Geachte heer Von den Hoff, Met deze brief adviseert de Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: de commissie) u over een klacht die is ingediend tegen de heer (-). Ver l oop van depr ocedur e Op 20 april 2010 is door dhr. (-), (hierna: klager) een klacht ingediend over gedragingen van dhr. (-) (hierna: beklaagde), vertaler Nederlands ? Arabisch (Standaard) en Arabisch (Standaard) ? Nederlands. Het klaagschrift is op 22 april 2010 door de commissie ontvangen. In aanvulling op het klaagschrift heeft klager op 29 april 2010 een brief nagezonden met een korte toelichting op de klacht. Bij brief van 18 mei 2010 zijn klager en beklaagde door de commissie op de hoogte gesteld van de ontvangst van de klacht. Zij zijn door de commissie uitgenodigd om in het kader van een hoorzitting op 18 juni 2010 een toelichting te geven op de klacht. Deze datum is in overleg met beide partijen vastgesteld. Beklaagde heeft op 3 juni 2010 een verweerschrift ingediend en kenbaar gemaakt geen gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord. Klager heeft op 19 mei 2010 per fax aangegeven wel gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord. De commissie heeft op grond van de haar ter beschikking gestelde stukken voorafgaand aan de hoorzitting besloten de vertaling, waarover wordt geklaagd, voor te leggen aan een deskundige. De vertaling door beklaagde, de brontekst alsmede de vertaling die door mw. (-) in opdracht van klager is vervaardigd, zijn op 8 juni 2010 voorgelegd aan de heer (-), beëdigd vertaler Arabisch (Standaard) ? Nederlands en vice versa (Wbtv-nummer (-)). De heer (-) heeft op 10 juni 2010 per e-mail zijn bevindingen en conclusies aan de commissie toegezonden. Partijen zijn voorafgaand aan de hoorzitting van de inhoud daarvan in kennis gesteld en hebben de gelegenheid gekregen daarop te reageren. Op 16 juni 2010 ontving de commissie een faxbericht van klager, waarin de commissie is verzocht om de behandeling van de klacht aan te houden en zorg te dragen voor een onafhankelijke vertaling van de brontekst. De commissie heeft dit verzoek afgewezen onder verwijzing naar art. 10, eerste lid, van het Reglement Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers (Strct. 2009, 114). Klager is zowel per fax als per brief van deze beslissing op de hoogte gesteld en hem is medegedeeld dat de klacht op 18 juni 2010 inhoudelijk zou worden behandeld. Klager is uitdrukkelijk uitgenodigd om het klaagschrift alsmede zijn verzoek om een nieuwe onafhankelijke vertaling bij gelegenheid van de hoorzitting nader toelichten. Hij is echter niet verschenen op de hoorzitting. Klager heeft de commissie, ondanks herhaalde verzoeken daartoe, niet de beschikking willen geven over een telefoonnummer waarop hij bereikbaar is. Het is de commissie daarom niet gelukt om voorafgaand aan de hoorzitting naar de reden van de afwezigheid van klager te informeren. De klacht is op 18 juni 2010 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld: dhr. mr. R.G.A. Beaujean dhr. P. Hyams dhr. S. Kruszynski
voorzitter, lid, lid.
De commissie heeft zich bij de behandeling van de klacht doen bijstaan door dhr. J.J.L. Link, secretaris van de commissie, en mw. M.C.M.H. van Lierop, notulist. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage bij dit advies gevoegd. De commissie heeft kennisgenomen van de stukken van de klachtprocedure. De commissie overweegt naar aanleiding daarvan als volgt. Degr onden voordekl acht De klacht is naar het oordeel van de commissie als volgt samen te vatten: a.
De Arabische verklaring van dhr. (-) is door beklaagde bewust niet naar waarheid naar het Nederlands vertaald. Aan de verklaring zijn door beklaagde woorden toegevoegd, er zijn door hem woorden weggelaten en er zijn woorden onjuist door hem vertaald. De vertaling heeft daardoor een andere betekenis gekregen dan de brontekst, waardoor ten onrechte de indruk wordt gewekt dat klager dhr. (-) heeft bedreigd.
b.
Beklaagde is niet in staat correcte zinnen in het Nederlands te vormen.
c.
Er is mogelijk sprake van belangenverstrengeling, omkoping van beklaagde, oneigenlijk gebruik van beklaagdes beëdiging en/of meineed.
Kl acht onder deela In het klaagschrift van 20 april 2010 geeft klager aan dat beklaagde de Arabische verklaring van dhr. (-) bewust niet naar waarheid naar het Nederlands heeft vertaald. De inhoud van de betreffende vertaling zou de indruk wekken dat dhr. (-) heeft verklaard dat hij door klager werd bedreigd, terwijl daarvan in de originele Arabische verklaring volstrekt geen sprake is. De vertaling die door beklaagde is opgemaakt is in een civiele procedure door een moskeevereniging uit Amersfoort tegen klager gebruikt. Klager heeft ten behoeve van de civiele procedure de Arabische tekst op eigen initiatief laten vertalen door mw. (-). Een kopie van deze vertaling is als bijlage bij het klaagschrift gevoegd. Uit deze laatste vertaling blijkt volgens klager dat de door beklaagde opgemaakte vertaling verschillende onvolkomenheden bevat. Klager geeft in zijn klaagschrift diverse voorbeelden van onjuist vertaalde zinsdelen en begrippen. Beklaagde merkt in zijn verweerschrift op dat hij de verklaring van dhr. (-) naar waarheid heeft vertaald en geen woorden heeft weggelaten, heeft toegevoegd of onjuist heeft vertaald. De vertaling heeft geen andere betekenis dan de originele Arabische verklaring. Beklaagde gaat in zijn verweerschrift in op de door klager gewraakte inconsistenties tussen de twee vertalingen. Ter onderbouwing van het verweerschrift heeft beklaagde diverse stukken aan de commissie toegezonden, waaronder uittreksels uit woordenboeken en een vertaalde Korantekst. Beklaagde is een native speaker in de Arabische (Marokkaanse) taal en heeft zijn hele leven Arabisch gestudeerd en daar zijn beroep van gemaakt. Hij geeft aan bekend te zijn met de betekenis van elk woord en iedere uitdrukking in de Arabische verklaring en hoe deze moeten worden vertaald naar het Nederlands. Kl acht onder deelb Klager geeft in zijn klaagschrift aan dat beklaagde, blijkens zijn vertaling, niet in staat is correcte zinnen in de Nederlandse taal te vormen. Van een beëdigd vertaler mag op zijn minst verwacht dat hij daartoe wel in staat is. Kl acht onder deelc Klager overweegt ten slotte dat het opmerkelijk is dat het (Marokkaanse) bestuur en/of de (Marokkaanse) Imam van de moskeevereniging uit Amersfoort de vertalingen hebben laten
-2-
verzorgen door een (Marokkaanse) vertaler uit ‘s-Hertogenbosch. Klager betoogt dat wanneer op internet of via een tolkenbureau wordt gezocht naar een vertaler Arabisch ? Nederlands men eerder terechtkomt bij een oorspronkelijk Nederlandstalige vertaler. Klager kan zich, gelet op de ondeugdelijke vertaling, niet aan de indruk onttrekken dat er sprake is van belangenverstrengeling en/of omkoping. Beklaagde heeft hiermee zijn eed geschonden en/of meineed gepleegd en oneigenlijk gebruik gemaakt van zijn beëdiging. Beklaagde heeft klager met deze gedragingen schade berokkend. Beklaagde spreekt het klachtonderdeel in zijn verweerschrift tegen en merkt op dat hij zich niet kan voorstellen welk voordeel het hem zou opleveren om de rechter op het verkeerde been te zetten en daarmee klager schade te berokkenen. Beklaagde heeft voorafgaand aan de opdracht zijn opdrachtgever noch klager ontmoet. Beklaagde krijgt regelmatig opdrachten vanuit België, Maastricht en andere verre steden en ziet geen reden waarom hij geen opdrachten uit Amersfoort zou kunnen krijgen. Beoordel i ng van dekl achten advi es(kl acht onder del en a,b en c) De commissie beschouwt de klacht op alle onderdelen ongegr ond en overweegt als volgt. De commissie stelt voorop dat de inhoud en strekking van de vertaling die door beklaagde is vervaardigd, niet op essentiële punten afwijkt van de vertaling die door klager op eigen initiatief is ingebracht in de civiele gerechtelijke procedure. Beide vertalingen hebben in het Nederlands dezelfde impact. De Nederlandse zinsopbouw van de vertaling van beklaagde is weliswaar niet op alle onderdelen perfect, maar deze onvolkomenheden zijn niet van dien aard dat zij afdoen aan de inhoud en strekking van de vertaling die in opdracht van klager is vervaardigd en evenmin aan de kwaliteit die van een beëdigd vertaler mag worden verwacht. De commissie heeft uit oogpunt van zorgvuldigheid zowel de brontekst als de beide vertalingen voorgelegd aan deskundige (-), tolk en vertaler in de Arabische taal (Wbtv-nummer (-)). De heer (-) heeft geen toerekenbare tekortkomingen in de vertaling van beklaagde geconstateerd. In zijn reactie concludeert de heer (-) dat de inhoud van beide vertalingen goed is weergegeven met enig verschil in woordkeuze en dat de kwaliteit over het algemeen goed is. De commissie neemt deze conclusie over en oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat door beklaagde woorden aan de oorspronkelijke verklaring zijn toegevoegd, zijn weggelaten of onjuist zijn vertaald. Nu de commissie tot het oordeel komt dat van een wezenlijk verschil van inhoud tussen de brontekst en de vertaling van beklaagde geen sprake is, wordt ook de klacht dat beklaagde bewustniet naar waarheid heeft vertaald ongegrond verklaard. Ook zijn er overigens geen aanwijzingen dat beklaagde in strijd met de Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wet beëdigde tolken en vertalers heeft gehandeld en in het bijzonder niet met de artikelen 1.3 en 4.3.1 van die Gedragscode. De klacht dat sprake zou zijn van belangenverstrengeling, omkoping van beklaagde, oneigenlijk gebruik van beëdiging en zelfs meineed – zoals in het klaagschrift wordt gesteld – mist feitelijke grondslag, temeer nu de commissie tot de conclusie komt dat de vertaling van beklaagde voldoet aan alle eisen die daaraan volgens de wet mogen worden gesteld. Het voorgaande in ogenschouw nemend, betreurt de commissie de ernstige verwijten en de felle wijze waarop deze in het klaagschrift zijn verwoord. Deze staan geenszins in verhouding tot de (geringe) ernst van de gebreken in de vertaling waarover feitelijk wordt geklaagd. Ten overvloede merkt de commissie op dat niet is komen vast te staan dat klager door de vertaling enig nadeel heeft ondervonden. De rechtbank heeft uit zowel de vertaling die door beklaagde is vervaardigd als uit de vertaling die door klager zelf in de civiele procedure is ingebracht afgeleid dat sprake is van ernstig verslechterde verhoudingen tussen klager en zijn tegenpartij, maar heeft de juistheid van beide vertalingen in zijn vonnis van 30 december 2009 uitdrukkelijk in het midden gelaten. De commissie adviseert het Bureau Wbtv geen consequenties aan de klacht te verbinden en met een verwijzing naar dit advies te volstaan met het ongegrond verklaren van de klacht.
-3-
Totsl ot Klager en beklaagde zullen van de commissie een afschrift van dit advies ontvangen. De commissie stelt het op prijs te zijner tijd te vernemen op welke wijze de klacht door Bureau Wbtv is, dan wel wordt, afgehandeld. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor eventuele nadere informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat van de commissie, bereikbaar onder bovengenoemd telefoonnummer en e-mailadres.
Hoogachtend, de Klachtencommissie Wbtv
J.J.L. Link secretaris
mr. R.G.A. Beaujean voorzitter
-4-
Bi j l agebi jhetadvi esvan deKl acht encommi ssi eW bt v(kl acht nr .022010) Toepassel i j kear t i kel enui tdeGedr agscodevoort ol kenenver t al er si nhetkadervandeWbt v 1. 3.Onpar t i j di ghei d en onaf hankel i j khei d Tolken en vertalers zorgen ervoor dat hun vrijheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid bij het uitoefenen van hun beroep niet in gevaar kunnen komen. In de uitoefening van hun beroep onthouden zij zich van het tot uitdrukking brengen van een persoonlijke mening. Voor hun diensten ontvangen zij uitsluitend de met hun opdrachtgever overeengekomen beloning. 4. 3. 1 Ver t al en Vertalers streven er steeds naar aan de hoogste kwaliteitsnormen te voldoen, met name wat betreft de inhoudelijke getrouwheid aan de brontekst en het gebruik van het juiste taalregister, behalve bij uitdrukkelijk verzoek van de opdrachtgever om daarvan af te wijken. Vertalers overleggen met de opdrachtgever over de te volgen procedure bij ernstige fouten en/of dubbelzinnigheden in de brontekst voor zover zij dit noodzakelijk achten voor het op verantwoorde wijze uitoefenen van hun beroep. Indien de opdrachtgever als tussenpersoon optreedt, treedt de vertaler niet in contact met de cliënt van de opdrachtgever dan met diens toestemming. Vertalers onthouden zich van iedere vorm van plagiaat.
-5-