten. Planning: Planvorming, realisatie 2014 e.v. Inzet middelen woonservice: Op fysieke aanpassingen aan de openbare ruimte en openbaar toegankelijke ruimten ten behoeve van het zorgcomplex. 6.2.12 Gezondheidscentrum Tubbergen Realiseren van een gezondheidscentrum Tubbergen. Voorzieningen: huisartsen, fysiotherapie bewust bewegen, oefentherapie, verloskundigen, apotheek, thuiszorgorganisaties, logopedie, podotherapie, maatschappelijk werk, verdere centrale voorzieningen en faciltieiten. Beoogde locatie ter hoogte van de Sportlaan. Planning: Planvorming, realisatie 2014 e.v. Inzet middelen woonservice: Op fysieke aanpassingen aan de openbare ruimte en openbaar toegankelijke ruimten ten behoeve van het zorgcomplex.
33
Bijlage A Woonservicevoorzieningen in beeld
34
Bijlage B Overzicht interactieve sessies en interviews Interactieve sessies met de kernraden In de periode november tot en met december 2010 zijn door Woonlab interactieve sessies met de negen kernraden georganiseerd over de visie en definitie van woonservicegebieden. 1. Kernraden Albergen, Fleringen en Harbrinkhoek-Mariaparochie, 30 november 2. Kernraden Tubbergen, Reutum en Vasse, 13 december 3. Kernraden Geesteren, Langeveen en Manderveen, 20 december Interviewgesprekken woonservice met professionele partners Eveneens zijn door Woonlab interviewgesprekken met professionele partners gevoerd over hun visie op de ontwikkeling van woonservicegebieden. Aan hen is tijdens het gesprek en later via een brief, gevraagd welke projecten en activiteiten zij in de gemeente Tubbergen in de periode tot en met 2015 en daarna ontplooien of willen ontplooien. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9.
Thuiszorg Service Nederland, mevrouw W. Seiger, rayonmanager, 29 oktober 2010 Zorggroep Sint Maarten, mevrouw S. Mensen teamleider thuiszorg & de heer H. Voortman directeur Divisie Dinkelland/Tubbergen, 11 november 2010 Wmo raad, de heer Poelsman (tevens seniorenraad) & de heer Kleissen (tevens gehandicaptenplatform), 18 november 2010 Trivium Meulenbelt Zorg, de heer J. van der Wal, regiomanager Tubbergen en Twenterand, 18 november 2010 en 10 december 2010 Stichting Welzijn Tubbergen, de heer Reijmerink, directeur & mevrouw Nijhuis, ouderenadviseur, 23 november 2010 Woningstichting Tubbergen, de heer H. Eppinga, directeur-bestuurder, 23 november 2010 Huisartsen gemeente Tubbergen, de heer Martens, huisarts in Geesteren, 24 november 2010 Zorgaccent-TNWT, de heer Vuurboom, regiodirecteur Twenterand, Tubbergen, Rijssen-Holten, voorzitter stuurgroep ontwikkeling wijkgerichte zorg, 25 november 2010 Gemeente Tubbergen, de heer Vleerbos, wethouder; Gerard Hassink, projectleider woonservice; Anita Timmer, WMO-consulent en Guus Starink, beleidsambtenaar wonen, 25 november 2010
35
10. Aveleijn, de heer O. Menzing, clustermanager, 2 december 2010 Terugkoppelbijeenkomst met belangenhouders Op 18 januari 2011 vond een terugkoppelbijeenkomst plaats waarin de bevindingen zijn gepresenteerd aan de kernraden en professionele partners. Hen is gevraagd om te reageren op de bevindingen, om zodoende de bevindingen te toetsen op realiteit, verwachting en ambitie.
36
Bijlage C Factsheet Twents Woningmarkt Onderzoek Regio Twente, 2010
37
38
39