Geachte mevrouw Voordijk-‐Nieuwenhuis, In de gemeente Culemborg zijn de afgelopen twee jaar meerdere onderzoeken uitgevoerd om het in 2014 afgeschreven zwembad De Meer te vervangen of te vernieuwen. Aanleiding hiervoor is mede de structurele beperking van de gemeentelijke bijdrage aan het zwembad. Uit het raadsbesluit van 28 november 2013 blijkt dat er één mogelijkheid is met een begroot exploitatieresultaat dat in overeenstemming is met het beschikbare gemeentelijke subsidiebudget: het 2521 zwembad. Naar aanleiding van het raadsbesluit van de ter beschikbaarstelling van het voorbereidingskrediet op 28 november 2013 is op 12 mei jongstleden is het beslisdocument plan ‘2521 vereniging zwemmen’ verschenen (hierna: het beslisdocument). Het beslisdocument, opgesteld door het Gebruikersplatform Zwemmend Culemborg (hierna: GPZC), is opgesteld ten behoeve van de gemeenteraad van Culemborg ter ondersteuning van de besluitvorming die zal moeten plaatsvinden in verband met de toekomst van een zwemaccommodatie in Culemborg. Het College van B&W van de gemeente Culemborg heeft SeinstravandeLaar B.V. gevraagd het beslisdocument plan ‘2521 vereniging zwembad ’ te toetsen op haar financiële aspecten. SeinstravandeLaar B.V. is voortgekomen uit PricewaterhouseCoopers (PwC) en haar adviseurs hebben meer dan 20 jaar ervaring met financiële vraagstukken in de publieke sector, in het bijzonder bij gemeenten. (a) Op basis van het beslisdocument hebben wij een analyse verricht en ons de vraag gesteld of de financiële analyse realistisch en haalbaar is. Opgemerkt dient te worden dat deze second opinion is beperkt tot de financiële paragraaf en dat deze second opinion alleen is gebaseerd op het beslisdocument; er zijn geen nadere documenten bezien noch zijn er gesprekken gevoerd. Deze second opinion bestaat uit: 1) een reflectie van de financiële paragraaf in het beslisdocument en onze slotsom inzake de financiële paragraaf in het beslisdocument 2) zaken die wij als het gaat om besluitvorming inzake voorliggend document nog als noodzakelijk zien 3) ons advies. (b)
20140610_Reactie GPZC op 2nd Opinion beslisdocument A Seinstra_VERTROUWELIJK.docx
VOORAF: Hoewel een ‘frisse blik’ altijd valt toe te juichen en het college daartoe alle recht heeft, waren wij ten eerste verrast door de keuze van het college om een second opinion uit te laten voeren. Ten tweede kwam -‐ het collegebesluit van 27 mei jl. lezende, de keuze om de financiële paragraaf aan een aparte second opinion te onderwerpen voor ons daarbovenop onverwacht. Ondanks dat -‐ voor zover wij dat op basis van genoemd collegebesluit kunnen beoordelen -‐ de second opinion van de heer Seinstra geen formele plek in het proces heeft, nemen wij hierna toch de moeite te reageren op het stuk. De hieronder aangegeven letters tussen haken, verwijzen naar de passages in de originele tekst van het rapport van Seinstra, weergegeven in de linkerkolom. (a) hebben wij onder de referentieprojecten van de adviseur geen opdrachten op het gebied van vastgoed, laat staan maatschappelijk / publiek vastgoed laat staan zwembaden kunnen vinden. (b) Waar eerder wordt opgemerkt dat de 2nd opinion uitsluitend de financiële paragraaf zou betreffen, wordt de scope hier toch verbreed?
1/8
1.Reflectie financiele analyse beslisdocument plan ‘2521 verenigingen zwembad’ Wij hebben kennisgenomen van de financiële paragraaf in het beslisdocument en deze bezien. Wij zijn zeer kritisch op de haalbaarheid/ realiteit van de exploitatiebegroting zoals die is uitgewerkt in het beslisdocument. Wij denken dat de nieuw op te richten Stichting (maar ook op de achterhand de gemeente Culemborg) een groot financieel risico gaat lopen met het aangaan van de voorgestelde begroting. Wij zullen dat hieronder toelichten. Ons meest zwaarwegende punt: financiele tegenvallers kunnen op geen enkele wijze worden opgevangen (c), er is geen onderbouwing inzake de stichtingskosten nieuwe zwembad (d), er is geen post onvoorzien in de exploitatie en de opbouw van het weerstandsvermogen is zeer behoudend (e) In de exploitatie is een berekening gemaakt van de kapitaallasten die gerelateerd zijn aan de stichtingskosten van het nieuwe zwembad . Wat opvalt, is dat de stichtingskosten nergens zijn/ worden toegelicht (d), anders dan in paragraaf 7.6.1 en 11.2.2 waarin melding wordt gedaan van een bedrag van EUR 5,08 miljoen. De berekening/ onderbouwing van dit bedrag is niet door ons gezien/ ontbreekt (d). Dat leidt tot een onzekere situatie (f). Elke overschrijding van geraamde kosten leidt immers tot stijging van de kapitaallasten of tot een extra subsidie door de gemeente (g). De kapitaallasten betreffen rente en aflossing op basis van annuïteiten. Einde looptijd is de lening daarmee weliswaar afgelost maar is de omvang van het vermogen van het zwembad afhankelijk van het batige saldo in de exploitaties over de jaren daarvoor, hetgeen weinig financieel solide is (h).
20140610_Reactie GPZC op 2nd Opinion beslisdocument A Seinstra_VERTROUWELIJK.docx
(c) “Opvangen” is wel degelijk mogelijk: er is immers voorzien in een weerstandsreserve. Bovendien is hierbij de vraag hoe groot het risico op tegenvallers ten opzichte van de opgestelde begroting eigenlijk is. (Politiek-‐bestuurlijk is wat ons betreft bovendien de vraag relevant in hoeverre dit risico groter of anders van karakter is dan het risico dat met het huidige bad wordt gelopen. Dat valt echter uiteraard buiten de scope van deze 2nd opinion.) (d) De stichtingskosten zijn wel degelijk onderbouwd en toegelicht. Zie de vertrouwelijke bijlage. De onderbouwing is daar eveneens te vinden. (e) Wij hebben in de begroting niet veiligheid op veiligheid gestapeld. Alvorens het gebrek aan post onvoorzien te signaleren of een waarde-‐oordeel uit te spreken over de weerstandsreserve, dient eerst de kwaliteit van de begroting geduid te worden. Daarbij wijzen wij o.a. op de volgende zaken: • financiering met een 40 jaar rentevastperiode; • opbouw onderhoudsreserve met ingang van het eerste exploitatiejaar; • ruim budget voor onderhoud (incl. dagelijks onderhoud); • energiebudget berekend door installatie-‐experts; • werkgevers loonkosten berekend door accountant; • ruime budgetten voor bijkomende kostenposten die de kwaliteit van de interne organisatie moeten borgen (zoals administratie); • ruime post voor verzekeringen; • budget voor opleiding van medewerkers; • conservatief geraamde opbrengsten Dat mogen allemaal ‘logische posten’ worden genoemd, maar in samenhang maken zij een robuuste begroting. (f) Wat wordt bedoeld met “een onzekere situatie”? Anders gezegd, wanneer is volgens de adviseur sprake van een zekere situatie? De aanbesteding heeft nog niet plaatsgevonden, maar dat wil niet zeggen dat de raming niet onderbouwd of onzeker is. Deze is opgesteld door de architect van het Definitief Ontwerp met decennialange ervaring op het gebied van zwembadontwerp en bouwkosten-‐budgettering. Tendentieus. (g) Een overschrijding van kosten leidt daar pas toe als aan opbrengsten zijde geen meevallers zijn EN de weerstandsreserve zijn uitgeput. Tendentieus. (h) “Financiële soliditeit” is een vaag begrip. Als wordt gekeken naar vermogensposities van een rechtspersoon zijn er duidelijker en vastomlijndere begrippen waar men zich van kan bedienen. Waar een vennootschap tot doel heeft vermogen op te bouwen is dat hier niet het geval. Doelstelling is niet financieel van aard, maar gericht op het realiseren en in stand houden van een maatschappelijke functie.
2/8
Voorts blijkt dat er in de exploitatie nergens rekening wordt gehouden met onvoor-‐ ziene uitgaven (i). Er is geen post onvoorzien in de exploitatie opgenomen, waardoor extra lasten (bijvoorbeeld stijgende kapitaallasten als de stichtingskosten hoger uitvallen ) niet gedekt worden maar ook niet gefinancierd kunnen worden (i) (j). Tot slot de opbouw van het weerstandsvermogen. Daarvoor is in de exploitatie jaarlijks een inleg van EUR 24.400 voorzien. Dit bedrag is, naast de dotatie voor groot onderhoud, de enige financiële ruimte in de begroting (k). Als de exploitatie zoals die is opgesteld wordt gerealiseerd, ontstaat pas na 10 jaar een redelijke (l) buffer voor tegenvallers. Indien er eerder tegenvallers ontstaan (deze kunnen divers zijn van toenemende energiekosten, extra personeelskosten etc) zal de Stichting meteen in financieel “zwaar weer” terecht komen en naar alle waarschijnlijkheid een financieel beroep doen op de gemeente, omdat aanvullende extra leningen niet bekostigd kunnen worden (m). Volledigheidshalve wijzen wij er hier nog op dat er in de afgelopen jaren verschillende zware financiële tegenvallers bij gemeenten zijn ontstaan omdat de stichtingskosten van een nieuw zwembad zwaar werden onderschat (n). Wij hebben in het tijdbestek van dit onderzoek geen nadere analyse kunnen doen op het realiteitsgehalte van de stichting van het voorliggende zwembad. Wel zien wij dat er in de exploitatie niet of nauwelijks kan worden geanticipeerd op tegenvallers (k). Directe en indirecte personeelskosten erg laag ingeschat De directe personeelskosten zijn geraamd op EUR 111.100. Een nadere cijfermatige toelichting op deze kosten ontbreekt (o), maar er wordt verwezen naar het aantal fte dat voor dit budget gefinancierd moet gaan worden. Daarbij wordt er van uit gegaan (p) dat er 3,2 fte vaste kracht aan direct personeel in dienst komt en dat tevens van dit bedrag de vrijwilligers betaald moeten worden op basis van een vrijwilligersvergoeding (q). In paragraaf 9.5.2 wordt gesproken van 6.505 uur inzet van vrijwilligers, waarvan circa 3.000 worden ingezet voor zogenaamde direct productieve uren, wat met een uurtarief van 3,50 leidt tot een kostenpost van circa EUR 10.500. Voor de vaste formatie resteert dan circa EUR 100.000 wat -‐als daar 3,2 fte van gefinancierd moet worden-‐ neerkomt op een bedrag van 31.250 per fte. Wij bestempelen dit bedrag als niet toereikend om daar zowel het loon van de medewerkers als de sociale werkgeverslasten/premies van te betalen. Wij vermoeden dat de werkgeverslasten/ sociale premies over het hoofd zijn gezien en schatten in dat –afhankelijk van welke functieschaal er wordt gehanteerd (wij gaan uit van 6-‐8) tussen de EUR 36.000 en EUR 40.000 per fte per jaar moet zijn, op basis van de geldende CAO Recreatie. (r) 20140610_Reactie GPZC op 2nd Opinion beslisdocument A Seinstra_VERTROUWELIJK.docx
(i) Naast een weerstandreserve ook nog een post onvoorzien? (j) Àls de stichtingskosten al hoger uitvallen dan begroot, dan is eerst overleg met de gemeente aan de orde, alvorens het project überhaupt doorgang kan vinden. De adviseur schetst een beeld als zou hier sprake zijn van een stichting als een ‘black box’ die een feestje gaat vieren met gemeenschapsgeld. Tendentieus. (k) De adviseur blijft in herhaling vallen, hoewel hier nu toch wel wordt erkend dat er “opvangmogelijkheden” zijn. (l) Waar is dit waardeoordeel op gebaseerd? Tendentieus. (m) Nog altijd is de kwaliteit van de begroting niet geduid. Doemscenario wordt geschetst, zonder te duiden hoe zwaar dat moet worden gewogen en waarop dat gebaseerd is. (n) Welke worden bedoeld? Een losse flodder. Tendentieus. (o) Deze kosten zijn wel degelijk onderbouwd en toegelicht. Zie de vertrouwelijke bijlage. (p) Daar is niet “van uit gegaan”, dat is berekend op basis van het aantal benodigde productieve uren. Zie programmering in de bijlage. (q) De indruk ontstaat dat dit relevant is in de second opinion, maar wat vindt de adviseur hier dan van? Opnieuw ontbreekt een inhoudelijk oordeel. (r) De inschaling die is gevolgd komt overeen met die van het huidige bad. Het percentage werkgeverslasten is met hulp van een accountant berekend. Inschaling van personeel op schaal 6-‐ 8 is ver, ver bezijden de marktomstandigheden. De inschaling als gehanteerd en toegelicht in het beslisdocument is marktconform, de werkgeverslasten zijn actueel.
3/8
In de exploitatiebegroting is een post voor indirecte personeelskosten opgenomen van EUR 117.810. Onder deze kosten worden kosten verstaan welke verbonden zijn aan de volgende functies/taken: manager, beheer, schoonmaak, technisch beheer, onderhoudsploeg, horeca en receptie. De indirecte personeelskosten liggen lager dan de directe personeelskosten, doordat de organisatie wordt ingericht met een basis aan betaalde krachten en waarbij in begeleiding van activiteiten veel gebruik wordt gemaakt van vrijwilligers. In deze ‘indirecte personeelskosten’ zitten ook de loonkosten voor het management. Voor het management is in de begroting rekening gehouden met een halve formatieplaats, schaal 9. Conform de CAO Recreatie en alle bijkomende kosten (vakantietoeslag 8%, werknemersverzekering en ZvW) komen de kosten voor het 0,5 fte management op circa EUR 28.000. Het resterende bedrag voor alle andere kostenposten bedraagt hiermee nog circa EUR 90.000. Het resterende budget voor inhuur van schoonmaak en technisch beheer alsmede alle andere bedrijfsvoeringskosten lijkt buitengewoon krap begroot. (s) Realiseren van de gecalculeerde baten hoogst onzeker De inschatting van de baten is ten opzichte van de begrote baten van het huidige zwembad weliswaar conservatief, ten opzicht is van de gerealiseerde baten van het zwembad echter licht hoger. Naar wij begrepen hebben wordt het aanbod van faciliteiten en diensten versoberd en wij vinden het dan ook uitermate optimistisch om te veronderstellen dat de baten van het nieuwe zwembad de gerealiseerde baten van het huidige gaat evenaren, laat staan overstijgen (t). Daarbij komt dat een belangrijk (u) deel van de faciliteiten en diensten wordt geleverd op basis van de inzet van vrijwilligers. De continuïteit van de inzet van vrijwilligers is hoogst onzeker (u). Als zou blijken dat er minder vrijwilligers beschikbaar zijn betekent dit een beperking van de dienstverlening en/ of openstelling hetgeen vervolgens leidt tot minder inkomsten (v). De veronderstelde baten zijn hoogst onzeker (w). Wij denken (x) dat deze baten derhalve naar beneden bijgesteld moeten worden. (y)
20140610_Reactie GPZC op 2nd Opinion beslisdocument A Seinstra_VERTROUWELIJK.docx
(s) De zwembad specifieke deskundigheid van de adviseur “lijkt” buitengewoon klein. Wij nemen aan dat dit soort onsamenhangende, niet toegelichte noch onderbouwde losse flodders niet serieus worden genomen? Tendentieus. (t) Dit vraagt echt om meer toelichting en analyse. Het is de gemakkelijke conclusie maar doet geen recht aan de complexiteit van een zwembadexploitatie. De versobering die bedoeld wordt, wordt niet concreet gemaakt. Van wie heeft de adviseur dit “begrepen”; in het beslisdocument wordt dit niet zo benoemd? Ja, het karakter van het zwembad verandert, maar opbrengsten en bezoekaantallen worden op één hoop gegooid, vergeten wordt de opbrengst uit de verhuurbare ruimte bijvoorbeeld. Kort door de bocht dus en (opnieuw) tendentieus. (u) Onderbouwd, noch toegelicht waardeoordeel. Tendentieus. (v) Nog altijd is de kwaliteit van de begroting niet geduid. Doemscenario wordt geschetst, zonder te duiden hoe zwaar dat moet worden gewogen en waarop dat gebaseerd is. (w) Toe maar, nogmaals “hoogst onzeker”. Onderbouwd, noch toegelicht waardeoordeel. Tendentieus. (x) “Wij denken” ???? (y) Losse flodder. Hoeveel dan volgens deze adviseur?
4/8
Onze slotsom: de nieuw op te zetten Stichting 2521 en de gemeente Culemborg lopen een groot financieel risico met het huidige exploitatievoorstel 2521 Wij komen tot de slotsom dat de huidige exploitatiebegroting niet realistisch en dus niet haalbaar is. Dat baseren wij op het volgende: -‐ De kapitaallasten zijn gebaseerd op de stichtingskosten van EUR 5,08 miljoen, maar deze stichtingskosten zijn niet onderbouwd/ toegelicht (d) (f) (j) (o) -‐ In de exploitatie is geen post onvoorzien opgenomen (c) (e) (g) (h) (i) (k) -‐ Het weerstandsvermogen is pas na circa 10 jaar voldoende op niveau voor dit type ondernemingen (z) -‐ De directe en indirecte kosten (aa) zijn erg laag begroot (o) (p) (r) (s) -‐ De begrote baten zijn arbitrair (bb) en hoogst onzeker (t) (w) (y) door versobering van dienstverlening (t) en de afhankelijkheid van vrijwilligers (v) Het een en ander betekent dat als lasten stijgen of de baten tegenvallen, of als zowel de lasten stijgen én de baten tegenvallen: 1. Of de gemeente Culemborg een eenmalige bijdrage zal moeten doen als de stichtingskosten veel hoger uitvallen (j) 2. Of de tarieven voor een entree bewijs/ kosten andere diensten fors omhoog gaan als de exploitatielasten in de praktijk gaan tegenvallen (cc) 3. Of uiteindelijk het zwembad in financieel zwaar weer komt omdat er in de exploitatie nauwelijks tot geen ruimte is om tegenvallers op te vangen (v)
20140610_Reactie GPZC op 2nd Opinion beslisdocument A Seinstra_VERTROUWELIJK.docx
(z) “voor dit type ondernemingen” Welk type wordt bedoeld? Niet specifiek zwembaden, anders stond dat er wel, nemen wij aan? Waar baseert de adviseur zich op? Hoeveel zou wel genoeg zijn? (aa) Teruglezend worden vermoedelijk de personeelskosten bedoeld? (bb) Heeft de adviseur het beslisdocument überhaupt wel gelezen of hanteren wij een andere definitie van het woord “arbitrair”? (cc) Waardeoordeel. Tendentieus.
5/8
2. Ontbrekende zaken in het beslisdocument die wel bij besluitvorming nodig zijn In de besluitvorming inzake een nieuw zwembad zal een aantal aanvullende zaken nodig zijn om te komen tot een gedegen besluitvorming in College en Raad. Het gaat daarbij vooral om de extra kosten die gemaakt worden als gevolg van het sluiten van het huidige bad (desinvesteringen en frictie en sociaalplan kosten van het personeel) alsmede de voorwaarden en de kosten van een garantstelling door de gemeente aan een mogelijke financier van het nieuwe zwembad. Tot slot vast ons op dat nergens meer is bezien/ door gerekend wat het openhouden van het huidige zwembad financieel gezien betekent in relatie tot de bouw van een nieuw zwembad. Omissie 1: Desinvesteringen huidig zwembad niet belicht Wanneer wordt gekozen voor de bouw van een nieuw zwembad conform het 2521 concept heeft dit ook (financiële) consequenties voor het bestaande zwembad. Hoogstwaarschijnlijk heeft het bestaande zwembad nog investeringen lopen. Door de bouw van het nieuwe zwembad ontstaan er mogelijk desinvesteringen. De mogelijke desinvesteringen en de manier waarop deze desinvesteringen gefinancierd gaan worden is niet in het beslisdocument uiteengezet. Deze kosten kunnen aanzienlijk oplopen, waardoor het fijn is voor besluitvorming inzage te hebben in deze mogelijke kosten en de manier waarop deze gefinancierd gaan worden. Omissie 2: Geen duidelijkheid over financiering sociale lasten afvloeien huidig zwembad In het beslisdocument wordt ingegaan op de situatie na ingebruikname van het nieuwe zwembad. De zogeheten overgangsfase, welke betrekking heeft op de periode vanaf 1 januari 2015 tot aan de ingebruikname, wordt op hoofdlijnen beschreven. De praktische uitwerking vindt op initiatief van de huidige organisatie separaat plaats. Om als gemeenteraad een definitieve keuze te maken omtrent de bouw van het nieuwe zwembad verwachten wij dat in het beslisdocument de mogelijke personele frictie-‐ en sociaal plankosten worden uitgewerkt. Deze kosten kunnen aanzienlijk oplopen en vormen een belangrijk onderwerp bij het nemen van keuzes. Wij zien dat het in totaal om een afvloeiing van tussen de 6 – 8 fte gaat. Deze fte/ personen worden bij sluiting boventallig verklaard maar hebben conform de cao dan recht op een wachtgeldregeling die per cao verschilt (voorliggende cao hebben we daar niet op bezien). De mogelijk kosten zijn afhankelijk van de snelheid waarmee het personeel dat niet mee overgaat een nieuwe baan kan vinden en het aantal
20140610_Reactie GPZC op 2nd Opinion beslisdocument A Seinstra_VERTROUWELIJK.docx
dienstjaren. Dat vinden van een nieuwe baan is mede afhankelijk van beschikbaarheid en leeftijd. De hier genoemde “omissies” 1 t/m 3 zijn voor SFC of voor de gemeente, aan hen dan ook om hierop te reageren, als men dat nodig acht.
6/8
De kosten per fte zijn gemiddeld ongeveer 70% van het laatst verdiende loon gedu-‐ rende een aantal jaren en kunnen oplopen van EUR 50.000 tot EUR 100.000 per fte. Naast het inzichtelijk maken van de personele frictie-‐ en sociaal plan kosten zal een keuze gemaakt moeten worden omtrent de financiering van deze kosten. Deze kosten moeten door de gemeente Culemborg voorzien worden in de begroting. Omissie 3: Uitwerking variant renovatie van het huidige zwembad ontbreekt Voor gedegen besluitvorming is goede begeleiding in de te maken keuzes/afwegingen die een gemeente op dit vlak neemt essentieel. De te maken keuze heeft immers een enorme impact op het financiële huishoudboekje van de gemeente Culemborg. De gemeenteraad (als belangrijkste besluitvormingsorgaan/ toezichthouder van het huishoudboekje binnen de gemeente Culemborg) dient goed geïnformeerd te worden/zijn, van de consequenties van bepaalde keuzes. Om een goede afweging te kunnen maken is het van belang dat zij kunnen beschikken over een goede onderbouwing van diverse scenario’s. Gedegen onderzoek is nodig om tot een afweging te komen. Het denken in scenario’s helpt te voorkomen dat de focus en de discussie zich alleen gaat richten op één specifiek scenario. Het beslisdocu-‐ ment gaat in op de situatie na ingebruikname van het nieuwe zwembad. Om als gemeenteraad tot een gedegen besluit te kunnen komen verwachten wij dat de variant waarbij het bestaande zwembad gerenoveerd wordt afgezet wordt tegen de variant van de bouw van een nieuw zwembad conform het 2521 concept. Omissie 4: Voorwaarden en kosten garantstelling gemeente Culemborg niet uitgewerkt Voor instellingen zijn gemeenten een gewilde partij om financiering van te betrekken of voor een garantstelling. De gemeenteraad heeft de lastige taak om te bepalen wat een publiek taak is en of de financiële verstrekking/ garantstelling opweegt tegen de financiële risico’s. Ook bij een eventuele garantstelling van de nieuwe zwem accommodatie moet de gemeente Culemborg afwegen of de garantstelling opweegt tegen de financiële risico’s Een goed garantiebeleid helpt de gemeente Culemborg bij het vervullen van de publieke taak. Het toetsingskader of de spelregels zijn veelal te herleiden uit vastgesteld beleid. Op basis van garantiebeleid kan het college meer gestructureerd te werk gaan en is het beoordelen van aanvragen transparanter. Daarnaast maakt het garantiebeleid ook duidelijk wanneer er sprake zal zijn van een doorverstrekking of een garantie. De steunmaatregelen moeten in lijn zijn met de Europese regelgeving. 20140610_Reactie GPZC op 2nd Opinion beslisdocument A Seinstra_VERTROUWELIJK.docx
De hier genoemde “omissie” 4 is voor de gemeente, in overleg met Wim van Rijswijk te beantwoorden.
7/8
Het voordeel voor de ontvangende partij bij een garantie is dat tegen gereduceerde tarieven geld bij de bank geleend kan worden. Als de ontvanger rente en aflossing niet tijdig betaalt, wordt de lening ineens volledig opeisbaar, tenzij anders is overeengekomen. Daarom worden vaak cash-‐flow-‐garanties afgegeven waarin alleen rente en aflossingsverplichtingen in een bepaald jaar worden gedekt. Wij raden de gemeente Culemborg aan voorafgaand bij het afgeven van een garantstelling duidelijke schriftelijke afspraken te maken met de ontvangende partij, in dit geval de stichting. Wat ons opvalt, is dat de voorwaarden en de mogelijk kosten van de garantstelling door de gemeente Culemborg op geen enkele wijze zijn uitgewerkt. In de besluitvorming in de Raad zal dat nodig zijn voordat de besluitvorming rond kan worden gemaakt. 3.Ons advies: neem voorliggende exploitatiebegroting niet op deze wijze aan, neem meer tijd voor de besluitvorming inzake de toekomst van het zwemmen in Culemborg. (dd) Op basis deze second opinion op de financiële analyse in het beslisdocument adviseren wij de gemeenteraad om de huidige exploitatiebegroting zoals uitgewerkt in het beslisdocument als onvoldoende te bestempelen: de gemeente loopt te grote financiële risico’s en bovendien is het zwemmen in Culemborg in deze opzet niet zeker gesteld. Nader onderzoek naar de variant waarbij de bestaande zwemaccommodatie wordt gerenoveerd zal onderdeel moeten uitmaken van de besluitvorming. Ook de kosten van het sluiten van het huidige zwembad kunnen flink oplopen en zullen inzichtelijk moeten worden gemaakt. Tot slot zullen de voorwaarden en de kosten van een garantstelling door de gemeente bezien en uitgewerkt moeten worden.
20140610_Reactie GPZC op 2nd Opinion beslisdocument A Seinstra_VERTROUWELIJK.docx
(dd) Hoe kan zo’n advies bestaan? Gaat de adviseur hier politiek bedrijven? Hoe afhankelijk is de adviseur eigenlijk, als inwoner van / ondernemer in Culemborg? CONCLUDEREND: Deze 2nd opinion kent geen analyse, geen onderbouwing, niet eens voldoende toelichting. Het is een aaneenschakeling van waardeoordelen en doemscenario’s, die niet worden gestaafd. Daar waar de adviseur getallen aanhaalt (m.n. personeelskosten) blijkt zijn gebrek aan zwembad specifieke kennis. Waar adviezen worden gegeven (“baten naar beneden bijstellen”) blijven deze vaag en zijn ze tendentieus van aard. Het advies (dd) gaat bovendien ver buiten de scope die naar eigen zeggen “is beperkt tot de financiële paragraaf” en geeft aanleiding de onafhankelijkheid van de adviseur in twijfel te trekken.
8/8