A D V O C A T E N
AANGETEKEND MET HANDTEKENING RETOUR ALSMEDE PER FAX: 0591 - 68 54 00 (exclusief producties)
College van Burgemeester en Wethouders Alsmede aan de Commissie van advies voor Bezwaarschriften van de gemeente Emmen Postbus 30001 7800 RA EMMEN
Datum
3 oktober 2008
Inzake Onze ref Uw ref
Kevenaar, A. / Gemeente Emmen 081724/fa/uw 08.017974
Advocaat E-mail Doorkiesnr
mr. K.A. Faber
[email protected] 0513 - 433 (secr.)
Geachte heer, mevrouw, Op 29 augustus 2008 heb ik u bericht dat ik de belangen van mevrouw Kevenaar zal behartigen in de aanhangige bezwaarprocedure. Reeds voor de zitting wil ik de bezwaargronden van cliënte aanvullen. De volgende gronden wenst zij aanvullend naar voren te brengen: 1. Er is tot op heden nog steeds geen onderzoek verricht naar de vraag, c.q. een antwoord op de vraag of "daadwerkelijk de door de deskundigen noodzakelijk geachte begeleiding van Anand op De Stoeke reeds voorhanden is", welke vraag de rechtbank heeft opgedragen te onderzoeken bij vonnis d.d. 25 maart 2003 en 19 mei 2004 en zoals overeengekomen tussen het college en cliënte (productie l en 2). 2. Cliënte bestrijdt de conclusie van het advies dat De Stoeke in beginsel in staat is geweest om Anand een goede begeleiding te bieden; De Stoeke was hier niet toe in staat en heeft deze ook niet geboden. 3. Ten onrechte is niet onderzocht of in de praktijk ook een goede begeleiding is gegeven. Dit had wel onderzocht dienen te worden. De aanwezigheid van de randvoorwaarden - waarvan cliënt uitdrukkelijk betwist dat deze aanwezig waren - is onvoldoende om te kunnen concluderen dat de noodzakelijk geachte begeleiding voorhanden is. 4. Aan de inhoud en totstandkoming van het advies kleven zodanige gebreken dat het college dit advies niet aan haar besluitvorming ten grondslag kan leggen. DOMMERHOLT ADVOCATEN Heerenveen | Zwolle | Apeldoorn
Abe Lenstra Boulevard 44 Postbus 225 8440 AE Heerenveen
De praktijk wordt gevoerd door Dommerholt Advocaten N,V (KvK nr. 05081795). De algemene voorwaarden, te vinden op de website en deels afgedrukt op de achterzijde, zijn van toepassing op alle werkzaamneden
Stichting Derdengelden Dommerholt Advocaten ABN'AMRO 46,14.81.219
T: (0513) 433 433 F; (0513) 433 421 E:
[email protected]
A D V O C A T E N
Zo is onder meer de IMIP-code bij de totstandkoming van het advies geheel niet in acht genomen en bevat het advies onjuistheden. Onder meer zijn van de NIP-code de artikelen I 1.5.1, II 1.1.1-1.1.4, III 1.1.3, 1.1.5, 1.2.5, 1.2.7, 1.2.8, 1.3.5, 2.1.1, 2.2.1, 2.3.1-2.3.3, 2.5.1, 2.5.6, 2.5.8, 2.7.4, 3.3.1-3.3.4, 4.1.1, 4.2.1, 4.5.1 en 4.5.2 niet in acht genomen. Cliënte wenst aan het voorgaande toe te voegen dat de NIP-code ook nu nog steeds wordt geschonden. Zo heeft zij van Peters nooit mogen vernemen dat hij niet langer het onderzoek zou uitvoeren, en is voor cliënte onduidelijk waar en bij wie de vertrouwelijke stukken die zij heeft overlegd terecht zijn gekomen. Cliënte zal de bezwaargronden 2, 3 en 4 ter zitting nader toelichten. Op dit moment volstaat zij met overlegging van bewijsstukken, samen aangeduid als productie 3, waaruit reeds blijkt dat De Stoeke niet in staat was de benodigde begeleiding te bieden, noch heeft gegeven, en aan het advies gebreken kleven. Deze stukken worden tevens aan u overlegd daar cliënte deze stukken ook aan Peters heeft toegezonden (productie 4). Aan het voorgaande wil ik toevoegen, dat tot op heden door mij nog steeds niet de onderliggende stukken zijn ontvangen die op deze bezwaarprocedure betrekking hebben. Ik behoud mij dan ook het recht voor om aanvullende gronden, argumenten alsmede stukken in te dienen in deze procedure tot twee weken nadat ik deze heb ontvangen. In afwachting van uw berichten. Met vriendelijke groet, """%.. C—-..
K.A. Faber
A D V O C A T E N
Bezwaarschriftencommissie Gemeente Emmen
Zitting
: 15 oktober 2008
Tijd:
: 19,45 uur
PLEITNOTA
namens:
MW. A. KEVENAAR, wonende te Emmen
Advocaat Mr K.A. Faber
A D V O C A T E N
Geachte voorzitter,
1. Inleiding
Zoals u in de stukken kunt lezen, kent deze zaak een lange geschiedenis. Mijn cliënte is al vanaf 2000 bezig met het verkrijgen van een vervoersregeling van de gemeente voor haar hoogbegaafde zoon. Eerst voor naar de Zonnedans, daarna voor naar de Internationale school in Eerde. En met recht, haar zoon was op zijn plaats op de Zonnedans en is nu op zijn plaats op de Internationale school in Eerde. De gemeente is hier tot op heden nog steeds niet van overtuigd. De gemeente meent dat De Stoeke de scholing en begeleiding kan bieden die de zoon nodig heeft, en deze school bevindt zich binnen zes kilometer van cliënte haar woning. De gemeente voelt zich in dit standpunt nu gesteund door het onderzoek van W, Peters. Dit echter ten onrechte. Maar hier kom ik straks op terug. De lange strijd leek na vele beslissingen op bezwaren, uitspraken en voorlopige voorzieningensnel beslecht te kunnen worden, toen de rechtbank in zijn uitspraak van 25 maart 2003 aangaf dat de gemeente dient te onderzoeken of: "daadwerkelijk de door de deskundigen noodzakelijk geachte begeleiding van Anand op De Stoeke reeds voorhanden is" Op grond van de uitkomst van dit onderzoek is de gemeente in staat te beslissen of artikel 24 van de Verordening (hardheidsclausule) door de gemeente dient te worden toegepast en of een vervoersregeling moet worden toegekend. Tevens geeft de rechtbank in zijn uitspraak aan dat in de nieuwe beslissing op bezwaar door de gemeente dient te worden beoordeeld of cliënte en haar zoon schade hebben geleden doordat hij niet de op de correcte school was geplaatst.
Pagina 2 van 12
A D V O C A T E N
De rechtbank overwoog daarbij tevens dat tussen partijen niet in geschil is aan welke voorwaarden het onderwijs van cliënte haar zoon diende te voldoen. In de uitspraak stelt de rechtbank dat aan de door Drent bij rapport van 22 december 2000 geformuleerde voorwaarden dient te worden voldaan, onder meer de volgende: a. Leerstof moet compact aan Anand worden aangeboden, zonder onnodige herhalingsstof- en oefenstof b. In vrijkomende tijd moet Anand extra leerstof te verwerken dienen te krijgen waarbij een beroep wordt gedaan op de leereigenschappen van hoogbegaafde leerlingen Verwacht werd dan ook dat met dit oordeel van de rechtbank er spoedig een positieve beslissing op bezwaar zou volgen. Met het voorliggende onderzoek van Peters lijkt een snelle geschilbeslechting vooralsnog niet aan de orde te zijn. Ik zal u toelichten waarom. 2-
Onderzoeksvraag geformuleerd door de rechtbank
In het verweerschrift stelt het college dat de resultaten van het deskundigenonderzoek dat de rechtbank had opgedragen inmiddels bekend zijn. Helaas is deze constatering onjuist. Er is tot op heden nog steeds geen onderzoek verricht naar de vraag, en dus ook geen antwoord op de vraag, of "daadwerkelijk de door de deskundigen noodzakelijk geachte begeleiding van Anand op De Stoeke reeds voorhanden is", welke vraag de rechtbank heeft opgedragen te onderzoeken bij vonnis d.d. 25 maart 2003 en 19 mei 2004. Deze vraag vindt u immers niet terug in het onderzoek van Peters. Dit is des te nijpender nu deze vraag niet alleen opgedragen is door de rechtbank, maar dat partijen het er ook over eens waren dat dit de vraag was die behoorde te worden onderzocht.
Pagina 3 van 12
A D V O C A T E N
Als productie l en 2 heb ik voor deze zitting de correspondentie overlegd waar in wordt bevestigd door alle partijen dat deze vraag dient te worden onderzocht. Nadat overeenstemming was over de eerste vraag, wilde de gemeente nog een tweede onderzoek. Peters is om over dit tweede onderzoek te praten uren in Den Haag geweest. De vragen die na de overeenstemming tussen partijen zijn geformuleerd hebben dan ook enkel betrekking op het tweede, door de gemeente gewenste onderzoek. Nu voornoemde vraag centraal diende te staan en beantwoord had moeten worden, kan dit onderzoek niet aan de besluitvorming van het college ten grondslag worden gelegd. 3-
Gebreken aan de inhoud en totstandkoming van het advies
Het college stelt vervolgens in het verweerschrift dat het CBO een gerenommeerd onderzoeksinstituut is en dat het daarom gekozen is om het onderzoek uit te voeren. Het CBO is echter pas benaderd, nadat andere instanties afhaakten. Hoe het college vervolgens tot de conclusie komt dat de ingeschakelde deskundige niet over een nacht ijs is gegaan, verbaasd mij en mijn cliënte echter veel rneer. Als naar de inhoud van dit advies wordt gekeken en de totstandkoming daarvan, kan namelijk niemand volhouden dat dit correct is. Aan de inhoud en totstandkoming van het advies kleven zodanige gebreken dat het college (ook om deze reden) dit advies niet aan haar besluitvorming ten grondslag kan leggen. Het onderzoek is in strijd met de NIP-code, kent "methodische" gebreken, bevat onjuistheden en is onvolledig. De conclusie is onjuist, mede daar deze op verkeerde informatie is gebaseerd. Voor het gemak behandel ik de bezwaren tegen de conclusie even apart en als laatste vandaag. (De bezwaren tegen het advies die daar worden opgemerkt hadden soms evenwel ook onder de drie koppen die hierna worden behandeld geplaatst kunnen worden)
Pagina 4 van 12
«rf? A D V O C A T E N
a. NIP-code In de uitspraak van de rechtbank is bepaald dat dit onderzoek diende te worden uitgevoerd overeenkomstig de NIP-code. Dat het college stelt dat mijn cliënte zelf maar met het CBO geschillen over de correcte naleving van de NIP-code dient op te lossen, wekt dan ook verbazing. Juist de naleving van de NIP-code garandeert immers ook het college dat het onderzoek op correcte wijze tot stand komt en er geen gebreken aan kleven, ook inhoudelijk niet. In mijn schrijven van 3 oktober 2008 heb ik u reeds gemeld dat de artikelen I 1.5.1, II 1.1.1-1.1.4, III 1.1.3, 1.1.5, 1.2.5, 1.2.7, 1.2.8, 1.3.5, 2.1.1, 2.2.1, 2.3.1-2.3.3, 2.5.1, 2.5.6, 2.5.8, 2.7.4, 3.3.1-3.3.4, 4.1.1, 4.2.1, 4.5.1 en 4.5.2 van de NIP-code niet in acht genomen. Ik zal u enkele voorbeelden ter toelichting geven. Het verslag van het onderzoek is aan het college op 2 augustus 2007 toegezonden, cliënte heeft het verslag pas gekregen op 13 september 2007, nadat ze er bij toeval achter kwam dat het verslag bestond. Over de onderzoeksopzet is nooit gecommuniceerd. Dit is in strijd met artikel III 2.3.3 van de NIP-code. Cliënte zou hier bovendien ook nooit mee ingestemd hebben. Eerder heeft zij bij de rechtbank immers reeds aangetoond dat de SABD totaal geen rol heeft gespeeld toen Anand op de Stoeke zat. Nu wordt deze instantie toch weer in het onderzoek betrokken. Op vragen en suggesties van cliënte haar zijde aan Peters lopende het onderzoek wordt bovendien nimmer gereageerd. De NIP-code is geschonden nu cliënte van Peters nooit heeft mogen vernemen dat hij niet langer het onderzoek zou uitvoeren. Een beëindiging van de professionele relatie, noch de benodigde overdracht en instemming van cliënte met deze overdracht heeft plaatsgevonden. Dit is op grond van de NIP-code wel vereist. Voor cliënte is hierdoor bovendien ook onduidelijk waar en bij wie de vertrouwelijke stukken die zij heeft overlegd terecht zijn gekomen.
Pagina 5 van 12
A D V O C A T E N
De brief van Lianne Hoogeveen doet vermoeden dat er wel een overdracht heeft plaatsgevonden en dat het onderzoek is gedaan en uitgewerkt door iemand anders dan Peters. Het onderzoeksverslag doet dit ook vermoeden: er wordt in het onderzoek in de derde persoon gesproken, aanhef en datum ontbreken, het is niet ondertekend, noch op officieel briefpapier gezet. Van wiens hand dit onderzoek nu is verschenen is dus onduidelijk. Het kan van een ieder zijn. Kortom, de NIP-code is bij de totstandkoming van het advies geheel niet in acht genomen. Hierdoor is het onderzoek dan ook niet in overeenstemming met de rechterlijke uitspraak tot stand gekomen, en kan hierdoor aan het onderzoek ook geen waarde worden gehecht. b. "Methodische" gebreken Er kleven aan het onderzoek ook procedurele gebreken, die los van de NIP-code staan. Zo is er onvoldoende onderzoek gedaan door W. Peters en te weinig informatie verzameld om een gefundeerd oordeel te kunnen vellen. Er is slechts één kort bezoekje aan de Stoeke gedaan. In tegenstelling tot hetgeen de heer Oosterhoff beweert is in het geheel niet gesproken met Anand, noch met zijn moeder en evenmin met de betrokkenen deskundigen. Hoe de heer Oosterhoff/ gemeente tot deze conclusie komt is dan ook een raadsel. Het (ongedateerde) zorgprotocol waarnaar verwezen wordt spreekt over het vormen van een dossier. Het dossier van Anand - waarvan cliënte betwijfelt dat deze er is, wat een zeer ernstig gebrek is - is niet bestudeerd of opgevraagd. Juist de gegevens die hierin staan zouden veel informatie op kunnen leveren om de voorliggende vraag te beantwoorden. Het kan namelijk precies aangeven welke begeleiding er is geweest voor specifiek Anand. Peters spreekt dan ook nergens over wat voor Anand precies is gedaan, terwijl het daar nu juist in deze om draait. Dat er geen informatie is verzameld, blijkt ook uit het feit dat nergens door de "onderzoeker" stellingen onderbouwd worden.
Pagina 6 van 12
A D V O C A T E N
Een belangrijk gegeven in deze is bijvoorbeeld dat nergens exact wordt aangegeven wanneer door de Stoeke aan de gestelde randvoorwaarden werd voldaan. Nergens blijkt dus of de Stoeke werkelijk tijdig aan de randvoorwaarden voldeed. Dit brengt mij tot het volgende punt. Nergens blijkt aan welke randvoorwaarden is getoetst. Dit is een centraal begrip van de vraag die de rechtbank voorlegde die beantwoord diende te worden. Nergens worden deze geëxpliciteerd. Hoe Peters dan ook tot zijn opzet voor zijn onderzoek komt, valt niet te verklaren. Ondanks dat de randvoorwaarden niet worden geëxpliciteerd, wordt overigens vanuit het niets wel geconcludeerd dat aan deze voorwaarden BOE is voldaan. Kortom, in tegenstelling tot wat de rechtbank opdroeg is ook Peters blind afgegaan op de verklaringen van de Stoeke. Er is nergens een kritische noot bij geplaatst, om informatie gevraagd, of een onderbouwing gegeven die het standpunt dat aan de randvoorwaarden is voldaan, kunnen dragen. De opzet van het onderzoek en daarmee ook de conclusie die wordt getrokken, rammelt van alle kanten. c. Inhoudelijke onjuistheden en onvolledigheden Gesteld wordt dat er in 2000 een zorgprotocol was. Aan dit zorgprotocol wordt door Peters veel belang gehecht. Dit zorgprotocol was er in 2000 echter niet. Indien dit er was geweest dan had Janson het ten tijde van zijn onderzoek wel geraadpleegd. Dit zorgprotocol wordt nu overlegd, maar nergens blijkt of dit het zorgprotocol zou zijn wat in 2000 aanwezig was. Peters stelt in zijn onderzoek dat er voldoende tijd voor begeleiding is op de Stoeke. De kleinschaligheid maakt dit mogelijk. Peters gaat daarbij echter voorbij aan het feit dat op de Stoeke met combinatieklassen worden gewerkt. Onderzoek heeft uitgewezen dat dan er juist veel minder tijd is voor begeleiding (zie productie 3, deel 2, p. 90).
Pagina 7 van 12
A D V O C A T E N
In het onderzoek wordt verwezen naar verslag C. Er blijkt dus duidelijk een deel van het onderzoek niet afgerond te zijn, want dit verslag is nergens terug te vinden. Ook in zoverre kan het college dus nog steeds geen gefundeerde beslissing nemen. Ook op het onderdeel B3 wordt door de heer Peters geen antwoord gegeven, of verslag gedaan van de bevindingen. 4. De begeleiding die in de praktijk werd gegeven Ten onrechte is niet onderzocht of in de praktijk ook een goede begeleiding is gegeven. Dit had wel onderzocht dienen te worden. De aanwezigheid van de randvoorwaarden op papier - waarvan cliënt uitdrukkelijk betwist dat deze aanwezig waren - is onvoldoende om te kunnen concluderen dat de noodzakelijk geachte begeleiding voorhanden is. Overigens is dit niet enkel een constatering van mij en mijn cliënte dat hier ten onrechte geen aandacht aan is besteed. Ook de heer W. Peters stelt dat dit onderzocht moet worden, en wel in zijn eerste onderzoek dat hij in opdracht van het college heeft uitgevoerd. 5.
Begeleiding Stoeke
Cliënte bestrijdt de conclusie van het advies dat De Stoeke in beginsel in staat is geweest om Anand een goede begeleiding te bieden; De Stoeke was hier niet toe in staat en heeft deze ook niet geboden. De Stoeke had namelijk geen ervaring met de begeleiding van hoogbegaafden. Dit bevestigt Peters overigens ook zelf in zijn onderzoek (pagina 2 van het onderzoek). De intentie om zich bij te scholen was er inderdaad wel. Dit bleek achteraf echter pas na de zomervakantie plaats te gaan vinden, dus na afloop van het schooljaar dat Anand al op de Stoeke onderwijs volgde. Dat er wel tijdig bijscholing heeft plaatsgevonden betwist cliënte dan ook. Peters geeft bovendien zelf niet aan wanneer de cursussen zijn gevolgd en of dit voor Anand inderdaad tijdig was.
Pagina 8 van 12
A D V O C A T E N
Hij bevestigt daarentegen juist in zijn onderzoek dat er de intentie was van de school om bijscholing te gaan volgen (pagina 2 van het onderzoek). Kortom, aan twee belangrijke voorwaarden (ervaring en kennis) waren niet voldaan toen Anand naar De Stoeke ging. Peters heeft bovendien geen dossier van Anand aangetroffen, want deze ontbreekt in zijn verslag. Ook dit is een ernstig gebrek. Zonder een duidelijk handelplan kan immers geen goede begeleiding plaats vinden. Ook mw. Reitsma van De Stoeke heeft op 20 juni 2001 (zie productie 3, deel l , p. 38) aangegeven dat een plan er zou moeten komen, met andere woorden: deze was er toen niet. Cliënte had bovendien op grond van de praktijkrichtlijnen voor orthopedagogen betrokken moeten worden bij de opstelling van een dergelijk plan. Dat is nooit gebeurd waarmee met zekerheid kan worden gesteld dat dit plan er inderdaad nooit is geweest. De SABD is ook nooit betrokken geweest bij de school toen Anand daar naar school ging. Pas op 20 juni 2001 heeft namelijk mw. Reitsma te kennen gegeven dat een intakegesprek die dag plaats had gevonden met de SABD. De begeleiding zelf zou dus pas veel later opstarten. In dat gesprek werd bovendien over de begeleiding van de juf worden gesproken, niet over de begeleiding aan Anand. Niet in geschil is dat Anand aangepast onderwijs en leermiddelen aangeboden moet krijgen. Anand heeft echter het normale programma, net als de andere kinderen aangeboden gekregen op de Stoeke. Mevrouw Reitsma heeft zelf ook te kennen gegeven dat er geen geld was voor remedial teaching. Zij zou nog op zoek gaan naar materiaal, dit was voor Anand natuurlijk toen al te laat. Peters had bovendien moeten kijken of de materialen die blijkens de deskundigen en de rechter nodig waren zijn gebruikt. Dit heeft hij nagelaten. Welke materialen werkelijk werden gebruikt had Peters eenvoudig kunnen achterhalen door bij cliënte dit na te vragen. Zij kan de materialen ook tonen. Dit heeft hij eveneens nagelaten. Ook Janson had Peters over de gebruikte materialen kunnen inlichten. Hij heeft immers destijds onderzoek daarnaar gedaan. Ook dit is echter nagelaten.
Pagina 9 van 12
A D V O C A T E N
Peters stelt enkel in zijn onderzoek dat er voldoende materiaal is. Welk materiaal er is en of er voldoende materiaal is wordt zelfs niet expliciet genoemd c.q. onderbouwd en dus inzichtelijk gemaakt voor een second opinion door collegae. Cliënte heeft toen het met Anand steeds slechter ging op de Stoeke, de heer Janson ingeroepen als deskundige. Janson heeft de Stoeke geadviseerd en de mogelijkheid gegeven aan de Stoeke om hem advies te vragen wanneer dat maar nodig was. Hiervan is nooit gebruik gemaakt door de Stoeke. Van een goede inschatting van de zorgbehoefte was bovendien geen sprake. Span heeft in 2001 een zeer beschadigde Anand aangetroffen. Mevrouw Reitsma hield toen nog steeds vol dat het met Anand ontzettend goed ging op school. Peters heeft over hetgeen hiervoor is gesteld niets vermeld in zijn onderzoek, ook heeft hij geen / onvoldoende onderzoek gedaan hiernaar of ten onrechte geconcludeerd dat de benodigde randvoorwaarden tijdig waren voldaan. Had Peters beter onderzoek verricht, dan had hij nooit tot de conclusie kunnen komen dat aan de randvoorwaarden was voldaan. 6. Schade die door cliënte en haar zoon is geleden. In de uitspraak van de rechtbank van 25 maart 2003 is aangegeven dat het college gelijktijdig met de beslissing op bezwaar moet oordelen of schade is geleden en zo ja, hoeveel. Tot op heden is daar door het college nog steeds geen onderzoek naar gedaan, of een uitlating over gekomen. Cliënte verzoekt uw commissie om het college dringen te adviseren deze opdracht van de rechtbank wel mee te nemen bij de beslissing op bezwaar.
Pagina 10 van 12
A D V O C A T E N
7. Ten slotte Het college stelt in het verweerschrift dat cliënte weigert relevante gegevens te overleggen. Voor zover dit standpunt betrekking heeft op de gegevens die aan dit onderzoek ten grondslag liggen, kan ik u melden dat u en het college deze stukken reeds in uw bezit hebben. Productie 3, welke ik u heb toegezonden zijn namelijk de stukken die door cliënte op verzoek van de heer Ahlers / de gemeente aan Peters zijn gezonden, ten behoeve van zijn onderzoek. Voor zover het college gegevens wenst ten behoeve van het laatste onderzoek dat nu wordt uitgevoerd, kan ik u vertellen dat het CBO alleen gegevens kan hebben die betrekking hebben op de psychologische onderzoeken. Deze gegevens zijn vertrouwelijk en het college heeft aangegeven dat deze gegevens niet voor hun van belang zijn. De stelling dat cliënte haar zoon naar het Hondsrug college kan is een stelling die nu, net als het oordeel van het college over de Stoeke, geheel ongefundeerd op tafel wordt gelegd. Deze school is bovendien voor Anand nu juist niet geschikt. Anand is namelijk een begaafd onderpresteerder. Van Buuren heeft dit vastgesteld in het onderzoek dat op advies en verzoek van de leerplichtambtenaar is gedaan. Op de Hondsrug college was in ieder geval tot 2006 nog geen ervaring met en kennis over begaafde onderpresteerders. Ik verwijs u hiervoor naar het artikel uit de schoolkrant van de Hondsrug uit 2006 waarin de school dit zelf beaamt en stelt zich nog in de problematiek van de onderpresteerders te gaan verdiepen (zie bijlage). Deze school kan aan de begaafde onderpresteerders (en dus ook Anand) niet de benodigde begeleiding geven. De rechtbank heeft nu juist vastgesteld, en de gemeente heeft bij de rechter dit ook erkent, dat een goede begeleiding van Anand cruciaal is voor de gezondheid van Anand. Aan deze randvoorwaarde dient derhalve te worden voldaan. De Hondsrug is derhalve geen optie. Bovendien kan het college de Hondsrug nu niet meer aandragen als alternatief. De afgelopen jaren is de vraag steeds toegespitst geweest op de vraag of de Internationale school in Eerde voor Anand aangewezen was, en de Stoeke niet geschikt. De rechtsvraag die beantwoordt moet worden is door de rechtbank zeer duidelijk vast gelegd. De Hondsrug valt dus buiten dit geding.
Pagina 11 van 12
A D V O C A T E N
Omschakelen naar het Nederlandse onderwijs is sowieso niet meer mogelijk voor Anand. Anand had dan al jaren geleden Nederlands onderwijs moeten gaan volgen. MET CONCLUSIE: Gelet op het vorenstaande, alsmede uiteraard gelet op al hetgeen eerder in bezwaar is aangevoerd (voor vernietiging van de beslissing op bezwaar door de rechtbank), concludeer ik namens eiseres dan ook tot gegrond verklaring van het ingestelde bezwaar, met veroordeling van de gemeente in de gemaakte proceskosten. Cliënte verzoekt u derhalve alsnog de vervoersregeling toe te kennen en alle kosten die cliënte daar tot op heden zelf voor heeft moeten maken te vergoeden. Mr. K.A. Faber
Deze zaak wordt behandeld door: Naam en voorletters
Mr K.A. Faber
Adres
Abe Lenstra Boulevard 44
Postcode en plaats
8440 JB Heerenveen
Telefoon Fax
0513 - 433 0513 -433421
E-mail
[email protected]
Pagina 12 van 12
H
Het Hondsrug College Is door het ministerie van onderwijs gevraagd zich te ontwikkelen tot Bè-
ta totaa! zijn 25 sdNoten in NsderSassd gevraagd zich op dsza masseer te vssrmeBs. Het Hondsrug College in Emmsm is de enige in Drenthe. Sinds 1997 kent het Hondsrug Coüege binnen het vwo p aparte studie voor meerewoogbegaafde leerlingen. Deze succesformule is gebaseerd op het compact aanbieden van een aantal vakken. "Landelijk trekt onze VWCHopleidtng m onderwijsland volop de aandacht", zegt rector A.H. de Gruijter. "Het wordt gewaardeerd als een interessant en uitdagend onderwijsproject."
Zelfstandig De kern van deze formule is het vak Project in de leerjaren I tot en met i. De hoogbegaafde leerlingen leren zelfstandig te werken, onderzoek te ' "«mr interviews af te ne~ mfe»^en hun resultaten voor medeleerlingen, docenten en ouders te presenteren. Ook horen nieuwe vakken afs natuurwetenschappelijk onderzoek, wiskunde*, filosofie en Spaans bij vwo+. In dit laatste vak kan zelfs eindexamen worden gedaan. In de bovenbouw, de leerjaren 4 tot en met 6 worden bijvoorbeeld modules als Italiaans en Russisch aangeboden naast de gewone vakken. Opmerkelijk is dat leerlingen dan ook buiten school mogen
studeren» Zo volgen ze op. de Rijksuniversiteit 'm Groningen colleges wetertsehapsfUosGfie, Egyptologie of kennis van het Boeddhisme.
ouders en leerlingen, bet geven van informatie aan basisscholen en andere scholen voor voortgezet onderwijs) af voldaan.
Pakket eisen
De Gruijter: "Dat betekent niet dat we er al zijn. We willen een aantal punten nog bijstellen en verbeteren. Er wordt bijvoorbeeld al veel aandacht besteed aan de begeleiding van begaafde leerlingen, maar sinds kort kan de school ook een beroep doen op een, gespecialiseerde orthopedagoog. Ook zijn we bezig ons met andere Begaafdheidsprofiefscholen in Nederland te verdiepen in de problematiek van begaafde onderpresteerders,"
Qm aan tiet predikaat Begaafdheidsprofielschool te kunnen voldoen is een pakket van eisen opgesteld, waaraan het Hondsrug College al grotendeels voldoet. Zo worden aan belangrijke onderdelen (als een zorgvuldige toelating^ samenwerkend en zelfstandig leren, stimuleren vart verdieping van de lesstof, projecten waaraan verschillende leerjaren gezamenlijk werken, het werken vanuit een kerntearaT de inzet van geschoolde en gemotiveerde mentoren, betrokkenheid en inspraak van
Open dag Op l maart is vwo-t- nadruk-
kelijk betrokken bij de Q| dag. In gebouw de Marke van het Hondsrug Colleg' zijn docenten, ouders en leerlingen aanwezig om i formatie te geven over al aspecten rondom VWO-K i zijn er presentaties van h leerjaaroverstijgend proje van de leerjaren l tot en 3. Daarnaast is er een VM avond op 16 maart 2006 voor ouders en kinderen Toekomstige plusleerling kunnen dan proeflessen wonen en ouders krijgen detailleerde informatie o' alle ins en outs van vwo
Vaar alle informatie o en toelatingseisen voo vw&+ isjans van Niejt huis, kernteamleider \