Geachte mijnheer, mevrouw, Hierbij een antwoord op de vragenlijst over het octrooisysteem in europa. Voordat ik over ga op de standaard antwoorden op de vragenlijst die u waarschijnlijk al een paar keer hebt gehad wil ik eerst het volgende kwijt: Ik reageer names Murphy Software BV, een bedrijf dat typerend is voor de kenniseconomie. Ons "product" is namelijk kennis en veel inzicht in software. Onze klanten zijn software huizen en grote bedrijven met een interne automatiserings afdeling. Veelal wordt onze kennis toegepast om te helpen met het ontwerpen en maken van software, maar ook netwerk infrastructuren, waarbij het eigenlijk gaat om het werkend maken van een totaal oplossing. Om de graad van kennis aan te geven: we deinzen er niet voor terug om bijvoorbeeld het besturingssysteem te verbeteren om de zekerheidsgraad van de totaal oplossing te verbeteren. Dit soort kennis scheelt de klant miljoenen in het investeren van oplossingen die ze niet zelf in de hand hebben. Ook het samenwerken met andere experts (vanuit de hele wereld) gebeurt, en ook op dezelfde wijze. Experts op specifieke gebieden werken mee aan de software of anderzins aan de totaaloplossing om uiteindelijk de klant blij te maken. De software waaraan we werken is heel verschillend: van voice/telefoon centrale (computer aided calling) voor callcenters via firewalls voor ISP's naar sms-software voor sms-centers. De grootste klanten zijn bedrijven die zelf de automatisering doen. Het huidige octrooi klimaat vormt een bepaalde onzekerheid bij onze (potentiele) klanten waardoor er zeker minder geinvesteerd zal worden in interne automatisering. Denk bijvoorbeeld aan streaming video (conversie van formaten e.d.), voice applicaties in een callcenter, tot firewalling aan toe. Voor de meest simpele dingen kent het EOB octrooien toe. In Engeland zijn de gevolgen daarvan (wegens het EOB vriendelijke klimaat) al zichtbaar: zelfs het onderwijs was aangeklaagd (voor inbreuk op een patent die volgens experts nooit toegekend mocht worden) omdat ze zelf probeerde innovatief te zijn. Voor onze klanten (en dus daarom ook voor ons) vormt het octrooisysteem geen beloning, maar een straf voor innovatie. Dit is in het kort onze visie, die we uiteraard best willen toelichten. Ik beantwoord hieronder eerst deel 5, want de rest van de antwoorden kent u al.
Deel 5 - Algemeen: Geef een cijfer van 1 tot 10 (waarbij 10 absoluut essentieel en 1 verwaarloosbaar is): 5.1 Hoe belangrijk is het octrooisysteem in Europa in vergelijking met andere rechtsgebieden die voor uw onderneming van belang zijn? Ik zal geen cijfer geven omdat de vraag onduidelijk is: Het is voor ons (en voor de innovatie en marktwerking van de hele bedrijfstak) essentieel dat er geen octrooisysteem is voor software. 5.2 Hoe belangrijk is het octrooisysteem in Europa in vergelijking met andere terreinen van de intellectuele eigendom, zoals handelsmerken, modelrechten, kwekersrechten, auteursrechten en naburige rechten? In onze branch wordt puur gewerkt met copyright/auteursrechten. Voor een goede marktwerking met behulp van copyright is het een eis dat er geen octrooisysteem bestaat voor deze branch. 5.3 Hoe belangrijk is het octrooisysteem in Europa voor u in vergelijking met octrooisystemen elders in de wereld? Het niet bestaan van een octrooisysteem voor software in Europa geeft ons een groot concurrentie voordeel t.o.v. niet Europese bedrijven. Niet Europese bedrijven zullen patent-hinder ondervinden van hun buitenlandse collega's, parasitaire patent bedrijven (zie acacia) of zelfs Europese collega's die in het buitenland wel een patent hebben. 5.4 Voor kleine en middelgrote ondernemingen: welk gebruik maakt u op het ogenblik van octrooien en welk gebruik denkt u in de toekomst ervan te maken? Op welke problemen bent u gestuit bij het huidige octrooisysteem? Wij maken geen gebruik van octrooien, en we wensen er in de toekomst ook geen hinder van te krijgen. 5.5 Zijn er naast de in dit document genoemde punten nog andere kwesties waaraan de Commissie in verband met het octrooisysteem aandacht zou moeten besteden?
Zoals in de standaard antwoord staat vermeld: er moet eerst aandacht gegeven worden aan of het octrooisysteem wel nodig is. Persoonlijke gegevens 1) Vul hieronder uw contactgegevens in als u bereid bent desgevraagd uw opmerkingen tegenover de Commissie nader toe te lichten. (a) Antwoordt u als particulier of namens een bedrijf/instelling? Ik antwoord namens Murphy Software BV en het gehele personeel van Murphy Software BV. (b) Naam van uw bedrijf/instelling/contactpersoon: Bedrijf: Murphy Software BV Contactpersoon inzake beleidt intellectueel eigendom: Ard van Breemen of Marc Roelofs. (c) E-mailadres:
[email protected] (d) Postadres: Postbus 285 7500 AG ENSCHEDE=20 (e) Webadres van uw bedrijf/instelling (indien beschikbaar): http://www.murphy.nl/ 2) Om een beeld te krijgen van de verschillende partijen die bij het octrooisysteem belang hebben, hebben wij nog volgende informatie nodig: (a) In welke lidstaat woont u/bent u voornamelijk actief? Nederland (b) Doet u zaken over de grens? Ja (c) Voor bedrijven: hoeveel werknemers hebt u in dienst?
7 (d) Tot welke bedrijfstak behoort u? Automatisering/IT/ICT/High-tech software (e) Bent u octrooihouder? Zo ja, van hoeveel octrooien? Zijn dit nationale of Europese octrooien? Wij zijn geen octrooihouder. Als ik kijk naar bepaalde toegekende octrooien van het EOB, dan hadden we er wel heel wat kunnen aanvragen. Maar zoals gezegd: dat werkt innovatie remmend, en daarmee wordt de markt voor ons ook kleiner. (f) Hebt u voor uw octrooien licentieovereenkomsten gesloten? (g) Bent u zelf licentiehouder? Voor onze sector was dat (gelukkig) nog niet nodig. (h) Bent u in een octrooigeschil verwikkeld geweest? In Nederland ondervindt de software sector nog geen hinder van patenten. (i) Hebt u andere ervaringen met het octrooisysteem in Europa? Bepaalde softwareonderdelen zijn moeilijker te krijgen vanwege het vermeend schenden van octrooien.
Hieronder volgen de standaard antwoorden: 1.1 Bent u het eens met deze opsomming van basiskenmerken voor het octroois= ysteem? Het belangrijkste kenmerk van het octrooisysteem is dat we alleen zouden mo= eten overwegen het daar toe te passen waar het noodzakelijk is om innovatie= in stand te houden of te bevorderen. Op de gebieden waar het innovatie neg= atief be=EFnvloedt moet het ingeperkt worden. Onze grootste zorg is dat er dit keer te veel belang gehecht wordt aan bijk= omstigheden. Dit is nutteloos als tegelijkertijd de bestaansreden van het o= ctrooisysteem over het hoofd gezien wordt. Zo wordt bijvoorbeeld de definit= ie van datgene wat octrooieerbaar is ("patentable subject matter") voortdur=
end uitgebreid. Proberen om deze uitbreiding te codificeren via "duidelijke= regels" (zoals dit gebeurde bij de softwareoctrooirichtlijn) helpt niet om= deze zorgwekkende evolutie tegen te gaan. Daarom denken we dat focussen op en het verbeteren van losse aspecten van h= et octrooisysteem een verkeerde aanpak is. Er is nood aan een innovatiebele= id op een hoger niveau. Octrooibeleid is slechts =E9=E9n onderdeel daarvan = en alle aanpassingen aan het octrooisysteem zouden gebaseerd moeten zijn op= het genoemde innovatiebeleid. 1.2 Zijn er nog andere kenmerken die volgens u belangrijk zijn? De hoofdeigenschap van het octrooisysteem zou moeten zijn dat het octrooisy= steem op zichzelf een (klein) onderdeel uitmaakt van een bredere innovaties= tragie. We zouden graag meer garanties zien dat de mechanismes van het octr= ooisysteem "goede" octrooien produceren, d.w.z. octrooien die nodig zijn vo= or de markt en de maatschappij. We zouden graag een duidelijkere uitsluitin= g zien van "subject matter" op die vlakken waarbij het niet aangetoond is d= at octrooien innovatie bevorderen. Daarnaast is het belangrijk dat de bewijslast komt te liggen bij diegenen d= ie het octrooisysteem willen uitbreiden -- veeleer dan bij hen die de gevol= gen van octrooien dragen. We zouden graag proportionaliteit in het octroois= ysteem zien, zodat zeer lucratieve en langdurende octrooien niet toegekend = worden voor innovaties die goedkoop te produceren zijn of waarvoor de kans = op onafhankelijke herontdekking zeer hoog is. Het octrooisysteem beperken t= ot "toegepaste natuurwetenschap", zoals dat traditioneel het geval was, is = een goede vuistregel om dergelijke problemen te vermijden. Een sterkere rol voor mededingingsautoriteiten zorgt voor het nodige evenwi= cht binnen en controle van het octrooisysteem. Octrooien zijn inperkingen v= an concurrentie met het oog op het bereiken van beleidsdoeleinden zoals het= bevorderen van innovatie. De huidige administratieve regelgeving in verban= d met het octrooisysteem houdt geen rekening met concurrentiewerende effect= en maar staat gewoonlijk aan de kant van de rechthebbenden. Mededingingsaut= oriteiten zouden de mogelijkheid moeten krijgen om rechtzaken te starten om= octrooien ongeldig te verklaren of om verzet aan te tekenen tegen twijfela= chtige octrooien die de concurrentie verstoren. Dit in het bijzonder wannee= r de getroffen marktspelers niet de middelen hebben om verzet aan te tekene= n (marktfalen bij verzet). 1.3 Hoe kan de Gemeenschap bij de ontwikkeling van haar octrooibeleid beter= rekening houden met de bredere belangen van de samenleving? Op dit moment wordt het octrooibeleid hoofdzakelijk bepaald door: * De octrooibureaus. Vooral in het geval van de Europese Octrooi-organi= satie is de situatie zorgwekkend. Haar Administratieve Raad kan zowel de "I= mplementatie-regulering" als delen II tot VIII en deel X van het Europees O=
ctrooiverdrag aanpassen. Daarmee neemt ze de positie in van de wetgever. Da= arenboven handelen de Technische Kamers van Beroep en de Uitgebreide Kamers= van Beroep als rechterlijke macht door de interpretatie van het Europees O= ctrooiverdrag te veranderen. * Ambtenaren die nauw verbonden zijn met het octrooisysteem. Over het a= lgemeen zijn de mensen die zetelen in de Administratieve Raad van het EOB o= ok betrokken bij de octrooibureaus van de lidstaten en zijn ze ook de belan= grijkste raadgevers aan de wetgevers inzake octrooirecht. Zo zetelen de mee= ste van deze ambtenaren bijvoorbeeld in de "Werkgroep van de Raad i.v.m. In= tellectueel Eigendomsrecht (Octrooien)", terwijl ze ook de regeringen stema= dvies geven over de voorstellen die ze zelf geschreven hebben. * De grootste klanten van het octrooisysteem, die blijven proberen de g= renzen van wat octrooieerbaar is verder en verder te verleggen, en zelfs ze= telen in het "Standing Advisory Committee" bij het EOB (SAPECO). Het commis= sievoorstel over de softwareoctrooi-richtlijn werd ook opgesteld in nauwe s= amenwerking met deze bedrijven en hun vertegenwoordigende organsaties, zond= er betrokkenheid van derden. De beste manier om rekening te houden met het maatschappelijk belang bestaa= t erin: * De wetgevende, rechterlijke en uitvoerende taken binnen het octrooisy= steem duidelijk van elkaar te scheiden. Bijgevolg geen Gemeenschapswet aann= emen die gebaseerd is op rechtspraak die ontwikkeld is door een uitvoerend = bureau dat zijn eigen rechter is. Tegen die rechtspraak kan zelfs geen bero= ep aangetekend worden bij een Europees Gerechtshof aangezien het uitvoerend= bureau geen deel uitmaakt van de Europese Gemeenschap. * Een einde te maken aan het huidige door de rechterlijke macht gedomin= eerde beleid. In plaats daarvan moet een op economie gebaseerd beleid gevoe= rd worden, waarin de wetgevende macht volle medezeggenschap heeft. * Het beleidsmakingproces rond octrooien uit te breiden naar de maatsch= appij in zijn geheel. Al te lang werd dit beperkt tot een gesloten groep va= n rechthebbenden van (software-)octrooien. De transparantie van de werkgroe= p in de Raad verhogen. De mogelijkheden van de beleidsmakers inzake mededin= ging uitbreiden. * Voor ogen te houden dat het octrooistelsel niks anders is dan =E9=E9n= van de beschikbare middelen bij het opstellen van een innovatiebeleid. Een=
middel dat alleen gebruikt dient te worden als het nuttig is en niet naar = believen. ("Meer octrooien" is niet hetzelfde als "meer innovatie"; in vers= chillende gevallen kan het zelfs resulteren in minder innovatie.) * Meer economisch onderzoek aan te moedigen (waarbij macro-economisch o= nderzoek niet verwaarloosd mag worden). 2.1 Zijn er ten opzichte van de gemeenschappelijke politieke benadering and= ere of aanvullende kenmerken die u voor een doeltreffend Gemeenschapsoctroo= isysteem belangrijk acht? Het belangrijkste punt is het scheiden van uitvoerende, wetgevende en de re= chterlijke macht die momenteel alle tot op zekere hoogte door het Europees = Octrooi Bureau (EOB) uitgevoerd worden, zoals hierboven reeds vermeld. Dit = houdt in dat de jurisprudentie van de Technische Kamer van Beroep (Technica= l Board of Appeal, TBA)/ en de Uitgebreide Kamer van Beroep (Extended Board= of Appeal, EBA) van het EOB niet de basis moeten vormen voor een Gemeensch= apswet, anders doen we de huidige octrooiwetgeving en de interpretaties daa= rvan door nationale rechters in alle lidstaten teniet. Zelfs het Verenigd K= oninkrijk, waarvan de jurisprudentie het dichtst bij de jurisprudentie van = het EOB staat, is nog altijd wat strikter dan het EOB. De Europese gemeenschap zou niet moeten toetreden tot het Europese Octrooiv= erdrag (EOV) op een manier die de volledige zeggenschap over de toekenning = van Gemeenschapsoctrooien overdraagt op een instantie buiten de Gemeenschap= (namelijk het EOB en zijn TBAs en EBA). Daarnaast dient ervoor te worden g= ewaakt dat toetreding tot het EOV er niet toe leidt dat Europese wetgeving = door het EOB wordt gemaakt, daarmee voorbijgaand aan de verdragen van de Ge= meenschap, de Europese Commissie en het Europees Parlement. In het Nederlandse octrooirecht wordt een schender van een octrooi schadepl= ichtig nadat hij gewaarschuwd is dat hij een octrooi schendt. Hij heeft dan= nog een maand de tijd om de schending te stoppen. Dit werpt een dam op teg= en misbruik van octrooien. Bijvoorbeeld bij software zien we dat er te veel= octrooien verleend worden, die geen of slechts een zeer beperkte bijdrage = leveren aan de stand van de techniek, en veelal nog niet eens nieuw zijn (A= dviescommissie Software Octrooien). Onopzettelijke schending van octrooien = komt veel voor, er is veel onafhankelijke (her)ontdekking. Schadeplichtighe= id met terugwerkende kracht zou misbruik en afpersing uitlokken. Een octroo= ihouder kan wachten, en na langere tijd aanmaningen rondsturen. De aangekla= agde moet dan betalen of procederen, hetgeen bijzonder duur uit kan vallen.= Voor het MKB zal procederen veelal te duur zijn. Er rest dan niets anders = dan betalen, ook als het octrooi geen echte uitvinding betreft. Het Nederla= ndse systeem beschermt het MKB in enige mate tegen afpersers. Ook landen al= s Frankrijk, Engeland en Duitsland hanteren, met nationale verschillen, het= systeem van schadeplichtigheid na kennisname van het octrooi. Deze systeme= n beschermen het MKB in enige mate tegen afpersers. In het voorstel voor het gemeenschapsoctrooi wordt dit echter veranderd. Er=
zal schadevergoeding betaald moeten worden met terugwerkende kracht tot he= t moment van publicatie van de aanvraag van het octrooi (art 11). Het gemee= nschapsoctrooi maakt het rendabel vage, brede en triviale octrooien aan te = vragen en na enkele jaren aanmaningen rond te gaan sturen. Het MKB rest nie= ts anders dan betalen. Het gemeenschapsoctrooi maakt legale afpersing renda= bel. Dit is een omslagpunt waar we verre van moeten blijven. Verjaring vind= t pas plaats na 10 jaar, of, indien de octrooihouder het wist of had kunnen= weten na 5 jaar (art 45). Dit is langer dan de Belgische termijn (5 jaar) = en ook langer dan die in de VS (6 jaar). De VS op dit punt navolgen is onve= rstandig, de VS overtreffen is onverantwoord. Ironisch is het dat misbruik = en afpersing in de VS tot een roep tot hervorming geleid heeft, en dat Euro= pa juist op dit punt flink door dreigt te schieten. Schadeplichtigheid met = terugwerkende kracht dient afgewezen te worden. 3.1 Wat zijn volgens u de voor- en nadelen van een pan-Europese geschillenr= egeling volgens de EPLA voor de gebruikers van octrooien en andere belanghe= bbenden? Als de (overeenkomst omtrent) geschillenbeslechting bij Europese octrooien = (European Patent Litigation Agreement - EPLA) ten uitvoer gebracht zou word= en en ervoor zou zorgen dat de kwaliteit van de octrooien stijgt, zoals ged= efinieerd en omschreven door het Europees Octrooiverdrag (EOV) artikel 52, = zou dit een positieve bijdrage hebben. Echter als de geschillenbeslechting = bij Europese octrooien ervoor zorgt dat de jurisprudentie van de Technische= Kamer van Beroep (Technical Board of Appeal, TBA) van het Europees Octrooi= bureau (EOB) wordt doorgevoerd (en dus octrooiering mogelijk maken van soft= ware en bedrijfsmethodes), zouden de gevolgen rampzalig zijn. Tenslotte zorgt de huidige "wettelijke onzekerheid" wat betreft softwareoct= rooien ervoor dat verscheidene procesvoerende partijen zich terughoudend op= stellen, en is voor een deel de oorzaak ervan dat een Amerikaanse procespra= ktijk in Europa ontbreekt. Dit wordt duidelijk zichtbaar door het feit dat = veel rechtzaken over softwareoctrooien in het Verenigd Koninkrijk worden aa= ngebracht (Handels technologi=EBn vs verscheidene producenten voor software= voor handelsbeurzen, NTP vs. RiM), waar de jurisprudentie nog het meest li= jkt op die van het Europees Octrooibureau (EOB). 3.2 Wat is volgens u het ideale systeem voor de beslechting van octrooigesc= hillen, aangezien in Europa mogelijk drie soorten octrooien naast elkaar zu= llen bestaan (nationale octrooien, Gemeenschapsoctrooien en Europese octroo= ien)? Het zou mogelijk moeten zijn om een rechtzaak te voeren voor een Gemeenscha= psrechtbank, op basis van Gemeenschapswetgeving die opgesteld is door de we= tgevers van de Gemeenschap (en niet door een Technische Kamer van Beroep of= een Uitgebreide Kamer van Beroep van het EOB dat niet ter verantwoording g= eroepen kan worden.) Voor nationale octrooien is de meest logische beslissing om de mogelijkheid= te behouden om ze voor de nationale rechtbanken te beslechten. Deze zijn h= et meest geschikt op het vlak van geografie, taal en cultuur. Aangezien Eur= opese Octrooien min of meer een verzameling van nationale octrooien zijn, z= ou de mogelijkheid om naar een nationale rechtbank te stappen minstens beho=
uden moeten blijven. De belangrijkste voorwaarde is dat de mogelijkheid steeds moet bestaan om b= eroep aan te tekenen voor een rechtbank die niet gebonden is aan de bestaan= de rechtspraak van de uitvoerende macht (de verschillende octrooibureaus). = Een dergelijke juridische onafhankelijkheid is een basisvereiste voor ons r= echtssysteem. 4.1 Welke aspecten van het octrooirecht leiden volgens u tot belemmeringen = voor het vrije verkeer of tot concurrentieverstoringen als gevolg van versc= hillen tussen de wettelijke regels van de lidstaten of de wijze waarop die = regels in de praktijk worden toegepast? Octrooien op software en bedrijfsmethodes geven aanleiding tot aanzienlijke= handelsbelemmeringen en concurrentievervalsing binnen de EG. In sommige li= dstaten, zoals Polen, worden deze octrooien niet toegekend en beroepszaken = tegen afwijzingen gebaseerd op dit onderwerp worden consequent niet ontvank= elijk verklaard door gerechtshoven. In andere lidstaten, zoals het Verenigd= Koninkrijk, volgen de jurisprudentie en rechtspraak op basis van precedent= en de EOB-praktijk in grotere mate. Dit bezorgt Britse bedrijven die werken= in Polen een concurrentienadeel en vormt een handelsbelemmering wanneer Po= olse bedrijven proberen de markt van het Verenigd Koninkrijk te betreden. 4.2 In welke mate ondervindt uw onderneming hiervan de gevolgen? Octrooien op software en handelsmethodes houden in dat producenten en gebru= ikers van software worden blootgesteld aan willekeurige gerechtelijke vervo= lging als ze hun diensten exporteren naar andere landen van de EU. Onze zaa= k wordt getroffen door het feit dat we onmogelijk accuraat kunnen uitmaken = of onze producten en diensten "legaal" zijn in andere lidstaten. Op die man= ier worden we blootgesteld aan een significant en onbeheersbaar risico als = we beslissen om te exporteren. Er bestaat ook geen verzekeringen tegen inbreuk op softwareoctrooien. De er= varing van o.a. Miller Insurance Services Ltd leert dat de reden hiervoor l= igt in het feit dat het voor een bedrijf onmogelijk is om een winstgevende = verzekering aan te bieden in het huidige toekenningsklimaat van octrooien. = (Zie ook: http://www.softwarepatenten.be/faq.html#16) 4.3 Hoe schat u de meerwaarde en haalbaarheid in van de hierboven beschreve= n benaderingen (1 t/m 3)? We merken op dat het "subject matter"-criterium mist in de lijst van punt 1= =2E "Subject matter" is een kritiek criterium aangezien op deze basis het E= OB tienduizenden software- en handelsmethode-octrooien verleend heeft. Opti= es 1 tot en met 3 zijn allen onduidelijk met betrekking tot de regels voor = subject matter. Ze beantwoorden evenmin de vraag of de rechtspraak van de T= echnische Kamers van Beroep van het EOB het Europees Octrooiverdrag en de i= nterpretatie daarvan door nationale rechtbanken teniet doet. Wat optie 3 in het bijzonder betreft opent wederzijdse herkenning door de o= ctrooibureaus van octrooien die in andere EU-lidstaten toegekend zijn de mo= gelijkheid dat aanvragers gaan "winkelen" om het octrooibureau te vinden da= t probleemloos hun octrooi-aanvragen toekent. Het gemeenschapsoctrooi is be= doeld om dergelijk winkelgedrag tegen te gaan. Deze optie zou het genoemde =
probleem echter vergroten. Een herbevestiging van zaken die uitgesloten zijn van octrooieerbaarheid zo= als vastgesteld in artikel 52 van het Europees Octrooiverdrag =E9n verdere = verduidelijkingen zijn nodig om: * afdwinging te voorkomen van softwareoctrooien en handelsmethode-octro= oien zoals die toegekend zijn door het EOB binnen de Europese Gemeenschap * de Europese Unie de mogelijkheid te geven om het toekenningsbeleid va= n het EOB bij te sturen * opnieuw politieke supervisie over het octrooisysteem tot stand te bre= ngen 4.4 Zijn er andere benaderingen die de Commissie zou kunnen overwegen? Alle voorstellen moeten terug te voeren zijn naar de elementaire vraag: gar= andeert het systeem goede octrooien, transparantie en zekerheid? Daarnaast dient de Europese Unie te voorkomen dat de in het Europees Octroo= iverdrag artikel 52 genoemde uitzonderingen verzwakt worden door verdere in= grijpende harmonisatie van de internationale octrooiwetgeving, driezijdige = diplomatieke onderhandelingen of herziening van de TRIPs overeenkomst (agre= ement on Trade-Related aspects of Intellectual Property Rights). Zolang het probleem met softwareoctrooien van het Europees Octrooibureau (E= OB) de boventoon voert, zou de Europese Unie moeten proberen de interoperab= iliteit (o.a. uitwisselbaarheid van gegevens m.b.v. software) te versterken= via wettelijke bescherming om getroffen softwareproducenten en "E-commerce= bedrijven" schadeloos te stellen.