GE Sensing
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem Gebruikershandleiding
GE Sensing Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Gebruikershandleiding INS5800-DU, Rev. C Augustus 2007 MMS is een product van Protimeter. Protimeter heeft zich bij andere sensorafdelingen van GE met hoogtechnologische activiteiten aangesloten onder een nieuwe naam—GE Sensing
Inhoudsopgave Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1.
Producteigenschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1.1 Het MMS-instrument AAN en UIT schakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1.2 Optionele accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
2.
Vochtmetermodi. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.1 De modus Search - selectie en gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2.2 De modus Measure - selectie en gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2.3 De modus Hygrometer - selectie en gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 2.4 De modus Condensator - selectie en gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 2.5 De modus Setup - selectie en gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 2.6 De modus voor vergrendeling en meetwaardenopslag selectie en gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
3.
Richtlijnen voor het stellen van de diagnose. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
4.
Kalibratiecontrole. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
5.
Zorg en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
6.
Technische specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
7.
MMS-gegevens weergeven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
A1. Het Protimeter MMS-instrument gebruiken om vocht in vloeren te meten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 A1.1 Een snelle vochtevaluatie van massieve vloeren . . . . . . . . . . . . . . . . 21 A1.2 Evenwichtsrelatieve vochtigheidsmetingen in massieve vloeren . 22
iii
Inleiding Het Protimeter vochtmeetsysteem (Protimeter MMS) is een krachtig en veelzijdig instrument voor het meten en diagnosticeren van vocht in gebouwen en bouwmaterialen. Dit product stelt bouwmeesters en andere vaklui in staat om de vochtniveaus van bouwelementen, zoals muren, vloeren en bouwomgevingen, te meten door gewoonweg tussen de drie bedrijfsmodi te schakelen. Zo kan een gedetailleerd inzicht in de vochtconditie van het eigendom worden verkregen.
1 Producteigenschappen De Protimeter MMS-kit bestaat uit een draagtas met het MMS-instrument en een reeks standaard accessoires. Voor meer details, zie Tabel 1: hieronder. De afbeelding op de volgende pagina toont een voorbeeld van een typische BLD5800-kit. Tabel 1: Protimeter MMS-kit Beschrijving Stuknummer Standaardkit Kit met Hygrostick/gegevenskabel/software Kit met Quikstick/gegevenskabel/software
BLD5800 BLD5800LH BLD5800HS
Kitcomponenten Protimeter MMS-instrument Gebruikershandleiding Draagtas
POL5800JC INS5800 POU5800-01
Vochtsonde
BLD5060
Diepe muursondes (5,5 inch (140 mm) lang)
BLD5018
Oppervlaktetemperatuursensor (direct contact)
BLD5804
Kalibratiecontrole-instrument (voor %WME)
BLD5086
Verlengkabel Hygrostick/Quikstick
BLD5802
Hygrostick-hygrometersonde of
POL4750
Quikstick-vochtsonde
POL8750
Gegevenskabel en software (optie)
BLD5810
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Pagina 1
POU5800-01 POL5800 BLD5802
BLD5804 BLD5060 BLD5018 POL4750 of POL8750
BLD5800-kit Het Protimeter MMS-instrument is een door batterijen aangedreven, handbediende eenheid met vier knoppen en een groot lcd-scherm. In de bobbel bovenaan op het instrument bevindt zich een sensor voor de detectie van vocht in massieve materialen. De instrumentbehuizing voorziet de volgende externe contactpunten (zie de figuur op de volgende pagina):
• •
EC 1 - Dit contact is voor de aansluiting van de Hygrostick® of Quikstick-sonde.
•
EC 2 - Dit contact is voor de aansluiting van de oppervlaktetemperatuursensor met direct contact en voor de aansluiting op een pc wanneer de optionele MMS-opslagsoftware wordt gebruikt.
JC - Dit contact is voor de aansluiting van een vochtsonde, diepe muursonde of hamerelektrode.
Pagina 2
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
EC 1
EC 2 JC Sensor voor de modus Search
De volgende sondes en sensors zijn in de standaard Protimeter MMS-kits inbegrepen:
•
De sondes Hygrostick (POL4750) en Quikstick (POL8750) meten de relatieve vochtigheid (%RH) en de temperatuur van de omgevingslucht (TAIR) in ruimten of materialen. Zij kunnen ofwel rechtstreeks ofwel via de Hygrostick-/ Quickstick-verlengkabel op het Protimeter MMS-instrument worden aangesloten.
•
De oppervlaktetemperatuursensor (TS) wordt gebruikt om condensatietoestanden te onderzoeken.
•
De vochtsonde wordt gebruikt om de procentwaarden van de vochtinhoud in hout of het vocht-houtequivalent (WME) in andere niet-geleidende materialen te verkrijgen.
•
Diepe muursondes worden gebruikt om diep onder de oppervlakte van massieve structuren, zoals muren en vloeren, WME-waarden te verkrijgen.
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Pagina 3
1.1
Het MMS-instrument AAN en UIT schakelen
Voor het systeem voor de eerste maal wordt gebruikt, dient u na te gaan of twee AA-batterijen correct in het batterijvak zijn geplaatst.
Opmerking: Een laag batterijvermogen wordt aangegeven door op het scherm. Vervang de batterijen wanneer dit pictogram verschijnt. Schakel het MMS-instrument AAN door
kortstondig in te drukken.
Het MMS-instrument schakelt automatisch UIT na 1 minuut, tenzij de standaard instelling werd gewijzigd (zie deel 2.5 voor richtlijnen). Om het instrument onmiddellijk UIT te schakelen, houdt u minstens 3 seconden ingedrukt. Nadat 3 seconden of langer werd ingedrukt, verschijnen alle tekstvakken op het scherm. Zodra u loslaat, verdwijnen de tekstvakken van het scherm en schakelt de eenheid UIT.
1.2
Optionele accessoires
Een reeks optionele accessoires zijn bruikbaar met Protimeter MMS. Het gaat daarbij om:
• • •
hamerelektroden software voor gegevensdownloads & kabel bijkomende Hygrostick- en Quikstick-sondes
Neem contact op met GE Sensing voor meer informatie.
2 Vochtmetermodi Het MMS-instrument van Protimeter kan worden gebruikt om vocht te detecteren en te meten in niet-geleidende massieve materialen, zoals hout, stapelmuren en metselwerk. De twee beschikbare bedrijfsmodi zijn Search voor kwalitatieve metingen en Measure voor precieze en plaatselijke vochtinhoudmetingen in hout of WME-waarden in andere materialen dan hout.
Pagina 4
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
2.1
De modus Search - selectie en gebruik
Schakel het MMS-instrument AAN door de knop in het midden in te drukken. Kies de vochtmetermodus door XX herhaaldelijk in te drukken totdat het woord MOISTURE (vocht) in de rechter bovenhoek van het lcd verschijnt. Druk vervolgens , te selecteren. op X om de modus Search, aangegeven op het lcd door Het instrument kan nu worden gebruikt om de relatieve vochtigheid in massieve, homogene materialen (zoals muren en vloeren) te meten door de voorrand van de sensorbobbel tegen het oppervlak (zie de figuur hieronder) te houden in een hoek van 20° tot 50°. Relatieve aflezingen van 60-1000 verschijnen op het lcd samen met een voortgangsbalk die aangeeft of het materiaal zich in een DRY (droge), AT RISK (risico-) of WET (natte) toestand bevindt. Wanneer u de meter langs onder vasthoudt, uit de buurt van objecten, dan zou het scherm drie liggende streepjes moeten tonen. Meters die voor november 2006 werden vervaardigd, zouden eventueel een waarde van 0-20 kunnen aangeven in lucht. Aangezien betrouwbare aflezingen alleen worden verkregen als de voorrand van de sensorbobbel rechtstreeks in aanraking komt met het oppervlak, is de modus Search niet geschikt voor de controle van gestructureerde afwerkingen. De nominale penetratiediepte is maximaal 0,6 inch (15 mm) in compacte, homogene materialen. Aflezingen die door afdekkingen met een lage dichtheid (tapijten, polystyreentegels, enz.) worden genomen, zullen geen correcte weergave zijn van het vochtniveau in het substraat zelf. Wanneer het MSS-instrument in de modus Search wordt gebruikt, wordt aanbevolen dat geen hulpstukken (bijv. Hygrostick-sonde, Quiksticksonde, oppervlaktetemperatuursensor of vochtsonde) op het systeem zijn aangesloten. Op deze manier zullen afleesfouten en het risico op elektromagnetische storingen met andere elektronische apparatuur tot een minimum worden beperkt. Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Pagina 5
2.1.1 De modus Search - terugstelfunctie Als het instrument in de modus Search wordt gebruikt bij een omgevingstemperatuur die aanzienlijk verschilt van de omgevingstemperatuur ten tijde van de oorspronkelijke kalibratie, zou het instrument een kleine, numerieke waarde kunnen weergeven wanneer het in de vrije lucht wordt gehouden. Als dit gebeurt, dient u het instrument als volgt terug te stellen:
1. Verwijder alle aangesloten accessoires en selecteer de modus Moisture Search (zie deel 2.1 voor richtlijnen). MOISTURE & REL verschijnt op het scherm. 2. Houd het instrument met één hand vast op minstens 12 inch (0,3 m) van alle objecten (zie de figuur rechts). 3. Druk met uw andere hand tegelijkertijd de knoppen XXen X in. Houd deze ingedrukt tot het scherm nul weergeeft, gevolgd door Air (lucht). Laat de knoppen snel los en blijf het instrument op voldoende afstand van uw lichaam en van uw andere hand vasthouden, zoals hiernaast is afgebeeld. Houd het instrument in de vrije lucht (m.n. minstens 12 inch (0,3 m) van alle objecten] terwijl het scherm het bericht Air (lucht) weergeeft. 4. Na ongeveer 10 seconden zou het scherm terug naar zijn normale toestand moeten keren en zou het instrument normaal moeten werken wanneer het in de vrije lucht wordt gehouden. U kunt het MMS-instrument nu gebruiken om normale aflezingen te doen in de modus Search.
2.1.1.1 Probleemoplossing aangaande de terugstelfunctie De modus verandert wanneer u het instrument probeert terug te stellen Als de modus van het instrument verandert wanneer u het probeert terug te stellen, hebt u hoogstwaarschijnlijk de twee knoppen niet op precies hetzelfde moment ingedrukt. Keer terug naar de modus Search en probeer de knoppen opnieuw tegelijkertijd in te drukken en ingedrukt te houden. Pagina 6
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
2.1.1.2 Probleemoplossing aangaande de terugstelfunctie - Het instrument geeft Air (lucht) weer, maar hierna verschijnt Err of E30 en schakelt het instrument UIT Als deze situatie optreedt, dient u de terugstelprocedure te herhalen. Als het probleem nog steeds niet is opgelost, dan is het mogelijk dat de temperatuurafstelling buiten het toegelaten bereik ligt. Laat de eenheid, indien mogelijk, terug naar de normale kamertemperatuur keren (ongeveer 20°C/68°F). Als de eenheid nog steeds niet wil terugstellen bij deze temperatuur, dan is de eenheid mogelijk defect en is reparatie/onderhoud vereist.
2.2
De modus Measure - selectie en gebruik
Schakel het MMS-instrument AAN door in te drukken. Kies de vochtmetermodus door XX herhaaldelijk in te drukken totdat het woord MOISTURE (vocht) in de rechter bovenhoek van het lcd verschijnt. Druk vervolgens op X om de modus Measure, aangegeven op het lcd door , te selecteren. Steek de vochtsonde, diepe muursonde of hamerelektrode in het contact JC van het MMS-instrument. Het instrument kan nu worden gebruikt om de heersende %MC-aflezingen in hout en %WME-aflezingen in andere niet-geleidende massieve materialen dan hout te nemen, door de pennen van de vochtsonde in het oppervlak te steken (zie de figuur rechts). De gemeten waarde wordt weergegeven en de voortgangsbalk geeft aan of het materiaal zich in een DRY (droge), AT RISK (risico-) of WET (natte) toestand bevindt, zoals weergegeven in Tabel 2 op pagina 8.
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Pagina 7
Tabel 2: Aflezingen in de modus Measure %MC (alleen hout) of %WME <8%
Weergave van MMS in de modus Measure – – – % (duidt op buiten bereik), [inactieve voortgangsbalk]
≥8% maar <17% %MC- of %WME-waarde, DRY (droog), [actieve voortgangsbalk] ≥17% maar <20% %MC- of %WME-waarde, AT RISK (risico), [actieve voortgangsbalk] ≥20% tot 100%
%MC- of %WME-waarde, WET (nat), [actieve voortgangsbalk]
2.2.1 Bijkomende vochtsondes gebruiken in de modus Measure Om aflezingen te nemen onder het oppervlak van metselwerk, moeten diepe muursondes worden gebruikt in plaats van de standaard vochtsonde. Om de diepe muursondes te gebruiken, boort u twee open gaten met een diameter van 1/4” (6 mm) op een afstand van 2-3 inch (50-75 mm) van elkaar tot op de vereiste diepte (zie de figuur rechts). Steek de twee diepe muursondes in de gaten en duw en houd de uiteinden stevig tegen de onderzijde van de gaten. Let op dat de sondes via het contact JC op het instrument zijn aangesloten en de waarde %WME meten, zoals beschreven in deel 2.2.
Opmerking: De gemakkelijkste manier om aflezingen onder het oppervlak van hout te verkrijgen, is met een optionele hamerelektrode.
2.2.2 Hygroscopische zouten ontdekken Het Protimeter MMS-instrument kan als een basis zoutdetector worden gebruikt in combinatie met de vochtsonde, filterpapier en gedistilleerd water (niet inbegrepen). Bevochtig het filterpapier met het water en neem een referentieaflezing over het papier met de vochtsonde. Plaats het bevochtigde filterpapier nu tegen het betreffende oppervlak en houd het daar gedurende 30 seconden. Verwijder het papier en plaats de pennen van de vochtsonde opnieuw over het papier en observeer de afgelezen waarde. Vergelijk deze aflezing met de oorspronkelijke referentieaflezing. Als het verschil meer dan 20 punten is, dan is er een aanzienlijke zoutverontreiniging die een verder onderzoek rechtvaardigt. Pagina 8
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
2.3
De modus Hygrometer - selectie en gebruik
Om het Protimeter MMS-instrument als hygrometer te gebruiken, dient u de Hygrostick- of Quikstick-sonde ofwel rechtstreeks ofwel via de verlengkabel in het contact EC1 te steken. Schakel het MMS-instrument AAN door in te drukken. Kies vervolgens de modus Hygrometer door XX herhaaldelijk in te drukken totdat het woord HYGROMETER in de linker bovenhoek van het lcd verschijnt. Druk vervolgens op X om relatieve vochtigheid (%rh), omgevingstemperatuur (TAIR), dauwpunttemperatuur (TDEW) of specifieke vochtigheid (g.Lb of AbS) te selecteren, indien vereist. De temperatuurwaarden kunnen in °C of °F worden weergegeven (zie het deel 2.5 voor richtlijnen).
Opmerking: De weergegeven mengverhouding (AbS) of specifieke vochtigheid (g.Lb) worden voorafgegaan door een korte pieptoon om de gebruiker te verwittigen voor de eenheid de waarde weergeeft. %rh en TAIR worden gemeten met de Hygrostick- of Quikstick-sonde en het MMS-instrument gebruikt deze waarden om TDEW te berekenen. Wanneer het MMS-instrument wordt gebruikt om de condities in lucht te meten, wordt de vochtigheidssonde gewoonlijk rechtstreeks op het instrument aangesloten. Wanneer dit echter onpraktisch of onhandig is, kan de verlengkabel worden gebruikt om de Hygrostick of Quikstick op het instrument aan te sluiten. De verlengkabel wordt meestal gebruikt wanneer waarden worden afgelezen van sondes die in structuren zoals muren of vloeren zijn ingebouwd.
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Pagina 9
2.4
De modus Condensator - selectie en gebruik
De modus Condensator stelt de gebruiker in staat om het condensatierisico op oppervlakken vast te stellen of om te bevestigen of het oppervlak al dan niet condensatie heeft. Om het MMS-instrument als een condensator te gebruiken, dient u de Hygrostick-sonde rechtstreeks in het contact EC1 te steken en de oppervlaktetemperatuursensor via het contact EC2 aan te sluiten. Schakel het MMS-instrument AAN door in te drukken. Kies de modus Condensator door XX herhaaldelijk in te drukken totdat het woord CONDENSATOR bovenaan op het lcd verschijnt. Druk vervolgens op X om relatieve vochtigheid (%rh), omgevingstemperatuur (TAIR), dauwpunttemperatuur (TDEW), oppervlaktetemperatuur (TS) of temperatuurverschil (TDIFF) te selecteren, indien vereist. De aflezingen TS en TDIFF kunnen alleen worden verkregen als een oppervlaktetemperatuursensor op het instrument is aangesloten en tegen het betreffende oppervlak wordt gehouden. De temperatuurwaarden kunnen in °C of °F worden weergegeven (zie het deel 2.5 voor richtlijnen). TDIFF is een nuttige functie voor het onderzoeken van condensatie aangezien zij de gebruiker meedeelt hoeveel graden een oppervlak boven of onder de heersende dauwpunttemperatuur ligt. Wanneer een oppervlak het dauwpunt met meer dan 3°C overschrijdt, wordt TDIFF weergegeven met het bericht NO CONDENSATION (geen condensatie). Wanneer een oppervlak het dauwpunt met 3°C of minder overschrijdt, wordt TDIFF weergegeven met het bericht AT RISK, NO CONDENSATION (risico, geen condensatie). Wanneer de oppervlaktetemperatuur gelijk is aan of lager is dan het dauwpunt, wordt een negatieve TDIFF weergegeven met het bericht CONDENSATION (condensatie). De voortgangsbalk wordt geactiveerd wanneer TDIFF minder dan 14°C hoger is dan het dauwpunt. De balk schuift van links naar rechts om het toenemende condensatierisico en -niveau aan te geven. Tabel 3 op pagina 11 geeft een samenvatting van deze functie.
Pagina 10
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Tabel 3: Aflezingen in de modus Condensator Weergave van MMS in de modus Temperatuur van oppervlak Condensator >14°C boven dauwpunt
TDIFF, NO CONDENSATION, [inactieve voortgangsbalk]
≤14°C maar >3°C boven dauwpunt
TDIFF, NO CONDENSATION, [actieve voortgangsbalk]
≤3°C boven dauwpunt
TDIFF, AT RISK, NO CONDENSATION, [actieve voortgangsbalk]
≤ dauwpunt
TDIFF, CONDENSATION, [actieve voortgangsbalk]
2.4.1 Sensorinstallatie Alle vochtigheidssondes moeten via het contact EC1 op de bovenzijde (“neus”) van het instrument worden aangesloten. De aansluitingen zijn:
• •
POL4750
Hygrostick (30-100% RV)
POL8750
Quikstick (1-100% RV)
De enige accessoires die in het contact EC2 op de zijkant van het instrument moeten worden gestoken, zijn:
• •
BLD5804
Oppervlaktetemperatuursonde
BLD5810
Gegevenskabel van MMS naar pc
Opmerking: Bij oudere instrumenten werd de Sensor voor lage RV (0-40% RV) BLD5812 in het contact EC2 op de zijkant van het instrument gestoken.
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Pagina 11
2.5
De modus Setup - selectie en gebruik
Het Protimeter MMS-instrument heeft een reeks eigenschappen die de gebruiker kan selecteren (zie Tabel 4 op de volgende pagina). Om de modus Setup te openen, schakelt u het instrument AAN en ontkoppelt u alle hulpstukken. Wanneer het scherm drie horizontale streepjes vertoont ( - - - ), drukt u kortstondig op . Het woord SETUP verschijnt nu linksonder op het lcd en de code S 1 verschijnt in het midden van het scherm. Druk binnen de drie seconden herhaaldelijk op XX om door de in Tabel 4: hieronder weergegeven instelcodes te scrollen. Druk op X om de gewenste optie in te stellen. Instelcode S1 S2 S3 S4 S5 S6 DEF 0.00 T1
Pagina 12
Tabel 4: Instelopties Instelselectie Geeft temperatuurwaarden weer in °C Geeft temperatuurwaarden weer in °F Activeert achtergrondverlichting van lcd Inactiveert achtergrondverlichting van lcd Activeert pieper Inactiveert pieper Standaardinstellingen (°C, geactiveerde achtergrondverlichting, geactiveerde pieper, automatische uitschakeling na 1 min.) Directe klok (alleen afstelbaar via de communicatiepoort IrdA met de Protimeter-software) Afstelling van automatische uitschakeling, van 1-6 minuten
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Voorbeeld 1: De achtergrondverlichting inactiveren en de temperatuuraflezing van °C in °F veranderen:
• •
Open de modus Setup door kortstondig
in te drukken.
Wanneer - - - op het scherm verschijnt, scrolt u naar S 4 door de knop XX in te drukken.
•
Druk op X om de optie geïnactiveerde achtergrondverlichting te selecteren.
• • •
Scrol naar S 2 door de knop XX in te drukken. Druk op X om de weergaveoptie °F te selecteren. Druk kortstondig op (of wacht drie seconden) om terug naar de bedrijfsmodus te keren.
Het instrument toont nu temperaturen in °F zonder achtergrondverlichting. Voorbeeld 2: De tijd van de automatische uitschakeling veranderen van 1 minuut (standaard) naar 5 minuten:
• •
Open de modus Setup door kortstondig
• •
Druk vier maal op X om de optie T 5 weer te geven.
in te drukken.
Wanneer - - - op het scherm verschijnt, scrolt u naar T 1 met behulp van de knop XX.
Druk kortstondig op (of wacht drie seconden) om terug naar de bedrijfsmodus te keren.
Het instrument schakelt nu automatisch UIT na 5 minuten.
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Pagina 13
2.6
De modus voor vergrendeling en meetwaardenopslag selectie en gebruik
Vocht-, temperatuur- en RV-aflezingen kunnen worden vergrendeld door de knop een tijdje ingedrukt te houden. Als de knop minder dan drie seconden wordt ingedrukt, keert het instrument terug naar de vorige geselecteerde meetmodus. Als de knop langer dan drie seconden wordt ingedrukt, schakelt het instrument uit zodra de knop wordt losgelaten (zie deel 1.1). Afgelezen waarden kunnen in het geheugen van het MMS-instrument (minimaal 300 regels) worden opgeslagen met behulp van de knop . Tabel 5: op de volgende pagina geeft meer uitleg over de informatie die wordt opgeslagen wanneer deze functie in de verschillende modi wordt gebruikt. De inhoud van het geheugen kan naar een pc met Microsoft® Windows 95 of een latere versie worden gedownload en kan naar het MMS worden geüpload met de Protimeter MMS-opslagsoftware.
Opmerking: Voor meer informatie, zie het document MMS Logging Help (INS5800L) dat wordt meegeleverd met de Protimeter opslagsoftware-cd.
Pagina 14
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Modus
Tabel 5: Informatie opslaan Scherm Opgeslagen informatie jr/mm/dd, uur:min, relatieve waarde (bijv. 00/01/07, 09:30, 530)
VOCHTmeter
HYGROMETER
CONDENSATOR
jr/mm/dd; uur:min; %WME-waarde (bijv. 00/01/07; 09:30; 12,5) %rh
jr/mm/dd; uur:min; %rv; TLUCHT; Hygrostick SN (bijv. 00/01/07; 09:30; 52,5; 21,2; 123456)
TAIR
jr/mm/dd; uur:min; TLUCHT, Hygrostick SN (bijv. 00/01/07; 09:30; 21,2; 123456)
TDEW
jr/mm/dd; uur:min; TLUCHT; TDAUW; Hygrostick SN (bijv. 00/01/07; 09:30; 21,2; 10,5; 123456)
%rh
jr/mm/dd; uur:min; %rv; TLUCHT; Hygrostick SN (bijv. 00/01/07; 09:30; 52,5; 21,2; 123456)
TAIR
jr/mm/dd; uur:min; TLUCHT, Hygrostick SN (bijv. 00/01/07; 09:30; 21,2; 123456)
TDEW
jr/mm/dd; uur:min; TLUCHT; TDAUW; Hygrostick SN (bijv. 00/01/07; 09:30; 21,2; 10,5; 123456)
TS TDIFF
jr/mm/dd; uur:min, TS (bijv. 00/01/07; 09:30; 18,6) jr/mm/dd; uur:min, TVERSCHIL, TLUCHT, TDAUW, Hygrostick SN (bijv. 00/01/07; 09:30; 8,1; 21,2; 10,5; 123456)
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Pagina 15
3 Richtlijnen voor het stellen van de diagnose Wanneer een diagnose wordt gesteld aangaande het vocht in gebouwen, moeten drie belangrijke criteria worden overwogen. Deze criteria vindt u in Tabel 6: op de volgende pagina. Tabel 6: Diagnosecriteria Opmerkingen Een luchtdroge conditie duidt op een normale en veilige vochtinhoud (vrij van beschadiging of verval als gevolg van vocht) in gebouwen. Wanneer de vochtmetermodi van het Protimeter MMS-instrument zijn geselecteerd, worden de gemeten waarden geïdentificeerd als DRY (droog), AT RISK (risico) of WET (nat). Het dauwpunt is de temperatuur waarop een bepaalde Ligt de oppervlaktetemperatuur hoeveelheid lucht verzadigd wordt (100% RV) en dauw, of condensatie, optreedt. Als een oppervlak kouder is dan het van een muur of een dauwpunt, dan treedt condensatie op. Wanneer de modus ander element van het gebouw boven of onder Condensator van het Protimeter MMS-instrument is geselecteerd om TDIFF (de nabijheid tot het dauwpunt van het dauwpunt? een oppervlak) te meten, identificeert het instrument ofwel de toestand NO CONDENSATION (geen condensatie), AT RISK (risico) of CONDENSATION (condensatie). Onnatuurlijk hoge vochtaflezingen kunnen worden Is het oppervlak van een muur of een ander verkregen in materiaal dat ofwel zwaar besmet is met hygroscopische zouten of in materialen die een element van het geleidende aard hebben. De aanwezigheid of afwezigheid gebouw besmet met hygroscopische zouten van nitraten en chloriden moet vooral worden vastgelegd wanneer situaties met een risico op opstijgend grondwater of ander geleidend worden onderzocht. materiaal?
Item Criteria 1 Heeft een muur of een ander element van het gebouw een veilige luchtdroge conditie? 2
3
Pagina 16
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Item 1: De modi Search en Measure zouden samen moeten worden gebruikt om de omvang van een vochtprobleem in te schatten en om een onderscheid te maken tussen vocht aan de oppervlakte of onder de oppervlakte. Het profiel van de verkregen afgelezen waarden zal een inzicht geven in de mogelijke oorzaak (bijv. condensatie, laterale ingang of opstijgend grondwater) van een vochtprobleem. Vochtaflezingen die op een methodische manier werden verkregen, zullen veel meer inzicht leveren dan willekeurig genomen metingen. Voor het testen van muren zou de gebruiker onderaan de muur moeten beginnen met het aflezen van waarden en vervolgens in gelijkmatige stappen van 4-6 inch (10-15 cm) naar omhoog moeten gaan. Wanneer hoge relatieve waarden onder het oppervlak worden verkregen in de modus Search, doet de gebruiker er best aan deze waarden in %WME te kwantificeren met behulp van de diepe muursondes in de modus Measure. Als de gaten voor de sondepennen telkens met een nominale waarde van 0,4 inch (10 mm) worden verdiept, kan het vochtprofiel van de hele dikte van de muur worden vastgelegd. Item 2: Vochtproblemen als gevolg van condensatie treden vaak op. Wanneer het risico op condensatie wordt ingeschat of de aanwezigheid ervan wordt bevestigd, dient de heersende temperatuur van het onderzochte oppervlak te worden vergeleken met het dauwpunt. De meting TDIFF in de modus CONDENSATOR vertelt de gebruiker hoeveel graden de temperatuur van het oppervlak boven of onder het dauwpunt ligt. Aangezien heel wat condensatietoestanden van voorbijgaande aard zijn, moeten de waarden TDIFF op een methodische en regelmatige manier worden afgelezen zoals bij het aflezen van vochtwaarden in materialen. De waarden voor de RV in de omgeving en de omgevingstemperatuur moeten ook worden afgelezen om de algemene vochtconditie van de ruimte te kunnen evalueren. Woningen en werkomgevingen hebben meestal een RV van 40% tot 60% en waarden die buiten dit bereik liggen zouden bijgevolg een reden kunnen zijn voor een nader onderzoek van de omgeving.
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Pagina 17
Item 3: Twee hygroscopische zouten, met name chloriden en nitraten, kunnen zich op het oppervlak van muren ophopen bij opstijgend grondwater of wateropslorping. Wanneer grondwater door de muur naar omhoog gaat en zich naar het oppervlak begeeft, gaan zouten zich ophopen waar de verdampingssnelheid van dit water het grootst is. De zouten zelf zijn niet-geleidend, maar wanneer zij met een kleine hoeveelheid vocht worden gemengd, wordt een zeer geleidende oplossing gevormd. Wanneer opstijgend grondwater wordt vermoed, dient de aanwezigheid (of afwezigheid) van deze zouten bijgevolg, zoals beschreven, te worden vastgesteld met behulp van het Protimeter MMS-instrument in de modus Measure. Indien vereist, kan de Zoutanalysekit van Protimeter (stuknummer BLD4900) worden gebruikt om de relatieve concentraties van nitraten en chloriden te identificeren. Samengevat kunnen we zeggen dat een effectieve diagnose van een vochtprobleem een proces is dat grotendeels afhangt van de kennis en expertise van de deskundige. De Protimeter MMS-kit stelt de gebruiker in staat om de vochtniveaus in materialen en omgevingen vanuit verschillende oogpunten te onderzoeken en maakt het bijgevolg mogelijk om een grondigere en meer betrouwbare beoordeling te vormen over de oorzaak van de problemen als gevolg van vocht.
4 Kalibratiecontrole Controleer de modus Measure van de vochtmeter door de pennen van de vochtsonde over de blote draden van het kalibratie-instrument (Calcheck) te houden. De WME-waarde van correct gekalibreerde instrumenten is 17-19. Instrumenten met waarden buiten dit bereik moeten aan GE Sensing (of een officiële verdeler van GE Sensing) worden teruggegeven voor reparatie.
Opmerking: De modus Search kan tegenover een stabiel stuk muur worden gecontroleerd. Om tot een goede vergelijking te kunnen komen, moeten de vochttoestand en omgevingstemperatuur stabiel en consistent worden gehouden. Werkende Hygrostick- en Quikstick-sondes kunnen met referentiesondes en/of standaard zoutoplossingen worden vergeleken.
Pagina 18
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
5 Zorg en onderhoud Het Protimeter MMS-instrument is een elektronisch precisie-instrument dat vele jaren lang betrouwbaar zal werken als de volgende punten worden nageleefd:
•
Wanneer het MMS-instrument niet wordt gebruikt, bergt u het instrument en de hulpstukken op in de door de fabriek meegeleverde draagtas. Berg de draagtas op in een stabiele, stofvrije omgeving en uit de buurt van rechtstreeks zonlicht.
•
Als het instrument gedurende meer dan vier weken moet worden opgeborgen of als het pictogram voor laag batterijvermogen op het scherm verschijnt, dient u de batterijen uit het instrument te nemen.
•
Wanneer u het MMS-instrument in de modus Search gebruikt, mag u de sensorbobbel niet over de oppervlakken schuiven aangezien de behuizing zo snel zou kunnen slijten. U dient het instrument eerst op te heffen en vervolgens in de volgende positie te plaatsen om dit te vermijden.
•
Controleer de conditie van de accessoires van het MMS-instrument regelmatig en vervang ze als ze versleten of beschadigd zijn.
•
Om hun kalibratie-eigenschappen te handhaven, mogen Hygrostick-sondes niet aan verzadigde omgevingen worden blootgesteld. Als dit onvermijdelijk is, moeten Hygrostick-sondes regelmatig worden vervangen en hun kalibratie frequent worden gecontroleerd.
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Pagina 19
6 Technische specificaties Gewichten en afmetingen Protimeter MMS-kit (BLD5800): 2,5 lb (1,1 kg), 9 inch x 7,5 inch x 3,5 inch (230 mm x 190 mm x 90 mm) Protimeter MMS-instrument (POL5800JC): 10,58 oz (300 g), 7 inch x 2,75 inch x 1,9 inch (180 mm x 70 mm x 49 mm) Hygrostick-sonde (POL4750): 2 inch lang x 0,3 inch (50 mm lang x 8 mm), kleur = grijs, optimale diameter van sondegat = 12 mm (wanneer gebruikt met compressiebus om ERV te meten in massief materiaal) Quikstick-sonde (POL8750): zelfde afmetingen als Hygrostick, kleur = zwart Voeding 2 x AA-batterijen Meetbereiken Vochtmeter Search:
60-1000 relatieve schaal, nominale diepte van 0,75 inch (19 mm)
Measure:
8-29 %WME, 30-100 relatieve schaal in verzadigd materiaal
Hygrostick-sonde Meetbereik:
30-100 %rv, 14° tot 122°F (-10° tot 50°C)
Tolerantie (nominaal):
30-40 %rv, ±3 %rv @68°F (20°C) 41-98 %rv, ±2 %rv @68°F (20°C) Bereik: 32° tot 122°F (0° tot 50°C), ±0,6°F (±0,3°C)
Quikstick-sonde Meetbereik:
1-100 %rv, 14° tot 158°F (-10° tot 70°C)
Tolerantie (nominaal):
0-10 %rv, ±3 %rv @68°F (20°C) 10-90 %rv, ±2 %rv @68°F (20°C) 90-100 %rv, ±3 %rv @68°F (20°C) Bereik: 32° tot 122°F (0° tot 50°C), ±0,6°F (±0,3°C)
Oppervlaktetemperatuursensor: 15° tot 120°F (-10° tot 50°C), ±0,6°F (±0,3°C)
Pagina 20
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
7 MMS-gegevens weergeven Wanneer u ingedrukt houdt terwijl u het instrument AAN schakelt met behulp van , verschijnen de volgende gegevens achtereenvolgens op het scherm: Gegevens
Voorbeeld
Firmware-versie
2.02
Stuknummer instrument
BLD5800
Kalibratiekromme %rv
d2-5
Firmware-datum
jj-mm-dd
Serienummer Hygrostick (wanneer aangesloten)
123456
A1 A1.1
Het Protimeter MMS-instrument gebruiken om vocht in vloeren te meten Een snelle vochtevaluatie van massieve vloeren
Opmerking: Zie deel 2.1 voor basisrichtlijnen aangaande de modus Search. In de modus Search kan het Protimeter MMS-instrument worden gebruikt om het relatieve vochtniveau van massieve betonnen vloerdelen te evalueren en om probleemgebieden te identificeren die eventueel nader moeten worden onderzocht. Nadat u de modus Search hebt geselecteerd, houdt u de sensorbobbel van het instrument tegen het vloerdeel en observeert u de waarde die op het lcd verschijnt. Vloerdelen die een waarde van 200 of minder geven, bevinden zich meestal in een veilige luchtdroge conditie. Als waarden van meer dan 200 worden opgetekend, raden we aan dat het heersende vochtniveau van het vloerdeel wordt gekwantificeerd aan de hand van alternatieve testprocedures alvorens decoratieve vloerbekledingen te plaatsen.
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Pagina 21
A1.2
Evenwichtsrelatieve vochtigheidsmetingen in massieve vloeren
Opmerking: Zie deel 2.3 voor basisrichtlijnen aangaande de modus Hygrometer. In de modus Hygrometer kan het Protimeter MMS-instrument worden gebruikt om de waarde voor de evenwichtsrelatieve vochtigheid (ERV) van massieve vloerdelen te meten. Deze procedure meet in wezen de relatieve vochtigheid (%rv) van een luchtzak die in vochtevenwicht is ten opzichte van het onderzochte materiaal. Vloerdelen die een ERV-waarde van 75% of minder hebben, bevinden zich in een veilige luchtdroge conditie. Vloerdelen die een ERV-waarde van 80% of meer hebben, bevinden zich meestal in een vochtige conditie. Raadpleeg steeds de plaatselijke normen, zoals bijvoorbeeld ASTM F2170 (USA) en BS8203:1996 (UK).
Opmerking: Deze tests mogen alleen met de Hygrostick-sensor worden uitgevoerd. BELANGRIJK: Vochtgevoelige bekledingen die over vochtige vloeren worden geplaatst, kunnen defecten vertonen na plaatsing.
A1.2.1 Procedure voor ondervloerse ERV-test (zonder vochtbussen van Protimeter) Om de ondervloerse ERV-test uit te voeren, volgt u de volgende stappen:
1. Boor gaten met een diameter van 1/2” (12 mm) tot op een nominale diepte van 2” (50 mm) op de vereiste meetpunten (POM's) en verwijder alle puin uit de gaten. Vul of bedek de gaten met een geschikt ondoordringbaar materiaal. De gaten zouden ideaal gezien 24 uur voor het uitvoeren van de metingen moeten worden geboord. 2. Duw de Hygrostick-assemblage in het voorgeboorde gat en draai deze stevig vast om het gat te dichten (zie rechts). De Hygrostick moet ideaal genomen 60 minuten in het gat worden gelaten voor een waarde wordt afgelezen. 3. Gebruik de verlengkabel (die met de MMS-kit is meegeleverd) om de Hygrostick op het MMSinstrument aan te sluiten (nadat u eerst de gele beschermingsdop van de Hygrostick hebt verwijderd, indien deze aanwezig is). 4. Selecteer de modus Hygrometer (zie deel 2.3 voor meer informatie). 5. Meet het %rv in het gat. Dit is de ERV-waarde van het vloerdeel. Pagina 22
Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
A1.2.2 Procedure voor ondervloerse ERV-test (met Humidity Sleeves [vochtbussen] van Protimeter) De Humidity Sleeves van Protimeter zijn geschikte optionele accessoires in combinatie met de Hygrosticks van Protimeter. Gaten worden geboord op de vereiste meetpunten en de Humidity Sleeves worden in de gaten geplaatst. Aangezien elke Humidity Sleeve haar eigen verzegelende dop heeft, moeten de geboorde gaten niet worden gevuld of bedekt. Nadat de Humidity Sleeves in het vloerdeel zijn geplaatst (liefst 24 uur voor de ERV-metingen worden gedaan), verwijdert u de dop en volgt u bovenstaande procedure vanaf stap 2. Raadpleeg steeds de plaatselijke normen, zoals bijvoorbeeld ASTM F2170 (USA) voor specifieke vereisten.
A1.2.3 Procedure voor ondervloerse ERV-test (met Surface Humidity Box [oppervlaktevochtdoos] van Protimeter) Als het meten van ondervloerse ERV-waarden (de beste techniek voor het vaststellen van de werkelijke vochtconditie van het vloerdeel) onhandig of onpraktisch blijkt, kan de Hygrostick worden gebruikt in combinatie met een Humidity Box aan de oppervlakte. Humidity Boxes worden meestal gebruikt op vloeren met ingebouwde verwarmingsbuizen of wanneer een aannemer werkt overeenkomstig bepaalde normen, zoals BS 8203:1996 (UK), die specifieke ERV-oppervlaktetechnieken voorschrijven. Een Humidity Box van Protimeter (stuknr. BLD4711) is als optionele accessoire verkrijgbaar. Zij moet overeenkomstig de toepasselijke standaard aanbevelingen worden gebruikt of minstens 24 uur voor het meten van de ERV-waarden op het meetpunt worden geplaatst.
De informatie in deze handleiding is te goeder trouw weergegeven. Aangezien de gebruiksmethode van het instrument (en zijn accessoires) evenals de interpretatie van de aflezingen buiten de controle van de fabrikanten liggen, kunnen zij geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor enige bedrijfs- of andere schade voortkomend uit het gebruik ervan. Protimeter® en Hygrostick® zijn geregistreerde handelsmerken van GE Sensing Protimeter MMS Vochtmeetsysteem
Pagina 23
USA 1100 Technology Park Drive Billerica, MA 01821-4111 Web: www.gesensing.com/protimeterproducts
Ierland Sensing House Shannon Free Zone East, Shannon, County Clare Web: www.gesensing.com/protimeterproducts
INS5800-DU, Rev. C