Mevrouw Drs. R. Verdonk Minister van Vreemdelingenzake en Integratiebeleid Ministerie van Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag
datum/date nummer/number betreft/regards
vrijdag, juli 8, 2005 2005-016.doc/aagem/Verdonk Eindrapportage zeven Antillianengemeenten, 2001-2004
Geachte mevrouw Verdonk, Per heden heb ik de opdracht om het Antillianenbeleid van de zeven Antillianengemeenten te monitoren afgerond. Ik stuur u bij deze de eindrapportage. Ik heb deze tevens toegestuurd aan de Directie Coördinatie Minderhedenbeleid en de zeven Antillianengemeenten. Met deze Directie heb ik voor de uitvoering van de opdracht regelmatig overleg gevoerd, tot wederzijdse tevredenheid. Ik neem de vrijheid u bij de oplevering van de eindrapportage in kennis te stellen van enige punten die risicofactoren zijn voor de effectieve aanpak van Antilliaanse risicojongeren in Nederlandse gemeenten. Deze risicofactoren zijn in de loop van het onderzoek naar voren gekomen. Ze zijn aan te merken als latente en niet direct herkenbare mechanismen in de beleidsontwikkeling en de aanpak in de praktijk. In algemene zin willen wij u aanbevelen geëigende maatregelen en stappen te nemen om aan de risicofactoren het hoofd te bieden, met name in het kader van de aanpak in de 21 gemeenten waarmee u vorige maand een convenant hebt gesloten voor de jaren 2005 tot 2008. Ik wil u wijzen op de volgende risicofactoren: 1. De eerste risicofactor was dat gemeenten Antillianenbeleid gingen voeren zonder dat er echt sprake was van een nijpend probleem, bijvoorbeeld omdat het aantal risicojongeren relatief gezien heel beperkt was en nauwelijks groeide. De gemeente kon iets doen, omdat een subsidie beschikbaar was. De gemeente slaagde er vervolgens niet in om de beleidsurgentie intern en extern aan te tonen. Gemeentelijke diensten en uitvoerende instellingen gingen weinig voortvarend te werk en voerden een ineffectief beleid. 2. Een tweede risicofactor betrof het vinden, binden en sluitend aanpakken van de risicojongeren. Vinden lukte meestal wel, bijvoorbeeld via straathoekwerk of de politie. Binden vaak ook wel, via speciale projecten. Maar de koppeling naar een kansvol traject gericht op een gedegen beroepsopleiding en werk waarmee een behoorlijk inkomen te verdienen was bleek in de meeste gevallen te moeilijk. Enerzijds moesten wij constateren dat de muren tussen de verschillende ‘werksoorten’ en de subsidiestromen van de rijksbijdrageregeling, CRIEM, SPAG, het nieuw- en oudkomersbeleid, etc. te hoog bleken te zijn. Anderzijds was er geen integrale filosofie die het belang van de sluitende aanpak als vervolg op ‘vinden en binden’ benadrukte. Hiermee bleef het gewenste effect op de integratie van Antilliaanse risicojongeren uit. Op dit punt heeft zich de moeizame ketensamenwerking tussen de uitvoeringspartners gewroken. 3. De gemeenten moesten, mede op basis van de subsidievoorwaarden, over hun beleid en over de aanpak overleg voeren met ‘de Antilliaanse gemeenschap’. Niet duidelijk was echter waarom dit overleg voor de gemeenten van belang was. Het lag voor de hand dat International Project Co-ordination - Research and Advice – Subsidy Finder tel (+31)(0)164686755 fax (+31)(0)164683269 mob (+31)(0)620760996 email
[email protected] site www.docabureaus.nl Kvk West-Brabant, nr. 20098051
de gemeenten in de Antilliaanse gemeenschap kennis over en ervaring met de doelgroepen onder de Antilliaanse risicojongeren konden vinden. De Antilliaanse gemeenschap was een evident informeel kenniscentrum. Wij hebben deze benadering gemist bij de gemeentelijke vertegenwoordigers in het overleg. Mede daardoor is de inbreng vanuit de Antilliaanse gemeenschap beperkt gebleven en minder geweest dan mogelijk en wenselijk. 4. De toegankelijkheid van algemene instellingen was echter ook een risicofactor op zichzelf. Veel instellingen wisten eigenlijk niet hoe zij hun Antilliaanse risicojongeren moesten aanpakken. Daarom trokken zij met de subsidies tijdelijke Antilliaanse medewerkers aan die de klus wel zouden klaren. Dat was echter een nogal onzekere basis: de medewerkers bleken erg tijdelijk te zijn, mede omdat ze steeds op zoek moesten naar nieuwe klussen. Van een breed toepasbare methodiekontwikkeling was geen of hooguit met mondjesmaat sprake. Een uitzondering vormde het groots opgezette project Ruman Grandi (Grote Broer) van de GG&GD in Rotterdam-Rijnmond, waar een aantal nieuwe Antilliaanse medewerkers in de vaste staf kwam en een methodiekboek geschreven is. Onze aanbeveling was dat de leiding van algemene instellingen niet vroeg genoeg moet beginnen met brede deskundigheidsbevordering en methodiekontwikkeling voor alle medewerkers en niet alleen voor tijdelijke Antilliaanse oproepkrachten. Dit bleek echter, uitzonderingen daargelaten, niet de eerste prioriteit van de leiding van de algemene instellingen. 5. Een laatste risicofactor waarover wij gerapporteerd hebben betrof de versplintering van de kennisinfrastructuur over Antilliaanse risicojongeren in Nederland. Reeds langere tijd zijn er vele kleine bureaus en individuele onderzoekers actief op dit terrein. De kennis die zo verworven is, is niet of nauwelijks gedeeld, verspreid en gecumuleerd. Daarom was er geen en is er nog steeds geen gedegen, beleidsrelevante kennis van bijvoorbeeld de feitelijke aantallen risicojongeren of van good en bad practices, Aan te bevelen is meer coördinatie van het wetenschappelijke onderzoek, het beleidsonderzoek en de methodiekondersteuning op landelijk niveau. Het Rijk heeft in het afgelopen jaar enkele eerste initiatieven in die richting ontplooid in samenwerking met het Kennis- en Informatiecentrum Etnische Minderheden. Gaarne zal ik u en uw Directie op deze en andere punten vanuit de verworven kennis en expertise van advies dienen inzake beleid en aanpak van Antilliaanse risicojongeren in de Nederlandse gemeenten. Hoogachtend, en met vriendelijke groet,
Dr. George Muskens Projectleider monitoring zeven Antillianengemeenten
Bijlage/Attachment 1. Antillianenbeleid in zeven gemeenten, 2001-2004 Kopie/copy 1. De Colleges van B&W van de Antillianengemeente
pagina/page II van/of 2005.016/aagem/Verdonk
Antillianenbeleid in zeven gemeenten, 2001-2004 Eindrapportage over de rijksbijdrageregeling Antillianengemeenten, opgesteld voor de Directie Coördinatie Integratie Minderheden van het Ministerie van Justitie
George Muskens met medewerking van Suzanne Huender © DOCA Bureaus Kerkstraat 27 Lepelstraat Juli 2005
INHOUDSOPGAVE 1 ANTILLIANENBELEID IN ZEVEN GEMEENTEN, 2001-2004: REGELING EN RAPPORTAGE ............................................................................................................................................ 1 1.1 OPZET VAN DE RAPPORTAGE ........................................................................................................... 1 1.1 BELEIDSCONTEXT VAN HET ANTILLIANENBELEID IN ZEVEN GEMEENTEN .................................... 2 1.1.1 Beleidscontext in 2001 ............................................................................................................ 2 1.1.2 Nieuw beleidsperspectief ........................................................................................................ 4 1.2 LANDELIJKE EN PLAATSELIJKE OOGMERKEN VAN HET ANTILLIANENBELEID 2001-2004............ 5 1.2.1 Landelijke oogmerken ............................................................................................................. 5 1.2.2 Vinden, binden en de sluitende aanpak.................................................................................. 6 1.2.3 Plaatselijke oogmerken ........................................................................................................... 6 1.3 OMVANG VAN DE GEMEENTELIJKE DOELGROEPEN, 2001-2004..................................................... 7 1.3.1 De zeven Antillianengemeenten.............................................................................................. 7 1.3.2 Wat is een Antillianengemeente?............................................................................................ 8 1.4 2001-2004 EN DAARNA: ALGEMENE CONCLUSIES .......................................................................... 9 2
VINDEN, BINDEN EN SLUITEND AANPAKKEN..................................................................... 11 2.1 VINDEN ........................................................................................................................................... 11 2.1.1 Gerichte voorlichting en werving......................................................................................... 11 2.1.2 Op straat ................................................................................................................................ 12 2.1.3 Aantrekkelijke activiteiten..................................................................................................... 13 2.1.4 Nederlandse intakers............................................................................................................. 13 2.1.5 Preventieve benadering......................................................................................................... 14 2.2 BINDEN ........................................................................................................................................... 14 2.2.1 Preventieprojecten................................................................................................................. 16 2.2.2 Huisvesting............................................................................................................................. 17 2.2.3 Opvoedingsondersteuning..................................................................................................... 17 2.2.4 Hulp en zorg .......................................................................................................................... 18 2.2.5 Zinnige dingen doen .............................................................................................................. 19 2.3 DE SLUITENDE AANPAK ................................................................................................................. 20 2.3.1 Scholing en werk.................................................................................................................... 20 2.3.2 Inburgering nieuwkomers ..................................................................................................... 21 2.3.3 Oppakken en opsluiten – repressie en veiligheidseffecten.................................................. 22
3
DRAAGVLAK EN INBEDDING ..................................................................................................... 25
4
DE ANTILLIAANSE GEMEENSCHAP: AANDEEL EN INBRENG ...................................... 28
5
TOEGANG TOT DE INSTELLINGEN.......................................................................................... 31
6
DE AANPAK IN DE PRAKTIJK..................................................................................................... 35 6.1 DE GEMEENTEN EN HUN AANPAK IN DE PRAKTIJK ........................................................................ 35 6.1.1 Amsterdam ............................................................................................................................. 35 6.1.2 Den Haag / Traha Brug ........................................................................................................ 36 6.1.3 Den Helder............................................................................................................................. 37 6.1.4 Dordrecht............................................................................................................................... 37 6.1.5 Groningen / Ganashi............................................................................................................. 39 6.1.6 Nijmegen / Trabou tin ........................................................................................................... 40 6.1.7 Rotterdam / Lus di Trafiko.................................................................................................... 41 6.2 GOOD PRACTICES ........................................................................................................................... 43 6.2.1 Wat zijn good practices......................................................................................................... 43 6.2.2 Good practices op onderdelen.............................................................................................. 44
7
CONCLUSIES ..................................................................................................................................... 46
BIJLAGE 1. TABELLEN OVER 2001 TOT 2004 BIJLAGE 2. DOELEN EN OPBRENGST PER GEMEENTE BIJLAGE 3. DOSSIER ANTILLIANEN
I
1 Antillianenbeleid in zeven gemeenten, 2001-2004: regeling en rapportage 1.1
Opzet van de rapportage
Dit is het eindverslag van het Antillianenbeleid1 in zeven gemeenten, namelijk Amsterdam, Dordrecht, Den Haag, Den Helder, Groningen, Nijmegen en Rotterdam. Het Antillianenbeleid is in deze gemeenten gevoerd van 2001 tot 2004. Daarvoor ontvingen de gemeenten een rijksbijdrage. In totaal stelde het Rijk ƒ 24 miljoen of € 11 miljoen voor vier jaar beschikbaar, oftewelƒ 6 miljoen of € 2,7 miljoen per jaar. De verdeelsleutel was als volgt: 1. Amsterdam ƒ 3,6 of € 1,6 miljoen 2. Den Haag ƒ 2,5 of € 1,1 miljoen 3. Den Helder ƒ 4,0 of € 1,8 miljoen 4. Dordrecht ƒ 3,7 of € 1,7 miljoen 5. Groningen ƒ 2,9 of € 1,3 miljoen 6. Nijmegen ƒ 2,0 of € 0,9 miljoen 7. Rotterdam ƒ 5,2 of € 2,4 miljoen Het Rijk heeft DOCA Bureaus opdracht gegeven jaarlijks te rapporteren over het Antillianenbeleid van de zeven gemeenten en de rijksbijdrageregeling. De jaarlijkse rapportage vond plaats aan de hand van een “format”, dat DOCA in 2002 in overleg met de gemeenten en het Rijk heeft opgesteld. Jaarlijkse rapportages zijn gevolgd in 2002, 2003 en 2004, en nu is de eindrapportage aan de orde. Het Rijk hanteerde als ankerpunten voor het Antillianenbeleid 1. Het bereik en effect van de gemeentelijke aanpak van Antilliaanse risicojongeren2 op individueel niveau, 2. De inbedding van het Antillianenbeleid in het reguliere beleid van de gemeente en de instellingen ter plaatse, 3. De inbreng van de Antilliaanse gemeenschap in het Antillianenbeleid, 4. De vergroting van de deskundigheid van instellingen in de gemeente en daarmee van hun toegankelijkheid. De rapportage op deze punten komt aan de orde in de hoofdstukken 2 tot 6. Hoofdstuk 2 heeft als titel “vinden, binden en de sluitende aanpak” en bespreekt de individuele aanpak van Antilliaanse risicojongeren. Hoofdstuk 3 (“inbedding en draagvlak”) bespreekt de genoemde inbedding, hoofdstuk 4 (“inbreng van de Antilliaanse gemeenschap) bespreekt de genoemde inbreng en hoofdstuk 5 (“toegankelijke instellingen”) bespreekt de genoemde vergroting van de deskundigheid en daarmee de toegankelijkheid van de instellingen. Hoofdstuk 6 geeft korte kenschetsen van de aanpak per gemeente. Hierbij zijn grote en opmerkelijke verschillen te constateren. De gemeenten zijn in de gelegenheid gesteld om op het concept van de rapportage te reageren. Hun reacties zijn in de definitieve versie verwerkt.
1
Waar in deze rapportage sprake is van Antillianen leze men Antillianen en Arubanen. Wij hebben gekozen voor de term ‘risicojongeren’ omdat de jongeren enerzijds het risico lopen te ontsporen en niet goed terecht te komen in de samenleving. Anderzijds was er volgens de gemeenten een groeiende overlast die een relatief kleine groep kansarme jongeren uit deze bevolkingsgroep veroorzaakte. 2
1
We zullen eerst in paragraaf 1.2 de beleidscontext van het Antillianenbeleid in zeven gemeenten in 2001 en in 2004-2005 bespreken. Daarna volgen de landelijke en plaatselijke oogmerken van het Antillianenbeleid (paragraaf 1.3), de kenschets van de doelgroepen van het gemeentelijke Antillianenbeleid (pargraaf 1.4), de jaarlijkse rapportages (paragraaf 1.5) en de samenvattende conclusies (paragraaf 1.6).
1.1 1.1.1
Beleidscontext van het Antillianenbeleid in zeven gemeenten Beleidscontext in 2001
In mei 2001 heeft de regering een rijksbijdrageregeling ingesteld voor zeven Antillianengemeenten, die“[zich] onderscheidden zich van andere gemeenten in Nederland door een grote concentratie Antillianen binnen hun grenzen en door de groeiende overlast die een relatief kleine groep kansarme jongeren uit deze bevolkingsgroep veroorzaakt” (Toelichting op de Bijdrageregeling Antillianengemeenten, Staatscourant 18 mei 2001). Het geld was afkomstig van fondsen die de regering eerder gereserveerd had voor verplichte inburgering op de Antillen. Inburgeringsplichtige Antillianen en Arubanen die zich metterwoon in Nederland wilden vestigen moesten zich volgens de plannen van de Nederlandse regering op de Antillen of op Aruba laten inburgeren voordat zij de oversteek naar Nederland konden maken. Dit plan had, na een aanvankelijke overeenkomst met de Antilliaanse regering, schipbreuk geleden in het Antilliaanse parlement. De zeven gemeenten hadden er in die tijd reeds verschillende keren bij de regering op aangedrongen specifieke middelen vrij te maken voor de opvang van Antilliaanse risicojongeren in hun gemeenten. Het was een groep jongeren die voor de nodige overlast zorgde, zoals bleek uit politierapportages, perspublicaties (onder andere naar aanleiding van schietincidenten met dodelijke afloop in de zomer van 1999 in Dordrecht of over ‘no-go area’ Millinxbuurt in Rotterdam), raadsnotities en enkele wetenschappelijke studies, zoals die van Wiebe de Jong c.s., Marion van San en Hans van Hulst (De Jong, Steijlen en Masson 1997; Van San 1998; Van Hulst 1993; 1997). De zeven gemeenten waren toentertijd al langer bezig met de aanpak van Antilliaanse risicojongeren, evenals andere gemeenten. Zij maakten daartoe sinds 1994 gebruik van een specifiek programma van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de scholing en arbeidsmarkttoeleiding voor Antilliaanse jongeren.3 Het gemeentelijke Antillianenbeleid is dus niet iets dat in 2001 een zaak van publieke zorg en aandacht is geworden. De middelen die de regering toen aan de zeven gemeenten ter beschikking stelde waren te zien als een aanmerkelijke verruiming van de reeds bestaande SPAGmiddelen. Van Boxtel had echter meer te besteden, in totaal namelijk ƒ 50 miljoen of € 22,5 miljoen gereserveerd. De rest van het bedrag heeft het Rijk vanaf 2002 gebruikt voor een programma 3
Dit programma kennen we als de SPAG-projecten (Stimuleringsprojecten Allochtone Groepen). Het ministerie is met deze projecten begonnen in 1994. De doelgroep bestond toen uitsluitend uit Antilliaanse jongeren. Na 1998 is dit programma tweemaal verlengd tot 2004. In 2000 is het verbreed tot alle allochtone doelgroepen. Na 2004 is het programma niet meer verlengd. Tussen 1994 en 2001 hebben 3000 Antilliaanse jongeren tussen de 18 en 30 jaar deelgenomen aan een SPAG-project; succes eenderde (Klaver 2001: 1). In 2002 namen (afgerond op tientallen)1850 Antillianen deel, waarvan 850 (ruim de helft) in Rotterdam, 200 in Nijmegen, 140 in Dordrecht, 90 in Groningen en 60 in Den Helder. Amsterdan had de deelname in 2000 beëindigd. (Schambach, Mateman en Flapper 2003: 62). De gemeenten ontvingen een X-bedrag per deelnemer.
2
voor begeleide woonprojecten van gemeenten, woningcorporaties, etc. Dit programma is onder naam DIREKSHON! uitgevoerd door de Stichting Experimenten Volkshuisvesting SEV te Rotterdam. Tussen 2002 en 2004 zijn aan negentien gemeenten en corporaties middelen toegekend voor in totaal 450 begeleide woonplekken. Basisfilosofie achter dit programma was dat veel Antilliaanse jongeren bij aankomst in Nederland kansloos zijn op de woningmarkt (alleenstaand, geen inschrijvingsjaren – zie voor Tilburg bijvoorbeeld Muskens, 2002) en mede daardoor gaan zwerven, teloor gaan. Als je ze direct kunt opvangen, huisvesten en begeleiden naar bijvoorbeeld werk en scholing voorkom je veel problemen. Tussen 2002 en eind 2004 zijn 18 projecten goedgekeurd en in uitvoering genomen voor een totaalbedrag van 7,2 miljoen euro. Hierbij waren projecten in vijf van de zeven Antillianengemeenten (alle behalve Amsterdam en Nijmegen) voor een totaalbedrag van ruim 5,5 miljoen euro en 350 wooneenheden – 106 in Rotterdam, 72 in Dordrecht, 25 in Den Helder en Nijmegen, 12 in Groningen en 10 in Den Haag. Verder beschikten de gemeenten over rijksmiddelen voor de inburgering, het grootstedenbeleid, het onderwijsachterstandenbeleid en de aanpak van jonge criminele allochtonen. Ze konden bepaalde bedragen reserveren voor onderdelen van hun Antillianenbeleid. Puntgewijs kunnen we de beschikbaarheid en het gebruik van deze middelen als volgt samenvatten voor de periode 2001-2004: 1. De gemeenten ontvingen voor de inburgering van het Rijk een bedrag van bijna € 5000 per Antilliaanse nieuwkomer en na 2000 een X-bedrag voor een Antilliaanse oudkomer. Nieuwkomers zijn die nieuwe Antillianen die volgens het gemeentebestuur inburgeringsplichtig zijn. Met minder dan een Antilliaans MAVO-diploma was iemand voor de gemeenten meestal inburgeringsplichtig. Dit betrof ruim 3300 jonge nieuwkomers in de jaren 2001-2004, waarvan tweederde of ruim 2200 in Rotterdam, 335 in Amsterdam, 328 in Den Haag, 242 in Dordrecht, 146 in Den Helder, 133 in Nijmegen en 72 in Groningen. Oudkomers zijn diegenen die volgens de gemeente een inburgeringtraject nodig hebben, maar geen nieuwkomer zijn. Doelgroepen zijn langdurig werklozen en opvoeders met een te grote taalachterstand. Wij hebben jaarlijks gevraagd naar de voortgang van het oudkomersbeleid voor Antilliaanse risicojongeren, maar onze gegevens zijn op dit punt zeer onvolledig. Rotterdam rapporteerde voor ieder jaar ruim 3000 oudkomers in de doelgroep van de Antilliaanse risicojongeren en Dordrecht 82 à 145. 2. Alle Antillianengemeenten behalve Den Helder (geen grote stad) ontvingen in het voor ons relevante tijdsbestek 2001-2004 doeluitkeringen van het Rijk voor hun grootstedenbeleid. 3. Alle gemeenten ontvingen ook middelen ter bestrijding van onderwijsachterstanden. Middelen hieruit hebben ze ingezet voor de aanpak van Antilliaanse risicojongeren. 4. Ten slotte waren er enkele gemeenten, zoals Den Helder en Den Haag die sinds het eind van de jaren negentig rijksmiddelen voor de specifieke Antillianenaanpak kregen uit de zg. CRIEM en CRIEM-ITB-gelden. Dordrecht heeft een verbinding gelegd met het justitieprogramma’s zoals Justitie in Buurt voor de financiering van het veiligheidsbeleid in de wijk Oud-Krispijn. Het betreft verschillende rijksfondsen voor de aanpak van met name licht-criminele allochtone jongeren of jongeren die via de reclassering teruggeleid moeten worden naar de samenleving. 5. Alle genoemde rijksprogramma’s en hun doelgroepen overlappen met de Antilliaanse doelgroepen van de rijksbijdrageregeling voor de zeven Antillianengemeenten en waren
3
te gebruiken als (aanvullende) financieringsbronnen. Gezamenlijk vormen ze een ‘rijksbeleidskader’ voor lokaal Antillianenbeleid. 1.1.1
Nieuw beleidsperspectief
Het was in 2001 niet de bedoeling dat er nog rijksmiddelen beschikbaar zouden zijn voor specifiek Antillianenbeleid na 2005. De verschillende specifieke programma’s en regelingen hadden een doorlooptijd die voordien afliep: SPAG per einde 2003, nieuwe DIREKSHON!projecten in 2004 en de rijksbijdrageregeling per einde 2004. Hooguit incidenteel zou het rijk nog kunnen bijspringen, bijvoorbeeld via een programma als CRIEM. Daarnaast zou specifiek beleid mogelijk kunnen zijn met bijvoorbeeld Europese ESF-subsidies of de middelen van het grotestedenbeleid. Verder zouden beleid en aanpak onderdeel moeten zijn van de bredere aanpak van inburgering, actief arbeidsmarktbeleid, veiligheidsbeleid (repressie en preventie), huisvestingsbeleid, jeugdzorg, maatschappelijk ondersteuning, etc. Op dit punt verwachtte het Rijk dat de gemeenten hun specifieke beleid zouden ‘inbedden’ in algemene kaders op basis van de ervaring en deskundigheid inzake de aanpak van Antilliaanse risicojongeren die verworven zou zijn in de periode 2001-2004. Om verschillende redenen zijn de regering en de gemeenten tot de conclusie gekomen dat ook voor de periode na 2004 specifiek en mede door het Rijk gefinancierd Antillianenbeleid in Antillianengemeenten wenselijk is Niet in het minst vanwege bijzonder gewelddadige incidenten in de zomer van 20034 hebben in september 2003 de burgemeesters van 19 gemeenten zich gepresenteerd als “de 18” Antillianengemeenten.5 Zij drongen aan op nieuwe rijksmiddelen voor de aanpak van hun Antilliaanse risicojongeren, waarbij meer dan tot dan toe het geval was geweest aandacht zou moeten worden gegeven aan repressieve maatregelen tegen jonge Antilliaanse criminelen en overlastgevers en een verdere aanpak die moet leiden tot een aantoonbare vermindering van criminaliteit en overlast.6 De regering heeft in het najaar van 2004 een beleidsnotitie gepubliceerd over de wenselijke aanpak, met als een van de punten een nieuw fonds van € 20 miljoen voor de Antillianengemeenten (Notitie Antilliaanse risicojongeren, oktober 2004) Op deze notitie is in mei 2005
4
De meeste aandacht trok de zinloze roofmoord op Bas Raaijmakers in Tilburg. Hij werd door een groep van vier daders gepakt en vermoord omdat de groep wat geld wilde voor een feestje. De groep werd aanvankelijk geïdentificeerd als een Antilliaanse dadergroep. Hoewel later bleek dat de groep zwart maar gemengd was, is de beeldvorming van een Antilliaanse dadergroep onder andere door de Tilburgse autoriteiten in stand gehouden, althans niet afgezwakt. Andere incidenten betroffen een vechtpartij tussen Somaliërs en Antillianen in Tilburg-Noord met de Antillianen als dadergroep en de Somaliërs als rustige quatkauwers, en de moord op een Antilliaanse jongen door een Antilliaanse jongen in Den Helder (een jaar later opnieuw). Andere, vergelijkbare incidenten, zoals in Leeuwarden, trokken minder landelijke belangstelling, mede vanwege terughoudende gemeentelijke publiciteit. 5 Namelijk 18 plus Rotterdam. De 18+1 zijn Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Tilburg, Groningen, Almere, Dordrecht, Arnhem, Eindhoven, Nijmegen, Breda, Schiedam, Zoetermeer, Capelle aan de IJssel, Vlaardingen, Amersfoort, Den Helder, Lelystad en Zwolle. Inmiddels behoren er 22 gemeenten tot de “18”, namelijk ook nog Leeuwarden, Delfzijl en Vlissingen. Wij rekenen twee gemeenten tot de Antillianengemeenten, omdat ze of een tamelijk grote groep Antillianen huisvesten (Utrecht, Leiden), en twee omdat ze een SPAG-project voor Antillianen hebben uitgevoerd (Hoorn) of een DIREKSHON!-project doen (Terneuzen). Later in dit hoofdstuk zullen we hun “gewicht” als Antillianengemeente bespreken. 6 Dit was weliswaar een centrale doelstelling geweest in de plannen van aanpak voor de rijksbijdrageregeling van alle gemeenten. Echter, in de praktijk hebben de verschillende gemeenten zich niet of weinig nadrukkelijk op dit punt aan hun doelstellingen gehouden.
4
aan aanvullende beleidsbrief gevolgd en een algemeen overleg met de Tweede Kamer.7 Voor de Antillianengemeenten houdt het nieuwe beleidskader is dat zij in de zomer van 2005 een co-financieringsconvenant met het Rijk afsluiten voor de jaren 2005-2009 voor drie met name genoemde doelstellingen, zijnde: 1. De vermindering van de schooluitval onder Antilliaanse jongeren met 50%, 2. De vermindering van hun aandeel in de totale jeugdcriminaliteit met 30%, 3. De vermindering van hun aandeel in jeugdwerkeloosheid met 30%. Hiertoe zullen 22 gemeenten uitgenodigd om een nieuw plan van aanpak voor hun Antilliaanse risicojongeren te maken en in uitvoering te nemen. Voor de onderhavige rapportage hebben wij de gemeenten gevraagd wat op de verschillende punten hun voornemens zijn voor na 2005, anticiperend op het convenant dat zij met de regering voorbereiden. Hierop gaan we nader in in de komende paragrafen en hoofdstukken.
1.2 1.1.1
Landelijke en plaatselijke oogmerken van het Antillianenbeleid 2001-2004 Landelijke oogmerken
Landelijk beleidsoogmerk was de aanpak van moeilijke en uiterst moeilijke risicojongeren. Het gaat om enkele duizenden jongeren in Nederland die (in verschillende combinaties)8 met de volgende risicofactoren geconfronteerd worden: 1. Geen startkwalificatie voor de Nederlandse en de Europese arbeidsmarkt, dus onvoldoende opleiding en zeer slechte perspectieven op onderwijs en werk mede vanwege een onvoldoende beheersing van het Nederlands; 2. Slechte en weinig honkvaste huisvesting; 3. Eenmoedergezin dat reeds op jonge leeftijd gevormd wordt; 4. Geen of weinig reguliere inkomsten, hoge uitgaven en dus vaak schulden of (interesse in) irreguliere en criminele inkomsten; 5. Levend in of in de buurt van criminele milieus (drugs, zwaar geweld, winkeldiefstal); 6. Een luidruchtigere straat- en nachtcultuur dan die van de Nederlandse slaapsteden en woonwijken met de overlastproblemen van dien. De landelijke oogmerken van het Antillianenbeleid waren niet erg specifiek, mede omdat het uitgangspunt was dat de gemeenten primair verantwoordelijk waren voor de oplossing van de problemen, vooral in de preventieve sfeer, ter verbetering van de positie van de kansarme Antilliaanse jongeren in de samenleving, waarbij specifieke knelpunten op het gebied van opvang, begeleiding en scholing zouden moeten worden aangepakt (Staatscourant 18 mei 2001, pag. 8). De regeling vroeg van de gemeenten een grondig onderbouwd plan van aanpak, inclusief een financieringsvoorstel waarin de rijksbijdrage een aanvullende rol moest hebben. 7
Een ander onderdeel van haar beleidsvoornemens betrof migratieregulerende maatregelen, zijnde een punt waartegen de Antilliaanse regering zich altijd en met succes verzet heeft. In aansluiting op de publicatie van de notitie heeft een Koninkrijkscommissie zich gebogen over mogelijkheden tot migratieregulering. Ook deze commissie is er niet in geslaagd maatregelen te vinden die de instemming van alle delen van het Koninkrijk hebben. De commissie heeft daarom haar mandaat in november 2004 neergelegd (NRC Handelsblad, 12 november 2004). Uit een recent interview met de heer Ys, ministerpresident van de Nederlandse Antillen, blijkt dat migratieregulerende maatregelen nog steeds onderwerp van bespreking zijn op Koninkrijksniveau (NRC Handelsblad 28-04-05). 8 Een typische Antilliaanse risicojongere bestaat alleen in de verbeelding. Men mag Antilliaanse jongeren tot de risicogroepen rekenen indien zij een of meer kenmerken hebben zoals die welke we hier noemen. Wij zijn van mening dan vrijwel iedere jongere die geen startkwalificatie heeft voor de arbeidsmarkt of langdurig werkloos is een risicojongere is, los van de andere genoemde risicofactoren.
5
1.2.1
Vinden, binden en de sluitende aanpak
De gemeenten staan in theorie een sluitende aanpak voor van hun Antilliaanse risicojongeren. Dit is een methodisch concept. Het gaat om individuele trajectbegeleiding op maat met de hulp van een leidende en sturende hand. De methodiek komt uit het actieve arbeidsmarktbeleid en is ontwikkeld voor de toeleiding naar scholing, startkwalificatie en werk voor moeilijke ‘gevallen of casussen of dossiers’, dat wil zeggen individuen die als zij heel goed hun best doen nog altijd een jaar of meer nodig hebben om aan het werk te kunnen gaan en niet meer afhankelijk te zijn van een uitkering en maatschappelijke ondersteuning. Dit was precies wat met de SPAG-projecten sinds 1994 werd beoogd en waarmee sindsdien ervaring is opgedaan voor de Antilliaanse doelgroepen. Daarbij was gebleken dat deze sluitende aanpak werkt (kan werken) vanaf het moment dat een risicojongere in beeld is bij de instanties en gemotiveerd is om mee te werken aan zijn of haar traject. Tegelijk was gebleken dat de instanties grote aantallen Antilliaanse risicojongeren niet kunnen bereiken en ze evenmin kunnen vasthouden voor de totale duur van hun traject. Een extra inspanning was (en is) op zijn plaats om de risicojongeren te vinden en te binden aan de sluitende aanpak. Het geld voor het Antillianebeleid in de zeven gemeenten was vooral bedoeld voor deze extra inspanning. De gemeenten hebben in eerste instantie hun lokale plannen deze richting uitgestuurd: hoe krijgen we het onzichtbare deel van de doelgroepen in beeld, hoe houden we ze in beeld, bijvoorbeeld door ‘slimme administratie’, hoe komen we met de betrokken individuen in gesprek, hoe continueren we het eerste gesprek en hoe zetten we de contacten om in een voorbeeldige medewerking aan de sluitende aanpak. De rijksmiddelen waren vooral toe te passen om te vinden en te binden. Wij leggen hierom grote nadruk op vinden, binden en de sluitende aanpak. Wij hebben de gemeenten jaarlijks met nadruk gevraagd: 1. met hoeveel Antilliaanse risicojongeren zij in contact zijn gekomen via onder andere reclasseringsprojecten, preventieprojecten, straathoekwerk, ander open jeugd- en jongerenwerk of speciale intakes, 2. met hoeveel risicojongeren een duurzaam contact is gelegd, 3. hoe velen van hen zijn doorgeleid naar inburgering, scholing en werktrajecten. In de praktijk waren hele ketens van samenwerkende instanties en instellingen nodig om de individuele risicojongeren te vinden, te binden en sluitend aan te pakken. Een deel van deze ketens begint doorgaans in de justitiële omgeving van de criminaliteitspreventie, de reclassering of de (jeugd)detentie. De andere ketens beginnen ergens in de ‘burgermaatschappij’ van de scholen, de woningbouwcorporaties, de schuldsanering, het open jeugd- en jongerenwerk, de speciale sportinstuiven en feesten voor Antilliaanse jongeren, en het straathoekwerk onder Antilliaanse hangjongeren. De samenwerking in ketens als deze is, naast de inzet en de trajecttrouw van de individuele risicojongeren, heel lastig en stokte dus ook maar al te vaak. Het is een punt van grote zorg. Nadere bespreking volgt in hoofdstuk 5. 1.2.2
Plaatselijke oogmerken
De gemeenten hebben in 2001 hun plannen van aanpak gemaakt en zijn met het ministerie vervolgens overeenkomsten aangegaan. Deze plannen van aanpak zijn onderling zeer verschillend. Tevens zijn ze in de loop van de tijd, soms zeer vergaand, aangepast aan voortschrijdend inzicht of veranderde plaatselijke opvattingen en omstandigheden. Hieronder volgt een overzicht van de oorspronkelijke plannen. We vermelden hieronder de hoofdpunten. Een
6
nadere specificatie van de doelstellingen volgt in hoofdstuk 6 als onderdeel van de plaatselijke kenschetsen, en in bijlage 2 inzake de plaatselijke plannen van aanpak en de plaatselijke opbrengsten. Wij willen de oorspronkelijke plannen in enkele steekwoorden als volgt karakteriseren: 2. Amsterdam: extra steun voor jonge inburgeraars (werving en begeleiding) en de geïnstitutionaliseerde inbreng vanuit de Antilliaanse gemeenschap in beleid en aanpak. 3. Dordrecht: leefbaarheid in de wijken (Oud-Krispijn), aanpak harde criminele kern, begeleid wonen in een foyer, en vele andere gerichte projecten. 4. Den Haag: project Traha Brug, gericht op begeleiding van de inburgering, toeleiding naar werk en scholing, toegankelijkheid van algemene instellingen, justitiële ketenaanpak en projecten op scholen. 5. Den Helder: projecten in de wijk Nieuw Den Helder door de organisatie Triton: tienermoeders, begeleid wonen, zinvolle dagbesteding, werk en scholing. Daarnaast was er in 2003 bijzondere aandacht voor de toerusting van de Antilliaanse gemeenschap en zijn inbreng. 6. Groningen: samenwerking van gemeente, justitie en politie in project Ganashi, begeleid wonen, toerusting en aansturing algemene instellingen. 7. Nijmegen: project Trabou Tin, gericht op de repressieve aanpak van overlast en criminaliteit, preventie om afglijden van risicojongeren te voorkomen, toeleiding naar werk en scholing en hun onderlinge afstemming. 8. Rotterdam: programma Lus di Trafiko, gericht op opvoedingsondersteuning, vinden en motiveren van langdurig werkloze jongeren, aanpak criminele groepen, huisvestingsprojecten, voorlichting via papiamentotalige media, projecten in de deelgemeenten.
1.3 1.3.1
Omvang van de gemeentelijke doelgroepen, 2001-2004 De zeven Antillianengemeenten
Op 1 januari 2001, dus bij het begin van de regeling, woonden in Amsterdam 2050 Antilliaanse jongeren, in Dordrecht 660, in Den Haag 1890, in Den Helder 260, in Groningen 850, in Nijmegen 450 en in Rotterdam 3840. De aantallen groeiden op dat moment erg snel, met indices ten opzichte van 1996 van boven de 200 voor Dordrecht, van 150 à 160 voor Rotterdam, Den Haag en Groningen. De groei-indices voor Den Helder, Amsterdam en Nijmegen waren respectievelijk 124, 123 en 107. De aantallen zijn na 2001 verder toegenomen, zij het niet in alle gemeenten in gelijke mate.9 De aantallen lijken zich sinds 2004 te stabiliseren of zelfs te dalen, mede door vervolgmigratie naar gemeenten als Almere, Lelystad, Zoetermeer, Vlaardingen, Schiedam en Capelle aan de IJssel, waar grote groepen jonge volwassenen uit de Randstad zich zijn vestigen, Antillianen niet uitgesloten (zie tabel 2-4 in bijlage 1). De omvang van de doelgroep bleek per gemeente moeilijk te bepalen te zijn, mede vanwege intensief en ongeregistreerd verhuisgedrag onder Antilliaanse jongeren.10 Op basis van een 9
Gegevens CBS, jongeren 16-25 jaar, afgerond in tientallen. Dit zijn de geregistreerde jongeren. Mede door de hoge mobiliteit van jonge Antillianen kunnen de feitelijke aantallen anders zijn. Er kunnen een groot aantal ongeregistreerde jongeren korter of langer in de gemeente verblijven. Wij nemen aan dat het netto-effect op dit punt gering is: tegenover het aantal ongeregistreerd aanwezigen zal een ongeveer gelijk aantal geregistreerde afwezigen staan. 10 Landelijke en regionaal uitgesplitste doelgroepdata betreffende Antilliaanse jongeren zijn tot op zekere hoogte beschikbaar uit de periodieke SPVA-enquêtes van ISEO en de jaarlijkse Minderhedenmonitor van het SCP, waarin de SPVA-enquêtes zijn samengevat.
7
George Muskens! 5/18/04 10:39 AM Formatted: Bullets and Numbering
nulmeting door Bureau Radar in 2001 en onze gegevens over 2001, 2002, 2003 en 2004 menen wij de omvang van de doelgroepen in Amsterdam op 1000 à 1500, in Dordrecht op 300 à 400, in Den Haag op 200 à 300, in Den Helder op 250 à 300, in Groningen op enkele honderden, in Nijmegen op 100 à 200 en in Rotterdam op 3000 à 4000 te mogen schatten.11 De doelgroepen omvatten jonge Antillianen met politiecontacten, met huisvestingsproblemen, Antilliaanse jongeren zonder werk en Antilliaanse jongeren met weinig opleiding. Het betreft jonge laagopgeleide nieuwkomers en oudkomers, en tienermoeders als bijzondere aandachtsgroep (zie tabel 4 in bijlage 1). De klaarblijkelijke onduidelijkheid over de omvang van de doelgroep komt de betrouwbaarheid van de rapportage niet ten goede. We hebben ons op dit punt moeten behelpen en we hebben niet de gegevens gekregen waar het Rijk behoefte aan had, zijnde de kwantitatieve beleidsanalyse van aantallen risicojongeren en de meetbare effecten van de aanpak. 1.3.2
Wat is een Antillianengemeente?
Het was in 2001 niet duidelijk waarom de zeven gemeenten toentertijd de Nederlandse Antillianengemeenten waren en waarom nu de “18” dat zijn. Het was niet zo dat het aandeel van de Antillianen in de totale plaatselijke bevolking of in de totale jonge bevolking dit bepaalde. Gemeenten zoals Tilburg, Almere, Schiedam, Vlaardingen, Capelle aan de IJssel, Zoetermeer, Spijkenisse, Arnhem, Breda en Eindhoven hadden en hebben een min of meer vergelijkbaar bevolkingsaandeel en ze hebben zich nu mede daarom tussen de zeven schaarden. Andere gemeenten zoals Utrecht en Leiden kunnen ook als Antillianengemeente worden aangemerkt, gelet op het aantal Antilliaanse jongeren dat er staat ingeschreven. Niettemin spelen en speelden kwantitatieve termen een rol bij de toewijzing van rijksmiddelen voor gemeentelijk Antillianenbeleid. Het ging om “grote aantallen” kansarme jongeren en “relatief veel” overlast. Deze werd, zo schreef de regering, veroorzaakt door de “grote toestroom” van de kansarme jongeren naar bepaalde gemeenten. Wij hebben een nadere analyse gemaakt de grote aantallen en de grote toestroom van Antilliaanse jongeren in de 26 gemeenten die op de een of andere wijze gebruikmaakten van rijksmiddelen voor hun Antillianenbeleid (plus Utrecht en Leiden). Dit hebben we gedaan met min of meer meer gemakkelijk toegankelijke cijfers, zijnde de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek CBS. Het CBS houdt voor openbaar gebruik sinds 1996 een statistiek bij van de herkomst en de leeftijd van de inwoners van gemeenten. Met deze statistieken kunnen we zien in welke gemeenten zich de toestroom van jonge Antillianen heeft geconcentreerd, hoe veel er wonen en welk aandeel dat uitmaakt op de totale jongere bevolking. De betreffende cijfers staan in tabel 1 van bijlage 1. Deze tabel laat zich lezen als een gewichtentabel of een top-26 lijst: welke van de 26 gemeenten heeft het meeste te maken sinds 1996 met Antillianen en hun toestroom (Rotterdam) en welke het minste (Terneuzen). We hebben voor de zeven tevens ons uiteindelijke oordeel over het gemeentelijke beleid vergeleken met de aantallen en de toestroom. De beste verklaring voor gemeentelijk beleid is dan de toestroom. Gemeenten met een hoge of zeer toestroomindex bleken een duidelijkere en betere opbrengst van hun gemeentelijke Antillianenbeleid te kunnen rapporteren dan gemeenten met een gematigde toestroomindex. 11
Per gemeente lopen de nauwkeurigheid en de betrouwbaarheid van de gegevens en de schattingen sterk uiteen. Van Amsterdam zijn bijvoorbeeld alleen de oude schattingen uit de nulmeting beschikbaar plus justitiecontacten over 2003, terwijl andere gemeenten zoals Den Haag, Dordrecht, Groningen en Rotterdam hun gegevens in de loop van de tijd hebben aangescherpt.
8
Onlogisch is dit verband niet. Immers, de hoge of zeer hoge toestroom van een bepaalde groep waartoe veel kansarme nieuwkomers behoren dwingt als het ware tot een doelgerichte en effectieve aanpak. Er is een urgent probleem dat om reële oplossingen vraagt. De toestroomindex was een goede indicator voor beleidsurgentie.
1.4
2001-2004 en daarna: algemene conclusies
Wij komen na vier jaar Antillianenbeleid in de zeven Antillianengemeenten tot de volgende algemene conclusies: 1. De gemeenten onderkenden en onderkennen hun onderscheiden problemen met Antilliaanse risicojongeren in de mist. 2. De meeste gemeenten waren niet in staat de omvang van hun doelgroepen onder Antilliaanse risicojongeren met enige nauwkeurigheid te bepalen. 3. De beleidsurgentie om de problemen daadwerkelijk aan te pakken was in vijf gemeenten12 van de zeven gemeenten hoog of zelfs zeer hoog. Zij hadden een betere en duidelijkere opbrengst van hun gemeentelijke Antillianenbeleid. 4. De duidelijkere en betere opbrengst van hun gemeentelijke Antillianenbeleid hing samen met de groei van het aantal Antilliaanse jongeren in de gemeente. Gemeenten met een grote tot zeer grote groei hadden een betere en duidelijkere opbrengst in vergelijking de andere gemeenten, waar de groei klein of gematigd was. 5. In deze gemeenten zijn met meer of minder succes methoden ontwikkeld en toegepast om Antilliaanse risicojongeren te vinden en te binden. De betreffende methodiekontwikkeling is daarmee een van de belangrijkste opbrengsten van de regeling. 6. In de vijf gemeenten was er met wisselend succes tevens sprake van een koppeling met de sluitende aanpak en trajecten in de richting van scholing en werk. 13 7. In de praktijk was er echter nauwelijks sprake van een geïntegreerde benadering die zowel vinden en binden als de sluitende aanpak van individuele risicojongeren omvatte. 8. Achteraf bezien lijkt het gerechtvaardigd urgentie te koppelen aan enkele contextfactoren zoals het aantal en de groei van het aantal Antilliaanse jongeren in de gemeente over de laatste tien jaar, alsook de omvang van de doelgroepen zoals deze bijvoorbeeld blijkt uit de cliëntenbestanden van justitiële instanties, jeugdzorg, jeugdwerk, huisvestingsinstanties en integratie-instellingen. Ook de plaatselijke politiek en gerichte aandacht in de publieke opinie is van invloed, bijvoorbeeld na gewelds- of overlastincidenten met een grote mediarespons. 9. Voor succesvol vinden, binden en de sluitende aanpak zijn veelal veel verschillende instellingen en instanties betrokken die toegankelijk moeten zijn voor de Antilliaanse risicojongeren in kwestie. Voor de uitvoering zijn professionals in de eerste lijn nodig met de benodigde competenties, inclusief een stevige Antilliaanse culturele bagage. 10. De algemene conclusie is dat de algemene instellingen in de zeven gemeenten in de loop van de tijd beter toegankelijk zijn geworden voor hun Antilliaanse doelgroepen en dat ze 12
Den Haag, Den Helder, Dordrecht, Groningen, Rotterdam. Amsterdam (dat wil zeggen Amsterdam Zuidoost) heeft zich in tot 2003 geconcentreerd op de inbreng vanuit de Antilliaanse gemeenschap, de organisatie van de beleidsuitvoering en een categoriaal zorgloket voor inburgeraars. In het laatste jaar van de regeling is begonnen een breed scala van acties gericht op vinden en binden. Nijmegen heeft zich eveneens sterk moeten concentreren op de inbreng vanuit de gemeenschap en de organisatie van de beleidsuitvoering. 13 Dordrecht min of meer continu en doelgericht, Groningen en Den Haag in toenemende mate, Rotterdam tamelijk incidenteel, Den Helder qua oorspronkelijke intentie en opzet.
9
beter zijn toegerust voor hun taken in het kader van het gemeentelijke Antillianenbeleid. Er is voor de tijd erna iets aan methodiekontwikkeling gedaan, maar dit garandeert niet dat de opgebouwde deskundigheid behouden zal blijven en zich verder zal kunnen ontwikkelen. Hiertoe was een doelgerichte inbedding van de aanpak van Antilliaanse risicojongeren in het totale takenpakket van algemene instellingen nodig geweest en daar heeft het, op uitzonderingen na, aan ontbroken. 11. Gemeenten en instellingen moeten tevens in ketens op geoliede wijze met elkaar samenwerken. De ketensamenwerking bleek in praktijk erg moeilijk en is voor veel verbetering vatbaar. 12. Succesfactoren die onderdeel zijn van het beleidsproces waren met name de kwaliteit en de continuïteit in de projectleiding en de aansturing van de uitvoerende instellingen, alsook de toegankelijkheid en de kwaliteit van de uitvoerende instellingen en hun professionals in de eerste lijn van het vinden, binden en sluitend aanpakken van Antilliaanse risicojongeren. 13. Succes is eveneens te verbinden met de inbreng vanuit de plaatselijke Antilliaanse gemeenschap. De ervaring van vier jaar leert echter dat de inbreng van de plaatselijke Antilliaanse gemeenschap voor verbetering vatbaar blijft. Wij verwachten de beste resultaten wanneer de gemeente de gemeenschap erkent en consulteert als een uiterst deskundige en ervaren instantie inzake de risicojongeren, hun identiteit, hun achtergronden en hun aanpak. 14. Op deelterreinen blijken de gemeenten succesvolle categoriale projecten te kunnen ondersteunen. 15. Niettemin is blijvend succes te garanderen door algemene professionele instellingen, die open staan voor Antilliaanse risicojongeren en hun cultuur en voldoende deskundigheid voor de aanpak van deze doelgroep. Probate middelen zijn de inschakeling van goed opgeleide Antilliaanse professionals alsook gerichte trainingen en methodiekontwikkeling voor alle betrokken medewerkers. 16. Risicofactoren voor de aanpak bleken onder andere te zijn de onbekendheid met de doelgroepen (in aantallen en wat de culturele factoren betreft), de noodzakelijke maar veelal moeizame ketensamenwerking tussen onder andere justitiële instanties, welzijninstellingen en instellingen op het terrein van werk en inkomen, de informatievoorziening, personele wisselingen met discontinuïteitseffecten voor de projectleiding. Op deze punten zal de voortgezette aanpak van Antilliaanse risicojongeren verbeterd moeten worden.
10
2 Vinden, binden en sluitend aanpakken De plannen van de zeven gemeenten hebben ondanks onderlinge verschillen twee gemeenschappelijke punten. Dat is op de eerste plaats de individuele aanpak, gebaseerd op maatwerk en ‘stop shopping’.14 De aanpak is gericht op integratie in de Nederlandse samenleving. Op de tweede plaats betreft het de uitdaging om de Antilliaanse jongeren uit de mist te halen, dat wil zeggen ze te vinden en een vaste relatie met ze op te bouwen om ze van daaruit gericht te kunnen helpen. De plannen van aanpak bestonden daarom uit samenhangende plannen voor vinden, binden en sluitend aanpakken, dat wil zeggen vindplaatsgericht werken en trajectbegeleiding. De uitwerking verschilde echter sterk van plaats tot plaats in samenhang met bijvoorbeeld het integratiebeleid minderheden, welzijnsarrangementen, veiligheidsarrangementen, toegepaste integratie-instrumenten, etc. De afspraken tussen de gemeenten en het rijk over de jaarlijkse rapportage sloten op de samenhangende plannen voor vinden, binden en sluitend aanpakken aan. De afspraken betroffen het in kaart brengen van de Antilliaanse doelgroepen in de gemeenten, niet alleen kwalitatief en qua kenmerken, maar ook kwantitatief en qua omvang. De afspraken betroffen ook de rapportage over de trajecten die eenmaal bereikte Antilliaanse jongeren gingen volgen. Wat was de voortgang en wat was het effect van de trajectbegeleiding? In dit hoofdstuk van de rapportage 2001-2004 bespreken we de voortgang en de resultaten van de individuele aanpak in de gemeenten.
2.1
Vinden
In de zeven gemeenten is een breed scala aan acties en projecten in uitvoering genomen, gericht op vinden en binden.15 De aantallen gevonden Antilliaanse jongeren zijn aanzienlijk te noemen. In Dordrecht telde men een jaarlijks bereik van meer dan 3000 jongeren, vooral via sport. Rotterdam meldde een totaal bereik van ruim 2000 jongeren via de projecten van Lus di Trafiko. Voor de zeven gemeenten gezamenlijk gaat het om 9000 jongeren of meer (zie tabel 6 en 7 van bijlage met gegevens per gemeente per jaar voor preventieprojecten en voor vindplaatsgerichte activiteiten). Het aantal met wie meer duurzame contacten zijn opgebouwd ligt tussen de tien en twintig procent. Binden is kennelijk lastig, ook vanuit methodisch perspectief. Een duurzaam contact is veelal wel nodig om iemand sluitend aan te kunnen pakken. Belangrijke terreinen voor het vinden van de jongeren waren voorlichtingsactiviteiten en werving via (jeugd)media, het vinden van jongeren ‘op straat’, het organiseren van activiteiten waar veel jongeren aan mee willen doen, vervolgafspraken met jonge Antillianen die een Nederlandse instantie moesten bezoeken en preventieprojecten in en vanuit de justitiële keten. 2.1.1
Gerichte voorlichting en werving
Vanaf jaar 1 heeft Rotterdam ervoor gezorgd dat de plaatselijke Papiamentotalige radio en televisie gerichte en wervende programma’s maakten en uitzonden voor de Antilliaanse risicojongeren: muziek, talkshows, en zelfs een soap. Het was de bedoeling dat hierdoor zo veel 14
Mede door de verbrokkeling en verkokering van het beleid en de beleidsinstrumenten kunnen cliënten gaan shoppen bij verschillende diensten en instellingen. Via bijvoorbeeld de eenloketbenadering willen de gemeenten samenhang aanbrengen in hun aanbod en tegengaan dat cliënten onnodig gaan shoppen. 15 In Rotterdam werden bijvoorbeeld ruim veertig projecten opgestart.
11
mogelijk risicojongeren bereikt zouden worden met de informatie die direct of indirect in de programma’s over hun problemen opgenomen was en wat zij en de verschillende instanties en instellingen in de (deel)gemeente daaraan konden doen. Het bereik van de programma’s onder de Antillianen is groot, maar of en in hoeverre de inspanningen ook het beoogde specifieke bereik hebben opgeleverd is niet bekend. Het is zeer aannemelijk dat er enig effect is geweest en dat mede hierdoor de projecten van Lus di Trafiko bekend zijn geworden en zich op de gewenste populariteit en deelname mochten verheugen. In de loop van de tijd zijn ook andere gemeenten (Dordrecht, Groningen, Den Haag, Amsterdam Zuidoost) Papiamentotalige media gaan gebruiken om de doelgroepen te bereiken. Amsterdam Zuidoost kon daarbij net als Rotterdam terugvallen op Antilliaanse radio en tv. In andere plaatsen ging het veelal om de toepassing van de nieuwe jeugdmedia, zoals flyers en sms-jes. Om de betrokkenen bij elkaar te krijgen en het gesprek met ze aan te gaan zijn in verschillende gemeenten brede conferenties georganiseerd. Dit was vooral in de grootste steden Rotterdam en Amsterdam het geval, zowel aan het begin van de periode (2001-2002 – Amsterdam, Rotterdam) als later (2004 – Amsterdam Zuidoost) of bij de afronding (2005 – Rotterdam). Ook Nijmegen heeft halverwege het proces een brede bijeenkomst met betrokkenen belegd. Deelnemers waren vooral personen die vanuit de Antilliaanse gemeenschap een inbreng hadden in de beleidsvorming en de aanpak. Via de deelnemers en de bijkomende publiciteit in plaatselijke (Papiamentotalige) media zal zo de bekendheid van de plaatselijke aanpak van Antilliaanse risicojongeren versterkt zijn. 2.1.2
Op straat
De jongeren zijn opgezocht door het vindplaatsgerichte jeugd- en jongerenwerk. Straathoekwerkers zijn in de meeste gemeenten de wijken ingegaan en hebben contacten gelegd met grotere en kleinere aantallen rondhangende Antilliaanse jongeren. Er bleken weer ervaren en toegankelijke straathoekwerkers nodig te zijn om een moeilijk bereikbare doelgroep zoals de mobiele Antilliaanse jongeren op te zoeken. Men heeft dan ook vanuit het jeugd- en jongerenwerk Antilliaanse straathoekwerkers ingeschakeld, in de wijken (bijvoorbeeld Dordrecht, Groningen, Den Helder, Nijmegen) en de deelgemeenten (Rotterdam). De straathoekwerkers rapporteerden dat ze in enkele tientallen gevallen succes hebben gehad en een min of meer permanent contact hebben gelegd met jongeren in de mist.16 Heel algemeen gesproken hebben we gezien dat door de ‘Antillianenproblematiek’ het vindplaatsgerichte jeugd- en jongerenwerk of straathoekwerk is gereactiveerd.17
16
Uit gevalsrapportages van bijvoorbeeld een ambulante jongerenwerker in Rotterdam-Feijenoord en dat van een vaderproject in Rotterdam-Charlois blijkt dat als succesvol beoordeeld straathoekwerk onder Antilliaanse risicojongeren bijzonder arbeidsintensief en niet zonder risico’s is. In Feijenoord deed de aperte jaren zeventig aanpak het ergste vrezen (de eerste keer gaan we bij de hangjongeren staan; de tweede zeggen we wat tegen ze; de vierde keer vertellen we iets van wat we komen doen, etc., om zo het vertrouwen van de doelgroep te winnen). In Charlois ging de jongerenwerker domino spelen met jonge mannen/vaders. Dat begon met 20 spelers en dat was de target – project geslaagd. Maar later waren er nog maar acht over. Navraag leerde dat er acht dood waren en anderen in detentie genomen waren. 17 In de jaren tachtig en negentig was veel professionele kennis en ervaring verloren gegaan door bezuinigingen en veranderde prioriteiten in het jeugd- en jongerenwerk.
12
1.1.2
Aantrekkelijke activiteiten
Sportinstuiven (honkbal, domino), feesten en bepaalde muziekgroepen zijn probate middelen om een groot aantal Antilliaanse jongeren (vaak uit heel Nederland) op één plaats bij elkaar te krijgen. Deze activiteiten kunnen tamelijk informeel van karakter zijn mits de ‘gemeenschap’ op de hoogte is, bijvoorbeeld via papiamentotalige media, flyers, SMS-jes en internet. Het jeugd- en jongerenwerk van Dordrecht heeft deze methode doelgericht toegepast in het kader van het gemeentelijke Antillianenbeleid. Gerapporteerd werd dat een jaarlijkse sportinstuif kon rekenen 1500 of meer deelnemers. Minder massale aantrekkelijke acties zijn georganiseerd in eigen sociaal-culturele centra voor Antilliaanse jongeren. Niet alle gemeenten wensen dergelijke ‘culturele minderhedenvoorzieningen’ in te richten. Dordrecht heeft echter een ‘eigen huis’ (Nos Kas) voor Antilliaanse jongeren en verschillende goedbezochte andere inloopactiviteiten voor Antilliaanse jongeren.18 Groningen heeft in 2003 een ontmoetingscentrum geopend in de wijk Beijum. Groningen en Den Helder hadden (tijdelijke) sleutelwerkplaatsen. Den Helder heeft in 2001 en 2002 gerapporteerd dat er een Huiskamer voor Antilliaanse jongeren was en dat de gemeente doende was om een groter ontmoetingscentrum voor Antillianen in Nieuw Den Helder te bouwen en in te richten. Het ontmoetingscentrum is er niet gekomen, mede door verzet vanuit de buurt tegen de mogelijke overlast (onder andere Noordhollands Dagblad, 12 juni 2004).19 2.1.3
Nederlandse intakers
Op een kleine groep na die zich aan ieder contact onttrekt komen en kwamen Antilliaanse jongeren in contact met Nederlandse instanties. Voor reguliere huisvesting moeten ze contact opnemen en onderhouden met woningcorporaties. Als ze kleine kinderen hebben, hebben ze de controles door de consultatiebureaus en vanaf vier jaar moeten de kinderen naar school. Tevoren zijn er de peuterspeelzalen en de kinderopvang. Als er geen werk en geen inkomen is, als er schulden zijn, als men ziek is, en zo voort, zal men zich melden voor hulp bij de sociale dienst, het maatschappelijk werk, de jeugdzorg, consultatiebureaus, de huisarts, etc. Tijdens de intake bij dit soort contacten kan blijken dat er meer aan de hand is en dat het om een Antilliaanse risicojongere gaat. In het kader van hun Antillianenbeleid is de intake van veel gemeentelijke instellingen op dit punt verbeterd, bijvoorbeeld door de inschakeling van intakers met een Antilliaanse achtergrond of door speciale cursussen voor de intakers. Groningen en Amsterdam Zuidoost hadden één loket of instantie waar Antilliaanse jongeren zich voor al hun problemen konden melden – de zg. eenloketbenadering. Ook Den Haag heeft een zelfmeldpunt voor Antilliaanse jongeren met problemen ingericht. Aanknopingspunten voor ‘contactlegging via intake’ boden vooral persoonlijke problemen (schulden, drugs), huisvestingproblemen20 en problemen van alleenstaande moeders (en andere opvoeders) met de opvoeding van hun (kleine) kinderen. Op deze terreinen kwamen Nederlandse instellingen di18
Dit huis heeft een tien jaar bestaan. Het is in het begin van 2005 gesloten, omdat het altijd als een tijdelijke voorziening bedoeld was geweest en daarom tien jaar genoeg was de gemeente. 19 Het plan bestaat echter nog steeds, volgens het Noordhollands Dagblad van 26 februari 2005. Ook Nijmegen had plannen voor een ontmoetingsruimte in de wijk Dukenburg, dat echter vanwege interne conflicten en druk vanuit de buurt aan een zijden draad hangt (De Gelderlander, 22 maart 2005). 20 Het terrein van de reguliere huisvesting is dermate urgent dat het Rijk in 2002 is gestart met een aparte bijdrageregeling voor Antilliaanse jongerenhuisvesting, zijnde het project DIREKSHON! dat in de opstartfase ondergebracht was bij de Stichting Experimenten Volkshuisvesting SEV in Rotterdam. Zes van de zeven Antillianengemeenten alsmede twaalf andere gemeenten zijn in dit kader met hun projecten gestart. Eén aanvraag is niet gehonoreerd.
13
rect in aanraking met individuele Antilliaanse risicojongeren en hun problemen.21 Zij konden daarom direct en individueel afspraken maken over de hulp die de jongeren nodig hebben en die ze geboden kan worden alsook over vervolgtrajecten. 2.1.4
Preventieve benadering
De preventieve benadering in en vanuit de justitiële keten is gericht op het vinden van jongeren die dreigen af te glijden dan wel light of first offender zijn. Het politiewerk in de bekende Antillianenwijken Oud Krispijn (Dordrecht), Beijum (Groningen), Nieuw Den Helder (Den Helder) en de inzet van Antilliaanse contactfunctionarissen (Den Haag, Groningen) was gericht op het vinden van deze jongeren, naast en in aanvulling op hun repressieve taken. Rotterdam heeft vanaf 2001 gezocht naar de goede aanpak van ‘op het juiste spoor’, oftewel interventies met een effectieve preventieve werking. Een belangrijk deel van de inzet ging aanvankelijk uit naar de flankering van de sluitende aanpak, bijvoorbeeld van de spreekwoordelijke top-100 dadersgoep. In 2003 en 2004 zijn een zevental nieuwe projecten gestart, zowel stedelijk als in bepaalde deelgemeenten, waarin het doel het vinden van de risicojongeren was, en het verlengde daarvan wellicht een bindend contact. Bij de politie in Den Haag en Groningen zijn contactfunctionarissen aangesteld voor de Antilliaanse doelgroep. Deze legden dagelijks contacten met jongeren die dreigden af te glijden of in de fout gingen. Daar, in Dordrecht en Nijmegen is de Antilliaanse deskundigheid van de politie vergroot , onder andere door cursussen Papiamento en Caribische cultuur, en door uitwisselingen met de Nederlandse Antillen. Hierdoor zijn politiemensen op straat beter voorbereid op het maken en onderhouden van contacten met Antilliaanse risicojongeren. De politie treft Antilliaanse risicojongeren ‘op straat’ bij overlast en (vermoedens van) criminaliteit. De politie, bijvoorbeeld in de figuur van een Antilliaanse contactfunctionaris of een wijkagent,22 is daarmee de eerstaangewezen vinder van de overlastgevende doelgroepen. In de ene gemeente kwam overlast wellicht frequenter voor dan in een andere (of kreeg het meer publicitaire, bestuurlijke en politieke aandacht), maar in alle gemeenten was er een direct verband tussen overlast, Antillianenbeleid en de vindplaatsgerichte functie voor politiefunctionarissen. Via korte schakels in de justitiële keten konden zo nodig de ‘corrigerende tikken’ van HALT of een taakstraf worden uitgedeeld, kon desgewenst de voogdij worden ingeschakeld of konden jongeren worden doorgeleid naar een justitieel preventieproject. Via samenwerkingsorganen van het Antillianenbeleid konden jongeren verder gebonden en geholpen worden in de richting van een integratietraject. In algemene termen concludeerden de gemeentelijke projectleiders dat deze aanpak zijn vruchten af kon werpen, al zijn de hinderpalen in individuele gevallen vaak erg groot gebleken en bleef een intensieve follow-up noodzakelijk. Cijfers over de aantallen Antilliaanse jongeren die doorgeleid zijn vanuit preventieprojecten naar verdere integratieprojecten zijn vrijwel niet beschikbaar, mede vanwege privacyproblemen en problemen tussen de schakels in de keten die zich moest uitstrekken van justitie en politie tot open jeugdwerk en scholingsinstanties.
2.2
Binden
Om te beginnen moeten Antilliaanse risicojongeren opgespoord en gevonden worden. Vervolgens moeten velen nog lange en intensieve trajecten afleggen op weg naar hun geïnte21
Uit COS-onderzoek bleek dat het in zeker 80% van de contacten inderdaad om risicojongeren ging volgens de Rotterdamse telling (COS 2004). 22 Ook ‘Justitie in de buurt’ kon bestond deze functie vervullen. Daar was sprake van in Dordrecht.
14
greerde en volwaardige deelname aan de Nederlandse samenleving. Zij moeten daartoe gemotiveerd worden en zich binden aan hun trajecten en de verschillende fasen daarin. Ze moeten vinden dat de te behalen doeleinden (startkwalificatie, werk, maatschappelijke participatie) hun eigen doeleinden zijn en niet die van de gemeente of een trajectbewaker. Na vinden komt binden, kort gezegd. Deze overweging speelde in de beleidsfilosofie van alle Antillianengemeenten mee. Dat binden belangrijk is volgde mede uit de uitval en de uitvalredenen waarmee ‘trajectbewakers’ van bijvoorbeeld de al langer lopende SPAG-projecten werden geconfronteerd in de praktijk: niet gemotiveerd, onaangepast cliëntgedrag en weer verdwijnen in de mist (niet komen opdagen, verhuizen). Bijzondere aandacht voor het binden van de cliënten bleek maar al te nodig. Daarnaast waren er ook vele materiële en fysieke obstakels tegen de deelname aan trajecten: schulden, psycho-sociale problematiek, geen huis en adres, moeders met de zorg voor kleine kinderen, etc. De aanpak van deze obstakels bleek een noodzakelijke voorwaarde te zijn voor min of meer duurzame deelname aan trajecten. Ten dele is deze aanpak al vanuit de SPAG-projecten en de inburgering van de nieuwkomers in uitvoering genomen.23 Ten dele is ze ook als categoriaal Antilliaans jongerenwerk en jeugdzorg, 24 Antilliaans maatschappelijk werk25 en speciale woonprojecten voor Antilliaanse jongeren26 van de grond gekomen. Daarnaast hebben plaatselijke organisaties en instellingen bindende activiteiten ontplooid in het kader van het lokale Antillianenbeleid met gebruikmaking van de Rijksbijdrageregeling.27 Voor veel hulpverleners is binden vooral een sociaal-psychologische aangelegenheid en een kwestie van de verandering van iemands persoonlijke instelling. Relatief weinig energie is echter gestoken in dergelijke typisch psychologische motivatieprojecten, omdat de diagnose ook naar andere problemen uitging. De meer psychologische motivatie was, soms meer, soms minder ingebouwd in het bredere, ook andere zaken omvattende contact tussen cliënten, professionals en vrijwilligers. Alle gemeenten hebben projecten gesubsidieerd of zelf in uitvoering genomen op het terrein van individuele obstakels enerzijds en sociaal-culturele actie anderzijds. Overweging was dat het aanpakken van persoonlijke obstakels via adequate huisvesting, opvoedingsondersteuning, kinderopvang, schuldsanering, etc., een noodzakelijke voorwaarde voor een geslaagde sluitende aanpak was en nog steeds is. Overweging was ook dat veel Antilliaanse risicojongeren tot op zekere hoogte een erkenning nodig blijken te hebben van de eigen cultuur en omgangsvormen in de Nederlandse steden voordat ze mee gaan werken aan de sluitende aanpak. Althans: dit is de positieve beleidstheorie achter specifieke sociaal-culturele projecten en subsidies, zoals brassbands, dominocompetities, Antilliaanse inloopavonden, etc. De negatieve is dat lastige jongeren van de straat worden gehouden en zich min of meer koest houden als je ze een honk geeft. In vergelijking met het aantal gevonden jongeren is het aantal gebonden jongeren klein – 10 à 20%. De daadwerkelijke aanpak van persoonlijke obstakels is beperkt, onder andere door de
23
Met name in Dordrecht, Groningen en de oorspronkelijke Triton-projecten in Den Helder. Onder andere Ruman Grandi in Rotterdam. 25 Onder andere een aantal moeder- en wijkprojecten in Dordrecht en Rotterdam van voor of naast het lokale Antillianenbeleid. 26 Het programma DIREKSHON! 27 Op zich maakt het natuurlijk niet uit met welke gelden bindende activiteiten ontplooid worden. Belangrijk is dat ze ontplooid worden en dat ze tezamen de beoogde opbrengst hebben. 24
15
beperkte capaciteit en de wachtlijsten bij de betrokken instellingen voor hulp en zorg.28 Adequate huisvesting is feitelijk niet voorhanden en mogelijke locaties lijden onder het nimbysyndroom. Voor een gerealiseerd huisvestingsproject komen doorgaans niet meer dan enkele tientallen risicojongeren in aanmerking.29 Bij massale open bijeenkomsten als een open sportdag is het fysiek onmogelijk met iedere aanwezige in gesprek te gaan, zijn of haar risico’s te toetsen en vervolgafspraken te maken. Risicojongeren komen pas in beeld als ze vaker komen en zichzelf aanmelden voor meedoen of vertellen over hun problemen. Opvallend is dat de gemeenten niet of nauwelijks weten of en in hoeverre binden leidt tot de sluitende aanpak, dat wil zeggen de toeleiding naar scholing en werk. Het is een zaak die niet de voortdurende aandacht heeft van de professionals en hun instellingen in de zorg, de hulp, het open jeugdwerk, etc. Zij doen hun ding en vinden het traject geslaagd als persoonlijke problemen kunnen worden opgelost, huisvesting kan worden geboden, moeder en kind het goed maken, de brassband regelmatig optreedt, etc. In de praktijk is er dus nog nauwelijks sprake van een echte, volledig geïntegreerde benadering van vinden, binden en sluitend aanpakken. Het materiaal inzake binden vatten we hieronder verder samen aan de hand van de volgende onderwerpen: 1. Preventieprojecten, 2. Huisvesting, 3. Opvoedingsondersteuning, 4. Hulp en zorg, 5. Zinnige dingen doen. 2.2.1
Preventieprojecten
Per gemeente loopt het aantal en de aard van de preventieprojecten alsook de deelname eraan nogal uiteen. Het is ook sterk de vraag wat een gemeente ziet als preventieprojecten. Het gaat in principe om projecten die een preventieve werking hebben op crimineel gedrag van Antilliaanse jongeren (liever voorkomen van voor komen). Het is daarbij niet noodzakelijk dat het om projecten gaat in of vanuit de justitiële keten, hoewel de oorsprong van preventie wel in die keten ligt. In de rapportages werd melding gemaakt van opvang- en zorgprojecten, projecten vanuit het open jeugd- en jongerenwerk, vanuit de intake voor de inburgering en de sociale dienst, etc. Den Haag heeft in 2003 een bijzonder loket geopend waar zelfmelders een beroep kunnen doen op voorzieningen die hen een perspectief kunnen bieden vanuit een uitzichtloze situatie. Het betreft onder andere psychosociale hulp, schuldhulpverlening en toeleiding naar scholing en werk. Groningen verwees in dit verband naar de eenloketbenadering voor Antilliaanse jongeren. Rotterdam heeft preventieprojecten toegekend aan de reclassering (“Overlastgevers van de straat”) en twee deelgemeenten (IJsselmonde en Feijenoord). Het accent in de deelgemeenten
28
In de tellingen liggen vinden en binden dichter bij elkaar bij zorg en hulp dan bij bijvoorbeeld open jeugd- en jongerenwerk. Bij zorg en hulp tellen instanties de intakes en de vervolgafspraken, terwijl het open jeugd- en jongerenwerk iedereen meetelt die een keer de poort van bijvoorbeeld een sportterrein passeert of aanwezig is bij een zomercarnaval, als deelnemer of als toeschouwer – iedereen danst toch?. 29 Er zijn feitelijk 250 DIREKSHON!-plaatsen gerealiseerd in de zeven Antillianengemeenten, inclusief 25 plaatsen in Nijmegen, waar de uitvoering onzeker is (Van eerste honk naar homerun, 2005: 1415).
16
ligt op quick scans van de situatie en de vindplaatsgerichte aanpak van lastige jongeren en aantrekkelijke activiteiten op een ‘honk’ zoals domino spelen. 2.2.2
Huisvesting
Dordrecht had al vanuit de SPAG-projecten de ambitie om Antilliaanse risicojongeren begeleide huisvesting te bieden. De huisvestingssituatie stond de effectieve toeleiding naar scholing en werk in de weg en vereiste bijzondere maatregelen. Veel jongeren waren gebaat bij coaching en begeleiding en vanuit Frankrijk hadden de woningcorporatie, het ROC en de gemeente kennis gemaakt met het begeleide woonconcept van de Foyers de Jeunesse voor jongeren en met name voor jonge kansarme migranten. Ook Den Helder was al vroeg gestart met een beperkte woonvoorziening voor 10 Antilliaanse jongeren (de Pastorie) en Groningen was overtuigd van de noodzaak om huisvesting te bieden aan Antilliaanse risicojongeren. Rotterdam gaf op de eerste brede conferentie over het te voeren Antillianenbeleid in het najaar van 2001 prioriteit aan een internaatachtige voorziening voor 300 Antilliaanse risicojongeren. De plannen van Dordrecht, Den Helder en Groningen zijn vervolgens in deze of gene vorm geëffectueerd, met name in het kader van de middelen die vanaf 2002 beschikbaar kwamen voor DIREKSHON!-projecten. In de toelichting op de betreffende rijksregeling werd verwezen naar het ‘Dordtse’ concept van de Foyers de Jeunesse. In Dordrecht werd een algemeen foyer geopend alsook een speciaal foyer voor meiden en jonge vrouwen. Rotterdam heeft de ambitie van een grote internaatachtige voorziening moeten laten varen, mede omdat er geen complex voorhanden was dat als zodanig bruikbaar was. Wel zijn in de loop van 2004 een viertal vanuit DIREKSHON! gefinancierde kleinere voorzieningen voor begeleid wonen van start gegaan met in totaal 104 plaatsen. Een van deze voorzieningen is uitdrukkelijk bestemd voor moeders met kleine kinderen. Per einde 2004 waren 44 plaatsen gerealiseerd. Ook Den Haag heeft een (kleine) voorziening van 10 plaatsen gerealiseerd. De combinatie van huisvesting en begeleiding moet de betreffende risicojongeren op de goede weg helpen en ze erop houden. 2.2.3
Opvoedingsondersteuning
Den Haag heeft als enige gemeente prioriteit gegeven aan regulier onderwijs en (voortgezet) onderwijs. Met name de inzet van schoolcontactfunctionarissen die Antilliaanse leerlingen begeleid hebben ten einde ze op school te houden moet in dit verband genoemd worden. Ook Amsterdam heeft in 2004 aandacht gegeven aan het onderwijs door huiswerkbegeleiding te bieden aan 75 Antilliaanse scholieren en door de Antilliaanse film Zulaika te vertonen op elf basisscholen in Amsterdam Zuidoost. Rotterdam-Charlois heeft schoolmaatschappelijk werk geboden aan 49 Antilliaanse vrouwen en Rotterdam-Hoogvliet scholierenmentoraat voor 21 scholieren. Verder is de ondersteuning vooral gericht op Antilliaanse moeders en in een enkel geval op vaders (Rotterdam-Charlois). Hierboven hebben we al de speciale residentiële voorzieningen voor meiden, vrouwen of eenoudergezinnen genoemd in Rotterdam en Dordrecht. Andere vanuit de rijksbijdrageregeling gesubsidieerde projecten betroffen bijvoorbeeld opvoedingsondersteuning, taaltraining, herintredingonderzoek, hulp bij het oplossen van financiële en andere persoonlijke problemen, voorlichting en infopunten, open inloop voor ouders en kinderen (Kinderhuiskamer Den Helder, Sentro di Mama Dordrecht). Feitelijk waren de eenoudergezinnen en met name de (zeer) jonge alleenstaande Antilliaanse moeders een prioriteit
17
voor de zeven gemeenten. Rotterdam had ‘investeren in de nieuwe generatie’ uitgeroepen tot een van de hoofdprioriteiten van Lus di Trafiko. Opvoeding en onderwijs zijn te zien als einddoelen voor minderjarigen en leerplichtige kinderen. Tevens waren tot 2005 onder het regime van de oude bijstandswet moeders van zeer jonge kinderen tot vijf jaar alleen vrijwillig beschikbaar voor scholing en werk. Zij werden hiertoe niet verplicht. Hierom was de opvoedingsondersteuning ook te zien als het sluitstuk van de aanpak en niet als een fase in het traject van vinden, binden en sluitend aanpakken. Wij leggen hier echter de nadruk op opvoedingsondersteuning als onderdeel of fase in het totale traject van vinden, binden en sluitend aanpakken, mede omdat het vooral jonge ouders en moeders betrof die te eniger tijd ook de weg moesten vinden naar scholing en werk en omdat het de toekomstkansen in de samenleving van de nieuwe generatie betrof en nog steeds betreft. 2.2.4
Hulp en zorg
Hulp en zorg wordt op de eerste plaats geboden door mentors, coaches, maatschappelijk werkers en anderen als onderdeel van de verschillende projecten die in dit hoofdstuk besproken worden. In Groningen is de gemeente tot de conclusie gekomen dat het vooral om een multiculturele of doelgroepspecifieke methodiek gaat die tot de competenties moet behoren van de medewerkers van alle instellingen. Zo is de gepaste zorg en hulp te garanderen aan de cliënten, in dit geval Antilliaanse jongeren met problemen. Dit is voor Groningen beoogd beleid voor de komende jaren. Hierin zal ook opgaan de speciale helpdesk Ganashi voor Antilliaanse jongeren die de gemeente gehad heeft in de afgelopen jaren en die de eenloketgedachte vertegenwoordigde voor de doelgroep. Dit was een categoriale voorziening voor zorg en hulp aan Antilliaanse jongeren. Ook in andere gemeenten waren er categoriale voorzieningen die (mede) bekostigd werden uit de rijksbijdrageregeling. Amsterdam Zuidoost heeft lange tijd een belangrijk deel van de middelen en energie gestoken in de voortzetting en verandering van een categoriaal servicecentrum voor Antilliaanse nieuwkomers die deelnamen aan een inburgeringcursus. Het servicecentrum bestond al voor 2001 als servicecentrum Wil di Bida van Forsa Amsterdam. In 2001 werd het zelfstandige servicecentrum SAASA opgericht, dat in 2004 onder de naam ALAA werd opgenomen in de deelgemeentelijke organisatie. Den Haag heeft een speciaal loket De Gids geopend voor hulp aan Antilliaanse jongeren. In Dordrecht waren hulp en zorg vooral een onderdeel van de vele andere laagdrempelige voorzieningen en projecten van het gemeentelijke Antillianenbeleid. Hulp, coaching, zorg, advies etc. werd gegeven door de professionals en vrijwilligers van de eerder genoemde projecten zoals de foyers, Pa Tur, Nos Kas, meetingpoint Crabbenhof, Sentro di Mama, de contactfunctionarissen van de politie, de wijkagenten, de jongerenwerkers, etc. Rotterdam kende een aantal projecten waarin hulp en zorg het primaire doel was of een van de belangrijkste nevendoelen. Hulp en zorg was het primaire doel van bijvoorbeeld Ruman Grandi, verschillende vormen van extra maatschappelijk werk in Rotterdam-Charlois, het schulphulpverlening project Eksito van de Stichting Welzijn Antillianen SWA, extra spreekuren in Twinkeltje (Rotterdam-Hoogvliet). Nevendoel waren hulp en zorg in de vier Rotterdamse huisvestingprojecten. In de afgelopen jaren zijn 400 Antilliaanse risicojongeren bereikt met de geboden hulp, begeleiding, coaching en zorg.
18
2.2.5
Zinnige dingen doen
Veel Antillianen doen graag gezamenlijk zinnige dingen, zoals dat eigenlijk voor alle groepen in de samenleving geldt. Mede hierom organiseren instellingen en instanties die contact zoeken met een bepaalde doelgroep van tijd tot tijd een leuke, aantrekkelijk en zinvolle activiteit. Wat daarbij leuk, aantrekkelijk en zinvol is, is vooral een kwestie van de voorkeuren van de doelgroep. Deze kunnen sterker of minder sterk subcultureel bepaald zijn. Voor Antillianen betreft dat bijvoorbeeld de samenkomst onder de boom en de grote barbecue, en voor Antilliaanse jongeren honkbal, domino, feest vieren en Caribische muziek. Deze contactfunctie van samenkomsten hebben wij reeds in de paragraaf over vinden besproken. Het is daar een onderdeel van, dat kan beklijven in de doelgroep als een jaarlijkse sportdag, een jaarlijks zomercarnaval, een jaarlijkse bijeenkomst onder de boom, een honkbalcompetitie, regelmatige dominoavonden en alert reageren op ge-sms-te of geflyerde aankondigingen van feesten en muziek. Dordrecht en Rotterdam hebben enkele van dergelijke terugkerende bijeenkomsten gesubsidieerd vanuit hun Antillianenbeleid en de stad Rotterdam heeft jaarlijks een mega-zomercarnaval dat toeristisch en economisch hoog scoort. Het wordt in belangrijke mate gedragen door de plaatselijke en landelijke Antilliaanse groep. Nijmegen heeft veel energie gestoken in een plaatselijke culturele vereniging van Antillianen, dat wil zeggen een organisatie die vooral culturele activiteiten (theater, muziek, dans, etc.) organiseert. De contactfunctie is niet de enige functie die gezamenlijke activiteiten interessant maken voor de gemeenten. In de filosofie van de sluitende aanpak hebben deze gezamenlijke activiteiten ook een verblijf- en wachtkamerfunctie. De sluitende aanpak gericht op scholing en werk richt zich vooral op die risicojongeren die op overzichtelijke termijn baat kunnen en zullen hebben bij de aanpak. Deze jongeren moeten wel die tijd doorkomen en het is niet zeker of zij bereid en in staat zijn zich voltijds te laten scholen of te werken. Er is ook vrije tijd, waarin zij verkeerde dingen kunnen doen. Sommigen zijn nog niet toe aan scholing en werk.30 Zij kunnen een voortraject nodig hebben voordat zij met succes kunnen gaan scholen en werken. Zij hebben heel veel vrije tijd waarin zij verkeerde dingen kunnen gaan doen.31 Op dit punt is het doel van zinnige activiteiten om de binding van de gevonden risicojongeren aan hun sluitende aanpak te behouden en te versterken. Er zijn de ouderen die de stations van scholing en werk gepasseerd zijn. Zij hebben ook heel veel vrije tijd, waarin ze wellicht geen verkeerde dingen gaan doen, maar waarin ze eenzaam kunnen zijn. Voor hen is een zinvolle dagbesteding de (af)sluitende aanpak op zichzelf. Voor deze groepen hebben gemeenten zinvolle dag- en tijdbestedingen gearrangeerd of laten arrangeren. Het betrof de speciale (inloop)centra voor Antillianen en Antilliaanse jongeren die eerder besproken zijn (Den Helder, Dordrecht, Nijmegen), de brassbands en verschillende andere culturele activiteiten, de dominoavonden en de honkbaltoernooien die in Amsterdam Zuidoost, Dordrecht en Rotterdam mede met de rijksbijdrageregeling zijn gefinancierd. Het betrof ook sleutelwerkplaatsen en andere honks voor langdurig werklozen die (nog) op grote afstand van de arbeidsmarkt staan (Groningen, Den Helder). Het betrof ten slotte de Drie Generatie Soos, zijnde een inloopcentrum voor oudere Antillianen in Rotterdam-IJsselmonde.
30 31
Dit geldt ook voor scholieren. Dit geldt ook voor moeders van kleine kinderen die daarom niet kunnen werken.
19
2.3
De sluitende aanpak
De kern van de sluitende aanpak werd tot 2001 gevormd door de SPAG-projecten en andere trajecten van scholing en werk. In het toenmalige Antillianenbeleid stond de doorgeleiding daarheen vanuit vinden en binden centraal, zowel in de gemeenten als bij het Rijk. Daarnaast waren er de sinds 1998 verplichte inburgering van Antilliaanse nieuwkomers zonder voldoende kennis van het Nederlands en vanaf 2001 het oudkomersbeleid plus enkele andere regelingen voor de activering en de arbeidsmarktparticipatie van langdurig werklozen, waaronder Antilliaanse risicojongeren, zoals gesubsidieerde arbeid (ID-banen, WIW-banen en loonkostensubsidies voor werkgevers). Met deze instrumenten, gekoppeld aan intensieve begeleiding en coaching, moesten alle Antilliaanse risicojongeren een startkwalificatie halen en gaan werken om zo in hun bestaan voorzien. Hierboven hebben wij al vermeld dat de sluitende aanpak van bepaalde groepen zo ver niet komt. Deze stopt bij zinvolle dagbesteding en sociale activering. Dit betrof jongeren die niet konden werken vanwege hun zeer jonge kinderen of risicojongeren die om medische en psycho-sociale redenen niet toe kunnen of mogen treden tot de arbeidsmarkt. Dergelijke projecten zijn in de voorgaande paragraaf besproken. Ook het sluitstuk van de justitiële aanpak willen wij hier als sluitende aanpak, zo men wil opsluitende aanpak, bespreken. De aanpak van harde en hardnekkige criminaliteit bestaat uit de effectieve opsluiting van criminelen gedurende een kortere of langere tijd en hun uitsluiting uit de samenleving. Preventieprojecten moeten voorkomen dat risicojongeren moeten voor komen, maar dit is niet voldoende. De bestraffende opsluiting maakt deel uit van de sluitende aanpak, op straffe van ineffectieve preventie. Hieronder volgen daarom drie paragrafen ter bespreking van de sluitende aanpak van Antilliaanse risicojongeren, namelijk de toeleiding naar scholing en werk van jonge Antillianen die buiten de arbeidsmarkt stonden (paragraaf 2.3.1), de inburgering van jonge Antilliaanse nieuwkomers (paragraaf 2.3.2) en oppakken en opsluiten (paragraaf 2.3.3). Over het algemeen gesproken waren de gemeenten en de betrokken instellingen en instanties onvoldoende in staat om de lijnen van vinden en binden naar de sluitende aanpak te regisseren, aan te sturen en in goede banen te leiden. Op uitzonderingen na ontbraken de gegevens die nodig waren om de processen te sturen of werden de linken onvoldoende gelegd. Bij voorbeeld: voor 2004, zijnde het laatste jaar van de rijksbijdrageregeling, konden Amsterdam en Den Helder hierover geen gegevens leveren. Rotterdam had alleen cijfers voor het project Proksimo, namelijk16 doorgestroomde risicojongeren. Groningen gaf een globale aanduiding, namelijk enkele tientallen en een enkeling. Den Haag meldde 56 doorstromers naar een sluitende aanpak van scholing en werk, Dordrecht 17. 1.1.1
Scholing en werk
In de loop van vier jaar zijn echter zeker meer jongeren onder de aandacht gebracht en gekomen van trajectinstanties. Naast de veelal ontbrekende of onvolledige doorstromingsgegevens zijn wat dit betreft de cijfers van belang betreffende de trajecten naar scholing en werk die Antilliaanse risicojongeren hebben afgelegd. De met succes afgelegde trajecten zijn ijkpunten voor het succes van de rijksbijdrageregeling. Uitvalcijfers geven aan in hoeverre de integratiedoelen van de gemeenten en de regeling niet zijn gehaald. We beschikken over gemeentelijke in- en uitstroomgegevens voor 2001, 2002, 2003 en 2004, zij het niet van alle gemeenten en niet op alle onderdelen. Wat dat betreft wreekt zich ook hier de onvolledigheid en de vertraging van de rapportages.
20
In Dordrecht hebben ruim 200 jongeren met succes in 2001-2004 een traject afgelegd naar scholing en werk. Het uitvalpercentage was er ongeveer 5%; in Den Haag ging het om 70 geslaagde en 50 uitgevallen jongeren (2003-2004), in Den Helder om 40 geslaagden en 25 uitvallers (2001-2004), in Groningen om 110 geslaagden en 10 à 20% uitvaller (2001-2004), in Nijmegen om 124 geslaagden en bijna evenveel uitvallers, namelijk 91 (2001-2004). 32 In Rotterdam lag volgens de SPAG-rapportage van najaar 2003 de verhouding tussen slagers en uitvallers op eenzelfde niveau, namelijk181 en 120 voor 2001-2003. Er zaten daar aan het eind van de SPAG-periode nog ruim 750 Antilliaanse jongeren in een traject naar scholing en werk.33 1.1.2
Inburgering nieuwkomers
Antilliaanse nieuwkomers die geen vrijstelling kregen van gemeentewege waren en zijn inburgeringsplichtig. Zij hadden het taalonderwijs, de maatschappijoriëntatie en de beroepsoriëntatie van de inburgering nodig om zelfredzaam te kunnen deelnemen aan de samenleving, of een duaal traject van taal, scholing en werkstages. Gemeenten gaven vrijstellingen aan nieuwkomers die op de Nederlandse Antillen voldoende onderwijs hebben genoten. Als niveau werd doorgaans het Antilliaanse MAVO-diploma aangehouden.34 Tevens kunnen de gemeenten een vrijstelling geven aan anderen van wie ze vinden dat ze klaarblijkelijk voldoende zijn ingeburgerd. Het succes van de inburgering van jonge Antillianen bepaalde mede het succes van het gemeentelijke Antillianenbeleid. De inburgering was een sluitend (voorbereidings)traject voor een belangrijk deel van de Antilliaanse risicojongeren, namelijk dat deel dat zonder voldoende voorbereiding en kennis op Schiphol Nederland betrad en vervolgens grote kans liep af te glijden in de verkeerde richting door ontbrekend perspectief op werk, inkomen, etc. We hebben dan ook het gemeentelijke beleid in positieve zin geijkt op de succesvolle inburgering van jonge Antillianen en in negatieve zin op de uitval onder jonge Antillianen. Niet alle gemeenten hebben volledige gegevens op dit punt geleverd. Den Haag heeft in de rapportage over 2001 laten zien dat eenvijfde van de jonge Antilliaanse nieuwkomers in dat jaar gestart is met een inburgeringstraject. Tweederde kreeg ontheffing. Vijftien procent reageerde niet op oproepen of bleek geen nieuwkomer te zijn. We zien op basis van de instroomcijfers over 2001, 2002 en 2003 in Den Haag en de andere gemeenten dat eenvijfde van de jonge Antilliaanse nieuwkomers instroomde in een inburgeringstraject. De succespercentages van de inburgering leken vooral in Amsterdam en Rotterdam laag te liggen (de helft of minder), terwijl de uitval er hoog was. In Amsterdam was het succes in 2001 matig en de uitval hoog, ondanks de intensieve begeleiding die Antilliaanse inburgeraars krijgen in het kader van het Antillianenbeleid van Amsterdam Zuidoost.35 32
De Nijmeegse evaluatie van Trabou Tin tekende de observatie van een straathoekwerker op, dat hij de volgens Tandem geslaagde Antillianen vaak korte tijd later weer op straat zag rondhangen. Na het slagen was kennelijk weer snel ontslag genomen of gevolgd. 33 Amsterdam Zuidoost heeft op dit punt niet gerapporteerd, omdat vinden en binden daar niet gericht was op de sluitende aanpak van scholing en werk, maar op die van de inburgering van de jonge nieuwkomers. 34 In Nederland is dat het niveau van VMBO, theoretische leerweg. 35 Latere gegevens ontbreken, hoewel het Antillianenbeleid in Amsterdam Zuidoost het doel had de jonge Antillianen van een goede inburgering te verzekeren, in aanvulling op de instrumenten van de inburgering zelf, zoals taalonderwijs, cursussen en begeleiding. Eerder is al vermeld dat de betreffende taken ieder jaar bij een ander bureau of loket zijn neergelegd, namelijk eerst bij het loket Wil di Bida van de stichting Profor (2001), daarna bij het speciale servicecentrum voor Antilliaanse nieuwkomers
21
Voor zover we over gegevens beschikken mag men het succes in de andere gemeenten schatten op tweederde à viervijfde, met een uitval van rond de twintig percent. Daarenboven wijzen de gegevens van Den Haag en oude cijfers van Amsterdam Zuidoost op vijftien percent inburgeringsplichtigen die niet deelnamen, bijvoorbeeld wegens verblijf ‘elders’. We kunnen dan ook niet spreken van een succesvolle sluitende aanpak van Antilliaanse risicojongeren, die in 2001-2004 zich vanuit de Nederlandse Antillen vestigden in een van de zeven Antillianengemeenten. Wat voor 2004 opvalt zijn de bijzonder lage aantallen inburgeringsplichtige Antilliaanse jongeren in Dordrecht en Groningen. 1.1.3
Oppakken en opsluiten – repressie en veiligheidseffecten
Voor de landelijke en plaatselijke politiek was en is het Antillianenbeleid mede een veiligheidskwestie. Al in de CRIEM-nota van 1997 werd gesteld dat Antilliaanse jongeren relatief vaak betrokken zijn bij geweld en andere delicten. Betrouwbare landelijke cijfers zijn lang uitgebleven, maar allerlei indicatoren bevestigden de opvatting min of meer. Zeer recentelijk is door het WODC en het CBS aangetoond dat inderdaad Antilliaanse jongeren relatief vaak de dader of de vermoedelijke dader waren van geweldsmisdrijven, vermogensdelicten en andere vormen van criminaliteit. Onder hen waren naar verhouding veel jonge Antilliaanse vrouwen. De sterkste verklarende factor was de ontbrekende startkwalificatie voor de arbeidsmarkt en de samenleving – veel (vermoedelijke) daders bezaten geen diploma voortgezet onderwijs. Het betreffende onderzoek geeft geen details voor de Antillianengemeenten of hun politieregio’s (Blom, Oudhof, Bijl en Bakker, 2005; Donner en Verdonk, brief van 26 april 2005 aan de Tweede Kamer). In de nulmeting, in interne rapportages en in de plaatselijke media werd en wordt verwezen naar omvangrijke of tamelijk omvangrijke dadergroepen en harde kernen, alsmede naar repressief en preventief veiligheidsbeleid. Het veiligheidsbeleid was in verschillende gemeenten reeds vóór 2001 in uitvoering genomen of maakte deel uit van het plan van aanpak voor het Antillianenbeleid. Van de gemeenten ontvingen wij de volgende aantallen voor justitiële contacten36 van jonge Antillianen: Amsterdam (2003) Dordrecht (2003-2004) Den Haag (2003) Den Helder (2001) Groningen (2003) Nijmegen (2003) Rotterdam (2002)
1600 326, resp. 251 160 37 1141 150 Meer dan 350
SAASA (2002-2003) en in 2004 bij AALA, zijnde een speciaal Antillianenloket bij het nieuwkomersbureau van Amsterdam Zuidoost. Genoemde SAASA verwachtte voor 2002 een inburgeringssucces van 64%, hetgeen een verbetering zou zijn ten opzichte van de uitval en niet-deelname in 2001 en daarvoor. 36 Wij hebben gevraagd naar alle geregistreerde contacten bij politie, justitie, HALT, voogdij, reclassering en andere justitiële instanties. Verschillende gemeenten rapporteerden dat zij geen volledig overzicht hebben van alle justitiële contacten. Wij presenteren hier de cijfers die de gemeenten desondanks konden leveren. De gegevens zijn daardoor echter onvolledig en niet goed vergelijkbaar.
22
Daarbij ging het om een harde kern die geschat werd op: Amsterdam (2003) Dordrecht (2003) Den Haag (2004) Den Helder (2001) Groningen (2004) Nijmegen (2003) Rotterdam (2003)
160 75 à 125 72 60 100 enkele tientallen 140
Twee gemeenten (Den Haag en Nijmegen) rapporteerden een (sterke) stijging van het aantal daders en de harde kern in 2002. In Nijmegen was er daarna in 2003 een afname, terwijl het aantal in Den Haag ongeveer gelijk leek te zijn gebleven. Groningen en Dordrecht zagen de aantallen stijgen in 2003. De gemeenten verwezen als verklaring voor de stijging naar de verbeterde registratie en de aandacht van de autoriteiten en instanties voor Antilliaanse daders en harde kerners. Het beoogde effect van beleidsaandacht in de zin van verminderde criminaliteit volgde pas later, zoals in Nijmegen in 2003, als het al uit de cijfers bleek.37 De toegepaste repressieve aanpak van oppakken en opsluiten omvatte in de gemeenten verschillende modellen, zoals: 1. Direct optreden van alle opsporingsdiensten tegelijk. Dordrecht had een plan daartoe tegenover Antilliaanse drugsbendes. Dit plan is echter niet uitgevoerd. 2. Gericht volgen van een lijst van top-overlastgevers. Eerste initiatieven in 2002 in Groningen en Rotterdam hebben navolging gevonden in Amsterdam, Den Haag, Dordrecht en Nijmegen. 3. Wijkgerichte aanpak door wijkagenten en speciale A-politieteams. Rotterdam (deelgemeenten IJsselmonde en Feijenoord, Reclassering), Dordrecht,38 Groningen, Nijmegen en Den Helder rapporteerden over 2001, 2002, 2003 en/of 2004 goede resultaten van deze aanpak. Nijmegen merkte daarbij op dat het aantal daders daalde maar dat de ernst van de misdrijven (drugs, geweld) steeg.39 4. Interculturalisatie van de politieteams door politiemensen met een Antilliaanse achtergrond en speciale cursussen (zie ook hoofdstuk 5). De gegevens zijn onvoldoende om conclusies te rechtvaardigen over de veiligheidseffecten van het lokale Antillianenbeleid in de zeven gemeenten. Het aantal (vermoedelijke) daders is onduidelijk en daalt zeker niet als gevolg van de geleverde beleidsinspanningen, van vinden en binden (inclusief preventieprojecten) en van de repressieve sluitende aanpak. Uit de docu37
Veiligheid en veiligheidseffecten worden in het publieke debat ook gerelateerd aan trends in de veiligheidsgevoelens onder de bevolking. Wij hebben daarom de gemeenten gevraagd of zij weten wat de trends op dit punt zijn, gerelateerd aan “de Antillianen”. De gemeenten konden deze vraag niet beantwoorden. 38 Beleidsnotitie Dordtse Antillianenaanpak: doelgroepgerichte aanpak in Dordrecht, DAT werkt (z.j. 2003). 39 In 2003 heeft de Politie Academie een kwalitatief en antropologisch onderzoek gedaan onder de harde kerners (Van Wijk, Bervoets, Stol 2003). Er is verder een groeiend criminologisch-antropologisch inzicht in de achtergronden van veroordeelde Antilliaanse daders en in criminele milieus verkerende Antillianase jongeren, namelijk: Van Hulst en Bos 1990; Van Hulst 1997; 2004; De Jong, Steijlen en Masson 1997; Van San 1998. Onbekend is het gehele terrein van de interventie in Antilliaanse criminaliteit, dus wat werkt en wat niet werkt. Aangekondigd is door het NIWI een studie van Bovenkerk en Van San in die richting (Bovenkerk en Van San, in uitvoering).
23
mentatie en de inhoudelijke rapportage komt naar voren dat er weinig samenwerking was tussen de veiligheidsinstanties (politie, justitie, veiligheidsmedewerkers van de gemeenten, etc.) aan de ene kant en de instanties die zich verder met Antilliaanse risicojongeren bezighielden, bijvoorbeeld vanuit het jeugd- en jongerenwerk, de huisvestingsprojecten, de sociale diensten, de beleidssector ‘maatschappij’ van de gemeenten, etc.40
40
Bij de voorbereiding van de aanpak voor 2005-2009 in negentien gemeenten lijkt het omgekeerde het geval, althans voor wat de gemeentelijke regie betreft. Deze is in de meeste gemeenten in handen van de gemeentelijke sector veiligheid gekomen. Het zal de bedoeling zijn dat van daaruit effectieve samenwerking tot stand komt met de sectoren ‘maatschappij’ en anderen, met het oog op de integrale aanpak van vinden, binden en de sluitende aanpak, zoals de betreffende beleidsmedewerker van de gemeente Rotterdam opmerkte op de slotconferentie van Lus di Trafiko, Rotterdam 11 februari 2005.
24
3 Draagvlak en inbedding Uit de nulmeting van Bureau Radar is gebleken dat de zeven Antillianengemeenten in 2001 een sterke en daadkrachtige aanpak en organisatie voor hun aanpak nodig achtten. Sommige gemeenten41 heeft een projectorganisatie voor ogen gestaan, waarbij een speciaal gemeentelijk bureau eigen medewerkers en die van anderen moest aansturen in het kader van Antilliaanse jongerenprojecten. Andere gemeenten opteerden voor een centraal gepositioneerde projectleider of regievoerder, die projecten moest gaan opzetten, aansturen en financieren. Groningen (Ganashi) en Rotterdam (Lus di Trafiko) kozen uitdrukkelijk voor het eerste model, terwijl Dordrecht, Den Haag, Den Helder en Nijmegen het andere model volgden.42 Voor beide modellen gold dat het College van B&W en een of meer portefeuillehouders de directe verantwoordelijkheid op zich namen voor het politieke draagvlak voor de projecten en voor de kwaliteit van de gemeentelijke aanpak. Eén van de portefeuillehouders fungeerde daarbij als eerst verantwoordelijke en coördinerende bestuurder. In verschillende gemeenten vertegenwoordigde de burgemeester het lokale veiligheidsaspect en de samenwerking met politie en justitie. De rapportages over 2001 maakten duidelijk dat de gemeenten in dat jaar gepoogd hebben een effectieve projectorganisatie op te zetten en hun regievoerder in de gemeente en de gemeentelijke organisatie te positioneren. Dit laatste resulteerde in de aanstelling van een regievoerder die een (hoge) plaats innam in de gemeentelijke dienst voor maatschappelijke ontwikkeling, welzijn en wijkzaken. Voor een belangrijk deel van de problematiek was dit zeker adequaat te noemen, namelijk voor aspecten zoals vinden en binden, opvang en begeleiding, preventie, en dergelijke. Andere belangrijke gemeentelijke beleidsdisciplines konden echter op de achtergrond geraken, zonder dat dit uitdrukkelijk de bedoeling was. Dit betrof met name de veiligheidsaspecten en repressieve aanpak door en vanuit de justitiële keten. Uit de verslagen over de eerste jaren van Amsterdam, Den Haag, Den Helder, Groningen en Nijmegen bleek dat de aanvankelijk beoogde samenwerking tussen de welzijnsaanpak en de veiligheidsaanpak niet volgens plan tot stand was gekomen en eigenlijk ook niet of minder nadrukkelijk werd nagestreefd. Er was ook geen geïntegreerde follow-up voor de veelal reeds vóór 2001 gestarte Antillianenprojecten van de plaatselijke politie of andere spelers in de justitiële keten. Latere rapportages bevestigden deze trend naar eerder minder dan meer samenwerking en onderlinge coördinatie tussen veiligheid en preventie enerzijds en welzijn, huisvesting, zorg en onderwijs anderzijds. Ook de samenwerking en coördinatie tussen de welzijnssector en de sector ‘sociaal’ bleek niet in alle gevallen even effectief te verlopen. Er waren met name problemen in die gemeenten waar ‘integratie’ en ‘reïntegratie’ taken waren van de sector ‘sociaal’. Er was vrijwel nergens een werkelijk effectieve en controleerbare link gegroeid tussen het ‘vinden en binden’ van Antilliaanse risicojongeren enerzijds en de sluitende aanpak, bijvoorbeeld via een SPAG-traject. 41
Voor Amsterdam betrof dit een sterke deelgemeentelijke projectorganisatie in Amsterdam Zuidoost, althans voor de eerste fase van het Amsterdamse Antillianenbeleid. 42 In Amsterdam Zuidoost behield de deelgemeente formeel een grote zeggenschap, maar werd de operationele verantwoordelijkheid overgedragen aan de uitvoerende instantie. De instantie die aanvankelijk daarvoor was aangewezen werd per einde 2001 vervangen door de stichting SAASA, zijnde een ander, speciaal servicecentrum voor Antilliaanse jongeren. SAASA is per einde 2003 opgeheven en per maart 2004 ‘opgevolgd’ door ALAA als inburgeringsloket voor Antillianen als onderdeel van het algemene nieuwkomersbureau van Amsterdam Zuidoost
25
Het samenwerkingsprobleem is tussentijds wel gesignaleerd en met meer of minder succes aangepakt. In de zeven gemeenten zijn raadsbesluiten genomen over vergaande verbeteringen van het integratiebeleid en de daarbij toe te passen ketenaanpak en controleerbare rapportage. In Den Haag heeft dit in 2003 geleid tot uitvoeringsoverleggen tussen de deelprojecten van Traha Brug en hun vertegenwoordigers. In Dordrecht heeft in dat jaar een brede herijking plaatsgevonden van het plaatselijke integratiebeleid. Hierbij is direct gebruik gemaakt van de positieve ervaringen die opgedaan zijn in het Antillianenbeleid. Nijmegen en Den Helder hebben opnieuw bevestigd dat samenwerking tussen repressie, preventie en integratie een essentieel en onmisbaar kenmerk van het gemeentelijk beleid en de plaatselijke aanpak diende te zijn. Alle gemeenten hebben steeds een hoge en ambitieuze inzet van hun projectleiders en gemeentelijke regievoerders gerapporteerd. We hebben in alle gemeenten meer of minder ingrijpende reorganisaties en/of personele veranderingen moeten waarnemen in de jaren 2001, 2002, 2003 en 2004.43 De wisselingen waren bedoeld hetzij om het vertrek van eerder aangestelde regievoerders en projectleiders op te vangen, hetzij om de regievoering en de projectleiding te verbeteren, hetzij beide. Het betreft niettemin personele wisselingen die bijna onvermijdelijk tot stagnatie geleid hebben vanwege inwerken, contacten aanknopen, etc. Personele problemen zijn de keerzijde van het organisatiemodel dat gebaseerd is op een centraal gepositioneerde projectleider. Het Rijk heeft vanaf het begin van de rijksbijdrageregeling aangedrongen op inbedding van de aanpak in algemene gemeentelijke kaders. De gemeente Amsterdam heeft hiertoe een enigszins specifiek plan reeds in 2001 op papier gezet. De gemeente zag toen het Antillianenbeleid van Amsterdam Zuidoost als een pilot voor de gehele gemeente en de andere Amsterdamse deelgemeenten. De resultaten zouden in 2003 en 2004 in de andere deelgemeenten geïmplementeerd moeten worden. Zo ver is het niet gekomen, mede vanwege vertraging in het Antillianenbeleid van Amsterdam Zuidoost. Feitelijk is de rijksbijdrageregeling een regeling geweest voor de deelgemeente Zuidoost. Andere gemeenten zoals Den Haag, Dordrecht en Den Helder volgden een planprocedure met (meerjarige) plannen voor hun Antillianenbeleid. De planprocedures zullen ook na 2004 voortgezet worden in het kader van de co-financieringsconvenanten tussen het Rijk en de Antillianengemeenten voor de aanpak van Antilliaanse risicojongeren voor de jaren 2005 tot 2009 (zie paragraaf 1.1.2). Rotterdam had daarenboven reeds in 2004 eigen middelen voor specifiek Antillianenbeleid gereserveerd tot en met 2006. Den Helder heeft tevens overwogen om een subsidieverzoek in te dienen bij het Europees Sociaal Fonds, maar dit plan is niet geëffectueerd, voor zover wij weten. 44 Voor de rest zal ook inhoudelijk en qua methodiek lering zijn getrokken uit de verschillende projecten en hun verloop. Deze fungeren als good practices en hebben een voorbeeldwerking voor de 43
De gemeente Dordrecht heeft begin 2003 de huidige projectleider aangesteld. In de loop van 2003 is in Den Haag een uitvoerende projectleider aangesteld. Groningen heeft in de zomer van 2003 de toenmalige projectleider vervangen. In maart 2003 is voor SAASA een directeur benoemd. Haar aanstelling is beëindigd met de opheffing van SAASA per einde 2003. De Nijmeegse projectleider is begin 2004 verhuisd naar Curaçao en de projectmanager is per 1 juli 2004 vervangen. In de afsluitende fase werden personen uit het projectmanagement in Amsterdam, Den Haag en Groningen door ziekte geveld. Mede door de voorbereiding van nieuw Antillianenbeleid in een andere sector van de gemeenten Rotterdam, Den Helder en Nijmegen was de positie van de gemeentelijke projectleiders aan het eind van de rit niet geheel duidelijk. 44 Dit lijkt een reële optie voor de SPAG-projecten, althans voor de arbeidsmarkttoeleiding van jonge Antillianen, in Den Helder en in andere SPAG-gemeenten.
26
aanpak de Antilliaanse risicojongeren en de ontwikkeling van nieuw gemeentelijk Antillianenbeleid. Zonder andere gemeenten te kort te doen kunnen we zeggen dat Dordrecht er bestuurlijk gezien positief uitgesprongen is. De bestuurlijke en politieke aanpak in Dordrecht willen we als good policy daarom in het bijzonder aanbevelen aan andere gemeenten die zich op dit punt wensen te versterken en te verbeteren. IJkpunten voor “het Dordtse model” waren de beleidskaders en de geïntegreerde plannen en projecten die daarbij horen (Jaarprogramma 20012002; Jaarprogramma 2003-2004), alsmede de kritische adviezen van onder andere Pieters en Langenberg (Pieters en Langenberg, z.j.; 6 december 2002). In de jaarprogramma’s zijn de relevante projecten, samenwerkingspartners, doelgroepen, financiën, taakstellingen en fasering in een geïntegreerd beleidskader opgenomen. De programmaleider en de regiegroep bewaakten de voortgang en stuurden de projecten en de plannen bij wanneer dit noodzakelijk was.
27
2 De Antilliaanse gemeenschap: aandeel en inbreng De Antilliaanse gemeenschap was op papier een belangrijke partij in het gemeentelijke Antillianenbeleid. In de praktijk zagen we echter, vriendelijk gezegd, een wisselend beeld voor wat het aandeel en de inbreng van de Antilliaanse gemeenschap betreft. In Amsterdam, Den Haag, Den Helder en Rotterdam zijn de gedachten uitgegaan naar een Antilliaans Beraad, zijnde een min of meer officiële en liefst representatieve vertegenwoordiging van de Antilliaanse gemeenschap. Het beraad moest en moet de gemeente gevraagd en ongevraagd belangrijke adviezen kunnen geven. Amsterdam Zuidoost heeft vanaf het eerste begin in 2001 consequent in deze richting gewerkt; de voorbereiding en de facilitering van het beraad was de hoofdmoot van het Antillianenbeleid, naast de speciale begeleiding van inburgeraars (zie boven). Eruit geresulteerd is de Stichting SABANA. In de andere gemeenten waren de ervaringen en ontwikkelingen wisselend, maar er is progressie geboekt. Officieel en de facto hadden Den Haag en Den Helder aan het eind van de periode een Antilliaans beraad. Rotterdam kende reeds vanaf 2001 een Strategisch Antilliaans Beraad. Dit Antilliaans Beraad werd in 2004 op democratische leest onder de nieuwe naam MAAS voortgezet na een periode van minder intensief overleg en consultatie in 2002 en de eerste helft van 2003. Groningen heeft alle jaren samengewerkt met Forsa Groningen, dat informeel adviezen gaf. De wethouder onderhield contact met deze en andere Antilliaanse organisaties. Forsa was echter ook of overwegend een op uitvoerend werk gerichte organisatie. In de stad Groningen functioneerde Forsa als een eerstelijns organisatie voor Antilliaans welzijnswerk en in de provincie was het een tweedelijns organisatie voor de ondersteuning van Antilliaans welzijnswerk, Antilliaanse zelforganisaties, etc. De provincie faciliteerde Forsa als tweedelijns organisatie echter niet meer. Nijmegen overlegde incidenteel met Antilliaanse vertegenwoordigers en investeerde in culturele voorzieningen voor Antilliaanse groepen. In 2003 is daartoe de culturele organisatie Palu Kultural opgericht. Ook in Dordrecht voerde onder andere de wethouder op gezette tijden informeel overleg met deskundigen uit de Antilliaanse gemeenschap. Daar en ook elders waren verschillende Antilliaanse en Arubaanse culturele organisaties actief. Ze speelden enerzijds een rol door zelf projecten te initiëren en uit te voeren met. Anderzijds leverden ze bijdragen aan acties en activiteiten van de gemeenten en de algemene instellingen. Het beeld was niet alleen wisselend omdat vier van de zeven gemeenten een formele gesprekspartner faciliteerden en drie op meer informele manier overleg voerden met zelforganisaties en deskundigen. Het was ook wisselend omdat het overleg met de vier geformaliseerde gesprekspartners ‘moest groeien’. SABANA in Amsterdam Zuidoost had twee jaar nodig voor de interne regeling van de zaken, zoals benoemingen en bevoegdheden. Het Rotterdams beraad heeft een periode van (zeer) lage activiteit gekend. Het had in de eerste actieve fase een andere naam en samenstelling dan later. Het werd mede gehinderd door de opheffing van Forsa Zuid-Holland in 2003 door de provincie Zuid-Holland,45 omdat de directeur van Forsa tevens secretaris was van het Rotterdamse beraad. De faciliteiten voor het beraad in Den 45
Forsa was een tweedelijns steunfunctie-instelling voor Antilliaans welzijnswerk in de provincie Zuid-Holland, die bekostigd werd door de provincie. In Zuid-Holland en andere provincies zijn in de afgelopen jaren de meeste categoriale steunfunctie-instellingen voor specifieke migrantengroepen samengevoegd in brede multiculturele kenniscentra, zoals Forum op landelijk niveau en Palet in NoordBrabant. Sommige van deze samengevoegde instellingen zoals Palet hebben de Antilliaanse deskundigheid behouden en versterkt, maar de meeste niet.
28
Haag en Den Helder kwamen vanaf 2003 beschikbaar. De gemeente Den Helder vond toen dat er eigenlijk geen deskundige gesprekspartners in de gemeente waren en dat de kandidaten een speciale training en externe ondersteuning nodig hadden. Uit interviews bleek dat de deelnemers aan het formele en het informele gesprek ontevreden waren over de agenda en hun effectieve inbreng. Het gesprek leverde niet datgene op dat hun voor ogen stond. In dit verband zeiden gemeentelijke vertegenwoordigers dat overleg met de Antilliaanse gemeenschap niet altijd gemakkelijk en bevredigend is. Als oorzaak noemden ze verschillen en soms zelfs onenigheid tussen Antilliaanse groepen. Ze uitten twijfel aan de deskundigheid van de gesprekspartners, hoewel ze die niet in alle gevallen konden documenteren. Ook was er twijfel aan de betrokkenheid bij wat de gemeente kan en wil. Sommige Antilliaanse gesprekspartners waren voor sommige gemeentevertegenwoordigers te eenzijdig en te direct betrokken bij de Antilliaanse jongeren, mede omdat ze konden optreden als hun duidelijke pleitbezorgers. Wij hebben in 2003 ook met een aantal Antilliaanse gesprekspartners van de gemeenten gesproken.46 Naast verschillende positieve punten zoals de erkenning van een formele inbreng van de Antilliaanse gemeenschap was er ook kritiek. Deze hield in dat een aantal gemeentevertegenwoordigers en vertegenwoordigers van algemene instellingen niet deskundig waren en oogmerken hadden die niet in het belang van de Antilliaanse gemeenschap en de Antilliaanse risicojongeren waren of zouden zijn. Meestal waren deze Antilliaanse gesprekspartners expliciet of impliciet voorstander van een aanpak door eigen Antilliaanse organisaties, omdat professionals van deze organisaties de risicojongeren daadwerkelijk zouden kunnen bereiken en helpen. Ze vonden het verkeerd wanneer de gemeente de beschikbare budgetten toewezen aan algemene en ‘dus witte’ instellingen. Ze vonden dat ze onvoldoende tot hun recht kwamen als ze alleen mochten adviseren, interne voorlichting mochten geven of vrijwilligers mochten leveren. Ze waren duidelijk voorstander van een categoriale aanpak door Antilliaanse organisaties en beroepskrachten met een Antilliaanse achtergrond. Hun pleidooi voor de categoriale aanpak was in alle Antillianengemeenten behalve in Amsterdam Zuidoost politiek gezien onverkoopbaar. Wel hebben de gemeenten een aantal categoriale projecten opgenomen in een totaal plan van aanpak of bestaande categoriale welzijnsinstellingen zoals de Rotterdamse Stichting Welzijn Antillianen en Forsa Groningen een rol, taak en budget gegeven. Dit bleek echter over de gehele linie niet voldoende om alle Antilliaanse gesprekspartners tevreden te stellen. Zij hadden meer willen en in hun ogen ook kunnen doen op basis van betaalde overeenkomsten met de Antillianengemeenten. Vanuit dit gezichtspunt werden ze als deelnemers aan het beraad min of meer gefrustreerd. Van de kant van de gemeenten was er geen behoefte aan een beraad dat zich inzette als pleitbezorger van de categoriale aanpak of als belangenbehartiger voor bepaalde clubs en groepen. De algemene lijn van de gemeenten was om de professionele uitvoering van het Antillianenbeleid niet op te dragen aan categoriale (of, zoals wel in negatieve zin gezegd werd: aan super-categoriale) organisaties. Gerede bezwaren tegen de categoriale aanpak zijn de te kleine schaal van de betreffende organisaties en de zwakte van de professionele kwaliteitshandhaving bij kleine bureaus en organisaties. Andere bezwaren betreffen de angst voor cliëntelisme en onzorgvuldigheid in de boekhouding, waarbij fraude met ESF-gelden voor een terugkeer-
46
Wij hebben in 2003 een aantal Antilliaanse sleutelpersonen in de zeven gemeenten geïnterviewd, mede omdat we met veel onduidelijkheden inzake het aandeel en de inbreng van de Antilliaanse gemeenschap in de rapportages over 2001 en 2002 geconfronteerd werden.
29
project van jonge Antillianen in de jaren negentig van de vorige eeuw bijgedragen heeft aan de negatieve beeldvorming. Maar wat konden en moesten de gemeenten dan wel doen om de inbreng van de Antilliaanse gemeenschap te optimaliseren en naar tevredenheid te laten verlopen? Wat konden en mochten de gemeenten verwachten? Dit is onvoldoende van de kant van de gemeenten verduidelijkt. Wij misten van hun kant met name de interesse voor de ervaringsdeskundigheid van de Antilliaanse deelnemers aan het beraad. Immers, de Antilliaanse deelnemers waren bij uitstek ervaren en deskundig waar het ging om het bereiken en aanpakken van Antilliaanse risicojongeren en de culturele factoren die daarbij een rol spelen. Een plaatselijk Antilliaans Beraad was en is als het ware een lokaal en vrijwillig kenniscentrum voor Antilliaanse diversiteit. Deze functie was en is in het belang van de gemeenten en de plaatselijke algemene instellingen. De beraden hadden dan ook de kans moeten krijgen zich als zodanig te manifesteren, naast of in plaats van het pleiten voor de categoriale aanpak of de directe belangenbehartiging voor deze of gene club, dit of dat bureau, etc. Zij hadden juist op dit punt geconsulteerd kunnen en moeten worden, al dan niet tegen betaling. Zij hadden directer en betaald betrokken kunnen en moeten worden bij de methodiekontwikkeling en de ondersteuning van professionals en vrijwilligers in de eerste lijn. Hierbij was eveneens een rol weggelegd voor netwerken en netwerkbijeenkomsten van Antilliaanse professionals en vrijwilligers, zoals die gaandeweg in Dordrecht en Rotterdam van de grond zijn gekomen.
30
3 Toegang tot de instellingen Zoals we aan het begin van hoofdstuk 3 stelden: uit de nulmeting van Bureau Radar is gebleken dat de zeven Antillianengemeenten in 2001 een sterke en daadkrachtige aanpak en organisatie voor hun aanpak nodig achtten. Een sterke en krachtdadige aanpak stelde hoge en bijzondere eisen aan instellingen die de aanpak moesten realiseren alsook aan hun professionals en vrijwilligers47 in de eerste lijn. De sterke en krachtdadige aanpak werd in de praktijk veelal aangeduid met de term ‘sluitende aanpak’. Besproken is reeds in hoofdstuk 3 dat de vele verschillende instellingen met elkaar moesten en moeten samenwerken in het kader van de zogenaamde ketensamenwerking. Op dat punt was en is nog grote winst te boeken. Daarnaast of daarenboven moesten de instellingen toegankelijk zijn voor Antilliaanse risicojongeren, willen hun professionals deze doelgroepen kunnen helpen. Hierbij speelden methodische en culturele factoren een rol, veelal in wisselwerking met elkaar. Volgens de nulmeting en de jaarrapportages hebben de gemeenten in overleg met de uitvoerende instellingen plannen gemaakt en uitgevoerd om de algemene uitvoeringsinstellingen toe te rusten voor de aanpak van Antilliaanse risicojongeren. Ze hebben een zekere categoriale accentuering toegepast, bijvoorbeeld in het personeelsbeleid. Den Haag had aanvankelijk een speciale projectleider voor de Antilliaanse doelgroep in de gemeentelijke directie Welzijn, Onderwijs en Cultuur in dienst, in Den Helder waren er Antilliaanse schoolcontactpersonen, in Dordrecht waren er o.a. bij de woningbouwvereniging, de sociale dienst (SPAG) en in het wijkopbouwwerk Antilliaanse medewerkers ingezet, in Nijmegen bestond het projectteam uit Antilliaanse medewerkers. Amsterdam Zuidoost volgde met SAASA de lijn van de categoriale inburgeringsinstelling (zie boven). Alle gemeenten onderkenden het belang van de inschakeling van eerstelijns professionals met een Antilliaanse achtergrond, met name waar het ging om wijkagenten, straathoekwerkers, contactfunctionarissen, intermediairs, consulenten, coaches, begeleiders, etc. De instellingen konden hun toegankelijkheid vergroten door te zorgen voor professionals en vrijwilligers met de benodigde kwalificaties en culturele bagage. Meest voor de hand lag de inschakeling van professionals en vrijwilligers met een Antilliaanse achtergrond. Dit is alle gemeenten en bij de meeste betrokken instellingen gebeurd. Er bleek wel een frictiepunt bij de inschakeling van gekwalificeerde professional met een Antilliaanse achtergrond te zijn, zoals bleek uit een onderzoek dat DOCA Bureaus in 2003 voor OCaN heeft uitgevoerd (Muskens en Van Melik 2003). De gemeenten en de instellingen beschikten vaak over te weinig formatieplaatsen om de betreffende professionals aan te kunnen stellen. Ze behielpen zich meer dan wenselijk was met tijdelijke contracten, waardoor onder andere het verloop onder de gekwalificeerde professionals groot was. Bij het Rotterdamse project Ruman Grandi (individuele hulp 47
Wij noemen hier professionals en vrijwilligers in een adem, hoewel zij natuurlijk op bepaalde punten zoals kwalificatie en organisatie heel erg verschillend kunnen zijn. Professionals moeten op de eerste plaats bogen op hun vakbekwaamheid en hun geleverde prestaties, terwijl voor vrijwilligers op de eerste plaats telt of hun hart op de juiste plaats zit en zij de wil en de energie kunnen opbrengen om zonder honorering zich in te zetten. Uit methodisch oogpunt zijn er echter ook grote overeenkomsten; althans: de taken ten opzichte van de risicojongeren komen vergaand overeen. De overeenkomsten betreffen contact en communicatie, hulp, begeleiding, indien nodig correctie, etc. Gezien de ernst van de problematiek is de inzet van vakbekwame professionals vrijwel altijd geboden en zijn zij niet of alleen op onderdelen te vervangen door vrijwilligers. Echter: in de praktijk zien wij liever een gemotiveerde vrijwilliger dan een ondermaatse, onbekwame en dus te dure professional.
31
en begeleiding vanuit het RIAGG Rotterdam-Rijnmond) zijn de Antilliaanse begeleiders in vaste dienst genomen voor de follow-up van het project in de komende jaren. Volledig noodzakelijk was deze “Antillianisering” echter niet. Een aantal communicatieve basisvaardigheden waren ook op andere manieren te verwerven, zoals door cursussen Antilliaanse taal en cultuur, diversiteitstrainingen, etc., in samenwerking met Antilliaanse deskundigen en ervaringsdeskundigen. Het was een punt waaraan in Rotterdam, Dordrecht, Den Haag, Amsterdam Zuidoost en Groningen al aandacht was besteed in de jaren voor de rijksbijdrageregeling en dat ook in de periode van 2001 tot 2004 is voortgezet. Door het gemeentelijke Antillianenbeleid hebben plaatselijke instellingen de tijd en de middelen gekregen om geëigende methodieken te ontwikkelen en in de praktijk te beproeven. Ze hebben een kader kunnen scheppen voor bijscholing, supervisie en intervisie van de professionals en de vrijwilligers. Ze hebben op deze punten in de afgelopen vier jaar opmerkelijke vooruitgang kunnen rapporteren. Veel ingezette professionals en vrijwilligers konden de risicojongeren helpen omdat zij de jongeren konden verstaan, begrijpen, begeleiden en zo nodig corrigeren, vanuit de eigen Antilliaanse achtergrond of vanuit bijzondere ervaring en training op dit punt. Dit is een aspect geworden van het vak dat ze uitoefenden, bijvoorbeeld als contactfunctionaris, consulent, straathoekwerker, etc. Uit directe contacten en interviews 48 bleek dat de professionals met wie wij gesproken hebben vinden dat zij Antilliaanse risicojongeren konden helpen op basis van hun deskundigheid en achtergrond. Zij deden dit ook met grote inzet en wilden daarbij ook als eigen baas of initiatiefnemer voor de oprichting van een kleine specifieke organisatie van en voor Antillianen optreden. Velen stonden echter zeer kritisch tegenover hun ‘witte’ instellingen die zij eigenlijk zagen als voor Antilliaanse risicojongeren ontoegankelijke bolwerken. Deze houding werd versterkt door hun gevoel binnen hun ‘witte’ instellingen een marginale positie in te nemen als tijdelijke projectmedewerkers, van wie de aanstelling en inzet afhankelijk was van tijdelijke projectfinanciering. Het beeld van de eigen organisatie werd beter wanneer de organisatie zich sterk maakte om de hulp voor Antilliaanse risicojongeren in te bedden in het totale takenpakket van de organisatie en daarmee ook de plaats van Antilliaanse en andere deskundige medewerkers in de organisatie te verzekeren. Een voorbeeld daarvan was het RIAGG in Rotterdam (Ruman Grandi, zie boven). Uit deze kritische interviews en aanvullende gesprekken met de leiding van de instellingen kwam naar voren dat de leiding twee verschillende strategieën kon volgen. Ze kon de beheerder zijn van allerlei potjes met projectgelden en voor ieder project een paar professionals aantrekken die als kleine baasjes hun werk gingen doen, om na het project een nieuw project in te brengen of ergens anders weer aan de slag te gaan. De leiding kon ook alles op alles zetten om in de loop van de paar jaar die voor een project stonden het nieuwe werk (zoals de aanpak van Antilliaanse risicojongeren) in te bedden in het totale takenpakket van de instelling door met taken te schuiven, methodieken te ontwikkelen, de deskundigheid in de breedte te vergroten en met instanties zoals de gemeente te onderhandelen over financiering na afloop van het project. 48
Suzanne Huender heeft in het najaar van 2004 enkele instellingen in Den Haag, Rotterdam en Dordrecht bezocht en zowel met eerstelijns professional gesproken als met de leiding en anderen die zich op de achtergrond bezighouden met Antilliaanse risicojongeren. Het doel van de bezoeken was inzicht te verwerven in processen van deskundigheidsbevordering en methodiekontwikkeling ter bevordering van de toegang tot de instellingen. Daarnaast hebben wij in de loop van de tijd een groot aantal informele gesprekken gevoerd met professionals en anderen, onder andere tijdens bezoeken en werkconferenties.
32
De dominante strategie van de instellingen was die van het beheer over potjes met eigen baasjes. Het doel van het Rijk en daarmee dat van de gemeenten was echter de structurele inbedding van de aanpak van Antilliaanse risicojongeren na de rijksbijdrageregeling, dus na 2004. Dit is dus niet gebeurd, op enkele uitzonderingen na. De gemeenten dachten dit onderdeel van de inbedding aan de instellingen over te kunnen laten; 49 ze hadden al hun inbeddinginzet nodig om zich van een continue en bekwame programmaleiding te bewijzen. De meeste instellingen waren er als potjesbeheerders niet of te laat op gericht. De professionals namen als kleine baasjes een hybride positie in en de Antilliaanse beraden waren niet voldoende geïnteresseerd in het interne functioneren van de ‘witte’ instellingen. Hun voorkeur ging in alle jaren uit naar de aanpak van Antilliaanse risicojongeren door eigen, categoriale instellingen van en voor Antillianen. Het totale krachtenspel was ‘centrifugaal’ waar het om de inbedding ging. Wat wel heeft kunnen beklijven is de vergroting van de deskundigheid in de aanpak van Antilliaanse risicojongeren. In 2002, 2003 en 2004 vermeldden een aantal gemeenten gerichte acties om de kwaliteit van de aanpak door professionals en instellingen te verbeteren. Belangrijk element in de deskundigheidsbevordering betrof de achtergrondkennis omtrent Antilliaanse risicojongeren en hun ‘straatpapiamento’. Den Haag, Groningen en Nijmegen hebben speciale cursussen gegeven aan eerstelijns professionals in de Antilliaanse taal en cultuur, waardoor bijvoorbeeld politiefunctionarissen belangrijke opmerkingen in het Papiamento konden maken. Op deze wijze verzekerden zij zich tot op zekere hoogte van respect bij de doelgroep. Haagse contactfunctionarissen slaagden erin een dreigend conflict tussen Antilliaanse en Turkse scholieren te matigen, alsook om het schoolsucces van Antilliaanse leerlingen aanzienlijk te verhogen en de uitval tot een minimum te beperken.50 Rotterdam heeft in 2003 en 2004 drie speciale deskundigheidsprojecten op de rol gezet. Het betreft: 1. Intervisiegroepen bij het Ruman Grandi van het RIAGG, waar een belangrijk deel van de opvang en begeleiding van Antilliaanse risicojongeren is geconcentreerd, alsook bij andere grote projecten; 2. De facilitering van een netwerk van Antilliaanse professionals bij Rotterdamse instellingen. Deze professionals kunnen door andere professionals geconsulteerd worden op basis van hun specifieke kennis en ervaring;51 3. Een gericht deskundigheidsproject in de deelgemeente IJsselmonde voor de projecten aldaar op het gebied van de overlastbestrijding, de opvoedingsondersteuning en de cultuur.52 Met het naderen van het einde van de gemeentelijke projecten hebben een aantal instellingen en lokale programmaleiders werk gemaakt van de codificatie van nieuwe geëigende metho49
Afgezien van Dordrecht en Den Haag, dat de structurele inbedding in de uitvoeringsovereenkomsten als formele taak meegaf aan de uitvoerende instellingen. Dordrecht benadrukte dat de inbedding op instellingsniveau onlosmakelijk verbonden moest zijn met de integrale aanpak van Antilliaanse risicojongeren in die gemeente. 50 Door de financiële problemen van het Terra College na de moord op conrector van Wieren in het voorjaar van 2004 en door het aflopen van het Haagse programma Traha Brug kon de voortgezette inzet van de schoolcontactfunctionaris voor Antillianen en daarmee die van deze good practice niet verzekerd worden. 51 Dordrecht heeft ook een dergelijk netwerk. 52 Dit laatste betreffen Antilliaanse theaterproducties en brassbands van en voor jongeren.
33
dieken voor de aanpak van Antilliaanse risicojongeren. Het Rotterdamse netwerk heeft bijvoorbeeld een tool-box voor hulp aan en begeleiding van de risicojongeren gemaakt, die beschikbaar is voor leden van het Nederlands Instituut van Psychologen. Ook bij andere projecten zoals Ruman Grandi werd aan een methodiekboek gewerkt.53 De algemene conclusie mag zijn dat de algemene instellingen in de zeven gemeenten in de loop van de tijd beter toegankelijk zijn geworden voor hun Antilliaanse doelgroepen en dat ze beter zijn toegerust voor hun taken in het kader van het gemeentelijke Antillianenbeleid. Er is voor de tijd erna iets aan methodiekontwikkeling gedaan, maar dit garandeert niet dat de opgebouwde deskundigheid behouden blijft en zich verder kan ontwikkelen. Hiertoe was een doelgerichte inbedding van de aanpak van Antilliaanse risicojongeren in het totale takenpakket van algemene instellingen nodig geweest en daar heeft het, op uitzonderingen na, aan ontbroken.
53
Parallel aan het DIREKSHON!-project heeft OCaN het initiatief genomen voor een externe trainingsfaciliteit voor de mentoren en coaches van Antilliaanse risicojongeren. Daartoe is eind 2003 de Stichting COACH opgericht en met een train-de-coaches programma begonnen op basis van een speciaal methodisch handboek.
34
4 De aanpak in de praktijk 4.1 4.1.1
De gemeenten en hun aanpak in de praktijk Amsterdam
Amsterdam heeft met de rijksbijdrage een deelgemeentelijk project in Amsterdam Zuidoost gefinancierd. De bedoeling was dat na ongeveer twee jaar de stad en de andere deelgemeenten zouden kunnen profiteren van de kennis en ervaring die in Amsterdam Zuidoost was opgedaan met de opvang en begeleiding van Antilliaanse risicojongeren. Zo ver was het na twee jaar, dus in 2003 echter nog niet. In dat jaar en in 2004 werd het deelgemeentelijke project voortgezet54 en is geprobeerd er een succes van te maken, onder andere door een nieuw plan van aanpak, een nieuwe organisatie die onderdeel was van het deelgemeentelijke nieuwkomersbureau en werkconferenties met betrokkenen in de zomer van 2004. Amsterdam en Amsterdam Zuidoost hebben zich geconcentreerd op drie punten. Dat waren: 1. De analyse en diagnose van de situatie; 2. De categoriale aanpak, dat wil zeggen de begeleiding van jonge Antilliaanse nieuwkomers en andere Antilliaanse risicojongeren in Amsterdam Zuidoost door begeleiders met een Antilliaanse achtergrond; 3. Het aandeel en de inbreng in het beleid van een representatief Antilliaans lichaam. Met het oog op de analyse en diagnose zijn in 2001 twee werkconferenties gehouden met deskundigen en belanghebbenden. Op deze conferenties zijn de verschillende opties op de aanpak van Antilliaanse risicojongeren besproken en geënt op de politieke en maatschappelijke situatie van Amsterdam Zuidoost. In 2003 heeft het gemeentelijke onderzoeksbureau O+S in opdracht van het deelgemeentebestuur de jeugdige Antilliaanse doelgroep in Amsterdam in kaart gebracht. Bijzondere aandacht ging uit naar Amsterdam Zuidoost omdat daar het project liep en omdat de helft van de doelgroep daar woont. In de zomer van 2004 zijn wederom vier werkconferenties gehouden, waar geïnteresseerde Antilliaanse organisaties en professionals hun plannen op tafel konden leggen met uitzicht op financiering tot medio 2005. Voor de begeleiding van Antilliaanse risicojongeren heeft Amsterdam Zuidoost aanvankelijk een categoriale organisatie opgericht.55 Dit was SAASA, zijnde de Stichting Antilliaans en Arubaans Servicecentrum Amsterdam. Het bestond einde 2003 uit een team van vijf medewerkers. In 2002 en 2003 is de leiding van dit centrum verschillende keren in andere handen overgegaan. Het centrum begeleidde individuele cliënten en stimuleerde sociaal-culturele activiteiten zoals een Antilliaanse kinderfilm en een softbalteam. SAASA is per einde 2003 opgeheven, omdat SAASA het beleid van de deelgemeente om de begeleiding van Antilliaanse nieuwkomers in te bedden in het algemene nieuwkomersbureau van Amsterdam Zuidoost niet wilde volgen. Hierom heeft Amsterdam Zuidoost in maart 2004 ALAA als een speciaal loket voor jonge Antilliaanse nieuwkomers geopend. Van ALAA uit werden projecten voor jonge Antillianen geëntameerd, zoals dat in 2002 en 2003 vanuit SAASA geschiedde. Er was veel aandacht voor papiamentotalige audiovisuele voorlichting; verder waren er ook sport- en muziekprojecten. 54
De voorzetting werd door het deelgemeentebestuur gegarandeerd tot medio 2005. In 2001 was dit werk eerst uitbesteed aan een bestaande Antilliaanse categoriale welzijnsorganisatie, zijnde het bureau Wil di Bida van Forsa-Amsterdam. Dit bureau had voordien een SPAG-project uitgevoerd in Amsterdam Zuidoost, dat na 2000 niet was voortgezet. 55
35
Op de eerste werkconferentie in 2001 zijn afspraken gemaakt tussen het deelgemeentebestuur en enkele Antilliaanse deskundigen over de oprichting van een Antilliaans Beraad voor Amsterdam Zuidoost. Dit beraad dient en diende de deelgemeente gevraagd en ongevraagd van advies over de aanpak en opvang van Antilliaanse risicojongeren. Voor het beraad is in 2002 een stichting in het leven geroepen, de stichting SABANA. De stichting heeft een subsidie toegezegd gekregen voor 2003 en 2004. De inzet vanuit SABANA is zeer intensief met wekelijkse besprekingen en een viertal bijzondere commissies. 3.1.1
Den Haag / Traha Brug
Den Haag uitte zich eind 2003 optimistisch over het verloop en de opbrengsten van zijn Antillianenbeleid. Onmiskenbaar is dat er in de tweede helft van 2002 en vervolgens in 2003 en 2004 veel bereikt is. Op een enkel projectonderdeel na, zijn de in het plan van aanpak "Traha Brug" genoemde doelen behaald. In 2004 kon er worden geoogst, wat eerder gezaaid was. De projectleiding is het gemeentelijke programma Traha Brug gaan implementeren door projecten in uitvoering te geven en aan te sturen, de informatievoorziening in de uitvoeringsketens aan te pakken, de inbedding van de aanpak van Antilliaanse risicojongeren in regulier beleid voor te bereiden en “uitvoeringsoverleggen” met de vertegenwoordigers van deelprojecten te initiëren. Er zijn een heel aantal grotere en kleinere projecten in uitvoering gegeven en ondersteund bij bijvoorbeeld de politie en andere justitiële instanties (HALT, voogdij), het wijk- en het jongerenwerk, het onderwijs, de begeleide huisvesting,56 in de opvoedingsondersteuning, voor ouden nieuwkomers, in de papiamentotalige media, etc. Het spectrum aan projecten omvat dus alle relevante terreinen waarop de aanpak van Antilliaanse risicojongeren zinvol en nodig kan zijn. Een aantal projecten springen er als zijnde bijzonder interessant uit. Dit betreft onder andere de deskundigheidsbevordering bij de politie en andere instellingen via speciale cursussen Papiamento en Antilliaanse cultuur en de aanstelling van speciale contactfunctionarissen bij de politie en bij middelbare scholen. De laatste was er mede verantwoordelijk voor dat de schooluitval onder Antilliaanse jongeren op de betreffende school bijzonder laag bleef en dat een dreigend conflict tussen Antillianen en Turken gematigd kon worden. In de aansturing van uitvoeringsinstellingen heeft een inmiddels goeddeels opgeloste rimpel gezeten. De gemeente stond een stevige bijdrage voor ogen van de kant van de categoriale welzijnsinstelling voor Antillianen in Den Haag, zijnde het steunpunt STAAD. In 2002 waren er geen structurele contacten met STAAD. In 2003 en 2004 was er wel direct contact tussen de projectleiding en STAAD. STAAD nam toen deel aan de “uitvoeringsoverleggen” en had ook eigen uitvoeringstaken voor inburgeringsprojecten en projecten voor de opvang van tienermoeders. De informatie-uitwisseling in de uitvoeringsketens is weliswaar verbeterd, maar bleef de projectleiding zorgen blijven baren. De “uitvoeringsoverleggen” hebben voor 2003 en 2004 een positief effect op dit punt betekend. Inbedding was een belangrijk aandachtspunt voor de projectleiding en kwam in het uitvoeringsoverleg steeds aan de orde, onder andere in de samenwerking en de samenwerkingsover56
De Foyer met zijn tien plaatsen blijkt een dure investering te zijn. De stapeling van hulpverlening, eigen begeleider, reguliere hulpverlening die verantwoordelijk is voor plaatsing en de ingezette coaches houdt een onevenredig grote aandacht in voor een relatief kleine groep. De uitstroom van 80 % positief werd niet gehaald. Er was wel uitstroom, maar dat leek meer op vluchtgedrag i.v.m. huurschuld of andere negatieve zaken.
36
eenkomsten met de Haagse welzijnsorganisatie DUWO. In de overeenkomsten werd standaard opgenomen dat een instelling de opgedragen taken na de Traha Brug-periode zal gaan uitvoeren als reguliere taak. De “uitvoeringsoverleggen” met de vertegenwoordigers van de uitvoerende instellingen vonden iedere zes weken plaats. 3.1.2
Den Helder
De plaatselijke welzijnstichting Triton heeft in 2001-2004 de beoogde prestaties behaald met activerings en projectencentra voor 18-minners en een ontmoetingscentrum voor 18-plussers, alsook met verschillende andere projecten. Daarnaast benaderde het straathoekwerk risicojongeren in de wijk Nieuw Den Helder en zijn preventieve projecten uitgevoerd. Hierdoor zijn de verschillende doelgroepen onder de Antilliaanse risicojongeren bereikt en is hen begeleiding geboden. In 2003 is met een kinderhuiskamer gestart, gericht op moeilijk bereikbare ouders. Er is gezinssteun geboden aan tien problematische gezinnen, twaalf kinderen kregen extra buitenschoolse opvang en hulpverleners hebben contact gelegd met twintig meisjes in het kader van een loverboyproject. Er was geld voor een Antilliaans en multicultureel ontmoetingscentrum Bon Bini, dat rond de kerst van 2004 gesloten moest worden wegens overlast door de doelgroep en een schietincident. Het zou in 2005 een nieuw onderdak krijgen in het kader van de totale renovatie van de wijk Nieuw Den Helder. In 2003-2004 is met externe deskundige hulp de inbreng van een Antilliaans Beraad van de grond gekomen. Triton heeft het advies gekregen de kwaliteit van de geleverde diensten te verbeteren, onder andere door de aanstelling van medewerkers met een Antilliaanse achtergrond.57 Daarnaast is ingespeeld op DIREKSHON! via een begeleid huisvestingsproject voor 26 jonge Antillianen in een foyer. Dit project is in uitvoering gegeven aan de YMCA in Den Helder.58 3.1.3
Dordrecht
Dordrecht voerde al voor de rijksbijdrageregeling een min of meer gericht Antillianenbeleid. Dit was onder andere een reactie op gewelddadige conflicten in de wijk Oud-Krispijn in 1999, waar een grote concentratie Antilliaanse risicojongeren woonde. Bij het begin van de bijdrageregeling in 2001 bestond het beleid uit een SPAG-project, inburgeringsprojecten en wijkveiligheidsprojecten door politie en Justitie in de Buurt. Ook waren er reeds plannen voor begeleide woonprojecten, waarvoor de foyergedachte overgenomen was van Franse steden als Rijssel. Toen en later liet de gemeente verkennend onderzoek doen naar de Antilliaanse doelgroepen. De doelgroep is relatief groot en groeide toentertijd snel. Velen kwamen uit één specifieke zwakke wijk op Curaçao. Dordrecht heeft daarom een integrale aanpak van Antilliaanse risicojongeren ontwikkeld die een voorbeeld is voor alle gemeenten die eenzelfde integraliteit wenselijk vinden. Kernpunten in de integrale aanpak en de daaraan ten grondslag liggende filosofie zijn: 1. Geen snelle recepten. Eenmalige investeringen hebben geen nut en geven ook geen vertrouwen bij de doelgroep dat hun problematiek serieus genomen wordt. 2. Problemen zijn niet in een of twee jaar op te lossen. 57
Er is een medewerker met een Antilliaanse achtergrond aangesteld. Triton runde al van voor 2001 een kleine huisvestingsvoorziening voor Antilliaanse jongeren met tien plaatsen in de zg. Pastorie. Deze voorziening bestond ook eind 2004 nog maar werd in zijn voortbestaan in de eerste maanden van 2005 direct bedreigd vanwege de beëindiging van de rijksbijdrageregeling, SPAG en andere rijksfinancieringsstromen (Noordhollands Dagblad, 15 maart 2005). 58
37
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Het vinden en binden van de groep jongeren vraagt voortdurende investering. Betrokkenheid van Antilliaanse professionals opent deuren tot de doelgroep. Kwaliteitsimpuls van vrijwilligers als professionals is nodig. Flexibiliteit in de uitvoering van de projecten is nodig. Bestuurlijke betrokkenheid is randvoorwaarde voor effectief gedragen beleidsuitvoering. Kennisoverdracht binnen projecten en binnen gemeente verdient aandacht. Kennisuitwisseling tussen gemeenten kan worden verbeterd. Aandacht voor inbedding van activiteiten in het reguliere beleid dient bij de start van projecten reeds als doel worden benoemd. Dit vergt enkele jaren. 11. Participatie vanuit de doelgroep is van belang. De ambtelijke ondersteuning vergt veel tijd. 12. Start netwerkbijeenkomsten die passen binnen de lokale context. 13. Heldere spelregels hanteren voor de doelgroep is nodig. 14. Gemeente dient schakelfunctie te vervullen en de regierol op zich te nemen. In 2001 heeft de gemeente een beleidsnota ontwikkeld voor de aanpak en opvang van Antilliaanse risicojongeren. Het gedetailleerde plan van aanpak is reeds in de zomer van 2001 door de gemeenteraad vastgesteld. Het plan specificeert de projecten van velerlei instanties en instellingen, zowel voor wat betreft de doelstellingen als de financiering. Op het punt van de financiering werd aangegeven wat uit reguliere middelen komt en wat uit subsidies zoals de rijksbijdrageregeling. De beleidsnota en de plannen van aanpak zijn later bijgesteld op basis van voortschrijdende ervaring. Projecten werden geïnitieerd op het terrein van: 1. Huisvesting en leefbaarheid (vijf projecten); 2. Criminaliteitsbestrijding en openbare orde (zes projecten); 3. Jeugd en jongeren, opvoeding, vrij tijd (zeven projecten); 4. Inburgering, werk en onderwijs (drie projecten); 5. Communicatie en participatie (vier projecten); 6. Deskundigheidsbevordering uitvoerende instellingen (zes projecten). De plannen werden systematisch gevolgd door de gemeentelijke projectleiding en door het sociaal-geografisch bureau van de gemeente (SGB). Ze zijn jaarlijks aangepast en bijgesteld, onder andere na een evaluatief onderzoek en advies over de uitvoering en de ketensamenwerking door het bureau Ad Interim in 2002 (Pieters en Langenberg z.j.; dec. 2002). Uit dit onderzoek en advies bleek dat ketensamenwerking heel moeilijk is in de praktijk, ondanks de hoge inzet van individuele professionals, vrijwilligers en organisaties. Op alle relevante punten kan Dordrecht in de rapportages verwijzen naar good practices. Het btrof onder andere de volgende projecten: 1. Veiligheid, repressieve aanpak: het Dordrecht Allochtonen Team DAT van de politie en de werkgroep overbewoning van politie en burgerzaken; 2. Veiligheid, preventieve aanpak: Empowermenttrainingen door de sociale dienst, kadertrainingen, vindplaatsgericht werken; 3. Vindplaatsgericht werken: vijf nieuwe activiteiten van Nos Kas, heel veel kleine activiteiten voor kids en voor oudere jongeren, gecombineerd met inbedding van Nos Kas in regulier buurthuis; sportstimulering; kadertrainingen; 4. Empowermenttrainingen voor respectievelijk nieuwkomers en oudkomers; 5. Dagbesteding: sportstimulering, zomerkamp, Nos kas, eigen initiatieven Antilliaanse organisaties;
38
6. Opvoedingsondersteuning: sociaal mentoraat door Sentro di Mama; speciaal foyer voor eenmoedergezinnen en jonge vrouwen (foyer Minnaertsweg); meetingpoint Crabbehof; 7. Begeleide huisvesting: zie boven foyer Minnaertshof en meetingpoint Crabbehof; verder: foyer Colijnstraat, werkgroep overbewoning, woonverdelingssysteem; 8. Zorg: Bureau schuldhulpverlening, meetingpoint Crabbehof, Sentro di Mama, Nos Kas, ambulante jongerenwerker, buurtwoning Pa Tur – langs deze kanalen worden tientallen Antillianen in de problemen nu bereikt; 9. Onderwijs, cultuur, sport: inzet Antilliaanse leerkrachten, onderwijsassistenten en schoolmaatschappelijk werk in het basisonderwijs; onderwijs NT2 in het voortgezet onderwijs, cursussen voor de Antilliaanse doelgroepen en professionals die met Antillianen werken; 10. Aandeel en inbreng Antilliaanse gemeenschap: voortzetting en inbedding van de eerdere initiatieven; 11. Toegang tot de algemene instellingen: intervisietraject voor professionals van algemene instellingen met een Antilliaanse achtergrond; interculturalisatieprogramma verzorgd door het Centrum voor Integratiebevordering; jaarlijkse wereldlunch. Inbedding staat centraal in de beleidsvorming en de planmatige aanpak, evenals de deskundigheidsbevordering, het behoud van de opgebouwde deskundigheid en de toegang tot de instellingen na de projectfinanciering. Dordrecht is te zien als een kenniscentrum voor de opvang en begeleiding van Antilliaanse risicojongeren in de praktijk. Methoden en methodieken zijn er ontwikkeld en getest. Ze verdienen grote aandacht van alle betrokkenen bij de aanpak van Antilliaanse risicojongeren. 3.1.4
Groningen / Ganashi
Het Groningse Antillianenbeleid bestond in de periode 2001-2004 uit een mix van beleidsintensiveringen en nieuwe maatregelen, gericht op: 1. Zicht krijgen en houden op Antilliaanse jongeren; 2. Voorkomen van afglijden en preventie; 3. Repressief tegengaan van overlast en criminaliteit; 4. Afstemming van bestuurlijke relaties; 5. Verbetering van toekomstperspectief in de Nederlandse Antillen. Voor het eerste punt (zicht krijgen en houden) achtte de gemeente vooral de bevolkingsadministratie en de voogdij verantwoordelijk. Bij burgerzaken is er nu Eén Loket van Antillianen en Arubanen van waaruit ze geadministreerd worden en verder geleid naar inburgering etc. Het tweede punt betrof het voorkomen van afglijden en preventie. Het was een kwestie van hulpverlening door het hulpverleningsteam van Ganashi en Forsa-Groningen. Verder hadden veel andere instellingen en instanties ook een taak op dit punt. Groningen noemde in dit verband: 1. Inburgering en onderwijs, 2. Jeugdbeleid, 3. Lokaal preventiebeleid 4. Sociaal-cultureel Antillianenwerk in wijken als Beyum en Lewenborg, 5. Opvoedingsondersteuning en kinderopvang, 6. Begeleid wonen (woonprojecten en Leger des Heils), 59 59
Met plannen voor begeleid wonen is Groningen vroeg begonnen. Hiertoe diende al enkele jaren geleden het project Wonen als Stadjer. Met DIREKSHON-middelen is in 2003 het woonproject Biba Bon, Bida Bon (Woon Goed, Leef Goed) opgezet met 12 plaatsen.
39
7. Dagopvang (onder andere een sleutelwerkplaats), 8. Mentoraat en zwaardere vormen van begeleiding door de mentoren van Forsa-Groningen, 9. Werk- en scholingstrajecten in het kader van het SPAG-project. Voor het repressieve tegengaan van overlast en criminaliteit waren en zijn er justitiële middelen in het kader van CRIEM. Ten behoeve van individuele trajectbegeleidingsprojecten en de aanpak van de harde kern was er de inzet van de bovenregionale recherche en moest er een project komen voor Antillianen die in detentie zitten. De repressieve aanpak is in loop van 2002 reeds ontwikkeld en in praktijk gebracht. Er is toen een speciaal rechercheteam samengesteld, het zg. Antar-team. Er is begonnen met de top-50 aanpak inclusief de aanpak van harde kerners. De top-50 aanpak omvatte verder preventieve sociale activeringstrajecten in combinatie met hulpverlening wanneer die nodig was. Er zijn overlastteams in de wijken met de hoogste overlast gekomen zoals Centrum, Beijum en Lewenborg. Er zijn twee contactfunctionarissen bij de Groningse politie aangesteld. Er zijn speciale cursussen geweest voor Papiamento en de Antilliaanse cultuur. Er is een SDA-rechercheur aangesteld voor de intensieve begeleiding van recidiverende Antillianen. De politie werkte nauw samen met de gemeente en het Groningse Antillianenproject Ganashi. Niettemin moest men constateren dat de ketensamenwerking lastig was en lastig blijft. Daarom zal deze verder verbeterd moeten worden. Voor de afstemming van de bestuurlijke relaties achtte Groningen een kennis- en expertisecentrum nodig. Daarbij vond de gemeente een groot aandeel en een krachtige inbreng nodig vanuit de Antilliaanse gemeenschap. Vanuit de ervaringen die opgedaan zijn in de afgelopen jaren wilde Groningen de Antillianenproblemen in de stad verder aanpakken. Daartoe was de inbedding van de aanpak in het reguliere werk van de instellingen wenselijk geweest, naast de doorloop en continuering van bepaalde projecten en nieuwe initiatieven in het kader van het komende convenant met het Rijk. De inbedding is, ondanks de inzet en de opgebouwde deskundigheid achtergebleven bij de verwachtingen en wensen van de gemeente. Wel is de voortzetting van een aantal belangrijke projecten in Groningen voor de komende twee jaar gegarandeerd, mede in het kader van het af tesluiten convenant 2005-2009 met het Rijk. 3.1.5
Nijmegen / Trabou tin
Trabou Tin was van oorsprong een SPAG-project voor werk, scholing en begeleiding, dat gestart was in 1998. In 2001 is dit project een tweede fase ingegaan, die mede mogelijk werd gemaakt door de rijksbijdrageregeling. In de aanloop naar 2001 – het jaar dat de eerste projectperiode van Trabou Tin afliep – werd door het projectmanagement aangegeven dat de operationele doelstellingen ruimschoots gehaald werden: een jaarlijkse instroom van meer dan 50 personen en een jaarlijkse uitstroom van circa 30 mensen. Alleen constateerde men dat er jaarlijks steeds meer (problematische) Antillianen in Nijmegen kwamen wonen en dat de aard van hun problemen eerder toe- dan afnam. Met andere woorden: Trabou Tin moest nog een tijd gecontinueerd worden, zeker gezien het feit dat de reguliere instellingen de aanpak nog niet hadden overgenomen. Met andere woorden: de ambitieuze doelstelling dat Trabou Tin binnen drie jaar overgenomen zou worden door de reguliere instellingen werd in de loop van 2001 bijgesteld. Het project zou verlengd moeten worden tot en met 2004, dus met vier extra jaren. Het arbeidsmarktproject Trabou Tin is voortgezet. Er zijn in de periode 2001-2004 256 jonge Antillianen op een traject naar scholing en werk gezet. Van hen zijn 100 uitgestroomd naar
40
werk of verdere scholing; eenderde is uitgevallen. Dit is een gematigd succes. Ook de aandacht van politie en justitie voor de doelgroep is blijven bestaan en was onderwerp van bespreking in de driehoek. Het management van het voortgezette Trabou Tin stond hier echter min of meer buiten. In 2003 heeft de gemeente aan de Nederlandse Politie academie een diepteonderzoek opgedragen over (zware) criminaliteit van Antilliaanse jongeren. De onderzoekers hebben bijzonder diepte-interviews kunnen voeren met een aantal jongeren die gevangenisstraffen uitzaten. Het resultaat is een indringend verslag van de problemen die sommige Antillianen in Nijmegen veroorzaakten. Het ging daarbij in belangrijke mate om ‘macho-gedrag’ van jongens die zichzelf niet echt slecht vonden (Van Wijk, Bervoets en Stol 2003).60 Er zou in Nijmegen ook een politiecontactfunctionaris Antillianen aangesteld worden, maar dat was tot in het laatste jaar niet gelukt.61 In 2002 en 2003 is sterk geïnvesteerd in de sociaal-culturele infrastructuur van de Antilliaanse gemeenschap. De gemeente heeft de oprichting van een culturele stichting, de stichting Palu Kultural of Cultural Tree, gefaciliteerd. Deze stichting draaide geheel op vrijwilligers en er ging veel energie zitten in hun werving en coaching. Het was de bedoeling dat er in en vanuit Palu Kultural een Antilliaans Beraad zou komen ter advisering van de gemeente en het gemeentelijk Antillianenbeleid.62 Dit beraad is er niet gekomen. Wel moest geconstateerd worden dat er een groeiend aantal conflicten was rond Palu Kultural. De conflicten hebben zich op verschillende niveaus voorgedaan: het ambulant jongerenwerk, het beheer van Boerderij Meijhorst, de beoordeling van de resultaten van preventieve programma’s en de oprichting van de Antilliaanse zelforganisatie (De Gelderlander 22 maart 2005). In overwegende mate hebben die conflicten te maken (gehad) met (de perceptie van) verschillen in de werkwijze. Grof gezegd: aan de ene kant stond het werken binnen en vanuit instituties (en bureaucratieën) en aan de andere kant de meer rechtstreekse aanpak van degenen die de eigen gemeenschap van binnen en de straat van buiten kennen. 3.1.6
Rotterdam / Lus di Trafiko
Rotterdam had en heeft de hoogste concentratie van Antilliaanse risicojongeren in heel Nederland. Het kon in 2001 bij de start van de bijdrageregeling aanhaken op een aantal zaken die al bestonden en al liepen. Dat waren onder andere SPAG-projecten van de gemeente en in verschillende deelgemeenten (GoAls genaamd), de plaatselijke welzijnsorganisatie voor Antillianen SWA en Forsa Zuid-Holland als categoriale steunfunctie in de tweede lijn. In 2001 werd de infrastructuur versterkt met een speciale programmaleiding voor de bijdrageregeling onder de naam Lus di Trafiko en het Rotterdams Antilliaans Beraad dat de gemeente ging adviseren over het te voeren Antillianenbeleid. Eerste projecten die gehonoreerd werden betroffen subsidies aan papiamentotalige media in Rotterdam die voorlichting gingen geven aan de Antilliaanse doelgroepen en aan het RIAGG Rotterdam-Noordwest dat een project opzette voor intensieve individuele begeleiding van Antilliaanse jongeren in de problemen door coaches met een Antilliaanse achtergrond. Dit was het project Ruman Grandi / Grote Broer. 60
Voor het beleid geven de onderzoekers een aantal gerichte aanbevelingen omtrent de registratie en de monitoring van criminaliteit van Antilliaanse jongeren. Ze gaan niet in op de aanpak van bijvoorbeeld de harde kern, of op preventie- en reclasseringsstrategieën. 61 De gemeente heeft het Rijk gevraagd de gereserveerde middelen na 2004 te mogen besteden, maar daar kon het Rijk niet mee instemmen (Directie Bestuur & Organisatie, Brief van 5 juli 2004; Haimé, M.L., Brief van 16 augustus 2004). De gemeente heeft niettemin in het voorjaar van 2005 een politiecontactfunctionaris aangesteld. Deze is betrokken bij de nieuwe aanpak 2005-2008. 62 Dit Beraad is in april 2005 opgericht.
41
In de loop van 2002 en in 2003-2004 zijn gerichte projecten uitgezet in aansluiting op de bestaande inzet van bijvoorbeeld deelgemeenten en instellingen. Lus di Tafiko kon een extra investering doen in Antillianenprojecten binnen het kader van de doelstellingen en de prioriteiten van de gemeente. Lus di Trafiko heeft voor elk project afspraken vastgelegd die vooral betrekking hadden op enerzijds de inhoud van het project (wat gaan we doen) en anderzijds het aantal Antilliaanse risicojongeren dat bereikt zou moeten worden. Lus di Trafiko heeft vervolgens nauwgezet gemonitord of de aantallen ook bereikt zijn.63 Lus di Trafiko was in deze zin vooral gericht op vinden; minder op binden en de sluitende aanpak, die op de acties zou moeten volgen. Er zijn op basis van alle aanvragen in 2002 en 2003 46 projecten gehonoreerd en gestart. Hieronder was een project ter ontwikkeling van het Antilliaans Beraad als een democratisch netwerk, alsook verdere subsidie voor papiamentotalige voorlichting via de lokale Antilliaanse radio en televisie. De 46 projecten waren bedoeld als bijdragen tot het succes van zeven gemeentelijke beleidsprioriteiten. Het betrof de volgende prioriteiten: 1. Aan de slag in Rotterdam, met vier projecten waaronder GoAls en Ruman Grandi. Over deze beide projecten oordeelt de gemeente dat zij een succes zijn, omdat ze geheel aan hun doelstellingen en verwachtingen voldaan hebben; 2. Investeren in de Nieuwe Generatie, met zeventien projecten, waarvan veertien uit de deelgemeenten Charlois, IJsselmonde en Hoogvliet. Veertien projecten haalden hun doelstelling volledig of bereikten meer Antillianen dan afgesproken; twee projecten bleven steken op 80%. Het zijn onder andere een voorlichtingproject aan moeders door het radiostation Nos Rais, de Drie Generaties Soos in IJsselmonde, en het Jonge Moeders Project in Hoogvliet, en andere opvoedingsondersteuningsprojecten, huisvestingsprojecten, specifiek maatschappelijk werk, schuldhulpverlening, etc. 3. Op Het Juiste Spoor, met zeven veiligheidsprojecten, waarvan vijf in de deelgemeenten IJsselmonde en Feijenoord. Het zijn vooral hangjongerenprojecten, waarvan er zeker vier ruimschoots aan hun doel hebben beantwoord; 4. Vraag en behoefte, met twee projecten, zijnde de eerder genoemde reactivering van het Antilliaans Beraad en de ondersteuning van een Antilliaans vrijwilligerswerk; 5. Behoorlijke Huisvesting, met zes projecten, namelijk vijf begeleide woonprojecten en een regiegroep voor begeleide woonprojecten. Deze regiegroep was onderdeel van Lus di Trafiko; 6. Positieve Beeldvorming, met vijf projecten waarvan er vier met meer dan het beoogde succes zijn afgerond. Een is een project van de papiamentotalige TV (thema-uitzending over rolmodellen), twee zijn projecten in de deelgemeente Hoogvliet (rolmodellen, huis en inrichting) en twee in IJsselmonde die de kracht van cultuur moeten uitstralen op de jongeren en de lokale gemeenschap (theater, brassband); 7. Deskundigheidsbevordering, met twee projecten van Lus di Trafiko zelf en een van de deelgemeente IJsselmonde. Een van beide eigen projecten van Lus di Trafiko is een be63
Bereikt werden Antillianen en meestal Antilliaanse jongeren. In een aantal gevallen ging het om (wat) oudere jongeren of om vrouwen die direct of indirect grote invloed hebben op de risicojongeren, als moeder of tante of grootmoeder, etc. Het onderscheid in het feitelijke bereik tussen risicojongeren en andere jongeren is lastig. Rotterdam hanteert als criterium dat iemand op twee indicatoren een zwakke maatschappelijke positie moet hebben. Lus di Trafiko heeft het Rotterdamse Centrum voor Onderzoek en Statistiek COS laten meten in hoeverre de bereikte Antillianen aan te merken zijn als risicojongeren, volgens dit criterium. Voor open activiteiten zoals een brassband of een sprotinstuif gaat het om de helft. Bij individuele hulp en zorg om ten minste negentig procent (COS 2004).
42
scheiden subsidie voor de oprichting van een Netwerk van Antilliaanse Professionals bij algemene instellingen. In totaal zijn 2191 Antilliaanse Rotterdammers bereikt. Projecten zijn uitgevoerd daar waar ze thuishoorden, namelijk in vier deelgemeenten, in 21 reguliere instellingen en door zeven Antilliaanse organisaties. Door de verschillende projecten zijn succesvolle vormen van vinden, binden en begeleiden gevonden. Er is tevens een basis gelegd voor lange termijn oplossingen. De verworven deskundigheid is onder andere samengevat in de tool-box Changa! van en voor Antilliaanse professionals. Wethouder Geluk stelde in het eindverslag van Lus di Trafiko dat Rotterdam met Lus di Trafiko een belangrijke stap heeft gezet. En er zullen meer stappen volgen, waarvoor nieuwe plannen worden gemaakt. Daarin worden de kennis en ervaring van Lus di Trafiko vanzelfsprekend meegenomen.
3.2 4.1.1
Good practices Wat zijn good practices
Een good practice is een aanpak in de praktijk waaraan op grond van argumenten de kwalificatie ‘goed’ gegeven kan worden. Ermee wordt aangeduid dat de aanpak ter plaatse werkt en elders heel wel bruikbaar kan zijn. Een good practice moet hierom aan de volgende eisen voldoen: 1. Het moet gaan om een aanpak die is gebaseerd op een gefundeerde beleidstheorie. Een beleidstheorie is een redenering over doelen en middelen. Een gefundeerde beleidstheorie geeft duidelijke doelen aan en middelen die tegen de geringste kosten de beste resultaten beloven. De fundering is ten minste een logische fundering, maar berust tevens bij voorkeur op ervaringskennis, pilootprojecten, literatuurstudie, etc. Een gefundeerde beleidstheorie is echter nog geen good practice op zichzelf. Het is een goede bedoeling en goede bedoelingen mogen we niet verwarren met goede resultaten. Te bewijzen is dat de aanpak ook werkt en dat is tevens een kwestie van uitvoerbaarheid en resultaat. 2. Een good practice moet in een bepaalde plaatselijke context uitvoerbaar zijn. Er moeten professionals of anderen beschikbaar zijn die aan de kwalificaties en ervaringseisen voldoen die voor de aanpak nodig zijn. Bij de aanpak van Antilliaanse risicojongeren gaat het om professionals en vrijwilligers die bereid en in staat zijn tot een hele moeilijke klus. Uitvoerbaarheid is ook een kwestie van ketensamenwerking in alle gevallen waarin meer dan één instantie of instelling een bijdrage zal moeten leveren aan de uitvoering. Bekend is dat ketensamenwerking heel moeizaam verloopt in de praktijk. Bij aanpak van Antilliaanse risicojongeren zullen de gemeenten snel moeten weten of en zo hoe instanties en instellingen gaan samenwerken en hoe zij die samenwerking kunnen garanderen. Anders kun je bij voorbaat vergeten dat de aanpak resultaat zal hebben en een good practice gaat vertegenwoordigen. Wij hebben op dit punt ernstige onderschattingen van de problemen gezien in de afgelopen vier jaar. 3. Een aanpak is pas echt een good practice als hij resultaat heeft. Dit zijn in ieder geval de beoogde resultaten in de zin van aantallen gevonden, gebonden en sluitend aangepakte Antilliaanse risicojongeren, de verbeterde ketensamenwerking, etc. Het kunnen ook onverwachte positieve neveneffecten zijn, bijvoorbeeld inzake de vernieuwing van het vindplaatsgerichte werk of de bijzondere opbrengst van Antilliaanse contactfunctionarissen bij het matigen van conflicten.
43
4. Voor individuele gemeenten kan de kous af zijn als de aanpak gefundeerd is, uitvoerbaar blijkt te zijn en resultaat heeft. In landelijk verband komt er nog een punt bij en dat is de verspreiding van informatie over de bewezen good practice. De plaatselijke informatie moet ook voor anderen beschikbaar komen. De praktijk leert dat dit geen automatisch proces is. We weten niet wat er elders gebeurt. Lichte informatiemechanismen als een landelijke rapportage, een vergelijkende onderzoekspublicatie of verspreide aandacht in landelijke media zijn wat dat betreft apert onvoldoende. Gerichte actie via een instantie die bijvoorbeeld nieuwsbrieven en websites maakt alsook conferenties organiseert is zeker ook nodig. Radar onderhield min of meer een dergelijk ‘circus’ voor de SPAG-projecten en het landelijke DIREKSHON-bureau heeft in 2003 en 2004 gerichte informatieacties ontwikkeld in verband met de begeleide woonprojecten voor Antilliaanse jongeren. 5. In oktober 2004 heeft het Ruman Grandi-project een afsluitende conferentie gehouden over de ontwikkelde methodiek en hulp voor Antilliaanse risicojongeren. In december 2004 heeft het KIEM in samenwerking met de Kerngroep Antilliaanse Gemeenschap een dag belegd over de aanpak van Antilliaanse risicojongeren en de inbreng van de Antilliaanse gemeenschap. In februari 2005 was een afsluitingsconferentie van Lus di Trafiko in Rotterdam met onder andere een presentatie van de projecten en hun opbrengsten. In mei 2005 heeft de Politie Academie een conferentie georganiseerd over de aanpak van de Antilliaanse risicojongeren. Op deze conferenties is gediscussieerd over de te behouden good practices in de zeven gemeenten. 3.2.1
Good practices op onderdelen
Een volledige beoordeling van projecten in de praktijk op de vier bovengenoemde criteria is zeer tijdrovend en past niet binnen de opdracht om landelijke jaarrapportages van het Antillianenbeleid in de zeven gemeenten uit te voeren. Met name voor de criteria 2 en 3 (uitvoerbaarheid en resultaat) zijn uitgebreide gevalstudies nodig inclusief observaties ter plaatse. Dergelijke praktijkbeschrijvingen kunnen in uitvoering genomen worden en verder worden uitgewerkt tot een systematisch overzicht van good practices in Amsterdam, Den Haag, Den Helder, Dordrecht, Groningen, Nijmegen en Rotterdam. Tezamen met speciale documentaires en features kunnen ze ondergebracht worden in een databestand, dat voor andere belangstellenden en belanghebbenden toegankelijk is. Vertegenwoordigers van de gemeenten en andere belanghebbenden kunnen ook met elkaar bespreken of en hoe ze in andere gemeenten of in andere verbanden kunnen helpen om de beste aanpak van Antilliaanse risicojongeren te vinden. Hier volgen een aantal projecten die een presentatie als good practice waard zijn. Veiligheid: repressie 1. Groningen: Aanpak top-50 harde kern 2. Verschillende gemeenten: Contactfunctionarissen en speciale rechercheteams Veiligheid: Preventie 1. Den Haag: Integrale Traject Begeleiding ITB TRANSFER 2. Den Helder: Projectencentrum Triton Opzoeken, vinden en doorgeleiden van Antilliaanse jongeren 1. Dordrecht: Nos Kas (Buurthuis voor Antilliaanse jongeren )
44
2. Nijmegen: Ambulant jongerenwerk Trabou Tin Werk, scholing, inburgering, zelfredzaamheid 1. Den Helder: Project Herstelling 2. Rotterdam: GoAls Opvoedingsondersteuning 1. Dordrecht: Begeleid woonproject voor jonge Antilliaanse vrouwen Foyer Minnaertsweg 2. Den Helder: Kinderhuiskamer 3. Den Helder: Activeringscentrum Triton Huisvesting 1. Dordrecht: Begeleid woonproject voor jongeren Foyer Colijnstraat 2. Den Helder: project begeleid wonen van Triton en foyer Bon Komienso Persoonlijke problemen 1. Rotterdam: Persoonlijke begeleiding door het RIAGG: Ruman Grandi/Grote Broer 2. Den Helder: Antilliaans maatschappelijk werk Media, cultuur, onderwijs, sport, etc. 1. Rotterdam: Inschakelen van papiamentotalige media 2. Dordrecht: Empowermenttrainingen Bestuurlijke inbedding 1. Dordrecht: Beleid, regie en samenwerking 2. Den Haag: Zeswekelijks uitvoeringsoverleg Aandeel en Inbreng Antillaanse en Arubaanse gemeenschap 1. Amsterdam: SABANA 2. Den Helder: Training van Antilliaanse vertegenwoordigers Toegankelijkheid algemene instellingen 1. Den Haag, Groningen, Nijmegen: Cursus Papiamento voor Antilliaans/Arubaanse contactfunctionarissen 2. Rotterdam: Netwerk Antilliaanse Professionals
45
5 Conclusies Wij komen na vier jaar rapporteren over Antillianenbeleid in de zeven Antillianengemeenten tot de volgende algemene conclusies: 1. De gemeenten onderkenden en onderkennen hun onderscheiden problemen met Antilliaanse risicojongeren in de mist. 2. De meeste gemeenten waren niet in staat de omvang van hun doelgroepen onder Antilliaanse risicojongeren met enige nauwkeurigheid te bepalen. 3. De beleidsurgentie om de problemen daadwerkelijk aan te pakken was in vijf gemeenten64 van de zeven gemeenten hoog of zelfs zeer hoog. Zij hadden een betere en duidelijkere opbrengst van hun gemeentelijke Antillianenbeleid. 4. De duidelijkere en betere opbrengst van hun gemeentelijke Antillianenbeleid hing samen met de groei van het aantal Antilliaanse jongeren in de gemeente. Gemeenten met een grote tot zeer grote groei hadden een betere en duidelijkere opbrengst in vergelijking de andere gemeenten, waar de groei klein of gematigd was. 5. In deze gemeenten zijn met meer of minder succes methoden ontwikkeld en toegepast om Antilliaanse risicojongeren te vinden en te binden. De betreffende methodiekontwikkeling is daarmee een van de belangrijkste opbrengsten van de regeling. 6. In de vijf gemeenten was er met wisselend succes tevens sprake van een koppeling met de sluitende aanpak en trajecten in de richting van scholing en werk. 65 7. In de praktijk was er echter nauwelijks sprake van een geïntegreerde benadering die zowel vinden en binden als de sluitende aanpak van individuele risicojongeren omvatte. 8. Achteraf bezien lijkt het gerechtvaardigd urgentie te koppelen aan enkele contextfactoren zoals het aantal en de groei van het aantal Antilliaanse jongeren in de gemeente over de laatste tien jaar, alsook de omvang van de doelgroepen zoals deze bijvoorbeeld blijkt uit de cliëntenbestanden van justitiële instanties, jeugdzorg, jeugdwerk, huisvestingsinstanties en integratie-instellingen. Ook de plaatselijke politiek en gerichte aandacht in de publieke opinie is van invloed, bijvoorbeeld na gewelds- of overlastincidenten met een grote mediarespons. 9. Voor succesvol vinden, binden en de sluitende aanpak zijn veelal veel verschillende instellingen en instanties betrokken die toegankelijk moeten zijn voor de Antilliaanse risicojongeren in kwestie. Voor de uitvoering zijn professionals in de eerste lijn nodig met de benodigde competenties, inclusief een stevige Antilliaanse culturele bagage. 10. De algemene conclusie is dat de algemene instellingen in de zeven gemeenten in de loop van de tijd beter toegankelijk zijn geworden voor hun Antilliaanse doelgroepen en dat ze beter zijn toegerust voor hun taken in het kader van het gemeentelijke Antillianenbeleid. Er is voor de tijd erna iets aan methodiekontwikkeling gedaan, maar dit garandeert niet dat de opgebouwde deskundigheid behouden zal blijven en zich verder zal kunnen ontwikkelen. Hiertoe was een doelgerichte inbedding van de aanpak van Antilliaanse risicojon64
Den Haag, Den Helder, Dordrecht, Groningen, Rotterdam. Amsterdam (dat wil zeggen Amsterdam Zuidoost) heeft zich in tot 2003 geconcentreerd op de inbreng vanuit de Antilliaanse gemeenschap, de organisatie van de beleidsuitvoering en een categoriaal zorgloket voor inburgeraars. In het laatste jaar van de regeling is begonnen een breed scala van acties gericht op vinden en binden. Nijmegen heeft zich eveneens sterk moeten concentreren op de inbreng vanuit de gemeenschap en de organisatie van de beleidsuitvoering. 65 Dordrecht min of meer continu en doelgericht, Groningen en Den Haag in toenemende mate, Rotterdam tamelijk incidenteel, Den Helder qua oorspronkelijke intentie en opzet.
46
11.
12.
13.
14. 15.
16.
geren in het totale takenpakket van algemene instellingen nodig geweest en daar heeft het, op uitzonderingen na, aan ontbroken. Gemeenten en instellingen moeten tevens in ketens op geoliede wijze met elkaar samenwerken. De ketensamenwerking bleek in praktijk erg moeilijk en is voor veel verbetering vatbaar. Succesfactoren die onderdeel zijn van het beleidsproces waren met name de kwaliteit en de continuïteit in de projectleiding en de aansturing van de uitvoerende instellingen, alsook de toegankelijkheid en de kwaliteit van de uitvoerende instellingen en hun professionals in de eerste lijn van het vinden, binden en sluitend aanpakken van Antilliaanse risicojongeren. Succes is eveneens te verbinden met de inbreng vanuit de plaatselijke Antilliaanse gemeenschap. De ervaring van vier jaar leert echter dat de inbreng van de plaatselijke Antilliaanse gemeenschap voor verbetering vatbaar blijft. Wij verwachten de beste resultaten wanneer de gemeente de gemeenschap erkent en consulteert als een uiterst deskundige en ervaren instantie inzake de risicojongeren, hun identiteit, hun achtergronden en hun aanpak. Op deelterreinen blijken de gemeenten succesvolle categoriale projecten te kunnen ondersteunen. Niettemin is blijvend succes te garanderen door algemene professionele instellingen, die open staan voor Antilliaanse risicojongeren en hun cultuur en voldoende deskundigheid voor de aanpak van deze doelgroep.Probate middelen ziij de inschakeling van goed opgeleide Antilliaanse professionals alsook gerichte trainingen en methodiekontwikkeling voor alle betrokken medewerkers. Risicofactoren voor de aanpak bleken onder andere te zijn de onbekendheid met de doelgroepen (in aantallen en wat de culturele factoren betreft), de noodzakelijke maar veelal moeizame ketensamenwerking tussen onder andere justitiële instanties, welzijninstellingen en instellingen op het terrein van werk en inkomen, de informatievoorziening, personele wisselingen met discontinuïteitseffecten voor de projectleiding.
47
Antillianenbeleid in zeven gemeenten Bijlage 1. Tabellen over 2001 tot 2004
George Muskens © DOCA Bureaus Kerkstraat 27 Lepelstraat Mei 2005
Lijst van tabellen Error! No table of figures entries found. TABEL 1. BASISGEGEVENS AA-JONGEREN IN 26 ANTILLIANENGEMEENTEN ................................................................................. 1 TABEL 2. BASISGEGEVENS INWONERS VAN DE ZEVEN ANTILLIANENGEMEENTEN, 2001-2005..................................................... 2 TABEL 3. BASISGEGEVENS MANNEN IN DE ZEVEN ANTILLIANENGEMEENTEN, 2001-2005 ........................................................... 3 TABEL 4. BASISGEGEVENS VROUWEN IN DE ZEVEN ANTILLIANENGEMEENTEN , 2001-2005 ......................................................... 4 TABEL 5. OMVANG VAN DE ANTILLIAANSE DOELGROEPEN, 2001-2004. ....................................................................................... 5 TABEL 6. DEELNAME AAN PREVENTIEPROJECTEN , 2001-2004........................................................................................................ 6 TABEL 7. VINDPLAATSGERICHT WERKEN ONDER ANTILLIAANSE JONGEREN , 2001-2004 ............................................................. 7 TABEL 8. DEELNAME VAN ANTILLIAANSE JONGEREN AAN INBURGERINGSTRAJECTEN, 2001-2004............................................. 8 TABEL 9. DEELNAME VAN ANTILLIAANSE JONGEREN AAN WERK- EN SCHOLINGSTRAJECTEN, 2001-2004 ................................. 9
I
Tabel 1. Basisgegevens AA-jongeren in 26 Antillianengemeenten Groei-index AAjongeren 1996-2003 (1996=100) ROTTERDAM DEN HAAG AMSTERDAM TILBURG GRONINGEN ALMERE DORDRECHT ARNHEM EINDHOVEN UTRECHT NIJMEGEN LEIDEN BREDA SCHIEDAM ZOETERMEER SPIJKENISSE CAPELLE VLAARDINGEN AMERSFOORT LEEUWARDEN DEN HELDER LELYSTAD ZWOLLE HOORN VLISSINGEN DELFZIJL TERNEUZEN REST NEDERLAND NEDERLAND
1996 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
2001 160 153 123 172 160 245 206 163 133 105 107 137 124 246 133 127 144 238 115 185 124 126 100 115 120 180 117 121 138
Groei-indexen
2002 174 168 128 191 172 290 222 186 135 118 112 146 126 292 150 138 167 325 140 208 138 147 114 123 140 220 133 128 149
AA-jongeren
2003 180 177 128 182 175 320 216 183 147 127 117 146 129 277 163 150 178 375 150 238 138 158 127 131 140 240 150 132 154
1996-2003
in
26
Absolute aantallen (2004)
2004 183 184 127 177 181 360 209 183 149 134 112 137 129 246 188 146 200 338 150 231 138 168 132 138 170 240 150 131 155
4,390 2,380 2,100 1,010 960 720 670 640 640 590 470 480 440 320 450 380 360 270 300 300 290 320 290 180 170 90 120 8,500 27,820
Antillianengemeenten
Percentag e tov alle jongeren (2004) 5.3 4.1 2.4 3.5 2.5 3.3 4.5 3.5 2.4 1.4 1.9 2.6 2.1 3.7 2.9 3.7 4.7 3.3 2.1 1.9 4.1 3.4 1.9 2.1 3.0 2.8 2.3
ROTTERDAM DEN HAAG AMSTERDAM TILBURG GRONINGEN ALMERE DORDRECHT ARNHEM EINDHOVEN UTRECHT NIJMEGEN LEIDEN BREDA SCHIEDAM ZOETERMEER
400
350
300
250
200
SPIJKENISSE CAPELLE 150
VLAARDINGEN AMERSFOORT LEEUWARDEN DEN HELDER LELYSTAD ZWOLLE HOORN VLISSINGEN TERNEUZEN
100
50
0 1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Bron: CBS Antillianengemeenten: Rijksbijdrageregeling 7 Antillianengemeenten, SPAG, CRIEM, DIREKSHON!, 18 Antillianengemeenten
1
Tabel 2. Basisgegevens inwoners van de zeven Antillianengemeenten, 2001-2005. Datum Amsterdam 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Dordrecht 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Den Haag 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Den Helder 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Groningen 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Nijmegen 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Rotterdam 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Gegevens 1996-2004: CBS Antillianen 2005: Gemeenten
Allen 734,594 735,526 736,562 739,104
Alle AA
Alle Jongeren 83,900 83,240 83,681 85,910
739,295 101
11,536 11,786 11,714 11,490 Gegevens bij publicatie nog niet bekend 107
120,021 120,222 120,043 119,649 119,183 99
3,211 3,433 3,406 3,292 3,199 100
14,309 14,637 14,788 14,741 14,759 103
442,356 457,726 463,826 469,059 468,421 106
9,012 9,942 10,380 10,749 11,117 123
54,098 55,579 56,408 57,654 57,490 106
59,822 60,083 60,026 59,795 59,420 99
1,218 1,286 1,341 1,346 1,441 118
6,879 7,081 7,196 7,139 7,101 103
174,250 175,569 177,172 179,189 180,848 104
2,790 3,023 3,097 3,164 3,166 113
37,106 36,926 37,175 37,753 38,536 104
153,705 154,616 156,198 157,466 157,905 103
1,952 2,005 2,064 2,030 2,100 107
22,416 22,439 23,393 24,115 24,954 111
595,255 598,660 599,651 598,923 596,068 100
17,529 19,151 20,039 20,282 20,330 116
77,823 79,637 81,316 82,415 82,238 106
87,733 105
2
AA Jongeren 1,660 2,050 2,120 2,130 2,100 Gegevens bij publicatie nog niet bekend 102 320 660 710 690 670 656 99 1,290 1,980 2,170 2,280 2,380 2,185 110 210 260 290 290 290 291 112 530 850 910 930 960 897 106 420 450 470 490 470 460 102 2,400 3,840 4,170 4,330 4,390 4,291 112
Index AA-jongeren 96-05 100 120 126 129 124
100 220 240 233 233 228 100 151 167 181 185 171 100 133 144 156 156 154 100 163 178 181 189
100 109 109 118 118 110 100 162 173 182 183 176
Tabel 3. Basisgegevens mannen in de zeven Antillianengemeenten, 2001-2005 Datum Amsterdam 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Dordrecht 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Den Haag 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Den Helder 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Groningen 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Nijmegen 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Rotterdam 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Gegevens 1996-2004: CBS; Antillianen 2005: Gemeenten
Allen 361,662 362,669 363,330 369,920
Alle AA
Alle Jongeren 39,622 39,357 39,520 40,694
364,687 101
5,694 5,822 5,792 5,683 Gegevens bij publicatie nog niet bekend 103
59,042 59,140 58,966 58,737 58,412 99
1,570 1,660 1,607 1,581 1,521 97
7,238 7,406 7,458 7,423 7,457 103
215,627 223,661 226,622 229,590 229,608 106
4,449 4,891 5,046 5,296 5,431 122
26,590 27,216 27,565 28,119 28,056 106
29,682 29,814 29,830 29,689 29,463 99
569 633 659 658 702 123
3,555 3,657 3,701 3,642 3,613 102
85,801 86,658 87,548 88,630 89,399 104
1,462 1,578 1,606 1,634 1,672 114
17,810 17,775 17,862 18,116 18,420 103
73,886 74,552 75,123 75,600 75,457 102
966 999 1,025 1,009 1,059 110
10,022 10,063 10,259 10,484 10,728 107
291,647 293,952 294,665 294,256 292,628 100
8,565 9,432 9,839 9,911 9,944 116
38,510 39,444 40,356 40,790 40,634 106
41,689 105
3
AA Jongeren 810 1,010 1,030 1,020 1,030 Gegevens bij publicatie nog niet bekend 102 170 340 350 330 320 314 92 620 970 1,050 1,070 1,140 1,036 107 120 150 160 150 150 152 101 260 410 440 440 450 451 110 210 210 220 230 210 210 100 1,150 1,820 2,010 2,060 2,100 2,086 115
Index AA-jongeren 96-05 100 125 127 126 127
100 200 206 194 188 185 100 156 169 173 184 167 100 125 133 125 125 127 100 158 169 169 173 173 100 100 105 110 100 100 100 158 175 179 183 181
Tabel 4. Basisgegevens vrouwen in de zeven Antillianengemeenten, 2001-2005 Datum Amsterdam 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Dordrecht 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Den Haag 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Den Helder 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Groningen 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Nijmegen 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Rotterdam 01-01-1996 01-01-2001 01-01-2002 01-01-2003 01-01-2004 01-01-2005 index 01-05 Gegevens 1996-2004: CBS Antillianen 2004: Gemeenten
Allen 372,932 372,857 373,232 374,684
Alle AA
Alle Jongeren 44,278 44,083 44,161 45,216
374,608 100
5,842 5,964 5,922 5,875 Gegevens bij publicatie nog niet bekend 109
60,979 61,082 61,077 60,912 60,771 100
1,641 1,773 1,799 1,731 1,678 102
6,971 7,330 7,330 7,318 7,352 105
226,729 234,065 237,204 239,519 238,813 105
4,563 5,051 5,334 5,503 5,686 125
27,508 28,363 28,843 29,535 29,424 107
30,140 30,269 30,196 30,106 29,957 99
622 653 682 688 739 119
3,324 3,424 3,495 3,497 3,488 105
88,449 88,913 89,624 90,555 91,449 103
1,328 1,445 1,491 1,523 1,494 113
19,296 19,151 19,313 19,637 20,116 104
79,819 80,104 81,075 81,886 82,448 103
986 1,006 1,039 1,021 1,051 107
12,394 12,376 13,080 13,631 14,226 115
303,608 304,708 304,986 304,667 303,440 100
8,964 9,719 10,200 10,371 10,386 116
39,313 40,193 40,960 41,625 41,604 106
46,044 104
4
AA Jongeren 860 1,030 1,080 1,110 1,070 Gegevens bij publicatie nog niet bekend 104 150 330 360 350 350 342 104 670 1,010 1,120 1,210 1,240 1,149 114 90 120 130 140 140 139 116 270 440 480 490 510 446 101 220 240 240 260 260 250 104 1,250 2,030 2,160 2,270 2,290 2,205 109
Index AA-jongeren 96-05 100 120 126 129 124
100 220 240 233 233 228 100 151 167 181 185 171 100 133 144 156 156 154 100 163 178 181 189 165 100 109 109 118 118 114 100 162 173 182 183 176
Tabel 5. Omvang van de Antilliaanse doelgroepen, 2001-2004. Schatting totaal
Schulden en andere persoonlijke problemen
Huisvestingpr oblemen
Hardekerncriminelen
Justitiële contacten
Doelgroep opvoedingon-dersteuning
Jongeren zonder werk
Doelgroep nieuwkomers
Doelgroep oud-komers
Jaar Amsterdam 2001
100 à 150
125
2002
110 300 zonder startkwalifica50 tie, 119 geen werk/ geen kans
2003
400 à 650
680
160
30% van de 680 bij gezinne 1600 n met registrati jonge es kindere n
160
ca.40%
55 (bestanden SAASA, A'dam-ZO)
800 à 1000
950
1000 à 1500
2004 Dordrecht 2001 2002
145 145
120 53
2003
132
41
2004
82
28
2001 2002 2003 2004
200
125 62 64 77
17% 125 (7%)
50
400 350
61 326
52
251
75 à 125
24
sterk vertegenwoordigd
300
75 à 125
Den Haag 45
95 150 160 184
64 72
300 200 200 250
50 à 80 45 37
60
150 50 150
526
70
454
50
1141
50
48 56
Den Helder 2001 2002 2003 2004
41
2001
7
32
10 1
Groningen
2002
22
2003
17
2004
1
36
1
7 149 a 159
2
enkele honderden enkele honderden enkele honderden Enkele honderden
100
Nijmegen 2001
35
7
2002
40
95
5
2003
29
80
10 à 15
2004
120
28
Enkele tientalle n Enkele tientalle n Enkele tientalle n Enkele tientalle n
25
200
100 à 140
100 à 140
100 à 140
Rotterdam 2001
2944
704
646
601
2002
3327
555
651
627
2003
3579
518
730
574
2004
4004
453
949
520
100 meer dan 350 140
Formats 2001, 2002, 2003, 2004 Amsterdam 2003: Monografie Antillianen en Arubanen in Amsterdam (O+S, 2003) Rotterdam 2003, 2004: Lus di Trafiko rapportage 2003, 2004; gegevens verstrekt door COS
5
78
199
3500 à 4000 3500 à 4000 3500 à 4000 3500 à 4000
Tabel 6. Deelname aan preventieprojecten, 2001-2004. Jaar
Instroom
In traject
Succes
Uitval
Amsterdam in in in in
2001 2002 2003 2004
in in in in
nvt nvt
nvt nvt
nvt nvt
nvt nvt
2001 2002 2003 2004
205 plus 36 38
29 49
1 2
6 21
in in in in
2001 2002 2003 2004
20 110 143
40 nvt 89 40
nvt 13 18
nvt 8 33
in in in in
2001 2002 2003 2004
204
Dordrecht
Den Haag
Den Helder
6
Groningen in 2001 in 2002
in 2003
in 2004
enkele honderden via verschillende projecten enkele honderden via verschillende projecten enkele tientallen tot ruim honderd via de diverse projecten
niet bekend
niet bekend en niet te schatten
niet bekend
niet bekend
niet bekend
enkele tientallen tot ruim honderd via de diverse projecten
Een enkeling
5 à 10%
14
22
15 (voor één project)
6 (voor één project)
niet bekend
niet bekend
Nijmegen in in in in
2001 2002 2003 2004
26 32 32 111
15
54
Rotterdam in 2001 in 2002
270
in 2003
38 (15 in Charlois, 13 in 140 Hoogvliet, 2 bij Leger des Heils, 8 op lijst)
in 2004
6
Tabel 7. Vindplaatsgericht werken onder Antilliaanse jongeren, 2001-2004 Gelegde contacten
Jaar
Duurzame contacten
Doorstroming naar trajecten
Uitval
Amsterdam in 2001 in 2002
is gebeurd, geen aantallen
in 2003 in 2004 Dordrecht in 2001 in 2002
1550 1550
in 2003
Nos Kas: 325 Sport: 4467 Pa Tur: 156
in 2004
66 150
11 naar Triple A; verder naar allerlei andere instellingen en projecten (aantallen niet bekend)
Ruim 3600
332 Ambulant jongerenwerk: 3 Nos Kas: via activiteiten Sport: 12 jonge sportleiders opgeleid, ouderbezoeken Pa Tur: doorverwijzingen 11 naar Triple A Ruim 150
niet bekend
niet bekend en niet te schatten
15
Den Haag in in in in
2001 2002 2003 2004
100 nvt 134 164
75 nvt alle 134 Alle 164
15 15 40 44
15 21 14 5
in in in in
2001 2002 2003 2004
250 400
174 222
45
204
Nog niet bekend
Nog niet bekend
6
in 2001
101
78
23
enkele tientallen
enkele tientallen
niet bekend en niet te schatten
in 2003
108 enkele honderden via verschillende projecten 100 à 200
ongeveer 20
niet bekend
in 2004
Ongeveer 150
Ongeveer 60
Enkele tientallen
40 à 80 per jaar
15 à 16
eenderde
40 à 80 per jaar
15 à 16
ten minste 30
40 à 80 per jaar
15 à 16
ongeveer 30%
40 à 80 per jaar
15 à 16
34%
Den Helder 32
Groningen
in 2002
niet bekend slechts enkele personen
Nijmegen in 2001 in 2002 in 2003 in 2004
40 30% 40 30% 40 30% 40 30%
per week, doelgroep per week, doelgroep per week, doelgroep per week, doelgroep
Rotterdam in 2001 in 2002
114
in 2003
20
2001-2004
2191
84 20 (5-6 groepen hangjongeren op Katendrecht
7
16
7
niet bekend
niet bekend
Tabel 8. Deelname van Antilliaanse jongeren aan inburgeringstrajecten, 2001-2004 Jaar
Succes
Gestart
Nog in traject
Uitval
Amsterdam in in in in
2001 2002 2003 2004
28 64%?
46
41
in in in in
2001 2002 2003 2004
29 5
13 6
82 88
12 5
in in in in
2001 2002 2003 2004
87 42 43 52
57 36 44 82
55 62 20 36
3 18 10 14
in in in in
2001 2002 2003 2004
9 8 5 8
8 12 9 8
3 6 9 6
3 3 1 2
in in in in
2001 2002 2003 2004
34 18 6
68 36 1
22 14 2
4 niet bekend 3
in in in in
2001 2002 2003 2004
20-30 13
30-40 16
30 5
enkele geen
in in in in
2001 2002 2003 2004
20 38
142
60
106
Dordrecht 277
Den Haag
Den Helder
Groningen
Nijmegen
Rotterdam
8
Tabel 9. Deelname van Antilliaanse jongeren aan werk- en scholingstrajecten, 2001-2004 Jaar
Succes
Gestart
Nog in traject
Uitval
Amsterdam in in in In
2001 2002 2003 2004
34
in 2001 in 2002 in 2003 SPAG 2001-2003 In 2004
88
22
21
Dordrecht 176
48 202
213 166 38
83 Niet bekend
5% 34 5%
nvt 44 42
nvt 93 71
50 nvt 16 26
nvt 18 29
Den Haag in in in In
2001 2002 2003 2004
Den Helder in 2001 in 2002 in 2003 SPAG 2001-2004 In 2004
400
39
66
0
27
in 2001 in 2002 in 2003 SPAG 2001-2003 In 2004 (18-23, ikv Groningen@work
32 16 16 25
248 31 178
109 176 66 134
19% niet bekend 19
46
102
Ongeveer 80
12 à 15
in 2001 in 2002 in 2003 SPAG 2001-2003 In 2004 Tandem 20012004 O&S 2001-2004
40
40 74
10 4 34
Groningen
Nijmegen
36
181
104
124
269
54
91
100
256
48
108
Rotterdam in 2001 750 226 90 in 2002 60 215 600 niet bekend in 2003 105 620 428 87 SPAG 2001-2003 181 988 766 120 In 2004 SPAG 2001-2003: Stimuleringsprojecten allochtone groepen: vijfde tussenrapportage (Regioplan en Research voor Beleid, maart 2004).
9
Antillianenbeleid in zeven gemeenten Bijlage 2. Plannen en opbrengsten op onderdelen van gemeentelijk Antillianenbeleid
George Muskens © DOCA Bureaus Kerkstraat 27 Lepelstraat Mei 2005
Bijlage 2. Plannen en opbrengsten op onderdelen van gemeentelijk Antillianenbeleid Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Repressie
Amsterdam
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Preventie
Amsterdam
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Vinden en binden
Amsterdam
1.
Inburgering jonge nieuwkomers
Amsterdam
1.
Integrale aanpak repressie en preventie. Keuze voor hulp-of straftraject. Inkoop intensieve trajecten bij Jeugd en Veiligheid. Wederzijds verplichtende afspraken. Specifieke vormen van ambulante begeleiding. Twee mentoren. Pilot van twee jaar in AmstrdamZO. Continuering voor tenminste nog twee jaar bij gunstige evaluatie
Integrale aanpak repressie en preventie. Keuze voor hulp-of straftraject. Inkoop intensieve trajecten bij Jeugd en Veiligheid. Wederzijds verplichtende afspraken. Specifieke vormen van ambulante begeleiding. Twee mentoren. Pilot van twee jaar in AmstrdamZO. Continuering voor tenminste nog twee jaar bij gunstige evaluatie Samenwerking met opsporingsinstanties om de doelgroep te bereiken.
Toeleiding naar werk en scholing
Amsterdam
Maatschappelijke begeleiding van nieuwkomers in Amsterdam-ZO. Servicepunt nieuwkomers. Twee specifieke mentoren. Informatiemateriaal in het Nederlands en Papiamento. 5. Sociografie van de Antilliaanse nieuwkomers in Amsterdam. 6. Systeem van gegevensuitwissleing tussen schakels in de inburgeringsketen. 7. Contacten met alle stadsdelen en met de voorpost inburgering op de Antillen en Aruba, via een 'connector'. 8. Onderzoek inburgeringsmethodiek. 9. Samenwerking met opsporingsinstanties om de doelgroep te bereiken. 10. Pilot van twee jaar in AmsterdamZO, eindevaluatie na twee jaar. Geen beleidsdoelen.
Opbrengst 2001-2004
Verdere plannen
Het lokaal Jeugd en Veiligheidsbeleid (J&V)is gericht op het bestrijden van criminaliteit onder jongeren en richt zich niet primair op etniciteit, ongeacht de oververtegenwoordiging van A/Ajongeren. De inzet via SSCW richt zich op ambulante begeleiding (16 uur per week). De activiteiten binnen de A/A-aanpak is gericht op preventie voor evaluatie van het J&V-beleid wordt verwezen naar het onderzoek van het Verwey-Jonker instituut. In het stadsdeel Zuidoost is sprake van een drietal ''veilige vindplaatsen'' (o.a. den Eeftink) Het inmiddels heropende Otrabanda wordt vooral bezocht door zware A/A gevallen In 2003/2004 is een omvangrijk activiteitenprogramma opgezet en succesvol uitgevoerd.
Voortzetting Jeugd en Veiligheidsbeleid met betere stroomlijning justitieketen. Dit aspect zal met name voor A/A jongeren in het bestuurlijk arrangement 2005-2008 worden uitgewerkt.
In 2004 is een groot aantal activiteiten ontplooid.
Succesvolle aanpak wordt gecontinueerd in BA.
Continuering van succesvolle aanpak binnen het BA (best.arr.) en daarmee ook gerichte aanpak i.h.k.v. werk en criminaliteit.
Rapportage op dit onderdeel nog niet voorhanden
2. 3. 4.
Herijkt en aangescherpt beleid in 2003 heeft tot aantoonbare resultaten in 2004 geleid.
11
Continuering aanpak in BA.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Zinvolle dagbesteding
Amsterdam
1.
Opvoedingsondersteuning
Amsterdam
Overleg met instellingen en organisaties op het terrein van zinvolle vrijetijdsbesteding. 2. Aandacht voor sport. 3. Specifiek socialcultureel werk voor specifiek aanbod, in contact komen met AA-jongeren, betere instelling. Geen beleidsdoelen.
Huisvesting
Amsterdam
Geen beleidsdoelen.
Hulp en zorg
Amsterdam
1. 2.
Maatschappelijke begeleiding van nieuwkomers in Amsterdam-ZO. Servicepunt nieuwkomers.
Onderwijs, cultuur, sport, etc.
Amsterdam
Geen beleidsdoelen.
Inbedding en draagvlak
Amsterdam
1. 2. 3. 4. 5.
Inbreng Antilliaanse gemeenschap Amsterdam
6. 1. 2.
Ketensamenwerking in de inburgeringsketen en in de keten Jeugd en Veiligheid. Procesmanagement onder leiding van een procesmanager. Aanstelling 'connector' voor de verbinding met de maatsschappelijke organisaties in het veld. Pilot van twee jaar in AmsterdamZO, eindevaluatie na twee jaar. Gezamenlijke aanpak centrale stad (DWA, nu DMO) en stadsdeel Zuid-Oost. Supervisie stadsdeel Zuid-Oost. Geen aanwijzingen in nota en 0meting, maar: SABANA, strategisch beraad opgericht na conferneties in jaar 1 en tot belangrijk beleidsonderdeel gemaakt.
Opbrengst 2001-2004
Verdere plannen
O.a. Humanited, radioproject, Carribean Brass, uitwisselingsproject, huiswerkbegeleiding. Succesvol verloop met maximale bezetting.
Continuering en intensivering in BA.
Opvoedingsdondersteuning via Profor en Stichting MAMA. Profor ondersteunt ca. 10 personen en st. MAMA ca. 15. Beide deelprojecten zijn in spet. 204 gestart. V.w.b. huiswerkbegeleiding worden door Profor ca. 60 jongeren begeleid. Geen specifieke aanpak. SEV aanvraag Amsterdam afgewezen.
Hierin wordt voorzien middels het BA.
Via het servicepunt ALAA zijn in 2004 in 10 maanden 236 personen bereikt. De meest voorkomende hulpvragen: - huisvesting - uitleg, informatie en advies (o.a. m.b.t. formulieren) - schuldenproblematiek (m.n. van jongeren). kenmerken hulpvragers: - 3% gehuwd zonder kinderen 64 % alleenstaand 23 % alleenstaand met kinderen 5 % gehuwd met kinderen 2 % samenwonend met kinderen 1 % samenwonend zonder kinderen Het openen van de website www.saturkos.nl heeft geleid tot een overweldigend bezoek. In mei 2004 waren er 4000 bezoeken, in januari 2005 was dit opgelopen tot 230.000. Opvallernd is dat de website ook bezocht wordt vanaf de Antillen en ook uit diverse steden in Nederland, o.a. Rotterdam! Het College van B&W heeft ingestemd met een overbruggend krediet 2005 voor stadsdeel Zuidoost teneinde de activiteiten 2004 te kunnen voortzetten tot het moment dat het BA van kracht is.
Wordt onderdeel van het BA.
SABANA functioneert inmiddels als stedelijk advies en participatieorgaan en er vindt periodiek overleg plaats met zowel centrale stad als stadsdeel Zuidoost.
Betrokkenheid SABANA bij beleidsontwikkeling BA. SABANA wordt erkend als spreekbuis van de A/A gemeenschap in A'dam e nzal in de komende jarewn nauw betrokken blijven bij de uitvoering van het BA.
12
Dit initiatief wordt opgenomen in het BA.
Het College van B&W heeft inmiddels ingestemd met het aangaan van een BA met de minister.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Toegankelijkheid instellingen
Amsterdam
1. 2.
3.
Repressie
Den Haag
1. 2. 3. 4. 5.
6.
Preventie
Den Haag
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
willen bereiken: Contracten met iedere schakel in de inburgeringsketen en de keten Jeugd en Veiligheid voor uitvoering en afstemming. Nazorg, overdracht en doorgeleiding na de inburgering, geen uitval.
Twee contactfunctionarissen politie in de stadsdelen Laak, Escamp en Centrum. Meer kennis binnen politie over doelgroep AA-jongeren. Toeleiding naar andere beleidsinstrumenten. 75% van de risiscojongeren heeft een gesprek gehad met de politie. Na een op de twee gesprekken heeft de contactfunctionaris contact opgenomen met ketenpartners en zijn de jongeren doorverwezen. Genereren van statistische beleidsinformatie over AA-risicojongeren. ITB-harde kern en ITB-CRIEM. Gegevens deelnemers en slagingspercentages ITB CRIEM prominenter beschikbaar maken voor de doelgroep. Samenwerkingsafspraken tussen raad, justitie en jeugdreclassering. Reclassering start met ten minste 10 jongeren. 60% slaagt en gaat naar school of volgt een beroepsopleiding. Cursus Antilliaanse cultuur en Papiamento voor de politie. 15 politiemensen die in direct contact staan met de doelgroep volgen de cursus.
Opbrengst 2001-2004
Verdere plannen
Met alle betrokken ketenpartners in Zuidoost is in 2004 2 X afstemmingsoverleg gevoerd. De betrokken partners hebben dit initiatief zeer positief beoordeeld. De hiermee ontstane persoonlijke contacten hebben de relatie tussen meerdere partners aanzienlijk verbeterd. Ook zijn er in 2004 twee bijeenkomsten georganiseerd tussen medewerkers van reguliere instellingen en vrijwilligers. Een groots opgezette manifestatie/informatiemarkt trok veel belangstelling (2000 bezoekers) en bood veel contactmogelijkheden. Een bijeenkomst in een jongerencentrum bereikte ong. 60 risicojongeren via meerdere workshops. De 2 contactfunctionarissen (part-time) hebben van de ca 400 risicojongeren er 108 op straat aangesproken ivm gedrag. Van deze jongeren zijn er 25 aangemeld via het AA jongerenwerk, waarna zij door deze partners worden doorverwezen naar andere trajecten. Door de politie zelf zijn 72 jongeren direct doorverwezen naar hulptrajecten. De bemoeienis is erg intensief, omdat tevens gesprekken met ouders worden georganiseerd om in overleg de jongere in een traject te plaatsen.
Het beleid blijft er op gericht om succesvolle initiatieven in te sluizen binnen reguliere instellingen. Dit beleid zal ook in de periode van het BA met nadruk worden voortgezet.
De eerste opvang AA is gestart, waarbij jongeren door de politie geselecteerd onder begeleiding van jongerenwerkers trajecten gaan volgen en de eerste contacten met het gezin worden gelegd. Voor het overige zie voorgaande jaren. De brassbandactiviteiten zijn uitgebreid via bovengenoemd jongerentraject en via de scholen.
Voortzetting eerste opvang. Na stroomlijning van de ITB's in Amsterdam tot één bureau worden prestatieafspraken gemaakt over het aantal AA jongeren dat in traject wordt genomen.
13
Doorgaan op de ingezette weg.
Onderwerp
Plaats
Vinden en binden
Den Haag
Inburgering jonge nieuwkomers
Den Haag
Aanpak 2001-2004
Opbrengst 2001-2004
Verdere plannen
Specifiek sociaalcultureel werk voor specifiek aanbod, in contact komen met AA-jongeren, betere instelling. 3. Ten minste één wekelijkse specifieke activiteit per DOW-gebied; afspraken hieromtrent met de drie DOW's. 4. Activering zelforganisaties. 5. Met als doelen: 6. Contact met "jongeren in de mist" 7. Gerichte voorlichting nieuwkomers. 8. Vier voorlichtingsbijeenkomsten per jaar voor en door AA-jongeren. 9. Opleiding van vier jongeren tot voorlichter. 10. Meer geregistreerde jongeren.
Alle onderdelen hebben plaatsgevonden, en wel: 1. via de politiecontactfunctionarissen 2. via de schoolcontactfunctionarissen 3. via de eerste opvang AA jongeren 4. via de Foyer Prome Base 5. via mentoren en coaches.
11. Wij hebben inzage in het bevolkingsregister van Aruba en de Antillen (PIVA). Zo kan van iedere A/A-nieuwkomer worden gecontroleerd of hij/zij zich in land van herkomst ook heeft laten uitschrijven (dit is verplicht). 12. Maar het heeft ook een omgekeerde werking. Zo gaat Burgerzaken een onderzoek doen naar de A/A's, die bij uitschrijven bevolkingsregister vóór vertrek naar Nederland (is verplicht) aangeven naar Amsterdam af te zullen reizen, maar zich hier niet inschrijven. Gekeken wordt hoeveel van hen zich hebben ingeschreven in een andere gemeente in Nederland en dus ook hoeveel zich niet inschrijven. Of hier ook iets (nuttigs) uitkomt is nog onduidelijk. 13. Een nuttig instrument hiervoor zou zijn de Verwijsindex die het ministerie op het oog had. Nu worden de gemeenten belast met het onderzoek naar "niet ingeschreven" burgers. Dit is een landelijk probleem en zou op nationaal niveau moeten worden opgelost. Intensivering van de bestaande programma's. Verregaande afspraken met Burgerzaken en het Immigratiekantoor m.b.t. deze groep.
2.
1. 2. 3. 4. 5.
6.
Toeleiding naar werk en scholing
Den Haag
7. 1. 2.
3. 4.
Zinvolle dagbesteding
Den Haag
1. 2. 3.
Bereik onder AA-jongeren vergroten. Immigratiekantoor zorgt voor een centrale inschrijving van AAnieuwkomers. Directe afspraak maken voor inburgeringsonderzoek voor 80% van de inschrijvers.. Vermindering uitval met 9%. Bureau Antillianen Surinamers Arubanen Startklaar (ASA Startklaar) biedt een inburgeringsprogramma op maat. Helpt bij de ontwikkeling van nuttige Haagse vaardigheden. Hierbij: 50% minder verzuim. 200 oudkomerscontracten. 50 lager opgeleide nieuwkomers nemen deel aan een werkentraject, waarvan 70% een betaalde baan vindt. Duale trajecten Lanta Para. 8 van de 10 jongeren in foyer Pro Base vindt werk. Overleg met instellingen en organisaties op het terrein van zinvolle vrijetijdsbesteding. Aandacht voor sport. Specifiek socialcultureel werk voor specifiek aanbod, in contact komen met AA-jongeren, betere instelling.
Nauwere samenwerking met de dienst SZW. Grotere inzet van case=managers inzake afronding opleidingen en werktoeleiding.
Voortzetting van het project The Mall. Succesvol juist door de combinatie van vrije tijdsbesteding en hulpverlening. Uitbreiding van deze activiteit elders in de stad. Het inzetten van een outreachende AA jongerenwerker, die de jongeren koppelt aan activiteiten binnen het reguliere welzijnsaanbod. Voortzetting van de trommelbands.
14
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Opvoedingsondersteuning
Den Haag
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Huisvesting
Den Haag
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Hulp en zorg
Den Haag
1. 2. 3.
Opbrengst 2001-2004
Ouders/verzorgers betrekken bij school. Voor: hun betrokkenheid bij de school, zicht krijgen op de thuissituatie, brug slaan. Benadering van alle ouders door mentor/coach. Groeiende opkomst bij rapportbesprekingen. Project jonge moeders voor: Inzicht krijgen in de problemen van jonge moeders. 12 jonge moeder nemen deel aan een jaarprogramma. Ontwikkeling in samenwerking met STAAD. Foyer-project Prome Base Amsterdam.. Stabiele woonplekken. Leren hechten aan woonplek. Versterken sociale en economische zelfredzaamheid. Realisatie van 10 plaatsen per jaar. Positieve uitstroom naar werk van 80%
Verdere plannen
Wederom continuering via The Mall en de hulpverleners die daar werkzaam zijn. Via de schoolcontactfunctionaris op de scholen in combinatie met het zorgteam. Gerichte gezinsondersteuning via AMW en casemanagement (begeleiding). Aanpak tienermoeders.
De grootschaligheid van de Foyer biedt aan de ene kant voordelen, maar ook nadelen. Op een beperkt aantal vierkante meters zijn in totaal 38 jongeren van verschillende etnische achtergrond gehuisvest. De onderlinge cultuurverschillen zijn groot en de groep van gemiddeld 10 Antillianen trekt dan ook met elkaar op en zoekt winig contact met de overige bewoners. Overdracht van goede kwaliteiten uit andere culturen vindt dan ook niet plaats. De gemeente beraad zich op een andere kleinschaliger invulling en heeft daarvoor al contact met diverse Woningcorporaties en het Leger des Heils om binnen bestaande opvanglokaties plekken voor de AA groep te reserveren. Hierbij wordt dan gebruik gemaakt van ambulante begeleiding. Uiteraard worden voor deze jongeren in leefgroepen van maximaal 3 of 4 personen coaches gekoppeld. Het project De Gids wordt medio 2005 opgenomen in de stroomlijning van individuele trajectbegeleing. Medio 2005 wordt het zogenomede JIT (jeugd interventieteam) ingesteld. Vindplaatsgericht worden jongeren benaderd, maar kunnen vanuit jongerenwerk en andere partijen zoals politie, school etc. voor een traject worden aangemeld. Voor de AA groep is al een reservering van 16 zware trajecten op de beschikbare capaciteit van 100 gedaan.
Overleg met instellingen en organisaties voor maatschappelijke hulpverlening. Specifiek aanbod van "nuldelijns"-activiteiten en professionele hulpverlening. Aandacht voor drugshulpverlening.
15
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Onderwijs, cultuur, sport, etc.
Den Haag
1.
2. 3. 4. 5. 6.
7. 8.
9. 10.
11. 12. 13.
14.
Inbedding en draagvlak
Den Haag
1.
2.
3. 4.
Opbrengst 2001-2004
Project Johan de Witt College voor verminderen uitval, betere communicatie, betere hechting met de Nederlandse samenleving. 15 deelnemers aan training door een Antilliaanse professional. Inbedding in taken docenten. 90% maakt cursus af, 80% stroomt door naar vervolgonderwijs. Mentorproject Johan de Witt College, Stevin College en Hofstad College. Schoolcontactfunctionaris Stevin College voor voorkomen uitval, afstemming communicatie, betrekken van ouders en verzorgers. 90% van de betreffende leerlingen moet overgaan. 20 mentoren die 40 jongeren begeleiden. Van hen gaat 80% over en stopt maximaal 10% met de opleiding. Empowerment van jongeren stimuleren. Duo-hulpverlening op deze scholen en de J.C. Pleysierschool voor verminderen schooluitval, bruggen met reguliere hulp, ouders en verzorgers betrekken bij hulpverlening. Beeldvorming docenten (speciaal programma). Deelname minimaal 40 docenten van Stevin, Hofstad en Johan de Witt. Specifiek socialcultureel werk voor specifiek aanbod, in contact komen met AA-jongeren, betere instelling (sie ook blok 4 en 6, outreachen, respectievelijk zinvolle dagbesteding). Ten minste één wekelijkse specifieke activiteit per DOW-gebied; afspraken hieromtrent met de drie DOW's. Werkteam van Dienst OCW, Bestuursdienst, Dienst SZW, Politie Haaglanden (bureau jeugdzaken) en de projectleiding. Advies en ondersteuning door expertgroep en sleutelfiguren uit de AA-gemeenschap, klankbordgroep jongeren en professionalsgroep AA-jongeren. Monitoring en projectleiding. Communicatie over wat er gedaan is om de situatie van de jongeren en hun relatie met de samenleving te verbeteren (met pers, AAgemeenachap, binnen gemeente, met Antillenhuis, met ministerie en de andere Antillianengemeenten).
Verdere plannen
1. Het empoweren zal met andere groepen jongeren worden voortgezet. 2. De sportieve activiteiten voor de jongeren worden gecontinueerd in samenwerking met een klussenproject, zodat deze jongeren de eigen contributie kunnen verdienen om onder begeleiding lid te worden van een van de reguliere sportverenigingen. 3. Met ondersteuning van de gemeente zal de pastoraal werker in Laak zijn project uit kunnen breiden. 4. De training beeldvorming zal volgend jaar worden gecontinueerd. Baliemedewerkers en jongerenwerkers en andere geinteresseerde professionals worden hiervoor uitgenodigd. 5. De brassbands gaan door met activiteiten. 6. De schoolcontactfunctionaris AA groep blijft behouden.
De aandacht voor de AA bevolking zal onverminderd voortduren. Met Traha Brug is de AA Hagenaar op de kaart gekomen en gedurende 4 jaar daarop vastgezet. Het bestuur onderkent nu de noodzaak om extra te investeren op deze bevolkingsgroep. Binnen het beleidsprogramma Interculturalisatie en Diversiteit 2005 zijn middelen beschikbaar gesteld voor de aanpak van de AA groep.
16
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Inbreng Antilliaanse gemeenschap
Den Haag
Toegankelijkheid instellingen
Den Haag
Repressie
Dordrecht
Activering zelforganisaties. Met als doelen: Empowerment van de jongeren. Brugfunctie Contact met "jongeren in de mist" (zie ook blok 4, outreachen). 6. Per DWO-gebied per jaar minimaal 5 relevante activiteiten. 7. Advies en ondersteuning van het werkteam door expertgroep en sleutelfiguren uit de AA-gemeenschap, klankbordgroep jongeren en professionalsgroep AA-jongeren. 8. Gerichte communicatie van de gemeente met de AA-gemeenschap. 1. 2 politiecontactfunctionarissen. 2. Schoolcontactfunctionaris Stevin College. 3. 20 mentoren op drie scholen die 40 jongeren begeleiden. 4. Specifiek sociaalcultureel werk voor specifiek aanbod, in contact komen met AA-jongeren, betere instelling. 5. Train-de-trainers cursus 'empoweren' voor 8 volwassen Antillianen. 6. Aansluitend cursussen voor jongeren, voorlichtingsbijeenkomsten op scholen, in buurthuizen, etc. 7. Advies en ondersteuning door professionalsgroep AA-jongeren. 1. Afname zware criminaliteit. 2. Afname overlast. 3. Vergroten veiligheid op straat, inschakeling van Antilliaanse jongeren als role model. 4. Snelle afhandeling van zaken (Justitie in de Buurt). 5. Beter contact tussen Justitie en Antillianen. 6. Buurtpost politie in wijk Krispijn. 7. Goed functionerend informatiesysteem en gegevensuitwisseling, kwartaalrapportages. 8. Alijda-aanpak drugsoverlast. 9. Cursus Antilliaanse cultuur voor politiefunctionarissn. 10. Uitwisselingen middels werkbezoeken aan de politie van de Antillen.
Opbrengst 2001-2004
1. 2. 3. 4. 5.
Verdere plannen
Er zal zeker aandacht besteed blijven worden aan de instelling van nieuwe zelforganisaties, maar er zal ook zeker worden aangestuurd op aanhaking bij bestaande organisaties. Dit om wildgroei te voorkomen en om krachten te bundelen wat leidt betere inbedding bij deze grotere organisaties.
Er wordt getracht de toegankelijkheid wederom te optimaliseren. Door de hulpverlening dicht op de mensen te zetten is de bereikbaarheid ervan vergroot. Dit zal verder vorm krijgen en worden uitgebreid in 2005.
In het algemeen kan worden gesteld dat de meeste geformuleerde aandachtspunten in de afgelopen jaren aan de orde zijn geweest. Uit de afzonderlijke cijfers per project is op te maken wat de concrete cijfers zijn, hoe de realisatie is verlopen of welke projecten niet de gehele projectduur hebben vol gemaakt. Dat geldt onder andere voor het project Justitie in de buurt en de Alijdaaanpak drugsoverlast. De activiteiten van het JIB zijn eerder ondergebracht bij reguliere organisaties dan was voorzien en de Alijda-aanpak had niet specifiek de invalshoek van Antillianen en is dus geschrapt als project. Alle overige aandachtspunten zijn opgepakt in de afgelopen 4 jaar en hebben goed praktijkvoorbeelden opgeleverd. Er is duidelijk sprake van afname van de criminaliteit, de overlast van de hanggroep jongeren in de Colijnstraat en in Oud Krispijn is teruggedrongen. Via de inzet van het DAT-team in Dordrecht is er contact en zicht op de groep Antilliaanse jongeren op straat. Gegevens worden waar nodig via Wijk Mt's met en tussen betrokken organisaties uitgewisseld. Alles gericht op voorkoming van en preventie op het gebied van criminaliteit. 1. Er zijn twee cursussen Papiaments georganiseerd door de Dordtse Welzijnsorganisatie, de politie heeft contact met de collega's op de Antillen en twee (ambtelijk-bestuurlijke)werkbezoeken hebben de contacten met de eilanden verstevigd.
17
1. 2. 3. 4. 5.
Entree/ T-Team (Jeugdzorg) DAT-Team (voortzetting inzet politie) Samenwerkingsproject verslavingszorg Dordrecht Brasami Extra inzet jongerenwerk * Inzet via sportactiviteiten
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Opbrengst 2001-2004
Preventie
Dordrecht
Door gebrek aan continuïteit is het project VIS voortijdig beëindigd in 2002. Dit is al eerder gerapporteerd. In het kader van de aanpak Antillianen zijn er geen verdere activiteiten op dit terrein uitgevoerd. Overige aandachtspunten komen in andere antwoorden inhoudelijk terug.
1. 2. 3.
Beperking van het afglijden van de jeugd naar crimineel gedrag. Inschakeling jongeren als role model volgens de formule van Veilig op Straat. Verbinding van de repressieve en de preventieve ketens, buurtpost Krispijn.
Verdere plannen
1. 2.
3.
18
Jobcoaching en begeleiding op de werkplek voor Antilliaanse jongen binnen de Route 23 benadering In de vorm van 'De Werkplaats Jongeren' is er altijd werk voorhanden (gedurende 32 uur per week), waarmee tegelijkertijd beroepskwalificaties kunnen worden ontwikkeld. De jongeren doen arbeidsritme en bouwen een arbeidsattitude op door middel van het lopen van branchestages. Na deze periode zal er een gericht aanbod klaarliggen voor de jongere om zich verder te kunnen kwalificeren. Het totale proces dat de jongere doorloopt, wordt centraal gestuurd door een casemanager. Antilliaanse jongeren vragen in deze benadering extra aandacht. Hiertoe wil de gemeente Dordrecht extra Jobcoaching en begeleiding op de werkplek voor Antilliaanse jongeren inzetten zodat de afstand tot de arbeidsmarkt verkleint en de jongeren (eerder) uitstromen naar (regulier) werk. (zie ook bestuurlijke arrangementen 2005)
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Vinden en binden
Dordrecht
1. 2. 3.
4. 5. 6.
Wijkconsulent die outreachend gaat werken. Open sportactiviteiten, zomeractiviteiten. Jongerenwerker, straathoekwerker in Oud-Krispijn die de op straat bivakkerende jongeren opzoekt. Informatie verzamelen en doorverwijzing. Open-huis-activiteiten Nos Kas, binnenhalen van groep rond Jozef Israelplein. Doorverwijzing vanuit straathoekwerk etc. naar hulpverlening en inburgering.
Opbrengst 2001-2004
Alle onderdelen hebben plaatsgevonden.
19
Verdere plannen
1. In het kader van participatie & vrije tijdsbeleving * Kaderontwikkeling & sportactiviteiten en -stimulering * Activiteiten Buurthuizen (o.a. Hobbeltje) * Ambulant jongerenwerk * Stimuleren eigen initiatieven 2. Stichting COACH: Vrijwilligers ( 20 personen) doorlopen een 7-daagse basiscursus voor het begeleiden van A&A jongeren met succes en ontvangen allen het certificaat. 3. Gesprekspanels: De gemeente Dordrecht wil graag contact houden met mensen uit de Antilliaanse gemeenschap in Dordrecht. Via de netwerkbijeenkomsten voor uitvoerenden horen we al veel over de uitvoering van projecten in de stad. Naast de professionals vindt de gemeente het belangrijk de stem te horen van ì’Antilliaanse ervaringsdeskundigen’, mensen die in hun dagelijks leven veel horen en zien van wat er leeft onder de (Antilliaanse) Dordtenaren. Zo is het plan ontstaan een gesprekspanel aan te stellen. Het gesprekspanel kan aangeven of de projecten ook echt aansluiten bij de behoeften. Verder wil de gemeente ruimte overlaten aan de groep zelf om aan te geven wat belangrijk is voor het gesprekspanel. Uiteindelijk worden in totaal ongeveer 4 gesprekspanels gevormd ( in de wijken met een concentratie aan bewoners van Antilliaanse afkomst). Deze panels hebben 3 · 4 keer per jaar ambtelijk overleg en 1 · 2 keer bestuurlijk overleg. Het CIB/ Stimulans begeleidt het gesprekspanel op de volgende punten: ï plannen bijeenkomsten ter voorbereiding op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau ï verslaglegging bijeenkomsten ï inventarisatie en concretisering agendapunten voor ambtelijk en bestuurlijk overleg ï aanwezigheid bij ambtelijk en bestuurlijk overleg ï evaluatie bijeenkomsten met panelleden en begeleiding ï tussendoor beschikbaar zijn voor hulpvragen De begeleiding heeft onder andere ook als leerproces tot doel: het gesprekspanel uiteindelijk zelfstandig te laten kunnen functioneren.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Inburgering jonge nieuwkomers
Dordrecht
1. 2. 3. 4.
Toeleiding naar werk en scholing
Dordrecht
1. 2. 3. 4.
5.
Nieuwkomersproject Fundeshi, bundeling expertise. Integrale en sluitende aanpak van de nieuwkomers via de projectorganisatie Triple A. Vaste case manager, individueel trajectplan, nazorggesprekken. Aangepaste inburgeringstrajecten
Sluitende en integrale aanpak. Effectieve ketensamenwerking. Signaleringsoverleg. Zo snel mogelijk verbindingen van intakes (huisvesting, inburgering, toeleiding, etc.) hulpverlenende en begeleidende instanties. Werk- en scholingstrajecten voor oudkomers met een ABW-uitkering via Triple A.
Opbrengst 2001-2004
Al eerder is gerapporteerd dat de verschillende bijzondere projecten voor Antilliaanse jongeren zijn samengevoegd tot de aanpak Triple A. Met de afronding van de SPAG-projecten is er formeel ook een eind gekomen aan het project Triple A dat door de sociale dienst werd uitgevoerd. Door de invoering van de WWB is de sociale dienst gereorganiseerd. Deze reorganisatie is ook van invloed geweest op de afzonderlijke bestanden/dossiers binnen de sociale dienst bestanden. Het is moeilijk gebleken om cijfers uit het nieuwe GWS systeem te halen omdat dit systeem geen historie kent. Er heeft een herschikking van bestanden plaatsgevonden. Feitelijk zijn alle dossiers van het project ondergebracht bij alle consulenten binnen de dienst. In het algemeen kan worden geconcludeerd dat er wel allerlei inspanning zijn verricht maar dat niet geheel duidelijk is aan te geven welke effecten zijn gesorteerd. Vanzelfsprekend mag een voorzichtige conclusie zijn dat een meer effectievere ketensamenwerking een groter bijdrage levert aan het vinden en binden van de jongeren die het betreft. Het eind resultaat vinden wij -ondanks het feit dat exogene factoren hier ongetwijfeld een rol hebben gespeeld- te mager.
Verdere plannen
Het een en ander zal ook mede afhankelijk zijn van de uitwerking van de Contourennota Inburgering die de minister aan het uitwerken is.
* Jobcoaching en begeleiding op de werkplek voor Antilliaanse jongen binnen de Route 23 benadering In de vorm van 'De Werkplaats Jongeren' is er altijd werk voorhanden (gedurende 32 uur per week), waarmee tegelijkertijd beroepskwalificaties kunnen worden ontwikkeld. De jongeren doen arbeidsritme en bouwen een arbeidsattitude op door middel van het lopen van branchestages. Na deze periode zal er een gericht aanbod klaarliggen voor de jongere om zich verder te kunnen kwalificeren. Het totale proces dat de jongere doorloopt, wordt centraal gestuurd door een casemanager. Antilliaanse jongeren vragen in deze benadering extra aandacht. Hiertoe wil de gemeente Dordrecht extra Jobcoaching en begeleiding op de werkplek voor Antilliaanse jongeren inzetten zodat de afstand tot de arbeidsmarkt verkleint en de jongeren (eerder) uitstromen naar (regulier) werk. (zie ook bestuurlijke arrangementen 2005) * Media opleidingsproject voor jongeren Via CWI, Route 23, jongerenwerk, Foyer, Trivium kunnen jongeren zich aanmelden voor de mediatraining. Van de 12 jongeren die worden geselecteerd doorlopen 10 jongeren het traject van RTV Dordrecht. Dit traject bestaat uit een snuffelstage, een training (techniektraining of productietraining) en programma maken.
20
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Zinvolle dagbesteding
Dordrecht
1. 2. 3. 4.
5. 6.
Sluitende en integrale aanpak. Effectieve ketensamenwerking. Signaleringsoverleg. Zo snel mogelijk verbindingen van intakes (huisvesting, inburgering, toeleiding, etc.) hulpverlenende en begeleidende instanties. Ontwikkeling sociaal mentoraat. Sociale activeringstrajecten voor bepaalde oudkomers.
Opbrengst 2001-2004
Signaleringsoverleg: Het signaleringsoverleg is ooit gestart in het kader van het Antillianenprogramma. Inmiddels is dit opgenomen in het reguliere werk. Overleg in de wijken bestaan uit onder andere het wijkMT, het wijkMT plus (woningbouw, politie en welzijnswerk) en veiligheidsoverleg. Deze overleggen zijn gericht op de leefbaarheid in de wijken. Er zijn 2 veiligheidsoverleggen; 1 voor de wijken Oud- en Nieuw-Krispijn, 1 voor de wijken Wielwijk en Crabbehof. Dit overleg vindt ongeveer 1 maal per 6 weken plaats. De overleggen dienen om eventuele overlast en knelpunten op te sporen en op te lossen. Uit de monitor Leefbaarheid & Veiligheid 2003 blijkt dat Dordtenaren de buurt waar zij wonen gemiddeld met een 7,7 en de leefbaarheid in de buurt gemiddeld met een 6,9 waarderen. De veiligheid in de buurt krijgt een 6,6. De verloedering is de afgelopen twee jaar in een viertal wijken duidelijk afgenomen, net als het aantal diefstallen en dreigingen. De gemiddelde score bedraagt in 2003 een 6,8. Dit is een lichte verbetering ten opzichte van 1999 (6,6) en 2001 (6,7). Vooral de positieve ontwikkelingen in Wielwijk en de Staart zijn in deze monitor opvallend. Wielwijk laat in vergelijking met 2001 forse verbeteringen zien in het oordeel over de woonomgeving en de tevredenheid over de voorzieningen in de buurt. Wielwijkers ervaren ook heel wat minder verloedering, overlast en hinder door verkeer. Ook de hogere veiligheidsscores vallen op: een stuk minder diefstallen, dreigingen en een hogere verkeersveiligheid. Op de Staart is het oordeel over de buurt fors verbeterd, er wordt veel minder verkeersoverlast ervaren en mensen voelen zich duidelijk veiliger dan twee jaar geleden. Het aantal diefstallen en dreigingen is ook in deze wijk flink afgenomen. Uit de monitor blijkt dat delen in de wijken Oud-Krispijn, Nieuw Krispijn, Wielwijk, Staart, Noordflank en Binnenstad extra aandacht behoeven. Het accent in Oud-Krispijn, Nieuw-Krispijn, Wielwijk en de Staart moet vooral liggen op fysieke kwaliteit (wonen, woonomgeving), het versterken van de participatie van bewoners en op de veiligheidsbeleving. Op het terrein van veiligheid zijn er voor de meeste wijken zowel positieve als negatieve ontwikkelingen te signaleren. Vooral op de Staart en in de Noordflank is er ten opzichte van 2001 een duidelijke daling van het aandeel bewoners dat zich wel eens onveilig voelt. Meer negatieve dan positieve ontwikkelingen zijn helaas te constateren voor Oud- en Nieuw-Krispijn (veiligheidsscore van 5,8 naar 5,3 en van 6,7 naar 6,1). Ten opzichte van 2001 is het oordeel over de rol van de gemeente iets verbeterd. Ruim een kwart van de bewoners van Dordrecht vindt dat de gemeente voldoende doet om bewoners bij veranderingen in hun buurt te betrekken. Een kwart is van mening dat de gemeente voldoende aandacht heeft voor de problemen in de buurt. Inwoners 21van de Noordflank en de Binnenstad zijn het vaakst actief voor de buurt; in Oud-Krispijn en Stadspolders is een stijging te zien, in Wielwijk een daling.
Verdere plannen
* Kaderontwikkeling * Sportstimulering en activiteiten * Activiteiten Buurthuizen (o.a. Hobbeltje) * Stichting PAN
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Opvoedingsondersteuning
Dordrecht
1. 2. 3. 4. 5.
Huisvesting
Dordrecht
1.
2. 3. 4.
5. 6.
Antilliaanse opbouwwerkster om moeders te bereiken en te helpen. Sociaal mentoraat – Sentro di Mama. Naschoolse opvang. Methodiekontwikkeling ten behoeve van tienermoeders. Buurtwoning/Foyer Minnaertsweg.
Foyers en mentoren moeten de overlast in de wijken terugdringen en de integratie bevorderen. Foyer Colijnstraat voor jongere, mannen. Foyer Minnaertsweg voor vrouwen/moeders met kinderen. Zo snel mogelijk verbindingen van intakes (huisvesting, inburgering, toeleiding, etc.) hulpverlenende en begeleidende instanties. Integrale en sluitende aanpak. Signaleringsoverleg.
Opbrengst 2001-2004
Verdere plannen
De projecten die zich hebben gericht op opvoedingsondersteuning hebben een lastige aanloop gehad. De ervaring heeft geleed dat voor het kunnen bereiken van de Antilliaanse doelgroep van vrouwen, er een voorbeeld moet worden gegeven door het aanstellen van een Antilliaanse coördinator. Dat heeft zeker bij de start van de projecten een vertragende rol gespeeld voordat er de juiste vrouw op de juiste plek was gevonden. Uit de rapportages van het Sentro di mama is gebleken dat het sociaal mentoraat moeizaam uit de verf komt. Het is onvoldoende gelukt om Antilliaanse vrouwen als ìmaatjesî aan te stellen voor de andere vrouwen die met vragen het Sentro binnen komen. (zie verder projectbeschrijving).
* Sentro di Mama (voortzetting en uitbouwen van de samenwerkingsbanden) * Activiteiten jonge moeders (onder andere Da Vinci College (ROC) / DWO/ Trivium / Opmaat) * Schuldhulpverlening
Over de Foyers is meer terug te vinden bij de betreffende projectbeschrijvingen. In Dordrecht is breed ingezet op de realisering van extra woonvoorzieningen voor de doelgroep van Antilliaanse jongeren. Door de koppeling van de taakstelling in het kader van Direkshon! Aan de ontwikkeling van de Foyers, is een dubbelslag gemaakt. Bij de uitvoering is duidelijk geworden dat de Foyers in een behoefte voorziening. Knelpunt is wel gebleken dat de grote groep van jonge moeders van Antilliaanse afkomst een evenredig groot beslag op de beschikbare capaciteit van kamers plegen. Daarnaast is een discussie ontstaan met het ministerie over het wel of niet mogen onderbrengen van de jonge moeders met kinderen in de Foyer. Binnen de gemeente heerst de opvatting dat deze woonvoorziening juist ook voor deze doelgroep bestemd was. Om terugvordering van subsidiemiddelen te voorkomen is een toelatingsstop ingesteld waardoor er wachtlijsten voor jonge moeders is ontstaan en aan het eind van het jaar zelfs leegstand ontstond. Het gesprek met het ministerie is gaande. Vanuit het Meetingpoint Crabbehof is een aantal initiatieven opgepakt om o.a. aandacht te besteden aan schulden, seksuele voorlichting, portiek gesprekken etc. Alles gericht op het creëren van een ketenaanpak rond deze moeilijke doelgroep. In de Colijnstraat is inmiddels een breed scala van organisaties met een kantoorruimte neergestreken waardoor de onderlinge afstemming tussen de uitvoerende werkers is vergroot. Dit heeft gunstige effecten op het bereik van de doelgroep.
22
Foyer Dordrecht en Foyer Minnaertsweg worden voortgezet.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Hulp en zorg
Dordrecht
1. 2. 3. 4.
5. 6. 7.
Onderwijs, cultuur, sport, etc.
Dordrecht
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Sluitende en integrale aanpak. Effectieve ketensamenwerking. Signaleringsoverleg. Zo snel mogelijk verbindingen van intakes (huisvesting, inburgering, toeleiding, etc.) hulpverlenende en begeleidende instanties. Integrale schuldhulpverlening. Doorverwijzing vanuit straathoekwerk naar hulpverlening. Aanstelling Antilliaanse schoolmaatschappelijk werkende.
Speciale aanpak van de onderwijsinstellingen in het basisonderwijs. Meting taalachterstanden. Betere doorstroming naar vervolgonderwijs. Daling van de doorverwijzingen naar speciaal onderwijs. Speciaal plan van aanpak in het vervolgonderwijs, betere schoolresultaten. Structurele contacten met ouders. Aandacht voor belediging en discriminatie in het onderwijs Aanstelling docent voor leerlingbegeleiding en lessen Spaans en Papiamento. Open sportactiviteiten. Sociale en culturele activiteiten Nos Kas. Idem buurtwoning Pa Tur. Talk shows in de wijk Randgroepjongerenwerk, zomeractiviteiten. Buurtsoap Oud Krispijn. Kustgalerie.
Opbrengst 2001-2004
Door de vele laagdrempelige voorzieningen die in de afgelopen 4 jaar tot stand zijn gebracht, is er meer en meer aandacht gekomen voor de persoonlijke zorg bij problemen. Met name de doelgroep van Antillianen is gevoelig bij wie en met wie er problemen worden besproken. Voorzieningen als Pa Tur, Meetingpoint Crabbehof, coaches vanuit Direkshon!, Sentro di Mama, maar ook de politiefunctionarissen vanuit het DAT-team, de straathoekwerkers, vervullen een essentiële schakelrol. Of schuldhulpverlening voldoende aandacht heeft kunnen schenken aan de doelgroep (dit gezien een oververtegenwoordiging in de uitkeringsbestanden) is onvoldoende scherp aan te geven en verdient de aandacht in de toekomst. Speciale aanpak van de onderwijsinstellingen in het basisonderwijs (zie onder) Daling van de doorverwijzingen naar speciaal onderwijs (zie vraag onder) Structurele contacten met ouders (zie vraag onder) Open sportactiviteiten (zie Dordrecht, vinden en binden) Sociale en culturele activiteiten Nos Kas (zie Dordrecht, vinden en binden) Idem buurtwoning Pa Tur (zie Dordrecht, vinden en binden) Talk shows in de wijk (zie evaluatie 2003: Bij de talkshow (pilot) in de wijk De Staart is een bekende Antilliaanse presentator de wijk ingetrokken en heeft daarna een talkshow gepresenteerd met 3 inhoudelijke themaís over opvoeding, vrije tijd en leefbaarheid. Hiermee is contact gelegd met een aantal nieuwe contactpersonen vanuit de Antilliaanse gemeenschap in die wijk.) Van de overige projecten kan worden gesteld dat ze zijn uitgevoerd, sommige inmiddels zijn beëindigd bijv de buurtsoap en de kunstgalerie Mi Sono (eind 2004 gesloten op het adres in De Staart) of onder gebracht in reguliere werkzaamheden zoals het jongerenwerk binnen de Dordtse Welzijns Organisatie (DWO). Kinderen binnen het basisonderwijs worden regulier getest en voor de Antilliaanse kinderen is er de mogelijkheid geweest om bij een orthopedagoge met kennis van de Antilliaanse taal en cultuur, nadere onderzoek te plegen. De inzet van de Antilliaanse onderwijs assistenten en leerkracht heeft een bijdrage geleverd aan de positieve ontwikkelingen van de leerlingen binnen de scholen waar deze extra inzet is gepleegd (zie onder).
23
Verdere plannen
1. 2. 3. 4.
Buurtwoning Pa Tur Stichting PAN Meetingpoint Crabbehof Netwerkbijeenkomsten
In het nieuwe beleidsprogramma vanaf 2005 zal worden bezien op welke wijze de ondersteuning basisonderwijs (o.a. deskundigheidsbevordering) bevorderd kan worden. De Inzet schoolmaatschappelijk werk (o.a. Jeugdzorg) zal waar mogelijk worden voortgezet.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Inbedding en draagvlak
Dordrecht
1. 2. 3. 4.
Projectgroep en stuurgroep. Coördinerende wethouder. Projectleider. Maandelijkse bijeenkomsten van de projectgroep. 5. Stuurgroepbijeenkomsten enkele keren per jaar. 6. Daarnaast functioneel overleg van de projectleider, aansturing uitvoerende instanties. 7. Eigen verantwoordelijkheid van uitvoerende instanties voor aangegane verplichtingen. 8. Effectieve ketensamenwerking en uitwisseling gegevens, dossiers, etc. (verbeterpunt) 9. Systematische verzameling van gegevens over de Antilliaanse doelgroep 10. Voortgangsrapportages. 11. Volgen cliënten.
Inbreng Antilliaanse gemeenschap
Dordrecht
1.
Toegankelijkheid instellingen
Dordrecht
Opzet netwerk sleutelfiguren, klankbord. Buurtsoap Oud-Krispijn. Algemene communicatie, communicatieplan Constante Communicatie – verbetering imago Antilliaanse gemeenschap. 4. Stimuleren eigen initiatieven van zelforganisaties: moederdag, carnaval, etc.. 5. Pilots inbreng migranten in Noordflank en Staart. 1. Antilliaanse professionals en mentoren straathoekwerk, huisvesting, opvoedingsondersteuning, vakonderwijs, schoolmaatschappelijk werk, onderwijsassistentie, trajectbegeleiding. 2. Vergroting van hun deskundigheid en samenwerking. 3. Systematische verzameling en verspreiding van gegevens over de Antilliaanse doelgroep. 4. Opleiding van jongeren tot recreatiesportleider. 5. Signaleringsoverleg. 6. Ketensamenwerking. 7. Informatiebeheer en informatieuitwisseling. 8. Bezoek Antillen Dordtse delegaties. 9. Stages en uitwisselingen met de Antillen. 10. Cursus Antilliaanse cultuu voor politiefunctionarissen en andere medewerkers. 2. 3.
Opbrengst 2001-2004
1.
Verdere plannen
Dordrecht heeft in het overleg dat is ontstaan tussen ministerie en de zg. 18 Antillianengemeenten een voortrekkersrol vervuld. Het afgelopen jaar is behoorlijk geïnvesteerd op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau, waarbij ook helder is geworden dat Dordrecht zijn eigen koers vaart binnen het geheel. De integrale benadering en de specifieke aandacht voor de Antilliaanse doelgroep in de stad is zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau goed ingebed. Expertise, opvattingen en ervaringen binnen Dordrecht zijn breed in gezet in de vorm van kennisoverdracht aan derden. 2. De netwerkbijeenkomsten op zowel uitvoerend en management niveau hebben effect gesorteerd. Daarnaast is eind 2004 ook een eerste Antilliaanse gesprekspanel van start gegaan. Hierin hebben een 6-tal inwoners van Dordrecht van Antilliaanse afkomst zitting. Het afgelopen jaar is qua contacten niet anders geweest dan de voorgaande jaren. Veel informele contacten, bezoeken aan bijeenkomsten, samen met de doelgroep bijvoorbeeld tijdens een netwerkbijeenkomst van de provincie.
3.
Opmerkingen over de aandachtspunten van dit hoofdstuk zijn verwerkt in de voorafgaande project beschrijvingen. Van het aandachtspunt systematische gegevensverzameling kan worden gesteld dat cijfers en gegevens in de algemene monitoren van onze gemeenten zijn opgenomen. Bijv in de Jeugdmonitor zijn gegevens opgenomen over allochtone jongeren. Verder is ingezet om het verzamelen van specifieke gegevens over de doelgroep onder te brengen in een nieuw samen te stellen integratiemonitor. De effectieve inzet van dit instrument is niet gerealiseerd in 2004.
Waar mogelijk continuering.
24
4.
Dordrecht heeft op basis van haar ervaringen de pilot uitgevoerd met de formats die zijn opgesteld in het kader van de bestuurlijke arrangementen die in 2005 van kracht gaan worden. Ook zijn de voorbereidingen gestart voor d e evaluatie van 2004, dit is de opmaat voor het nieuwe beleidsprogramma dat vanaf 2005 van kracht wordt. Dordrecht blijft de komende jaren extra investeren in de Antilliaanse doelgroep en wil hier mee de investeringen van de afgelopen jaren verankeren in het reguliere werk en/of projecten.
Wordt voortgezet.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Repressie
Groningen
1. 2. 3. 4.
Preventie
Groningen
1. 2.
3. 4. 5. 6. 7.
8. 9. Vinden en binden
Groningen
1.
2. 3. 4.
ANTAR-team voor de repressieve aanpak, brede analyse. Ganashi-maatregelen gericht op jongeren en jong-volwassenen die dreigen af te glijden.. Hardekernaanpak, speciale projectleider. Specifieke taakstraffen.
Twee politiecontactfunctionarissen. Onderwijs, aansluiting bij zorgstructuur op de scholen om schooluitval te voorkomen (zie ook overige). Inburgering (zie ook aldaar). Werk (zie ook aldaar). Preventieactiviteiten op het gebied van seksualiteit en verslaving. Twee brede campagnes gezondheidsvoorlichting Cultuurspecifieke gezondheidsvoorlichting, onder andere aan moeders en opvoeders. Eigen voorlichtingsfilm van AAjongeren over SOA. Positief zelfbeeld stimuleren binnen de doelgroep. Het bereik van de doelgroep en de instroom moet via verschillende vindplaatsen verlopen .... door organisaties in het netwerk .... ook op straat of op ontmoetingsplaatsen .... bij Burgerzaken, in het straathoekwerk en met justitie.. Materiaal in eigen taal. Medewerkers die uit de eigen doelgroep komen. Twee contactfunctionarissen bij de politie.
Opbrengst 2001-2004
4.
Verdere plannen
De hiervoor genoemde projecten lopen nog steeds door, het ANTAR-team dat zich met name richt op de zware criminaliteit waarbij Antillianen en Arubanen betrokken zijn arresteerde in 2004 een tiental mensen i.v.m. drugshandel. Drie personen werden aangehouden wegens een delict waarbij vuurwapens betrokken waren. 5. Een nieuw project is overlastbestrijding Beijum-oost dit is een samenwerkingsverband waarbij, de MJD (straathoekwerk), Forsa, de Politie, de Gemeente Groningen, Marlon Conner (activiteiten begeleider) en de stichting Wing betrokken zijn. 6. Resultaten: Vermindering overlast door Antillianen en Arubanen met 70 procent (bron Politie, basiseenheid Oost). De genoemde projecten liepen door in het jaar 2004.
1.
Het ontwikkelen van materiaal in eigen taal is niet doorgezet. Een nieuwe ontwikkeling is het Interventieteam Beijum-oost; Doel van het project is: 1. Het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid (o.a. door middel van huisbezoeken) 2. Het goed op elkaar afstemmen van interventies in overlastsituaties. Resultaten: Alle betrokken instanties werken mee om met zo goed mogelijk geïnformeerd aan de huisbezoeken te beginnen. Er wordt inhoudelijk nog geen informatie uitgewisseld vanwege de privacywetgeving. Ook is de informatie vooraf niet altijd beschikbaar bij het Interventieteam. Wanneer er geen voorinformatie bij het interventieteam binnenkomt, is er kans dat uitgezette signalen en acties al bekend zijn bij de betrokken instanties. Dat betekent in de praktijk extra en dubbel werk wat men juist wil voorkomen.
In het kader van het te sluiten 'Bestuurlijk Arrangement' met de minister worden tal van plannen ontwikkeld die het outreachend werken gestalte moeten geven.
25
2.
De gemeente Groningen gaat in het voorjaar 2005 een Bestuurlijk Arrangement opstellen met minister Verdonk. Een van de belangrijkste onderdelen daarvan betreft het terugdringen van het plegen van strafbare feiten onder jongeren. De projecten Top 50 en Overlast interventie Beijum-Oost worden gecontinueerd.
In het kader van het te sluiten 'Bestuurlijk Arrangement' met de minister worden tal van plannen ontwikkeld die deze preventieve aanpak gestalte moeten geven.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Inburgering jonge nieuwkomers
Groningen
1. 2. 3. 4.
Vergroten van het bereik van de inburgeringstrajecten. Betere aansluiting van deze trajecten op de doelgroep. Gelijktijdige aandacht voor inkomen en huisvesting. Apart traject voor indirecte nieuwkomers.
Toeleiding naar werk en scholing
Groningen
1.
Zinvolle dagbesteding
Groningen
Uitvoeringsplan SoZaWe gericht op Antillianen en Arubanen. Aanstelling van Antilliaanse consulenten die vindplaatsgericht gaan werken. 3. Groepsgewijze aanpak. 4. Jongerenloket, integrale benadering, sluitende aanpak, toegesneden op de behoeften van de doelgroep. 5. Behalen startkwalificatie. 6. 50 herorienteringstrajecten per jaar. 7. Ontwikkelen en uitvoeren oudkomersplan. Dagbestedingsactiviteiten bij inburgeringstrajecten, werk- en scholingtrajecten en begeleid wonen. 2.
Opvoedingsondersteuning
Groningen
1. 2. 3. 4.
Huisvesting
Groningen
1. 2. 3. 4.
Stimuleren en vergroten van het bereik van opvoedingsondersteuning. Voorlichting in de eigen taal over opvoedingscursussen. Implementatie en uitvoering van plan Noorddijk. Nieuwe plannen in het kader van Ganashi: vensterschoolprojecten op scholen (Vinkhuizen, Alfacollge) en wijken (Beijum, Lewenborg), Opstap em Opstapje. Huisvesting onderkennen als eerste voorwaarde voor deelname aan activiteiten en trajecten. Speciale woningen: begeleid wonen, gekoppeld aan scholing en dagbesteding. Aanvullende capaciteit realiseren. Coulantie in de sfeer van uitkering en langdurig inwonen.
Opbrengst 2001-2004
Verdere plannen
In het kader van de voorbereiding op de nieuwe Inburgeringswet doet de gemeente Groningen mee aan een experiment, waarbij ondermeer gekeken wordt of en hoe de Inburgeraar meer eigen verantwoordelijk voor het eigen inburgeringproces gegeven kan worden. Dit project wordt aangeduid met de benaming 'Ingewerkt in Groningen'. De genoemde projecten zijn in 2004 voortgezet. Daarnaast is het project Groningen@work gestart, hierbij worden jonge werklozen (<23 jaar) zo snel mogelijk aan het werk worden geholpen. Dit wordt onder meer bereikt door deze jongeren als ze een uitkering aanvragen gelijk parttime te laten werken en parttime voor te bereiden op een betaalde baan (sollicitatietraining).
Het project 'Ingewerkt in Groningen' zal naar verwachting een aantal inzichten en aanbevelingen opleveren die een verfijning van het Inburgeringsproces mogelijk zullen maken.
Voor een aantal trajecten geldt dat met name de activiteiten gericht op (beperkte) maatschappelijke oriëntatie minder succesvol bleken. Niet werkloze inburgeraars bijvoorbeeld zijn wel min of meer geïnteresseerd in het volgen van taallessen, maar veel minder in oriëntatie op de Nederlandse samenleving. Nieuw is ook Pa Di Lanti, een oriëntatietraject voor jongeren, gebaseerd op dezelfde uitgangspunten als de Sleutelwerkplaats. Opvoedingsondersteuning bieden aan allochtone vrouwen (ook Antilliaanse en Arubaanse). Dit via de projecten Mama KuYu en Opvoeden Zo. De projecten Opstap en Opstapje zijn lopen nog door.
In het kader van het te sluiten 'Bestuurlijk Arrangement' met de minister zal nader worden onderzocht of er projecten opgestart zullen worden die vooral gericht zijn op 'zinvolle dagbesteding'.
1.
Het project 'Huisvesting Beijum-oost' zal voorlopig wel worden gecontinueerd.
2.
Nieuw is project 'Huisvesting Beijum-oost'. Het doel is een spreiding te realiseren van Antilliaanse en Arubaanse jongeren die overlast veroorzaken. Voor twintig Antillianen en Arubanen is een woning elders in de stad gevonden. Helaas is de toeleiding naar werk van deze jongeren gestagneerd.
26
Nog niet bekend
Er zijn plannen iets te ondernemen m.b.t. jonge alleenstaande (al dan niet Antilliaanse of Arubaanse) moeders met een kind van een Antilliaanse vader.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Hulp en zorg
Groningen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
8. Onderwijs, cultuur, sport, etc.
Groningen
1. 2. 3.
Inbedding en draagvlak
Groningen
1. 2. 3. 4. 5.
Opbrengst 2001-2004
Preventieactiviteiten op het gebid van seksualtiteit en verslaving. Twee brede campagnes gezondheidsvoorlichting. Cultuurspecifieke gezondsheidsvoorlichting, onder andere aan moeders en opvoeders. Eigen voorlichtingsfilm van AAjongeren over SOA. Positief zelfbeeld stimuleren. Mentoren binnen de doelgroep. Gezamenlijk hulpverleningsplan, speciaal hulpverleningsteam, extra formatie, hulpverleningsteam Ganashi. Capaciteit creëren bij betreffende instanties. Stimuleren en ontwikkelen van Antilliaans cultureel talent. Culturele ontmoetingsplaats voor Antillianen. Interculturele wijkactiviteiten.
1. 2.
Het stimuleren en ontwikkelen van Antilliaans talent wordt wel als een na te streven doel beschouwd, maar heeft niet geleid tot concrete plannen en/of trajecten.
Nog niet bekend
Samenwerking tussen gemeente, politie en justitie, eindverantwoordelijkheid bij de driehoek. Coördinatie door wethouder minderhedenbeleid en projectleider. Bestuurlijke stuurgroep. Uitvoeringsoverleg. Resultaatmeting en -sturing.
1.
1.
3. 4.
5.
2. 3.
4.
Nieuw is het project A mor i Salu Vanaf de start van het project (juli 2004) zijn er 15 activiteiten uitgevoerd. Soms gericht op informatieoverdracht, soms vooral op houdingsaspecten vooral gericht op jongeren en vrouwen. Er zijn 10 vrijwilligers uit de doelgroep getraind die de activiteiten bedenken en uitvoeren. Een voorlichtingsfilm is in voorbereiding. Hierbij wordt er samengewerkt met een soort gelijk project in Rotterdam. Het mentorenproject is ondertussen afgerond.
Verdere plannen
In eerste instantie was het de bedoeling om de meeste opgestarte (Antillianen en Arubanen) activiteiten in te bedden binnen regulier beleid. Voor een deel is dit reeds gerealiseerd, bijvoorbeeld voor een groot deel van de werkzaamheden verricht door de stichting Forsa. Voor een aantal andere projecten is dit niet het geval. Voor een aantal is het ook nog niet duidelijk in hoeverre implementatie binnen regulier beleid wenselijk is, in verband met een effectieve realisatie van beoogde doelen. De gedachte achter de inbedding was als volgt: De bij politie, gemeente en (gesubsidieerde) instellingen opgebouwde inspanningen t.b.v. Antillianen en Arubanen hebben veelal een incidenteel karakter. In dat kader dienen zoveel mogelijk structureel ñ mede bepaald door de urgentie van de problematiek waarin een deel van de Antillianen en Arubanen verkeert ñ deze methoden en activiteiten te worden voortgezet, uit te voeren door reguliere organisaties. In het bijzonder dienen de door Forsa opgebouwde wijk- en hulpverleningsactiviteiten een plek te krijgen bij de MJD en WPG. Bij de betrokken instellingen en diensten bestaat nog geen eensluidende visie, c.q. overzicht van opvattingen, hoe deze implementatie het beste kan worden ingericht.
27
Voor een deel nog niet bekend. Wel is er een project in aantocht waarin de problematiek van huiselijk geweld al dan niet in combinatie met middelengebruik (drugs, alcohol) centraal staat.
2.
Voortzetting van genoemde projecten bij 12.9 voor 2005- 2006. Verder zullen in het kader van het te sluiten 'Bestuurlijk Arrangement' met de minister het een en ander opnieuw worden gepositioneerd binnen het gemeentelijk kader.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Inbreng Antilliaanse gemeenschap
Groningen
1. 2.
3. 4. 5.
Toegankelijkheid instellingen
Groningen
1. 2. 3. 4.
5. 6. 7.
Repressie
Den Helder
1. 2.
Waar mogelijk worden medewerkers ingezet die Papiaments spreken. Forsa krijgt als Antilliaanse organisatie (vrijwilligersgroepen, aanspreekpunt).een belangrijke rol toebedeeld. Forsa is een bron van doelgroepkennis. Klankbordgroep binnen het verband van Forsa. Contacten van SoZaWe met kerkelijke organisaties. Waar mogelijk worden medewerkers ingezet die Papiaments spreken. Personeelbeleid van de politie is gericht op instroom en behoud van Antilliaanse politieagenten. Toeleiding van Antillianen en Arubanen naar functies in de kinderopvang. Deskundigheidsbevordering is punt van aandacht voor de onderdelen van het jeugdwerk, die niet specifiek op de doelgroep gericht zijn maar deze wel moeten bedienen. Landelijk expertisecentrum waar Antilliaanse methodieken en werkwijzen worden verzameld. Forsa als bron van kennis over de doelgroep. Specifieke plaats voor Forsa als intermediair voor de deelnemende organisaties in het Ganashi-project. Oprichting speciaal Falgateam (Falgabuurt, Nieuw Den Helder, en Koningstraat). Werkwijze "kennen en gekend worden".
Opbrengst 2001-2004
Verdere plannen
De activiteiten van de klankbordgroepen zijn tot een minimum beperkt, het lijkt zinvol deze weer meer te activeren. De rol van Forsa is teruggebracht tot zelforganisatie.
1.
Niks specifieks te melden
Ook dit onderdeel zal in het kader van het te sluiten 'Bestuurlijk Arrangement' met de minister opnieuw tegen het licht worden gehouden.
28
2.
Forsa blijft aanspreekpunt voor de gemeente en zal de zelforganisatietaken blijven vervullen. Verder zal in het kader van het te sluiten 'Bestuurlijk Arrangement' met de minister het een en ander opnieuw worden afgebakend.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Preventie
Den Helder
1. 2.
Betrekken van Antillianen bij het beheer van woningen en wijken (Nieuw Den Helder). Herstructurering Nieuw Den Helder.
Vinden en binden
Den Helder
1.
Inburgering jonge nieuwkomers
Den Helder
Integrale aanpak; hulpverlening wordt gekoppeld aan ontmoeting, activering, bestrijding van schooluitval, naschoolse opvang en toeleiding naar scholing en werk. 2. Straathoekwerker die zorgt voor opsporing, contactlegging en toeleiding naar Activeringscentrum (100 jongeren). 3. Straathoekwerker die zorgt voor opsporing, contactlegging en toeleiding naar Ontmoetingscentrum Bon Bini (10 activiteiten per jaar met 100 deelnemers). 4. Straathoekwerker die zorgt voor opsporing, contactlegging en toeleiding naar wijkgerichte aanpak (50 personen). 5. Toepassing sancties WIN. 6. Tegengaan schooluitval. 7. "Kennen is herkennen" door de politie, jongerenwerkers en sleutelfiguren, 8. Garageproject voor oudere jongeren met de mogelijkheid om door te stromen naar leerwerktrajecten. Gering aantal jonge nieuwkomers; daarom geen specifieke aanpak of specifieke taalcursussen.
Toeleiding naar werk en scholing
Den Helder
1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Integrale aanpak; hulpverlening wordt gekoppeld aan onder andere activering en toeleding naar scholing en werk. Reguliere leerwerktrajecten. Project Oriëntatietechniek Olijfje-project voor meiden. Project opknappen oud fort. Toeleiding door speciaal opgeleide Antilliaanse stewards. Leerlingschilderproject. Europees uitwisselingsproject van vakkrachten kansarme jongerenmethodiek. SPAG-project sinds 1994.
Opbrengst 2001-2004
Verdere plannen
Door de installatie van het Antilliaans Beraad aan het einde van 2004 is er een platform / gesprekspartner voor de Antilliaanse gemeenschap waarmee beleidsontwikkelingen voor de Antilliaanse bevolkingsgroep besproken kunnen worden. Project Helpende Hand 2. Het project beoogd multi-probleem gezinnen in de wijk Nieuw Den Helder, die niet in staat zijn om gebruik te maken van reguliere hulpverleningsinstanties of lokale voorzieningen, te ondersteunen. Het gaat om gezinnen met een veelvoud aan ernstige, complexe en vaak chronische problemen. Veel instanties hebben al bemoeienis gehad met deze gezinnen, maar desondanks blijven of verergeren de problemen. Er zijn 10 gezinnen ondersteund. Zie verstrekte gegevens over: - Project Lanta Ariba - Projectencentrum - Activeringscentrum (Rufus, Olijfje, Tienerhuiskamer) - Project Herstelling - Ontmoetingscentrum inclusief Antilliaanse hulpverlening - Project Bon Komienso - Kinderhuiskamer - Project Helpende Hand - Aanpak loverboys
De gemeente oriënteert zich op te maken beleidskeuzen. Dit is in grote mate afhankelijk van het verwerven van financiële middelen. Het bestuurlijk arrangement betreft: 1. Mentorenproject, 2. Project vermindering overlast 3. Inrichting veiligheidssteunpunt, 4. Activiteiten in Bon Bini
Antilliaanse nieuwkomers volgen een inburgeringstraject via de WIN bij Bureau Nieuwkomers.
De gemeente stelt uit de begroting ongeveer 300.000 euro ter beschikking voor de voortgang van projecten. Daarnaast wordt er een beroep gedaan op de gelden die beschikbaar zijn voor de bestuurlijke arrangementen. Er moeten nog definitieve keuzen worden gemaakt. Voortgezet worden: 1. Projectencentrum Triton, 2. Activeringscentrum, 3. Europese samenwerking.
1.
1. 2.
Zie verstrekte gegevens op andere vragen en SPAG rapportage Projectencentrum Triton
29
Personeel en cliënten van verschillende onderdelen van Triton, trekken morgenmiddag ten strijde. Om één uur vertrekt er een demonstratie vanaf buurthuis De Dintel richting gemeentehuis. Er wordt gedemonstreerd tegen het stopzetten van subsidie voor het ambulante begeleid wonen voor Antillianen, het straathoekwerk en hulpverlening Antillianen (NHD, 22-03-05)
Onderwerp
Plaats
Zinvolle dagbesteding
Den Helder
Opvoedingsondersteuning
Den Helder
Huisvesting
Den Helder
Hulp en zorg
Den Helder
Aanpak 2001-2004
Opbrengst 2001-2004
Integrale aanpak; hulpverlening wordt gekoppeld aan ontmoeting, activering, bestrijding van schooluitval, naschoolse opvang en toeleiding naar scholing en werk. 2. Activeringscentrum, huiskamerproject. 3. Project Oriëntatietechniek. 4. Project Olijfje voor meiden. 5. Ontmoetingscentrum Bon Bini. 6. Garagewerkplaats als ontmoetingsplek voor de doelgroep. Kindercentrum: specifieke en gerichte activiteiten, namelijk: 1. Voorschoolse activiteiten. 2. Buitenschoolse inloopactiviteiten. 3. Oudergerichte activiteiten.
De genoemde projecten voor 2003 zijn ook op 2004 van toepassing.
De gemeente is voornemens de projecten voort te zetten tot 1 juni 2005. Hiervoor is voorgesteld een overbruggingskrediet beschikbaar te stellen. Ondertussen wordt onderzocht welke projecten onder een bestuurlijk arrangement kunnen vallen. Na juni zullen er keuzes worden gemaakt over het al of niet voortzetten van projecten. Bon Bini wordt voortgezet.
De kinderhuiskamer is een groot succes geworden. De kinderhuiskamer is een plek waar kinderen uit de wijk Nieuw Den Helder terecht kunnen na schooltijd en waar zij zich veilig en thuis voelen. De kinderhuiskamer biedt middels de vrije inloop en het activiteitenaanbod kinderen de mogelijkheid in aanraking te komen met allerlei extra's waardoor hun blik verruimd wordt en zij in hun ontwikkeling gestimuleerd worden. Volgens de kinderwerkers zien zij bij de vaste groep kinderen die komen een verandering in gedrag: de kinderen zijn zich rustiger gaan gedragen en hebben geleerd op een meer sociale manier met anderen om te gaan, wachten op je beurt, niet door elkaar vragen stellen, iemand aankijken, luisteren naar elkaar. Zij leren te accepteren dat er bepaalde omgangsvormen zijn, maar ook dat gezelligheid, eensgezindheid, ergens bijhoren tot de mogelijkheden behoren in hun leven. Vaak missen zij dat thuis. 1. In het project begeleid wonen van Triton werden vorig jaar 37 gezinnen en/of alleenstaanden die op straat stonden aan een woning geholpen. Door de goede samenwerking met de wooncorporaties is Triton in staat mensen, die niet meer bemiddelbaar zijn, een tweede kans te bieden. Triton heeft hiervoor speciale woningen van de Woningstichting gekregen en biedt de bewoner intensieve begeleiding en woontraining aan. 2. In het Foyer zijn in 2004 totaal 10 personen opgenomen, waarvan er 9 op een passend traject zijn geplaatst Zie eerder beschreven projecten
Het college is voornemens om de kinderhuiskamer na afloop van de rijksbijdrageregeling te continueren. De Kinderhuiskamer wordt voortgezet met geld van gemeente, provincie en het rijk.
1.
1. 2.
Begeleid wonen in de Pastorie. Ambulante woonbegeleiding en schuldsanering door Triton in door Triton gehuurde woningen.
1.
Integrale aanpak; hulpverlening wordt gekoppeld aan onder andere activering en toeleiding naar scholing en werk. Jongeren worden geholpen door een hulpverlener van het Bureau Jeugdzorg. Afstemming met verslavingzorg van Triton. Opvang ex-verslaafden en zwerfjongeren in Pastorie (begeleid wonen). Opvang van overlastgevende jongeren en jongeren met financiële problemen in ambulante woonbegeleiding.
2. 3. 4. 5.
30
Verdere plannen
De gemeente is voornemens het Project Bon Komienso voort te zetten. Het is nog niet duidelijk of er financiële dekking kan worden gevonden voor het project begeleid wonen van Triton. De gemeente zoekt naar financiële middelen voor de continuering van de huisvestingsprojecten.
De projecten worden in ieder geval gecontinueerd tot 1 juni 2005.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Onderwijs, cultuur, sport, etc.
Den Helder
1.
Inbedding en draagvlak
Den Helder
Inbreng Antilliaanse gemeenschap
Den Helder
Toegankelijkheid instellingen
Den Helder
Integrale aanpak; hulpverlening wordt gekoppeld aan ontmoeting, activering, bestrijding van schooluitval, naschoolse opvang en toeleiding naar scholing en werk. 2. Kindercentrum. 3. Activeringscentrum. 4. Ontmoetingscentrum Krammerstraat. 5. Project Oriëntatietechniek, 6. Olijfje-project. 7. Garagewerkplaats. 8. Terugdringen schooluitval door de onderwijssector zelf en door de trajecten van Triton. 9. Schoolcontactpersonen. 10. Veel begeleidingsuren. 1. Toewerken naar een structurele aanpak, die in de plaats moet komen van een projectenstructuur met alle nadelen van dien. 2. Verankeren van succesvolle voorzieningen, zoals die van Triton. 3. Gemeentelijke regie. 4. Structurele financiering. 5. Herziening ketenstructuur. 6. Nieuwe overlegstructuur voor de herstructurering van Nieuw Den Helder. 7. Herkenbare en meetbare resultaten. 1. Structureel overleg tussen de wethouder en de Antilliaanse gemeenschap. 2. Deelname aan overleg tussen de gemeente en de woningstichting (hetstructurering Nieuw Den Helder). 3. Subsidie aan een kleine Antilliaanse zelforganisatie die een wekelijks radioprogramma verzorgt. 4. Investeringen in de inbreng en de deskundigheid van de Antilliaanse vertegenwoordigers. 1. Specifieke aanpak bij Triton van jongeren onder en boven de 18. 2. Medewerkers van Triton met een Antilliaanse achtergrond. 3. Aanstelling Antilliaanse schoolcontactfunctionarissen. 4. Werkwijze "kennen en geked worden" van de gebiedsgebonden politieteams in de Falgabuurt en de Koningstraat. 5. Pilot inventarisatie van de knnis en de vaardigheden die nuttig zijn voor de relatie tussen politie en Antilliaanse jongeren. 6. Nieuw activiteitencentrum in 2003 van de woningstichting in plaats van het ontmoetingscentrum en het activeringscentrum van Triton.
Opbrengst 2001-2004
Verdere plannen
Zie eerder beantwoorde vragen
1.
2.
De gemeente Den Helder heeft structureel financiële middelen in de begroting vrijgemaakt om de inbedding van projecten mogelijk te maken. In de keuze voor projecten die op deze wijze ingebed worden moeten nog besluiten worden genomen. Er zijn op dit moment onvoldoende financiÎle middelen om alle projecten voort te zeeten c.q. in te bedden.
Nog niet bekend
Door de realisatie van het Antilliaans Beraad is er een platform ontstaan waarin zaken betreffende deze gemeenschap besproken kunnen worden met zowel de gemeente als de achterban en andere belanghebbenden.
Voorzetten huidige traject van samenspel tussen projectwethouder, Stuurgroep Antilliaanse Aangelegenheden en Antilliaans Beraad.
Niks specifieks gemeld
Nog niet bekend Treur (Triton) ziet het als een groot verlies aan kennis. "Met veel moeite zijn in de loop der jaren kennis en expertise op het gebied van Antillianenbeleid opgebouwd. Dat gaat nu vrijwel geheel verloren." Maar buiten het personeel worden ook de mensen die gebruik maken van de hulp gedupeerd. Het straathoekwerk valt weg, aanloopcentrum Bon Bini blijft dicht en ook gaat er een streep door de hulpverlening bij het vinden van werk of een studie, het op orde brengen van financiën en andere praktische steun voor zelfstandig functioneren. Meer dan honderd alleenstaanden en gezinnen maakten daar jaarlijks gebruik van. (NHD, 15-03-05)
31
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Repressie
Nijmegen
1.
Preventie
Nijmegen
Vinden en binden
Nijmegen
Aanpak harde kern criminele Antillianen verblijvend binnen de gemeente Nijmegen. 2. Extra inspanningen middels operationele teams door politie. 3. Een contactfunctionaris binnen de politie .... intermediair vormt tussen enerzijds repressieve aanpak en anderzijds pro-actieve aanpak binnen de veiligheidsketen. 4. In absoluut aantal personen terugbrengen van de harde kern. 5. Terugdringen aantal strafbare feiten door Antillianen gepleegd. 6. Terugbrengen aantal aangehouden Antilliaanse verdachten. 7. Terugdringen aantal overlastmeldingen waarbij Antillianen betrokken zijn. 8. Aantal dwang/drang trajecten per jaar. 1. Twee straathoekwerkers (man en vrouw) die laagdrempelig de doelgroep kunnen benaderen. 2. Een contactfunctionaris binnen de politie .... intermediair vormt tussen enerzijds repressieve aanpak en anderzijds pro-actieve aanpak binnen de veiligheidsketen. 3. Aantal contacten straathoekwerk, % opgenomen binnen Trabou Tin. 4. Aantal contacten politiecontactfunctionaris. 5. Uitstroom jongeren met politieverleden naar reguliere arbeids- en scholingssituaties. 6. Begeleiding van 150 jongeren in drie jaar, gericht op uitstroom naar scholing en arbeid. 7. Het opzetten van een netwerk van instanties, contactpersonen uit de Antilliaanse en Arubaanse gemeenschap (zoals mentoren), zodat via hen betere resultaten geboekt kunnen worden door en binnen de eigen leefwereld. 8. Begeleiding kindmoeders. 9. Aanpak gericht op beïnvloeding van de leefomgeving van de doelgroep: .... gedrag, ..... 10. Aantal mentoren en absoluut bereik mentoren binnen de doelgroep. 11. Activiteiten (o.a. sociaal-cultureel) mede om te voorkomen dat jongeren weer afglijden. 4. Het opzetten van een netwerk van instanties, contactpersonen uit de Antilliaanse en Arubaanse gemeenschap (zoals mentoren), zodat via hen betere resultaten geboekt kunnen worden door en binnen de eigen leefwereld. 5. Aantal mentoren en absoluut bereik mentoren binnen de doelgroep. 6. Verdubbeling % bereik ouders / kinderen doelgroep. 7. Activiteiten en bereik ervan. 8. Deelnemers aan de activitieten en hun waardering (minimaal rapportcijfer 7).
Opbrengst 2001-2004
Verdere plannen
Zie Trabou tin, een evaluatie (O&S Nijmegen, februari 2005)
De inzet van het A-team is nog tot en met 2006 veilig gesteld.
Paragraaf 4.2 Repressie, m.n.
Per 01-04-05 is er een intermediair bij de politie voor schakeling tussen de repressieve aanapk en de pro-actieve aanpak binnend e veieligheidsketen
4.3.2 Resultaten (14-15) 4.3.4 Problemen en knelpunten (1516)
Zie Trabou tin, een evaluatie (O&S Nijmegen, februari 2005) Paragraaf 4.3 Preventie, m.n. 4.3.1 Ambulant jongerenwerk (16-18) 4.3.2 Voortraject werk en scholing (1820) 4.3.3 Onderwijs en opvoedingsondersteuning (20-21) 3.
4.3.4 Netwerk hulpverlening (2123)
Per 01-01-06 komt er een specifiek casemanagement voor crimenele Antilliaanse jongeren (periode: tot en met eind 2008)
Per 01-01-06 komt er 1 fte straathoekwerk t.b.v. Antillianen (periode tot en met eind 2008) Per 01-04-05 is er een intermediair bij de politie voor schakeling tussen de repressieve aanapk en de pro-actieve aanpak binnend e veieligheidsketen Per 01-01-06 komt er een specifiek casemanagement voor crimenele Antilliaanse jongeren (periode: tot en met eind 2008) Per 01-10-05 komt er 2 fte reïntegratiecasemanagement voor Antillianen bij de gemeentelijke afdeling Werk & Inkomen en 0,5 fte uitbreiding van leerplichtzaken t.b.v. snelle interventie bij Antillianen (periode: tot en met eind 2008) Per 01-04-05 bestaat er een ketenoverleg voor individuele casusbespreking (periode: tot en met eind 2008)
Zie Trabou tin, een evaluatie (O&S Nijmegen, februari 2005) Paragraaf 4.3 Preventie, m.n. 4.3.1 Ambulant jongerenwerk (16-18)
32
Per 01-01-06 komt er 1 fte straathoekwerk t.b.v. Antillianen (periode tot en met eind 2008)
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Opbrengst 2001-2004
Verdere plannen
Niet van toepassing
Onbekend
1.
Uitstroom naar scholing en arbeid (jongeren in de leeftijd van 15-35, langer dan 1 jaar werkloos). 2. Doorstroom (80%) en uitstroom (50%) huidige cliënten Trabou Tin (ong. 150 deelnemers). 3. Waarvan uitstroom 40% van instroom 4. Waarvan scholing 40% van de instroom 5. Dat wil zeggen een uitvalpercentage van maximaal 20% 6. Begeleiding van 150 jongeren in drie jaar, gericht op uitstroom naar scholing en arbeid. 7. Aanpak gericht op beïnvloeding van de leefomgeving van de doelgroep: school, werk, ..... 8. Contacten met bedrijfsleven om jongeren door te leiden naar werk en/of eigen bedrijf. 9. Absoluut 'nieuw' gerealiseerde arbeidsplaatsen (niet gesubsidieerd) als resultante van de contactlegging met bedrijven. Aanpak gericht op beïnvloeding van de leefomgeving van de doelgroep: .... vrijetijdsbesteding, .....
Zie Trabou tin, een evaluatie (O&S Nijmegen, februari 2005)
Per 01-10-05 komt er 2 fte reïntegratiecasemanagement voor Antillianen Bij de gemeentelijke afdeling Werk & Inkomen en 0,5 fte uitbreiding van leerplichtzaken t.b.v. snelle interventie bij Antillianen (periode: tot en met eind 2008)
Onbekend
Wordt per 01-10-05 onderdeel van het reïntegratiecasemanagement
1.
Zie Trabou tin, een evaluatie (O&S Nijmegen, februari 2005)
Geen doelgroepspecifiek beleid meer
Inburgering jonge nieuwkomers Nijmegen
Geen specifieke beleidsdoelen
Toeleiding naar werk en scholing
Nijmegen
Zinvolle dagbesteding
Nijmegen
Opvoedingsondersteuning
Nijmegen
2. 3.
Opvoedingsondersteuning (kind)ouders Afname kindmoeders met 10%. Verdubbeling % bereik ouders/kinderen doelgroep.
Huisvesting
Nijmegen
Aanpak gericht op beïnvloeding van de leefomgeving van de doelgroep: .... wonen/opvang
Hulp en zorg
Nijmegen
1. 2.
Onderwijs, cultuur, sport, etc.
Nijmegen
1.
2. 3. 4.
Aanpak gericht op beïnvloeding van de leefomgeving van de doelgroep: .... gezondheid, ..... Aantal mentoren en absoluut bereik mentoren binnen de doelgroep. Aanpak gericht op beïnvloeding van de leefomgeving van de doelgroep: .... vrijetijdsbesteding, relaties, .... Activiteiten (o.a. sociaal-cultureel) mede om te voorkomen dat jongeren weer afglijden. Absoluut aantal activiteiten en bereik ervan. Absoluut aantal deelnemers aan de activiteiten en hun waardering (minimaal rapportcijfer 7).
Paragraaf 4.4 Werk & scholing, met name: 4.4.2 Resultaten (23-28) 4.4.4 Problemen en knelpunten (28)
Paragraaf 4.3 Preventie, m.n. 4.3.3 Onderwijs en opvoedingsondersteuning (20-21) Het huisvestingsproject Entrada is niet van de grond gekomen. Dit was aanvankelijk bedoeld als groepshuisvesting voor bepaalde jongeren. De woningcorporaties gaven echter te kennen dat de doelgroep (12-25 jaar) niet past binnen hun normale toewijzingsbeleid. Zie Trabou tin, een evaluatie (O&S Nijmegen, februari 2005)
Geen doelgroepspecifiek beleid meer
Geen doelgroepspecifiek beleid meer
Paragraaf 4.3 Preventie, m.n. 4.3.4 Netwerk hulpverlening (21-23) Geen verwijzing in evaluatie
33
Geen doelgroepspecifiek beleid meer
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Inbedding en draagvlak
Nijmegen
1. 2.
3.
4.
5.
6.
De bestuurlijke aansturing ligt bij de burgemeester. De ambtelijke aansturing ligt voorzover de werkzaamheden van de projectgroep Trabou Tin (preventie, arbeid en scholing) bij de Directie Wijkaanpak en Leefbaarheid, projectmanagement bijzondere projecten (ambtelijk opdrachtgever). Bestuurlijke besluitvorming over de bijdrage van de politie vindt plaats in de gezagsdriehoek. De ambtelijke coördinatie voor het repressieve deel van het project ligt bij de coördinator Integrale Veiligheid van de gemeente. De projectgroep Trabou Tin bestaat uit vertegenwoordigers van DWL/Pm Bijz. Proj., DIW/SaWi, DBO/K&V (IV), Stichting Waalwerk, Tandem, Politie Stad Nijmegen (teams), OM Regio Arnhem (beleid). Het afstemmingsoverleg Antillianen bestaat uit vertegenwoordigers van DBO/K&V, DWL/Pm Bijz. Proj., Politie Stad Nijmegen (recherche en teams) en OM Arnhem (Officier). De relatie tussen de activiteiten van projectgroep en afstemmingsoverleg wordt bewaakt door de coördinator integrale veiligheid en ambtelijk opdrachtgever Trabou Tin.
Opbrengst 2001-2004
Zie Trabou tin, een evaluatie (O&S Nijmegen, februari 2005) Paragraaf 4.7 Projectmanagement / projectleiding, m.n. 4.7.2 Resultaten (32) 4.7.3 Problemen en knelpunten
34
Verdere plannen
Aansturing van de verschillende onderdelen van de Antillianenaanpak via ambtelijk projectmanager, die intermediair is tussen het Antillianebestuursteam van Collgege B&W en de projectonderdelen. Projectmanager is tevens voorzitter van het ketenoverleg.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Inbreng Antilliaanse gemeenschap
Nijmegen
1.
2.
3. 4. 5.
... faciliteren van nieuw op te richten zelforganisaties. Dit voorstel voorziet in deze behoefte vanuit de doelgroep zelf. In het kader van investeren op preventie worden ook acties ondernomen om .... zelforganisaties te stimuleren ... Effectieve zelforganisatie met minimaal 50% bekendheid onder de doelgroep. Opzetten van zelforganisaties op het gebied van sport en cultuur. Een eigen culturele ruimte voor de AA-gemeenschap wordt op dit moment als noodzakelijk gezien om de doelgroep te binden.
Opbrengst 2001-2004
Zie Trabou tin, een evaluatie (O&S Nijmegen, februari 2005) Paragraaf 4.5 De Antilliaanse gemeenschap (erbij betrekken), m.n. 4.5.2 Resultaten (29-30) 4.5.3 Problemen en knelpunten (30)
Verdere plannen
Betrokkenheid van de Antilliaanse gemeenschap bij de aanpak van problemen en achterstanden in eigen kring is van groot belang. Gelet op het beeld dat we geschetst hebben inz. de specifieke knelpunten m.b.t. de doelgroep binnen onze lokale context, vinden we het belangrijk om naar wegen te blijven zoeken om een geschikte civiele sociale infrastructuur te helpen faciliteren. Overigens hebben we met de nieuwe gemeentelijke subsidieverordening voor allochtone zelforganisaties (dit voorjaar in de raad vastgesteld) een beter instrument in handen gekregen om nieuwe zelforganisaties in onze stad te faciliteren. In deze subsidieverordening ligt de nadruk namelijk op het ondersteunen van activiteiten (incl. de daarvoor noodzakelijke overhead) i.p.v. het onderhouden van organisaties. Dit biedt kansen aan nieuwe zelforganisaties, waaronder ook initiatieven uit Antilliaanse kring. Om een geschikte civiele sociale infrastructuur te helpen faciliteren, willen we in de eerste plaats ook gaan inzetten op het verkrijgen van feedback van gevestigde Antillianenorganisaties op landelijk niveau – daarbij denken we aan de Kerngroep Antillaanse Gemeenschap. We willen ons laten adviseren wat we kunnen doen om de geconstateerde knelpunten te ondervangen, en wat we moeten doen om de lokale Antilliaanse gemeenschap tot een goede gespreks- en sparringpartner te maken. Het is immers belangrijk om uiteindelijk uit de lokale Antilliaanse gemeenschap periodiek commentaar en terugkoppeling te krijgen op de uitvoering van de activiteiten die we onder dit bestuurlijk arrangement gaan ondernemen. Tevens willen we in dit proces ook onze gemeentelijke Adviescommissie Allochtonen (ACA) een rol geven.
35
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Toegankelijkheid instellingen
Nijmegen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
De uitvoering geschiedt door een drietal organisaties. Deze vier zijn: Tandem welzijnsorganisatie, Stichting Waalwerk, politie Stad Nijmegen en openbaar ministerie. Een aantal andere organisaties zijn op uitvoeringsniveau betrokken in het project. Zij worden gerekend tot de 'referentiegroep' die eens per half jaar geconsulteerd wordt. Met de deelnemende uitvoeringsorganisaties zullen .... budget- en dienstverleningsovereenkomsten afgesloten worden. Nauwe samenwerking met bestaande instellingen (referentiegroep), die bovendien getraind worden in de omgang met de AAjongeren. ... betreft het zgn. 'indalen' van Antilliaanse medewerkers in de organisatie. Om dit vorm te geven wordt voorgesteld de deelnemende organisaties te verplichten om de huidige medewerkers werkzaam voor Trabou Tin (peildatum 1 mei 2001) een vaste aanstelling te geven In de loop van het project zullen zij ingezet worden op andere structurele werkzaamheden van de deelnemende organisaties. Op deze wijze maken de deelnemende organisaties een vorm van 'interculturalisatie' door. Methodiekoverdracht vanuit het traject Trabou Tin.
Opbrengst 2001-2004
Zie Trabou tin, een evaluatie (O&S Nijmegen, februari 2005) Paragraaf 4.6 Samenwerking en afstemming met reguliere instellingen, m.n. 4.6.2 Resultaten (30-31) 4.6.3 Problemen en knelpunten (31) Ook: 4.3.4 Netwerk hulpverlening 4.4 Werk & scholing 4.5 De Antilliaanse gemeenschap (erbij betrekken)
36
Verdere plannen
Te realiseren met het ketenoverleg op individueel casusniveau onder voorzitterschap van de ambtelijk projectmanager
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Repressie
Rotterdam
1.
Inbepaalde situaties: Straf op Maat. Casemanagement Antillianen en Arubanen Hoogvliet. 3. Project Veilig op Straat van de politie in Hoogvliet. 4. Speciaal team Social Investors ter ondersteuning van onder andere GoAls. 5. Project De Uitdaging vanuit de regiegroep Jeugdcriminaliteit Arrondissement Rotterdam 6. Fijnmazig werken, regiopolitie Rijnmond. 7. ITB-CRIEM. 8. Stedelijk Instrument Sluitende Aanpak van de dienst SoZaWe.Individuele aanpak top 100 overlastgevers ten einde die van de straat te krijgen. 9. Samenwerking RET-politie IJsselmonde ikv zinvolle dagbesteding hangjongeren. 10. Inburgering tijdens verblijf in justitiële inrichting in samenwerking van de inrichting en de afdeling inburgering.
Opbrengst 2001-2004
1.
2.
2.
3.
4.
Casemanagement Antillianen Hoogvliet. Daar zijn zo’n 20 Antillianen per jaar begeleid vanuit de aanpak Reclassering. (elektronisch toezicht, proefverloven, uitzetten trajecten vanuit de justitiële instelling, etc.) Project Veilig Op Straat Hoogvliet ligt al enkele jaren stil. De deelgemeente wil het project komende tijd doorstarten. SISA is van de Dienst Stedelijk Onderwijs, DSO. Dit is niet een uitvoeringsinstrument van de individuele aanpak top 100, maar een stedelijk signaleringssysteem jongeren wanneer er iets met ze aan de hand is. Een signaal komt richting ‘probleemeigenaar’ wanneer er twee meldingen over een jongere in het systeem ingebracht worden. Wat betreft samenwerking RET/Politie IJsselmonde wordt verwezen naar hoofdstuk 7.0
37
Verdere plannen
Momenteel wordt het Actieprogramma Integrale aanpak Antillianen ontwikkeld. Op 4 november 2004 hebben de Bestuursdienst en de diensten DSO, SoZaWe en GGD de bestuursopdracht van de burgemeester en de wethouder Onderwijs en Integratie gekregen om te komen tot een Actieprogramma Integrale aanpak Antillianen in Rotterdam. In het komen tot dit actieprogramma zijn de volgende partijen betrokken: DSO, SOZAWE, DS+V, GGD, Pbv, deelgemeenten (Charlois, Hoogvliet, IJsselmonde, Feijenoord en Delfshaven), Bureau Jeugdzorg, stadsmarinier Jeugd, Politie, OM en de Raad voor de Kinderbescherming. Uitgangspunten bij het vormgeven van het actieprogramma zijn: Integrale aanpak in plaats van repressie en preventie apart. Kenmerken hiervan zijn: • Een categorale specifieke aanpak • Aandacht voor repressie • Doelgroep 0-35 jaar • Centrale regie • Aansluiting op afspraken van 18 Antillianengemeentenoverleg • Inzet van wetenschappers Bovenkerk en van Son • Goede relatie met deelgemeenten bewaken Het voorstel ten behoeve van een uniforme en integrale van Antillianen zal vervolgens in februari uiterlijk begin maart in aanloop naar het sluiten van bestuurlijke arrangementen en het voorbereiden van de voorjaarsnota toe worden afgerond en in een agendapost aan het Rotterdamse college worden aangeboden. De voorstellen zullen aansluiten op de nieuwe Rijksnota Antilliaanse risicojongeren. De kern van de aanpak vanuit deze notitie richt zich op de voor deze groep kenmerkende risicofactoren: het ontbreken van een stabiele thuissituatie en de grote mobiliteit van de groep waardoor risicojongeren door de mazen van het net van maatschappelijke voorzieningen en hulpverlening glippen. Het uiteindelijke doel van de aanpak is een afname van het aantal voortijdig schoolverlaters (50%), een daling van de jeugdwerkloosheid (30%) en een afname van de door een aantal jongeren veroorzaakte overlast en criminaliteit (30%). Vanuit de 18 Antillianen gemeenten zullen bestuurlijke arrangementen met cofinanciering gesloten worden met als onderwerp bovenstaande meetbare doelstellingen.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Preventie
Rotterdam
1.
Project Veilig op Straat van de politie in Hoogvliet. Speciaal team Social Investors ter ondersteuning van onder andere GoAls. 3. Project De Uitdaging vanuit de regiegroep Jeugdcriminaliteit Arrondissement Rotterdam 4. Fijnmazig werken, regiopolitie Rijnmond. 5. Justitie in de buurt. 6. ITB-CRIEM. 7. Stedelijk Instrument Sluitende Aanpak van de dienst SoZaWe. 8. Uitbreiding jongerenwerk IJsselmonde. Doel: 10% minder overlast en evenredige deelname aan jongerenactiviteiten.. 9. Herinrichting jeugdhonk Feijenoord om hangjongeren een plek te geven. 10. Groepsaanpak Perperklop/Kop van Zuid (Feijenoord), begeleiding overlastgevende jongeren.
Opbrengst 2001-2004
Zie voorgaande antwoorden
Verdere plannen
1.
2.
2.
3.
4.
38
Het streven van Lus di Trafiko was om de ketens te completeren, zodat Antilliaanse jongeren niet tussen wal en schip blijven vallen. De ketens zijn in de tussentijd ook ontwikkeld. Zo is de uitvoering van de Actieprogramma's Jeugd en Overlast en Voorkoming en bestrijding Jeugdwerkloosheid, die op dit moment in volle gang is, belangrijke stappen worden gezet om de (algemene) voorzieningen voor jongeren zo te organiseren dat er sprake is van sluitende ketens. Binnen dit actieprogramma vorm het Jongerenloket, met daarin ondergebracht onderdelen van DSO, CWI en SoZaWe, een belangrijke schakel als het gaat om toeleiding naar school en werk. Vanuit het Jongerenloket zijn er goede afspraken met de Deelgemeentelijk Overleg Sluitende Aanpak (DOSA's), die inmiddels in alle deelgemeenten operationeel zijn en een belangrijke signalerende en toeleidende functie hebben. De DOSA's vormen eveneens een belangrijk instrument als het gaat om de aanpak van overlastgevende jongeren. Daarnaast is in elke deelgemeente een Voorpostfunctionaris van Bureau Jeugdzorg is gestationeerd, die evenals de DOSA-regisseur de verbindende schakel naar het Justitieel Casus Overleg (JCO) vormt, beginnen de ketens zich ook daar te sluiten. Het SISA-signaleringssysteem, dat op dit moment in hoog tempo wordt uitgerold, vormt in beide ketens het vangnet dat moet voorkomen dat instellingen toch nog langs elkaar heen werken. Door de projecten uit te voeren daar waar ze thuishoren, is de inbedding van de meeste projecten bij aanvang van Lus di Trafiko geregeld. Op de nieuwe voorzieningen (Drie Generatie Soos, Briljantjes en Mentorenproject) na, geldt dat de opgedane kennis en ervaring wordt overgedragen van de projectleiders aan hun collega’s. Er is dus geen sprake van stopzetting maar van het binnen het reguliere werk van de instellingen kunnen bereiken van een evenredige deelname van Antillianen. Daarnaast zijn een aantal projecten éénmalig van aard, bijvoorbeeld het geven van cursussen. In onderstaand kader wordt aangegeven hoe dit voor elk project is geregeld. Gezien de keuze van het College om te blijven inzetten op Antillianen, is het wenselijk om de komende tijd grotere aantallen Antillianen te blijven bereiken via het (outreachend) jongerenwerk en de begeleidingsprojecten. De deelgemeenten hebben echter onvoldoende middelen om de instandhouding van de inzet te kunnen financieren. Gezien het stedelijke belang ten aanzien van de bereikte aantallen, om gezamenlijk (stad en deelgemeenten) in te zetten op voorgenoemde thema’s en de instandhouding voor de komende 2 jaar te financieren.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Vinden en binden
Rotterdam
1.
2. 3.
4.
Sluitend informatie- en registratiesysteem (mogelijke) cliënten etc., SISA-signaleringssysteem. Extra coach voor de groepsaanpak in Feijenoord om een netwerk te onderhouden.. Intensieve inzet van een ambulante jongerenwerker in Feijenoord om risicojongeren te bereiken. Individuele aanpak top 100 overlastgevers ten einde deze van de straat te krijgen.
Opbrengst 2001-2004
1. 2.
3.
4.
5.
6.
SISA: zie boven De twee genoemde projecten in Feijenoord zijn anders ingezet. Zie aanpak Top 100 overlastgevers: zie boven
Verdere plannen
De kennis en ervaringen van drie jaar Lus di Trafiko blijft behouden door: 1. ontwikkeling van deskundigheidsbevorderingsinstrument 2. inbedding ‘daar waar het thuishoort’ Door verschillende Lus di Trafiko 3. Ontwikkeling van deskundigheidsprojecten zijn succesvolle vormen bevorderingsinstrument Changa! voor vinden, binden en begelei4. Samen met het Netwerk van ding gevonden voor de doelgroep: Antilliaanse Professionals (NAP) vindplaatsgericht en ‘outreachend’ heeft Lus di Trafiko de kennis en werken, ruimte geven voor actiervaringen van de projecten geviteiten op maat en individuele bundeld in ‘Changa!’ (patstelling begeleiding blijken van cruciaal in het Papiamento; wordt gebruikt belang voor de hulpverlening van in dominospellen), een toolbox Antilliaanse kwetsbare groepen. voor dialoog waarmee getrainde Duidelijk is geworden dat vinden het projectleiders hun collega’s kunbeste lukt als er sprake is van vindnen helpen bij het individuele plaatsgericht werken. Er zijn goede leerproces rond de hulpverlening ervaringen met intensief ambulant van Antillianen. De projectleiders jongerenwerk waarbij extra ruimte is en ambtelijke contactpersonen om direct in te spelen op de behoeften van diensten en deelgemeenten van de jongeren. Jongerenwerk behebben daar de nodige input voor reikt met een kleine capaciteitsuitgeleverd; zij worden binnenkort breiding grote aantallen Antilliaanse getraind in het gebruik van de jongeren. De jongerenwerker gaat in toolbox. De toolbox is gratis voor dit geval de straat op en legt contacalle instellingen die aan Lus di ten met Antilliaanse hangjongeren. Als Trafiko hebben meegedaan en die voorwaarde voor succes wordt aangede bijbehorende training hebben geven dat er (budgettaire) ruimte gevolgd. Ook voor andere instelmoet zijn voor activiteiten op maat. lingen is Changa! en bijbehorende Een aanbod van activiteiten dat hen training (tegen een vergoeding) aanspreekt trekt risicojongeren over beschikbaar bij het NAP. de streep en bindt ze aan het project. 5. Inbedding ‘daar waar het thuisHet grote succes van de Brassbands in hoort’ Door de projecten uit te IJsselmonde is hier een voorbeeld voeren daar waar ze thuishoren, van. De jongerenwerker in IJsselis de inbedding van de meeste monde organiseert inmiddels ouderprojecten bij aanvang van Lus di avonden om ouderbetrokkenheid te Trafiko geregeld. Op drie experistimuleren en heeft een opkomst van menten na (Drie Generatie Soos, bijna 100%. Briljantjes en Mentorenproject), Successen zijn ook geboekt met geldt dat de opgedane kennis en laagdrempelige voorzieningen. Zo ervaring wordt overgedragen van zijn ruim 243 vrouwen bereikt via de de projectleiders aan hun colDrie Generatiesoos, een nieuwe lega’s. Er is dus geen sprake van ontmoetingsplaats in IJsselmonde stopzetting van activiteiten die voor vrouwen van drie generaties vanuit het reguliere werk van de (grootmoeders, moeders en kindeinstellingen zijn opgezet: er wordt ren). De Drie Generatiesoos speelt dan ingezet op een evenredige in op de matrifocale structuur van deelname van Antillianen. de Antilliaanse samenleving waarin 6. Wel stoppen een aantal projecten vrouwen een centrale rol spelen. Het waar van tevoren hierover afspraouderpunt in Pendrecht dat volledig ken zijn gemaakt. Het gaat dan rust op een moedergroep is hier een om projecten die éénmalig van ander voorbeeld van. aard waren (bijv. extra cursussen) Vinden en binden zijn aan elkaar en de begeleid wonen projecten. gekoppeld: als een Antilliaanse jonOverigens zijn deze laatste niet gere wordt gevonden dient er ongefinancierd vanuit de Rijksbijdramiddellijk binding tot stand te kogeregeling Antillianengemeenten men. Binden is alleen gelukt daar maar vanuit de Stimuleringsregewaar de tijd kan worden genomen ling Opvang en Integratie (zgn voor interactie en er (budgettaire) Direkshon! programma van het ruimte is om in te spelen op de beRijk). Deze projecten lopen af in hoeften. De mate waarin vertrouwen 2006. Conform uw beslissing (dd. van Antilliaanse jongeren wordt ver7 maart 2003 en 23 april 2004) kregen is daarbij van belang en dat zijn hier geen financiële consekost tijd. De betrokken hulpverlequenties aan verbonden. De geners melden dat er een zeker wanmeente heeft zich gecommitteerd trouwen heerst van de jongeren aan organiseren van een regienaar de instellingen en de hulpvergroep Begeleid Wonen voor Antilleners wijzen dit toe aan de negalianen waar de projecten overlegtieve ervaringen en de negatieve gen en aangesloten worden op rebeeldvorming in de media. guliere ketens; Lus di Trafiko voerde het voorzitterschap over deze regiegroep. 7. De resultaten van Lus di Trafiko zijn voor een groot deel te danken aan de inzet van de deelgemeenten Charlois, Feijenoord, Hoogvliet en IJsselmonde. In een bijzonder korte voorbereidingstijd is het ze gelukt om 24 projecten met suc39 ces van de van de grond te trekken. 8. De vier deelgemeenten geven aan een aantal projecten niet in stand
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Inburgering jonge nieuwkomers
Rotterdam
1.
2. 3. 4. 5.
Districten van de dienst SoZaWe hebben een controlefunctie, waarbij ze checken of cliënten inburgeringsplichtig zijn en of ze al een traject hebben gevolgd. Inburgeringtrajecten van ROC en SWA voor ongeveer 200 nieuwkomers per jaar. Intensieve begeleiding van problematische nieuwkomers. Eén loket voor Antilliaanse nieuwkomers. Inburgering tijdens verblijf in justitiële inrichting in samenwerking van de inrichting en de afdeling inburgering.
Opbrengst 2001-2004
2004: Vita/Flexo-trajecten ROC Albeda zag weinig Antilliaanse studenten. Of het nou oudkomers of nieuwkomers waren, de doelgroep voor het Albeda (midden en hoger opgeleide Antillianen) is moeilijk te bereiken. Docenten gaven aan dat de weinige studenten die kwamen veel meer begeleiding nodig hadden om goede studieprestaties te leveren. Bovendien gaat het bij deze doelgroep ook om andere taalleerders die een specifiekere taalkundige aanpak vereisen. De net ontwikkelde Vita/Flexo trajecten leken goede resultaten te geven. In opdracht van DSO en SoZaWe is daarom de capaciteit van Vita/Flexo trajecten uitgebreid om een groter aantal Antillianen te kans te bieden om hieraan mee te doen. Aanpak: Vita staat voor Verlengde Intake Antillianen. Het gaat om een traject van zes weken waarin de deelnemer wordt beoordeeld op zijn afstand tot de arbeidsmarkt. Het wordt afgesloten met een scholingsplan. Elke zes weken start er minimaal één traject met maximaal 12 deelnemers. Deelnemers van Vita-trajecten stromen door naar de arbeidsmarkt, het Flexotraject, het beroepsonderwijs of krijgen extra NT2-onderwijs. Flexo is een volledig individueel maatwerktraject: iedere deelnemer werkt aan zijn of haar eigen leervragen en wordt daarbij begeleid door een docent. Het traject duurt 27 weken. Na afsluiting vindt bemiddeling naar de arbeidsmarkt plaats. Maximaal 12 deelnemers kunnen aan een traject deelnemen. Veel deelnemers van de Flexo hebben eerst het Vita-traject doorlopen. Oud- en nieuwkomers kunnen met elkaar in een traject zitten. Met de Stichting Welzijnsbevordering Antillianen/Arubanen is samengewerkt ten behoeve van de werving van oudkomers; deze worden later door SoZaWe bemiddeld naar werk. De instroom van nieuwkomers is in handen van de Afdeling Inburgering van SoZaWe; het CWI doet dan de bemiddeling naar werk. Overigens doet Albeda ook bemiddeling naar werk. Resultaten: De methodiek blijkt te werken. Sinds 2001 zijn in totaal 617 studenten bereikt: 78 oudkomers waarvan 34 deelnemers het traject afgerond hebben. 32 deelnemers zitten nog in het traject. Verder zijn er 539 nieuwkomers bediend waarvan 371 deelnemers het traject hebben afgerond. De samenwerking met de Stichting Welzijnsbevordering Antillianen verliep goed. Er zijn ongeveer 90 Antillianen doorverwezen naar het Albeda College. Centrale intake Op basis van de wet SUWI (Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen), die per 1-1-2002 van kracht werd, zijn op lokaal niveau afspraken gemaakt om te komen tot één centrale intakeplaats voor (onder meer) alle Antilliaanse nieuwkomers. Deze afspraken werden vastgelegd in een ‘Service Niveau Overeenkomst’ tussen CWI (Centrum voor Werk en Inkomen) 40 de gemeente Rotterdam en Rotterdam, de omliggende gemeenten. Aanpak: Afdeling inburgering van de dienst SoZaWe opereert vanuit een be-
Verdere plannen
Momenteel wordt het Actieprogramma Integrale aanpak Antillianen ontwikkeld. Op 4 november 2004 hebben de Bestuursdienst en de diensten DSO, SoZaWe en GGD de bestuursopdracht van de burgemeester en de wethouder Onderwijs en Integratie gekregen om te komen tot een Actieprogramma Integrale aanpak Antillianen in Rotterdam. In het komen tot dit actieprogramma zijn de volgende partijen betrokken: DSO, SOZAWE, DS+V, GGD, Pbv, deelgemeenten (Charlois, Hoogvliet, IJsselmonde, Feijenoord en Delfshaven), Bureau Jeugdzorg, stadsmarinier Jeugd, Politie, OM en de Raad voor de Kinderbescherming. Uitgangspunten bij het vormgeven van het actieprogramma zijn: Integrale aanpak in plaats van repressie en preventie apart. Kenmerken hiervan zijn: • Een categorale specifieke aanpak • Aandacht voor repressie • Doelgroep 0-35 jaar • Centrale regie • Aansluiting op afspraken van 18 Antillianengemeentenoverleg • Inzet van wetenschappers Bovenkerk en van Son • Goede relatie met deelgemeenten bewaken Het voorstel ten behoeve van een uniforme en integrale van Antillianen zal vervolgens in februari uiterlijk begin maart in aanloop naar het sluiten van bestuurlijke arrangementen en het voorbereiden van de voorjaarsnota toe worden afgerond en in een agendapost aan het Rotterdamse college worden aangeboden. De voorstellen zullen aansluiten op de nieuwe Rijksnota Antilliaanse risicojongeren. De kern van de aanpak vanuit deze notitie richt zich op de voor deze groep kenmerkende risicofactoren: het ontbreken van een stabiele thuissituatie en de grote mobiliteit van de groep waardoor risicojongeren door de mazen van het net van maatschappelijke voorzieningen en hulpverlening glippen. Het uiteindelijke doel van de aanpak is een afname van het aantal voortijdig schoolverlaters (50%), een daling van de jeugdwerkloosheid (30%) en een afname van de door een aantal jongeren veroorzaakte overlast en criminaliteit (30%). Vanuit de 18 Antillianen gemeenten zullen bestuurlijke arrangementen met cofinanciering gesloten worden met als onderwerp bovenstaande meetbare doelstellingen. 1. Het streven van Lus di Trafiko was om de ketens te completeren, zodat Antilliaanse jongeren niet tussen wal en schip blijven vallen. De ketens zijn in de tussentijd ook ontwikkeld. Zo is de uitvoering van de Actieprogramma's Jeugd en Overlast en Voorkoming en bestrijding Jeugdwerkloosheid, die op dit moment in volle gang is, belangrijke stappen worden gezet om de (algemene) voorzieningen voor jongeren zo te organiseren dat er sprake is van sluitende ketens. 2. Binnen dit actieprogramma vorm het Jongerenloket, met daarin ondergebracht onderdelen van DSO, CWI en SoZaWe, een belangrijke schakel als het gaat om toeleiding naar school en werk. Vanuit het Jongerenloket zijn er goede afspraken met de Deelgemeentelijk
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Toeleiding naar werk en scholing
Rotterdam
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Trajecten Meer Actieve Moeders op de Arbeidsmarkt (MAMA) van Werkstad. Jonge Moeders Zelfstandig. Jonge Moeders 2000 in Hoogvliet. 100 oudkomerstrajecten, te ontwikkelen door de dienst SoZaWe in samenwerking met DSO. Stimuleringsproject GoAls van SoZaWe met een jaarlijkse caseload van 600 cliënten. 20 extra VITA/FLEXO projecten op het Albeda College via DSO.
Opbrengst 2001-2004
Eén van de drie prioriteiten van het Lus di Trafiko programma was Aan de slag in Rotterdam. Hieronder vallen vier projecten. Deze vier projecten met als doelstelling dat een jongere aan het werk is of een opleiding volgt hebben gezamenlijk 768 Antillianen bereikt. De keten ‘werk’ is grotendeels rondom het stimuleringsproject GoAls georganiseerd. Dit SoZaWe project is één van de vier Rotterdamse stimuleringsprojecten (SPAR) en heeft 8 jaar gedraaid en is inmiddels ingebed in de reguliere dienstverlening. Het mentorproject Ruman Grandi (zie 3.1) van Riagg RNW is later aan de keten toegevoegd gezien de behoefte aan de bijzondere begeleiding die dit project biedt: 139 Rotterdamse jongeren met meervoudige psychosociale problematiek zijn binnen dit project begeleid. De Vita/Flexo trajecten van het Albeda College en SWA boden extra begeleiding aan 25 oudkomers tijdens scholingstrajecten. Tot slot richtte de Afdeling Inburgering van SoZaWe een centrale intake voor Antillianen in; de officiële opening vond eind 2004 plaats. SPAG is niet gelijk aan GoAls! GoAls viel wel onder de SPAG-regeling. Landelijk heette het SPAG, IN Rotterdam SPAR, waarvan GoAls (specifiek voor Antillianen) een onderdeel was. GoAls heeft zijn doelstelling om 600 Antilliaanse jongeren te bereiken gehaald, evenals het RIAGG (doel 100, bereik 139) en de VITA/FLEXO-trajecten (doel 20, bereik 96). De resultaten GoAls, gerapporteerd door SoZaWe in augustus 2004: 599 ‘unieke’ deelnemers bereikt, waarvan: 175 geplaatst op een zorgtraject; 89 naar reïntegratie (werk dus) 23 géén traject 207 toen nog in begeleiding/bemiddeling; 70 einde traject (diverse redenen) 24 medische belemmeringen Voor Ruman Grandi gelden de volgende cijfers: Totaal bereik 206 Rotterdamse jongeren. 45 jongeren naar een voortraject van Albeda verwezen, 33 naar een scholingstraject van Albeda, 25 naar betaald werk, 8 naar BV Aanbouw (gesubsidieerd werk) en voor 73 jongeren werden overige trajecten uitgezet. 29 jongeren zijn naar Cohar, Flexus en Leger des Heils verwezen om deel te nemen aan een begeleid wonenproject. Er was een uitval van 70 jongeren. Er waren overigens geen specifieke uitstroom taakstellingen richting werk gedefinieerd.
41
Verdere plannen
Zie boven
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Zinvolle dagbesteding
Rotterdam
1. 2. 3. 4.
Projecten zoals: Match, Opboxen, Funzone. Videoteam voor hangjongeren in Feijenoord. Samenwerking RET-politie IJsselmonde ikv zinvolle dagbesteding hangjongeren. (Bronnen:Programma Lus di Trafiko, concept december 2000; Lus di Trafiko, uitwerking van het Programma, december 2001; Lus di Trafiko, werkplan 2003-2004, juli 2003; O-meting 7-Antillianengemeenten)
Opbrengst 2001-2004
Opboxen is een project dat al bestond voor Lus di Trafiko en gaat gewoon door. Opboxen heeft veel Antilliaanse jongeren in begeleiding. Stand van zaken Match en Funzone is momenteel onbekend. RET-project is niet doorgaan. Het niet doorgaan van het project RET/politie IJsselmonde heeft te maken gehad met het feit dat de problemen waren verminderd. Het project zou letterlijk door twee deelgemeenten heen rijden, omdat het zich zou richten op overlastgevers in de tramlijn die door twee deelgemeenten heen rijdt. Ook Videoteam is niet doorgegaan. De Deelgemeente wilde eerst de Quick Scan uitvoeren. Nadat deze is uitgevoerd is gekozen voor extra begeleiding. Het project is ‘Proksimo’ gestart, dat door de stichting welzijnsbevordering Antillianen en Arubanen wordt uitgevoerd. Tegenover het niet doorgaan van enkele projecten, zijn nieuwe initiatieven wel beloond en hebben inmiddels hun succes bewezen: extra inzet jongerenwerk in IJsselmonde en voor intensieve aanpak jongeren in Feijenoord is Proksimo in 2004 begonnen. Voorts zijn enkele brassbands in IJsselmonde van start gegaan en is er een toneelgroep actief. Tot slot is er een meidenvoetbalteam en zijn diverse jongeren begonnen met het maken van muziek. Vooral de Brassbands springen eruit. Om het succes aan te geven: alle jongeren komen nagenoeg altijd op de repetities en ouderavonden hebben een nagenoeg 100% opkomst. Vooral de inzet van jongeren/opbouwwerk is hierbij van belang geweest.
42
Verdere plannen
Zie boven
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Opvoedingsondersteuning
Rotterdam
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Training voor 10 moeders in project SMILE van Stimulans. Hulp aan 50 jonge moeders in Charlois. Huiswerkbegeleiding voor 20 kinderen in Charlois. Ouderpunt en training voor 15 opvoeders, taal en opvoeding. 15 moeders extra in IJsselmonde doen mee aan jonge moeders project. 12 moeders extra in Hoogvliet doen mee aan jonge moeders project. Begeleiding 30 gezinnen door opvoedingsondersteuning Bon Kriá in Hoogvliet. (Bronnen:Programma Lus di Trafiko, concept december 2000; Lus di Trafiko, uitwerking van het Programma, december 2001; Lus di Trafiko, werkplan 2003-2004, juli 2003; O-meting 7-Antillianengemeenten).
Opbrengst 2001-2004
Verdere plannen
Eén van de drie prioriteiten van het Lus di Trafiko programma is Investeren in de nieuwe generatie. Deze projecten die hieronder vallen zijn gericht op hulp aan (voornamelijk éénouder en/of multi-problem)gezinnen waarbij de kinderen extra aandacht krijgen. Er zijn verschillende invalshoeken om interventies te plegen in de gezinnen. In totaal 16 projecten zochten de ingang via de ouders, kinderen of de jongeren. Alle projecten hebben hun doelen gehaald, sommige boven alle verwachtingen. Eén project moet nog starten: Na Kas, de residentiële voorziening van Flexus die onder verantwoordelijkheid van de GGD wordt opgezet. De aanloop van dit project is complex. In de praktijk blijkt een paar jaar voorbereidingstijd nodig om deze voorziening goed op te zetten. De verwachting is dat voor de zomer 2005 de opening van het pand plaatsvindt. De resultaten van de pilot jonge moeders, dat bestaat uit diepgaand onderzoek onder 100 Antilliaanse jonge moeders, vormen de input voor de door SoZaWe geïnitieerde regiegroep jonge moeders; de resultaten van het onderzoek worden meegenomen bij de ontwikkeling van het jonge moeders beleid. Eén project heeft gekozen voor de ondersteuning van vaders; dit project is na twee succesvolle jaren gestopt vanwege een combinatie van factoren die leidden tot een terugloop in het bezoekersaantal.
43
Bereiskt
Te bereiken
SoZaWe, pilot jonge moeders Radio Nos rais, Sigi Lucha – voorlichting aann jonge moeders GGD/Flexus, Na Kas – residentiële voorziening Charlois, ouderpunt Youth foir Christ, huiswerkbegeleiding Stimulans, taal- en opvoedignsondersteuning Charlois schoolmaatschappelijk werk SWA, schuldhulpverlening Eksito SWA Lokaal zorgnetwerk Eksito Millinxbuurt, maatshappelijk werk vaders Vrouwengroep Asiram, 3generatiesoos Jonge moeders project Perspect Jonge moeders project SMW Twinkeltje van Bureau Jeugdzorg Hoogvliet, Bon Kria Emdes, mentoren voor scholieren
96
100
nvt
nvt
16
0
nvt
50
20
15
25
25
50
49
45
51
50
46
25
35
Nvt
243
15
19
29
42
80
85
30
17
20
21
Zie boven
Onderwerp
Plaats
Huisvesting
Rotterdam
Aanpak 2001-2004
Opbrengst 2001-2004
Verdere plannen
Huisvesting en een stabiele woonsituatie als belangrijkste schakel in de sluitende aanpak. 2. Bijzondere aandacht voor kwetsbaarste doelgroepen van alleenstaande moeders en jongeren. 3. Vrouwenopvang. 4. 300 voor Antilliaanse jongeren gereserveerde wooneenheden. 5. 100-kamerproject. 6. Internaatsvoorziening, zoals bepleit door Forsa. 7. Initiatieven SEV om de woonsituatie van migranten.Antillianen te verbeteren. 8. Antilliaans jongerenproject met 32 wooneenheden van COHAR. 9. Bijeenkomsten van de speciale regiegroep Begeleid Wonen.. 10. (Bronnen:Programma Lus di Trafiko, concept december 2000; Lus di Trafiko, uitwerking van het Programma, december 2001; Lus di Trafiko, werkplan 2003-2004, juli 2003; O-meting 7-Antillianengemeenten)
Het succes van de hulpverlening aan Antilliaanse kwetsbare groepen is alleen mogelijk als aan een aantal randvoorwaarden wordt gewerkt. In het werkplan is afgesproken dat hiervoor een bijdrage wordt geleverd aan behoorlijke huisvesting, positieve beeldvorming en deskundigheidsbevordering. Huisvesting is een belangrijke voorwaarde voor de hulpverlening. Veel Antillianen zijn niet in staat om een zelfstandig bestaan op te bouwen omdat alle aandacht en zorg uitgaat naar hun huisvestingsprobleem. Naar aanleiding van de in 2002 door het Rijk geïntroduceerde Stimuleringsregeling Opvang en Integratie van Antilliaanse Jongeren (uitgevoerd door het programma Direkshon! van de SEV) heeft het College de kaders vastgesteld ten aanzien van de huisvesting, met name de inzet op begeleid wonen. Deze zijn verwerkt in de notitie van Lus di Trafiko ‘Begeleid Wonen voor Antilliaanse Rotterdammers’. In deze notitie worden 3 Antilliaanse groepen onderscheiden die aandacht verdienen als het gaat om huisvesting: 1. Antillianen die in de problemen raken wegens gebrek aan kennis over het wonen in Rotterdam. Voor deze groep is Biba Biba ontwikkeld, een voorlichtingsprogramma over wonen in Rotterdam dat de Antilliaanse Radio en TV Nos Rais, Steunpunt Wonen Rotterdam (SWR) en EXRO de Rotterdamse Beeldwerkers gezamenlijk maakten. 'Biba, Biba' bestaat uit twee sporen: (1) massamediale communicatie in de vorm van een wekelijkse TV soapserie, met verdere uitdieping van de thema's in de wekelijkse radioprogramma’s en (2) een basiscursus 'huren' in een aantal deelgemeenten door SWR. 2. Antillianen in nijpende woonomstandigheden. Voor deze groep kan via de Dienst SoZaWe een verzoek worden ingediend bij de stuurgroep ‘Toewijzing aan Bijzondere Doelgroepen’, die in 2003 formeel startte. De afspraak is dat vooralsnog jaarlijks 25 woningen voor Antillianen worden gereserveerd. Tot nu toe is weinig gebruik gemaakt van deze mogelijkheid; wellicht is de beperkte bekendheid van deze mogelijkheid daar debet aan. 3. Antillianen die begeleiding nodig hebben maar worden belemmerd door huisvestingszorgen. Voor deze groep biedt de combinatie wonen en begeleiding een alternatief. De projectenplannen die voldeden aan de kaders voor begeleid wonen zijn ingediend bij het Rijk. Deze kaders waren: uitbreiding van bestaande Rotterdamse voorzieningen, wonen in verspreide wooneenheden. Verder dient ieder project te participeren in de Regiegroep Begeleid wonen voor Antilliaanse Rotterdammers, waarin onder voorzitterschap van Lus di Trafiko de projecten ingebed worden in de reguliere hulpverleningsketen. Het Rijk kende financiering toe aan vier projecten 44 van Cohar, Leger des Heils en Flexus (twee projecten; één in samen-werking met ID Plein). In totaal gaat het om 106 wooneen-
De meeste huisvestingsprojecten lopen de komende jaren nog door. Niet alleen t.a.v. Antillianen is huisvesting een knelpunt. De gemeente is dan ook bezig met nieuw beleid t.a.v. opvangvoorzieningen.
1.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Hulp en zorg
Rotterdam
1.
Mentoring door vrijwilligers van project Match van de Antilliaanse zelforganisatie 'Op Weg'. 2. Residentiële zorg voor 16 jongeren in Na Kas. 3. Mentorproject Ruman Grandi voor 100 Antillianen met meervoudige problematiek. 4. Optoppen schoolmaatschappelijk werk Charlois voor 50 moeders. 5. Training schuldhulpverlening Charlois voor 45 moeders. 6. Extra inzet lokaal zorgnetwerk SWA in Charlois met 50 interventies. 7. Maatschappelijk werk Charlois voor 25 vaders. 8. Twinkeltje, Hoogvliet: 5 extra spreekuren. 9. Mentorproject Hoogvliet tegen schooluitval voor 20 jongeren. 10. Quick Scan en uitvoering aanbevelingen m.b.t. de hulpverlening aan jongeren die dreigen af te glijden in Feijenoord
Opbrengst 2001-2004
1.
Mentoring door vrijwilligers van project Match van de Antilliaanse zelforganisatie 'Op Weg'. 2. Residentiële zorg voor 16 jongeren in Na Kas. Zie Rotterdam, huisvesting 3. Mentorproject Ruman Grandi voor 100 Antillianen met meervoudige problematiek. Zie Rotterdam, preventie 4. Optoppen schoolmaatschappelijk werk Charlois voor 50 moeders. Zie Rotterdam, opvoedingsondersteuning: Ambulant schoolmaatschappelijk Werk 5. Training schuldhulpverlening Charlois voor 45 moeders. Zie Rotterdam, opvoedingsondersteuning: Eksito 6. Extra inzet lokaal zorgnetwerk SWA in Charlois met 50 interventies. Zie Rotterdam, opvoedingsondersteuning: Eksito 7. Maatschappelijk werk Charlois voor 25 vaders. Zie Rotterdam, opvoedingsondersteuning 8. Twinkeltje, Hoogvliet: 5 extra spreekuren. Zie Rotterdam, opvoedingsondersteuning 9. Mentorproject Hoogvliet tegen schooluitval voor 20 jongeren. Zie Rotterdam, opvoedingsondersteuning 10. Quick Scan en uitvoering aanbevelingen m.b.t. de hulpverlening aan jongeren die dreigen af te glijden in Feijenoord. Zie Rotterdam, preventie
45
Verdere plannen
1.
2.
Door de projecten uit te voeren daar waar ze thuishoren, is de inbedding van de meeste projecten bij aanvang van Lus di Trafiko geregeld. Op de nieuwe voorzieningen (Drie Generatie Soos, Briljantjes en Mentorenproject) na, geldt dat de opgedane kennis en ervaring wordt overgedragen van de projectleiders aan hun collega’s. Er is dus geen sprake van stopzetten maar van bereiken van een evenredige deelname van Antillianen binnen het reguliere werk van de instellingen. Daarnaast zijn een aantal projecten éénmalig van aard, bijvoorbeeld het geven van cursussen. In kader 14 wordt aangegeven hoe dit voor elk project is geregeld. Gezien de keuze van het College om in te blijven zetten op Antillianen, is het wenselijk om de komende tijd grotere aantallen Antillianen te blijven bereiken via het (outreachend) jongerenwerk en de begeleidingsprojecten. De deelgemeenten hebben echter onvoldoende middelen om de instandhouding van de inzet te kunnen financieren. Gezien het stedelijke belang ten aanzien van de bereikte aantallen, is het nodig om gezamenlijk (stad en deelgemeenten) in te zetten op voorgenoemde thema’s en de instandhouding voor de komende 2 jaar te financieren.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Onderwijs, cultuur, sport, etc.
Rotterdam
1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Via de deelgemeenten en de Dienst Recreatie Rotterdam worden vanuit het jeugdprogramma onderdeel Vrije Tijd en Sport een aantal projecten aangeboden Drie Generatie Soos in IJsselmonde. Radioprogramma Sigi Lucha, voorlichting en bewustwording jonge moeders Biba, Biba: acttiendelige TV soap met radio-uitzendingen en cursussen over wonen in Rotterdam. Theaterproductie De Kracht van Cultuur in IJsselmonde. Brassbands De Kracht van Cultuur in IJsselmonde. Rolmodellenproject Briljantjes in Hoogvliet. Informatie House Restyling, Hoogvliet, om de betrokkenheid van Antillianen in de wijk te vergroten.
Opbrengst 2001-2004
1.
2. 3.
4.
5.
6. 7.
8.
Via de deelgemeenten en de Dienst Recreatie Rotterdam worden vanuit het jeugdprogramma onderdeel Vrije Tijd en Sport een aantal projecten aangeboden Drie Generatie Soos in IJsselmonde. Zie Rotterdam, opvoedingsondersteuning Radioprogramma Sigi Lucha, voorlichting en bewustwording jonge moeders. Zie Rotterdam, opvoedingsondersteuning Biba, Biba: acttiendelige TV soap met radio-uitzendingen en cursussen over wonen in Rotterdam. Zie Rotterdam, huisvesting Theaterproductie De Kracht van Cultuur in IJsselmonde. Zie Rotterdam, toeleiding naar werk en scholing Brassbands De Kracht van Cultuur in IJsselmonde. Zie Rotterdam, zinvolle dagbesteding Rolmodellenproject Briljantjes in Hoogvliet. Er zijn weinig vrijetijdsactiviteiten die aansluiten op de belevingswereld van Antilliaanse jongeren. De oprichting van een brassband door jongeren zelf wordt gestimuleerd en moet leiden tot de start van (tenminste) twee nieuwe brassbands. Informatie House Restyling, Hoogvliet, om de betrokkenheid van Antillianen in de wijk te vergroten. Experiment bemoeizorg: een combinatie van het benutten van de vaardigheden die aanwezig zijn in de wijk moet leiden tot een vergroting van de betrokkenheid van Antillianen in de eigen wijk. Het doel is hierbij 12 Antillianen te betrekken.
46
Verdere plannen
Zie Rotterdam, repressie en preventie
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Inbedding en draagvlak
Rotterdam
1. 2.
3. 4.
5.
Werkgroep LdT waarin zijn vertegenwoordigd SoZaWe, Openbaar Ministerie en de politie. Dienstoverstijgende positie van de programmaleider LdT, directe rapportage aan verantwoordelijke wethouder. Aansturing van de uitvoering door programmaleider. Overleg en bijeenkomsten: bestuurdersoverleg, kerngroepbijeenkomsten, netwerkbijeenkomst voor uitvoerders, voortgangsbijeenkomst, voorlichtingsbijeenkomsten, info-service voor gemeente en deelraden. Overleg Strategisch Antilliaans Beraad-wethouder.
Opbrengst 2001-2004
Gezamenlijke bestuurlijke aansturing Kenmerkend voor Lus di Trafiko is de gezamenlijke bestuurlijke aansturing. Lus di Trafiko startte als een uitsluitend stedelijk programma. Na een jaar is voorgesteld om de deelgemeenten waar de meeste Antillianen wonen erbij te betrekken; de toenmalige wethouder heeft dit doorgetrokken tot een bestuurlijk overleg waarin de beslissingen onder zijn voorzitterschap zoveel mogelijk gezamenlijk werden genomen. Tevens diende dit overleg als voorportaal voor de beslissingen die door het College van B&W moesten worden genomen. In totaal hebben 7 bestuurlijke overleggen over Lus di Trafiko plaatsgevonden. De bestuurlijke overleggen zijn door Lus di Trafiko voorbereid in samenwerking met de Kerngroep van ambtelijke contactpersonen van diensten en deelgemeenten en de directeur van de Stichting Welzijnsbevordering Antillianen/Arubanen (SWA). Deze contactpersonen fungeren als enige ingang voor Lus di Trafiko, kennen de eigen organisatie goed, hebben direct contact met directie of dagelijks bestuurder en hebben inzicht in de activiteiten die binnen de organisatie in het kader van Lus di Trafiko plaatsvinden. Het hebben van één ingang werkt goed; een tegenvaller was de vele personeelswisselingen waardoor er constant vanuit Lus di Trafiko moest worden ingespeeld om informatieverlies te vermijden De Antilliaanse gesprekspartner van de bestuurders is het Strategisch Antilliaans Beraad/MAAS die gevraagd en ongevraagd adviseert over de ontwikkelingen. Bij het ontwikkelen van Lus di Trafiko heeft het beraad een belangrijke rol gespeeld. De afgelopen vier jaar heeft 6 keer overleg plaatsgevonden tussen het beraad en de wethouder.
47
Verdere plannen
Nieuw Actieprogramma Rotterdam zet door Het College van B&W stelt in 2004 haar nieuw actieprogramma vast: Rotterdam zet door, op weg naar een stad in balans. Twee onderwerpen raken op directe wijze de uitvoering van Lus di Trafiko: de nadruk op criminele Antilliaanse jongeren en het zogenaamde spreidingsbeleid. Op het eerste wordt ingespeeld door nadere input te verschaffen over integrale aanpak en de ontwikkelingen rond Lus di Trafiko. Op het tweede onderwerp, spreidingsbeleid, wordt ingespeeld door afspraken te maken met de begeleid wonen projecten voor Antilliaanse Rotterdammers: de door de corporaties beschikbaar te stellen wooneenheden zullen verspreid worden over de hele stad. Ontwikkeling 18 Antillianengemeenten In het eerste jaar dreigt Lus di Trafiko de plek te worden waar alle ‘Antilliaanse zaken’ moeten worden geregeld. ‘Daar waar het thuishoort’, het belangrijkste uitgangspunt, wordt niet voldoende gepraktiseerd. Eén van de thema’s is de relatie met de 18 Antillianen-gemeenten; de politieke aandacht verschuift naar de criminele jongeren en van Lus di Trafiko wordt verwacht ook dit te coördineren. Met de beperkte formatie van het Lus di Trafikoteam worden een aantal bijeenkomsten georganiseerd waar burgemeester Opstelten als voorzitter van het Antillianengemeenten optreed. Daarna wordt dit overgedragen aan de afdeling Openbare Orde & Veiligheid van de bestuursdienst die een beleidsambtenaar benoemt als ambtelijk coördinator van het 18 Antillianengemeentenoverleg. Een actieplan van de 18 Antillianengemeenten is inmiddels in uitvoering.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Inbreng Antilliaanse gemeenschap
Rotterdam
1. 2.
3. 4.
Strategisch Antilliaans Beraad. Creëren van overlegsituaties waarin Antilliaanse instellingen input leveren voor beleidsvorming en uitvoering. Voorlichten van Antilliaanse intermediairen over LdT. Ondersteunen van Antilliaanse media en hun vrijwilligers, communicatieplan zoals opgenomen in LdT-plannen 2003-2004.
Opbrengst 2001-2004
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Het Beraad heeft in juni 2004 de verkiezingen gehouden. Op 15 september 2004 resulteerde dit in de formele overdracht van taken van het voormalige Beraad aan het nieuwe, officiële platform Movemiento Antiyano-Arubano Stratégiko, ‘MAAS’. Het bestuur van de MAAS bestaat uit 5 gekozen leden. Op 17 december zijn de 5 leden van de Raad van Zelforganisaties gekozen uit de aangemelde zelforganisaties Met MAAS heeft de gemeente Rotterdam een gesprekspartner die spreekt namens de gehele Antilliaanse/ Arubaanse gemeenschap. Met de verkiezingen vond een bijzondere en unieke gebeurtenis plaats in de geschiedenis van de democratische participatie van de Antilliaans-Arubaanse gemeenschap in Rotterdam. Voor het eerst werden vertegenwoordigers van de gemeenschap gekozen. Dit was een breuk met een lange traditie, waarbij woordvoerders voor de gemeenschap vooral zichzelf opwierpen en benoemden. B&W van Rotterdam wilde echt in contact treden met de gemeenschap om een dialoog op gang te brengen en gezamenlijk de schouders te kunnen zetten onder de aanpak van de specifieke problemen van deze groep Rotterdammers. Met het nieuwe Beraad MAAS zijn de voorwaarden daartoe geschapen. Het programmabureau van Lus di Trafiko heeft geïnvesteerd in het bij elkaar brengen van Antilliaanse (vrijwilligers)organisaties en deelgemeenten, diensten en professionele organisaties. Stichting Nos Rais maakte dagelijks radioprogramma’s en wekelijks een uur televisie. De organisatie werkt direct met de doelgroep van Lus di Trafiko en heeft een grote achterban. Een logische samenwerkingspartner, in te zetten door projecten, deelgemeenten en diensten; maar de organisatie had niet de tools om zich succesvol in het ambtelijke en subsidiecircuit te bewegen. Lus di Trafiko koppelde een communicatie- en mediadeskundige aan Nos Rais om de organisatie een professionaliseringsslag te laten maken. Meerdere vrijwilligersorganisaties en initiatiefnemers vonden de weg naar Lus di Trafiko voor advies en ondersteuning. In 2004 zijn enkele mediaorganisaties gefuseerd tot Radio Mundial die inmiddels dagelijks radio-uitzendingen verzorgen. Nos Rais heeft in dit samenwerkingsverband een prominente plek verworven. Voor het ondersteunen van de diverse zelforganisaties blijft het belangrijk dat er makkelijk te benaderen partijen zijn in Rotterdam waar deze organisaties terechtkunnen voor meer dan advies. Faciliteiten en hands-on ondersteuning in de organisatie blijven nodig. SWA is de logische organisatie 48 in Rotterdam om dit verder handen en voeten te geven.
Verdere plannen
De SWA, alle Vrijwilligersinstellingen en het Netwerk Antilliaanse professionals (NAP) blijven bestaan. De gemeente neemt de betrokkenheid van de Antilliaanse gemeenschap als prioriteit op in de nieuwe plannen.
Onderwerp
Plaats
Aanpak 2001-2004
Toegankelijkheid instellingen
Rotterdam
1. 2. 3. 4. 5.
Deskundigheidsbevordering van de instellingen en diensten in IJsselmonde. Intervisie van hulpverleners bij RIAGG. Netwerk Antilliaanse hulpverleners Best practices beschrijving door LdT. Andere LdT-communicaties: sociale kaart, feitenoverzicht, goed nieuws kaarten, voorlichtingsbijeenkomsten infoservice voor gemeente en deelraden.
Opbrengst 2001-2004
1.
2. 3. 4. 5.
Deskundigheidsbevordering van de instellingen en diensten in IJsselmonde. Rotterdam, hulp en zorg Intervisie van hulpverleners bij RIAGG. Zie Rotterdam, preventie Netwerk Antilliaanse hulpverleners. Zie Rotterdam, hulp en zorg Best practices beschrijving door LdT .speciale publicatie Andere LdT-communicaties: sociale kaart, feitenoverzicht, goed nieuws kaarten, voorlichtingsbijeenkomsten infoservice voor gemeente en deelraden.
49
Verdere plannen
Zie Rotterdam, preventie
Antillianenbeleid in zeven gemeenten, 2001-2004 Bijlage 3.Dossiers
George Muskens met medewerking van Suzanne Huender © DOCA Bureaus Kerkstraat 27 Lepelstraat Mei 2005
INHOUDSOPGAVE 1
DOSSIER ANTILLIANEN.................................................................................................................. 1
2
DOSSIER AMSTERDAM ................................................................................................................. 14
3
DOSSIER DEN HAAG....................................................................................................................... 16
4
DOSSIER DEN HELDER.................................................................................................................. 18
5
DOSSIER DORDRECHT .................................................................................................................. 21
6
DOSSIER GRONINGEN ................................................................................................................... 23
7
DOSSIER NIJMEGEN....................................................................................................................... 26
8
DOSSIER ROTTERDAM.................................................................................................................. 28
1 Dossier Antillianen 0-meting 7-Antillianengemeenten. Amsterdam: Radar; 2001 maart. Aantal projecten Direkshon! per september 2004 op 19. Direkshon! Nieuwsbrief 2004 november; 3(6). Allochtonen crimineler door klein netwerk. NRC Handelsblad. ; 2002 december. Allochtonen en strafbeleving. Een onderzoek naar de strafbeleving van Antilliaanse, Surinaamse, Marokkaanse en Turkse jongens. Den Haag: Ministerie van Justitie; 1999. "Alsof wij geen Nederlanders zijn". Verdonk bruskeert de Antilliaanse gemeenschap. BN/De Stem. ; 2004 september. Antillen hekelen inburgeringsstelsel Verdonk. Dagblad van het Noorden. ; 2004 augustus 12. Antillen tegen plan van Verdonk – Over uitzetting jongeren. NRCHandelsblad. 2004, 12 november. Antillen tot maart financieel gered. Volkskrant. ; 1999 december 10. Antillen-commissie komt er niet uit. Trouw. 2004, 12 november. Antilliaanse deskundigen bieden overheid expertise en ondersteuning aan bij aanpak probleemjongeren. www.justitie.nl. ; 2004 mei 27. Antilliaanse jongeren ontdekken hun afkomst met Eksplorá. OCAN-INFO. 2003 december; 4(6). Antilliaanse jongeren in grote problemen. 'Gebrek aan begeleiding nekt een op de dire'. Rotterdams Dagblad. ; 2004 februari. Antilliaanse jongeren verenigen zich. www.planet.nl. ; 2004 juni. Antilliaanse jongeren in Nederland verenigen zich. Dagblad van het Noorden. ; 2004 juni 11. Antillianen / De Graaf - Opstelten 1-0. Trouw. 2003, 12 september. Antillianen met straf niet meer welkom. Rotterdam dagblad. ; 2003 oktober. Antillianen vaker verdacht van misdrijf. NRC Handelsblad. ; 2003 september. Antillianen(beleid) in Zuid-Holland. Wegwijzer voor gemeenten en andere belanghebbenden in de provincie Zuid-Holland. Den haag: Provincie Zuid-Holland; 2004 oktober. 'Antillianensteden' sluiten convenant. De Volkskrant. 2003, 9 september. Arubaanse en Antilliaanse jeugd. speciaal project moet overlast jongeren in de kiem smoren. Brabants Dagblad. Beknopte reactie op de uitvoeringsnota 'Migratie Antilliaanse jongeren'. Den Haag: OCAN; 1999 mei. Best-practices SPAG-projecten. : Forum/SWZ; 2004. Bevolkingsontwikkwling van de Marokkanen, de Turken, de Surinamers en de Antillianen in Breda in de periode 1976 tot 2000. ; 1990. (Publikaties van de Afdeling Statistiek en Onderzoek der Gemeente Breda (794)). Bijeenkomst burgemeesters Antillianen gemeenten maandag 8 september 2003. Bonaire wil bij Nederland blijven. NRC Handelsblad. ; 2004 september. Burgemeester spreekt afschuw uit bij aanvang stille tocht. Noodhollands dagblad. ; 2003 september. CDA wil druk op Antillen. ANP. ; 1999 oktober 12. Cijfers: waar wonen die lastige Antillianen? Trouw. 2003, 11 september. Commissie struikelt over aanpak migratie Antillainen. Amigoe.com. 2004, 13 november.
1
Conclusies studiedag OCAN: boouwstenen voor het werkplan 2000. Den Haag; 1999 oktober. Criminaliteit in relatie tot de integratie van etnische minderheden. Den haag: Ministeire BZK; 1997 november. 'Criminele Antillainen tegenhouden'. BN/De Stem. 2004, 29 september. De Antillianenproblematiek in Dordrecht: verkenning van problematiek en oplossingsrichtingen. Dordrecht: Gemeente; 1999 oktober. De Gaaf zoekt advies op Antillen. NRC Handelsblad. ; 2003 november. De Graafs geduld met Antillen is op. NRC Handelsblad. ; 2003 november. De stem van Antillianen en Arubanen in Nederland over de relatie van de Nederlandse Antillen & Aruba met de Europese Unie; 2004 april. : OCAN; 2005. Dirkshon! aan het werk – Visitatieronde langs projecten geeft inzicht in de praktijk. Direkshon! Nieuwsbrief 2004 juni; 2(5). Dirokshon! komt op stoom. Straks ruim 400 plekken voor Antilliaanse jongeren. Direkshon! Nieuwsbrief 2003 juni; 1(2). Doodsteken jongen scholt publiek. Noordhollands dagblad. ; 2003 september. Drie keer Direkshon! erbij. Direkshon! Nieuwsbrief 2003 juni; 1(2). 'Eerst helderheid over financiën'. Noodhollands Dagblad. ; 2003 september. Eerste negen projecten gaan van start. Direkshon! Nieuwsbrief 2003 februari; 1(1). Einde verhuiskostenregeling nadert. OCAN-INFO. 2004 juni; 5(2). Feest ontaardt in schietpartij. Vijf gewonden in Rotterdam. ; 1999 oktober 11. Ganashi. Project brede aanpak Antillianen en Arubanen in Groningen 1999-2003. Groningen: Gemeente Groningen; 1999 april. Geen strenger beleid Antillianen. NRC Handelsblad. ; 2004 september. Gemeenten: 'Criminele Antillianen weren'. NRC Handelsblad. ; 2003 oktober. Gemeenten oneens over criminele Antillianen. Trouw. ; 2003 september. Gemeenten pakken Antillianen aan. Trouw. ; 2003 september. Gemeenten zijn verdeeld over de Antillianen. NRC Handelsblad. ; 2003 september. Geprivilieerde Antillianen en Arubanen in Nederland bij de EUverkiezingen. OCAN-INFO. 2004 juni; 5(2). Hardere aanpak Antilliaanse jeugd nodig. Rotterdam Dagblad. ; 2003 juli. Het statuut en de relatie tussen Carubisch deel van het Koninkrijk en de EU: andere banden of meer van hetzelfde? OCAN-INFO. 2004 oktober; 5(3). Hoe ver is Direkshon nu? [Nieuws]. Direkshon – Stimuleringsprogramma opvang en integratie Antilliaanse jongeren. ; 2004 december. "Hoe verder?" Einde stimuleringsregeling Justitie. Direkshon! Nieuwsbrief 2004 november; 3(6). Huisartsen stellen patiëntenstop in wegens hoge werkdruk. ANP. ; 1999 oktober 12. In gesprek met Brigida Meyer-Cratz. Direkshon! Nieuwsbrief 2003 februari; 1(1). (Allochtonen, licht criminele etnische jongeren). [Brichure]. Jeugdcriminaliteit. Den haag: Ministerie van Justitie; 1999 september. Jongen (17) doodgestoken. De Volkskrant. ; 2003 september.
2
Jongeren met problemen [Hoofdstuk 7]. in: Tussen beleid en uitvoering: lessen uit recent onderzoek van de Algemene Rekenkamer. Den haag: SDU; 2003. Kabinet: gerichte aanpak Antilliaanse risicojongeren. www.regering.nl. ; 2004 september. Kabinet onderzoekt problematiek Antilliaanse jongeren. De Telegraaf. ; 2004. Kabinet steunt beleid van Ys. NRC Handelsblad. ; 2004 september. Kabinetsreactie op rapport Blok. Controversiële politieke boodschap in beleidsjasje. OCAN-INFO. 2004 juni; 5(2). Kamer: toelatingseis Antilliaanse jongeren. De Volkskrant. 2004, 13 november. Kennisatelier Mentoring. Opzetten en professionaliseren van mentorprojecten voor risicoleerlingen. Den Haag: KIEM/Sardes; 2004 november 4. Klankborggroepen kijken mee en geven advies. Antilliaanse gemeenschap doet actief mee. Direkshon! Nieuwsbrief 2003 juni; 1(2). 'Koninkrijk blijft ondanks alle veranderingen'. De Antilliaanse premier Ys benadrukt de banden met Nederland. NRC Handelsblad. ; 2005 april 28. Landelijke coördinatoren RADAR amken de balans op: verschilpunten, winstpunten, nieuwe doelgroepen, nieuwe kansen. Na Kaminda. 2003; 1. Meisjescriminaliteit in Nederland. Den Haag: WODC; 1998. Mentorenproject van Coach succesvol verlopen. Uitreiking certificaten door minister Verdonk. OCAN-INFO. 2005; 6(1). Metha Bot, stichting Woonplus Schiedam: "Het hoort gewoon bij ons werk". Direkshon! Nieuwsbrief 2004 juni; 2(5). Minister Cova stapt naar VN. De Graaf kiest eigen aanpak op de Antillen. NRC Handelsblad. ; 2003 november. Minister waarschuwt voor onderscheid. Trouw. 2003, 10 september. Ministerraad: effectievere bestrijding jeugdcriminaliteit. ; 2004 september. Netwerkontwikkeling voor Antilliaanse en Arubaanse jongeren en jongvolwassenen in Amsterdam Zuidoost. ; 1993. Nog geen recht op uitkering. Jongeren 16 of 17 jaar: tussen wal en schip? Direkshon! Nieuwsbrief 2003 februari; 1(1). Nota migratie Antilliaanse jongeren. Den Haag: Ministerie BZK; 1998 november. Ondersteuning met trainingen en intervisies: ciaches de coaches! Direkshon! Nieuwsbrief 2003 juni; 1(2). Opvang jeugd mist samenhang. Trouw. ; 2003 juli. Over uitzetting jongeren. Antillianen tegen plan va Verdonk. NRC Handelsblad. ; 2004 november 5. Overzicht projecten. Direkshon! Nieuwsbrief 2004 november; 3(6). Partieel inburgeringstraject op de Nederlandse Antillen. TFNieuws 6. Persbericht 'Het probleem van Antilliaanse jongeren is oplosbaar. Den Haag: OCAN 1999, januari. Persbericht 'Het probleem van Antilliaanse jongeren is oplosbaar. Den Haag: OCAN 1999, januari. Plan van aanpak lokale uitvoering instroom Antillianen. Amsterdam: gemeente; 1999 maart. Politie zoekt nog naar moordenaar van Helderse jongen. Noodhollands dagblad. ; 2003 september.
3
Project Capelle a/d IJssel open. Direkshon! Nieuwsbrief 2003 juni; 1(3). Publicatie over Nederlandse jongerenfoyers en werkhostels. lessen uit de praktijk van kamers met kansen. Direkshon! Nieuwsbrief 2003 juni; 1(2). PvdA en D66: Fleuwekul en onzin. Kritiek op CDA-plan Antillen. AD. ; 1999 oktober 12. PvdA'er: Internaat voor Antillianen. NRC Handelsblad. ; 2003 september. Radar organiseert bijeenkomst over implementatie. Projecten bezorgd over voortgang, nu subsidie definitief stopt. Na Kaminda. 2003; 1. Rapportage Integratiebeleid etnische minderheden (RIEM) 1999. Den Haag: Ministerie BZK. Rea Petrona, coach van de coaches Direkshon! Almere: "Wees een vriend, geen politieagent!". Direkshon! Nieuwsbrief. Rea Petrona, coach van de coaches Direkshon! Almere: "Wees een vriend, geen politieagent!". Direkshon! Nieuwsbrief 2004 juni; 2(5). Resultaten SPAG projecten 1 mei 2001 tot 1 oktober 2003. : Regioplan/Research voor het Beleid; 2004. Ruzie in kabinet over Antillianen. De Volkskrant. ; 2004 september. Ruzie over Antillianen in kabinet. De Volkskrant. ; 2004 september. Samenvatting Beleidsbrief inzake Nota Migratie Antilliaanse Jongeren en Stand van zaken uitvoering nota Migratie Antilliaanse Jongeren. : (Den Haag); (Ministerie BZK); (1999, juli). Slotverklaring overleg Nederland-Nederlandse Antillen 8 en 9 december 1999. Den Haag: Kabinet Ned. Antillen; 1999 december. Sociaal ventiel [Hoofdartikel]. NRC Handelsblad. ; 2003 september. Sociale dienstplicht werkloze. Miljoenen voor armoede op Antillen. NRC Handelsblad. ; 2004 september. Stand van zaken contactlegging A/A zrlforganisaties. Den Haag: OCAN; 2000 januari. Steun werkgelegenheid: Fraude met EU-geld omvangrijker. NRCHandelsblad. ; 2000 juni; Economie: 15. Stichting COACH-Brochure. Stimuleringsregeling heeft nog onbenutte kansen. Direkshon! Nieuwsbrief 2003 juni; 1(3). Succesvolle winkel met gestolen waar. NRC Handelsblad. ; 2003 november. Thema: Nederland & de Antillen [themabijlage]. NRC Handelsblad. ; 2003 november. Tilburg komt met 'keihard' plan tegen criminaliteit. De Volkskrant. 2003, 8 september. Tilburg pakt criminele Antillianen keihard aan. Trouw. ; 2003 juli. Toekomst in samenwerking. Nederland, Nederlandse Antillen en Aruba. Den Haag: Ministerie BZK; 1999 juni. Trabou in. Een alternatief voor Antilliaanse en Arubaanse jongeren in Nijmegen. Nijmegen: Directie Wijkaanpak en Leefbaarheid; 1999 oktober. Uitzetting Antillianen onderzocht. De Volkskrant. ; 2004 september. Van eerste honk naar homerun! Wonen, werken, leren in 19 projecten v oor Antilliaanse jongeren. : SEV, Direkshon! Stimuleringsprogramma opvang en integratie Antilliaanse jongeren; 2004. Veel Antillianen terug via regeling. BN/De Stem. ; 2004 oktober. Veiligheid - aanpak jeugdcriminaliteit [Hoofdstuk 3]. in: Tussen beleid en uitvoering: lessen uit recent onderzoek van de Algemene Rekenkamer. Den haag: SDU; 2003. Verdonk: geen stop op Antillianen. NRC Handelsblad. ; 2004 september.
4
Verharde klimaat doet Antillianen terugkeren. Ook economische situatie, heimwee en verhuisregeling dpelen mee. Rotterdams Dagblad. ; 2003 oktober. Verklaring, getekend door de Antilliaanse regering en de Nederlandse regering. Willemstad: Regering van de Nederlande Antillen; 2000 januari. Verslag 1ste expertmeeting. Integratie in het Koninkrijk: visie op de belangen van Caribische Nederlanders. OCAN-INFO. 2004 oktober; 5(3). Verslag 2de expertmeeting. Antilliaans-Arubaans ontwikkleingsmodel nara buiten gericht. OCAN-INFO. 2004 oktober; 5(3). Verslag behandeling uitvoeringsnota 'Migratie Antilliaanse jongeren'. Den Haag: OCAN; 1999 juni. Verslag bijeenkomst OCAN aan SAABA (ZO) in Almere van 13 december 1999. Den Haag: OCAN; 1999 december. Verslag van de beraadslaging over het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van Koninkrijkstrelaties (IV) voor het jaar 2000 (26800-IV). Den Haag: Tweede kamer; 1999 oktober. Verslag van een algemeen overleg Integratiebeleid 1999-2002, Integratiebeleid etnische minderheden, Minderhedenbeleid 1999. : Den Haag; Tweede kamer; 1999, juli. Voorstel Expertise- en Informatiecentrum. Den Haag: OCAN. Voorstel plan van aanpak OALT-Papiamentu. Den Haag: OCAN; 1999 november. Voorzieningen voor Antilliaanse en Arubaanse studenten: Inspectierapport. ; 1998. Wat is Vishon Kòrsou? Weren Antillianen is niet besproken. De Volkskrant (?). ; 2003 september. Weren criminele Antillainen bepleit. NRC Handelsblad. ; 2003 september. Werkconferentie Lokale Uitvoering Instroom Antillianen. ; 1999 december. "Wethouder Tilburg feliciteert 8 jongeren met succesvol afronden project". Direkshon! Nieuwsbrief 2004 november; 3(6). Wonen bij Direkshon!: hoe is dat? Direkshon! Nieuwsbrief 2003 juni; 1(3). Yadira Wall: "Geef jongeren een kans om zichzelf te leren kennen". Direkshon! Nieuwsbrief 2003 juni; 1(2). Zelfrespect en eigen waarde onmisbaar tegen discriminatie. "COACH traint coaches". Direkshon! Nieuwsbrief 2004 november; 3(6). Aboulated, Ahmed; Van den Klinkenberg, Tineke. Nieuwkomers hebben ruimte nodig. NRC-Handelsblad. ; 2000 maart; Opinie: 6. Adviescommissie Antilliaans Medeburgerschap in Nederland. Nèt loke falta - ontbrekende schakels - missing links. Advies inzake de aanpak van de criminaliteitsproblematiek onde Antillianen in Nederland. Den Haag; 2001 december. Alberto, Jefka; Wientjes, Geneviève; Rietbergen, Dik. Nachools werken aan achterstanden: een verslag van de Projecten Ouderparticipatie en Huiswerkbegeleiding in Nieuwegein, Maarssen en Amersfoort. ; 1994. Amesz, Ineke; Steijlen, Fridus; Vermeulen, Hans. Andere Antillianen. Carrières van laaggeschoolde Antilliaanse jongeren in een grote stad. Amsterdam: Spinhuis; 1989. Andersson-Toussaint; Kaptein, Jildiz; Mentzel, Vincent. Het is de schuld van de Makamba's. Anthony Godett en de raciale
5
tegenstellingen op Curçao. M. Het Maandblad van NRC Handelsblad. ; 2004 november: 46-60. Angela Bekkers. 'Stel de Antillen onder curatele'. AD. ; 1999 oktober 12. Arendshorst, Marnix. Direkshon-projecten: start Direkshón Zwolle in juli; onduidelijkheid over Amsterdam. OCAN-INFO. 2004 juni; 5(2). Arendshorst, Marnix; Gumbs, Irene. Direshón-projecten: stand van zaken. OCAN-INFO. 2003 december; 4(6). Bas mesters; Marcel Molle. Holland-Allochtonië. Volkskrant Magazine. Beckers, Cisca; Kopijn, Yvette. Wensne en kansen van Surinaamse en Antilliaanse vrowuen: onderzoek naar de scholings- en beroepswensen en de arbeidsmarktpositie van Surinaamse en Antilliaanse vrowuen in Zaanstad en Hoorn. ; 1994. (Rapport (9405)). Bessems, Kustaw. Den Helder wil statuut met Antillen opzeggen. Trouw. 2003, 10 september. Bessems, Kustaw. Jaloers op het open Nederland [De Verdieping]. Trouw. ; 2002 juli. Bessems, Kustaw; Hoogerwaard, John. Aanpassing Antillaine vergt eigen cursus. Trouw. 2004, 10 november. Bessems, Kustaw; Hoogerwaard, John. probleemjingeren. Antillianen zijn erg van de bling-bling. Trouw. 2004, 10 november. Blom, M.; Oudhof, J.; Bijl, R. V.; Bakker, B. F. M. Verdacht van criminaliteit. Allochtonen en autochtonen nader bekenen. Den Haag: CBS en WODC; 2005. Boekhoorn, P. F. M. "Un perspektivo nobo": Antillaanse en Arubaanse jongeren uit de bijstand. Den haag: VUGA; 1993. Bogers, Alex. Curaçao moet afkicken van de cocaïne. Jacht op verdovende middelen heeft succes, maar de drugsbazen bedenken steeds nieuwe trucs. BN/DeStem. ; 2005 april 23. Bomhoff, Eduard J. Een spanende samenleving. NRC-Handelsblad. ; 2000 maart; Opinie: 7. Boorsma, Sipke. Experimentele stimuleringsprojecten voor Antilliaanse en Arubaanse jongeren: verslag van de voorbereidingsfase. ; 1994. Bouma, Japke-D. [Hoe het bezemteam Almere rustig kreeg]. NRC Handelsblad. ; 2002 juni. Bovenkerk, Frank. Notitie over Antilliaanse criminaliteit ten behoeve van de Raad van Hoofdcommissarissen, vergadering 8 november 1999. . 2000 januari. Bovenkerk, F.; Van San, M. R. Een probleemverkenning op het gebied van politie en etnische minderheden terzake van vraagstukken effectiviteit van politiewerk . Utrecht: Willem Pompe Instituut; In uitvoering . Bozkurt, Emine. "Een eigen huis, een plek onder de zon. Na Kaminda. 2002; 1. Bozkurt, Emine. SEV gaat huisvestingsprojecten voor Antilliaanse jongeren opzetten. Na Kaminda. 2002; 1. Brandenbarg, Jan (namens het ambtelijk overleg van de zeven Antillianengemeenten). [Brief aan mw. MR. M. Haimé, ministerie van Justitie DGIAV/DCIM]. [Brief inzake verantwoordingsrapportage]. ; 2003 maart. Brink, I.; Van Dorp, J. Problematiek Antilliaanse jongeren. Den Haag: Ministerie van Justitie, Directie Jeugdbescherming en Reclassering; 1991. Cain, Artwell. Antillianen zijn primair verantwoordelijk. : eigen notitie. Inburgering, conclusies [pag. 144-146]. Commissie Blok. Onderzoek Integratiebeleid. Den Haag: SDU; 2004. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004; 28.689 (8-9)).
6
Onderwijs [pag. 259-346]. Commissie Blok. Onderzoek Integratiebeleid. Den Haag: SDU; 2004. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004; 28.689 (8-9)). Samenvatting, conclusies en aanbevelingen [pag. 517-550]. Commissie Blok. Onderzoek Integratiebeleid. Den Haag: SDU; 2004. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004; 28.689 (8-9)). Werk en inkomen, de rol van de Arbeidsvoorziening [pag. 214-224]. Commissie Blok. Onderzoek Integratiebeleid. Den Haag: SDU; 2004. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004; 28.689 (8-9)). Cornelisse, Edwin. Antillianen leren wonen. Wekelijkse soapserie vol valkuilen op Rotterdam TV. Rotterdams Dagblad. ; 2003 oktober. Cornelisse, Louis. Altijd zal er een Godett zijn. Trouw. ; 2003. Cornelisse, Louis. Antillen: niet bedelen, zakendoen. Trouw. ; 2003 september. Cornelisse, Louis. Stuurloos en arm Curaçao. Trouw. ; 2003 oktober. Coronel, Mercita. Huisvesting groot knelpunt bij inburgering. Na Kaminda. 2002; 1. Cuartas, Jorge M. Joint ventures en flexibel bidget maken implementatie uitdagend. Na Kaminda. 1996; 3. Cuartas, Jorge M. Projecten hebben alleen topje van de ijsberg laten zien. Samenwerking en overdracht van kennis staan centraal in implementatiefase. Na Kaminda. 1996; 2. Cuartas, Jorge M. Thomas Hofmans: "Het tij begint te keren". Projecten vechten voor continuering. Na Kaminda. 1996; 2. De Groot, Gerard-René. Visumplicht Antillianen/Arubanen en het Europees burgerschap. De Jong, Wiebe; Steijlen, Fridus; Masson, Kees. Hoe doe je je ding: Antilliaanse jongeren en criminaliteit in de regio RotterdamRijnmond. Delft: Eburon; 1997. De minister van Vreemdelingenzaken en Integratiebeleid. [Brief aan De voorzitter van de Tweede Kamer]. [Brief inzake Notitie Antilliaanse risicojongeren]. ; 2004 oktober. De Ree, Masja. Inbedding en voortzetting SPAG-methodiek. Ministerie sluit projecten af. Na Kaminda. 2004; 1. De staatssecretaris van Justitie. kabinetsreactie op het rapport Nèt Loke Falta van de adviescommissie Antilliaans Medeburgerschap in Nederland. Den Haag: Ministerie van Justitie; 2002 juni. De Vries, G. M., Staatssecretaris BZK. Brief aan de heer Ph.A.E. Nieuw, minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugdzaken en Sport van de Nederlandse Antillen inzake de noat 'Migratie Antilliaanse Jongeren'. Den Haag: Ministerie BZK; 1999 oktober. De Vries, Guido. Samen tegen de ontsporing [themabijlage Nederland & de Antillen]. NRC Handelsblad. ; 2003 november. Den Brok, Berlien; Eersteling, Paul. Surinaamse en Antilliaanse ouderen in Zoetermeer: hun leefsituatie en gebruik van woon- en zorgvoorzieningen. ; 1994. Den Hond, Bas. Kaartenhuis aan het Nieuwendiep. Trouw. ; 2003 september. Dijke, Anke; Van Hulst, Hans; Terpstra, Linda. Mama Soltera. De positie van 'alleenstaande' Curaçaose en Arubaanse moeders in Nederland. De haag: Warray; 1990. Dijkman, Theo. Marginalisering bij jongeren uit etnische minderheden. Een beknopte literatuurstudie. Nijmegen: ITS; 1996. Dikstra, M. (plv. directeur Coördinatie Integratiebeleid Minderheden, ministerie van BZK). [Brief aan DOCA Bureaus]. [Offerteaanvraag]. ; 2002 februari. D'Oliveira, Ulli. Visum voor Antillainen juridisch rond te breien. Trouw. ; 2003 september. Donner, Piet Hein; Verdonk, Rita (Minister van Justitie, minister van vreemdelingenzaken en integratiebeleid). [Brief aan Tweede Kamer].
7
[Brief inzake Herkomst van verdachten van criminaliteit]. Den Haag; 2005 april 26. Eggermont, Marieke. Stomme streken. Jongeren over hun beleving van straf. Alphen a.d. Rijn: Samson-Tjeenk Willink; 1994. Eggermont, Marieke. Teruggefloten?! Evaluatie van een jaar "First Offenders". Dordrecht: Onderzoeksbureau Perspektief; 1994. Eggermont, Marieke. Teruggefloten..!? Het tweede jaar "First Offenders". 's-Hertogenbosch: Onderzoeksburo Perspektief; 1996. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Hoofdrapport ed.; Den Haag: Onderzoek en Adviesgroep Questions, Answers and More bv; 2003 oktober. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen ed.; Den Haag: Onderzoek en Adviesgroep Questions, Answers and More bv; 2003 oktober. Fermina, Hubert. Huidige maatregelen bieden onvoldoende vertrouwen: vergaande samenwerking tussen jeugdhulpverlening en onderwijs moet kansen van Antilliaanse jeugd verbeteren. ; 1994. Ferwerda, H. B. Loopbanen in het kwaad : criminele carrières van allochtone jongvolwassenen . M.A.V. Klein-Meijer ... et al., redactie. Vroegcriminele carrières'. Speciaal nr. van: Justitiële Verkenningen . 1998; 24(57-69). Ferwerda, H. B. Loopbanen in het kwaad: criminele carrières van allochtone jongvolwassenen. ; 1998. Ferwerda, Hubert. Levensgeschiedenissen van maatschappelijk kwestbare jongens. Groningen; 1989. Ferwerda, Hubert. Watjes en ratjes: een longitudinaal onderzoek naar het verabnd tussen maatschappleijke kwestbaarheid en jeugdcriminaliteit. Groningen: Wolters-Noordhoff; 1989. Foets, M. Zorggebruik bij Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse migranten Utrecht: NIVEL; In uitvoering . Forum, Cluster Preventie. Actieprogramma Preventiebeleid. www.forum.nl/prjecten2004/actpre.html. Groeneveld, L. Magistraten in tropentoga [scriptie]. Amsterdam: Vrije Universiteit; 2004 februari. Haimé, L. M. (Directeur Coördinatie Integratiebeleid Minderheden, ministerie van BZK). [Brief aan De Antillianengemeenten]. [Boref inzake Inburgering Antillianen]. ; 2001 augustus. Haimé, M. L. (Directeur Coördunatie Integratiebeleid Minderheden, ministerie van BZK). [Brief aan Forsa, t.a.v. Drs. J. Schrils]. [Brief inzake "0-meting" Antillianengemeenten]. ; 2001 november. Haimé, M. L. (Directeur van Coördinatie Integratiebeleid Minderheden, ministerie van Justitie). [Brief aan Wethouders van de 7 Antillianengemeenten sie in hun gemeente verantwoordlijk zijn voor de uitvoering van de bijdrageregeling Antillianengemeenten]. [Brief inzake de uitvoering Bijdrageregeling Antillianengemeenten]. ; 2003 maart. Harmsen, C. N.; Van der Heijdt, J. In Nederland woonachtige personen van Surinaamse en Antilliaanse origine, 1 januari 1990. ; 1991. Harten, Marian; Klomp, Martin, redactie. Normen, waarden en cultuur. Speciaal nr van TIAZ . 1998; Hermelijn, Jacques. Nederlanders wordtelen met identitetisprobleem. OCAN-INFO. 2003 december; 4(6). Hermelijn, Jacques; Arendshorst, Marnix. Mentorenproject Coach. OCAN-INFO. 2005; 6(1). Heunder, Suzanne; De Saint Aulaire, Jori. Duna un man. Antilliaanse en Arubaanse nieukomers in beeld. Dordrecht: Welzijnsdienst; 1995.
8
Hoefnagel, Wilma; Rietbergen, Dik. Aangekomen, opgenomen, in de kou: rapport over de opvang van Antilliaanse en Arubaanse nieuwkomers in Utrecht. ; 1994. Hoetink, Hans. De gespleten samenleving in hte Caribisch gebied. Bijdrage tot de sociologie der rasrelaties in gesegmenteerde maatschappijen. Assen : Van Gorcum; 1962. Hoetink, Hans. Het patroon van de oude Curaçaose samenleving. Amsterdam : S. Emmering; 1987. Hofman, Thomas; Roebroek, Joop. Sluitende aanpak voor Antillianen en Arubanen in Amsterdam met name in Zuid Oost. Onderzoeksverslag. Amsterdam: Radar; 1999 juli. Hofmans, Thomas. Implementatie van nieuwe werkzijzen voor doelgroepjongeren. Méér dan bij calamiteiten een project van stal halen. Na Kaminda. 1999; 3. Hofmeester, Winston; Van Zorge, Nynke. Multi-cultureel NIVON: de wensen en behoeften van Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen in Nederland met betrekking tot vrijetijdsbesteding en recreatie. ; 1997. (Wetenschapswinkel (9702)). Homburg, G. H. Evaluatie Unitur. Amsterdam: Regioplan; 1996. Hoof, Stella; Jehoel-Gijsbers, Gerda. De uitkering van de baan. Reïntegratie van uitkeringsontvangers: ontwikkelingen in de periode 1992-2002. Wildeboer-Schut, Jean marie, met medewerking van. Den haag: SCP; 2003 juli. Hulshof, L. E. T. Ata nan aki! Een schets van de achtergronden van Antilliaanse en Arubaanse leerlingen in het voortgezet onderwijs in Den Haag. ; 1990. Jacobus, Jessey. Van schuld naar schuldsanering. Na Kaminda. 2002; 2. Jan Wielard. Vertroetelen van Antillianen lost problemen niet op. Joan de Windt. "Ik ben niet bang voor witte mannen. Zo nodig geef ik ze op hun kop". Contrast. 2005 april 29; 5: 24-25. Jong, Wiebe de; Steijlen, Fridus; Masson, Kees. Hoe doe je je ding : Antilliaanse jongeren en criminaliteit in de regio RotterdamRijnmond . SEC. 1997; 11(18-20). Jorna, A. E. Antillianen en Arubanen in Groningen. Samenvatting van een onderzoek naar de feitelijke leefsituatie van Antillianen en Arubanen in Groningen. Groningen: Maatstaf; 1996. Kasem, A.; Mensink, L. J. J.; Van der Zijde, J. Quick Scan 'best and bad practices' in de beleidsaanpak ten aanzien van de Antilliaanse jongeren. Amsterdam: Van de Bunt; 2000 februari. Klaver, J. F. I. Antillianen en Arubanen naar werk: evaluatie van de experimentele stimuleringsprojecten voor Antilliaanse en Arubaanse jongeren 1994-2001. Eindrapport. Amsterdam: Regioplan; 2001 mei. Klooster, E. M.; Van Hoek, A. J. E.; Van 't Hoff, C. A. Allochtonen en strafbeleving: een onderzoek naar de strafbeleving van Antilliaanse, Surinaamse, Marokkaanse en Turkse jongens. ; 1999. (PJS-publicaties). Klungel, Janine. No problem? Een inventarisatieonderzoek naar knelpunten van Antilliaanse en Arubaanse vrouwen in werksituaties. (De Wetenschapswinkel Nijmegen (175)). Koel´´, Theo; Ramdhario, Stieven. Eilanden van de zon, zee en coke. De Volkskrant. ; 2003 december. Kook, Hetty; Vedder, Paul. Moderwensen: opvoedingsdoelen en opvoedingsstijlen van Antilliaanse moeders in Nederland. ; 1998. Kromhout, Mariska; Vedder, Paul. Antilliaanse kinderen in verzet? ; 1995. (ICP-reeks (5)). Kroneman, Marieke. Trots in de spots: jongerentheater in AmsterdamZuidoost. ; 1999. Lamur, Humphrey. Caraïbische vrouwen en anticonceptie in Nederland. ; 1990. (NISSO-Studies, Nieuwe Reeks (7)). Lamur, S. Evaluatie van een arbeidsoriëntatieproject voor jonge Surinaamse en Antilliaanse vrouwen. ; 1991.
9
Leuw, Ed. Criminaliteit en etnische minderheden. Een criminologische analyse. Den Haag: WODC; 1997. (WODC-reeks (K51)). Manuela, M. Met feesten komen ze wel aan hun trekken maar hun problemen worden niet aangepakt. ; 1995. Marcha, Waldemar. Antia 2000. Met hoop, moed en vertrouwen in een betere toekomst de drempel over. : www.swpbook.com. Marcha, Waldemar; Verweel, Paul. De cultuur van de angst. Pradoxale ketenen van angst en zwijgen op Curaçao. : www.swpbook.com. Marcha, Waldemar; Verweel, Paul. De waraheid van Curaçao. : www.swpbook.com. Margriet Oostveen. Koninkrijksrelaties "Leer je eiland weer begrijpen. NRC-Handelsblad. ; 1999 december 10. Martens, E. P. Minderheden in beeld: SPVA-98. Rotterdam: ISEO; 1998. Martens, E. P.; Verweij, A. O. Minderheden in beeld: Antillianen en Arubanen in Nederland, kerncijfers 1996. ; 1997. Mateman, Sander; Klaver, Jeanine; Schambach, Rixt; Mandos, Eva. Stimuleringsproject Allochtone Groepen. Eerste tussenrapportage. Leiden: Research voor het Beleid; 2002 maart. Mateman, Sander; Mandos, Eva; Hello, Evelyn; Flapper, Eelco; Klavre, Jeanine; Grootscholte, Miranda. Evaluatie Stimuleringsprojecten Allochtone Groepen. Eindrapport ed.; Leiden: Regioplan/Research voor het Beleid; 2004 september. Mathulessy, Anthoinette; Hoeksma, Jan. De Antilliaanse gemeenschap in Hoogvliet. Moeders, kinderen en adolescenten. 2e conceptnota. Rotterdam: Deelgemeente Hoogvliet en GGD; 1992. Meijers, Frans. Mentorschap voor Antilliaanse jongeren. Nijmegen: Meijers Onderzoek & Advies; 1999. Minister GSI. Kansen krijgen, kansen pakken. Integratiebeleid 19992002. Den Haag: Ministerie BZK. Minka. Discussiestuk ten behoeve van expertisecentrum. Amsterdam: Steunpunt voor Antillianen en Arubanen Amsterdam e.o.; 1999 februari. Moll, Hans. De opmars van de drugskoerier [themabijlage Nederland & de Antillen]. NRC Handelsblad. ; 2003 november. Muskens, George. Aanpak van Antilliaanse jongerenproblemen in de zeven Antillianengemeenten. Voorstel voor de uitvoering van rapportages en onderzoek. Lepelstraat: DOCA Bureaus; 2002 februari. Muskens, George. Antillianenbeleid in zeven gemeenten. rapportage over 2001 tot 2003, opgesteld voor de Directie Coördinatie Integratie Minderheden van het Ministerie van Justitie. Huender, Suzanne; Muskens-Cohen, Els; Cijntje, Judy, met medewerking van. Lepelstraat: DOCA Bureaus; 2004 juni. Muskens, George. Enkele aantekeningen inzake Antilliaanse risicojongeren in Nederland en de risicoaanpak van Rijk en gemeenten sinds 1994. Lepelstraat: DOCA Bureaus; 2004 oktober. Muskens, George. "Mayan ta di nos – Morgen is van ons allemaal". Onderzoek naar de achterban van de Antilliaanse en Arubaanse zelforganisaties in Tilburg en omgeving. Tilburg: DOCA Bureau; 1997 mei. Muskens, George; Cijntje, Jusy. Antillianenbeleid in zeven gemeenten. rapportage over 2001 en 2002, opgesteld voor de Directie Coördinatie Integratie Minderheden van het ministerie van Justitie. Huender, Suzanne; Muskens-Cohen, Els, met medewerking van. Lepelstraat: DOCA Bureaus; 2003 juni. Muskens, George; Cijntje, Jusy. Antillianenbeleid in zeven gemeenten. Tabellen over 2001 en 2002, samengesteld voor de Directie Coördinatie Integratie Minderheden van het ministerie van Justitie. Huender, Suzanne; Muskens-Cohen, Els, met medewerking van. Lepelstraat: DOCA Bureaus; 2003 juni.
10
Notten, Ton. Jeugdbeleid en permanente educatie: over messcherpe ellebogen en messentrekkerij. ; 1999. Oostindie, Geert; Klinkers, Inge. Decolonising the Caribbean: Dutch policies in a comparative perspective. Amsterdam: Amsterdam university press; 2003. Een Antilliaanse exodus? [Hoofdstuk 13]. in: Oostindie, Geert; Klinkers, Inge. Knellende koninkrijksbanden. Het Nederlandse dekolonistaiebeleid in de Caraïben, 1940-2000. 3 delen ed. Amsterdam: Amsterfdam University Press; 2001: 333-356. Oostindie, Geert; Klinkers, Inge. Knellende koninkrijksbanden. Het Nederlandse dekolonistaiebeleid in de Caraïben, 1940-2000. 3 delen ed. Amsterdam: Amsterfdam University Press; 2001. Oostindië, Geert; Verton, Peter. Ki sorto di Reino? / What kind of kingdom? Visies en verwachtingen van Antillianen en Arubanen omtrent het Koninkrijk. Den haag: SDU; 1998. Operatie jong. Registratie en informatie uitwisseling. www.onderwijsachterstanden.nl. 2004, december 10. Opstelten, I. W. (Burgemeester van Rotterdam). [Brief aan Fractievoorzitters van de Tweede kamer]. [Brief inzake Antillianenproblematiek]. ; 2003. Pinedo, Danielle. De macamba moet zijn mond houden! [themabijlage Nederland & de Antillen]. NRC Handelsblad. ; 2003 november. Pinedo, Danielle. Een mesje mag, steken ook: delinquente Antilliaanse jongens en de invloed van hun moeders. ; 1998. Pourrier, Jenny. INTENT, nu ook voor startende Antilliaanse en Arubaanse ondernemers. OCAN-INFO. 2003 juli; 4(4). Pourrier, Jenny. Maudi Bernadina wint Women in Black Award. OCANINFO. 2005; 6(1). Pourrier, Jenny. OCANELAN: empowerment voor onze jeugd. OCAN-INFO. 2003 juli; 4(4). Pourrier, Jenny. 'Praten doet geen pijn'. Een gezamenlijk project om huisleijk geweld onder etnische minderheden bespreekbara te maken. OCAN-INFO. 2004 juni; 5(2). Pourrier, Jenny. Voogdijregeling bereikt haar doel niet. Tweede onderzoek naar voogdijregeling Antilliaanse jongeren rond. OCANINFO. 2003 december; 4(6). Rambhadjan-Bhoendie, Tanja; Matulessy, Bob. Handreiking Stimulerignsprojecten Allochtone Groepen. Den Haag: Forum/Ministerie van SZW; 2003 juli. Ramdharie, Stieven. 'Alleen shocktherapie brengt ze tot verstand'. De Volkskrant. ; 2004 september. Randharie, Stieven. Interview Carel de Hseth. Antillianen doen het nooit goed. De Volkskrant. ; 2003 augustus. Reubsaet, T.; Kropman, J. A. Beter opgeleide Antillianen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Den Haag: SZW; 1985. Römer, René A., redactie. Cultureel mozaïek van de Nederlandse Antillen. Varianten en constanten. Zutphen: Walburg; 1977. Römer, René A. Samenleven op een Caribisch eiland. Een sociologische verkenning. Curaçao: Scherpenheuvel; 1981. Ruijgers, J. Unitur, een samenhangend aanbod. Het proejct "Na kaminda per unitur" vergeleken met ander aanbod aan Antillianen met weinig perspectief in Amsterdam Zuid-Oost. Amsterdam; 1994. Santing, Froukje. Antillainen moeten ook zelf aan de slag. NRC Handelsblad. ; 2004 september. Schambach, Rixt; Mateman, Sander; Flapper, Eelco. Stimuleringsprojecten allochtone groepen. Derde tussenrapportage. Leiden: Research voor het Beleid; 2003 januari. Schrils, James (Forsa Zuid-Holland). [Brief aan De minster dan Grote Steden en Integratie]. [Brief inzake rapport "0-meting 7Antillianengemeenten, Stichting Radar 2001"]. Delft; 2001 augustus.
11
Schuyt, Kees. De kloof tussen de kleuren. Volkskrant. ; 2000 februari 16. Sheik Joesoef, Zinat. Deelname Antillanen, Surinamers en Arubanen aan de basiseducatie: verslag van een inventariserend onderzoek. ; 1994. Simmons, Minka. Stelen en steken: een mislukt onderzoek naar criminaliteit onder Curçaose jongeren [boekbespreking van Marion van San, Stelen en steken]. Vernieuwing. Tijdschrift voor Onderwijs en Opvoeding. 1999; 58(5): 13-14. Simmons, Minka. Stelen en steken: een mislukt onderzoek naar criminaliteit onder Curaçaose jongeren. ; 1999. Smeulders, Valika. Brahim Akechar, deelnemer van project De Gids in Den hag: Studeren en doorstromen naar wrk wordt steeds moeilijker. Na Kaminda. 2002; 2. Smeulders, Valika. Internationale conferentie op Curaçao eert erfgoed. OCAN-INFO. 2003 juli; 4(4). Smeulders, Valika. LPF-Kamerlid Firoes Zeroual: "We zetten een loep op de kloof in de samenleving". Na Kaminda. 2002; 2. Smeulders, Valika. Marjo ter Heegde, lid van de debktank: commercieel gaan met individuele trajecten. Na Kaminda. 2003; 1. Smeulders, Valika. Scenario's en tips voor implementatie en voortzetting: "Hier gaan we het bereikte vasthouden". Na Kaminda. 1999; 3. Steijlen, F. Gemiste kansen. Amsterdam: Gmeente Amsterdam/Universiteit van Amsterdam; 1988. Sue, Sandra. Implementatie roept nog veel vragen op. Na Kaminda. 2002; 2. Sue, Sandra. Projecten hebben een hele generatie allochtone professionals voortgebracht. Na Kaminda. 2004; 1. Sue, Sandra. Verschillen en overeenkomsten in aanpak schuldproblemen. Overlevingsschulden, compensatieschulden en de ongeordende papierwinkel. Na Kaminda. 2002; 2. Tabibian, Nasrin. Dweilen met de kraan open? eindmeting van het arbeidsoriëntatieproject voor Surinaamse en Antilliaanse vrouwen. ; 1992. Tak, H. Antilliaans zomercarneval in Nederland. ; 1996. Tas, R. F. J. Surinaamse en Antilliaanse bevolking in Nederland, 1 januari 1994. ; 1994. Te Brake, A. Th J. Literatuurrapport migratie in cijfers, 1983-1992: bevolkingsgegevens van minderheidsgroepen in Nederland, met name Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen. ; 1994. (Serie Literatuurrapporten Minsiterie van Binnenlandse Zaken). Terpstra, L.; Van Dijke, A. Ik ben geboren om moeder te worden: alleenstaande Antilliaanse moeders. ; 1995. Tom Tibboel. Bliksembezoek CDA-top Millinxbuurt. AD. ; 1999 november 8. Ton de Jong. Jeugdige Antilliaanse drugkoeriers zetten leven op het spel coor cocaïnebolletjes in te slikken. Barabants Dagblad. : 1. Van Boxtel, R. H. L.M., Minister GSI. Nota naar aanleiding van het Nader Verslag, Wijziging van de Wet gemeentleijke basisadministratie. Korthals, Minister van Justitie. Den Haag: Ministerie BZK; 1999 december. Van Boxtel, Roger. Integratie van allochtonen vergt veel geduld en gericht beleid. NRC-Handelsblad. ; 2000 februari 12; Opinie: 8. Van Corven, Toine. Tilburgse invulling van 'harde maatregelen'. Trouw. 2003, 10 september. Van Den Berg, N.; Gout, A. M.; Visser, E. T. Evaluatie inburgeringsbeleid . Amsyterdam: Regioplan Onderzoek Advies en Informatie B.V.; 1997 juli. Van den Boogaard, M.; Van den Berg, H. Delinquente Antilliaanse jongeren. ; 1996.
12
Van der Graaf, Jolande. 'Deur dicht voor Antilliaanse gangsters!' Achttien gemeenten schreeuwen om drastische maatregelen. De Telegraaf. ; 2004 juni. Van Der Hansz, R. A. Enkele kanttekeningen met betrekking tot immigratiebeperking van Antilliaanse jongeren. Den Haag: OCAN; 1998 december. Van der Linden, A. Surinamers en Antillianen in Dordrecht. ; 1993. Van Dijk, Tom; Oppenhuis, Erik. Huiselijk geweld onder Surinamers, Antillainen en Arubanen, Marokkanen en Turken in Nederland. Abrahamse, Marleen; Meier, Astrid, met medewerking van. Hilversum: Intomart beleidsonderzoek; 2002 oktober. Van Hierden, Eddie. Een louter justitiële aanpak helpt niet: problematiek rondom Antilliaanse jongeren in Nederland. ; 1994. Van Hulst, Hans. Burdugu. Postkoloniale strijd om waardigheid. Justitiële Verkenningen. ; 2002; 28(1): 21-32. Van Hulst, Hans. A continuing construction of crisis. Antilleans in the Netherlands. Vermeulen, Hans; Penninx, Rinus. Immigrants and integration. Th Dutch case. Amsterdam: Spinhuis; 2000: 93-122. Van Hulst, Hans. Geen snelle recepten. Gezichtspunten en bouwstenen voor een andere aanpak Antilliaanse jongeren. Utrecht: Aksant; 2004. Van Hulst, Hans. Morgen bloeit het Diabaas. De Antilliaanse volksklasse in de Nederlandse samenleving. Amsterdam: Spinhuis; 1997. Van Hulst, Hans. Op advies van de minister van Koloniën. Vermeulen, Hans; Penninx, Rinus. Het democratisch ongeduld. De emancipatie van zes doelgroepen van het minderhedenbeleid. Amsterdam: Spinhuis; 1994: 90 e.v. Van Hulst, Hans; Bos, Jeanette. Pan I Rèspèt = brood en rexpect: aard en omvang van de criminaliteit van geïmmigreerde Curaçaose jongeren van 12-24 jaar in drie politieregio's in de periode 19891991. Utrecht: Onderzoeksbureau OKU; 1993. Van Hulst, J. F.; Schrils, J. M. R. Criminaliteitsbestrijding onder Antillianen; obstakels en suggesties. Justitiële Verkenningen. 1998; 24(1): 103-110. Van Imhoff, Evert. Regionale prognose bevolking van Turkse, marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse afkomst, 1992-2000. ; 1994. (NIDI-rapport (33)). Van Kronenburg, J.; Reubsaet, T. Een verkenning van de arbeidsmarktsituatie van Antillianen. Nijmegen: ITS; 1983. Van Neijenhof, G. Zwaan kleef aan Rotterdam: GSD; In uitvoering . Van Niekerk, Mies. De tijd zal spreken: Antilliaanse en Turkse ouderen in Nederland. ; 1991. (Etnische Studies). Van San, Marion, Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. [Paper]. Burgerschap van daders. Over overlastgevende en delinquente jongeren, gevoelens van onveiligheid en geslaagde interventies. 2004. Van San, Marion. Stelen en steken. Delinquent gedrag van Curacoase jongens in Nederland; dissertatie. Amsterdam: Spinhuis; 1998. Van Sluis, Bas. Massale deelname tocht tegen geweld. Noodhollands dagblad. ; 2003 september. Vedder, P. Antilliaanse kinderen. Taal, opvoeding en onderwijs op de Antillen en in Nederland. Utrecht: Jan van Arkel; 1995. Vedder, P. Antilliaanse kinderen. Taal, opvoeding en onderwijs op de Antillen en in Nederland. Utrecht: Van Arkel; 1995. Vedder, P. Antilliaanse vaders. ; 1998. Vedder, Paul. Antilliaanse kinderen. Taal, opcvoeding en onderwijs op de Antillen en in Nederland. Utrecht: Van Arkel; 1995.
13
Veenman, J.; Roelandt, Th. Onzeker bestaan: de maatschappelijke positie van Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen in Nederland. ; 1994. Veenman, Justus. Keren de kansen? Tweede generatie allochtonen in Nederland: Assen; Van Gorcum; ISBN: 1996. Veneman, Jan. Saka kara (Kom voor de dag). Eenstrategie voor succes in de aansluiting tussen Antillianen en Arubanen en de samenleving. Utrecht: Forum; 1998. Verdonk, Minister van Vreemdelingenzaken en Integratiebeleid. Notitie Antilliaanse risicojongeren. Den Haag: Tweede Kamer; 2004 oktober. Verlaan, Jos. Antillen willen niet meer alleen. NRC Handelsblad. ; 2004, 28 september. Verlaan, Jos. Antilliaanse premier Ys spreekt met Verdonk over criminele jongeren. 'Investeren jeugd Antillen is hard nodig'. NRC handelsblad. ; 2004 september 4. Verlaan, Jos. 'Pover' resultaat van bezoek aan Antillen. Werkbezoek minister aan Curaçao levert weinig op. NRC Handelsblad. ; 2003 november. Verlaan, Jouke. Op Antillen bijna elke dag een liquidatie.Nederlandse rechters en rechercheurs gezocht voor bestrijding ctriminalitiet Antillen.Misdaadbestrijding in handen van Nederlanders. NRC Handfelsblad. ; 2005 februari. Visser, Martien. 'Her=t was een jongen die altijd voor me klaar stond'. Noodhollands dagblad. ; 2003 september. VNG Internationaal. Nederlandse Antillen & Aruba - Onderzoek. Den Haag: VNG Internationaal; 2003 juli. Wagemans, H. C.; Schrils, J. M. R.; Brahim-Angela, S. H. Alle dromen hebben rozen. Over integrale categoriale projecten voor kansarme Antillianen en Arubanen. Delft: Forsa; 1996. Weeda, Frederieke. Ze geloven dat de straten van goud zijn. Antilliaanse jongeren maken nauwelijks kans in Nederland. NRC Handelsblad. ; 2003 september. Wilson, William Julius. The declining significance of race. Second edition. Chicago: Chicago University Press; 1980. Wilson, W. J. The bridge over the racial divide. ; 1999. Wong, R. A.; Arends, J. SAAM-groepen in de bijstand: een exploratief onderzoek naar de financieel-materiële en uitsroomproblematiek van Surinamers, Antillianen, Arubanen en Molukkers in de bijstand. ; 1992.
2 Dossier Amsterdam ActiesWerkconf0604.xls. Amsterdam [paragraaf 1.3]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Antillianen in nood. Groot deel heeft problemen met onderwijs, arbeidsmarkt of justitie. Het Parool. ; 2004 mei. Arendshorst, Marnix. DIREKSHON-Projecten: onduidelijkheid over Amsterdam. OCAn-INFO. 2004 juni; 5(2): 16. Beleid met betrekking tot Antillianen/Arubanen in de periode 20052008. ter kennisneming: Agenda vergadering Raadscommissie commissie voor werk en inkomen, educatie, jeugd en diversiteit en grotestedenbeleid. Amsterdam: Gemeenteraad; 2005 februari. Bezoek delegatie Nederlandse Antillen / Bishita di delegashon Antiano. Nieuwsbrief Project AA. ; 2002 december. Candela (Amsterdam Zuidoost) [paragraaf 2.4]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. CBS. Gemeente op maat 1999. Amsterdam. Voorburg-Heerlen: CBS; 2000.
14
Crok, S.; Slot, J.; Fedorova, T.; Van der Oord, M.; Jansen, M. Monografie Antillianen en Arubanen in Amsterdam. Amsterdam: Gemeente Amsterdam, Dienst Onderzoek en Statistiek; 2004 maart. Cuvalay, Oscar. Juist nu... Voorwaard van de voorzitter. SAASA Express Nummer 3. ; 2003. Cuvalay, Oscar. Voorwoord van de voorzitter. SAASA Express Nummer 1. ; 2003. Dagelijks Bestuur stadsdeel Zuid Oost. Eilanden verbinden: visie stadsdeelbestuur Zuid Oost op de wenselijske richting en voortzetting van het Project Antillianen en Arubanen Amsterdam. ; 2004 april. Dagelijks Bestuur Stadsdeel Zuidoost. Rapportage Project Antillianen en Arubanen Amsterdam, 2004. Amsterdam: Stadsdeel Zuidoost; 2005 april. De beleidsaanpak van de Den Haag [Hoofdstuk 9]. van: Kasem, A.; Mensink, L. J. J.; Van der Zijde, J. Quick Scan 'best and bad practices in de beleidsaanpak ten aanzien van Antilliaanse jongeren. Amsterdam: Van de Bunt; 2000 februari. De crew van het Servicecentrum. SAASA Express Nummer 1. ; 2003. De eerste Antilliaanse kinderfilm nu in Amsterdam. SAASA Express Nummer 3. ; 2003. De gemeenten en hun aanpak in de praktijk: Amsterdam [Paragraaf 6.1.1]. Muskens, George; en anderen. Antillianenbeleid in zeven gemeenten. Rapportage over 2001 tot 2003. Lepelstraat: DOCA Bureaus; 2004 juni. De landelijke en stedelijke contexten: Amsterdam [paragraaf 3.3]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. De Telegraaf - Het Archief. ; 2004 mei. DWA/INKA. Amsterdam; 2000 december. Eens waren wij ook nieuwkomers... SAASA Express Nummer 1. ; 2003. Format 2001 Amsterdam. : DOCA Bureaus. Format 2002 Amsterdam. : DOCA Bureaus. Format voor de rapportage over 2001 van de bijdrageregeling Antillianengementen. ; 2002 april. Format2003/Amsterdam/preventie/kwantitatieve gegevens/repressie. : DOCA Bureaus. Gecorrigeerde tabellen Amsterdam. Format 2001. Gemeente Amsterdam [Hoofdstuk 3]. 0-meting 7-Antillengemeenten. : Radar; 2001 maart. Haimé, M. L. (Directeur Coördinatie Integratiebeleid Minderheden). [Brief aan Voortgangsrapportage 2001, plan van anapak lokale Antillianenproblematiek]. [brief aan het college van de gemeente Amsterdam]. Den Haag; 2002 juni. Het softbalteam "SAASA Something Special". SAASA Express Nummer 3. ; 2003. Hilhorst, Pieter. Dat willen we liever niet weten. De Volkskrant (digitaal archief). ; 2004 december. Krijnen, N., Hoofd afdeling Onderweijs, Jeugd en Educatie (Gemeente Amsterdam). Rapportage 2001. Project Antillianen en Arubanen Amsterdam. ; 2002 april. Li-Fo-Sjoe, L.; Hernandez, G. Plan van aanpak Antilliaanse en Arubaanse risicojongeren (concept, 3de versie). ; 2002 augustus. Li-Fo-Sjoe, Lydia (Procesmanager Project Antillianen en Arubanen Amsterdam). [Brief aan DOCA Bureaus]. [Aankondiging AAjongerenmanifestatie 23 oktober 2004]. Amsterdam; 2004 oktober. Li-Fo-Sjoe, Lydia; Williams, Saundra; Bashir, Shafira, procesmanagement. Project Antillianen en Arubanen Amsterdam [PPpresentatie]. gegeven op: Werkconferentie. 2004 juni.
15
Ly-Fo-Sjoe, Lydia; Williams, Saundra, Procesmanagement (Project Antillianen en Arubanen Amsterdam 2001-2004). Rapportage 2002. ; 2003 april. Matrix werkgebieden Amsterd.doc. : Gemeente Amsterdam; 2003 oktober. www.zuidoost-amsterdam.nl: Onderzoek geeft inzicht in problemen Antillianen en Arubaneb in Amsterdam. 2004 mei. Oudkerk, Rob, wethouder (Gemeente Amsterdam). Voortgangsrapportage 2001. Project Antillianen en Arubanen Amsterdam. ; 2002 juni. Pengel-Calmez, V. V., Directeur. Mijn eerste zes maanden binnen SAASA. SAASA Express Nummer 3. ; 2003. Productiecijfers nieuwkomers: Antillianen en Arubaan, 1-1-2002 tot en met 31-12 2002. Gemeente Amsterdam. Project Antillianen en Arubanen in Amsterdam. www.zuidoost.amsterdam.nl. ; 2004 april 26. Project Antillianen en Arubanen Amsterdam 2001-2004. Rapportage 2004: resultaten en beleid. Amsterdam: Stadsdeel Zuidoost; 2005 april. Project Antillianen en Arubanen Amsterdam 2001-2004. Rapportage 2004: bijlagen. Amsterdam: Stadsdeel Zuidoost; 2005 april. Recreatie voor hangjongeren (Amsterdam Zuidoost) [paragraaf 2.3]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. SAASA, service verlening met fliar. SAASA Express Nummer 3. ; 2003. SAASA staat voor u klaar / SAASA t'ei pa sirbibu. SAASA Express Nummer 3. ; 2003. Samenstelling bestuur SAASA. SAASA Express Nummer 1. ; 2003. Schings, Paul, stadsdeelportefeuillehouder (Amsterdam Zuid Oost). Project Antillianen en Arubanen in Amsterdam [PP-Presentatie / sheets]. Voorbereidingsconferentie Ban Kombersa - let's talk about it. Amsterdam: Stadsdeel Zuid Oost; 2001 juni. Startconferentie Ban traha / Hands on. Amsterdam: Stadsdeel Zuid Oost; 2001 december. Van blowen naar bouwen. Stichting Herstelling probeert van kansloze jongeren bouwvakkers te maken. NRC-Handelsblad. ; 2004 januari. Voorwoord / Palabra di diputado. Nieuwsbrief Project AA. ; 2002 december. Werkconferentie Keten binnen de Keten / Konferensha di trabou (Kadena den kadena). Nieuwsbrief Project AA. ; 2002 december. Williams, Saundra. Jongerenaanpak project Antillianen/Arubanen. ; 2003 oktober.
3 Dossier Den haag Aanpak van criminele Antillianen kan beter. Haagsche Courant. ; 2002 november. Afdeling Beleidszaken. Bestedingsplan Antilliaanse jongeren in de gemeente Den Haag. I:\WPDOC\beleid2000\projectaanvraagantillianenbzk.wpd versie 3 ed.; : Gemeente Den Haag; 2000 juni. Antillianen(beleid) in Zuid-Holland. Wegwijzer voor gemeenten en andere belanghebbenden in de provincie Zuid-Holland. Den Haag: Provincie Zuid-Holland; 2004 oktober. Azarhoosh, A. (Hoofd Beleid, Subsidies en Projecten van de dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn, Gemeente Den Haag). [Brief aan De Heer F.P. Beetz, plv. Directeur Coördinatie Integratiebeleid, ministerie van BZK]. [Brief Plan van aanpak Antillianen]. ; 2000 september. Bervoets, Bregje; Mulders, Angelique. 'We zitten hier wel, maar we doen niets'. Haagsche Courant. ; 2003 augustus. Bos, R. P., Bureau Jeugdzaken. Plan van aanpak Antillianen en Arubanen in de regio Haaglanden. Den Haag: Politie Haaglanden; 2001 oktober.
16
Burgemeester en Wethouders Den Haag. [Brief aan Mevrouw M.L. Haimé, directeur Coördinatie Integratiebeleid Minderheden]. [Brief Rijksbijdrage Antilliaanse jongeren]. ; 2001 maart. Chokoud, Saida, Notulist. Uitkomsten werkgroep 1, het professionele netwerk. Lalji, Juanita, Gepsreksleider. ; 2001. College van B&W (Gemeente Den Haag). [Brief aan Gemeenteraad]. [Brief inzake de voortgang Antillianenaanpak (Traha Brug) in Den Haag]. ; 2004 februari. De beleidsaanpak van de Den Haag [Hoofdstuk 9]. van: Kasem, A.; Mensink, L. J. J.; Van der Zijde, J. Quick Scan 'best and bad practices in de beleidsaanpak ten aanzien van Antilliaanse jongeren. Amsterdam: Van de Bunt; 2000 februari. De gemeenten en hun aanpak in de praktijk: Den Haag/Traha Brug [Paragraaf 6.1.2]. Muskens, George; en anderen. Antillianenbeleid in zeven gemeenten. Rapportage over 2001 tot 2003. Lepelstraat: DOCA Bureaus; 2004 juni. De landelijke en stedelijke contexten: Den Haag [paragraaf 3.4]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Den Haag [paragraaf 1.4]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Den Haag Een foyer in de Haagse binnenstad. Van eerste honk naar homerun! Wonen, werken, leren in 19 projecten v oor Antilliaanse jongeren. : SEV, Direkshon! Stimuleringsprogramma opvang en integratie Antilliaanse jongeren; 2004. Een foyer in de Haagse binnenstad. DIREKSHON Nieuwsbrief. 2003 november; 1(3): 2. e-format2001 Den haag. e-format2002 Den Haag/kwantitatieve gegevens/repressieve aanpak/preventieve aanpak/vinden en binden/integratie/dagbesteding/huisvesting en opvang/anderstalige media/inbedding/inbreng Antilliaanse gemeenschap/toegankelijkheid instellingen. e-format2002 Den Haag. ; 2003 april. e-format2003 Den Haag/kwantitatieve gegevens/repressie/preventie/vinden en binden/dagbesteding/huisvesting/opvoedingsondersteuning/zorg en opvang/overige projecten/inbedding/inbreng Antilliaanse gemeenschap/toegankelijkheid instellingen. Gegevens politie tav Traha Brug, tbv de voortgangsrapportage. ; 2004. Gemeente Den Haag. Actieprogramma "Traha Brug" (bruggen slaan). Ketenaanpak Antilliaanse jongeren in Den Haag met "Pan y Respèt" (brood en respect). ; 2002 november. Gemeente Den Haag [Hoofdstuk 4]. 0-meting 7-Antillengemeenten : Radar; 2001 maart. Gemeente op maat 1999 De Haag. Heerlen/Voorburg: CBS; 2000. Gijssen, Willem. Nulmeting plan van aanpak expertmeeting 2000-2004. Den Haag: Stevin College; 2001 maart. Haimé, M. L. (Directeur Coördinatie Integratiebeleid Minderheden, ministerie van BZK). [Brief aan Het College van de gemeente Den Haag]. [Brief inzake voortgansgrapportage 2001 Plan van aanpak lokale Antillianenproblematiek]. ; 2002 juni. Het actieprogramma Traha Brug richt zich op vier sporen [Memo]. Gemeentenieuws. Den Haag; 2002 november. Het onlangs gepresenteerde plan van aanpak voor Antilliaanse jongeren in Den Haag kan en moet beter. Haagsche Courant. ; 2002 november. Jaarverslag en jaarrekening 2003. Den Haag: Politie Haaglanden; 2004 maart. Jaarverslag "Traha Brug" 2003. Den Haag: Terra College.
17
Negen procent van Antilliaanse jongeren is bekende van politie. Haagsche Courant. ; 2003 augustus. New Song (Den Haag) [paragraaf 2.5]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Stichting Sihaky. Wanneer mensen uit de eigen gemeenschap opstaan en willen helpen... Een bottom-up benadering van de hulpverlening aan Antillianen en Arybanen in Den Haag. Stichting Sihaky (Den Haag) [paragraaf 2.6]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Terra College Beresteinlaan moet sluiten. www.haagseonderwijsportal.nl. ; 2004 oktober. Traha Brug, voortvarende aanpak Antilliaanse jongeren in Den Haag. : Gemeente Den Haag; 2002 augustus. Tussen evaluatie Bijdrageregeling Antillianengemeenten De Haag 2001. : 2002, november. Van Solm, A. I. T.; Smeekens, M. A. X., Analyse & Research. Antilliaanse jongeren in Haaglanden. Een onderzoek naar de aard en omvang van criminaliteit door Antilliaanse jongeren in de regio Haaglandxen. Den Haag: Politie Haaglanden; 2001. Van Vliet, Cindy. Radiostations Ha-Schi-Ba 2003: meer dan achtergrondgeluid. Haagsche Courant. ; 2003 augustus. Van Zorge, N. (Beleidsmedewerker Inburgering gemeente Den Haag). [Brief aan Ministerie van BZK, afdeling Integratiebeleid Minderheden]. [Brief inzake Inburgering Antillianen]. ; 2001 september. Veelders, Marieke. De Prevetieve route. Een onderzoek naar de kenmerken die van invloed zijn op het succes van preventieprogramma's voor Antilliaanse jongeren in de regio Haaglanden. Den Haag: Politie Haaglanden; 2001. Visser, Teus. The Mall Den Haag. Driebergen: Stichting Youth for Christ. Voortgangsnotitie december 2003 Actieprogramma Traha Brug "Bruggen slaan". : 2004, februariruari. Wanneer mensen uit de eigen gemeenschap opstaan en willen helpen. Een botoom-up benadering van de hulpvrelening aan Antillianen en Arubanen in Den Haag. De Haag: Stichting Sihaky; 2000 september. Werkbezoek Minister V&I aan Den Haag. : Gemeente Den Haag; 2004.
4 Dossier Den Helder Antilliaanse Welzijnsstichting "Karpatula". Antillianen in oude 'zusterflat'. Noordhollands Dagblad. ; 2004, juli 27. Antillianen in oude 'zusterflat'. Noordhollands Dagblad. ; 2004, juli 27. 'Beeld van dodelijke ruzie is vertekend'. Noordhollands Dagblad. ; 2003 september. Bestuurscrisis Den Helder: Signaal. Noordhollands Dagblad. ; 2004 juli 1. Bewakers nodig in Bon Bini om veiligehid te garanderen. Noordhollands Dagblad. ; 2004 december. Biersteker-Giljou, Raadslid ChristenUnie. Antillianenbeleid. Den Helder: Gemeenteraad; 2005 januari. Bies, Petra. Geldgebrek nekt Helderse projecten voor Antillianen. Noordhollands Dagblad. ; 2005 maart. Bijna geen geld meer voor hulp aan Antillianen. Noordhollands Dagblad. ; 2005 maart.
18
Bijna twintig liefhebbers voor op te richten Antillianenberaad. Noordhollands Dagblad. ; 2004 maart. Bon Bini wordt buurthuis met 'normale Antillianen'. Noordhollands Dagblad. ; 2005 februari 26. Burgemeenster en Wethouders (Den Helder). [Brief aan mw. M.L. Haimé, directie Coördinatie Integratiebeleid Minderheden, ministerie van BZK]. [Brief inzake Inburgering Antillianen]. ; 2001 oktober. Burgemeester voelt zich beschadigd. Noordhollands Dagblad. ; 2004 juni 30. Buurt verdeeld over herrie van Antillianenkeet. Noordhollands Dagblad. ; 2004 februari. Buurtacties tegen komst Antillianen. Noordhollands Dagblad. ; 2004, augustus 3. Daklozenpand optie Antillianenopvang. Noordhollands Dagblad. ; 2005 februari 1. De beleidsaanpak van de Den Haag [Hoofdstuk 9]. van: Kasem, A.; Mensink, L. J. J.; Van der Zijde, J. Quick Scan 'best and bad practices in de beleidsaanpak ten aanzien van Antilliaanse jongeren. Amsterdam: Van de Bunt; 2000 februari. De gemeenten en hun aanpak in de praktijk: Den Helder [Paragraaf 6.1.3]. Muskens, George; en anderen. Antillianenbeleid in zeven gemeenten. Rapportage over 2001 tot 2003. Lepelstraat: DOCA Bureaus; 2004 juni. De landelijke en stedelijke contexten: Den Helder [paragraaf 3.5]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Demonstratie voor behoud straathoekwerk. Noordhollands Dagblad. ; 2005 maart. Den Boer, Ronald. Bezem door stadsbestuur Den Helder. Noordhollands Dagblad. ; 2004 juni 18. Den Boer, Ronald. 'Openbaarheid rapport Tops is zoals afgesproken'. Noordhollands Dagblad. ; 2004 juli 15. Den Helder [paragraaf 1.5]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Den Helder Bon Komienso. Van eerste honk naar homerun! Wonen, werken, leren in 19 projecten v oor Antilliaanse jongeren. : SEV, Direkshon! Stimuleringsprogramma opvang en integratie Antilliaanse jongeren; 2004. Den Helder heeft verziekt stadsbestuur. Noordhollands Dagblad. ; 2004, juni 18. 'Den Helder is keihard een spiegel voorgehouden’. Noordhollands Dagblad. ; 2004 juni 18. Duursma, Mark; Kreling, Tom. Bestuurlijke chaos in Den Helder. Politiek aan de bierpomp. NRC Handelsblad. ; 2004 augustus 14. e-format2001 De Helder. e-format2001 Den Helder. e-format2002 Den Helder. e-format2003 Den Helder/repressie/vinden en binden/opvoedingsondersteuning/huisvesting/zorg en opvang/inbedding/inbreng Antilliaanse gemeenschap/toegankelijkheid instellingen. Fokkinga, J. G. (wnd. directeur Welzijn, gemeente Den Helder). [Brief aan de heer M.C. Haimé, directeur Coördinatie Integratiebeleid Minderheden, ministerie van BZK]. [Brief inzake verslag 2001 Bijdrageregeling Antillianenbeleid]. ; 2002 maart. Garageproject stil na opstappen begeleider. Noordhollands Dagblad. ; 2004 april. Gemeente Den Helder. Antilliaans Beraad Den Helder. Presentatie plan van aanpak. ; 2004 september.
19
Gemeente Den Helder [Hoofdstuk 5]. 0-meting 7-Antillengemeenten. : Radar; 2001 maart. Gemeente op maat 1999 Den Helder. Voorburg/Heerlen: CBS; 2000. Haimé, M. L. (Directeur Coördinatie Integratiebeleid Minderheden, ministerie van BZK). [Brief aan College van de gemeente Den Helder]. [Brief inzake Voortgangsrapportage 2001 Plan van aanpakn lokale Antillianenrpoblematiek]. ; 2002 juni. Half miljoen euro rijksgeld naar begeleid wonen voor Antillianen. Noordhollands Dagblad. ; 2003 februari. 'Heupen los' bij opening van Antillianencentrum. Noordhollands Dagblad. ; 2003 maart. Huisakamer voor extra aandacht jongste jeugd. Noordhollands Dagblad. ; 2003 februari. "In vernieuwde wijk geen plek voor Bon Bini'. Noordhollands Dagblad. ; 2004, juni 12. Jaarverslagen Triton. www.triton-denhelder.nl. Karpatula moet deel subsidie teruggeven. Noordhollands Dagblad. ; 2004 april. Messentrekker slaat op de vlucht voor de politie. Noordhollands Dagblad. ; 2004, augustus 24. Ministerietop helpt stad met Antillianenvete. Noordhollands Dagblad. ; 2004, september 2. Nieuw Den Helder gemeden als plek voor jongerenfoyer. Noordhollands Dagblad. ; 2004 februari. Opvang nieuwkomers, kledingverkoop en geld lenen (Den Helder) [paragraaf 2.8]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. 'Oude hap' in raad moet toch wijken. Noordhollands Dagblad. ; 2004 juli 1. 'Oude hap' in raad weet niet van wijken. Noordhollands Dagblad. ; 2004 juni 23. Plan Antillianenberaad enthuisiast ontvangen. Noordhollands Dagblad. ; 2003 september. Plan van aanpak Antilliaanse jongeren Den Helder 2001-2004. : Gemeente Den Helder, dienst Welzijn; 2001 april. Probleemjeugd heeft nu al tabak van Adelanto. Noordhollands Dagblad. ; 2004 mei. Raad wil ook autochtonen in 'foyer' opvangen. Noordhollands Dagblad. ; 2003 april. Rapportage afronding stimuleringsproject allochtone groepen (SPAG) 2001 - 2004. : Gemeente Den Helder. Schlimbach, Jan. Ganashi werkt aan nieuwe soos voor Antillianen in Beijum. Dagblad van het Noorden. ; 2004 juli 2. Snel voor de spiegel. Noordhollands Dagblad. ; 2004 juni 19. "Soms kiezen Antillianen voor criminaliteit'. Wethouder Den Helder over de strijd tussen twee rivaliserende bendes. NRC-Handcelsblad. ; 2004 mei. Stadsbestuur laat burgers in de steek. Noordhollands Dagblad. ; 2004 juni. Stadsbstuur laat burgers in de steek. Noordhollands Dagblad. ; 2004 juni 19. Stichting Impact. Projectplan instroom van Antilliaanse jongeren naar reguliere banen. Delft: Stichting Impact. Tops, P. W.; Van Spijker, W. Den Helder: doe normaal. Verbeterprogramma voor de gemeente Den Helder. ; 2004 juni. Triton wil roer bij Bon Bini omgooien na 'crisissituatie'. Noordhollands Dagblad. ; 2004 februari. Triton ontkent uitdelen drank. Noordhollands Dagblad. ; 2003 oktober. YMCA-project op Antillen als redmiddel stad. Noordhollands Dagblad. ; 2004, augustus 28.
20
5 Dossier Dordrecht Antilliaanse bevolking. [Brief aan Commissie Onderwijs en Welzijn van de Gemeenteraad van Dordrecht]. [Klachten vanuit Antilliaanse Gemeenschap]. ; 2003 maart. "Antillianen halen wapens in Dordrecht". www.dordt.net. 2003, 6 november. Antillianen(beleid) in Zuid-Holland. Wegwijzer voor gemeenten en andere belanghebbenden in de provincie Zuid-Holland. Den Haag: Provincie Zuid-Holland; 2004 oktober. Beleidsnotitie Dordtse Antillianenaanpak: 'Doelgroepgerichte aanpak in Dordr4echt, DAT werkt'. : Politie Dordrecht, Districtelijk Allochtonen Team (DAT). Booij, Jan; Kandhai, Joany; De Waele, Rob; Yanik, Gülten; Weijl, Jessica; Voerman, Marius; Buwalda, Pim; Visser, Ellen; Koene, Elise, Wijkmanagementteam. Wijkjaarprogramma 2003 Sterrenburg. Gemeente Dordrecht. Booij, Jan; Kandhai, Joany; De Waele, Rob; Yanik, Gülten; Weijl, Jessica; Voerman, Marius; Buwalda, Pim; Visser, Ellen; Koene, Elise, Wijkmanagementteam. Wijkjaarprogramma 2003 Stadspolders. Gemeente Dordrecht. Booij, Jan; Kandhai, Joany; De Waele, Rob; Yanik, Gülten; Weijl, Jessica; Voerman, Marius; Buwalda, Pim; Visser, Ellen; Koene, Elise, Wijkmanagementteam. Wijkjaarprogramma 2003 Dubbeldam. Gemeente Dordrecht. Burgemeester en Wethouders (Dordrecht). [Brief aan De Minister voor grote steden- en integratiebeleid]. [Brief Bijdrageregeling Antillianengemeenten]. ; 2001 mei. Centrum Integratiebevordering. Interculturalisatie. Op weg naar een optimale dienstverlening van uw instelling. Dordrecht. Claessen, Mark. Tabel wijken wijkbeheer per 1.1.2004: etniciteit volgens 3-geboortelandcriteria. Gemeente dordrecht, Sociaal Geografisch Bureau. De beleidsaanpak van de Den Haag [Hoofdstuk 9]. van: Kasem, A.; Mensink, L. J. J.; Van der Zijde, J. Quick Scan 'best and bad practices in de beleidsaanpak ten aanzien van Antilliaanse jongeren. Amsterdam: Van de Bunt; 2000 februari. De gemeenten en hun aanpak in de praktijk: Dordrecht [Paragraaf 6.1.4]. Muskens, George; en anderen. Antillianenbeleid in zeven gemeenten. Rapportage over 2001 tot 2003. Lepelstraat: DOCA Bureaus; 2004 juni. De landelijke en stedelijke contexten: Dordrecht [paragraaf 3.6]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Dordrecht [paragraaf 1.6]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Dordrecht brengt vervolgbezoek aan Antillen. cms.dordrecht.nl. Dordrecht Crabbenhof. Overzicht alle projecten jaarprogramma 2003 & status aan de hand van stoplichtenmodel . (Gemeente Dordrecht): (2004). Dordrecht Minnaertsweg. Overzicht alle projecten jaarprogramma 2003 & status aan de hand van stoplichtenmodel . (Gemeente Dordrecht): (2004). Dordt op zijn droogst - nr. 27, situatie 1.1.2002. Gemeente Dordrecht, Sociaal Geografisch Bureau: 2002, mei. Een kamer in de foyer huren. InFoyer Dordrecht. 2004 november; 2. Een woon-, werk- en leerstraat. InFoyer Dordrecht. 2004 juli; 1. e-format 2003 Dordrecht/kwantitatieve gegevens/repressie/preventie/vinden en binden/inburgering/toeleiding/dagbesteding/opvoedingsondersteuning
21
/huisvesting/opvang en zorg/overige projecten/inbedding/inbreng Antilliaanse gemeenschap/toegankelijkheid instellingen. Eindverslag Traject Supervisie A/A professionals Dordrecth junidecember 2003. Rotterdam: Dividivi Consult; 2003. Fecunda, Nynoshca, Dividivi Consult. Verslag inventarisatie wensen en potentie A/A buurt/sportleiders. Rotterdam; 2003 april. Foyer Dordrecht. Foyer krijgt eigen gezicht. InFoyer Dordrecht. 2004 juli; 1. Gemeente Dordrecht [Hoofdstuk 6]. 0-meting 7-Antillengemeenten. : Radar; 2001 maart. Gommans, Jacqueline, Wijkmanager. Wijkjaarprogramma 2003 programma Crabbehof/Zuidhoven 2003. Gemeente Dordrecht. Gommans, Jacqueline, Wijkmanager. Wijkjaarprogramma 2003 Nieuw Krispijn. Gemeente Dordrecht. Gommans, Jacqueline, Wijkmanager. Wijkjaarprogramma 2003 Reeland. Gemeente Dordrecht. Groot enthousiasme onder Antilliaanse jongeren. InFoyer Dordrecht. 2004 juli; 1. Haimé, M. L. (Directeur Coördinatie Integratiebeleid Minderheden, ministerie van BZK). [Brief aan College van de gemeente Dordrecht]. [Brief inzake Voortgangsrapprotage 2001 Plan van aanpak lokale Antillianenproblematiek]. ; 2002 juni. Het Colijnfestijn mocht er weer zijn! InFoyer Dordrecht. 2004 november; 2. Hoogvorst, H., Wijkmanager a.i. Wijkjaarprogramma 2003 Staart. Gemeente Dordrecht. Huisopvang (Dordrecht) [paragraaf 2.10]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Investeren in leren. Visie op het onderwijs in Dordrecht. : Gemeente Dordrecht, Onderwijs & Welzijn. Jaarprogramma 2001-2002 Antillianen in Dordrecht. : Gemeente Dordrecht; 2001 juni. Jaarprogramma 2003-2004 Antillianen in Dordrecht. : Gemeente Dordrecht; 2003 februari. Jaarsma, M.; Laurijssens, M.; Leijs, H.; Soffers, I. Leefbaarheid en veiligheid in Dordrecht 2001. Derde meting onder inwoners van dordrecht over hun beleving van en hun waardering voor de leefbaarheid en de veiligheid. : Gemeente Dordrecht, Sociaal Geografisch Bureau; 2002 juli. Ken de buurt, ken de mensen, ken je buren! InFoyer Dordrecht. 2004 november; 2. "Ketenregie" in het sociale domein. : Gemeente Dordrecht, Onderwijs en Welzijn; 2004 maart. Mellema, L.; Schiff, J. M.; Weide, M. G. Doelgroepenonderzoek Bureau Schuldhulpverlening Dordrecht. Deel III panelonderzoek schuldenaren ed.; : Gemeente Dordrecht, Sociaal Geografisch Bureau; 2004 februari. Minister Verdonk op werkbezoek in Dordrecht. cms.dordrecht.nl. Molendijk-Kooij, M. H.; Schalk, J. M. A. Tabellenboek wijkprofielen. Gemeente dordrecht, Sociaal Geografisch Bureau: 2003, augustus. Nieuwe opgaven voor uitvoering Antillianenprogramma. cms.dordrecht.nl. Op zoek naar een eigen plek. InFoyer Dordrecht. 2004 november; 2. Pieters, Roy; Langenberg, Maria. Het Antillianenprogramma. Nieu elan en empowerment. Tilburg/Den Haag; 2002 december 6. Portiekgesprekken voor alle bewoners. InFoyer Dordrecht. 2004 juli; 1. Positief oordeel over Dordrecht. cms.dordrecht.nl. ; 2004 juli 6. Prijsvraag jonge ontwerpers. InFoyer Dordrecht. 2004 juli; 1.
22
Projectplan Antianonan den Foyer Crabbehof (Antillianen in de Foyer Crabbehof), in opdracht van de Stichting Woondrecht. Rotterdam: IDplein BV; 2002 oktober. Robberegt, Jan, Wijkmanager. Wijkjaarprogramma 2003 Oud Krispijn. Gemeente Dordrecht. Roggeveen, Eva; Wind, Jan; Van Veen, Sjaak; Naaikens, Yvonne, Wijkmanagementteam. Wijkjaarprogramma 2003 Noordflank. Gemeente Dordrecht. Samen sterk! Strategisch beleidsplan 2004-2--9. Dordrecht: Stichting Woondrecht; 2004 november. Schipper, H. P., Wijkmanager. Wijkjaarprogramma 2003 Wielwijk. Gemeente Dordrecht. Soffers, I. A. C.; Weide, M. G. Jongeren in Dordrecth 2001. : Gemeente Dordrecht, Sociaal Geografisch Bureau; 2002 juni. Sportinitiatieven via sportcontact (Dordrecht) [paragraaf 2.9]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Startnotitie "Integratie & interculturalisatie: diversiteit in Dordrecht. Dordrecht: Gemeente Dordrecht, sector Onderwijs & Welzijn; 2003. Startnotitie "Integratie & interculturalisatie: diversiteit in Dordrecht. : Gemeente Dordrecht, Sector Onderwijs & Welzijn/Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling; 2003 oktober. Stichting Bon Aire. Programma 2003-2006: respect, eerlijkheid, vertrouwen. Talkshow met Marvis Albertina. cms.dordrecht.nl. Thema-avonden voor Foyerbewoners. InFoyer Dordrecht. 2004 juli; 1. Tussenrapportage Quick Scan Antillianen in Dordrecht. : Ad Interim Management and Organisation Consultants B.V.; 2002. Van der Lans, A. L. M. Vertrokken Antillianen. Kenmerken van Antillianen die uit Dordrecth vetrokken zijn. : Gemeente Dordrecht, Sociaal Geografisch Bureau; 2002. Van eerste honk naar homerun! Wonen, werken, leren in 19 projecten v oor Antilliaanse jongeren. : SEV, Direkshon! Stimuleringsprogramma opvang en integratie Antilliaanse jongeren; 2004. Vellinga, Johan, Início, Rotterdam. Masterplan Foyer des jeunes travailleurs Colijnstraat e.o., Dordrecht. ; 2003 maart. Verslag werkconferentie Integratie; 2003 november; Dordrecht. : 2004, 3 mei. Voortgangsrapportage jaarprogramma Antillianen 2001-2002, 1e kwartaal 2002. ; 2002 april. Weide, M. G. Doelgroepenonderzoek Bureau Schuldhulpverlening Dordrecht. Deel II Onderzoek (hulpverlenings)instanties ed.; : Gemeente Dordrecht, Sociaal Geografisch Bureau; 2003 april. Weide, M. G.; Laurijssens, M. Doelgroepenonderzoek Bureau Schuldhulpverlening Dordrecht. Deel I dossieronderzoek ed.; Gemeente dordrecht, Sociaal Geografisch Bureau: 2003, februariruari. Weide, M. G.; Laurijssens, M. Sociale staat van Dordrecht 2001/2002. Gemeente dordrecht, Sociaal Geografisch Bureau: 2003, oktober. Westland, M. A., Wijkmanager. Wijkjaarprogramma 2003 Binnenstad. Gemeente Dordrecht. Wie, wat, waar. InFoyer Dordrecht. 2004 juli; 1. Wie, wat, waar. InFoyer Dordrecht. 2004 november; 2.
6 Dossier Groningen Advies stuurgroep 1 loket voor alle nieuwkomers (immigratiekantoor). Ganashi: (2004). Antillianen en Arubanen in de gemeente Groningen. Groningen: Bureau Onderzoek, Gemeente Groningen; 2005 februari.
23
Binnenste buiten, buitenste binnen – Stimuleringsproject allochtone groepen Gemeente Groningen. Werkplan 2003-2004, inclusief implementatie. Binnenste buiten, buitenste binnen – Stimuleringsproject allochtone groepen Gemeente Groningen. Inhoudelijk verslag, tweede projectjaar 2002-2003. Blauw, J. (Directeur Sport Welzijn en Recreatie, gemeente Groningen). [Brief aan Minister van Grote Steden- en Integratiebeleid]. [Formeel verzoek om een bijdrage uitvoering project "Ganashi – meedoen is winst"]. ; 2001 februari. Brandsma, Richold. Lewenborg: ACL goed plek voor Antillianen. Dagblad van het Noorden. ; 2003 augustus. Brandsma, Richold. Politie richt vizier op Beijum Oost. Dagblad van het Noorden. ; 2004 februari. Bureau Onderzoek. Antilianen en Arubanen in de gemeente Groningen. : Gemeente Groningen; 2005 februari. CBS. Gemeente op maat 1999 Groningen. Voorburg/Heerlen: CBS; 2000. Commentaar: opstappen Groningse wethouder Pattje lijkt meer op koningsdrama dan op dualisme. Groninger Internet Courant. De beleidsaanpak van de Den Haag [Hoofdstuk 9]. van: Kasem, A.; Mensink, L. J. J.; Van der Zijde, J. Quick Scan 'best and bad practices in de beleidsaanpak ten aanzien van Antilliaanse jongeren. Amsterdam: Van de Bunt; 2000 februari. De gemeenten en hun aanpak in de praktijk: Groningen/Ganashi [Paragraaf 6.1.5]. Muskens, George; en anderen. Antillianenbeleid in zeven gemeenten. Rapportage over 2001 tot 2003. Lepelstraat: DOCA Bureaus; 2004 juni. De landelijke en stedelijke contexten: Groningen [paragraaf 3.7]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. De neuzen staan één kant op. Ganashi Nieuwsbrief nummer 2. ; 2001 november. Doek valt voor welzijnsstichting WING - Banenverlies waarschijnlijk beperkt. Groninger Internet Courant. Doesburg, C., Projectleider loket. Evaluatie Ganashi-loket; advies 1 loket voor alle nieuwkomers. Duidelijke route langs alle instanties. Ganashi Nieuwsbrief nummer 2. ; 2001 november. Een aantal Mastbewoners. Je kunt als burger dan nog praten wat je wilt maar het is ALTIJD: inspraak NA de uitspraak [Ingezonden brief]. Dagblad van het Noorden. ; 2003 oktober. Een eerste stap naar opleiding en werk. Ganashi Nieuwsbrief nummer 2. ; 2001 november. Een stukje Nederland in de problemen. Een verslag van het bezoek aan de Antillen van de Groningse delegatie in het kader van het project Ganashi, 10-20 november 2002. : Ganashi, Gemeente Groningen. e-format 2002 Groningen. e-format Groningen 2004/kwantitatieve gegevens/preventie/outreaching/inburgering/toeleiding/dagbesteding /opvoedingsondersteuning/huisvesting/hulp en zorg/overige projecten/inbedding/inbreng gemeenschap/toegankelijkheid instellingen/samenvatting. e-format2001 Groningen. e-format2003 Groningen/repressie/preventie/vinden en binden/dagbesteding/opvoedingsondersteuning/huisvesting/zorg en opvang/overige projecten. Eindrapport Ganashi: 'Einde en nieuw bgein'. Gemeente Groningen: 2005.
24
Eindrapportage ganashi: 'Einde en nieuw begin". : Gemeente Groningen; 2005. Ganashi: meedoen is winst. Integrale aanpak problematiek Antillianen en Arubanen in Groningen, 2001-2004. : Gemeente Groningen; 2000. Ganashi: van investeren naar winst. : Gemeente Groningen; 2003 februari. Ganashi: van winst naar continuïteit. : Gemeente Groningen; 2004. Gemeente Groningen [Hoofdstuk 7]. 0-meting 7-Antillengemeenten. : Radar; 2001 maart. Groningen [paragraaf 1.7]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Groningen Biba Bon, Bida Bon. Van eerste honk naar homerun! Wonen, werken, leren in 19 projecten v oor Antilliaanse jongeren. : SEV, Direkshon! Stimuleringsprogramma opvang en integratie Antilliaanse jongeren; 2004. Haimé, M. L. (Directeur Coördinatie Integratiebeleid Minderhden, ministerie van BZK). [Brief aan College van de gemeente Groningen]. [Brief inzake Voortgangsrapportage 2001 Plan van aanpak lokale Antillianenproblematiek]. ; 2002 mei. Harde criminelen kunnen kiezen of delen. Ganashi Nieuwsbrief nummer 2. ; 2001 november. Helpdesk voor klachtenbehandeling in ontwikkleing. Ganashi Nieuwsbrief nummer 3. ; 2002 februari. Huis leert jongeren in stad te leven. Dagblad van het Noorden. ; 2003 april. Huisvesting: meer dan alleen een dak boven het hoofd. Ganashi Nieuwsbrief nummer 2. ; 2001 november. Huizinga, Kees. Je kunt als burger dan nog praten wat je wilt maar het is ALTIJD: inspraak NA de uitspraak [Ingezonden brief]. Dagblad van het Noorden. ; 2003 september. Huizinga, Kees. Je kunt als burger dan nog praten wat je wilt maar het is ALTIJD: inspraak NA de uitspraak [Ingezonden brief]. Dagblad van het Noorden. ; 2003 oktober. Hulzebos, Bram. Bestuur Groningen leert niet van successen. Dagblad van het Noorden. ; 2003 augustus. Jaarverslag 2003 Stichting Forsa. ; 2004 mei. Jaarverslag Ganashi: meedoen is winst! over het jaar 2001. : Gemeente Groningen; 2002 april. Janny. Je kunt als burger dan nog praten wat je wilt maar het is ALTIJD: inspraak NA de uitspraak [Ingezonden brief]. Dagblad van het Noorden. ; 2003 september. JP. Je kunt als burger dan nog praten wat je wilt maar het is ALTIJD: inspraak NA de uitspraak [Ingezonden brief]. Dagblad van het Noorden. ; 2003 oktober. Jurist heeft Antilliaans centrum op de korrel. Dagblad van het Noorden. ; 2003 september. JV. Naam project: Overlastpreventie Winkelcentrum Beijum Oost. ; 2003 april. Koopman, Wicher, Deelprojetcleider bureau Ganashi. "Lastige klanten". Voorstel voor de aanpak van 50 prominent aanwezige Antilliaanse en Arubaanse stadsgenoten in Grningen. Dienst OCSW, Gemeente Groningen: (2002). Kurashi: op eigen benen leren staan. Ganashi Nieuwsbrief nummer 3. ; 2002 februari. Medewerkes SoZaWe leren papiamento. Ganashi Nieuwsbrief nummer 3. ; 2002 februari. Minister De Graaf ingelicht over overlast in Beijum; meer rust door Antilliaanse buurtconciërges. Groninger Internet Courant. ; 2005 maart.
25
Monitor Antillianen/Arubanen. Een ondezoeksinstrument voor de evaluatie van het project 'Ganashi'. Gemeente Groningen: (2004). Nieuw jaar, nieuwe plannen. Ganashi Nieuwsbrief nummer 3. ; 2002 februari. Oplossing in Beijum voor soos Antillianen. Dagblad van het Noorden. ; 2005 januari. Opmerkelijk: niemand weet waraom wethouder Wicher Pattje weg ging/ weg moest. Groninger Internet Courant. Plan van aanpak Antilliaanse jongeren, versie 26 maart 2003. Gemeente Groningen: 2003, 26 maart. Partnerorganisaties 2001. : Projectleiding Ganashi. Hoofdstuk 7 van: Radar. 0-meting 7-Antillianengemeenten. Amsterdam: Radar; 2001 maart. Resultaten Ganashi 2001-2004. Projecten en activiteiten. : Gemeente Groningen ; 2005. Resultaten Ganashi 2001-2004. Projecten en activiteiten. : Gemeente Groningen; 2005. Riemersma, Greta. Overleven in Beijum-Oost. de Volkkrant. 2004, 2 februari. Schlimbach, Jan. Ganashi werkt aan nieuwe soos voor Antillianen in Beijum. Dagblad van het Noorden. ; 2004 juli 2. Strive-aanpak. : Ganashi-leiding. Studiereis naar de Antillen. Ganashi Nieuwsbrief nummer 2. ; 2001 november. Trouble in Paradise: een indruk van het bezoek aan de Antillen. Ganashi Nieuwsbrief nummer 3. ; 2002 februari. Van Dijk, Evert. Rad aarzelend achter besluit Antillianensoos. Dagblad van het Noorden. ; 2003 september. Van Ganashi-loket naar immigratekantoor. : Gemeente Groningen; 2004. Vellekoop, Cees. Stad zit in de maag met film over Antillianen. Dagblad van het Noorden. ; 2004 april. Verslag Forsa 2002. (Groningen): Stichting Forsa; 2003. Vijf deelprojecten. Ganashi Nieuwsbrief nummer 2. ; 2001 november. Visser, Jan. Reactie op het advies 1 loket nieuwkomers. : Dienst Informatie en Administratie, gemeente Groningen; 2003 augustus. Voorstel één loket rijp voor besluitvorming. Ganashi Nieuwsbrief nummer 3. ; 2002 februari. Werkplaats automonteurs (Groningen) [paragraaf 2.11]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Wethouder Pattje bij afscheid: ik zeur niet, maar voel wel grote teleurstelling. Groninger Internet Courant. Wicher Pattje stapt op; crisis rond WING wordt wethouder fataal. Groninger Internet Courant.
7 Dossier Nijmegen Antillianen meest crimineel. De Gelderlander. ; 2003 november. Bemiddelaars voor Antillianen en Marokkanen. www.gelderlander.nl/archief. Berteler, Gonnie (Ambtelijk opdrachtgever Trabou Tin, gemeente Nijmegen). [Brief aan Ministerie van BZK]. [Brief inzake rijksbijdrage Antilliaanse en Arubaanse jongeren]. ; 2001 juli. Berteler-De Groot, Gonnie (Directie Wijkaangelegenheden & Leefbaarheid). [Brief aan Mw. M.L. Haimé, directeur Coördinatie Integratiebeleid Minderheden, ministerie van BZK]. [Brief inzake inburgering Antillianen]. ; 2001 augustus. CBS. Gemeente op maat 1999 Nijmegen. Voorburg/Heerlen: CBS; 2000. Clubhuis Antillianen hangt aan zijden draad. De Gelderlander. ; 2005 maa 22.
26
Criminele Antillianen gaan van stad naar stad. NRC-Handelsblad. ; 2003 november. De gemeenten en hun aanpak in de praktijk: Nijmegen/Trabou Tin [Paragraaf 6.1.6]. Muskens, George; en anderen. Antillianenbeleid in zeven gemeenten. Rapportage over 2001 tot 2003. Lepelstraat: DOCA Bureaus; 2004 juni. De landelijke en stedelijke contexten: Nijmegen [paragraaf 3.9]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Directie Bestuur & Organisatie, gemeente Nijmegen. [Brief aan Minister van Vreemdelingen- en Integratiebeleid, mw. drs. M.C.F. Verdonk]. [Brief inzake bijdrageregeling Antillianengemeenten]. ; 2004 juli. Directie Wijkaanpak en Leefbaarheid, gemeente Nijmegen. Bestedingsplan Antilliaan traject 'Trabou Tin' 2002-2004. ; 2000 mei. Directie Wijkaanpak en Leefbaarheid, gemeente Nijmegen. Evaluatie rapportage Trabou Tin 1998-2001. ; 2001 oktober. Directie Wijkaanpak en Leefbaarheid, gemeente Nijmegen. Trabou Tin Een alternatief voor Antilliaanse en Arubaanse jongeren in Nijmegen. ; 1999 oktober. Directie Wijkaanpak en Leefbaarheid, gemeente Nijmegen. Trabou Tin Beleidsplan 2001-2004. ; 2001 augustus. e-fomat2003 Nijmegen/kwantitatieve gegevens/vinden en binden/inburgering/opvoedingsondersteuning/huisvesting/inbedding/i nbreng gemeenschap/. e-format2001 Nijmegen. e-f0rmat2002 Nijmegen/kwantitatieve gegevens/repressie/preventie/vinden en binden/inburgering/toeleiding/dagbesteding/opvoedingsondersteuning /huisvesting/zorg en opvang/overige projecten/inbedding/inbreng gemeenschap. Entrada – Ingang. direkshon.nl/nieuws: Hoe ver is Direkshon! nu? : 2004, 2 december. 'Gedoogzone Antilliaanse barbecue'. www.gelderlander.nl/archief. Geld voor Antillianen. De Gelderlander. ; 2004 december 29. Gemeente Nijmegen [Hoofdstuk 8]. 0-meting 7-Antillengemeenten. : Radar; 2001 maart. Gemeente Nijmegen. Evaluatie rapportage van het proejctjaar 2001 Trabiu Tin. : 2002, mei. Haimé, M. L. (Directeur Coördinatie Integrtaiebeleid Minderheden, ministerie van BZK). [Brief aan Burgemeester van Nijmegen, mevr. dr. G. ter Horst]. [Brief inzake bijdrageregeling eb financiering van politiecontactfunctionaris]. ; 2004 augustus. Haimé, M. L. (Directeur Coördinatie Integrtaiebleid Minderheden, ministerie van BZK). [Brief aan Het College van de gemeente Nijmegen]. [Brief inzake Voortgangsrapportage Plan van aanpak lokale Antillianenproblematiek]. ; 2002 juni. Kluver, Peter, W300, gemeente Nijmegen. Vervolg Trabou Tin; integraal project voor Antilliaanse en Arubaanse jongeren in Nijmegen. ; 2001 juni. Loco-burgemeester voor harde aanpak Antillianen. De Gelderlander. ; 2003 september. Nijmeegse politie op werkbezoek naar Nederlandse Antillen. www.gelderlander.nl/archief. Nijmegen [paragraaf 1.8]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Onder de boom conferentie (Nijmegen) [paragraaf 2.12]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika.
27
Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Palu Kultural (Nijmegen) [paragraaf 2.13]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Hoofdstuk 8 van: Radar. 0-meting 7-Antillianengemeenten. Amsterdam; 2001 maart. Tandem, Welzijnorganisatie Nijmegen, Afdeling Ontwikkeling. Jaarverslag INSTAPJE 2002. ; 2003 maart. Tandem, Welzijnorganisatie Nijmegen, Afdeling Ontwikkeling. Verslag Traboutin Tandem 2002. ; 2003 maart. Tandem, welzijnsorganistaie. Werkplan Trabou-Tin! - Tandem 2004. ; 2003 maart. Tandem, Welzijnorganisatie Nijmegen, Afdeling Ontwikkeling. Werkplan Traboutin 2004. ; 2003 maart. Ter Horst, Guusje, Burgemeester (Gemeente Nijmegen). Presentatie. Bijeenkomst Vereniging Antilliaans netwerk (VAN) met minister Verdonk; 2004 november; Amstersam, Marriott Hotel. : VAN. Trabou tin: een evaluatie. : Gemeente Nijmegen, O&S; 2004 december. Van Beek, Martijn. Antilliaan ontduikt registratie Nederland. De Gelderlander. ; 2003 november. Van Beek, Martijn. Curaçaose én Nijmeegse politieoren spitsen zich bij de verzending van ieder postpakketje. De Gelderlander. ; 2004 december. Van Beek, Martijn. Curaçoase èn Nijmeegse politieoren spitsen zich bij de verzending van ieder postpakketje. De Gelderlander. ; 2004 december 16. Van Beek, Martijn. Elke stad zijn rol bij Antillianen. De Gelderlander. ; 2003 november. Van der Meer, Job. 'Ontkennen dat je Antilliaan bent'. Nijmegen zet groep in het verdomhoekje. www.antenna.nl/stadskrant/dec03/Antillianen.html. Van Wijk, A. Ph; Bervoets, E. J. A.; Stol, W. Ph, onderzoeksgroep Nederlandse Politie Academie. 'Ik ben geen slechte jongen, ik doe alleen slechte dingen'. Een inventarisatie van de problemen rond Antillianen in Nijmegen. Elsevier Overheid: 2003. Verbazing alom over 'etnische conflicten'. www.gelderlander.nl/archief. Vijf aanhoudingen voor handel in cocaïne. www.gelderlander.nl/archief.
8 Dossier Rotterdam Briljant in Hoogvliet. Antilliaanse jongeren bij voporbeeld. Brief aan De minister van Vreemdelingenzaken en Integratie. Brief van het College van B&W inzake de inzet van de Rijksbijdrage Antillianengemeenten (CIM2001/n672661) over 2003. ; 2004 juni. Activiteitenkalender. Ruman Grandi Nieuwsbrief. 2004 april; 1. Alle informatie voor Antillianen achter 1 loket. Nieuwsbrief Lus di Trafiko. 2002 februari; 1. Antilliaanse bevolking neemt toe. Gemeente Rotterdam, Lus di Trafiko. Feiten en cijfers over Antillianen in Rotterdam. 2002 april; Antilliaanse jongeren zijn vaker voortijdig schoolverlater. Feiten en cijfers over Antillianen in Rotterdam. 2002 september; 2. Antilliaanse soap over wonen in Roitterdam. Rotterdams Dagblad. ; 2004 februari. Antillianen verhuizen vaak. Gemeente Rotterdam, Lus di Trafiko. Feiten en cijfers over Antillianen in Rotterdam. 2002 april; Antillianen vesrtrekken vooral uit Charlois en Delfshaven. Gemeente Rotterdam, Lus di Trafiko. Feiten en cijfers over Antillianen in Rotterdam. 2002 april;
28
Antillianen vestigen zich vooral in Charlois. Gemeente Rotterdam, Lus di Trafiko. Feiten en cijfers over Antillianen in Rotterdam. 2002 april; Antillianen zijn jong en wonen vooral in Rotterdam Zuid. Gemeente Rotterdam, Lus di Trafiko. Feiten en cijfers over Antillianen in Rotterdam. 2002 april; Antillianen zijn vaker op zoek naar een baan. ; 2002 september; 2. Antillianen(beleid) in Zuid-Holland. Wegwijzer voor gemeenten en andere belanghebbenden in de provincie Zuid-Holland. Den Haag: Provincie Zuid-Holland; 2004 oktober. 'Antillianenprogramma moet na 2004 doorgaan'. Rotterdams Dagblad. ; 2004 juni 26. Asiram 3generatiesoos van start in IJsselmonde. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 februari; B&W stellen uitwerking van het Lus di Trafiko programma vast. Nieuwsbrief Lus di Trafiko. 2002 februari; 1. Begeleid wonen Cohar biedt plaats aan 32 jongeren. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 juli; Best-practices in een driehoeksmodel en ketenbenadering. Driehoeksmodel in Rotterdam, project SPAR. Rambhadjan, Tanja; Matulessy, Bob, Forum. Handreiking stimuleringsprojecten Allochtone Groepen. Den Haag: Ministerie van SZW; 2003 juli. Best-practices t.a.v. intake. Intake gesprek in Rotterdam, project GOALS en HEDEF. Rambhadjan, Tanja; Matulessy, Bob, Forum. Handreiking stimuleringsprojecten Allochtone Groepen. Den Haag: Ministerie van SZW; 2003 juli. Best-practices t.a.v. uitstroom. Bemiddeling in Rotterdam, project GOALS en HEDEF. Rambhadjan, Tanja; Matulessy, Bob, Forum. Handreiking stimuleringsprojecten Allochtone Groepen. Den Haag: Ministerie van SZW; 2003 juli. Best-proactices t.a.v. enkele veelvoorkomende flankerende diensten. Kinderopvang in Rotterdam, project GOALS. Rambhadjan, Tanja; Matulessy, Bob, Forum. Handreiking stimuleringsprojecten Allochtone Groepen. Den Haag: Ministerie van SZW; 2003 juli. Best-proactices t.a.v. enkele veelvoorkomende flankerende diensten. Schuldhulpverlening in Rotterdam, project GOALS. Rambhadjan, Tanja; Matulessy, Bob, Forum. Handreiking stimuleringsprojecten Allochtone Groepen. Den Haag: Ministerie van SZW; 2003 juli. Best-proactices t.a.v. enkele veelvoorkomende flankerende diensten. Regelen van huursubsidie in Rotterdam, project GOALS. Rambhadjan, Tanja; Matulessy, Bob, Forum. Handreiking stimuleringsprojecten Allochtone Groepen. Den Haag: Ministerie van SZW; 2003 juli. Bestuurders trots op deelnemers projecten. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 juli; Betrekken Antilliaanse gemeenschap succesfactgor. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 februari; Brassband Survivors 1 jaar. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 februari; Brokken, M. T.; Reijnen, J. M. Deelnemersprofiel Lus di Trafiko projecten. Rotterdam: COS; 2004 november. Burgemeester en wethouders (Gemeente Rotterdam). [Brief aan aan de Minster van Groot steden en Integratiebeleid]. [brief over de inzet van Rijksmiddelen voor het programma Lus di Trafiko in de periode 2001-2004]. ; 2001 juli. Burgemeester en wethouders (Gemeente Rotterdam). [Brief aan De minister van Vreemdelingenzaken en Integratie]. [Verantwoordingsrapportage Lus di Trafiko]. ; 2003 mei.
29
CBS. Gemeente op maat. Rotterdam 1999. Voorburg/Heerlen: CBS. Changa! Een toolbox voor porfessionals die werken met Antilliaanse kwetsbare groepen. Een product van het Netwerk Antilliaanse Professionals. Rotterdam; 2005. Curaçaose gezaghebber Dindial op bezoek in Rotterdam. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 juli; De actieve wervingsmethoden. Instroom via de bestanden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Rotterdam, project HEDEF. Rambhadjan, Tanja; Matulessy, Bob, Forum. Handreiking stimuleringsprojecten Allochtone Groepen. Den Haag: Ministerie van SZW; 2003 juli. De beleidsaanpak van Rotterdam [Hoofdstuk 9]. van: Kasem, A.; Mensink, L. J. J.; Van der Zijde, J. Quick Scan 'best and bad practices in de beleidsaanpak ten aanzien van Antilliaanse jongeren. Amsterdam: Van de Bunt; 2000 februari. De feiten over Antillianen in Rotterdam. Nieuwsbrief Lus di Trafiko. 2002 februari; 1. De gemeenten en hun aanpak in de praktijk: Rotterdam/Lus di Trafiko [Paragraaf 6.1.7]. Muskens, George; en anderen. Antillianenbeleid in zeven gemeenten. Rapportage over 2001 tot 2003. Lepelstraat: DOCA Bureaus; 2004 juni. De landelijke en stedelijke contexten: Rotterdam [paragraaf 3.9]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. De passieve wervingsmethoden. Instroom via de publiciteitscampagne in Rotterdam, project SPAR. Rambhadjan, Tanja; Matulessy, Bob, Forum. Handreiking stimuleringsprojecten Allochtone Groepen. Den Haag: Ministerie van SZW; 2003 juli. De visie van Ineke Stolk. Ruman Grandi Nieuwsbrief. 2004 april; 1. Deelgementen richten aandacht op Antillianen. Rotterdams Dagblad. ; 2003 februari. Den Hond, Bas. Mat Masthoff: een gewone baan is altijd beter. Trouw. ; 2004 januari. E Kaminda pa majan – Onderweg naar Morgen [direkshon.nl/nieuws]. direkshon.nl/nieuws: Hoe ver is Direkshon! nu? ; 2004 december. Een goede toekomst voor Charloise kleinkinderen. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 februari; Evaluatieverslag On Track Again. : Deloitte & Touche; 2003. Even voorstellen. Ruman Grandi Nieuwsbrief. 2004 april; 1. Externe initiatieven stemmen projectplannen af op Lus di Trafiko. Lus di Trafiko Nieuwsbrief. 2001 oktober; 2. Extra controle op Rotterdamse Antillianen. BN/De Stem. ; 2004 september. Format 2001/Rotterdam. Format 2004 Gemeente Rotterdam, als onderdeel van de verantwoording Rijksbijdrageregeling Antillianengemeenten. Opgesteld op basis van het eindverslag Lus di trafiko 20012004 'Over vinden, binden en begeleiden van Antilliaanse Rotterdammers' en de bijbehorende projectbeschrijvingen 'Werken met Antilliaanse Rotterdammers' die zijn vastgesteld door het College van B&W op 25 januari 2005. Rotterdam: Gemeente Rotterdam, Lus di trafiko; 2005 februari. Gemeente Rotterdam. Rotterdam zet door. Op weg naar een stad in balans. Rotterdam; 2003 december. Gemeente Rotterdam, bestuursdienst. Rapportage 2002 over de rijksbijdragere aan Antillianengemeenten. COS, in opdracht van programmamanagement Lus di Trafiko. ; 2003 april.
30
Gemeente Rotterdam, bestuursdienst. Werkplan 2003-2004 Lus di Trafiko. ; 2003 juli. Gemeente Rotterdam [Hoofdstuk 9]. 0-meting 7-Antillengemeenten. : Radar; 2001 maart. Gemeente Rotterdam, Lus di Trafiko. De deelgementen. Gemeente Rotterdam, Lus di Trafiko. Rapportage 2003. Hilligersberg-Schiebroek. Bezorgdheid over opvang Antilliaanse jongeren. Rotterdams Dagblad. ; 2005 januari. Hoogvliet: bestuur en Antilliaanse gemeenschap ontmoeten elkaar. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 februari; Huiswerkbegeleiding in Hoogvliet (Rotterdam) [paragraaf 2.17]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Huiswerkbegeleiding in Hoogvliet (Rotterdam) [paragraaf 2.17]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Inburgeringsplan college onder druk. Rotterdam Dagblad. ; 2003 november. Ingrijpen in gezin van verkrachter. De Volkskrant. ; 2005 januari. Initiatiefgroep opvang en huisvesting Antillianen. Opvang ana de voorkant. Huisvestingsbeleid voor Antilliaanse nieuwkomers in Rotterdam. Huender, Suzanne, Eindredactie. Rotterdam; 2001 juli. Intensieve aandacht en begeleiding brengen jongeren op het Juiste Spoor. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 februari; Interview met Karoll Kock. Ruman Grandi Nieuwsbrief. 2004 april; 1. Jaarverslag Lus di Trafiko. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 februari; Kayente: Dé Antilliaanse en Arubaanse web portal. Kegel, Kor. 'n Ander geluid uit Hoogvliet. Antilliaanse jongeren lanceren nieuw muziek-evenement. Rotterdams Dagblad. ; 2004 maart. Kerncijfers Rotterdam 1998. Rotterdam: COS; 2004 november. Kock, K. J. (Programma-manager Lus di Trafiko). [Brief aan Mevrouw L.M. Haimé]. [Brief over inburgering Antillianen]. Rotterdam; 2001 november. Kock, Karoll, Programmamanager Lus di Frafiko. Ontwikkelingen en uitdagingen Lus di Trafiko. Rotterdam: Gemeente Rotterdam; 2004 maart. Kock, Karoll. Stand van zaken Lus di Trafiko. : Gemeente Rotterdam, Lus di Trafiko; 2002 oktober. Kock, Karoll; Wiekenkamp, Peter, Opgesteld door Lus di Trafiko. Werken met Antilliaanse Rotterdammers. Lus di Trafiko projecten 2001-2004. , In samenwerking met: de deelgemeenten Charlois, Feijenoord, Hoogvliet en IJsselmonde, de bestuursdienst/EWO, de stedelijke diensten DSO, DS+V, GGD, SoZaWe en het COS en vele Antilliaanse organisaties die in Rotterdam actief zijn. Rotterdam: Gemeente rotterdam, Lus di Trafiko; 2005 januari. Kock. Karoll; Wiekenkamp, Peter; De Jonge, Carien, Programmamanagement Lus di trafiko. Over vinden, binden en begeleiden van Antilliaanse Rotterdammers. Eindverslag Lus di Trafiko programma 2001-2004. Rotterdam: Gemeente Rotterdam, Lus di trafiko; 2005 februari.
31
Kock. Karoll; Wiekenkamp, Peter, Programma-management Lus di trafiko. Werken met Antilliaanse Rotterdammers. Lus di Trafiko projecten 2001-2004. De deelgemeenten Charlois, Feijenoord Hoogvliet en Ijsselmonde, de bestuursdienst/EWO, de stedleijke diensten DSO, DS+V, GGD, SoZaWE en het COS en vele Antilliaanse organistaies die in Rotterdam actief zijn, in samenwerking met. Rotterdam: Gemeente Rotterdam, Lus di trafiko; 2005 januari. Koopman, Paul. De waan van het wensdenken in de politiek. Rotterdam Dagblad. ; 2003 oktober. Kreling, Tom; Valk, Guus. Consulenten gaan in de schoolklassen koppen tellen. Leerplichtige scholieren 'verdwijnen' vaak nadat ze het vmbo verlaten hebben. NRC-Handelsblad. ; 2004 juli. Landelijke ontwikkelingen: Rotterdam doet mee aan project 'Registratie Antillianen'. Lus di Trafiko Nieuwsbrief. 2001 oktober; 2. Landelijke ontwikkelingen: Adviescommissie Antilliaans Medeburgerschap in overeenstemming met Lus di Trafiko. Lus di Trafiko Nieuwsbrief. 2001 oktober; 2. Leden Netwerk Antilliaanse Professionals. : www.rotterdam.nl; 2004 september. L.M. Haimé (Directeur Coördinatie Integratiebeleid Minderheden). [Brief aan College van B&W van de gemeente Rotterdam]. [Brief over de voortgangsrapportage 2001]. ; 2002 juni. Lus di Trafiko. Uitwerking van het programma. Rotterdam; 2001 december. Meer vestigers dan vertrekkers. Gemeente Rotterdam, Lus di Trafiko. Feiten en cijfers over Antillianen in Rotterdam. 2002 april; Meerhof, Ron. Moord om sneeuwbal op rode Honda. De Volkskrant. ; 2005 januari. Meerhof, Ron. PvdA: herkomst telt mee bij bepalen frauderisico. De Volkskrant. ; 2004 september. Meijer, H. (Wethouder gemeente Rotterdam). [Brief aan De Minister van Gritesteden- en integratiebeleid]. [Brief over bevestiging subsidietoekenning]. ; 2002 april. Mentoraatprojecten, methodiek Ruman Grandi. Rotterdam: Ruman Grandi; 2004 oktober. Mentorenproject in Hoogvliet (Rotterdam) [paragraaf 2.16]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Met doelgroepen. Lus di Trafiko Nieuwsbrief. 2001 oktober; 2. Migrantenclubs Hoogvliet richten adviesorgaan op. Rotterdams Dagblad. ; 2004 mei. Miljoenen dubieus geld gevonden op de Antillen. De Telegraaf (elektronisch archief). ; 2004 september. Minder Antilliaanse gezinnen afhankelijk van de bijstand. Feiten en cijfers over Antillianen in Rotterdam. 2002 september; 2. Minder vestigers en meer vertrekkers in de eerste helft van 2002. Feiten en cijfers over Antillianen in Rotterdam. 2002 september; 2. Minderhedenmonitor 2001. Etnische minderheden in Rotterdam. Rotterdam: ISEO & COS; 2002. Na palabra. Ruman Grandi Nieuwsbrief. 2004 april; 1. NAP (Rotterdams Netwerk Antilliaanse Professionals) informatieboekje. Nos Rais. Jaarverslag 2000/2001. Nos rais. Soap op maat. Iets voor uw organisatie?
32
Nos Rais: Dé Rotterdamse radio en tv-zender voor Rotterdamse Antillianen en Arubanen. Organisatieschema. Ruman Grandi Nieuwsbrief. 2004 april; 1. Penning, Wessel. Opstelten en Rumsfeld. Rotterdam Dagblad. ; 2003 september. Programma Lus di Trafiko. ; 2000 december. Programma Lus di Trafiko ligt op koers. www.rotterdam.nl. ; 2004 juni 14. radio/TV N os rais vormt brug naar doelgroepen. Lus di Trafiko Nieuwsbrief. 2001 oktober; 2. Rapportage aanpak Antillianenproblematiek 2003 (Lus di Trafiko). Rotterdam: Bestuursdient Gemeente Rotterdam; 2004 juni. Regiegroep begleid wonen uitwisselingsplek voor ervaringen vanuit projecten. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 juli; Reijnen, A. Omvang van de doelgroep Antillianen en Arubanen in Rotterdam . Rotterdam: COS; 2004. Rolmodellen thema op 3e netwerkbijeenkomst voorjaar 2004. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 juli; Rotterdam [paragraaf 1.9]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Rotterdam Cohar. Van eerste honk naar homerun! Wonen, werken, leren in 19 projecten v oor Antilliaanse jongeren. : SEV, Direkshon! Stimuleringsprogramma opvang en integratie Antilliaanse jongeren; 2004. Rotterdam, Cohar-opvang. DIREKSHON-Nieuwsbrief. 2003 juni; 1(2): 4. Rotterdam E kaminda pa majan. Van eerste honk naar homerun! Wonen, werken, leren in 19 projecten v oor Antilliaanse jongeren. : SEV, Direkshon! Stimuleringsprogramma opvang en integratie Antilliaanse jongeren; 2004. Rotterdam Flexus. Van eerste honk naar homerun! Wonen, werken, leren in 19 projecten v oor Antilliaanse jongeren. : SEV, Direkshon! Stimuleringsprogramma opvang en integratie Antilliaanse jongeren; 2004. Rotterdam Un kas pa mamanan. Van eerste honk naar homerun! Wonen, werken, leren in 19 projecten v oor Antilliaanse jongeren. : SEV, Direkshon! Stimuleringsprogramma opvang en integratie Antilliaanse jongeren; 2004. Rotterdam verbetert de kwaliteit van de registratie van Antillianen. Nieuwsbrief Lus di Trafiko. 2002 februari; 1. Rotterdam zet zich in voor een gezamenlijke inzet op Curaçao door de Nederlandse gemeenten. Nieuwsbrief Lus di Trafiko. 2002 februari; 1. Ruman Grandi, jaarrapportage 2003. Rotterdam: Deloitte; 2004 maart. Ruman Grandi (Rotterdam) [paragraaf 5.3]. in: Deloitte & Touche; RIAGG Rijnmond Noord-West. Programma Social inclusion of young immigrants . Ruman Grandi voor 200 Antilliaanse jongeren. Nieuwsbrief Lus di Trafiko. 2002 februari; 1. Samenwerken aan veiligheid. Ruman Grandi Nieuwsbrief. 2004 april; 1. Samenwerkingsverbanden. Ruman Grandi Nieuwsbrief. 2004 april; 1. Solo Positivo: Het positieve magazine over de Antillen en Aruba. Startstation Hoogvliet op televisie. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 februari; Steun aan tienermoeders (Rotterdam) [paragraaf 2.14]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders,
33
Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. Stichting Nos Rais. ; 2002. Strategisch Antilliaans Beraad gaat nieuwe fase in. Nieuw bestuur MAAS gekozen op 6 juni 2004. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 juli; Subsidieaanvraag in Feijenoord (Rotterdam) [paragraaf 2.15]. Fermin, Alfons; Le Blansch, Kees; Bonevacia, Gershwin; Smeulders, Valika. Quick Scan ondersteuning initiatieven Antillianen. Bijlagen. Den Haag: QA+; 2003 oktober. SWA. Stevig geworteld in Rotterdam. Ta Nos Ta Antias. Rolmodellen op TV: Inspiratiebron voor Antillianen. Transnational cooperation agreement TCA . Ruman Grandi Nieuwsbrief. 2004 april; 1. Un kas pa mamanan – Een huis voor moeders [direkshon.nl/nieuws]. direkshon.nl/nieuws: Hoe ver is Direkshon! nu? ; 2004 december. Veel Antilliaanse kinderen hebben achterstand in het onderwijs. Feiten en cijfers over Antillianen in Rotterdam. 2002 september; 2. Verantwoordingsrapportage 2001 van de gemeente Rotterdam. Vertrekkers blijven vooral in Nederland wonen. Gemeente Rotterdam, Lus di Trafiko. Feiten en cijfers over Antillianen in Rotterdam. 2002 april; Vervolging om ESF-fraude gestaakt na vormfouten. NRCHandelsblad. ; 2003 november. Vestigers komen vooral van de Antillen en in het derde kwartaal. Gemeente Rotterdam, Lus di Trafiko. Feiten en cijfers over Antillianen in Rotterdam. 2002 april; Video tegen Antilliaanse tienerzwangerschappen. Rotterdam Dagblad. ; 2003 november. Wat doet Lus di Trafiko. Lus di Trafiko Nieuwsbrief. 2001 juli; 1. Website Lus di Trafiko online. Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 februari; Werken aan zelfredzaamheid, assertiviteit en praktische vaardigheden. De inverstering rendeert! Gemeente Rotterdam Lus di trafiko. Nieuwsbrief. 2004 juli; Werkplan 2003-2004 Lus di Trafiko. : Gemeente Rotterdam, Lus di Trafiko; 2003 juli. Werkzoekende Antillianen zijn vaker laag opgeleid. Feiten en cijfers over Antillianen in Rotterdam. 2002 september; 2. Wijze lessen voor raad Nijmegen bij Rotterdamse 'show'. De Gelderlander (elektronisch archief). Wooncoach Antilliaanse jongeren. Rotterdams Nieuwsblad. ; 2004 mei.
34