G
E
Z
O
N
D
L
E
I
D
E
R
S
C
H
A
P
Les 5 DE CELLEIDER ALS MENTOR 1. Inleiding De celleiders avonden zijn bedoeld om jullie te helpen in je ontwikkeling tot gezond leiderschap. In de allereerste les hebben we met elkaar gezien dat er in die ontwikkeling een spanningsveld is tussen karakter- en competentieontwikkeling en tussen mensgericht zijn en resultaatgericht zijn. We hebben die twee spanningsvelden in het volgende schema weergegeven. Figuur 1 (uit ‘De authentieke leider’, Paul Ch. Donders)
(= houding)
(= vaardigheid)
In ieder vak staat een hoofdthema: dienstbaarheid, discipline, management en communicatie. 1. Dienstbaarheid Het thema ‘dienstbaarheid’ staat in het vak karakterontwikkeling om mensen te dienen. Dienstbaarheid – ofwel de wil om te dienen – is noodzakelijk als je mensen wilt helpen tot ontplooiing te komen. 2. Discipline Het thema ‘discipline’ staat in het vak ‘karakterontwikkeling om resultaten te bereiken’. Zonder discipline wordt niets groots opgebouwd. Discipline is nodig in het leven van een leider, want als die bij hem ontbreekt, mag hij ook niet verwachten dat er bij medewerkers discipline is om goede resultaten te boeken. 3. Communicatie Het thema ‘communicatie’ staat in het vak ‘competentieontwikkeling om mensen tot ontplooiing te brengen’. Mensen ontwikkelen, coachen en stimuleren… het heeft allemaal te maken met communicatie. Het gaat erom dat de medewerker tot ontplooiing komt en je hem daarin ondersteunt. 4. Management Het thema ‘management’ staat in het vak ‘competentieontwikkeling om resultaten te bereiken’. Management is de vaardigheid om mensen te stimuleren de juiste resultaten te bereiken. Telkens terugkerende thema’s zijn: visie en strategie ontwikkelen, organisatie ontwikkelen, richting geven en structuur bouwen. Wanneer je een gezond leider wilt zijn, dan zul je je in alle vier gebieden moeten ontwikkelen.
Shelter Haarlem celleiders seizoen 2006/2007
pagina 1
G
E
Z
O
N
D
L
E
I
D
E
R
S
C
H
A
P
Opdracht 1 Kies uit één van deze gebieden één aspect waarin jij de komende tijd wilt groeien. Bijvoorbeeld een karaktereigenschap of een bepaalde competentie waarin je wilt groeien. Rollenspel Vraag twee vrijwilligers naar voren. Persoon A gaat persoon B helpen hoe hij in dat ene aspect kan groeien.
2. De celleider als mentor Wat we in het rollenspel gezien hebben heeft te maken met mentorschap. Een onderdeel van het gebied communicatie is: ‘mensen ontwikkelen, coachen en stimuleren’ is. Dit is één van de allerbelangrijkste eigenschappen van een leider: mensen helpen om te groeien. Dit proces zou je ook mentoraat kunnen noemen. Omdat het zo belangrijk is willen we een aantal lessen aan dit onderwerp besteden. We oefenen allemaal voortdurend mentorschap uit, alleen je bent het je niet altijd bewust. Welke van de volgende dingen doe je regelmatig? • naar je kinderen luisteren en ze advies geven in allerlei gebieden van hun leven. • vrienden of collega’s ergens advies over geven. • naar de problemen van anderen luisteren, hen helpen en steunen. • anderen uitleggen hoe ze iets beter kunnen doen. • anderen nieuwe kennis of vaardigheden bijbrengen. • anderen feedback geven of waarnemingen doen over hun gedrag, zodat ze beter worden in wat ze doen. Mentorschap is zoals het hebben van een ideale oom of tante waar je veel respect voor hebt, die van je houdt alsof je lid van het gezin bent, om je geeft als een hechte vriend, je ondersteunt vanuit (zelf-) opoffering, en je wijsheid biedt vanuit een modern Salomo niveau.
Mentoraat is zo oud als de beschaving zelf. In een proces dat zich op een natuurlijk manier binnen een relatie voltrekt, worden ervaringen en waarden van de ene generatie aan de volgende generatie doorgegeven. Mentoraat had plaats bij oudtestamentische leiders (Mozes en Jozua) en profeten (Eli en Samuël, Elia en Elisa) en bij nieuwtestamentische leiders (Barnabas en Paulus, Paulus en Timoteüs). Door de eeuwen heen was mentoraat de belangrijkste manier om kennis en vaardigheden door te geven. Dat gold voor ieder terrein – van Griekse filosofen tot zeelieden – en in iedere cultuur. Maar in de moderne tijd is de manier waarop we leren, veranderd. Het leren steunt nu hoofdzakelijk op computers, leslokalen, boeken en DVD’s. De relationele band tussen degene die de kennis en ervaring overdraagt en de ontvanger daarvan, is in onze tijd minder sterk of bestaat in het geheel niet. Tegenwoordig ontdekken we opnieuw dat het proces van leren en volwassen worden tijd nodig heeft en verschillende soorten relaties vergt. We zien een opleving van het mentoraat of coaching op bijna ieder vakgebied en terrein van leven.
3. De mentorschapsrelatie tussen Paulus en Timoteüs Eén van de mooiste voorbeelden van mentoraat in de Bijbel is de wijze waarop Paulus een mentor was van Timoteüs. Zijn brieven aan Timoteüs zitten vol principes van mentorschap. 1. ‘Aan Timoteüs, mijn geliefd kind.’ 2 Timoteüs 1:2 Paulus had een relatie met Timoteüs. In mentorschap moet er sprake zijn van een relatie. We zullen straks zien dat de intensiteit van die relatie wel kan verschillen.
Shelter Haarlem celleiders seizoen 2006/2007
pagina 2
G
E
Z
O
N
D
L
E
I
D
E
R
S
C
H
A
P
2.
‘Wees voor de gelovigen een voorbeeld in wat je zegt, in je levenswijze, in liefde, geloof en zuiverheid. Richt je hierop, maak het je eigen, zodat voor iedereen duidelijk wordt dat je vorderingen maakt.’ 1 Timoteüs 4:13,15 Paulus prikkelde Timoteüs om vorderingen te maken. Een mentor zal zijn mentorant altijd stimuleren tot groei. Paulus zegt ook: ‘Richt je hier op…’ Hij zegt eigenlijk: Laat het een prioriteit voor je zijn. Mentorschap is ook de mentorant helpen de juiste prioriteiten in zijn leven te hebben om zijn doelen te kunnen bereiken. 3. Maar jij, blijf bij alles wat je geleerd hebt en met overtuiging hebt aangenomen, welbewust van wie je het hebt geleerd.’ 2 Timoteüs 3:14 (NBV +NBG) Paulus had Timoteüs voldoende toegerust. Leren betekent niet alleen kennisoverdracht, maar ook overdracht van jezelf, het overdragen van waarden, het leren omgaan met problemen enz. Ook dat heeft alles te maken met mentorschap. 4. ‘Daarom spoor ik je aan het vuur brandende te houden van de gave die God je schonk toen ik je de handen oplegde.’ 2 Timoteüs 1:6 Een mentor helpt zijn mentorant zijn potentieel te ontdekken en helpt en stimuleert ze hun potentieel tot ontwikkeling te laten komen. 5. ‘Sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt…’ 1 Timoteüs 4:12 Paulus bemoedigde Timoteüs voortdurend. Bemoediging is één van de belangrijkste aspecten in mentorschap.
4. Wat verstaan we precies onder mentoraat? Mentoraat begint met iemand die iets nodig heeft. Die ontmoet iemand die meer ervaring heeft en iets kan geven wat in die behoefte voorziet. Er ontstaat een relatie. Degene die meer ervaring heeft, maakt de ander deelgenoot van wat hij heeft meegemaakt of heeft geleerd, en voorziet zo in de behoefte van de ander. Het gaat hierbij niet alleen om het doorgeven en ontvangen van kennis; er vindt echt overdracht en verandering plaats. Deze overdracht door de mentor omschrijven we als het bieden van nieuwe mogelijkheden aan een ander. Dit proces vormt de kern van mentoraat. Degene die iets met een ander deelt, wordt aangeduid als mentor. Degene die nieuwe mogelijkheden krijgt aangereikt, wordt mentorant genoemd. • Mentorschap is meer iets van ‘Hoe kan ik je helpen?’ dan van ‘Wat moet ik je leren?’. • Een mentor is een promotor. Een mentor wil niets liever dan het potentieel in iemand anders ontdekken en vrijzetten. Hij heeft visie voor de ander, hij gelooft in die ander. Een mentor heeft respect voor zijn mentorant. De ander mag zijn zoals God hem heeft gemaakt. Dat hoeft niet veranderd te worden. Een mentor geeft ruimte. Hij is niet in de eerste plaats een leider maar een begeleider.
• Een mentor is als een vader die iemand begeleidt naar volwassenheid. Een mentor helpt iemand zijn visie, potentieel en bestemming te ontdekken en vrij te zetten. • Veel mensen denken dat je oud en wijs moet zijn om een mentor te kunnen zijn. Toch minstens 50 jaar oud! Leeftijd is niet het belangrijkste. Paulus was een mentor voor Timoteüs. Deze was, ondanks zijn jonge leeftijd, ook weer een mentor voor anderen!
Shelter Haarlem celleiders seizoen 2006/2007
pagina 3
G
E
Z
O
N
D
L
E
I
D
E
R
S
C
H
A
P
• Mentor-mentorant relaties kunnen zich ontwikkelen tot langdurige vriendschappen, maar soms zijn erg productieve mentor-mentorant relaties van korte duur. Bruce Johnson zegt hierover: “Het zijn van een mentor betekende een positieve en aangename ervaring. Ik ben zo’n anderhalf jaar een mentor voor iemand. Daarna wil ik beschikbaar zijn om iemand anders te mentoren, en daarna een ander, en een ander, om een leven te leiden als mentor”.
Bruce Johnson heeft dus besloten om anderhalf jaar een intensieve mentorrelatie te hebben en daarna simpelweg voor de rest van zijn leven beschikbaar te blijven. Hier is niets mis mee. Eigenlijk is het een typisch patroon voor relaties tussen mentoren en mentoranten. Mentoranten kunnen periodes hebben waarin ze het erg moeilijk hebben. Wanneer ze geholpen zijn kunnen ze een paar jaar verder, totdat ze weer ergens tegenaan lopen en de mentor weer even in beeld is. Als dit de stijl is waar jij de voorkeur aan geeft, is het een perfecte en juiste manier van mentorschap.
• Mentoraat kan tijdens persoonlijke ontmoetingen of op afstand plaatsvinden. Het kan regelmatig, zoals iedere week, om de week of eenmaal per maand gebeuren, of zelfs af en toe of onregelmatig. De mentor kan het initiatief nemen, maar het initiatief kan net zo goed bij de ander liggen.
Definitie Mentoraat wordt ervaren in een persoonlijke relatie waarin de mentor kennis of ervaring (bronnen van wijsheid, informatie, ervaring, vertrouwen, inzicht, relaties, aanzien, en dergelijke) op en geschikt moment en op de juiste manier aan een mentorant overdraagt, zodat het zijn ontwikkeling en mogelijkheden vergemakkelijkt.
5. Verschillende vormen van mentoraat In mentorschapsrelaties kan er sprake zijn van verschillende niveau ’s van betrokkenheid en intensiteit. In onderstaand figuur zien we drie categorieën mentoren geplaatst in een reeks die loopt van doelbewuste betrokkenheid (met meer diepgang, waar bewust moeite voor gedaan wordt) tot vrijblijvende betrokkenheid. Figuur 2 (uit ‘Iedereen een mentor’, Paul Stanley en Robert Clinton)
We zien hier zeven verschillende vormen van mentoraat: 1. Discipelmaker Iemand tot discipel maken is een proces dat zich binnen een persoonlijke relatie afspeelt, waarin iemand die ervaring heeft in het volgen van Christus een jonggelovige deelgenoot maakt van overtuigingen, begrip en basisvaardigheden, die nodig zijn om Jezus Christus als Heer te leren kennen en Hem te gehoorzamen.
Shelter Haarlem celleiders seizoen 2006/2007
pagina 4
G
E
Z
O
N
D
L
E
I
D
E
R
S
C
H
A
P
Hij leert hem de geestelijke disciplines van gebed, bijbellezen en vasten. Hij leert hem Gods stem te verstaan, hij leer hem hoe hij waarheden uit Gods Woord kan toepassen enz. 2. Geestelijke Gids Een geestelijke gids is een godvruchtige, volwassen volgeling van Christus die een ander deelgenoot maakt van kennis, vaardigheden en basaal gedachtegoed over wat het betekent om steeds meer op Christus te gaan lijken op alle terreinen van het leven. Een geestelijke gids: • helpt een gelovige om de eigen ontwikkeling te beoordelen; • wijst terreinen aan waarop iemand geestelijk sterk of zwak is; • helpt een gelovige bij het vaststellen wat hij nodig heeft en bij het nemen van initiatieven tot verandering en groei; • laat zien hoe iemand tot groei en diepgang kan komen • laat iemand zelf verantwoordelijk zijn voor groei naar geestelijke volwassenheid. 3. Coach De belangrijkste taken van een coach bestaan uit het motiveren en het aanleren en leren toepassen van vaardigheden om een taak te kunnen verrichten of een uitdaging het hoofd te kunnen bieden. De coach draagt vooral over hoe de ander het beste iets kan doen. De bekendste vormen van coaching zijn afkomstig uit de sportwereld. Het fenomeen van de sportcoach die met topsporters werkt is iets wat zonder meer geaccepteerd wordt. Het lijkt misschien tegenstrijdig om iemand in te huren die minder goed is in iets wat je zelf goed kunt, maar die je desondanks helpt om er beter van te worden. De coach van André Agassi kan niet zo goed tennissen als Agassi en toch speelt hij een vitale rol in het verbeteren van zijn spel. Een tenniscoach heeft goede coachingsvaardigheden nodig; hij hoeft zelf geen goede tennisser te zijn. Het begrip coaching is het afgelopen decennium ‘gekaapt’ door de managementwereld. Je hoort steeds vaker dat leiders van organisaties een ‘personal coach’ hebben en ook ministers werken soms met een coach. Ook hier zien we dat de coach niet zelf een ‘groot’ leider hoeft te zijn, om toch van betekenis te kunnen zijn voor grote leiders. 4. Raadgever De belangrijkste taken van een raadgever bestaan uit het geven van advies op het juiste moment en het zonder vooroordelen kijken naar het beeld dat de mentorant heeft van zichzelf van anderen, van omstandigheden of van geestelijk werk. Een raadgever fungeert als klankbord, spiegelt, biedt inzicht, geeft advies en brengt de mentorant in contact met bronnen die hij nodig heeft. 5. Leraar De belangrijkste taak van een leraar is het bijbrengen van kennis en begrip over een bepaald onderwerp en de mentorant motiveren om die kennis en dat begrip te gebruiken. Mentor-leraren hebben ons begeleid in onderwerpen als leiderschap, het oplossen van problemen, hoe je een goed huwelijk kunt opbouwen, hoe je een goede vader/moeder kunt zijn enz. 6. Sponsor Sponsoring is een zich binnen een persoonlijke relatie voltrekkend proces, waarin een geloofwaardige mentor met functioneel of geestelijk gezag binnen een organisatie of netwerk, optrekt met een ander die niet in die positie verkeert, om hem in de gelegenheid te stellen zich persoonlijk te ontwikkelen en toe te nemen in invloed binnen een organisatie. Sponsors zien potentieel, stimuleren, inspireren, leren vaardigheden aan, geven inzicht en openen deuren.
Shelter Haarlem celleiders seizoen 2006/2007
pagina 5
G
E
Z
O
N
D
L
E
I
D
E
R
S
C
H
A
P
7. Voorbeeld Hedendaags: Een hedendaags voorbeeld is een persoon die in leven is, waarvan het leven of geestelijk werk als een voorbeeld dient om op een indirecte manier vaardigheden, principes en waarden te leren, waardoor nieuwe mogelijkheden ontstaan. Historisch:Met een historisch voorbeeld wordt een persoon bedoeld die niet meer in leven is, waarvan de levensloop of het geestelijk werk in (auto)biografische vorm is beschreven, en die als voorbeeld kan dienen om op een indirecte manier waarden, principes en vaardigheden te leren waardoor nieuwe mogelijkheden ontstaan.
Er is natuurlijk niet altijd een ‘harde’ grens te trekken tussen de verschillende vormen van mentoraat. Ze lopen soms in elkaar over. Accenten verschillen en intensiteit en betrokkenheid verschillen, maar alle zeven hebben ze overeenkomsten en daar willen we de komende tijd naar kijken. We willen jullie gereedschappen geven om een betere mentor te kunnen zijn.
Shelter Haarlem celleiders seizoen 2006/2007
pagina 6
G
E
Z
O
N
D
L
E
I
D
E
R
S
C
H
A
Vragen en opdrachten 1. Welke mensen zijn belangrijk geweest voor jouw persoonlijke groei? Noem er maximaal 3. Vertel aan de anderen in je groep hoe zij die bijdrage hebben geleverd en op wat voor manier ze jou hielpen in je ontwikkeling en groei op het gebied van bijvoorbeeld de volgende gebieden: • geestelijke groei (denk daarbij aan gebed, intimiteit met God, doorbraken in je geestelijke ontwikkeling en groei in je bediening) , • groei in je huwelijk, gezin en opvoeding van je kinderen • groei, in je karakterontwikkeling • groei in je ‘loopbaan-ontwikkeling’ Kun je van alle zeven vormen van mentoraat een voorbeeld geven uit je eigen leven? De vormen nog even op een rijtje: voorbeeld: 1. Discipelmaker
______________________________
2. Geestelijke Gids
______________________________
3. Coach
______________________________
4. Raadgever
______________________________
5. Leraar
______________________________
6. Sponsor
______________________________
7. Voorbeeld
______________________________
2. Maak een lijstje van terreinen in je leven waarin je mentoraat kunt gebruiken. Wees zo specifiek mogelijk.
Shelter Haarlem celleiders seizoen 2006/2007
pagina 7
P