Aan de leden van Provinciale Staten, mevrouw F. Mete en de heer H. Spoeltman
23 juni 2009 2009-37.030/25/A.6, CW 181452 R.J. Vos (050) 3164061 schriftelijke vragen d.d. 19 mei 2009 1
Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op Bijlage
: : : : : : :
Onderwerp
: beantwoording schriftelijke vragen over gevolgen van korting AWBZ voor zorgboeren
Geachte mevrouw Mete en heer Spoeltman, Per brief d.d. 19 mei 2009 heeft u ons vragen gesteld over de mogelijke gevolgen van kortingen op de AWBZ voor zorgboeren in onze provincie. Hierbij geven wij antwoord op uw vragen. Vraag 1: Heeft het College kennis genomen van een artikel in het Dagblad van het Noorden d.d. 18 mei 2009 waarin de mogelijke gevolgen van kortingen op de AWBZ voor zorgboeren in het noorden worden geschetst? Antwoord: Ja. De kortingen waarop in dit artikel worden gedoeld betreffen de functies Activerende Begeleiding en Ondersteunende Begeleiding die uit de AWBZ zijn geschrapt. Hiervoor in de plaats gekomen is een nieuwe vorm van AWBZ-zorg (functie): begeleiding. Alleen mensen met matige of ernstige beperkingen op een aantal specifieke onderdelen (sociale redzaamheid, bewegen en verplaatsen, probleemgedrag, psychisch functioneren en geheugen- en oriëntatiestoornissen) krijgen nog AWBZ-begeleiding. Mensen zonder matige of ernstige beperkingen die van de AWBZ-begeleiding gebruikmaken, verliezen hun recht op deze begeleiding. Het jaar 2009 is een overgangsjaar, waarin alle bestaande indicaties en nieuwe aanvragen voor AWBZ-begeleiding aan de hand van de nieuwe criteria worden beoordeeld door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) of het Bureau Jeugdzorg (BJZ). Hoeveel mensen hun recht op begeleiding verliezen, is nog niet bekend, maar het ministerie van VWS verwacht dat door de beperking van de functie begeleiding 27% van de mensen die nu nog AWBZ-begeleiding krijgen er straks geen recht meer op hebben. Dat zijn circa 60.000 mensen. Wie in 2009 geen nieuwe indicatie krijgt, kan begeleiding op een andere manier regelen, bijvoorbeeld door hulp te zoeken in de naaste omgeving of zelf begeleiding in te kopen. Deze mensen kunnen daar ondersteuning bij krijgen van MEE. Mensen die in de loop van 2009 hun recht op AWBZ-begeleiding verliezen, krijgen bovendien een gewenningsperiode.
1
Verder is met ingang van 1 januari 2009 de grondslag 'psychosociaal' uit de AWBZ geschrapt. Dat betekent dat mensen vanwege psychosociale problemen geen recht meer hebben op ondersteunende begeleiding in dagdelen of op persoonlijke verzorging. Deze mensen kunnen daarvoor terecht bij de gemeenten in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). De gemeenten hebben daarvoor ook budget gekregen van het Rijk. Vraag 2: Heeft het College al signalen opgevangen van zorgboerderijen in onze provincie die de effecten van de kortingen op de AWBZ gaan ondervinden? Antwoord: Nee. Wij hebben toen zelf de zorgboerderijen met deze vraag benaderd. In de provincie Groningen zijn er -voor zover ons bekend- 63 zorgboerderijen. Daarvan maken op dit moment (medio 2009) meer dan 700 cliënten gebruik. De grootste groep gebruikers zijn mensen met een verstandelijke beperking. Voor meer informatie hierover en algemene informatie over zorgboerderijen verwijzen wij u naar de bijlage. Wij hebben de Groninger zorgboeren (per e-mail) benaderd met de vraag of men inderdaad effecten van de bezuinigingen op de AWBZ verwacht, en of men kon aangeven hoeveel cliënten hun recht op AWBZ-begeleiding dreigen te verliezen. Wij kregen daarop tot nu toe 15 reacties. De reacties zijn divers. Sommige zorgboeren gaven aan nog geen goed beeld te hebben van de mogelijke gevolgen, of ondervinden nog geen negatieve effecten (7 reacties), terwijl andere zorgboeren wel negatieve effecten verwachten of ondervinden (8 reacties). We hebben dus op dit moment een verre van compleet beeld. Voor een belangrijk deel zal het afhangen van de herindicaties die door CIZ en BJZ dit jaar worden uitgevoerd. Een aanwijzing van de mogelijke gevolgen van de kortingen op de AWBZ voor zorgboeren en hun cliënten is wel, dat volgens het Zorgkantoor Menzis het aantal nieuwe indicaties en daarop gebaseerde PGB-aanmeldingen sterk terugloopt. We zien dit mogelijk terug in het feit dat er op de meeste zorgboerderijen op dit moment/medio 2009 (ruim) plaats is voor nieuwe cliënten. De conclusie is dat we op dit moment geen eenduidig beeld hebben van de gevolgen van kortingen op de AWBZ. Wel is de verwachting dat de aantallen (AWBZ-)cliënten van de zorgboerderijen zullen afnemen, maar dat is in de praktijk nog niet gebleken. Vraag 3: Onderschrijft het College nut en noodzaak van deze vorm van dagbesteding? Antwoord: Ja. Wij leveren hier ook, zij het indirect, een bijdrage aan, door middel van ons Investeringsfonds Wonen-Welzijn-Zorg, waaruit subsidies kunnen worden verleend voor aard- en nagelvaste investeringen in onder andere zorgboerderijen en logeerhuizen en -boerderijen op het platteland. Inmiddels is aan 2 zorgboerderijen een subsidie verleend.
2
Vraag 4: Is het College bereid om met gemeenten in overleg te treden over deze problematiek? Antwoord: Zodra wij een wat beter en compleet beeld hebben van de gevolgen voor de zorgboeren en hun cliënten, zijn wij in principe bereid daarover in overleg te treden met de gemeenten. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:
, voorzitter.
, secretaris.
Bijlage
3
Informatie over zorgboerderijen Een zorgboerderij is een agrarisch bedrijf waar mensen met een zorg- of hulpvraag een passende dagbesteding vinden en/of meewerken. Zorgboerderijen bieden verschillende vormen van zorg. Meestal gaat het om dagbesteding of arbeidstraining voor een aantal dagdelen per week. Ook zijn er boerderijen waar zorgvragers zowel werken als wonen. En er zijn boerderijen die specifiek logeeropvang bieden in het weekend of in de vakantie. De doelgroepen waarop de zorgboerderijen zich richten zijn divers. Het gaat om mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, mensen met psychische of sociale problemen, mensen met autisme, (ex-)verslaafden, (ex-)gedetineerden, (dementerende) ouderen, mensen met niet-aangeboren hersenletsel, mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, jongeren met leer- of opvoedingsmoeilijkheden, leerlingen uit het speciaal onderwijs en mensen met een burn-out. Er zijn zelfstandige boerderijen, waar de boerderij het eigendom is van een zelfstandig gezin, en er zijn instellingsboerderijen, waar de boerderij het eigendom is van een zorginstelling. Ook zijn er nog tussenvarianten, waarbij bijvoorbeeld een huurovereenkomst tussen een zorginstelling en een boerengezin is afgesloten. Wat de financiering betreft zijn er vier verschillende mogelijkheden, waarvan financiering vanuit de AWBZ de belangrijkste is, hetzij via een persoonsgebonden budget (PGB), hetzij via een AWBZ-toegelaten instelling (zorg in natura); in het laatste geval kan een zorgboerderij een AWBZ-toelating krijgen of door samenwerking met een zorginstelling met AWBZ-toelating gelden verwerven. Veruit de meeste zorgboerderijen ontvangen hun inkomsten uit de PGB-gelden van hun cliënten. Het gaat hier vooral om mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, ouderen of mensen met een psychische hulpvraag. Overzicht cliënten die gebruik maken van zorgboerderijen in de provincie Groningen (medio 2009) Op www.zorgboeren.nl worden 53 zorgboerderijen genoemd. Daaraan ontlenen we de volgende cijfers/aantal cliënten op dit moment (juni 2009): mensen met een verstandelijke beperking: 161 kinderopvang (kinderen met verstandelijke beperking, of ADHD, PDD-NOS e.d.): 102 jeugdigen/jeugdzorg: 72 mensen met psychische hulpvragen: 70 autisten: 68 kinderen speciaal onderwijs: 63 (ex-)verslaafden: 28 (dementerende) ouderen: 24 langdurig werklozen: 23 mensen met een lichamelijke beperking: 10 mensen met een burn-out: 4 mensen met niet-aangeboren hersenletsel 2 ___________________________________________ totaal: 627
(26%) (16%) (11%) (11%) (11%) (10%) (4%) (4%) (4%) (2%) (1%)
4
Het gaat om behoorlijke aantallen cliënten, namelijk 627, die van deze 53 zorgboerderijen gebruik maken. Ervan uitgaande dat de overige 10 boerderijen, waarvan we deze gegevens niet hebben, gemiddeld 10 cliënten in zorg hebben, dan komen we tot een aantal van ruim boven de 700. De meeste cliënten van de zorgboerderijen (zie overzicht) zijn mensen (volwassenen) met een verstandelijke handicap (26%), gevolgd door kinderen (met verstandelijke beperking, of ADHD, PDD-NOS of andere stoornis) die gebruik maken van kinderopvang (16%), jeugdigen/jeugdzorg (11%), mensen met psychische hulpvragen (11%), autisten (11%) en kinderen uit het speciaal onderwijs (10%). Verder maken ouderen, dementerende ouderen, langdurig werklozen, mensen met een lichamelijke beperking, met een burn-out of met een niet-aangeboren hersenletsel gebruik van de zorgboerderij.
5